Instrukcja obsługi Honeywell Galaxy 8
Honeywell
Bezpieczeństwo
Galaxy 8
Przeczytaj poniżej 📖 instrukcję obsługi w języku polskim dla Honeywell Galaxy 8 (179 stron) w kategorii Bezpieczeństwo. Ta instrukcja była pomocna dla 10 osób i została oceniona przez 2 użytkowników na średnio 4.5 gwiazdek
Strona 1/179
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg1.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Inhoudsopgave
- - Pagina 1
23 6 99 4- - 8:21 rev.
1. Inleiding 7
2. Direct beginnen 8
3. Configuraties 9
3.1 Inleiding 9
3.2 De GalaXy 8 9
3.3 De GalaXy 18 9
3.4 De GalaXy 60 9
3.5 De GalaXy 500 9
3.6 De GalaXy 512 9
4. Verschillende GalaXy types 11
4.1 De GalaXy 8 print 11
4.2 De GalaXy 18/60 print 13
4.3 De GalaXy 500 print 15
4.4 De GalaXy 512 print 17
5. Verschillende modules 19
5.1 De RIO 19
5.1.1 Adresseren 19
5.1.2 RIO aansluiten 19
5.1.3 RIO toevoegen (configureren) 19
5.1.4 De RIO Zones 20
5.1.5 RIO Uitgangen 20
5.1.6 RIO Linkjes 20
5.1.7 De Entry/Exit RIO 20
5.1.8 RIO Slave 21
5.2 De Smart PSU 22
5.3 De Printerinterface 23
5.4 De Modem/kiezer 24
5.4.1 Modem/kiezer Adresseren 24
5.4.2 Modem/Kiezer aansluiten 24
5.4.3 Modem/Kiezer Configureren 24
5.4.4 Instelpotmeter 25
5.5 RS-232 interface 26
5.5.1 Kopiëren en overschrijven 26
5.5.2 Interface naar een PC 26
5.5.3 Interface naar een printer 26
5.6 GalaXy Gold 27
5.7 GalaXy Alarm Monitoring 28
5.8 Het MKIII LCD bediendeel 29
5.8.1 MKIII Stroomverbruik 29
5.8.2 Het MKIII bediendeel aansluiten 29
5.8.3 MKIII bediendeel adresseren 29
5.8.4 MKIII Sabotageschakelaar 30
5.8.5 Bediendeel toevoegen 30
5.8.6 MKIII Zelf-diagnose 30
5.8.7 De toetsen 30
5.8.8 De voeding (Power) LED 32
5.8.9 De Banner 32
5.8.10 Bediendeel Functies aanpassen 32
5.9 De MAX lezer 33
5.9.1 MAX Aansluiten 33
5.9.2 MAX Configureren 33
5.9.3 MAX lezers Verwijderen 35
5.9.4 MAX Programmeren on-line 36
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg2.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Inhoudsopgave
- - Pagina 2
23 6 99 4- - 8:21 rev.
5.9.5 MAX Gebruiksinstrukties 36
6. Installatie- en bekabelingsvoorschriften 38
6.1 De netspanning 38
6.2 De noodstroom accu 38
6.3 Het geheugen 38
6.4 De communicatielijn 38
6.4.1 De RS-485 configuratie 38
6.5 De zones 41
6.5.1 Het zone adres 41
6.5.2 Zone-ingangen aansluiten 41
6.5.3 Kabeltype 41
6.5.4 De sleutelschakelaar 42
6.5.5 Puls aan 42
6.6 Uitgangen 43
6.6.1 Toepassen 43
6.6.2 Kabeltype 43
6.7 De voeding 44
6.7.1 Toepassen van meerdere voedingen 44
6.7.2 Berekenen van de spanningsval over een kabel 44
6.8 Aarding 45
7. Het gebruik van het systeem 46
7.1 Menustructuur 46
7.1.1 Menutoegang 47
7.2 De installateursmode 48
7.2.1 Toegang tot de installateursmode 48
7.2.2 Het verlaten van de installateursmode 49
7.3 Multi-user toegang tot het menu 50
7.4 Inschakelopties 51
7.4.1 Volledig inschakelen 51
7.4.2 Deelbeveiligd inschakelen 52
7.4.3 Afbreken van de inschakelprocedure 52
7.5 Uitschakelen 52
7.6 In- en uitschakelen met de installateurscode 53
7.7 In- en uitschakelen met een sleutelschakelaar 53
7.7.1 Inschakelen met een sleutelschakelaar 53
7.7.2 Uitschakelen met een sleutelschakelaar 53
7.8 In- en uitschakelen met de MAX lezer 53
7.8.1 Inschakelen met de MAX lezer 53
7.8.2 Uitschakelen met de MAX lezer 53
7.9 Opheffen en resetten van alarmen 53
7.9.1 Alarm opheffen 53
7.9.2 Centrale resetten 54
7.9.3 Zones open na een alarm 54
7.10 Hulpfuncties bij in- en uitschakelen 54
7.10.1 Blok status 54
7.10.2 Uitlooptijd 54
7.10.3 Overbrugde zones 55
7.10.4 Indicatie “Ingeschakeld” 55
7.10.5 Blokken logisch schakelen 55
7.10.6 Niet ingeschakeld (Fail To Set) 55
7.10.7 Ingangstijd 55
7.11 Spanningsuitval bij ingeschakeld systeem 56
8. De Menuopties 57
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg3.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Inhoudsopgave
- - Pagina 3
23 6 99 4- - 8:21 rev.
8.1 Inleiding 57
8.2 Menuoptie 11: Overbrug Zones 57
8.2.1 Zones overbruggen (GalaXy 8, 18, 60 en 500) 57
8.2.2 Zone overbruggen (GalaXy 512) 57
8.2.3 Handmatig opheffen van een overbrugging 57
8.2.4 Afwijkende zonefuncties bij overbruggen (GalaXy 512) 58
8.2.5 Inschakelen met overbrugde zones 58
8.2.6 Uitgangsfunctie Zone Overbrugd (GalaXy 60, 500 en 512) 58
8.3 Menuoptie 12: Inschakelen 59
8.4 Menuoptie 13: Deelbeveiligd inschakelen 60
8.5 Menuoptie 14: Geforceerd Inschakelen (GalaXy 8, 18, 60 en 500) 61
8.6 Menuoptie 15: Belfunctie 62
8.7 Menuoptie 16: Direct Inschakelen 63
8.8 Menuoptie 17: Deelbeveiligd/Direct 64
8.9 Menuoptie 18: Home Set 65
8.10 Menuoptie 19: Alle Blokken Inschakelen (GalaXy 18, 60, 500 en 512) 66
8.11 Menuoptie 21: Display Zones 67
8.11.1 Display technische gegevens van de zone 67
8.11.2 Afdrukken van de zone gegevens 67
8.12 Menuoptie 22: Display Geheugen 68
8.13 Menuoptie 23: Display Systeem (GalaXy 18, 60, 500 en 512) 70
8.14 Menuoptie 24: Print Opties 71
8.15 Menuoptie 25: MAX Geheugen 72
8.15.1 Het adres 72
8.15.2 De omschrijving 72
8.15.3 Installateursmode 72
8.15.4 MAX geheugen 72
8.16 Menuoptie 31: Looptest 74
8.16.1 Test alle zones 74
8.16.2 Test geselecteerde zones 74
8.16.3 Looptest uitvoeren 74
8.16.4 De looptest afsluiten 75
8.17 Menuoptie 32: Test Uitgang 76
Menuoptie 41: Tijd en Datum 77
8.18.1 Bijstellen van de tijd 77
8.18.2 Bijstellen van de datum 77
8.18.3 Bijstellen van de kloksnelheid 77
8.19 Menuoptie 42: Wijzig Codes 78
8.19.1 Algemene beschrijving 78
8.19.2 Standaard codes 79
8.19.3 De installateurscode 79
8.19.4 De Managercode 79
8.19.5 Gebruikerscodes 79
8.19.6 PIN Waarschuwing (GalaXy 500 en 512) 85
8.19.7 MAX Gebruikers 85
8.20 Menuoptie 43: Zomertijd 87
8.21 Menuoptie 44: Inbraakspoor (GalaXy 18, 60, 500 en 512) 88
8.21.1 Blokkenmode 88
Menuoptie 45: Klok Aan/Uit (GalaXy 60, 500 en 512) 89
Kijk (GalaXy 60, 500 en 512) 89
8.22.2 Vakantiedagen (GalaXy 60, 500 en 512) 89
Klok (GalaXy 60 en 500) 90
8.22.4 Vroeg open (GalaXy 512) 90
8.22.5 Laat Werk (GalaXy 500 en 512) 90
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg4.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Inhoudsopgave
- - Pagina 4
23 6 99 4- - 8:21 rev.
8.22.6 Weekend werk (GalaXy 512) 91
8.23 Menuoptie 46: Blok Overbruggen (GalaXy 18, 60 en 500) 92
8.23.1 Uitgangsfunctie Zone Overbrugd (GalaXy 60 en 500) 92
8.24 Menuoptie 47: RS Toegang 93
8.24.1 Direct toegang 93
8.24.2 Call Back 93
8.25 Menuoptie 48: Installateur Toegang (GalaXy 60, 500 en 512) 94
8.26 Menuoptie 49: Tijdslot (GalaXy 512) 95
8.27 Menuoptie 51: Parameters 96
8.27.1 Sirene tijd (GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512) 97
8.27.2 Sirene vertraging (GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512) 97
8.27.3 Hersteltijd (GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512) 97
8.27.4 Uitgangstijd (GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512) 97
8.27.5 Ingangstijd (GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512) 98
8.27.6 Alarm Reset (GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512) 98
8.27.7 Sabotage Reset (GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512) 98
8.27.8 Aantal Resets (GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512) 98
8.27.9 Alles Overbruggen (GalaXy 8, 18, 60 en 500) 98
8.27.10 Toets [0] (GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512) 98
8.27.11 Lokaal Deelbeveiligd (GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512) 99
8.27.12 Bannertekst (GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512) 99
8.27.13 Paniek vertraagd (GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512) 99
8.27.14 Sleutel Reset Niveau (GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512) 99
8.27.15 Systeemtekst en ID (GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512) 100
8.27.16 Test Periode (GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512) 100
8.27.17 Configureer (GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512) 100
8.27.18 220VAC Voorwaarde (GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512) 100
8.27.19 Deel Alarm (GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512) 101
8.27.20 220 VAC Vertraagd (GalaXy 18, 60, 500 en 512) 101
8.27.21 Reset Manager (GalaXy 18, 60, 500 en 512) 101
8.27.22 Paniek Reset (GalaXy 18, 60, 500 en 512) 101
8.27.23 Print Codes (GalaXy 18, 60, 500 en 512) 101
8.27.24 Uitwijkalarm (GalaXy 18, 60, 500 en 512) 101
8.27.25 Kopie Zones (GalaXy 18, 60, 500 en 512) 102
8.27.26 Geforceerd (GalaXy 18, 60 en 500) 102
8.27.27 Responsetijd (GalaXy 18, 60, 500 en 512) 102
8.27.28 Print Online (GalaXy 18, 60, 500 en 512) 103
8.27.29 Online Nivo (GalaXy 18, 60, 500 en 512) 103
8.27.30 Video Activaties (GalaXy 18, 60, 500 en 512) 103
8.27.31 Alarm Vertraging (GalaXy 18, 60, 500 en 512) 103
8.27.32 Direct Alarm (GalaXy 18, 60, 500 en 512) 104
8.27.33 Security Code (GalaXy 512) 104
8.27.34 Oplevertijd (GalaXy 60, 500 en 512) 104
8.27.35 Niet Ingeschakeld (GalaXy 60, 500 en 512) 104
8.27.36 Accu capaciteit (GalaXy 60, 500 en 512) 105
8.27.37 Back-up Tijd (GalaXy 60, 500 en 512) 105
8.27.38 ATM Vertraging (GalaXy 512) 105
8.27.39 ATM Timeout (GalaXy 512) 105
8.27.40 Tijdslot (GalaXy 512) 105
8.27.41 Weekend werk (GalaXy 512) 106
8.27.42 Wijzig PIN (GalaXy 500 en 512) 106
8.27.43 Klok Toegang (n.v.t.) 106
8.27.44 Vroeg Open (GalaXy 512) 106
8.28 Menuoptie 52: Programmeren Zones 107
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg5.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Inhoudsopgave
- - Pagina 5
23 6 99 4- - 8:21 rev.
8.28.1 Het gebruik van menuoptie 52 Programmeren Zones 107
8.28.2 De Zonefuncties 111
8.29 Menuoptie 53: Programmeren Uitgangen 119
8.29.1 Algemeen 119
8.29.2 Kiezen van het uitgangsadres 119
8.29.3 Bediendeel uitgangen 119
8.29.4 De luidspreker uitgang 119
8.29.5 De Uitgangsattributen 119
8.29.6 De Uitgangsfuncties 122
8.30 Menuoptie 54: Programmeren Linken 131
8.30.1 Het programmeren van een link 131
8.31 Menuoptie 55: Zonetest 133
8.31.1 Zones opnemen in de zonetest 133
8.32 Menuoptie 56: Modem/Kiezer 134
8.32.1 01=Format 135
8.32.2 02=Tel.nummer 1 138
8.32.3 03=Klantnr 1 139
8.32.4 04=Ontvanger 139
8.32.5 05=Tel. nummer 2 139
8.32.6 06=Kiestype 139
8.32.7 07=Testmelding 139
8.32.8 08=Install.Test 140
8.32.9 09=Aantal Belsignalen 140
8.32.10 10=Lijndetectie 140
8.32.11 11=Fail to Communicate 141
8.32.12 12=RS Toegang 141
8.32.13 13=Semafoon 142
8.32.14 14=Privénummer 142
8.32.15 15=Alarm Monitor 142
Menuoptie 56: De RS-232 Interface 143
8.33.1 1=Mode 143
8.33.2 2=Format 144
3=Klantnummer 144
8.33.4 4=Copy/Overschrijven 144
8.33.5 5=Instellingen 145
8.34 Menuoptie 57: Systeemprint 146
8.35 Menuoptie 58: Bediendeel 147
8.35.1 1=[A]-toets 147
8.35.2 2=[B]-toets 147
8.35.3 3=Copie Buzzer 147
8.35.4 4=Verlichting 147
8.35.5 5=Bediendeel Stil 148
8.35.6 6=Blokstatus (niet op GalaXy 8) 148
8.35.7 7=Bediendeelblok (niet op GalaXy 8) 148
8.36 Menuoptie 59: Gebruikersmenu 150
8.37 Menuoptie 61: Diagnosetest 151
8.37.1 1=Geheugentest 151
8.37.2 2=Bediendeel Communicatie 151
8.37.3 3=RIO Communicatie 151
8.37.4 4=Voeding Communicatie 151
8.37.5 5=MAX Communicatie 151
8.38 Menuoptie 62: Volledige Test 153
8.39 Menuoptie 63: Opties Blokken/MAX 154
8.39.1 1= Blokken (niet op GalaXy 8) 154
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg6.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Inhoudsopgave
- - Pagina 6
23 6 99 4- - 8:21 rev.
8.39.2 2=MAX 156
8.40 Menuoptie 64: Assemble Zone (GalaXy 60, 500 en 512) 159
8.40.2 2=Status 160
8.40.3 3=Inschakelen 160
8.40.4 4=Geheugen 161
8.41 Menuoptie 65: Klok 162
8.41.1 Het programmeren van de klok 162
8.41.2 Autoset (GalaXy 500 en 512) 163
8.42 Menuoptie 66: Zonecontrole 166
8.42.1 1=Mode 166
8.42.2 2= Selecteer Zones 166
8.43 Menuoptie 67: Remote Reset 168
8.44 Menuoptie 68: Menu Niveau 169
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg7.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Inhoudsopgave
- - Pagina 7
23 6 99 4- - 8:21 rev.
1. Inleiding
Deze handleiding beschrijft de toepassingen en
het gebruik van de alarmmeldcentrales uit de
GalaXy serie. De handleiding kan worden
toegepast als informatiebron over de
mogelijkheden van de centrale maar dient ook als
naslagwerk. In dit hoofdstuk wordt de opzet van
de handleiding behandeld. Het doel daarvan is om
de lezer optimale functionaliteit van de handleiding
te verschaffen.
Hoofdstuk 1 Inleiding
Deze inleiding.
Hoofdstuk 2 Direct beginnen
Beschrijving van de minimale handelingen
om met de centrale aan de slag te gaan.
Hoofdstuk 3 Configuraties
Beschrijving van de maximale
systeemconfiguraties van de
alarmcentrales uit de GalaXy serie.
Hoofdstuk 4 Verschillende GalaXy types
Hardware beschrijving van de
alarmcentrales uit de GalaXy serie.
Hoofdstuk 5 Verschillende modules
Hardwarebeschrijving van de
systeemmodules; RIO, PSU, Smart PSU,
Printerinterface, RS232 interface,
Bediendeel, Modem/kiezer, Max lezer.
Hoofdstuk 6 Installatie- en
bekabelingsvoorschriften
Aansluitvoorschriften voor de 220VAC,
zones, uitgangen en communicatie.
Hoofdstuk 7 Gebruik van het systeem
Omschrijving van de verschillende in- en
uitschakelmogelijkheden.
Hoofdstuk 8 Menustructuur.
Beschrijving van alle menuopties in
volgorde van de systeemsoftware.
Achter in de handleiding zijn een aantal
appendices opgenomen, deze behandelen de
volgende onderwerpen.
Appendix A Bibliotheek
Overzicht van de teksten in de
voorgeprogrammeerde
woordenbibliotheek.
Appendix B Vergelijkingstabel
Overzicht van de mogelijkheden van de
alarmmeldcentrales uit de GalaXy serie.
Appendix C Index
Index overzicht
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg8.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Direct beginnen
- - Pagina 8
23 6 99 4- - 8:21 rev.
2. Direct beginnen
Om direct met de GalaXy 8, 18, 60, 500 of 512
aan de slag te gaan opent u het deksel van de
alarmmeldcentrale en handelt u als volgt:
1. Sluit een 1KΩ (1%) weerstand aan over elke
zone-ingang van de alarmmeldcentrale en,
mits aangesloten, de RIO.
2. Wees er zeker van dat de AUX TAMPER lus
(T) op de hoofdprint gesloten is.
3. Sluit de batterij backup-link (blauwe link MEM
BK op de hoofdprint).
4. Sluit een bediendeel aan op de
communicatielijnaansluitingen van de
alarmmeldcentrale, zoals in onderstaand
schema is aangegeven.
Alarmmeldcentrale Bediendeel
AUX+ +
AUX- -
A A
B B
5. Plaats een 680Ω End Of Line (E.O.L.)
weerstand over de aansluitingen van de A en B
lijnen van het bediendeel.
6. Om te voorkomen dat er zich een sabotage-
alarm voordoet als u de stroom inschakelt, zet
u het bediendeel vast met de speciale
montageplaat.
7. Sluit de netspanningskabel aan op de
alarmmeldcentrale. Schakel de netspanning
nog niet in.
8. Sluit de deksel van de alarmmeldcentrale en
schroef deze vast.
9. Schakel de netspanning in. Het systeem
reageert als volgt op het inschakelen van de
netspanning:
a) De buzzer van het bediendeel
klinkt kort.
b) De verlichting van het bediendeel
licht kort op.
c) Op de bovenste regel van de LCD
verschijnen sterretjes:
d) De tekst "Configurerend moment
a.u.b." verschijnt na enkele
sekonden.
e) De groene LED licht op ten teken
dat de netspanning aanwezig is.
f) De standaard "bannertekst"
verschijnt op de LCD
g) Het systeem is nu klaar voor
gebruik.
6. Lees vervolgens de hoofdstukken:
a) Het bediendeel
b) Het menu
c) Systeem menu/zone ingangen en
uitgangen
d) De RIO
e) Gebruiker kodes menu 42
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg9.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Configuraties
- - Pagina 9
23 6 99 4- - 8:21 rev.
3. Configuraties
3.1 Inleiding
De GalaXy serie bestaat uit 5 verschillende type
alarmmeldcentrales. De serie bevat de GalaXy 8,
de GalaXy 18, de GalaXy 60 de GalaXy 500 en de
GalaXy 512. Ieder hoger genummerde type is een
uitgebreidere versie van zijn voorganger. De
GalaXy centrale wordt samen met de modules
opgebouwd tot een beveiligingssysteem. Alle
modules zijn binnen de serie compatibel. Achter in
dit hoofdstuk is een artikellijst opgenomen van alle
GalaXy centrales en modules.
In dit hoofdstuk wordt de maximale configuratie
van ieder type alarmcentrale van de GalaXy serie
weergegeven. Voor een vergelijkingstabel met de
mogelijkheden van de verschillende GalaXy
alarmcentrales wordt verwezen naar appendix III
3.2 De GalaXy 8
De GalaXy 8 is de kleinste telg uit de GalaXy
familie. Deze centrale heeft 8 on- -board zone
ingangen en dat is gelijk het maximum aantal. De
GalaXy 8 heeft 6 on-board uitgangen. De centrale
kan met de volgende modules tot een maximale
configuratie uitgebouwd worden.
1 modem/kiezer module, 1 printerinterface, 1 RS-
232 interface 1 MAX lezer en maximaal 16
bediendelen.
3.3 De GalaXy 18
De GalaXy 18 is een centrale met standaard 10
zone-ingangen en 6 uitgangen. De GalaXy 18 is
met één RIO uit te breiden tot 18 zone-ingangen
en 10 uitgangen. Naast de RIO kunnen aan de
GalaXy 18 maximaal 16 bediendelen, 2 MAX
lezers, 1 modem/kiezer, 1 printerinterface en 1
RS-232 interface worden aangesloten. In plaats
van de RIO kan ook de Smart PSU worden
toegepast.
3.4 De GalaXy 60
De GalaXy 60 is standaard uitgerust met 12 zone-
ingangen en 6 uitgangen. Door maximaal 6 RIO’s
aan te sluiten wordt de GalaXy 60 uitgebreid tot 60
zone-ingangen en 30 uitgangen. In plaats van de
RIO kan ook de Smart PSU worden toegepast.
Daarnaast kan aan de GalaXy 60 maximaal 1
modem/kiezer module, 1 printerinterface, 1 RS-
232 interface, 4 MAX lezers en 16 bediendelen
worden gekoppeld.
3.5 De GalaXy 500
De GalaXy 500 heeft 4 uitgangen maar geen on-
board zone-ingangen. Terwijl de GalaXy 8, 18 en
60 zijn uitgerust met 1 communicatielijn voor het
aansluiten van de modules, zijn de GalaXy 500 en
de GalaXy 512 voorzien van 4 communicatielijnen.
Op de eerste communicatielijn kunnen maximaal
15 (16 bij de GalaXy 512) RIO’s of Smart PSU’s, 8
bediendelen, 4 (8 bij de GalaXy 512) MAX lezers,
1 printerinterface, 1 RS-232 interface en 1
modem/kiezer worden aangesloten. Op de
overige 3 communicatielijnen kunnen maximaal 8
bediendelen, 4 (8 bij de GalaXy 512) MAX lezers
en 16 RIO’s of Smart PSU’s.
De totale configuratie levert de GalaXy 500 een
capaciteit van 504 (512 bij de GalaXy 512) zone-
ingangen en 256 uitgangen, 32 bediendelen en 16
(32 bij de GalaXy 512) MAX kaarlezers.
3.6 De GalaXy 512
De configuratie van de GalaXy 512 is vrijwel
identiek aan de GalaXy 500. De centrales hebben
een aantal fuctionele verschillen.
De GalaXy 512 wordt uitgevoerd met een Smart
PSU, die 4 uitgangen en 8 zone-ingangen heeft.
NOOT: De 4 onboard uitgangen van de GalaXy
512 schakelen tegelijk met de 4
uitgangen van de RIO met adres0 op
lijn 1.
NOOT: Indien een printerinterface of RS232
interface wordt aangesloten, kan er op
adresD (GalaXy 8/18/60 adres 13 en
GalaXy 500/512 adres 17) geen
bediendeel worden aangesloten. Als
een modem/kiezer module wordt
aangesloten, kan er op adres E (GalaXy
8/18/60 adres 14 en GalaXy 500/512
adres 18) geen bediendeel worden
aangesloten.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bga.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Configuraties
- - Pagina 10
23 6 99 4- - 8:21 rev.
On-board RIO’s/Smart PSU’s Bediendelen MAX
Zones Zones Uitgangen Max. Adres Uitgangen
Max.
Adres Max.
G8 8 6 0 16 0 1 - - - - -9,A F
G18 10 6 1 2 8 4 16 0 2 - -9,A F
G60 12 6 6 2 7 48 24 16 0 4 - - -9,A F
G500 -1
2 4-
0 4 15
16
1- -9,A F
0- -9,A F
504 256 8
8
0-4,D,E,F
0 7-
4
4
G512 -1
2 4-
0 4 16
16
1- -9,A F
0- -9,A F
512 256 8
8
0-4,D,E,F
0 7-
8
8
Tabel 0 1- : Systeemconfiguratie GalaXy serie
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bgb.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
GalaXy 8
- - Pagina 11
23 6 99 4- - 8:21 rev.
4. Verschillende GalaXy types
Dit hoofdstuk beschrijft de hardware specificaties van de alarmmeldcentrales uit de GalaXy serie. Van iedere
print is een afbeelding met de karakteristieke eigenschappen opgenomen.
4.1 De GalaXy 8 print
Klem Funktie
1 8- Zone-ingangen van RIO1
A A lijn van de communicatielijn
B B lijn van de communicatielijn
1 Uitgang 1 RIO0, 12VDC/400mA transistor uitgang geprogrammeerd op Ingeschakeld
2 Uitgang 2 RIO0, 12VDC/400mA transistor uitgang geprogrammeerd op Inbraak
1 Uitgang 1 RIO1, 12VDC/400mA transistor uitgang geprogrammeerd op Flitser
2 Uitgang 2 RIO1, 30VDC(max.)/1A relais uitgang geprogrammeerd op Sirene
3 Uitgang 3 RIO1, 12VDC/400mA transistor uitgang geprogrammeerd op Paniek
4 Uitgang 4 RIO1, 12VDC/400mA transistor uitgang geprogrammeerd op Sabotage
+( 12VDC t.b.v. voeding naar modem/kiezer module
-( 0VDC t.b.v. voeding naar modem/kiezer module
+AUX 12VDC t.b.v. voeding naar systeemmodules/detectors
-AUX 0VDC t.b.v. voeding naar systeemmodules/detectors
T Sirene sabotage ingang. 0VDC is lus gesloten
? 12V 12VAC ingang vanaf de transformator.
Aansluiting
Transformator
Schakelaar
sabotage kast
Zones Uitgangen
RS485
Ing.
Inbraak
Flitser
Sirene
Paniek
Sabotage
12V uitgang
680Ω EOL weerstand
1 1
2 3 4 5 6 7 8 2 1
2
3 4
RIO1 RIO0 RIO1 AUX
T
Sabotage-lus
S1 Installateursbediendeel
Aansluiting
Accu
R7 F2
Accu
F1
AUX
A B
Koelblok
MEM BK
Geheugen
link
3k3 Pull-up
weerstanden
Micro-
processor
EPROM
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bgc.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
GalaXy 8
- - Pagina 12
23 6 99 4- - 8:21 rev.
De vijf transistoruitgangen schakelen tussen 12VDC en 0VDC. Deze uitgangen kunnen omgezet worden
naar open collector uitgangen door de pull- -up weerstanden te verwijderen. In Tabel 0 1 zijn de uitgangen met
de bijbehorende pull-up weerstanden aangegeven.
Uitgang Pull-up weerstand
1001 R42
1002 R44
1011 R46
1013 R49
1014 R51
Tabel 0 1- : GalaXy 8 uitgangen; Pull-up weerstanden
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bgd.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
GalaXy 18/60
- - Pagina 13
23 6 99 4- - 8:21 rev.
4.2 De GalaXy 18/60 print
Klem Funktie
1 4- Zone-ingangen van RIO0
1 8- Zone-ingangen van RIO1
A A lijn van de communicatielijn
B B lijn van de communicatielijn
1 Uitgang 1 RIO0, 12VDC/400mA transistor uitgang geprogrammeerd op Ingeschakeld
2 Uitgang 2 RIO0, 12VDC/400mA transistor uitgang geprogrammeerd op Inbraak
1 Uitgang 1 RIO1, 12VDC/400mA transistor uitgang geprogrammeerd op Flitser
2 Uitgang 2 RIO1, 30VDC(max.)/1A relais uitgang geprogrammeerd op Sirene
3 Uitgang 3 RIO1, 12VDC/400mA transistor uitgang geprogrammeerd op Paniek
4 Uitgang 4 RIO1, 12VDC/400mA transistor uitgang geprogrammeerd op Sabotage
0V 0VDC t.b.v. uitgangen
T Sirene sabotage ingang. 0VDC is lus gesloten
? Luidspreker 8Ω
Zones Uitgangen
RS485
Ing.
Inbraak
Flitser
Sirene
Paniek
Sabotage
1 2 3 4 1 2 3 4 5 6 7 8
A B
1 2 1
2
3 4 0
V
S1
RIO0 RIO1 RIO0 RIO1
T
3k3 Pull-up
weerstanden
Installateursbediendeel
Zones 3 en 4 van RIO0
zijn niet beschikbaar op
de GalaXy 18
Schakelaar
sabotage kast
MEM BK
R8
680Ω EOL weerstand
Geheugen
link
Luidspreker volume
+
-
Aansluiting
PSU
Sabotage-lus
Luidspreker 8Ω
Micro-
processor
EPROM
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bge.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
GalaXy 18/60
- - Pagina 14
23 6 99 4- - 8:21 rev.
De vijf transistoruitgangen schakelen tussen 12VDC en 0VDC. Deze uitgangen kunnen omgezet worden
naar open collector uitgangen door de pull- -up weerstanden te verwijderen. In Tabel 0 2 zijn de uitgangen met
de bijbehorende pull-up weerstanden aangegeven.
Uitgang Pull-up weerstand
1001 R55
1002 R57
1011 R59
1013 R62
1014 R64
Tabel 0 2 gen- : GalaXy 18/60 uitgan ; Pull-up weerstanden
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bgf.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
GalaXy 500
- - Pagina 15
23 6 99 4- - 8:21 rev.
4.3 De GalaXy 500 print
Klem Funktie
A1 A lijn van de communicatielijn 1
B1 B lijn van de communicatielijn 1
A2 A lijn van de communicatielijn 2
B2 B lijn van de communicatielijn 2
A3 A lijn van de communicatielijn 3
B3 B lijn van de communicatielijn 3
A4 A lijn van de communicatielijn 4
B4 B lijn van de communicatielijn 4
1 Uitgang 1 RIO0, 12VDC/400mA transistor uitgang geprogrammeerd op Flitser
2 Uitgang 2 RIO0, 30VDC(max.)/1A relais uitgang geprogrammeerd op Sirene
3 Uitgang 3 RIO0, 12VDC/400mA transistor uitgang geprogrammeerd op Paniek
4 Uitgang 4 RIO0, 12VDC/400mA transistor uitgang geprogrammeerd op Sabotage
0V 0VDC t.b.v. uitgangen
? Luidspreker 8Ω
T Sirene sabotage ingang. 0VDC is lus gesloten
Uitgangen
Flitser
Sirene
Paniek
Sabotage
Luidspreker
8Ω
Sabotage-lus
LINE LINE LINE LINE
A 1 B A 2 B A 3 B A 4 B
1
2
3 4 T
RS485
(4 maal)
S1
S2
Aansluiting
Smart PSU/
Installateursbediendeel
RIO0
680Ω EOL
weerstanden
Schakelaar
sabotage kast +
-
Luidspreker volume
Aansluiting
PSU
MEM BK
Geheugen
link
3k3 Pull-up
weerstanden
Microprocessor
EPROM
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg10.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
GalaXy 500
- - Pagina 16
23 6 99 4- - 8:21 rev.
De drie transistoruitgangen schakelen tussen 12VDC en 0VDC. Deze uitgangen kunnen omgezet worden
naar open collector uitgangen door de pull- -up weerstanden te verwijderen. In Tabel 0 3 zijn de uitgangen met
de bijbehorende pull-up weerstanden aangegeven.
Uitgang Pull-up weerstand
1001 R13
1003 R16
1004 R18
Tabel 0 3- : GalaXy 500 uitgangen; Pull-up weerstanden
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg11.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
GalaXy 512
- - Pagina 17
23 6 99 4- - 8:21 rev.
4.4 De GalaXy 512 print
Klem Funktie
A1 A lijn van de communicatielijn 1
B1 B lijn van de communicatielijn 1
A2 A lijn van de communicatielijn 2
B2 B lijn van de communicatielijn 2
A3 A lijn van de communicatielijn 3
B3 B lijn van de communicatielijn 3
A4 A lijn van de communicatielijn 4
B4 B lijn van de communicatielijn 4
1 Uitgang 1 RIO0, 12VDC/400mA transistor uitgang geprogrammeerd op Flitser
2 Uitgang 2 RIO0, 30VDC(max.)/1A relais uitgang geprogrammeerd op Sirene
3 Uitgang 3 RIO0, 12VDC/400mA transistor uitgang geprogrammeerd op Paniek
4 Uitgang 4 RIO0, 12VDC/400mA transistor uitgang geprogrammeerd op Sabotage
0V 0VDC t.b.v. uitgangen
? Luidspreker 8Ω
T Sirene sabotage ingang. 0VDC is lus gesloten
Uitgangen
Flitser
Sirene
Paniek
Sabotage
Luidspreker
8Ω
Sabotage-lus
RS485
(4 maal)
LINE LINE LINE LINE
A 1 B A 2 B A 3 B A 4 B
1
2
3 4
RIO0
T
Aansluiting
Smart PSU/
Installateursbediendeel
S1
S2
680Ω EOL
weerstanden
Schakelaar
sabotage kast 3k3 Pull-up
weerstanden
+
-
Luidspreker volume
MEM BK
Geheugen
link
Aansluit
ing
PSU
Microprocessor
EPROM
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg12.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
GalaXy 512
- - Pagina 18
23 6 99 4- - 8:21 rev.
De drie transistoruitgangen schakelen tussen 12VDC en 0VDC. Deze uitgangen kunnen omgezet worden
naar open collector uitgangen door de pull- -up weerstanden te verwijderen. In Tabel 0 3 zijn de uitgangen met
de bijbehorende pull-up weerstanden aangegeven.
Uitgang Pull-up weerstand
1001 R13
1003 R16
1004 R18
Tabel 0 4- : GalaXy 512 uitgangen; Pull-up weerstanden
NOOT: De on-board uitgangen van de GalaXy 512 hebben dezelfde functie als de uitgangen van RIO 0
op adreslijn 1.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg13.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
RIO
- - Pagina 19
23 6 99 4- - 8:21 rev.
5. Verschillende modules
In dit hoofdstuk worden de diverse modules uit de
GalaXy serie behandeld. De volgende modules
komen aan de orde: RIO, PSU, Smart PSU,
Printerinterface, RS-232 interface, Bediendeel,
Modem/kiezer en MAX lezer.
5.1 De RIO
Een RIO is een uitbreidingsmodule en kan op de
GalaXy 18, 60, 500 en 512 worden aangesloten.
Iedere RIO breidt het systeem uit
met 8 zone-ingangen en 4
uitgangen.
5.1.1 Adresseren
Aan iedere RIO in het systeem moet een uniek
adres worden gegeven voordat deze wordt
aangesloten op de voedingsspanning.Het adres
wordt ingesteld met de 16-standen
draaischakelaar (SW1). Zie voor een overzicht
van geldige RIO adressen.
GalaXy centrale Max. aantal RIO’s Geldige adressen
GalaXy 8 0 -
GalaXy 18 1 2
GalaXy 60 6 2 7 -
GalaXy 500 63 lijn 1 1-15
lijn 2- -4 0 15
GalaXy 512 64 lijn 1- -4 0 15
Tabel 0 1- : Geldige RIO adressen
De adressen van de RIO’s en van de bediendelen
worden door de GalaXy centrale appart behandeld
en mogen derhalve gelijk zijn aan elkaar.
Onderling moeten de adressen wel uniek zijn.
5.1.2 RIO aansluiten
De RIO kan alleen worden toegevoegd aan het
GalaXy systeem als het systeem in de
installateursmode staat. De GalaXy RIO wordt
parallel aangesloten op de communicatielijn in
Daisy chain configuratie (zie figuur xxx)
De GalaXy RIO heeft een voedingsspanning van
12VDC (tolerantie 10,5 - 16,0 VDC) en 50 mA
nodig. Dit kan geleverd worden uit de PSU van de
alarmcentrale, of uit een externe PSU als de
kabellengte een te grote spanningsval tot gevolg
heeft.
NOOT: De GalaXy Smart PSU kan in de plaats
van een GalaXy RIO worden toegepast.
Sluit de GalaXy RIO als volgt aan:
+ 12VDC van PSU, andere module of
externe PSU
- 0VDC van PSU, andere module of externe
PSU
A Van aansluitklem A van vorige module in
de communicatielijn of van de
alarmcentrale als de RIO de eerste in de
lijn is.
B Van aansluitklem B van vorige module in
de communicatielijn of van de
alarmcentrale als de RIO de eerste in de
lijn is.
NOOT: Als de GalaXy RIO de laatste module in
de communicatielijn is moet er een
680Ω weerstand tussen aansluitklem A
en B geplaatst.
5.1.3 RIO toevoegen (configureren)
Een toegevoegde RIO wordt pas in het systeem
opgenomen als de installateursmode verlaten
wordt. Op het LCD van het bediendeel verschijnt
de tekst
Dit geeft aan dat het systeem heeft herkend dat er
4 modules zijn toegevoegd.
M.b.v. de [A]- - en [B] toets kan bekeken worden,
welke modules zijn toegevoegd. Door daarna
tweemaal op de [esc]-toets te drukken, zullen de
modules worden geconfigureerd.
Als de boodschap niet op het scherm verschijnt, of
als de RIO niet voorkomt in de lijst van
1 2 3
4 B A - - + + S
Uitgangen RS485 12VDC
LK2 LK4
3k3 Pull-up
weerstanden
LED1
SW1
LK1
LK3
SW2
1
2 3 4 5 6 7 8
Zones
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg14.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
RIO
- - Pagina 20
23 6 99 4- - 8:21 rev.
toegevoegde modules, dan communiceert de RIO
niet met de alarmcentrale.
De rode LED (LED1) op de RIO geeft de status
aan van de communicatie met de alarmcentrale.
De knipperverhouding van de LED met de
betekenis is weergegeven in Tabel 0 2- .
Knipperverhouding
Betekenis
0,1 AAN / 0,9 UIT Normale communicatie
UIT Geen voedingsspanning
1,5 AAN / 1,5 UIT RIO is niet geconfigureerd in het
systeem
0,2 AAN / 0,2 UIT RIO is communicatie kwijt geraakt
0,9 AAN / 0,1 UIT Zeer slecht communicatie
Tabel 0 2- : RIO LED knipperverhouding (sec.)
5.1.4 De RIO Zones
De GalaXy RIO heeft acht programeerbare zones.
De default zonefunctie instelling van alle zone-
ingangen is INBRAAK. De RIO bewaakt de
zonelus met behulp van een End Of Line (EOL)
weerstanden netwerk. Dit netwerk bestaat uit twee
1kΩ weerstanden. Eén weerstand is in serie
geplaatst met het alarmcontact, de andere
weerstand staat parallel over het alarmcontact.
(zie voor aanvullende informatie pagina 40).
De overgang van 1kΩ naar 2kΩ veroorzaakt een
alarmconditie. De overige condities zijn
weergegeven in tabel pagina41.
5.1.5 RIO Uitgangen
De GalaXy RIO heeft vier transistoruitgangen.
Iedere uitgang is op de print via een 3k3Ω pull-up
weerstand met de 12VDC verbonden. Als één van
de uitgangen aangestuurd wordt, wordt de
aangesloten belasting aan de 0VDC van de RIO
gelegd. Iedere uitgang kan maximaal 400mA
leveren.
Tabel xxx geeft de default uitgangsfunctie en de
pull-up weerstand aan van de uitgangen van de
GalaXy RIO.
Uitgang nummer Default functie Pull-up weerstand
1 Flitser A R1
2 Sirene R3
3 Paniek R5
4 Sabotage R7
Tabel 0 3- : RIO default uitgangfuncties
5.1.6 RIO Linkjes
Op de GalaXy RIO zijn een aantal linkjes
aanwezig. De funtionaliteit van de RIO wordt
gewijzigd als de RIO spanningsloos is en één of
meer linkjes versteld worden.
LK1 Door LK1 kort te sluiten, wordt de RIO
sabotage schakelaar (SW2) overbrugd.
LK2/4 Als LK2 onderbroken is, gedraagt de RIO
zich als een Entry/Exit RIO. Met LK4 kan
de uitlooptijd worden ingesteld ingesteld
(30 seconden bij kortsluiting, 90 seconden
bij onderbreking). Indien LK2 kortgesloten
is en LK4 onderbroken, gedraagt de RIO
zich als Slave RIO.
5.1.7 De Entry/Exit RIO
Een RIO gedraagd zich als Entry/Exit RIO als LK2
op de RIO onderbroken is. Hiermee kan een sub-
systeem aan het GalaXy systeem worden
toegevoegd. De Entry/Exit RIO kan ingeschakeld
worden terwijl het hoofdsysteem uitgeschakeld
blijft, om zodoende een bepaald gebied buiten het
hoofdsysteem om te beveiligen.
De Entry/Exit RIO kan ook uitgeschakeld blijven
terwijl het hoofdsysteem ingeschakeld wordt. Zo
blijft een bepaald gebied buiten de beveiliging van
het hoofdsysteem toegankelijk.De configuratie van
de Entry/Exit RIO is weergegeven in Tabel 0 4- .
Zone
Default
functie
Geprog.
Functie
Uitgang Default
functie (vast)
1 INBRAAK Vrij te
programmeren
1 ZONES
KLAAR
2 INBRAAK Vrij te
programmeren
2 E/E SIGNAAL
3 INBRAAK Vrij te
programmeren
3 INGESCHAK.
4 INBRAAK Vrij te
programmeren
4 ALARM
5 INBRAAK Vrij te
programmeren
6 VOLGZONE Niet te
programmeren
7 LAATSTE GEHEUGEN
8 SLEUTEL GEHEUGEN
Tabel 0 4- : RIO Entry/Exit configuratie
5.1.7.1 Entry/Exit zoneprogrammering
De zones 1 tot en met 5 werken als normale
zones.
Als één van de alarmzones geprogrammeerd is
met de functie SECURITY, dan wordt bij een
activatie een alarmconditie door de centrale
gegenereerd. Deze alarmconditie is onafhankelijk
van de status (ingeschakeld of uitgeschakeld) van
de alarmmeldcentrale.
Als één van de zones 1 tot en met 5 wordt
geactiveerd, indien de Enrtry/Exit RIO is
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg15.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
RIO
- - Pagina 21
23 6 99 4- - 8:21 rev.
ingeschakeld, zal een alarm op de Enrtry/Exit RIO
gegenereerd.
Zone 6 en 7 gedragen zich respectievelijk als
VOLGZONE en LAATSTE. Het gedrag van deze
zones staan vast. De programmering in de
alarmmeldcentrale heeft geen invloed op de
hierboven omschreven werking.
Zone 7 moet als met de GEHEUGEN functie
geprogrammeerd worden, indien de Enrtry/Exit
RIO is ingeschakeld, zodat de activatie van de
zone in de systeemlog geregistreerd wordt.
De functie van zone 8 staat vast op SLEUTEL.
Ook deze zone moet in de centrale
geprogrammeerd worden met de functie
GEHEUGEN teneinde de activatie in de
systeemlog te registreren.
5.1.7.2 Werking van de Entry/Exit zone
Als het weerstandnetwerk van zone 8 van 2kΩ
naar 1kΩ gaat dan schakelt de Entry/Exit RIO in
(omgekeerd aan werking van de zonefunctie
SLEUTEL van de GalaXy). De uitlooptijd wordt
gestart. De uitlooptijd is 30 of 90 seconden,
afhankelijk van linkje LK4 op de RIO. Zie voor
aanvullende informatie 0 5.1.6 RIO Linkjes.
Het openen en sluiten van zone 7 of het laten
verlopen van de uitlooptijd doet de Entry/Exit RIO
inschakelen. Als de Entry/Exit RIO is ingeschakeld
resulteert iedere activatie van één van de zones 1
tot en met 6 in een activatie van de alarmuitgang
4.
De Entry/Exit RIO schakelt uit als zone 8 van 1kΩ
naar 2kΩ gaat. De inlooptijd wordt gestart door het
openen van zone 7. Gedurende deze tijd kan zone
6 geactiveerd worden zonder dat er een alarm
gegenereerd wordt. Het activeren van één van de
zones 1 tot en met 5 tijdens de inlooptijd heeft een
alarm tot gevolg.
Als de Entry/Exit RIO is uitgeschakeld terwijl de
alarmcentrale is ingeschakeld veroorzaakt een
activatie van een INBRAAK zone, noch een alarm
op de Entry/Exit RIO noch op de alarmcentrale.
De zones zijn overbrugd.
5.1.8 RIO Slave
Als LK2 is kortgesloten en LK4 onderbroken, dan
gedraagt de RIO zich als een Slave RIO (zie voor
aanvullende informatie 0 5.1.6 RIO Linkjes).
Hiermee kan een subsysteem aan het GalaXy
systeem worden toegevoegd. De programmering
en de werking van de Slave RIO is gelijk aan die
van de Entry/Exit RIO met uitzondering van zone 6
en 7. Deze twee zones hebben bij een Slave RIO
de defaultfunctie INBRAAK. De Slave RIO heeft
geen zones met de functie VOLG of LAATSTE.
De Slave RIO kent ook geen in- en uitlooptijd. Als
zone 8 van 1kΩ naar 2kΩ gaat, schakelt de Slave
RIO direct uit. Een eventueel alarm is gelijk
gereset.
Zone
Default
functie
Geprog.
Functie
Uitgang
Default functie
(vast)
1 INBRAAK Vrij te
programmeren 1 ZONES KLAAR
2 INBRAAK Vrij te
programmeren 2 NIET
INGESCHAKELD
3 INBRAAK Vrij te
programmeren 3 INGESCHAKELD
4 INBRAAK Vrij te
programmeren 4 ALARM
5 INBRAAK Vrij te
programmeren
6 INBRAAK Vrij te
programmeren
7 INBRAAK Vrij te
programmeren
8 SLEUTEL GEHEUGEN
Tabel 0 5- : RIO Slave configuratie tabel
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg16.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Smart PSU
- - Pagina 22
23 6 99 4- - 8:21 rev.
5.2 De Smart PSU
De GalaXy Smart PSU kan aangesloten worden
op de GalaXy alarmmeldcentrales. De Smart PSU
is een GalaXy 3A PSU met een geïntegreerde
GalaXy RIO. Deze combinatie is prima toe te
passen op plaatsen in het beveiligingssysteem
waar een RIO op grote kabelafstand van de
alarmmeldcentrale geplaatst moet worden. De
informatie over het aansluiten, de adressering, de
zones en uitgangen van de Smart PSU is gelijk
aan de omschrijving als bij de RIO. (zie 0 5.1.1
Adresseren tot en met 0 5.1.5 RIO
Uitgangen).
De geïntegreerde RIO heeft acht
programmeerbare zone-ingangen en vier
programmeerbare uitgangen. De werking is gelijk
aan die van de standaard GalaXy RIO. De Smart
PSU heeft twee appart gezekerde geregelde
12VDC uitgangen, elk geschikt voor een
maximale stroom van 1A. Deze kunnen gebruikt
worden voor de voeding van aanvullende
modules. De Smart PSU heeft een eigen
acculaadcircuit. (Gezekerde geregelde 12VDC)
De default functies en pull-up weerstanden van de
uitgangen zijn weergegeven in Tabel 0 6-
Uitgang nummer Default functie Pull-up weerstand
1 Flitser A R43
2 ne Sire R37
3 Paniek R33
4 Sabotage R23
Tabel 0 6- : Smart PSU default uitgangfuncties
N
L
1 2 3 4 5 6 7 8
Accu
Zones
A
B
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg17.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Printerinterface
- - Pagina 23
23 6 99 4- - 8:21 rev.
5.3 De Printerinterface
Met de Printerinterface is het mogelijk om een
seriële printer aan te sluiten op de GalaXy
centrale. Met de printer kan een de inhoud van de
systeemlog worden afgedrukt, maar ook een
overzicht van de programmering van de
alarmmeldcentrale. De Printerinterface is
uitgevoerd met een 25 pins sub-D connector.
De toegepaste printer moet een seriële interface
hebben en moet als volgt zijn ingesteld:
Protocol Instelling
Startbit 1
Stopbit 1
Databits 8
Pariteit geen
Baudrate 1200 bps
Tabel 0 7- : Printer protocol instelling
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg18.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Modem/kiezer
- - Pagina 24
23 6 99 4- - 8:21 rev.
5.4 De Modem/kiezer
De modem/kiezer maakt een tweeweg
communicatie via de telefoonlijn mogelijk. Dit kan
worden gebruikt voor:
• een digitale kiezer, om meldingen middels
ScanCom 1600Hz Fast Format protocol naar
een PAC te sturen.
• het verzenden van gedetaileerde berichten
naar ontvangers met SIA protocol compatibel
software.
• het verzenden van gedetaileerde berichten
middels MicroTech protocol naar een remote
PC met GalaXy Alarm Monitor software.
• remoteservice vanaf een remote PC met
behulp van GalaXy Gold software
De modem/kiezer moet altijd op communicatielijn
1 geplaatst worden.
5.4.1 Modem/kiezer Adresseren
De modem/kiezer hoeft niet geadresseerd te
worden. De module is ingesteld op bediendeel
adres E (GalaXy 8/18/60 adres 14 en GalaXy
500/512 adres 18). Omdat de modem/kiezer altijd
op communicatielijn 1 wordt aangesloten kan op
communicatielijn 1 geen bediendeel E samen met
een modem/kiezer worden geplaatst.
5.4.2 Modem/Kiezer aansluiten
Bij de modem/kiezer wordt een aansluitkabeltje
geleverd. Aan één zijde van het kabeltje is een
connector geplaatst. Deze connector wordt op de
modem/kiezer geplaatst. De andere zijde wordt
aangesloten volgens Tabel 0 8- .
Kleur Aansluiting
Geel A-klem van de communicatielijn
Blauw B-klem van de communicatielijn
Rood 12VDC van de PSU
Zwart 0VDC van de PSU
Tabel 0 8- : Aansluiting van het modem/kiezer kabeltje
De schroefklemmenstrook kan gebruikt worden
voor het aansluiten van de volgende module in de
communicatielijn.
A Van aansluitklem A naar volgende module
in de communicatielijn
B Van aansluitklem B naar volgende module
in de communicatielijn
Het stroomverbruik van de modem/kiezer
bedraagt 100mA.
De externe telefoonlijn wordt aangesloten op de A-
en B-klem van de klemmenstrook langs de korte
zijde van de print.
De C- - en D klem is beschikbaar om een
telefoontoestel, fax, o.i.d. aan te sluiten achter de
modem/kiezer.
Als de modem/kiezer een melding moet versturen,
verbreekt de zogenaamde “line snatch” eerst een
eventuele verbinding met het toestel dat achter de
modem/kiezer is geplaatst.
NOOT: Sluit nooit randapparaten vóór of
parallel over de modem/kiezer, dit kan
het uitbellen van de modem/kiezer
belemmeren.
5.4.3 Modem/Kiezer Configureren
De modem/kiezer wordt (indien deze later wordt
geplaatst) pas in het systeem opgenomen als de
installateursmode verlaten wordt. Op het LCD van
het bediendeel verschijnt de tekst:
Dit geeft aan dat het systeem heeft herkend dat er
2 modules zijn toegevoegd.
M.b.v. de [A]- - en [B] toets kan bekeken worden,
welke modules zijn toegevoegd. Door daarna
tweemaal op de [esc]-toets te drukken, zullen de
modules worden geconfigureerd. Als de
boodschap niet op het scherm verschijnt, dan
communiceert de modem/kiezer niet met de
alarmmeldcentrale.
De rode LED op de modem/kiezer geeft de status
aan van de communicatie met de alarmcentrale.
De knipperverhouding van de LED met de
betekenis is weergegeven in Tabel 0 9- .
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg19.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Modem/kiezer
- - Pagina 25
23 6 99 4- - 8:21 rev.
Knipperverhouding
Betekenis
0,1 AAN / 0,9 UIT Normale communicatie
UIT Geen voedingsspanning
1,5 AAN / 1,5 UIT modem/kiezer is niet geconfigureerd in
het systeem
0,2 AAN / 0,2 UIT modem/kiezer is communicatie kwijt
geraakt
0,9 AAN / 0,1 UIT Zeer slecht communicatie
Tabel 0 9- : Modem/kiezer LED knipperverhouding (sec.)
NOOT: Als de modem/kiezer in het systeem is
geconfigureerd en de communicatie
met de GalaXy centrale valt weg, meldt
de kiezer een storingsmelding de PAC.
Als het format DTMF is
geprogrammeerd meldt de
modem/kiezer een activatie van kanaal
3 door, en bij SIA meldt de
modem/kiezer een TA 00 door.
5.4.4 Instelpotmeter
Op de modem/kiezer is een instelpotmeter
aangebracht. Deze potmeter is afgelakt. De
afregeling die met de potmeter wordt ingesteld is
reeds fabrieksmatig uitgevoerd en behoeft
speciale meeapparatuur.
Het verdraaien van de potmeter kan een
onbetrouwbare werking van de modem/kiezer tot
gevolg hebben. Bij het verbreken van het lakzegel
vervalt de garantie van de modem/kiezer en
onttrekt de leverancier zich van iedere
aansprakelijkheid.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg1a.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
RS-232 interface
- - Pagina 26
23 6 99 4- - 8:21 rev.
5.5 RS-232 interface
Met de RS- -232 interface wordt een bi directionele
verbinding tussen de GalaXy alarmmeldcentrale
en een printer of PC mogelijk gemaakt. De
interface heeft drie hoofdfuncties:
1. Kopiëren en overschrijven van de
programmering in de alarmmeldcentrale.
2. Interface naar een PC.
3. Interface naar een printer.
5.5.1 Kopiëren en overschrijven
De programmering in de alarmmeldcentrale kan
gekopieerd worden naar de RS-232 interface. De
gegevens kunnen daarin opgeslagen worden,
maar ook weer terug geschreven naar dezelfde
alarmmeldcentrale, een ander alarmmeldcentrale
of naar GalaXy Gold.
De programmering kan ook vanuit GalaXy Gold
naar de RS-232 interface gekopieerd worden.
De programmering kan circa 28 dagen in de RS-
232 interface bewaard worden, of theoretisch
oneindig als de interface wordt aangsloten op een
PSU.
5.5.2 Interface naar een PC
De GalaXy alarmmeldcentrale kan via de RS-232
interface direct op een PC worden aangesloten. In
deze opstelling kan remote service verzorgd
worden met GalaXy Gold en alarm monitoring met
GalaXy Alarm Monitoring.
Daarnaast is het mogelijk om een terminal
programma (bv. Windows® Terminal) te gebruiken
als printer. Voor de werking van het terminal
programma wordt verwezen naar de handleiding
van het terminalprogramma.
5.5.3 Interface naar een printer
De RS-232 interface kan worden gebruikt als
interface tussen de galaxy alarmcentrale en een
seriele printer. Houd de instelling uit tabel aan bij
het gebruik van de RS-232 interface als printer
interface.
DIP Switch
Functie Instelling
1 Printer/PC interface ON -Printer
2 Stopbits OFF - 1
3 Databits OFF - 8
4 Even/oneven pariteit n.v.t.
5 Pariteitscontrole
AAN/UIT OFF - geen
pariteitscontrole
6 BAUD rate afstemmen met printer
7 BAUD rate afstemmen met printer
8 BAUD rate afstemmen met printer
Tabel 0 10- : RS-232 interface protocol (Printer)
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg1b.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
GalaXy Gold
- - Pagina 27
23 6 99 4- - 8:21 rev.
5.6 GalaXy Gold
GalaXy Gold is een uitgebreid software pakket
waarmee een PC met een GalaXy
alarmmeldcentrale kan communiceren. Het is
mogelijk om de GalaXy alarmmeldcentrale te
bedienen, het geheugen te uploaden en uit te
lezen en de programmering te uploaden, te
wijzigen en te downloaden.
NOOT: GalaXy Gold is alleen beschikbaar voor
geregistreerde gebruikers. De werking
en bediening van het pakket wordt niet
in deze handleiding behandeld.
Informeer bij uw vertegenwoordiger
hoe u geregistreerd gebruiker kunt
worden.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg1c.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
GalaXy Alarm Monitoring
- - Pagina 28
23 6 99 4- - 8:21 rev.
5.7 GalaXy Alarm Monitoring
GalaXy Alarm Monitoring is een uitgebreid
softwarepakket voor de ontvangst en opslag van
alarm- en systeemmeldingen uit een GalaXy
alarmmeldcentrale.
Naast een overzichtelijke weergave van de
ontvangen meldingen kunnen er gegevens aan de
melding worden toegevoegd door de operator bij
de afhandeling van de alarm. GalaXy Alarm
Monitoring verschaft de operator informatie over
de herkomst van de melding zoals aansluitadres
en waarschuwingstelefoonnummer. Bovendien
wordt de aard van de melding duidelijk
weergegeven.
NOOT: GalaXy Alarm Monitoring is alleen
beschikbaar voor geregistreerde
gebruikers. De werking en bediening
van het pakket wordt niet in deze
handleiding behandeld.
Informeer bij uw vertegenwoordiger
hoe u geregistreerd gebruiker kunt
worden.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg1d.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
MKIII LCD bediendeel
- - Pagina 29
23 6 99 4- - 8:21 rev.
5.8 Het MKIII LCD bediendeel
Het MKIII LCD bediendeel is voorzien van een LC-
display met 2x16 karakters en een toetsenpaneel
met 16 toetsen. Het bediendeel wordt net als de
overige modules op de communicatielijn
aangesloten. Ieder bediendeel op de
communicatielijn heeft een uniek adres, dat
ingesteld wordt met een 16-standen
draaischakelaar.
Het bediendeel is voorzien van een ingebouwde
zelf-diagnose.
5.8.1 MKIII Stroomverbruik
Het MKIII LCD bediendeel heeft een
voedingsspanning van 12 VDC nodig. Hiervoor
kan de PSU in de GalaXy alarmmeldcentrale of
een externe voeding als door de kabelafstand de
spanningsval over de kabel te groot wordt . In
Tabel 0 11- is het stroomverbruik van het MKIII
LCD bediendeel weergegeven.
MKIII Verbruik
Verlichting uit 60mA
Verlichting aan 90mA
Maximaal (Buzzer en LED) 120mA
Tabel 0 11- : Verbruik MKIII LCD bediendeel
5.8.2 Het MKIII bediendeel aansluiten
Het MKIII LCD bediendeel kan alleen worden
toegevoegd aan het GalaXy systeem als het
systeem in de installateursmode staat. Het MKIII
LCD bediendeel wordt parallel aangesloten op de
communicatielijn in Daisy chain configuratie (zie
figuur pagina 40).
Sluit het MKIII LCD bediendeel als volgt aan:
+ 12VDC van PSU, andere module of
externe PSU
- 0VDC van PSU, andere module of externe
PSU
A Van aansluitklem A van vorige module in
de communicatielijn of van de
alarmmeldcentrale als het MKIII LCD
bediendeel de eerste in de lijn is.
B Van aansluitklem B van vorige module in
de communicatielijn of van de
alarmmeldcentrale als het MKIII LCD
bediendeel de eerste in de lijn is.
NOOT: Als het MKIII LCD bediendeel de laatste
module in de communicatielijn is, moet
er een 680Ω weerstand tussen
aansluitklem A en B worden geplaatst.
5.8.3 MKIII bediendeel adresseren
Met een 16 standen draaischakelaar kan het
adres van het MKIII LCD bediendeel worden
ingesteld. De draaischakelaar stelt het adres in op
een hexadecimale waarde. Het adres hoeft niet
gelijk te zijn aan de fisieke plaats van het
bediendeel op de communicatielijn. De adresssen
van de bediendelen en van de RIO’s worden door
de GalaXy alarmmeldcentrale appart behandeld
en mogen derhalve gelijk zijn aan elkaar.
Onderling moeten de adressen wel uniek zijn.
In Tabel op pagina 29 zijn de geldige bediendeel
adressen per GalaXy alarmmeldcentrale
weergegeven.
GalaXy centrale Geldig adres
GalaXy 8, 18, 60 0- -9, A F
GalaXy 500, 512 communicatielijn 1
GalaXy 500, 512 communicatielijn 2, 3, 4
0-4, D, E, F
0-6, F
Tabel 0 12- : Geldige bediendeeladressen
NOOT: Voor het instellen of wijzigen van het
bediendeeladres moet de
voedingsspanning van het bediendeel
genomen worden.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg1e.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
MKIII LCD bediendeel
- - Pagina 30
23 6 99 4- - 8:21 rev.
NOOT: Indien een printerinterface of RS232
interface wordt aangesloten, kan er op
adres D (GalaXy 8/18/60 adres 13 en
GalaXy 500/512 adres 17) geen
bediendeel worden aangesloten. Als
een modem/kiezer module wordt
aangesloten, kan er op adres E (GalaXy
8/18/60 adres 14 en GalaXy 500/512
adres 18) geen bediendeel worden
aangesloten.
5.8.4 MKIII Sabotageschakelaar
Het GalaXy MKIII LCD bediendeel is voorzien van
een sabotageschakelaar die geschakeld wordt als
het bediendeel van de montageplaat wordt
verwijderd.
Het bediendeel is zodanig ontworpen dat de
sabotageschakelaar optioneel ook de achterplaat
kan beveiligen tegen losnemen. Hiertoe dient op
de motageplaat, de houder, waar het veertje van
de sabotageschakelaar tegen aan stoot,
uitgebroken te worden. Het veertje krijgt hierdoor
vrij kontakt met de muur.
NOOT: Houd, met name bij oneffen muren,
rekening met het bereik van het veertje.
Als de schakelaar niet ver genoeg
ingedrukt wordt, leidt dit tot een
sabotagealarm.
5.8.5 Bediendeel toevoegen
De volgende punten zijn van essentieel belang
voor het toevoegen van een bediendeel.
• Het bediendeel moet een uniek adres hebben.
Voor de GalaXy 500 en 512 geldt dat het adres
uniek moet zijn op de toegepaste
communicatielijn.
• Het ingestelde adres moet een geldige waarde
hebben (zie Tabel 0 12- : Geldige
bediendeeladressen)
• Het bediendeel moet correct zijn aangesloten.
Een toegevoegd bediendeel wordt pas in het
systeem opgenomen als de installateursmode
verlaten wordt. Op het LCD van het bediendeel
verschijnt de tekst
Dit geeft aan dat het systeem heeft herkend dat er
2 modules zijn toegevoegd.
M.b.v. de [A]- - en [B] toets kan bekeken worden,
welke modules zijn toegevoegd. Door daarna
tweemaal op de [esc]-toets te drukken, zullen de
modules worden geconfigureerd. Als de
boodschap niet op het scherm verschijnt, of als
het bediendeel niet voorkomt in de lijst van
toegevoegde modules, dan communiceert het
bediendeel niet met de alarmmeldcentrale.
5.8.6 MKIII Zelf-diagnose
Het MKIII LCD bediendeel heeft een ingebouwde
zelf-diagnose waarmee de werking van het
bediendeel kan worden gecontroleerd.
De zelf-diagnose wordt gestart door de
voedingsspanning van het bediendeel te nemen
en deze weer aan te leggen terwijl de [ent]-toets is
ingedrukt.
Iedere test duurt circa 4 seconden. De zelf-
diagnose wordt afgebroken door de
voedingsspanning af het bediendeel los te nemen.
De zelf-diagnose omvat de volgende tests:
• bediendeeladres; het adres wordt op het LC-
display getoond.
• buzzertest; de buzzer wordt geactiveerd en op
het display verschijnt een luidsprekersymbool.
• LED test; de LED licht op en een AC symbool
en een LED- -symbool worden op het LC display
getoond.
• LCD en toetstest; Op het LCD verschijnen de
symbolen van alle toetsen, als de toetsen één
voor één worden ingedrukt wordt het
overeenkomende symbool op het LCD
geaccentueerd weergegeven. De buzzer piept
en stopt met piepen, indien de
sabotageschakelaar gesloten wordt.
5.8.7 De toetsen
5.8.7.1 De numerieke toetsen
De numerieke toetsen worden gebruikt om de
Persoonlijke Identificatie Nummers (PIN) in te
voeren. Met de PIN wordt toegang verschaft tot
het systeem. Aan de PIN wordt een niveau
toegekend. Het niveau bepaald de toepasbaarheid
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg1f.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
MKIII LCD bediendeel
- - Pagina 31
23 6 99 4- - 8:21 rev.
van de PIN in het systeem. Een PIN heeft een
lengte van vier tot zes decimale cijfers.
Als met een PIN toegang is verleend tot het
systeem kan met de numerieke toetsen de
verschilende opties van de GalaXy
alarmmeldcentrale geselecteerd en gemodificeerd
worden.
5.8.7.2 De functietoetsen
De functietoetsen worden gebruikt om door het
GalaXy menu te stappen.
Met de [A]-toets wordt vooruit gestapt, terwijl de
[B]-toets terug stapt.
Ook bij het bekijken van het geheugen worden de
functietoetsen gebruikt om voor- en achteruit te
stappen door de gebeurtenissen.
Tot slot kan aan de functietoetsen een functie
worden toegekend. Het intoetsen van de
functietoets zal, eventueel voorafgegaan door een
PIN, de toegewezen bewerking uitvoeren. De
defaultwaarde van de [A]-toets is menuoptie 12
Inschakelen, de defaultwaarde van de [B]-toets is
menuoptie 13 Deelbeveiligd inschakelen.
5.8.7.3 De [ent]-toets.
De [ent]-toets wordt gebruikt om
• toegang te krijgen tot een menuoptie
• een programmering te bevestigen
5.8.7.4 De [esc]-toets.
Met de [esc]-toets wordt terug gestapt naar een
hoger niveau in de menustructuur, zonder dat een
eventuele modificatie wordt doorgevoerd. Vanuit
het hoogste niveau in de menustruktuur komt de
gebruiker met de [esc]-toets op de bannertekst uit.
Vanuit de installateursmode moet het indrukken
van de [esc]-toets vooraf gegaan worden door de
installateurscode om op de bannertekst uit te
komen.
5.8.7.5 De [#]-toets
De [#]-toets (hash) wordt in de volgende gevallen
gebruikt:
• de toets wordt gebruikt als schakelaar om
bepaalde toepassingen van GalaXy opties in-
of uit te schakelen;
• het indrukken van de [#]-toets resulteert in
somminge menuopties in aanvullende
informatie op het LCD over het geselecteerde
item;
• Als de [#]-toets twee maal na een geldige PIN
wordt ingevoerd is een PANIEK STIL alarm het
gevolg.
5.8.7.6 De [*]-toets.
De [*]-toets wordt in de volgende gevallen
gebruikt:
• de [*]-toets wordt gebruikt om een PIN te
wissen in de menuoptie Codes, en om tekst te
wissen van alfanumerieke omschrijvingen (bv.
Zone-omschrijvingen en gebruikersnamen);
• het afdrukken op een aangesloten printer wordt
gestart vanuit menuoptie 22 Display Geheugen
door de [*]-toets in te drukken;
NOOT: Als menuoptie 51.28 Parameters.Print
Online is ingeschakeld dan drukt de
printer geen gegevens af met
menuoptie 24 Print Opties of vanuit
een menu 22 met de [*]-toets.
Menuoptie 51.28 Parameters.Print
Online moet eerst uitgeschakeld
worden.
• Als de optie Blok Status (zie menuoptie 58.6
Bediendeel.Blok Status blz. 148.) is
ingeschakeld,dan wordt door het gelijktijdig
indrukken van de [*]- -toets en de [#] toets bij de
bannertekst de blokstatus getoond.
(Niet op GalaXy 8)
U = Uitgeschakeld
I = Ingeschakeld
D = Deelbeveiligd ingeschakeld
L = Locked out
- = Blok niet toegekend aan bediendeel
NOOT: Blok Status werkt niet in de
installateursmode.
Door nogmaals de [*]- -toets en de [#] toets
gelijktijdig in te drukken toont de displaytekst
steeds de status van de individuele blokken
tonen.
Om tussen de verschillende blokken te kunnen
schakelen moet de [*]- -toets en de [A] toets of
de [*]- -toets en de [B] toets tesamen worden
ingedrukt.
Tot slot wordt de bannertekst weer getoond na
het indrukken van de [*]- -toets met de [#] toets.
GalaXy 512 De GalaXy 500 heeft 16 blokken en de GalaXy
512 heeft 32 blokken; deze worden op het LC-
display in groepen van acht blokken getoond. De
groepen worden A, B, C en D genoemd (bij de
GalaXy 500 worden alleen A en B gebruikt).
Gebruik de [*]- - -toets met de [A] toets of de [*] toets
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg20.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
MKIII LCD bediendeel
- - Pagina 32
23 6 99 4- - 8:21 rev.
met de [B]-toets om tussen de groepen A, B, C en
D te schakelen.
5.8.8 De voeding (Power) LED
De groene Power LED geeft de status aan van
van de netspanning en de noodstroom accu.
InTabel 0 13- is weergegeven welke indicaties af te
lezen zijn van de Power LED.
Power LED AC
status
Accu status Zekering
status
Aan AC OK Accu OK Zekering OK
Traag
knipperen
AC fout Accu OK Zekering OK
Snel
knipperen
AC fout Accuspanning
laag
Zekering
defect
Tabel 0 13- : Power LED status indicatie
NOOT: Om een betrouwbare noodstroom
voorziening te waarborgen is het
noodzakelijk dat de toegepaste accu is
afgestemd op het stroomverbruik van
het systeem dat er op is aangesloten.
5.8.9 De Banner
De Banner is de tekst die op het LC-display wordt
getoond als het systeem is uitgeschakeld. Er zijn
twee banners:
• In de dagstand toont de banner het GalaXy
type, de softwareversie, de tijd, de dag en de
datum. Het is mogelijk om de banner aan te
passen. Zie voor meer informatie over het
aanpassen van de banner blz. 99.
• In de installateursmode geeft het systeem aan
dat de alarmmeldcentrale in de
installateursmode staat, alsmede de tijd, dag
en datum.
•
5.8.10 Bediendeel Functies aanpassen
Een aantal functies van het bediendeel kunnen
worden aangepast, waaronder:
• de functie van de [A]- -toets en de [B] toets
• de verlichting
• de buzzer
De instellingen kunnen worden gemaakt in
menuoptie 58, zie blz. 147.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg21.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
MAX lezer
- - Pagina 33
23 6 99 4- - 8:21 rev.
5.9 De MAX lezer
De MAX lezer is een proximity kaartlezer die op de
communicatielijn van de GalaXy kan worden
aangesloten. Door de MAX in de
systeemconfiguratie op te nemen wordt het
mogelijk om toegangscontrole functies door de
GalaXy uit te laten voeren. Deze
toegangscontrolefuncties kunnen worden
gecombineerd met de inbraakbeveiligingsfuncties.
De MAX lezer is in een in- en opbouw uitvoering te
verkrijgen.
5.9.1 MAX Aansluiten
Sluit de MAX lezer als volgt aan:
N/O Normally Open contact ten behoeve van
electrische deurslot.
COM Common contact ten behoeve van
electrische deurslot.
N/C Normally Close contact ten behoeve van
electrische deurslot.
NOOT: Raadpleeg de installatievoorschriften
van het toegepaste deurslot voor de
juiste aansluiting van het slot.
Horn Open collector uitgang ten behoeve van
aansturing van een buzzer.
Egress Ingang voor het aansluiten van een
uitloopknop. De uitloopknop kan gebruikt
worden om het deurslot te ontgrendelen
zonder kaart. De uitloopknop moet een
N/O contact zijn en moet de ingang naar
de 0VDC schakelen.
Contact Ingang voor het aansluiten van een
deurcontact. Het deurcontact detecteert
de stand van de deur. Er vindt signalering
plaats als de deur wordt geopend zonder
dat het deurslot is aangestuurd (geen
geldige kaart of uitloopknop).
B Van aansluitklem B van vorige module in
de communicatielijn of van de
alarmmeldcentrale als de MAX lezer de
eerste in de lijn is.
A Van aansluitklem A van vorige module in
de communicatielijn of van de
alarmmeldcentrale als de MAX lezer de
eerste in de lijn is.
-VE 0VDC van PSU, andere module of externe
PSU.
+VE 12VDC van PSU, andere module of
externe PSU.
N/O
COM
N/C
Horn
Egress
Contact
B
A
-VE
+VE +12VDC
0VDC
Deurcontact N/C
Buzzer 12VDC
0V
0V
Uitloopknop N/O
RS485
Contact t.b.v. deurslot
}
5.9.2 MAX Configureren
De MAX lezer kan alleen in het systeem worden
opgenomen als de GalaXy alarmmeldcentrale in
de installateursmode staat.
Sluit de MAX lezer aan volgens voorgaande
paragraaf en zet de GalaXy alarmmeldcentrale in
de installateursmode. De MAX lezer moet worden
toegekend als on- -line of stand alone module. Dit
wordt ingesteld in menu 63.2.2. Optie
BLK/MAX.MAX.MAX Adres:
0 = On-line; De MAX is volledig geïntegreerd in
het GalaXy systeem. De communicatie verloopt
over de communicatielijn. De MAX lezer maakt
gebruik van de instellingen en mogelijkheden van
de GalaXy alarmmeldcentrale.
1 = Standalone; De MAX lezer werkt volledig
onafhankelijk. De GalaXy signaleert geen MAX
alarmen, sabotage en spanningsuitval.
5.9.2.1
M A X
LED 2 (rood)
deur gesloten
LED 1 (groen)
deur open
LED 6 (rood)
programmeer
mode
LED 3 (rood)
toevoegen
LED 4 (rood)
verwijderen
LED 5 (rood)
Nachtslot
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg22.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding MAX lezer
- - Pagina 34
23 6 99 4- - 8:21 rev.
MAX Configureren als standalone
1 Zorg dat de MAX lezer op de GalaXy
alarmmeldcentrale is aangesloten via de
communicatielijn en dat de MAX mode is
ingeschakeld (Menuoptie 63.2.1 Optie
BLK/MAX.MAX.MAX mode)
2 Selecteer 63.2.2. Optie
BLK/MAX.MAX.MAX Adres en druk op de
[ent]-toets ; de GalaXy alarmmeldcentrale
zoekt naar de MAX lezer met het hoogste
adres (de nieuwe MAX lezer). Op de
GalaXy 500 en 512 vraagt de GalaXy
alarmmeldcentrale op welke
communicatielijn er gezocht moet worden
(1 t/m 4). Kies de communicatielijn en
druk op de [ent]-toets.
Als de GalaXy alarmmeldcentrale de MAX
lezer heeft gevonden verschijnt op de LC-
display de volgende tekst:
Druk op de [ent]-toets. De MAX lezer
wordt op adres 32 ingesteld.
Als de programmering is afgerond, geeft
de MAX lezer een piepsignaal. LED 2 op
de MAX lezer licht op en op de LCD
verschijnt de tekst:
3 Haal de communicatielijn van de MAX
lezer los. Controleer of alle overige
modules (RIO’s, bediendelen, on-line
MAX lezers, etc) nog in de
communicatielijn zijn opgenomen. Als de
MAX lezer de laatste module in de
communicatielijn is, verwijder dan de
680Ω EOL weerstand. En plaats deze in
de laatste module op de communicatielijn.
4 De MAX lezer is nu geprogrammeerd als
standalone module in de slaapmode
(LED’s 2-5 lichten op) en kan worden
geprogrammeerd met MAX kaarten.
5.9.2.2 MAX Configureren als on-line
1 Ga, als de MAX lezer niet in de
standalone mode staat, door naar punt 2.
• Zet de MAX lezer in de slaapmode
door de Void Master kaart aan de lezer
aan te bieden, gevolgd door twee maal
de Program Master kaart (LED’s 2-5
lichten op).
• Neem de spanning van de MAX lezer.
2 Sluit de communicatielijn aan op de MAX
lezer (zorg ervoor dat de daisy-chain
verbinding gehandhaafd blijft - zie xxx).
Als de MAX lezer de laatste module wordt
in de lijn, verwijder dan de 680Ω EOL
weerstand uit de laatse module, en plaats
deze in in de MAX lezer over de
communicatielijn.
Sluit de 12VDC aan op de +VE en -VE
klemmen. Let op de polariteit.
3 Zorg ervoor dat de MAX mode is
ingeschakeld (63.2.1 Optie
BLK/MAX.MAX.MAX mode)
4 Selecteer optie 63.2.2 Optie
BLK/MAX.MAX.Max Adres en druk op de
[ent]-toets. De GalaXy 500 en 512 vragen
op welke communicatielijn (1-4) naar MAX
lezer gezocht moet worden. Selecteer de
communicatielijn en druk op de [ent]-toets.
De GalaXy alarmmeldcentrale zoekt naar
de MAX lezer met het hoogste adres
(nieuwe MAX lezer).
Alleen als er een nieuwe MAX lezer wordt
toegevoegd en deze door de GalaXy
alarmmeldcentrale gevonden wordt
verschijnt er op het LC-display de tekst:
NOOT: Als een bestaande stand-alone MAX
lezer opnieuw geprogrammeerd wordt,
kiest de GalaXy centrale automatisch
de on-line mode.
Aan de MAX lezer kan een nieuw adres
worden toegewezen. Het LC-display toont
het huidige adres van de MAX lezer en de
beschikbare adressen. Voer het adres in
en druk op de [ent]-toets; de GalaXy
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg23.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
MAX lezer
- - Pagina 35
23 6 99 4- - 8:21 rev.
alarmmeldcentrale wijzigt het adres van
de MAX lezer. Het LC-display toont het
oude en het nieuwe adres en de status
van het programmeren.
NOOT: De MAX lezers zijn fabrieksmatig
ingesteld op adres 7. Het is raadzaam
om steeds het laagst beschikbare
adres toe te kennen aan een nieuw
toegevoegde MAX lezer.
Als de programmering is uitgevoerd geeft
de MAX lezer een piepsignaal, de LED’s
op de MAX lezer doven en op het LC-
display verschijnt de tekst:
5 Programmeer de MAX parameters. De
MAX parameters kunnen alleen ingevoerd
worden, indien de MAX lezer reeds is
geconfigureerd. Hieronder is een
verklaring gegeven van de verschillende
MAX parameters. op blz.156 wordt
beschreven hoe de verschillende
parameters kunnen worden
geprogrammeerd.
1 = Omschrijving; Aan iedere MAX lezer
kan afzonderlijk een omschrijving worden
gegeven van maximaal 12 karakters.
2 = Relais Tijd; De Relais Tijd geeft de
periode aan dat het MAX relais wordt
aangestuurd, bedoeld om een deurslot vrij
te geven zodat de deur geopend kan
worden zonder een alarm te veroorzaken.
Het relais wordt gedeactiveerd als de
relaistijd verstreken is.
3=Max. Open Tijd; De Max. Open Tijd is
de periode dat de deur maximaal open
mag blijven nadat deze is vrijgegeven
doordat er een geldige kaart is
aangeboden aan de MAX lezer. Als de
deur langer open blijft, wordt een alarm
gegenereerd.
4=Blokken; Iedere MAX lezer kan worden
toegekend aan één of meer blokken. De
MAX reageert alleen op geldige kaarten
die in hetzelfde blok zijn ingedeeld als de
MAX lezer.
MAX blok restriktie; De werking van de
functie kan beperkt worden tot blokken die
de kaart en de MAX lezer
gemeenschappelijk hebben. Druk hiertoe
op de [*]-toets tijdens het toekennen van
de blokken voor de MAX lezer.
6 Verlaat de installateursmode door de
installateurscode in te toetsen vevolgd
door de [esc]- -toets. Het LC display toont:
LED 2 op de MAX licht op. Druk op de
[esc]- -toets, het LC display geeft het aantal
modules aan en toont vervolgens de
dagstand-bannertekst.
Als de bovengenoemde tekst niet op het
LC-display wordt getoont, dan
communiceert de MAX lezer niet met de
GalaXy alarmmeldcentrale en is deze niet
geconfigureerd in het systeem (LED 2 is
niet opgelicht).
NOOT: De MAX lezer werkt niet eerder dan dat
de Installateursmode is verlaten en de
MAX lezer is geconfigureerd in het
systeem.
NOOT: Alle MAX deuren moeten gesloten zijn,
anders kan de installateursmode niet
worden verlaten.
7 De on-line MAX lezer is nu in het systeem
geconfigureerd.
5.9.3 MAX lezers Verwijderen
5.9.3.1 MAX lezers Standalone
De standalone MAX lezers zijn niet via de
communicatielijn met de GalaXy
alarmmeldcentrale verbonden. De MAX lezer kan
derhalve eenvoudig verwijderd worden door de
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg24.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
MAX lezer
- - Pagina 36
23 6 99 4- - 8:21 rev.
voedingsspanning los te nemen. Hiertoe hoeft niet
eerst de installateursmode actief gemaakt te
worden.
5.9.3.2 MAX lezers On-line
1 Maak de installateursmode aktief.
2 Neem de communicatielijn en de
voedingsspanning los van de MAX lezer.
3 Verlaat de installateursmode. Het LC-
display toont de tekst:
4 Druk op de [A]- -toets of de [B] toets. Het
LC-display toont de tekst:
5 Druk op de [*]-toets om de MAX lezer te
verwijderen, en druk vervolgens op de
[ent]-toets om de verwijdering te
bevestigen.
Het LC-display toont het aantal modules
en daarna de dagstand-bannertekst.
5.9.4 MAX Programmeren on-line
De programering van de on-line MAX lezer wordt
uitgebreid beschreven in Menuoptie 63 Optie
BLK/MAX.
NOOT: Deze handleiding behandelt uitsluitend
de programmering van de on-line MAX
lezer (MAX lezer die via de
communicatielijn is verbonden met een
GalaXy alarmmeldcentrale. Voor de
programmering van de standalone
MAX lezer wordt verwezen naar de
installatievoorschriften van de MAX
lezer.
Het programmeren van de MAX
gebruikerskaarten en functiekaarten wordt
uitgebreid beschreven in menuoptie 42 Codes.
5.9.5 MAX Gebruiksinstrukties
Op de MAX lezer moet een geldige
gebruikerskaart worden aangeboden om het relais
voor het deurslot te bekrachtigen. Als de deur
geopend wordt als LED 2 is opgelicht, wordt er
een alarm gegenereerd. De buzzer piept en LED 1
licht op tot de deur weer gesloten wordt.
Door de uitloopknop in te drukken kan de deur
geopend worden zonder dat er een geldige
gebruikerskaart is aangeboden. Er wordt geen
alarm gegenereerd.
5.9.5.1 MAX Toegang verlenen
1 Deur gesloten: LED 2 is opgelicht. De
overige LED’s zijn gedoofd.
2 Biedt een geldige Gebruikerskaart aan
aan de MAX lezer. LED 2 dooft en LED 1
licht op gedurende de geprogrammeerde
RelaisTijd.
3 Open de deur binnen de periode dat LED
1 is opgelicht en betreedt de ruimte.
4 De deur moet gesloten zijn voordat de
geprogrammeerde Max. Open Tijd is
verstreken. Als de deur langer open blijft,
wordt er een alarm gegenereerd.
5.9.5.2 MAX Functiekaarten
Aan de MAX kaart kan een enkele GalaXy functie
worden toegekend. Zie voor aanvullende
informatie menuoptie 42.1.8 Wijzig Codes.Gebr
Codes. MAX functies. Om de functie, die aan een
Functiekaart is toegekend, te activeren, moet de
kaart voor drie seconden aan de MAX lezer
worden aangeboden. Alle LED’s lichten op. Als
een bediendeel is toegekend aan de functie van
de MAX kaart, dan toont het LC-display van dit
bediendeel de details van de toegekende functie.
Als er geen bediendeel is toegekend aan de
functie van de MAX kaart dan kan de functie op
een willekeurig LC-display worden getoont door
een toets van het bediendeel in te drukken.
5.9.5.3 MAX Inschakelen met een Functiekaart
Als aan de MAX kaart één van de
inschakelfuncties (menuoptie 12, 13, 14, 16, 17,
18 of 19) is toegekend, dan heeft de functie alleen
betrekking op de blokken waarin de Functiekaart
is ingedeeld.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg25.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
MAX lezer
- - Pagina 37
23 6 99 4- - 8:21 rev.
NOOT: Als de MAX blok restriktie is ingesteld
([*]-toets bij blokkentoekenning) dan
heeft de inschakelfunctie uitsluitend
betrekking op de blokken waain zowel
de MAX lezer als de MAX kaart is
ingedeeld.
Als alle blokken waarin de MAX lezer is ingedeeld
zijn ingeschakeld, dan zullen alle LED’s op de
MAX lezer gedoofd zijn.
Om het systeem weer uit te schakelen met een
MAX kaart dient een geldige Functiekaart uit
functiegroep 10 aan de MAX lezer te worden
aangeboden.
De MAX lezer piept en LED 2 licht op. Alle blokken
waarin de MAX kaart is ingedeeld zullen direct
uitschakelen.
5.9.5.4 MAX geheugen
De GalaXy alarmmeldcentrale heeft een
geheugen voor maximaal 100 MAX
gebeurtenissen. In het geheugen worden de
gebeurtenissen van alle MAX lezers in het
systeem bijgehouden. Als het geheugen vol raakt
worden de gegevens overschreven op FIFO basis
(First In First Out).
Met menuoptie 25 MAX Geheugen kunnen de
gebeurtenissen op het LC-display worden
getoond. Gebruik de [A]- -toets en [B] toets om het
gewenste MAX adres te selecteren en druk op de
[ent]-toets.
De eerste gebeurtenis van de geselecteerde MAX
lezer wordt op het LC-display getoond.
Gebruik de [A]- -toets en de [B] toets om
respectievelijk voor- en achteruit te bladeren door
het geheugen.
Door de [esc]-toets in te drukken kan een nieuw
MAX adres worden geselecteerd. Nogmaals de
[esc]- -toets brengt het LC display terug in het
hoofdmenu.
5.9.5.5 MAX gebeurtenissen Printen
Het is mogelijk om de gebeurtenissen op de MAX
lezer on- -line af te drukken. Hiertoe moet een on
line printer zijn aangesloten op het systeem.
Menuoptie 51.28 Parameters.Print Online moet op
1=Ingeschakeld worden ingesteld.
Vervolgens wordt in menuoptie 51.29
Parameters.Online Nivo het niveau ingesteld:
2 = drukt alle systeemgebeurtenissen af, inclusief
MAX gebeurtenissen.
3 = drukt alleen MAX gebeurtenissen af.
NOOT: De seriële printer moet steeds on-line
(ready) en verbonden blijven met de
GalaXy alarmmeldcentrale.
Tijd/datum
gebeurtenis
Type
gebeurtenis
MAX gebruiker
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg26.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Bekabelingsvoorschriften
- - Pagina 38
23 6 99 4- - 8:21 rev.
6. Installatie- en
bekabelingsvoorschriften
In dit hoofdstuk worden de voorschriften
uiteengezet die betrekking hebben op de
installatie van de GalaXy alarmmeldcentrale en de
modules alsmede het bekabelen van het systeem.
Naast de aanwijzingen die in deze handleiding zijn
beschreven dient de algemeen geldende
richtlijnen worden nageleefd, die betrekking
hebben op het veilig installeren van elektrische,
elektronische en beveiligingsapparatuur.
6.1 De netspanning
De GalaXy alarmmeldcentrale en de smart PSU
worden aangesloten op een WCD van een
gezekerde netspanningsgroep (230/240 VAC /
50Hz).
Leid het netsnoer door de uitsparing aan de
rechter zijde van de kast. Verbind het netsnoer
stevig met een tie-wrap vast aan de kast, ten
behoeve van trekontlasting.
Het netsnoer moet een drieaderige kabel (met een
groen/gele aard ader) zijn met een aderdiameter
van voldoende afmeting.
NOOT: Het toegepaste netsnoer moet voldoen
aan de eisen zoals gesteld in NEN3544.
Sluit het netsnoer als volgt aan:
Blauwe ader op aansluitklem met N (Neutral)
Groen/gele ader op aansluitklem (Earth)
Bruine ader op aansluitklem L (Live)
NOOT: Het netsnoer mag uitsluitend worden
aangesloten zoals hierboven is
aangegeven.
Alle kasten van de modules moeten, na montage
en aansluiting, afgesloten worden met de
bijbehorende deksel en geborgd worden met de
meegeleverde schroef of schroeven.
6.2 De noodstroom accu
In de kast van de GalaXy alarmmeldcentrale is
ruimte voor een noodstroom accu, kleine kast 6Ah
en grote kast 15Ah. Sluit de draden ten behoeve
van de noodstroom accu vanuit de PSU correct
aan op de noodstroomaccu. Rood op de plus (+)
pool, zwart op de min (-) pool.
Bepaal de capaciteit van de accu door de vereiste
stand-by tijd te vermenigvuldigen met het
stroomverbuik van de aangesloten belasting zoals
modules, detectoren signaalgevers, enzovoort.
Het stroomverbruik moet bepaald worden in het
ongunstigste geval (worst case), dus maximale
stroomverbruik.
6.3 Het geheugen
De GalaXy alarmmeldcentrale is uitgerust met een
geheugen IC met een eigen back-up batterij. Door
deze batterij kan de GalaXy alarmmeldcentrale de
configuratie, de programmering en de
gebeurtenissen in het geheugen vasthouden als
de net- en accuspanning beide wegvallen.
De back-up batterij link (MEM BK op de print)
moet gesloten zijn om het geheugen vast te
houden tijdens een volledige spanningsuitval. Dit
wordt in de handleiding beschreven als een
warme start.
NOOT: De duur van de periode, dat de back-up
batterij het geheugen vasthoud tijdens
een totale spanningsuitval, is
afhankelijk van de laadtijd van de back-
up batterij.
Om de GalaXy alarmmeldcentrale terug te stellen
naar de fabriekswaarden moet de MEM BK link
onderbroken worden en de totale spanning van de
GalaXy alarmmeldcentrale genomen worden. Dit
wordt in de handleiding beschreven als een koude
start.
6.4 De communicatielijn
De communicatie tussen de GalaXy
alarmmeldcentrale en de modules vindt plaats
over de AB lijn. Het toegepaste
communicatieprotocol is RS-485. De GalaXy
alarmmeldcentrale bewaakt de aangesloten
modules, een onderbreking in de communicatie
met één van de modules resulteert in een module
sabotage alarm.
6.4.1 De RS-485 configuratie
De communicatielijn moet aangesloten worden in
een daisy- -chain configuratie. Dit houdt in dat de A
lijn vanuit de voorgaande module wordt
aangesloten op de A-klem van de huidige module
en daarna doorloopt naar de A-klem van de
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg27.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Bekabelingsvoorschriften
- - Pagina 39
23 6 99 4- - 8:21 rev.
volgende module. Voor de B- -lijn en B klem geldt
hetzelfde.
De RS-485 lijn moet aan beide zijde worden
afgesloten met een 680Ω EOL weerstand. Er is
vanuit gegaan dat de GalaXy alarmmeldcentrale
het begin van de RS-485 lijn vormt en heeft
derhalve een 680Ω EOL weerstand op de print.
Over de A- - en B klem van de laatste fysieke
module in de communicatielijn wordt ook een
680Ω EOL weerstand geplaatst.
Vormt de GalaXy alarmmeldcentrale niet het begin
van de communicatielijn en wordt deze dus elders
in de daisy-chain configuratie opgenomen, dan
moet de 680Ω EOL weerstand uit de GalaXy
alarmmeldcentrale worden verwijderd. De 680Ω
EOL weerstand wordt geplaatst in de modules die
de communicatielijn afsluiten.
Lijn 1 Lijn 2 Lijn 3 Lijn 4
GalaXy 8 R7 - - -
GalaXy 18/60 R8 - - -
GalaXy 500/512 R8 R9 R10 R11
Tabel 0 1- : 680Ω EOL weerstand op GalaXy
alarmmeldcentrale print
Teneinde een optimale communicatie te
waarborgen dienen de volgende aanbevelingen
strikt te worden opgevolgd:
1 Iedere communicatielijn kan maximaal 32
modules bevatten. Raadplaag de
onderstaande tabel voor de maximale
configuratie per communicatielijn.
GalaXy
8
GalaXy
18
GalaXy
60
GalaXy
500
GalaXy
512
Bediendelen 16 16 16 8 8
RIO/PSU 0 1 6 16 16*
MAX 1 2 4 4 8
RS-232/printer 1 1 1 1** 1**
Modem/kiezer 1 1 1 1** 1**
* = 15 op lijn 1; ** = alleen op lijn 1
Tabel 0 2- : Maximale configuratie per module per
communicatielijn
NOOT: Indien een printerinterface of RS232
interface wordt aangesloten, kan er op
adres D (GalaXy 8/18/60 adres 13 en
GalaXy 500/512 adres 17) geen
bediendeel worden aangesloten. Als
een modem/kiezer module wordt
aangesloten, kan er op adres E (GalaXy
8/18/60 adres 14 en GalaXy 500/512
adres 18) geen bediendeel worden
aangesloten.
2 De communicatielijn moet aangesloten
worden volgens Daisy-chain configuratie.
Om electrische verstoringen te voorkomen
mag geen ster-configuratie of leiding met
aftakkingen worden toegepast.
3 Voor de communicatielijn moet een
twisted-pair kabel worden toegepast.
4 Voor de communicatielijn moet een
afgeschermde kabel worden toegepast.
De afscherming wordt in de GalaXy
alarmmeldcentrale met de P-clip aan de
kast verbonden (verbinding op blank
metaal). (Zie ook 0 6.8 Aarding)
5 De communicatielijn moet aan beide
uiteinden afgesloten worden door een
680Ω EOL weerstand tussen de A- - en B
klem te plaatsen. Op de print van de
GalaXy alarmmeldcentrale is reeds 680Ω
EOL weerstand voor iedere
communicatielijn aangebracht (zie Tabel
0 1- ).
6 Iedere kabel mag slechts één
communicatielijn onder de paren hebben,
tenzij de aders per paar zijn afgeschermd.
7 De communicatielijn en de bedrading van
een toegepaste luidspreker mogen niet
deel uitmaken van dezelfde kabel.
8 Houd de communicatielijn, waar mogelijk,
minimaal 30 cm scheiden van overige
bekabeling.
9 Laat de communicatielijn, waar mogelijk,
niet langer dan 5 meter parallel lopen aan
een andere kabel.
10 Sluit de voeding van de GalaXy en lokale
voedingen nooit parallel. De 0V van alle
lokale voedingen moeten worden
aangesloten op de 0V van de voeding van
de GalaXy.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg28.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Bekabelingsvoorschriften
- - Pagina 40
23 6 99 4- - 8:21 rev.
GalaXy
Alarmmeldcentrale
680Ω EOL op de print 680Ω EOL
GalaXy
Alarmmeldcentrale
680Ω EOL
680Ω EOL
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg29.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Bekabelingsvoorschriften
- - Pagina 41
23 6 99 4- - 8:21 rev.
6.5 De zones
De default functie- -instelling van de zone ingangen
van de GalaXy alarmmeldcentrales zijn
weergegeven in Tabel 0 3- .
GalaXy
Panel
Zone
1001
Zone
1001
Zone
1011
Zone
1012
Overige
zones
GalaXy
8
- - Laatste Volgzone
Inbraak
GalaXy
18/60
Laatste
Volgzone
Inbraak
Inbraak Inbraak
GalaXy
500
- - - - Inbraak
GalaXy
512
Inbraak
Inbraak Inbraak
Inbraak Inbraak
Tabel 0 3- : Default functie instelling zone-ingangen
6.5.1 Het zone adres
Iedere zone-ingang heeft een vier digits tellend
adres. Dit adres is opgebouwd uit drie
componenten.
1 Het eerste digit staat voor de
communicatielijn waarop de RIO, waar de
zone-ingang deel van uitmaakt, is
aangesloten.
2 De volgende twee digits geven het RIO
adres aan, waar de zone-ingang deel van
uitmaakt.
GalaXy 8 01 (alleen on-board RIO)
GalaXy 18 00 en 01 (on-board RIO)
en 02
GalaXy 60 00 en 01 (on-board RIO)
en 02 t/m 07
GalaXy 500 01 t/m 15 (lijn 1) en 00 t/m
15 (lijn 2 t/m 4)
GalaXy 512 00 t/m 15 (lijn 1 t/m 4)
3 Het laatste digit geeft het eigenlijke
zonenummer op de RIO aan.
GalaXy 8 RIO 00 zone 1 t/m 8
GalaXy 18 RIO 00 zone 1 en 2, RIO
01 zone 1 t/m 8
GalaXy 60 RIO 00 zone 1 t/m 4, RIO
01 t/m 07 zone 1 t/m 8
GalaXy 500 RIO 01 t/m 15 (lijn 1) en
RIO 00 t/m 15 (lijn 2 t/m
4) zone 1 t/m 8
GalaXy 512 RIO 00 t/m 15 (lijn 1 t/m
4) zone 1 t/m 8
Bijvoorbeeld: 3057
6.5.2 Zone-ingangen aansluiten
Door het opnemen van een weerstanden netwerk
in iedere zonelus kunnen verschillende zone-
statussen onderscheiden worden over twee
kabeladers.
De gemeten weerstandswaarden van de zonelus
en de bijbehorende zone-statussen zijn
weergegeven in Tabel 0 4- .
Zone weerstand (Ω) Status
0 - 800 Sabotage - kortgesloten lus
800 - 900 Lage weerstand
900 - 1200 Zone gesloten
1200 - 1300 Hoge weerstand
1300 - 12000 Zone geopend
12000 - ∞ Sabotage - onderbroken lus
Tabel 0 4- : Zone statussen
NOOT: De responsetijd van een zone is de
periode dat een zone in een bepaalde
conditie moet staan voordat de GalaXy
alarmmeldcentrale de conditie
registreert. De responsetijd is ingesteld
op 300 ms. Zie menuoptie 51.27
Parameters.Responsetijd voor
aanvullende informatie.
De standaard aansluiting van een zone is
weergegeven in figuur blz. 40.
Tot maximaal tien detectoren kunnen in één
zonelus worden opgenomen. De aansluiting voor
meerdere detectoren op een zonelus is
weergegeven in figuur blz. 40.
6.5.3 Kabeltype
Het toegepaste kabeltype moet een aderdiameter
hebben van minimaal 0,2 mm. De kabel hoeft
geen getwiste aderparen te hebben. De
afscherming van de kabel moet op correcte wijze
worden geaard (zie 0 6.8 Aarding).
NOOT: De maximale afstand tussen de zone-
ingang en de detector mag niet meer
bedragen dan 500m (bij 0.2mm
aderdiameter).
Zone 7
RIO 05
Communicatielijn 3
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg2a.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Bekabelingsvoorschriften: Zones
- - Pagina 42
23 6 99 4- - 8:21 rev.
6.5.4 De sleutelschakelaar
In het GalaXy systeem kunnen sleutelschakelaars
worden opgenomen om het systeem of delen
ervan in en uit te schakelen. Zowel
maak/verbreek- als pulsschakelaars kunnen
worden toegepast. De sleutelschakelaar wordt als
zone in het systeem opgenomen. In menuoptie 52
Progr Zones wordt aangegeven welk type
sleutelschakelaar is toegepast.
6.5.4.1 Maak/verbreekschakelaar
De overgang van 1kΩ naar 2kΩ zal een
uitgeschakeld systeem doen inschakelen. De
overgang van 2kΩ naar 1kΩ zal een ingeschakeld
systeem doen uitschakelen.
Als het systeem is ingeschakeld heeft de
overgang van 1kΩ naar 2kΩ geen effect. Als het
systeem is uitgeschakeld heeft de overgang van
2kΩ naar 1kΩ geen effect.
Bij het programmeren van de zonefunctie moet de
[*]-toets worden ingedrukt om aan te geven dat de
sleutelschakelaar van het type maak/verbreek is.
Zie voor aanvullende informatie over het
programmeren van de zonefunctie 09 Sleutel.
6.5.4.2 Pulsschakelaar
De overgang van 1kΩ naar 2kΩ zal een
uitgeschakeld systeem doen inschakelen en een
uitgeschakeld systeem doen inschakelen. De
overgang van 2kΩ naar 1kΩ heeft geen effect.
Bij het programmeren van de zonefunctie moet de
[*]-toets niet worden ingedrukt.
Zie voor aanvullende informatie over het
programmeren van de zonefunctie 09 Sleutel.
6.5.5 Puls aan
Deze zonefunctie sluit de inschakelprocedure af.
Het systeem schakelt in als een zone met de
functie 08 Puls Aan, meestal een drukknop, wordt
geactiveerd. De in-/uitloopsignalering stopt direct
en het systeem schakelt na vier seconden in om
de detectoren in rust te laten komen.
Op een zone, die geprogrammeerd is met
zonefunctie 08 Puls Aan, heeft zowel de overgang
van 1kΩ naar 2kΩ als de overgang van 2kΩ naar
1kΩ effect.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg2b.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Bekabelingsvoorschriften: Uitgangen
- - Pagina 43
23 6 99 4- - 8:21 rev.
6.6 Uitgangen
De details van de uitgangen van de GalaXy
alarmmeldcentrales zijn weergegeven in
Tabel 0 5- :
Uitgang
adres
Default Type I (max)
U (max)
status
G8,
18, 60 G500
, 512
1001 - Ingesch. OC 400mA 12VDC +
1002 - Inbraak OC 400mA 12VDC +
1011 1001 Flitser A OC 400mA 12VDC +
1012 1002 Sirene Form
C 1A 30VDC In rust
1013 1003 Paniek OC 400mA 12VDC +
1014 1004 Sabotage
OC 400mA 12VDC +
Tabel 0 5- : GalaXy uitgangen Algemeen
6.6.1 Toepassen
Alle uitgangen van de GalaXy, met uitzondering
van de relaisuitgang (Form C), zijn transistor
uitgangen (OC). Als de uitgang in rust is, is deze
via een Pull-up weerstand van 3k3 met de 12VDC
verbonden. Als de uitgang geschakeld wordt,
wordt de uitgang via een transistor naar de 0VDC
geschakeld. De maximale stroom die mag lopen is
400mA. Bij grotere stromen moet een relais
worden toegepast die voldoende stroom kan
schakelen, terwijl de spoelstroom onder de
400mA blijft.
NOOT: De polariteit van de uitgang kan
worden omgedraaid met menuoptie
53.3 Prog Uitg.Uitg Polar. In dat geval
is de uitgang in rust 0VDC.
De relaisuitgang is van het enkel wissel type
(Form C). Hiermee kan potentiaalvrij een apparaat
worden aangestuurd. Het kan ook worden
toegepast als galvanische scheiding tussen
verschillende voedingen, voor de aansturing van
andere spanningen (bv. AC).
6.6.2 Kabeltype
Het toegepaste kabeltype moet afgestemd worden
op de stroom die de aangesloten belasting vraagt.
De kabel hoeft geen getwiste aderparen te
hebben. De afscherming van de kabel moet op
correcte wijze worden geaard (zie 0 6.8 Aarding)
NOOT: De kabel voor een toegepaste
luidspreker moet niet worden geaard.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg2c.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Bekabelingsvoorschriften: Voeding
- - Pagina 44
23 6 99 4- - 8:21 rev.
6.7 De voeding
Het GalaXy systeem moet gevoed worden met
12VDC. Zowel de GalaXy alarmmeldcentrale als
alle modules kunnen worden gevoed vanuit de
PSU. Als de totale stroom van alle aangesloten
modules groter is dan de maximale stroom die de
PSU kan leveren, dan moet er een extra PSU
worden toegepast.
Een extra PSU moet ook worden toegepast als de
kabelafstand tussen de PSU en de belasting te
groot wordt, waardoor de spanningsval over de
kabel te groot wordt.
Tot slot kan een extra PSU worden toegepast als
dit installatietechnisch noodzakelijk is.
6.7.1 Toepassen van meerdere voedingen
Als in het GalaXy systeem meerdere PSU’s
worden toegepast, dan moeten deze nooit parallel
worden geschakeld. Alle toegepaste PSU’s
moeten 12VDC zijn.
De 0VDC van de PSU’s moeten met elkaar
worden doorverbonden. Het achterwege laten van
deze doorverbinding kan communicatiefouten en
gebrekkig functioneren van het systeem tot gevolg
hebben.
6.7.2 Berekenen van de spanningsval over
een kabel
De spanningsval over een kabel wordt door drie
elementen bepaald:
• de karakteristieke weerstand van de kabel;
• de stroom die door de kabel loopt;
• de lengte van de kabel.
De karakteristieke weerstandswaarde van de
kabel wordt opgegeven door de fabrikant van de
kabel. De waarde is ondermeer afhankelijk van de
aderdiameter, het geleidend medium, soort kern
(soepel of vast).
De stroom die door de kabel loopt, moet bij de
berekening bepaald worden in het meest
ongunstige geval (worst case). Hiermee worden
onverwachte situatie tot een minimum beperkt. De
stroom die door de kabel loopt is de som van de
maximale stroomverbruiken van alle aangesloten
belastingen (modules, detectoren, signaalgevers,
etc.).
De lengte van de kabel is gelijk aan twee maal de
afstand van de PSU tot de meest veraf gelegen
belasting (de stroom vloeit immers terug naar de
voeding).
Bv.: De kabelafstand van de PSU tot de meest
veraf gelegen belasting is 300m. Het totale
stroomverbruik bedraagt 100mA. De
karakteristieke weerstandswaarde van de kabel
bedraagt 50E-3 Ω/m.
De formule voor het berekenen van de
spanningsval (UKABEL) over de kabel luidt:
RKABEL = RKARAKTERISTIEK x lKABEL
UKABEL = iTOTAAL x RKABEL = iTOTAAL x (RKARAKTERISTIEK x lKABEL) =
100mA x (50E-3 Ω/m x 600m) = 3V
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg2d.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Bekabelingsvoorschriften: Aarding
- - Pagina 45
23 6 99 4- - 8:21 rev.
6.8 Aarding
De toegepaste kabels in het GalaXy systeem
moeten afgeschermd zijn. Deze afscherming moet
op een goede manier worden aangesloten op de
aarde.
De onderstaande punten dienen te worden
uitgevoerd ten einde een goede aarding in het
systeem te realiseren.
1 Alle kabelafschermingen moeten op één
punt in het systeem aan aarde worden
gelegd.
2 In het systeem moeten geen aardlussen
aanwezig zijn, dat wil zeggen dat
stoorstromen slechts via één weg naar
aarde kunnen vloeien.
3 De litzes, waarmee de afscherming van
verschillende kabels aan elkaar of aan
aarde wordt verbonden:
• moeten zo kort mogelijk worden
gehouden.
• moeten kort worden afgeknipt.
• moeten zover mogelijk verwijderd
blijven van de electronica en via de
kast doorverbonden.
• moeten zoveel mogelijk worden
doorgesoldeerd.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg2e.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Gebruik van het systeem
- - Pagina 46
23 6 99 4- - 8:21 rev.
7. Het gebruik van het systeem
7.1 Menustructuur
De GalaXy alarmmeldcentrales zijn voorzien van
een menustruktuur. Met deze menustruktuur kan
de GalaXy alarmmeldcentrale bediend, uitgelezen
en geprogrammeerd worden.
De menustruktuur is zeer omvangrijk. Om het
bediengemak te handhaven bij deze omvang is
een tweede menustructuur beschikbaar. Deze is
beperkt van omvang en vrij te programmeren met
alle menuopties uit de hoofdstructuur Dit tweede
menu wordt het gebruikersmenu genoemd.
Het totale menu wordt standaard alleen bereikt
door de installateurscode en op de GalaXy 60,
500 en 512 door de managerscode.
Het gebruikersmenu wordt standaard alleen
bereikt door alle gebruikerscodes met een niveau
3 of hoger en op de GalaXy 8 en 18 door de
managercode.
In het volledige menu is hierarchie aangebracht in
de opties. Het niveau van de code bepaald tot
welke menuopties toegang wordt verschaft. Het
niveau van de code wordt toegekend in menuoptie
42.1.2 W Wijzig Codes.Gebr Codes. ijzig Nivo.
De menuopties in het gebruikersmenu behouden
dezelfde hiërarchische positie als in het volledige
menu. Dat wil zeggen dat aan de opties alleen
toegang wordt verschaft door codes met het juiste
niveau, ongeacht of de optie benaderd wordt
vanuit het volledige menu of het gebruikersmenu.
In het gebruikersmenu kunnen tot tien opties
worden geprogrammeerd. De menuopties worden
in het gebruikersmenu geprogrammeerd in
menuoptie 59 Gebr Menu.
Gebrukersmenu
0=Overbrug zone
1=Geforc.Insch
2=Bel Functie
3=Display Zones
4=Display Geh.
5=Print Opties
6=Looptest
7=Datum en Tijd
8=Wijzig codes
9=Zomertijd
Tabel 0 1- : Default gebruikersmenu
Volledige menu
Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 Niveau 6 Niveau 7 Niveau 7
10=
Inschakelmenu
20=
Display Menu
30=
Test Menu
40=
Wijzig Menu
50=
Syst. 1 Menu
60=
Syst. 2 Menu
11=
Overbrug zone
21=
Display Zones
31=
Looptest
41=
Tijd en Datum
51=
Parameters
61=
Diagnose Test
12=
Inschakelen
22=
Display Geh.
32=
Test uitgang
42=
Wijzig Codes
52=
Progr. Zones
62=
Volledige Test
13=
Deelbv. Insch
23=
Display syst.
43=
Zomertijd
53=
Progr. Uitg.
63=
Optie Blk/MAX
14=
Geforc. Insch
24=
Print Opties
44=
Inbraakspoor
54=
Progr. Linken
64=
Assemble Zone
15=
Bel Functie
25=
MAX geheugen
45=
Klok Aan/Uit
55=
Zonetest
65=
Klok
16=
Direkt insch
46=
Blok overbrgn
56=
Modem/kiezer
66=
Zonecontrole
17=
Deelb/Direkt
47=
RS Toegang
57=
Systeem Print
67=
Remote Reset
18=
”Home set”
48=
Inst. Toeg.
58=
Bediendeel
68=
Menu Niveau
19=
Alle Blkn Ins
59=
Gebr. Menu
Tabel 0 2- : Volledig menu
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg2f.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Gebruik van het systeem
- - Pagina 47
23 6 99 4- - 8:21 rev.
7.1.1 Menutoegang
Alleen codes met een niveau 3 of hoger hebben
toegang tot de GalaXy menuopties. Vanuit de
fabriek zijn er drie codes geprogrammeerd, zie
Tabel 0 3-
Naam Niveau Code
Manager 6 1234
Installateur 7 112233
Remote 8 543210
Tabel 0 3- : Default codes
De installateur kan de niveaus van de menuopties
aanpassen. Zie voor aanvullende informatie 68
Menu Niveau.
De managercode en submanagercodes (niveau 6)
kunnen het niveau toekennen. Zie voor
aanvullende informatie menuoptie 42 Wijzig
Codes.
Gebruikerscodes hebben geen toegang tot
menuopties met een hoger niveau dan het niveau
waarin de code is ingedeeld. Dit geldt ook voor het
gebruikersmenu.
NOOT: De menuopties 51 tot en met 67
(System 1 Menu en System 2 Menu)
kunnen worden toegekend aan de
gebruikersniveaus 3 tot en met 6. (Zie
menuoptie 68 Menu Niveau).
De menuopties kunnen op twee manieren worden
bereikt:
• Direkte toegang;
<code> + [ent]- -toets + <optienummer> + [ent]
toets
• Menu gestuurde toegang
<code> + [ent]- -toets + [A] toets (tot gewenste
menu) + [ent]- -toets + [A] toets (tot gewenste
optienummer) + [ent]-toets
7.1.1.1 Directe toegang
Vanuit een willekeurige plaats in het menu kan de
gewenste menuoptie worden ingevoerd. Pas na
het indrukken van de [ent]-toets wordt de optie
geactiveerd.
Ook in de onderliggende struktuur kan het
nummer van de submenuoptie worden ingetoetst.
De [ent]-toets bevestigt de keuze.
Bij een ongeldige invoer (bijv. te laag niveau)
verschijnt op het LC-display de volgende tekst:
7.1.1.2 Menu gestuurde toegang
Bij de menu gestuurde toegang wordt de
installateur door het menu geleid door gebruik te
maken van de [A]- -toets en de [B] toets. De
menukeuze wordt geactiveerd door de [ent]-toets
in te drukken.
7.1.1.3 Gebruikersmenu timeout
Het bediendeel is beveiligd tegen het onbeheerd
open laten staan van het menu. Twee minuten na
de laatste toetsaanslag zorgt de menu timeout
ervoor dat het systeem terugkeert op de banner.
NOOT: Deze functie werkt anders als de
looptest actief is. De menu timeout
schakelt tijdens de looptest na twintig
minuten terug naar de banner als er
geen zoneactivatie of toetsaanslag
heeft plaatsgevonden.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg30.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Installateursmode
- - Pagina 48
23 6 99 4- - 8:21 rev.
7.2 De installateursmode
Om het GalaXy systeem te programmeren moet
de GalaXy in de installateursmode staan. Naast
de menuopties voor de gebruiker zijn in de
installateursmode het Systeem 1 Menu en
Systeem 2 Menu beschikbaar. Dit zijn de
menuopties ten behoeve van de programmering
van de GalaXy.
7.2.1 Toegang tot de installateursmode
De toegang van de installateursmode kan op de
GalaXy 60, 500 en 512 op twee manieren worden
verleend (met of zonder toestemming van de
manager), terwijl de toegang op de GalaXy 8 en
18 op één manier mogelijk is (zonder
toestemming van de manager).
7.2.1.1 Toegang installateursmode zonder
toestemming manager
Om toegang te krijgen tot de installateursmode
zonder toestemming van de manager moet als
volgt gehandeld worden:
1 Voer de installateurscode in gevolgd door
de [ent]-toets.
Het sabotage alarm gaat af en op het LC-
display verschijnt de tekst:
2 Voer nogmaals de installateurscode in
gevolgd door de [ent]-toets. Het
sabotagealarm wordt hersteld en op het
LC-display verschijnt de tekst:
Als vanuit het menu de [esc]-toets wordt ingedrukt
blijft de GalaXy alarmmeldcentrale in de
installateursmode staan. Er is echter geen
toegang meer mogelijk tot het menu. Hiertoe moet
opnieuw de installateurscode worden ingevoerd.
Als de GalaXy alarmmeldcentrale in de
installateursmode staat registreert de GalaXy
geen sabotagealarmen meer. De GalaXy
alarmmeldcentrale registreert wel de overige
zones met een zonefunctie die 24 uur actief zijn
(bv. Paniek, 24-uur, Security en Brand).
Alle blokken in het systeem die zijn ingeschakeld,
zijn niet toegankelijk met de installateurscode. Een
ingeschakeld blok kan ook niet worden toegekend
aan zones, uitgangen of iedere andere functie
waaraan blokken kunnen worden toegekend.
NOOT: Toegang installateursmode zonder
toestemming van de manager is de
standaard instelling van de GalaXy 60
en 500.
7.2.1.2 Toegang installateursmode met
toestemming van de manager
De GalaXy 512 is staat standaard ingesteld op
toegang installateursmode met toestemming van
de manager. Als Toestemming Manager is
uitgeschakeld dan wordt de toegang tot de
installateursmode op dezelfde wijze verschaft als
omschreven bij 0 7.2.1.1 Toegang
installateursmode zonder toestemming van de
manager.
• Toestemming Manager
Toestemming Manager houdt in dat alleen
toegang tot de installateurmode wordt verschaft
als een manager volmacht heeft gegeven.
Deze volmacht wordt gegeven door een
parameter in menuoptie 48 Inst. Toeg. van
0=Uitgeschakeld naar 1=Ingeschakeld te zetten.
De installateur heeft vijf minuten de tijd om de
installateurscode in te voeren. De toegang tot de
installateursmode wordt verschaft zonder dat er
een sabotage alarm wordt gegenereerd.
Nadat de GalaXy alarmmeldcentrale in de
installateursmode is gezet is er geen tijdslimiet
aan het gebruik van de installateursmode
verbonden.
• Uitschakelen van Toestemming Manager
Indien de toegang tot de installateursmode zonder
volmacht van een manager moet kunnen
plaatsvinden, dan moet de functie Toestemming
Manager worden uitgeschakeld.
Om de functie Toestemming Manager uit te
schakelen is de remote code benodigd.
In menuoptie 42.1.1 Wijzig Codes.Gebr
Codes.Wijzig Codes staat op de tweede regel
voor de in te voeren installateurscode een “#”
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg31.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Installateursmode
- - Pagina 49
23 6 99 4- - 8:21 rev.
(Hash). Dit geeft aan dat de functie Toestemming
Manager ingeschakeld is.
Alleen als met de remote code het volledige menu
is geopend kan dit “#” teken verwijderd worden
door de [#]-toets in te drukken.
Het inschakelen van de functie kan door zowel de
remotecode als de installateurscode geschieden.
7.2.2 Het verlaten van de installateursmode
Om de installateursmode te verlaten, en terug te
keren naar de banner moet als volgt gehandeld
worden:
• druk op de [esc]- -toets tot op het LC display de
installateursbanner verschijnt:
• voer de installateurscode in en druk op de
[esc]-toets.
De GalaXy alarmmeldcentrale zal de volgende
controles uitvoeren:
• Sabotagemeldingen; de GalaXy
alarmmeldcentrale controleert of het systeem
vrij is van sabotagemeldingen op alle modules
en zones.
Als er in het een systeem een sabotagemelding
voorkomt wordt de “escape” procedure
afgebroken.
Door op de [A]- -toets en [B] toetste drukken,
verschijnt op het LC-display de zone(s) en/of
module(s) die die een sabotagemelding geven.
Druk op de [esc]-toets om terug te keren naar
de installateursbanner.
• Gemiste en toegevoegde modulesDe GalaXy
alarmmeldcentrale controleert of op de
communicatielijn modules zijn toegevoegd of
verwijderd.
Als een module is verwijderd dan verschijnt op
het LC-display de tekst:
Door op de [A]- -toets en [B] toetste drukken,
verschijnt op het LC-display de module(s) die
de GalaXy mist.
∗ Druk op de [*]-toets om de module uit de
configuratie te verwijderen en bevestig de
verwijdering met de [ent]-toets. De GalaXy
alarmmeldcentrale verwijdert de module
(duurt enkele seconden) en het LC-display
toont de bannertekst.
∗ Als de module niet uit de configuratie moet
worden gewist, druk dan op de [esc]-toets.
Het LC-display keert terug naar de
installateursbanner.
Als er een modules zijn toegevoegd verschijnt op
het LC-display de tekst:
Druk op de [A]- -toets of [B] toets om te zien welke
modules zijn toegevoegd.
Druk op de [esc]-toets om door te gaan met de
“escape” procedure.
Als de “escape” procedure moet worden
afgebroken moet de [esc]-toets worden ingedrukt
voordat de bannertekst wordt getoond. De GalaXy
alarmmeldcentrale keert terug in de
installateursmode, op de LC-display verscijnt de
installateursbanner.
NOOT: Op de GalaXy 512 kan de
installateursmode niet verlaten worden
als een zone met de functie Paniek
geopend is.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg32.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Installateursmode
- - Pagina 50
23 6 99 4- - 8:21 rev.
7.3 Multi-user toegang tot het menu
De GalaXy 60, 500 en 512 staan multi-user
toegang tot het menu toe. Dit houdt in dat er
gelijktijdig op verschillende bediendelen toegang
tot het menu wordt verleend. Er kunnen door deze
functie respectievelijk 4, 8 en 16 gebruikers
gelijktijdig de GalaXy bedienen.
De GalaXy 8 en 18 staan alleen single-user
bediening toe.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg33.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
In/Uitschakelopties
- - Pagina 51
23 6 99 4- - 8:21 rev.
7.4 Inschakelopties
Er zijn op het GalaXy systeem verschillende
inschakelopties.
• volledig inschakelen
• deelbeveiligd inschakelen
• inschakelen met een sleutelschakelaar
• inschakelen met een MAX lezer
Daarnaast zijn er verschillende functies
beschikbaar ten behoeve van, of met betrekking
tot het in- en uitschakelen.
• blokstatus
• overbruggen van zones
• Logisch inschakelvoorwaarde van blokken
• signalering als inschakeling niet is uitgevoerd
Met uitzondering van de GalaXy 8 kunnen de
GalaXy alarmmeldcentrales in blokken worden
ingedeeld. Voor een gedetaileerde beschrijving
van blokken wordt verwezen naar blz. 153.
De blokkenfunctie kan in of uit worden
geschakeld. Als de blokkenfunctie is ingeschakeld
toont het LC-display tijdens de procedures, waar
blokkenfunctie op van toepassing zijn, extra tekst.
Met deze extra tekst wordt gevraagd aan te geven
op welke blokken de geactiveerde functie van
toepassing is.
NOOT: In deze paragraaf is er steeds vanuit
gegaan dat de blokkenfunctie is
ingeschakeld. Als de blokkenfunctie
niet is ingeschakeld wordt alle tekst op
het LC-display getoond zoals
beschreven, met uitzondering van de
tekst die betrekking hebben op de
blokkenfunctie.
De GalaXy alarmmeldcentrale, die niet
in blokken is ingedeeld, gedraagt zich
als een GalaXy alarmmeldcentrale die
in één blok is ingedeeld.
NOOT: De GalaXy 512 kan niet inschakelen als
de installateursmode aktief is. Het LC
display toont de tekst:
NOOT: De GalaXy alarmeldcentrale kan niet
inschakelen als één van de te
beveiligen zones nog open staat. Het
LC-display toont de de nog
openstaande zone(s)
7.4.1 Volledig inschakelen
Volledig inschakelen houdt in dat alle zones, van
alle blokken waarin de gebruiker is ingedeeld in de
nachtstand worden geschakeld.
De [A]-toets van de bediendelen zijn standaard
geprogrammeerd op menuoptie 12 Inschakelen.
Voor aanvullende informatie over het
programmeren van de functietoets wordt
verwezen naar blz. 147
Als de [A]-toets is geprogrammeerd op menuoptie
12 Inschakelen, dan wordt de GalaXy als volgt
volledig ingeschakeld:
• Toets de managers- of gebruikerscode in,
gevolgd door de [A]-toets.
Op het LC-display wordt de volgende tekst
getoond:
De karakters onder de bloknummers geven de
status van het blok aan:
U = Uitgeschakeld
I = Ingeschakeld
- = Blok niet toegekend aan bediendeel/code
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg34.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
In/Uitschakelopties
- - Pagina 52
23 6 99 4- - 8:21 rev.
• Druk op de nummers van de blokken die
ingeschakeld moeten worden. De “U” onder
het bloksnummer wijzigt in een “I”.
Als de toets van het zonenummer nogmaals
wordt ingedrukt wijzigt de “I” onder het
betreffende zonenummer weer in een “U”.
NOOT: De GalaXy 500 heeft 16 blokken en de
GalaXy 512 heeft 32 blokken; deze
worden op het LC-display in groepen
van acht blokken getoond. De groepen
worden A, B, C en D genoemd (bij de
GalaXy 500 worden alleen A en B
gebruikt). Gebruik de [*]-toets met de
[A]- - -toets of de [*] toets met de [B] toets
om tussen de groepen A, B, C en D te
schakelen.
• Druk op de [ent]-toets als de blokkeuze is
gemaakt.
• Op het LC-display verschijnt de aftelling van de
uitlooptijd, de E/E signalering klinkt continu.
Aan het einde van de uitlooptijd, of als de
uitloopprocedure wordt beëindigd door een
activatie van een zone met de functie Laatste
of een functie Puls Aan, is de E/E signalering
vier seconden stil en geeft dan twee lange
tonen ter bevestiging dat het GalaXy systeem
is ingeschakeld.
Op het LC-display wordt de tekst
“INGESCHAKELD” weergegeven. Daarna
wordt het LC-display blanco als alle blokken
zijn ingeschakeld, of verschijnt de banner als
niet alle blokken zijn ingeschakeld.
7.4.2 Deelbeveiligd inschakelen
Deelbeveiligd inschakelen houdt in dat niet alle
zones, van alle blokken waarin de gebruiker is
ingedeeld in de nachtstand worden geschakeld.
Alleen de zones waarvan het deelbeveiligings-
attribuut op 1 Ingeschakeld staat zal in de
nachtstand worden gezet. Het deelbeveiligings-
attribuut staat standaard op 1 Ingeschakeld. Zie
voor een gedetailleerde beschrijving van het
deelbeveiligings-attribuut menuoptie 52.5 Progr
Zones.Deelbeveil.
De [B]-toets van de bediendelen zijn standaard
geprogrammeerd op menuoptie 13 Deelbv. Insch.
Voor aanvullende informatie over het
programmeren van de functietoets wordt
verwezen naar blz. 147.
Als de [B]-toets is geprogrammeerd op menuoptie
13 Deelbv. Insch., dan wordt de GalaXy als volgt
deelbeveiligd ingeschakeld:
• Toets de managers- of gebruikerscode in
gevolgd door de [ent]-toets.
• De inschakelprocedure verloopt verder gelijk
aan volledig inschakelen.
Zie menuoptie 51.11 Parameters.Lokaal Deelb
voor de werking van de uitgangen en de
kiezeraansturing als de GalaXy alarmmeldcentrale
deelbeveiligd is ingeschakeld.
7.4.3 Afbreken van de inschakelprocedure
De inschakelprocedure van de volledige
inschakeling en de deelbeveiligde inschakeling
kan worden afgebroken door de [esc]-toets in te
drukken voordat het GalaXy systeem inschakeld.
7.5 Uitschakelen
De uitschakelprocedure wordt gestart door een
activatie van een zone met de functie Laatste of
In/uitgang. Het systeem wordt uitgeschakeld door
de managers- of een gebruikerscode in te voeren
gevolgd door de [A]-toets.
Zie menuoptie 42 Wijzig Gebr Codes voor een
gedetaileerde beschrijving over de uitschakel-
rechten van gebruikerscodes.
• Als de gebruikerscode geen blokkenkeuze
toegewezen heeft gekregen schakelen de
blokken, waarin de gebruikerscode is
ingedeeld, direct uit.
• Als de gebruikerscode een blokkeuze
toegewezen heeft gekregen, zal alleen het blok
uitschakelen waarin de zone is ingedeeld, die
de uitschakelprocedure startte. De overige
blokken blijven ingeschakeld.
Het LC-display toont de status van de blokken.
Druk op de nummers van de blokken die
uitgeschakeld moeten worden. De “I” van de
betreffende blokken wijzigd in een “U”.
Door nogmaals op een bloknummer te drukken
verandert de “U” weer in een “I”.
Als de [ent]-toets wordt ingedrukt schakelen
alle blokken, waarvan de status een “U”
aangeeft, uit.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg35.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
In/Uitschakelopties
- - Pagina 53
23 6 99 4- - 8:21 rev.
7.6 In- en uitschakelen met de
installateurscode
De GalaXy 512 kan niet in- - en uit worden
geschakeld met de installateurscode.
De GalaXy 8, 18, 60 en 500 kunnen alleen uit
worden geschakeld met de installateurscode als
de GalaXy alarmmeldcentrale ook is ingeschakeld
met de installateurscode.
De GalaXy 512 kan niet worden ingeschakeld als
de GalaXy alarmmeldcentrale in de
installateursmode staat.
7.7 In- en uitschakelen met een
sleutelschakelaar
Een zone met de functie Sleutel kan het GalaXy
systeem volledig of deelbeveiligd inschakelen of
uitschakelen. Zie voor een gedetaileerde
beschrijving van de zonefunctie 9 Sleutel
menuoptie 52 Progr Zones.
7.7.1 Inschakelen met een sleutelschakelaar
De sleutelschakelaar start de inschakelprocedure
van alle blokken waarin de zone is ingedeeld. Aan
het einde van de uitlooptijd, of als de
uitloopprocedure wordt beëindigd door een
activatie van een zone met de functie Laatste of
een functie Puls Aan, is de E/E signalering vier
seconden stil en geeft dan twee lange tonen ter
bevestiging dat het GalaXy systeem is
ingeschakeld.
NOOT: Als het deelbeveiligingsattribuut is
ingeschakeld bij een zone met de
functie sleutel, dan schakelt de
sleutelschakelaar het GalaXy systeem
deelbeveiligd in.
Zie voor het programmeren van het
deelbeveiligingsattribuut menuoptie
52.5 Progr Zones.Deelbeveil.
7.7.2 Uitschakelen met een sleutelschakelaar
De sleutelschakelaar schakelt alle blokken, waarin
de zone met de functie Sleutel is ingedeeld, uit.
De overige blokken worden niet uitgeschakeld.
Het resetniveau van een sleutelschakelaar is
vastgelegd in menuoptie 51.14 Parameters.Sleutel
Reset Niveau.
7.8 In- en uitschakelen met de MAX lezer
7.8.1 Inschakelen met de MAX lezer
De MAX kaarten kunnen worden gebruikt om het
GalaXy systeem in of uit te schakelen. Dit wordt
gerealiseerd door aan een MAX kaart één van de
inschakelfuncties toe te kennen. (Zie menuoptie
42.1.8 Wijzig Codes.Gebr Codes.MAX Functie).
Door de MAX kaart drie seconden
aaneengesloten voor de MAX lezer te houden
wordt de toegekende functie uitgevoerd.
NOOT: Als alle blokken, waarin de MAX lezer is
ingedeeld, zijn ingeschakeld , dan
zullen alle LED’s van de MAX lezer
doven.
De LED’s blijven gedoofd tot minimaal
één van bovengenoemde blokken weer
wordt uitgeschakeld.
7.8.2 Uitschakelen met de MAX lezer
Als één of meer van de blokken, waarin de MAX
lezer is ingedeeld, zijn ingeschakeld, dan
schakelen deze ingeschakelde blokken uit als de
MAX kaart drie seconden aan eengesloten voor
de MAX lezer wordt gehouden.
NOOT: De MAX kaart moet minimaal één blok
gemeen hebben met de MAX lezer om
de toegekende functie te kunnen
activeren.
Zie voor aanvllende informatie
menuoptie 63.2.3.4 Optie
BLK/MAX.MAX.MAX
Parameters.Blokken.
7.9 Opheffen en resetten van alarmen
Na een alarmacivatie moet steeds het alarm
opgeheven worden en de GalaXy
alarmmeldcentrale gereset worden.
7.9.1 Alarm opheffen
Een alarm wordt opgeheven als een geldige code
(niveau 2 of hoger), die is ingedeeld in het blok dat
in alarm is, wordt ingevoerd gevolgd door de [ent]-
toets. De sirene(s) en flitser(s) komen tot rust. Het
LC-display geeft informatie over de aard van het
alarm (zie ook appendix B: Geheugenmeldingen).
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg36.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
In/Uitschakelopties
- - Pagina 54
23 6 99 4- - 8:21 rev.
Als het niveau van de code niet toereikend is om
de GalaXy centrale te resetten, dan verschijnt op
het LC-display de tekst:
7.9.2 Centrale resetten
De GalaXy alarmmeldcentrale wordt gereset als
een geldige code (juiste niveau), die is ingedeeld
in het blok dat in alarm is, wordt ingevoerd
gevolgd door de [ent]-toets. Het juiste niveau
wordt bepaald in menuoptie 51 Parameters:
Alarmtype
Systeemparameter Omschrijving
Systeem 51.6 Parameters.Alarm Reset
Sabotage 51.7 Parameters.Sabotage
Reset
Paniek 51.22 (niet op G8) Parameters.Paniek Reset
Tabel 0 4- : Parameters van het Resetniveau
Zie voor een gedetailleerde beschrijving van de
parameters van het resetniveau menuoptie 51
Parameters.
Op het LC-diplay verschijnt de informatie over de
aard van het alarm.
NOOT: Als een alarm is veroorzaakt door een
sabotage op een zone of een module,
dan kan de GalaXy alarmmeldcentrale
niet eerder worden gereset dan dat de
oorzaak van het sabotagealarm is
opgeheven.
7.9.3 Zones open na een alarm
Als een zone een alarm heeft veroorzaakt moet
deze zone ook weer in rust komen. Als dat niet
gebeurt, dan kan de GalaXy alarmmeldcentrale
niet inschakelen.
Het zonenummer van de zone verschijnt op het
LC-display. De E/E signalering wordt niet
geactiveerd. Het sluiten van de zone maakt het
mogelijk om in te schakelen.
NOOT: Deze situatie is niet gelijk aan “zone
open tijdens inschakelen”, waarbij de
E/E signalering met een snelle
onderbroken pieptoon laat horen.
7.10 Hulpfuncties bij in- en uitschakelen
De GalaXy alarmmeldcentrale voorziet in een
groot aantal functies die de gebruiker helpen bij
het in- en uitschakelen. Door deze functies wordt
de kans op gebruikersfouten bij het in- en
uitschakelen tot een minimum beperkt.
7.10.1 Blok status
Als de optie Blok Status (zie menuoptie 58.6
Bediendeel.Blok Status blz. xxx.) is ingeschakeld,
dan wordt door het gelijktijdig indrukken van de [*]-
toets en de [#]-toets in plaats van de bannertekst
de blokstatus getoond (niet op GalaXy 8).
U = Uitgeschakeld
I = Ingeschakeld
D = Deelbeveiligd ingeschakeld
L = Locked out
- = Blok niet toegekend aan bediendeel/code
NOOT: Blok Status werkt niet in de
installateursmode.
Door nogmaals de [*]- -toets en de [#] toets
gelijktijdig in te drukken toont het display steeds
de status van de individuele blokken.
Om tussen de verschillende blokken te kunnen
schakelen moet de [*]- -toets en de [A] toets of de
[*]- -toets en de [B] toets tezamen worden
ingedrukt.
Tot slot wordt de bannertekst weer getoond na het
gelijktijdig indrukken van de [*]- -toets en de [#]
toets.
De GalaXy 500 heeft 16 blokken en de GalaXy
512 heeft 32 blokken; deze worden op het LC-
display in groepen van acht blokken getoond. De
groepen worden A, B, C en D genoemd (bij de
GalaXy 500 worden alleen A en B gebruikt).
Gebruik de [*]- - -toets met de [A] toets of de [*] toets
met de [B]-toets om tussen de groepen A, B, C en
D te schakelen.
7.10.2 Uitlooptijd
De uitlooptijd is de periode tussen het starten van
de inschakelprocedure tot het moment van
inschakelen.
Als de inschakelprocedure is gestart geeft de E/E
signalering een continu toon. Alle uitgangen die
met de functie 18 E/E Signaal zijn
geprogrammeerd worden aangestuurd. Op het
LC-display van het bediendeel waarop is
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg37.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
In/Uitschakelopties
- - Pagina 55
23 6 99 4- - 8:21 rev.
ingeschakeld wordt de resterende uitlooptijd
weergegeven.
7.10.2.1 Reset van de uitlooptijd op de GalaXy
8, 18, 60 en 500
Als tijdens de uitlooptijd een zone open staat of
geopend wordt, laat de E/E signalering een snel
onderbroken toon horen. De geopende zone wordt
op het LC-display getoond. Als er meerdere zones
geopend zijn kan met de [A]- -toets en de [B] toets
gekeken worden welke zones er geopend zijn.
Het sluiten van de zone(s) reset en herstart de
uitlooptijd.
7.10.2.2 Reset van de uitlooptijd op de GalaXy
512
Als de systeemparameter 24 Uitwijk Alarm is
uitgeschakeld (standaard) signaleert de E/E
signalering door een snelle onderbroken toon als
er een zone geopend is tijdens de uitlooptijd. Op
het LC-display wordt de zone getoond die
geopend is. Als er meerdere zones geopend zijn
kan met de [A]- -toets en de [B] toets gekeken
worden welke zones er open staan.
Zones met de functie Laatste, In/uitgang en Puls
Aan (01, 07, 10, 11 en 12) hebben een afwijkende
invloed op de uitlooptijd. De E/E signalering geeft
een korte onderbroken toon, op de LC-display
wordt de geopende zone niet getoond.
7.10.2.3 Einde van uitlooptijd
Als de uitlooptijd voor 75% verstreken is, gaat de
E/E signalering van een continu toon over in een
onderbroken toon om aan te geven dat de
uitlooptijd bijna verstreken is.
7.10.2.4 Einde van de uitlooptijd door [0]-toets
De uitlooptijd kan worden beëindigd, zodat het
GalaXy systeem direct inschakeld, door het
indrukken van de [0]-toets. Hiertoe moet in
menuoptie 51 parameters de parameter 10 Toets
0 op 1=Ingeschakeld worden gezet.
7.10.3 Overbrugde zones
Als in het GalaXy systeem zones zijn overbrugd
dan wordt tijdens de inschakelprocedure op het
LC-display aangegeven hoeveel zones er
overbrugd zijn.
7.10.4 Indicatie “Ingeschakeld”
Aan het einde van de uitlooptijd is de E/E
sinalering vier seconden stil. In deze periode kan
de laatste deur worden afgesloten en de
detectoren in rust komen. Twee lange tonen van
de E/E signalering bevestigen de inschakeling. Op
het LC-display verscijnt de tekst “Ingeschakeld”.
7.10.5 Blokken logisch schakelen
Als aan blokken in het GalaXy systeem een
voorwaarde is toegekend met de optie logisch
schakelen (63.1.2 Optie
BLK/MAX.Blokken.Logisch Schak) dan kan het
betreffende blok alleen inschakelen als aan de
geprogrammeerde voorwaarde is voldaan.
Worden er meerdere blokken gelijktijdig
ingeschakeld, waarbij voor één bepaald blok niet
aan de inschakelvoorwaarde wordt voldaan, dan
schakelen alleen de overige blokken in. Er is geen
indicatie dat het blok niet is ingeschakeld.
Als door de voorwaarde van het logisch schakelen
geen enkel blok kan inschakelen, dan verschijnt er
een melding op het LC-display.
7.10.6 Niet ingeschakeld (Fail To Set)
De GalaXy 60, 500 en 512 hebben een
uitgangsfunctie 40 Niet Ingesch. beschikbaar.
Deze uitgang wordt geactiveerd als het systeem
niet is ingeschakeld na een geprogrammeerde
periode. Deze periode wordt gestart aan het
begin van de inschakelprocedure. De periode
wordt ingesteld in menuoptie 51.35
Parameters.Niet Ingesch.
7.10.7 Ingangstijd
De ingangstijd is de periode die ligt tussen het
starten van de uitschakelprocedure tot het
moment van uitschakelen.
Het GalaXy systeem start de uitschakelprocedure
als een zone met de functie Laatste of In/uitgang
wordt geactiveerd. De E/E signalering laat een
trage onderbroken toon horen en het aftellen van
de inlooptijd wordt gestart.
De gebruiker gaat direct, via de afgesproken
route, naar het bediendeel om daar het systeem
uit te schakelen, voordat de inlooptijd verstreken
is.
Als de inlooptijd voor 75% verstreken is gaat de
E/E signalering van een trage onderbroken toon
over in ee snelle onderbroken toon.
7.10.7.1 Overschrijding van de
inlooptijd
Als de uitschakeling niet plaatsvindt voordat de
inlooptijd is verstreken, dan geeft het GalaXy
systeem een volledig alarm. In de systeemlog
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg38.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
In/Uitschakelopties
- - Pagina 56
23 6 99 4- - 8:21 rev.
wordt een melding “TYD OVRS” bij het blok, welke
uitgeschakeld had moeten worden.
7.10.7.2 Afwijken van de ingangsroute
Als wordt afgeweken van de afgesproken
ingangsroute, en daarbij worden detectoren
geactiveerd, dan zal het GalaXy systeem een
volledig alarm geven.
7.10.7.3 Hersteltijd
Als de ingangstijd overschreden wordt of er wordt
afgeweken van de ingangsroute, dan geeft het
GalaXy systeem een volledig alarm. Het activeren
van de kiezer kan echter vertraagd worden, zodat
de gebruiker in de gelegenheid is om de PAC
melding te onderdrukken door alsnog een geldige
code in te toetsen.
De hersteltijd wordt geprogrammeerd in
menuoptie 51.3 Parameters.Herstel Tijd.
Zie voor een gedetailleerde beschrijving van de
hersteltijd menuoptie 51.03 Parameters.Herstel
Tijd.
7.11 Spanningsuitval bij ingeschakeld
systeem
Als de voedingsspanning terugkeert na een totale
spanningsuitval (AC en noodstroom) probeert de
GalaXy alarmmeldcentrale zichzelf in te schakelen
in dezelfde status (deelbeveiligd of volledig
ingeschakeld) als voor de spanningsuitval.
De GalaXy alarmmeldcentrale begint de
inschakelprocedure. Als er geen zones open
staan, die het inschakelen belemmeren, schakelt
het systeem direkt in.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg39.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 11: Overbrug zones
- - Pagina 57
23 6 99 4- - 8:21 rev.
8. De Menuopties
8.1 Inleiding
De GalaXy alarmmeldcentrales zijn voorzien van
een menustruktuur. Met deze menustruktuur kan
de GalaXy alarmmeldcentrale bediend, uitgelezen
en geprogrammeerd worden.
In dit hoofdstuk wordt iedere menuoptie uitvoerig
behandeld. In hoofdstuk 0 7. Het gebruik van
het systeem op pagina 46. Wordt de
menustruktuur en het gebruik van het menu
uitvoerig behandeld.
De menuopties zijn gegroepeerd naar de aard van
de optie. De onderverdeling ziet er als volgt uit.
Bereik Aard van de optie Niveau
Menuoptie 11 t/m 19 Inschakel functies 3
Menuoptie 21 t/m 25 Displayfincties 4
Menuoptie 31 t/m 32 Testfuncties 5
Menuoptie 41 t/m 48 Wijzigfuncties 6
Menuoptie 51 t/m 59 Programmeerfuncties 7
Menuoptie 61 t/m 68 Programmeerfuncties 7
Tabel 0 1- : Gegroepeerde menuopties
8.2 Menuoptie 11: Overbrug Zones
Deze optie maakt het mogelijk om zones te
overbruggen. Overbrugde zones zijn tijdelijk
uitgesloten van het GalaXy systeem. Zowel een
activatie van het alarmkontakt als van het
sabotage kontakt wordt door de GalaXy
alarmmeldcentrale niet geregistreerd.
Overbrugde zones worden weer automatisch in de
systeemconfiguratie opgenomen na een
uitschakeling van van het systeem. De zones
worden handmatig terug in de systeemconfiguratie
opgenomen door de overbrugging in deze
menuoptie op te heffen.
8.2.1 Zones overbruggen (GalaXy 8, 18, 60
en 500)
Als op de GalaXy 8, 18, 60 of 500 de menuoptie
geactiveerd wordt, dan wordt de eerste zone,
waarvan het attribuut Overbrugbaar (zie
menuoptie 52.4 Progr Zones.Overb baar.) is
ingeschakeld op het LC-display getoond. Als er
geen overbrugbare zones in het systeem
voorkomen verschijnt op het LC-display de tekst
“Geen Toegang”.
Met de [A]- -toets en de [B] toets kunnen de overige
overbrugbare zones bekeken worden. De [#]-toets
schakelt de zoneoverbrugging in of uit. Op het LC-
display verschijnt de nieuwe status.
NOOT: De overbrugging van een zone is actief
vanaf het moment dat de overbrugging
met de [#]-toets is geselecteerd.
Nadat de zones overbrugd zijn, zijn er twee
mogelijkheden om met de overbrugde zones te
werken:
• druk op de [ent]-toets; De inschakelprocedure
wordt gestart. Op het LC-display verschijnt
gedurende de uitgangstijd en het aantal
overbrugde zones.
• druk op de [esc]- -toets; Op het LC display
verschijnt het aantal overbrugde zones. Na 3
seconden verschijnt op het LC-display
menuoptie 11 Overbrug zones.
Bij terugkeer op de banner toont het LC-display
“Zones Overbrugd”. De zones blijven
overbrugd totdat de overbrugging automatisch
(door een uitschakeling) of handmatig (met
menuoptie 11) wordt opgeheven.
8.2.2 Zone overbruggen (GalaXy 512)
Op de GalaXy 512 kan slechts één enkele zone
worden overbrugd. Als de optie geactiveerd wordt,
verschijnt op het LC-display de eerste
overbrugbare zone. Met de [A]- -toets en de [B]
toets kunnen de overige overbrugbare zones
bekeken worden. Nadat één van de zones
overbrugd wordt, kan met de [A]- -toets en de [B]
toets geen andere zones meer geselecteerd
worden.
De overbrugging wordt automatisch opgeheven na
een uitschakeling of handmatig met menuoptie 11.
8.2.3 Handmatig opheffen van een
overbrugging
Om een overbrugging handmatig op te heffen
moet menuoptie 11 Overbruggen geactiveerd
worden. Op het LC-display verschijnt de eerste
overbrugbare zone. Ga met de [A]- -toets en de [B]
toets naar de zone waarvan de overbrugging moet
worden opgeheven. Druk op de [#]-toets. Op het
LC-display is de statusverandering zichtbaar.
• druk op de [ent]-toets; De inschakelprocedure
wordt gestart. Op het LC-display verschijnt
gedurende de uitgangstijd het aantal
overbrugde zones.
• druk op de [esc]- -toets; Op het LC display
verschijnt het aantal overbrugde zones. Na 3
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg3a.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 11: Overbrug zones
- - Pagina 58
23 6 99 4- - 8:21 rev.
seconden verschijnt op het LC-display
menuoptie 11 Overbrug zones.
Bij terugkeer op de banner toont het LC-display
“Zones Overbrugd”. De zones blijven
overbrugd totdat de overbrugging automatisch
(door een uitschakeling) of handmatig (met
menuoptie 11) wordt opgeheven.
8.2.4 Afwijkende zonefuncties bij
overbruggen (GalaXy 512)
Er zijn 2 zonefuncties die afwijken van de
standaard werking bij overbruggen:
1 47 Kluisdetectoren; Als een zone met de
functie Kluisdetector wordt overbrugd, dan
zullen alle zones met de functie
kluisdetector overbrugd worden. Ongeacht
het blok waarin de zone en de gebruiker
zijn ingedeeld. De overbrugging van een
zone met de Kluisdetectr functie kan
alleen handmatig worden opgeheven. Bij
het opheffen van één overbrugging
worden de overige overbruggingen gelijk
opgeheven. Ongeacht het blok waarin de
zone en de gebruiker zijn ingedeeld.
De overbrugging van een zone met de
functie Kluisdetector kan niet automatisch
(na uitschakeling) worden opgeheven.
Zie voor aanvullende informatie
menuoptie 51.47
Parameters.Kluisdetectoren.
2 48 - -51 ATM 1 4; Een zone met de ATM
functie kan worden overbrugd voor een
bepaalde periode die is ingesteld in
menuoptie 51.39 Parameters.ATM
Timeout. In 51.38 Parameters.ATM Vertr
wordt de ATM vertraging ingesteld. De
ATM vertraging is de periode die ligt
tussen de invoer van één van de ATM
codes en het overbruggen van de zone
met de ATM functie.
De gebruikerscodes 188 tot en met 197
zijn de ATM codes.
Door de invoer van een ATM code wordt
één van de zones met de ATM functie na
de ATM vertraging overbrugd. Als de
zone(s) is overbrugd verschijnt op het LC-
display de resterende tijd, voordat de zone
weer in de systeemconfiguratie wordt
opgenomen. Tien en vijf minten voordat
de zone weer in de systeemconfiguratie
wordt opgenomen klinkt er een signaal.
De overbrugging kan oneindig worden
verlengt door steeds opnieuw de ATM
code in te toetsen.
Uitgangen met de functie ATM 1-4 (
functie 72 t/m 75) worden geactiveerd als
een zone met de overeenstemmende
ATM functie is overbrugd. De uitgang valt
af als de zone weer in de
systeemconfiguratie is opgenomen.
Zie voor aanvullende informatie
menuoptie 52 Progr Zones zonefunctie
48- -51 ATM 1 4.
8.2.5 Inschakelen met overbrugde zones
Start de inschakelprocedure op de gebruikelijke
wijze voor volledige inschakeling of deelbeveiligde
inschakeling. Het LC-display geeft het aantal
zones aan dat is overbrugd. De zones blijven
overbrugd tot het systeem wordt uitgeschakeld
(m.u.v. de zones met defunctie Kluisdetector of
ATM 1-4).
8.2.6 Uitgangsfunctie Zone Overbrugd
(GalaXy 60, 500 en 512)
Op de GalaXy 60, 500 en 512 is een
uitgangsfunctie 32 Zone Overbrgd beschikbaar.
Een uitgang die wordt geprogrammeerd met deze
functie (status=meegaand), wordt geachtiveerd
als één of meer zones overbrugd worden. De
uitgang blijft geactiveerd tot alle overbruggingen
zijn opgeheven.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg3b.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 12: Inschakelen
- - Pagina 59
23 6 99 4- - 8:21 rev.
8.3 Menuoptie 12: Inschakelen
Menuoptie 12 Inschakelen start de
inschakelprocedure. De E/E signalering geeft een
continu toon gedurende 75% van de uitlooptijd,
hat laatste deel geeft de E/E signalering een
onderbroken toon. Het GalaXy syteem schakelt in:
• aan het einde van de uitgangstijd;
• als een zone met de functie 01 Laatste
geopend en gesloten wordt;
• als de [0]-toets wordt ingedrukt (mits
geprogrammeerd in 51.10 Parameters.Toets
0);
• als een zone met de functie 08 Puls Aan wordt
geactiveerd;
Op het LC-display wordt tijdens de
inschakelprocedure de resterende uitgangstijd
weergegeven. Het openen van een zone
gedurende de uitgangstijd reset de uitgangstijd.
Als de [esc]-toets wordt ingedrukt voordat het
systeem inschakelt, dan wordt de
inschakelprocedure afgebroken.
NOOT: Vanuit de fabriek is de [A]-toets
geprogrammeerd met menuoptie 12.
Door het intoetsen van een geldige
code gevolgd door de [A]-toets zal de
inschakelprocedure starten.
Zie menuoptie 58 Bediendeel voor
aanvullende informatie over het
programmeren van de [A]-toets en de
[B]-toets .
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg3c.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 13: Deelbeveiligd inschakelen
- - Pagina 60
23 6 99 4- - 8:21 rev.
8.4 Menuoptie 13: Deelbeveiligd
inschakelen
Menuoptie 13 Deelbeveiligd inschakelen werkt
gelijk aan menuoptie 12 Inschakelen met het
verschil dat alleen de zones, waarvan het
deelbeveiligd attribuut is ingeschakeld, zullen
worden ingeschakeld.
Het deelbeveiligd attribuut wordt geprogrammeerd
met menuoptie 52.5 Progr Zones.Deelbeveil.
Van de fabriek uit zijn de deelbeveiligd attributen
van alle zones ingeschakeld.
NOOT: Vanuit de fabriek is de [B]-toets
geprogrammeerd met menuoptie 13.
Door het intoetsen van een geldige
code gevolgd door de [B]-toets zal de
inschakelprocedure voor
deelbeveiliging starten.
Zie menuoptie 58 Bediendeel voor
aanvullende informatie over het
programmeren van de [A]-toets en de
[B]-toets .
NOOT: De aansturing van de kiezer en de
alarmuitgangen tijdens deelbeveiliging
kan worden onderdrukt met menuoptie
51.11 Parameters.Lokaal Deelbev. (Zie
menuoptie 51.11 Parameters.Lokaal
Deelbev voor uitgebreide informatie.)
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg3d.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 14: Geforceerd inschakelen
- - Pagina 61
23 6 99 4- - 8:21 rev.
8.5 Menuoptie 14: Geforceerd Inschakelen
(GalaXy 8, 18, 60 en 500)
Deze optie is alleen beschikbaar op de GalaXy 8,
18, 60 en 500. Het GalaXy systeem kan niet
inschakelen als er nog zones geopend zijn. Met
menuoptie 14 Geforceerd inschakelen probeert
het GalaXy systeem wel inschakelen. Alle zones
die open staan zullen worden overbrugd. De
zones kunnen alleen overbrugd worden als
zoneattribuut 4 Overbr baar is ingeschakeld. Het
zoneattribuut wordt ingesteld met menuoptie 52.4
Progr Zones.Overbr baar.
Menuoptie 14 kan alleen worden geactiveerd als
menuoptie 51.26 Parameters.Geforceerd is
ingeschakeld. Als menuoptie 51.26 is
uitgeschakeld, verschijnt bij een poging tot
geforceerd inschakelen de tekst “Deze optie is niet
aanwezig” op het LC-display.
Als het systeem geforceerd ingeschakeld wordt
verschijnt op het LC-display het aantal zones dat
wordt overbrugd. Dit aantal is de som van de
handmatig overbrugde zones (menuoptie 11) en
de automatisch overbrugde zones (menuoptie 14).
De inschakelprocedure start.
Als er zones geopend zijn tijdens de
inschakelprocedure, die niet overbrugbaar zijn,
verschijnen deze op het LC- -display. Met de [A]
toets en [B]-toets kunnen de zones bekeken
worden. Alle zones die niet overbrugbaar zijn
moeten gesloten zijn, voordat de
inschakelprocedure voortgezet kan worden.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg3e.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 15: Belfunctie
- - Pagina 62
23 6 99 4- - 8:21 rev.
8.6 Menuoptie 15: Belfunctie
Met menuoptie 15 Belfunctie kan de gebruiker de
belfunctie in- en uitschakelen. Als de belfunctie is
ingeschakeld, veroorzaken zones, waarvan het
zoneattribuut Belfunctie is ingeschakeld, bij
opening twee lange tonen op de E/E signalering .
Het zoneattribuut Belfunctie wordt ingesteld met
menuoptie 52.3 Progr Zones.Belfunctie.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg3f.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 16: Direct inschakelen
- - Pagina 63
23 6 99 4- - 8:21 rev.
8.7 Menuoptie 16: Direct Inschakelen
Met menuoptie 16 Direct Inschakelen schakelt het
GalaXy systeem direct in. Er klinkt geen E/E
signalering. De uitgangstijd wordt niet gestart.
Er klinken geen twee lange tonen ter bevestiging
van de inschakeling.
Alle zones moeten gesloten zijn om direct te
kunnen inschakelen. Menuoptie 16 Direct
Inschakelen reageert hetzelfde op geopende
zones tijdens het inschakelen als menuoptie 12
Inschakelen.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg40.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 17: Deelbeveiligd/Direct
- - Pagina 64
23 6 99 4- - 8:21 rev.
8.8 Menuoptie 17: Deelbeveiligd/Direct
Met menuoptie 17 Deelbeveiligd/Direct schakelt
alle zones in waarvan het zoneattribuut
Deelbeveiligd is ingeschakeld, meteen in.
Het zoneattribuut Deelbeveiligd wordt
geprogrammeerd met menuoptie 52.5 Progr
Zones.Deelbeveil.
Er klinkt geen E/E signalering. De uitgangstijd
wordt niet gestart.
Er klinken geen twee lange tonen ter bevestiging
van de inschakeling.
Alle zones moeten gesloten zijn om direct te
kunnen inschakelen. Menuoptie 17 Direct
Inschakelen reageert hetzelfde op geopende
zones tijdens het inschakelen als menuoptie 12
Inschakelen.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg41.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 18: Home Set
- - Pagina 65
23 6 99 4- - 8:21 rev.
8.9 Menuoptie 18: Home Set
Menuoptie 18 Home Set schakelt het systeem
volledig of deelbeveiligd in.
• Het systeem schakelt volledig in als de
uitgangstijd wordt beëindigd door de activatie
van een zone met de functie Laatste of Puls
Aan.
• Het systeem schakelt deelbeveiligd in als de
uitgangstijd geheel verlopen is.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg42.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 19: Alle blokken inschakelen
- - Pagina 66
23 6 99 4- - 8:21 rev.
8.10 Menuoptie 19: Alle Blokken
Inschakelen (GalaXy 18, 60, 500 en 512)
Deze functie werkt uitsluitend op de GalaXy 18,
60, 500 en 512, mits deze in blokken is ingedeeld.
De functie Alle Blokken Inschakelen schakelt alle
blokken in, waarin de gebruiker is ingedeeld,
zonder dat de blokkeuze op het scherm verschijnt.
De blokken die worden ingeschakeld is afhankelijk
van de instelling van de blokrestriktie van het
toegepaste bediendeel. De Blokrestriktie van het
bediendeel wordt ingesteld met menuoptie 58.7
Bediendeel.Bed deel Blok.
• Als er geen blokrestriktie is ingesteld
schakelen alle blokken is die zijn toegekend
aan de gebruiker, mits er minimaal één blok
overeenstemt met het blok waarin het
bediendeel is ingedeeld.
• Als de groeprestriktie is ingesteld schakelen
alleen de blokken in die zowel aan de
gebruiker als aan het bediendeel zijn
toegekend.
NOOT: De bediendeel blokrestriktie werkt niet
voor de managercode.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg43.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 21: Display Zones
- - Pagina 67
23 6 99 4- - 8:21 rev.
8.11 Menuoptie 21: Display Zones
Als Display Zones wordt geselecteerd, verschijnt
op het scherm de eerste zone in het systeem. De
overige zones kunnen bekeken worden door op
de [A]- -toets en de [B] toets te drukken.
Op het LC-display verschijnt wisselend de tekst:
en
De zonestatus kan zijn Sabotage gesloten, Lage
weerstand, Gesloten, Hoge weerstand, Geopend,
Sabotage geopend.
Voor de fysieke staat van de zones bij de
verschillende statussen wordt verwezen naar 0
6.5.2 Zone-ingangen aansluiten op pagina 41.
De GalaXy 500 heeft 16 blokken en de GalaXy
512 heeft 32 blokken; deze blokken zijn in
groepen van 8 ingedeeld en worden op het LC-
display getoond door een A, B, C of D (bij de
GalaXy 500 worden alleen A en B gebruikt).
De opbouw van het zoneadres wordt gedetailleerd
besproken in 0 6.5.1 Het zone adres op pagina
41.
8.11.1 Display technische gegevens van de
zone
Als de [#]-toets wordt ingedrukt als menuoptie 21
geselecteerd is verschijnt op de onderste regel de
gemeten zoneweerstand in Ω, en de RIO
spanning in V.
Door opnieuw de [#]-toets in te drukken wordt de
zoneomschrijving weer getoond.
8.11.2 Afdrukken van de zone gegevens
Als de [*]-toets wordt ingedrukt als menuoptie 21
geselecteerd is, worden de zonegegevens
afgedrukt op de aangesloten seriële printer. Met
de [esc]-toets wordt het afdrukken afgebroken
NOOT: Als menuoptie 51.28 Parameters.Print
Online is ingeschakeld dan drukt de
printer geen gegevens af met
menuoptie 24 Print Opties of vanuit
een ander menu met de [*]-toets.
Menuoptie 51.28 Parameters.Print
Online moet eerst uitgeschakeld
worden.
NOOT: Om de gegevens te kunnen afdrukken
moet een seriële printer op de GalaXy
centrale zijn aangesloten via de RS-232
interface of de printer interface.
Zonefunctie
Blok
Zoneadres
Zoneomschrijving
Zonestatus
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg44.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 22: Display Geheugen
- - Pagina 68
23 6 99 4- - 8:21 rev.
8.12 Menuoptie 22: Display Geheugen
In de GalaXy alarmmeldcentrale is een stuk
geheugen gereserveerd ten behoeve van het
opslaan van gebeurtenissen. In het geheugen
worden alle handelingen met het GalaXy systeem
opgeslagen. Per type GalaXy kunnen een
verschillend maximum aantal gebeurtenissen
worden opgeslagen:
• GalaXy 8 250 gebeurtenissen
• GalaXy 18 250 gebeurtenissen
• GalaXy 60 300 gebeurtenissen
• GalaXy 500 500 gebeurtenissen
• GalaXy 512 1000 gebeurtenissen
Als het GalaXy systeem in blokken is ingedeeld
(menuoptie 63.1 Optie BLK/MAX.Blokken) en de
gebruikerscode heeft een blokkenkeuze ([*]-toets
bij menuoptie 42.1.6 Wijzig Codes.Gebr
Codes.Wijzig Blok), dan verschijnen op het LC-
display de beschikbare blokken. Druk op de
nummers van de blokken, waarvan het geheugen
getoond moet worden. Onder het geselecteerde
bloknummer verschijnt een “J”. Door nogmaals
het bloknummer in te drukken verschijnt er weer
een “N”, waarmee de selectie ongedaan is
gemaakt.
Als alle gewenste blokken zijn geselecteerd, wordt
met de [ent]-toets de selectie bevestigd. Op het
LC-display verschijnen de gebeurtenissen uit het
geheugen van de geselecteerde blokken. De
meest recente gebeurtenis wordt als eerste
getoond.
Door het indrukken van de [B]-toets worden de
oudere gebeurtenissen getoond, terwijl met de [A]-
toets nieuwere gebeurtenissen worden getoond.
Als de [A]- -toets of de [B] toets ingedrukt gehouden
blijft, dan wordt per dag door het geheugen
gestapt. Op het LC-display verschijnt de datum
van de dagen. Als de datum is bereikt waarop de
gezochte gebeurtenis plaatsvond, dan dient de
[A]- -toets of [B] toets losgelaten te worden. De
eerste of laatste gebeurtenis van die dag
verschijnt op het LC-display, afhankelijk van het
gebruik van respectievelijk de [A] toets of de [B]- -
toets.
Het begin en het einde van het geheugen sluiten
op elkaar aan. Afhankelijk van het gebruik van de
[A]- -toets of de [B] toets toets verschijnt op de
overgang tussen begin en einde van het
geheugen op het LC-display de tekst “Begin” of
“Einde”.
De volgende gegevens worden door de log op de
LC-display weergegeven:
en
Een “+” teken bij de gebeurtenis geeft de activatie
aan, een “-“ geeft de herstel aan.
Als de gebeurtenis niet gerelateerd is aan een
gebruiker, dan verschijnt er geen gebruiker en
gebruikerscode op het LC-display.
Als de [#]-toets wordt ingedrukt verschijnt op het
LC-display aanvullende informatie over bepaalde
typen gebeurtenissen. Gebeurtenissen met
betrekking tot:
Gebruikers Bediendeel, niveau van de
gebruiker, blokken die betrekking
hebben op de gebeurtenis.
Alarmen Zoneomschrijving mits
geprogrammeerd (menuoptie 52.2
Prog Zones.Zone omschr)
NOOT: Als twee identieke gebeurtenissen
plaats vinden in dezelfde seconden,
dan wordt slechts één gebeurtenis in
de log geregistreerd.
NOOT: Alleen de eerste keer dat een “Hoge
Weerstand” en een “Lage Weerstand”
wordt geregistreerd op een dag, wordt
daarvan een vermelding in het
geheugen weggeschreven. De
volgende registratie vindt pas plaats na
de dag overgang (24.00 uur).
Tijd
Datum
Gebruiker
Gebeurtenis
Gebruikerscode
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg45.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 22: Display Geheugen
- - Pagina 69
23 6 99 4- - 8:21 rev.
Hiermee wordt voorkomen dat het
geheugen wordt volgeschreven met
deze meldingen.
Vanuit menuoptie 22 Display Geheugen kan een
select aantal gebeurtenis worden afgedrukt op de
aangesloten serieële printer.
Als de [*]-toets wordt ingedrukt, dan worden de
gebeurtenissen, vanaf de gebeurtenis die op het
LC-display weergegeven is tot en met de meest
recente gebeurtenis, afgedrukt.
Met de [esc]-toets wordt het afdrukken
afgebroken.
NOOT: Als menuoptie 51.28 Parameters.Print
Online is ingeschakeld dan drukt de
printer geen gegevens af met
menuoptie 24 Print Opties of vanuit
een ander menu met de [*]-toets.
Menuoptie 51.28 Parameters.Print
Online moet eerst uitgeschakeld
worden.
NOOT: Om af te kunnen drukken moet een
serieële printer via de RS-232 interface
of de printer interface aan de GalaXy
alarmmeldcentrale verbonden zijn.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg46.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 23: Display Systeem
- - Pagina 70
23 6 99 4- - 8:21 rev.
8.13 Menuoptie 23: Display Systeem
(GalaXy 18, 60, 500 en 512)
Menuoptie 23 Display Systeem is alleen
beschikbaar op GalaXy 18, 60, 500 en 512.
Deze menuoptie verschaft een verkort overzicht
van de systeemconfiguratie
Met de [A]- -toets en de [B] toets kan door de
verschillende onderdelen gestapt worden.
De karakters onder de bloknummers geven de
status van het blok aan:
U = Uitgeschakeld
I = Ingeschakeld
D = Deelbeveiligd ingeschakeld
L = Locked out
De GalaXy 500 heeft 16 blokken en de GalaXy
512 heeft 32 blokken; deze blokken zijn in
groepen van 8 ingedeeld en worden op het LC-
display getoond door een A, B, C of D (bij de
GalaXy 500 worden alleen A en B gebruikt).
Met de [A]- -toets en de [B] toets kan door de
groepen A, B, C en D gestap worden.
Het volgende systeemonderdeel is het type
GalaXy en de versie van de firmware.
Het aantal RIO’s is inclusief de on-board RIO’s.
Het aantal codes is inclusief de manager-,
installateurs- en remotecode.
Het aantal bediendelen en de aanwezigheid van
een modem/kiezer en RS-232 interface.
De aanwezigheid van een printerinterface.
De mimic display blijft 0. Deze module is niet
beschikbaar.
Het aantal MAX lezers.
De locatie van de GalaXy centrale zoals is
opgegeven in menuoptie 51.15.2 Parameters.Syst
TXT/ID.Locatie centr.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg47.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 24: Print Opties
- - Pagina 71
23 6 99 4- - 8:21 rev.
8.14 Menuoptie 24: Print Opties
Met de menuoptie 24 kunnen vier categoriën van
systeemgegevens worden afgedrukt op een
aangesloten seriële printer. Alleen de gegevens
van de overeenstemmende blokken, waarin de
gebruiker is ingedeeld, worden weergegeven.
1. Codes het adres waar de code is
opgeslagen, de naam van de
gebruiker, het niveau en de
toegekende blokken.
NOOT: Als menuoptie 51.23 Parameters.Print
Codes is ingeschakeld
(fabrieksinstelling: uitgeschakeld) dan
kan de managercode de eigenlijke
codes afdrukken.
2. Zones het adres de functie, de groep (mits
ingeschakeld), de status, de
omschrijving (mits ingevoerd), de bel,
overbrug en deelbeveiligd attrubuten,
de spanning van de RIO waar de
zone deel van uitmaakt en de
gemeten zoneweerstand in Ω.
3. Log alle gebeurtenissen in de log,
beginnend bij de meest recente
gebeurtenis, vervolgens
chronologisch teruglopend.
4. All achtereenvolgens codes, zones en
log details.
Het indrukken van de overeenkomstige sub-
menuoptie start het afdrukken. Het indrukken van
de [esc]-toets breekt het afdrukken af.
NOOT: Om af te kunnen drukken moet een
serieële printer via de RS-232 interface
of de printer interface aan de GalaXy
alarmmeldcentrale verbonden zijn.
NOOT: Als menuoptie 51.28 Parameters.Print
Online is ingeschakeld dan drukt de
printer geen gegevens af met
menuoptie 24 Print Opties of vanuit
een ander menu met de [*]-toets.
Menuoptie 51.28 Parameters.Print
Online moet eerst uitgeschakeld
worden.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg48.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 21: Display Zones
- - Pagina 72
23 6 99 4- - 8:21 rev.
8.15 Menuoptie 25: MAX Geheugen
Menuoptie 25 MAX Geheugen is alleen
beschikbaar als de MAX mode is ingeschakeld
(zie menuoptie 63 Opties BLK/MAX).
Bij het activeren van de menuoptie verschijnt op
het LC-display de eerste MAX lezer in het GalaXy
systeem. Het LC-display toont het adres en de
omschrijving (mits ingevoerd).Met de [A]-toets en
de [B]-toets kunnen de gegevens van andere MAX
lezers in de configuratie worden weergegeven.
Als er geen MAX lezers in de systeemconfiguratie
zijn opgenomen verschijnt op het LC-display de
tekst “Geen Toegang”.
8.15.1 Het adres
Het eerste cijfer van het twee cijferige adres geeft
de communicatielijn weer, waarop de MAX lezer is
aangesloten. Het tweede cijfer is het adres
waarop de MAX lezer is geprogrammeerd.
8.15.2 De omschrijving
De omschrijving is een tekstblok van maximaal 16
karakters. De omschrijving wordt ingegeven in
menuoptie 63.2.3.1 Optie BLK/MAX.MAX.MAX
Parameters.Omschrijving.
8.15.3 Installateursmode
Als menuoptie 25 wordt geactiveerd in de
installateursmode, dan lichten op de MAX lezers
de LED’s op. De LED’s die zijn opgelicht, vormen
het adres van de MAX lezer in binair formaat. LED
1 en 2 geven de communicatielijn aan, LED 3, 4, 5
en 6 geven het geprogrammeerde MAX adres
aan. Door het indrukken van de [#]-toets verschijnt
op het LC-display een grafische weergave van het
adres in binair formaat.
De bovenste regel stelt de communicatielijn voor,
de onderste het MAX adres Op deze wijze wordt
de installateur in staat gesteld om de
geselecteerde MAX lezer op het LC-display te
herkennen in de configuratie.
8.15.4 MAX geheugen
Om de gebeurtenissen van een bepaalde MAX
lezer op het LC- -display te tonen, wordt met de [A]
toets en de [B]- -toets de MAX lezer op het LC
display gezocht. Met de [ent]-toets wordt de MAX
lezer geselecteerd.
De eerste gebeurtenis die op de geselecteerde
MAX lezer plaatsvond wordt op het LC-display
getoond.
(Zie 0
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg49.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 22: Display Geheugen
- - Pagina 73
23 6 99 4- - 8:21 rev.
8.12 Menuoptie 22: Display Geheugen
Opmerking: De capaciteit van het geheugen is
per type GalaXy anders.
Met de [A]-toets wordt de volgende gebeurtenis en
met de [B]-toets de vorige gebeurtenis getoond.
De [esc]- -toets sluit het geheugen af. Op het LC
display verschijnt het MAX adres
NOOT: Als menuoptie 51.29
Parameters.Online Nivo staat ingesteld
op 2 of 3 (inclusief MAX
gebeurtenissen), dan worden de MAX
gebeurtenissen niet opgeslagen in het
geheugen, mits menuoptie 51.28
Parameters.Print Online is
ingeschakeld.
Tijd/Datum
gebeurtenis
MAX
kaarthouder
Type
gebeurtenis
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg4a.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 31: Looptest
- - Pagina 74
23 6 99 4- - 8:21 rev.
8.16 Menuoptie 31: Looptest
Met de looptest kunnen zones op twee manieren
worden getest.
8.16.1 Test alle zones
Als submenuoptie 1 gekozen wordt zijn alle zones
opgenomen in de looptest, waarvan het overbrug
attribuut is ingeschakeld (zie menuoptie 52.4
Progr Zones.Overbr baar). Als geen enkele zone
in het systeem overbrugbaar is verschijnt op de
LC-display de tekst “Geen Toegang”.
Zones die niet overbrugd kunnen worden doen
niet mee in de looptest en blijven normaal
functioneren. Als het systeem in blokken is
ingedeeld moet worden opgegeven in welke
blokken de looptest moet wprden uitgevoerd.
De looptest wordt direct gestart.
8.16.2 Test geselecteerde zones
Als submenuoptie 2 gekozen wordt zullen alleen
de gemarkeerde zones worden getest. Bij het
activeren moet eerst opgegeven worden in welke
blokken de te testen zones zich bevinden, mits het
GalaXy systeem is ingedeeld in blokken.
Op het LC-display verschijnt de eerste zone. Als
het GalaXy systeem in blokken is ingedeeld
verschijnt de eerste zone die aan de
blokvoorwaarde voldoet. Als er geen zones zijn
die aan de blokvoorwaarde voldoen verschijnt op
het LC-display de tekst “Geen Toegang”.
Met de [#]-toets wordt de getoonde zone
gemarkeerd voor de looptest. De looptest start
nog niet.
Door op de [A]-toets en de [B]-toets te drukken
worden de andere zones getoond. De zones
kunnen worden gemarkeerd met de [#]-toets.
Als de [#]-toets ingedrukt wordt als de getoonde
zone reeds gemarkeerd is, dan wordt de
markering opgeheven.
Alle zones kunnen in één keer worden
geselecteerd. Hiertoe dient de [*]-toets ingedrukt
te worden. Met de [*]-toets kunnen de
markeringen niet opgeheven worden.
De [ent]-toets start de looptest.
NOOT: Zones met de functie Paniek of Brand
worden niet gemarkeerd als met de [*]-
toets alle zones worden gemarkeerd.
8.16.3 Looptest uitvoeren
De responsetijd van de zones wordt teruggebracht
naar 60 msec. Zolang de looptest duurt. Dit
vergroot de kans dat slechte verbindingen of
beschadigingen in de bekabeling opgemerkt
worden.
Geopende zones en zones die geopend worden
veroorzaken tijdens de looptest een activatie van
de E/E signalering.
Is slechts één zone geopend, dan verschijnt het
adres van de zone op het LC-display. Bovendien
toont het LC-display de functie, het blok (mist de
blokkenfunctie aktief is) en de omschrijving (mits
geprogrammeerd) van de zone.
Als er meerdere zones gelijktijdig geopend zijn
dan kan met de [A]- -toets en de [B] toets de
verschillende zones bekeken worden.
NOOT: Met de looptest wordt de zonestatus
van de zone niet op het LC-display
weergegeven.
Zolang de looptest actief is staat op het LC-display
de tekst:
Zolang de looptest actief is kan met de [#]-toets de
reeds geteste zones op het LC-display getoond
worden. Met de [A]- -toets en de [B] toets kan
tussen de verschillende zones gestapt worden als
er meerdere zones geopend zijn geweest. Door
nogmaals de [#]-toets in te drukken verschijnt
hierboven weergegeven tekst weer op het LC-
display.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg4b.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 31: Looptest
- - Pagina 75
23 6 99 4- - 8:21 rev.
8.16.4 De looptest afsluiten
Het indrukken van de [esc]-toets beëindigd de
looptest. De looptest stopt automatisch als er 20
minuten achtereen geen zoneactivatie is geweest.
Het resultaat van de looptest kan bekeken worden
in de systeemlgeheugen (Zie menuoptie 22
Display Geheugen.)
Het begin van de looptest wordt aangegeven met
“Looptest +” gevolgd door de gebruiker die de
looptest gestart heeft. Het einde van de looptest
wordt aangegeven met “Looptest -“ gevolgd door
de gebruiker die de looptest gestart heeft.
Alle zones die tijdens de looptest geopend zijn
geweest, worden in het geheugen vermeldt.
Iedere zone wordt één maal vermeldt, ook als de
zone meerdere malen geactiveerd is geweest.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg4c.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 32: Test Uitgang
- - Pagina 76
23 6 99 4- - 8:21 rev.
8.17 Menuoptie 32: Test Uitgang
De uitgangen worden getest per uitgangsfunctie.
Als een bepaalde uitgangsfunctie wordt
geselecteerd, dan worden alle uitgangen met die
functie geactiveerd. De uitgangsfuncties worden
geprogrammeerd in menuoptie 53.1Progr
Uitg.Uitg Funct. In de beschrijving van menuoptie
53 wordt iedere uitgangsfunctie uitvoerig
beschreven.
Bij het activeren van menuoptie 32 verschijnt
uitgangsfunctie 01 Sirene op het LC-display. Met
de [A]- -toets en de [B] toets kan naar de gewenste
uitgangsfunctie worden gestapt. Als het nummer
van de uitgangsfunctie bekend is (zie appendix
xxx), dan kan ook dit functienummer worden
ingetoetst.
Selecteer een uitgangsfunctie met de [ent]-toets.
Op het LC-display verschijnt de uitgangsfunctie en
de status van de uitgangstest. Door de [ent]-toets
in te drukken wordt de uitgangstest gestart.
Nogmaals de [ent]-toets indrukken stopt de
uitgangstest.
Met de [esc]-toets wordt menuoptie 32 beëindigd.
NOOT: De gebruikers hebben alleen toegang
tot de uitgangstest van uitgangsfunctie
01 Sirenes en 02 Flitser A.
NOOT: Alleen de installateur heeft toegang tot
de uitgangstests van alle
uitgangsfuncties.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg4d.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 41: Tijd en Datum
- - Pagina 77
23 6 99 4- - 8:21 rev.
Menuoptie 41: Tijd en Datum
De menuoptie Tijd en Datum kan worden
geselecteerd met gebruikers- -, installateurs en
remotecode. Op de GalaXy 512 kan met de
gebruikerscode echter alleen de datum en tijd
bekeken en niet gewijzigd worden. Alleen de
installateurscode en de remotecode kunnen de
datum en tijd op de GalaXy 512 wijzigen.
Als een blok geblokkeerd is (zie menuoptie 49
Tijdslot) dan kan de datum en tijd helemaal niet
gewijzigd worden.
Op de GalaXy 8, 18, 60 en 500 kan met de
gebruikerscode de datum en tijd gewijzigd
worden.
8.18.1 Bijstellen van de tijd
Met menuoptie 41 Tijd en Datum kan de tijd in en
bij worden gesteld. Als de menuoptie geopend
wordt, dan verschijnt er op het LC-display de tekst:
Druk op de [A]-toets om de tijd bij te stellen.
De tijd wordt in 24-uursformaat ingevoerd. Als de
invoer geldig is wordt deze direct geaccepteerd,
en hoeft de [ent]-toets niet ingedrukt te worden ter
bevestiging. Op het LC-display verschijnt de
hierboven weergegeven tekst.
8.18.2 Bijstellen van de datum
Met menuoptie 41 Tijd en Datum kan de datum in
en bij worden gesteld. Als de menuoptie geopend
wordt, dan verschijnt er op het LC-display de
hierboven weergegeven tekst. Druk op de [B]-
toets om de datum bij te stellen. De datum wordt
ingevoerd volgens het formaat dd/mm/jj, waarbij
“dd” de dag van de maand, “mm” de maand en “jj”
de laatste twee digits van het jaartal voorstellen.
Als de invoer geldig is, dan wordt deze direct
geaccepteerd en is bevestiging met de [ent]-toets
niet nodig.
Op het LC-display verschijnt de bovenstaande
tekst.
NOOT: De tijd en datum kan gewijzigd worden
als er blokken zijn ingeschakeld.
8.18.3 Bijstellen van de kloksnelheid
De snelheid van de klok kan worden bijgesteld.
Door op de [#]-toets te drukken, als de hierboven
weergegeven tekst op het LC-display staat,
verschijnt op het LC-display de volgende tekst:
De variatie die ingevoerd kan worden is het aantal
seconden per week en moet tussen de 0 en 120
seconden per week liggen.
Als alleen de variatie wordt ingevoerd, gaat de
klok het ingevoerde aantal seconden per week
sneller lopen. Wordt echter de [*]-toets ingedrukt
verschijnt er een “*” (asterisk) voor de variatie. Dit
geeft aan dat de klok het ingevoerde aantal
seconden per week langzamer gaat lopen.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg4e.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 42: Wijzig Codes
- - Pagina 78
23 6 99 4- - 8:21 rev.
8.19 Menuoptie 42: Wijzig Codes
8.19.1 Algemene beschrijving
Menuoptie 42 Wijzig Codes wordt gebruikt om
codes toe te kennen, te wijzigen en te verwijderen.
De codes worden gebruikt om het GalaXy
systeem de te bedienen en te programmeren.
Menuoptie 42 is in drie submenu’s onderverdeeld:
• Gebruikerscodes
Gebruikerscodes is weer onderverdeeld in negen
submenu’s (afhankelijk van het type GalaXy, de
blokfunctie en de MAX funxtie) die betrekking
hebben op de toegang van gebruikerscodes tot
het GalaXy systeem. Ook MAX functie kunnen in
dit submenu worden toegekend aan gebruikers.
• PIN waarschuwing (GalaXy 500 en 512)
PIN waarschuwing is de waarschuwingsperiode
voorafgaand aan de datum waarop een gebruiker
zijn code moet wijzigen. Deze datum wordt
bepaald door de verloopperiode die is vastgesteld
in menuoptie 51.42 Parameters.Wijzig PIN. Voor
een gedetailleerde beschrijving wordt verwezen
naar menuoptie 51.42 Parameters.Wijzig PIN.
• MAX gebruikers
De optie MAX gebruikers is alleen beschikbaar als
de MAX functie is ingeschakeld (menuoptie 63.2.1
Optie BLK/MAX.MAX.MAX mode)
De optie is onderverdeeld in twee menu’s om
MAX kaarten toe te kennen aan gebruikers.
Tabel 0 2- geeft een overzicht van de structuur van
menuoptie 42.
Menu 42 Submenu Programmering Speciale functies
1= Gebr Codes 1=Wijzig Code 4, 5 of 6 cijferige PIN [*] verwijdert laatste
cijfer van de PIN
[#] Bij inst. Code op
G60, 500 en 512:
authorisatie gebruiker
vereist
2=Wijzig Niveau 1 t/m 6 [*] volledig menu toeg.
[#] Dwangcode
(niet op G8)
3= Wijzig Naam 6 alfa-numerieke
karakters [*] verwijdert laatste
cijfer van omschrijving
[#] schakelen tussen
hofdletters, kleineletter
en bibliotheek
4=Tijdzone 0=Uit
1=Timer A
2=Timer B
3=Timer A en B
5=Tijdelijke Code 0t/m 28 dagen [*] G500 en 512:
wijzig PIN optie
(Als blokkenmode
is ingeschakeld) 6=Wijzig Blok
(niet op G8) G18: 1 t/m 3
G60: 1 t/m 4
G500: 1 t/m16
G512: 1 t/m 32
[*] groepkeuze
[A],[B] G500 en 512:
schakelen tussen
blokgroepen
(Als MAX mode is
ingeschakeld) 7=MAX Nummer 10 cijferig nummer
van de MAX kaart
(Als MAX mode is
ingeschakeld) 8=MAX functie nummer van de
gewenste menuoptie
(Als MAX mode is
ingeschakeld) 9=MAX
bediendeel adres van bediendeel
waarop MAX functie
informatie wordt
getoond
2=PIN
waarschuwing
(G500 en 512)
1 t/m 28 dagen
3=MAX
gebruikers 1=MAX nummer 10 cijferige nummer
van de MAX kaart
2=Blokken
(niet op G8) G18: 1 t/m 3
G60: 1 t/m 4
G500: 1 t/m 16
G512: 1 t/m 32
[*] groepkeuze
[A],[B] G500 en 512:
schakelen tussen
blokgroepen
Tabel 0 2- : Menustructuur menuoptie 42
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg4f.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 42: Wijzig Codes
- - Pagina 79
23 6 99 4- - 8:21 rev.
8.19.2 Standaard codes
De GalaXy alarmmeldcentrale wordt vanuit de
fabriek met 3 standaard codes geleverd.
Naam Niveau Code
Manager 6 1234
Installateur 7 112233
Remote 8 543210
8.19.3 De installateurscode
• De installateurscode kan alleen de installateurs
PIN wijzigen.
• De installateurscode kan geen
gebruikerscodes en managerscode toewijzen,
wijzigen of verwijderen.
• Alle ingeschakelde blokken zijn bij het
activeren van de installateursmode niet
toegankelijk. Ingeschakelde blokken kunnen
niet worden toegekend aan zones, uitgangen
of andere functies die gerelateerd zijn aan
blokken.
NOOT: Als de GalaXy 8 is ingeschakeld kan de
installateursmode niet actief gemaakt
worden.
• Als de GalaXy alarmmeldcentrale in de
installateursmode staat worden
sabotagealarmen niet geregistreerd. Zones
met een 24 uurs bewaakte functie blijven
echter functioneren. (O.a. Brand, 24 uur,
Security, Paniek, enz.)
• Als de GalaXy alarmmeldcentrale in de
installateursmode staat is op het display de
installateursbanner af te lezen.
• Als de GalaXy 512 in de installateursmode
staat, dan kan de GalaXy alarmmeldcentrale
niet in worden geschakeld.
8.19.4 De Managercode
De managercode kan:
• De gebruikerscodes attributen programmeren
van alle gebruikerscodes
• Gebruikerscodes op managerniveau (6)
plaatsen
• Manager PIN wijzigen. (De Manager PIN kan
niet gewist worden)
• MAX functies toekennen aan de codes
NOOT: Op de GalaXy 18, 60 en 500 kan de
managercode gereset worden op de
default waarde met menuoptie 51.21
Parameters.Reset Managr. Deze optie
is niet toegankelijk voor een GalaXy 8.
Op de GalaXy 512 kan menuoptie 51.21
alleen bereikt worden met de
remotecode.
De managercode staat van de fabriek uit
geprogrammeerd met blokkeuze. De blokkeuze
kan worden uitgeschakeld door bij de
bloktoewijzing (42.1.6) de “*” (asterisk) te
verwijderen met de [*]-toets.
Op de GalaXy 8 en 18 heeft de managercode, van
de fabriek uit, alleen toegang tot het
gebruikersmenu. Toegang tot het gehele menu
kan worden verkregen als voor het niveau van de
managercode een “*” (asterisk) wordt
geprogrammeerd met de [*]-toets.
Op de GalaXy 60, 500 en 512 heeft de
managercode, van de fabriek uit, toegang tot het
volledige menu. Toegang tot het gebruikersmenu
kan worden verkregen als voor het niveau van de
managercode een “*” (asterisk) wordt verwijderd
met de [*]-toets.
8.19.5 Gebruikerscodes
Als menuoptie 42 gekozen is, verschijnt op het
LC-display submenuoptie 1 Gebruikerscodes. Als
submenuoptie 1 wordt geselecteerd met de [ent]-
toets verschijnt de eerste code op het LC-display.
Met de [A]- -toets en de [B] toets kan naar de
andere codes gestapt worden.
^ = Tijdelijke
code
* = Wijzig PIN
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg50.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 42: Wijzig Codes
- - Pagina 80
23 6 99 4- - 8:21 rev.
Door een codeadres in te toetsen kan
rechtstreeks naar een code worden gestapt. Als
het gewenste codeadres op het LC-display is
weergegeven kunnen de instellingen van het
codeadres worden ingevoerd door op de [ent]-
toets te drukken.
Op het LC-display verschijnt de tekst “1= Wijzig
Code”. Met de [A]- -toets en de [B] toets kunnen de
overige code attributen gekozen worden. Door op
de [ent]-toets te drukken wordt de keuze
bevestigd.
8.19.5.1 1=Wijzig Code
Door de unieke code van iedere gebruiker
onderscheidt de GalaXy de verschillende
gebruikers. De GalaXy bepaalt aan de hand van
de code de toegangsrechten van de gebruiker op
het systeem.
Met Wijzig Code kunnen codes toegewezen
worden aan gebruikers of bestaande codes
gewijzigd worden. Een code is altijd 4, 5 of 6
cijferig en moet uniek zijn in het systeem. Als een
dubbele code wordt ingevoerd verschijnt op het
LC-display de tekst “Onjuiste Keuze Gemaakt” en
de code wordt niet toegekend.
De ingevoerde cijfers verschijnen op de onderste
regel ven het LC-display. Door het indrukken van
de [*]-toets wordt het laatste cijfer steeds gewist.
Na de invoer van de code wordt deze met het
drukken op de [ent]-toets opgeslagen in het
geheugen van de GalaXy. Op het LC-display
verschijnt “1=Wijzig Code”.
8.19.5.1.1 Wissen van een code
Een bestaande code wordt gewist door in plaats
van een code in te voeren, op de [*]-toets te
drukken. Het lege blokje (o) geeft aan dat het
codeadres leeg is. De bijbehorende MAX nummer
wordt dan ook gewist.
8.19.5.1.2 Gebruik van Dual codes
(GalaXy 60, 500 en 512)
De invoer van een Dual code geeft geen toegang
tot de menustructuur van de GalaXy en kan niet
in- en uitschakelen. Na invoer verschijnt op het
LC-display de tekst “Geen toegang: Voer 2e code
in”. De 2e Dual code moet binnen 60 seconden
worden ingetoetst, om toegang te krijgen tot het
GalaXy menu, of om in- en uit te kunnen
schakelen.
Als binnen 60 seconden geen geldige tweede
Dual code is ingevoerd, zullen alle uitgangen met
de functie 42 Ill-Code worden geactiveerd.
Dual codes kunnen een verschillend niveau
hebben. Het hoogste niveau bepaald de
toegangsrechten op het systeem, onafhankelijk of
deze als eerst of als tweede werd ingevoerd.
8.19.5.1.3 Toekennen van Dual code
Als een code als Dual code geprogrammeerd
moet worden, druk dan op de [#]-toets bij de
invoer van de code. Voor de nieuwe code
verschijnt een “#”- -teken (hash). Druk op de [ent]
toets ter bevestiging van de invoer.
o = codeadres niet in gebruik
n = codeadres in gebruik
nn = Dual code
d d i i b ik
Tijdzone (geen, A, B of AB)
Toegewezen blokken
Gebruikersnaam
Blokkeuze
Codeadres
Niveau
Toegang tot volledige menu
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg51.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 42: Wijzig Codes
- - Pagina 81
23 6 99 4- - 8:21 rev.
Bij het gedetailleerde code gegevens op het LC-
display staan twee gesloten blokjes (“nn”) ten
teken dat de code is geprogrammeerd als Dual
code.
8.19.5.2 Wijzig Niveau
Aan iedere gebruiker wordt een niveau toegekend.
Dit niveau bepaalt de toegangsrechten in het
GalaXy menu. Het niveau is programmeerbaar
van 0 tot en met 6. Het installateursniveau, niveau
7, is niet programeerbaar. Ook het niveau van de
remotecode, niveau 8, is niet te programmeren.
Toets het niveau in, en bevestig de invoer door op
de [ent]- -toets te drukken. In Tabel 0 3 zijn de
standaard toegangsrechten weergegeven van de
verschillende niveaus. In menuoptie 68 Menu
Niveau kunnen de niveaus van de menuopties
worden aangepast. Deze menuoptie is niet
beschikbaar op de GalaXy 8 en 18. Zie voor een
gedetailleerde beschrijving van het aanpassen van
de menuniveaus menuoptie 68 Menu Niveau.
Niveau Toegangsrechten in het GalaXy menu
01 Bewaker Gebruik van de code wordt in
geheugen geregistreerd
11 Schoonmaker Alleen inschakelen
21 Oppasser Alleen in of uitschakelen
3 Gebruiker Menuoptie 11 - 19
4 Gebruiker Menuoptie 11 - 29
5 Gebruiker Menuoptie 11 - 39
62 Manager Menuoptie 11 - 49
72 Installateur Menuoptie 11 - 68
82 Remote Menuoptie 11 - 68
1 = Geen toegangsrechten in het GalaXy menu
2 = De manager, installateurs en remotecode (de laatste drie
codes in het GalaXy systeem) hebben een vast niveau wat niet
gewijzigd kan worden.
Tabel 0 3- : Toegangsrechten tot het GalaXy menu per niveau
8.19.5.2.1 Dwangcode (GalaXy 18, 60, 500 en
512)
Een code kan geprogrammeerd worden als
dwangcode. De invoer van een dwangcode heeft
het zelfde resultaat als de invoer van een
gebruikerscode, met het verschil dat het alle
uitgangen met de functie 41 Overval zal aktiveren.
Zie menuoptie 53 voor het programmeren van de
uitgangsfuncties.
Er is geen beperking van het aantal dwangcodes
in het GalaXy systeem. Zie blz. 173 voor het
maximum aantal codes per type GalaXy.De code
wordt als dwangcode geprogrammeerd als op de
[#]-toets wordt gedrukt bij het programmeren van
het niveau.
• Als de [#]-toets twee maal na een geldige PIN
wordt ingevoerd is een Paniek alarm (Stil via
uitgang) het gevolg.
8.19.5.3 De [*]-toets.
8.19.5.3.1 Toegang tot het gebruikersmenu
Alle gebruikerscodes hebben van de fabriek uit
alleen toegang tot het gebruikersmenu (zie 0 7.1
Menustructuur).
De beschikbare functies in het gebruikersmenu
hangen per code af van het niveau van de code.
Alleen de functies met een gelijk of lager niveau
dan het niveau van de code zijn in het
gebruikersmenu beschikbaar.
De code heeft toegang tot het volledige menu als
bij de invoer van het niveau de [*]-toets wordt
ingedrukt. Voor het niveau verschijnt een “*”
(asterisk) op het LC-display. Codes kunnen niet
worden toegekend aan beide menu’s.
Codes met niveau 0, 1 en 2 kunnen niet worden
toegewezen aan het gebruikersmenu door de [*]-
toets in te drukken. Deze codes hebben geen
toegang tot beide menu’s.
NOOT: Op de GalaXy 8 en 18 heeft de
managercode van de fabriek uit
toegang tot het gebruikersmenu, op de
GalaXy 60, 500 en 512 tot het volledige
menu.
8.19.5.4 Wijzig Naam
Met de optie Wijzig Naam kan een tekstuele
omschrijving gegeven worden aan de
gebruikerscode. Het gebruik van de omschrijving
bij de code komt de herkenbaarheid in de
systeemgeheugen ten goede. De omschrijving
kan uit maximaal 6 alfa-numerieke karakters
bestaan.
De gebruikerscodes staan van de fabriek uit op
“GEBR”, de managercode op “MANAGR” de
installateurscode op “INST.” en de remote code op
“REMOTE”, en ATM-codes (GalaXy 512) op
“ATM”.
Bij het wijzigen van de naam moet de
fabrieksnaam eerst gewist worden, alvorens de
nieuwe naam kan worden ingevoerd. De namen
“MANAGR”, “INST.” en “REMOTE” kunnen niet
worden gewijzigd.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg52.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 42: Wijzig Codes
- - Pagina 82
23 6 99 4- - 8:21 rev.
Karakters worden gewist door het indrukken van
de [*]-toets.
Op de onderste regel van het LC-display staan de
beschikbare karakters. Met de [A]- -toets en de [B]
toets kan door de rij met karakters gestapt
worden. Met de [ent]-toets wordt het karakter
geselecteerd en op de bovenste regel geplaatst.
Door op de [#]-toets te drukken verandert de
reeks karakters (hoofdletters) in een andere
reeks karakters (kleine letters). Nogmaals op de
[#]-toets drukken resulteert in de toegang tot de
woorden-bibliotheek.
Alle karakters uit de twee reeksen en de woorden
uit de bibliotheek kunnen met een code
geselecteerd. Het gebruik van deze codes
versnelt de invoer. Zie blz. 170.
NOOT: De GalaXy 8 heeft geen bibliotheek.
Druk op de [esc]-toets als de naam is ingevoerd.
Op het display verschijnt de tekst “3 = Wijzig
Naam”.
8.19.5.5 Tijdzone (GalaXy 60, 500 en
512)
Door de code in een bepaalde tijdzone te zetten,
wordt de toegang beperkt tot de tijden die zijn
geprogrammeerd. De tijden worden
geprogrammeerd in de Klok A en B. Zie
menuoptie 65 Klok voor een gedetailleerde
beschrijving over het programmeren van de
klokken.
De code wordt toegewezen aan een klok door het
invoeren van een cijfer. De betekenis van het cijfer
is weergegeven in Tabel 0 4- .
Selectie Klok Code beperking
0 Uit
(standaard) Codes werken altijd
1 Klok A De codes zijn niet geldig tussen de Aan
tijd en de UIT tijd van klok A
2 Klok B De codes zijn niet geldig tussen de Aan
tijd en de UIT tijd van klok B
3 Klok A + B De codes zijn niet geldig tussen de Aan
tijd en de UIT tijd van klok A + B
Tabel 0 4- : Selectie van klokken voor de tijdzone
De codes zijn niet geldig tussen de AAN en UIT
tijden van de klokken.
De ingestelde tijden van Klok A en Klok B kunnen
worden bekeken in menuoptie 45.1 Klok
Aan/Uit.Kijk.
Als een code, die in een tijdzone is geplaatst,
wordt gebruikt buiten de toegewezen tijd, dan
zullen alle uitgangen met de functie 41 Ill-code
worden geactiveerd.
8.19.5.5.1 Autoset (GalaXy 500)
De autoset functie op de Galaxy 500 maakt
gebruik van klok B om automatisch in te
schakelen. Een gebruikerscode die is ingedeeld in
een tijdzone met klok 2 = B of 3 = A + B kan niet
inschakelen tijdens de autoset periode.
Een gedetailleerde beschrijving van de autoset
functie staat omschreven bij menuoptie 65.3
Klok.Autoset.
8.19.5.6 Tijdelijke Codes (GalaXy 500 en
512)
Met Tijdelijke Codes kan een code tijdelijk aan
een gebruiker worden toegewezen. Het aantal
dagen (0 t/m 28) dat wordt ingevoerd in de
geldigheidsduur van de tijdelijke code. De
standaard instelling van de Tijdelijke Code is 0
dagen. Daarmee zal de code nooit verlopen.Een
tijdelijke code verloopt en wordt uit de codelijst
verwijderd om 00:00 uur na het ingestelde aantal
dagen.
Een tijdelijke code in herkenbaar aan het “^”-teken
tussen het codeadres en de gebruikersnaam als
op het LC-display de informatie over de code
wordt weergegeven.
NOOT: Van de manager- installateurs- en
remotecode kan geen tijdelijke code
gemaakt worden.
• Tijdelijke Code Wijzigen (GalaXy 500 en
512)
Op de GalaXy 500 en 512 kunnen gebruikers na
een ingestelde periode verplicht worden om de
code te wijzigen. Het verzuimen hiervan resulteert
in een ongeldige code. De periode dat de code
geldig is, wordt vastgelegd in menuoptie 51.42
Parameters.Wijzig PIN. Naast het opgeven van de
periode dat de code geldig is moet een
waarschuwingsperiode worden ingesteld. De
waarschuwingsperiode is de periode voorafgaand
aan de datum waarop de code verloopt.
Gedurende deze periode wordt de gebruiker erop
geattendeerd dat de code gewijzigd moet worden.
In de GalaXy moet aangegeven worden welke
codes voor de ingestelde periode door de
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg53.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 42: Wijzig Codes
- - Pagina 83
23 6 99 4- - 8:21 rev.
gebruiker moeten worden gewijzigd. Dit wordt
aangegeven in Tijdelijke Codes.
Toets, in plaats van het aantal dagen dat de code
geldig is, op de [*]-toets. Als de code is
gemarkeerd met een “*” (asterisk), dan wordt de
gebruiker gewaarschuwd dat de code gewijzigd
moet worden voordat deze verloopt.
Op het LC-display verschijnt tussen het code
adres en de gebruikersnaam een “*” (asterisk).
Als in menuoptie 51.42 Parameters.Wijzig PIN de
waarde 0 wordt ingevoerd is de code
geprogrammeerd als een permanente code, en
verloopt nooit.
Wordt er echter een waarde in het bereik van 1 tot
en met 12 ingevoerd, dan stelt dit het aantal
maanden voor dat de codes geldig zijn. Voor het
einde van die periode moet de code gewijzigd zijn,
anders verloopt de code en wordt deze uit de
codelijst verwijderd.
NOOT: Een code verloopt op de eerste dag
van de volgende maand.
De waarschuwing dat de code gewijzigd moet
worden wordt opgegeven in menuoptie 42.2 Wijzig
Codes.PIN waarschuwing. Op het hier opgegeven
aantal dagen (1 t/m 28), voorafgaand aan de
datum waarop de code verloopt, wordt de
gebruiker erop gewezen dat de code gewijzigd
moet worden. De waarschuwing komt niet op het
LC-display als het systeem uitschakeld.
De nieuwe code moet 6 cijferig zijn en moet uniek
zijn in het GalaXy systeem. Als de [esc]-toets of
een ongeldige code wordt ingevoerd, dan gaat de
GalaXy alarmmeldcentrale verder met met de
gebruikerlijke afhandeling van de gekozen
procedure (in- of uitschakelen, menutoegang,
enz.).
De eerstvolgende keer dat de code wordt gebruikt,
dan wordt de gebruiker er opnieuw op gewezen
dat de code gewijzigd moet worden.
NOOT: Het te laat wijzigen van de code
resulteert in een ongeldige code bij de
eerstvolgende uitschakeling van het
systeem.
8.19.5.7 Wijzig Blok (GalaXy 18, 60, 500
en 512)
In de optie Wijzig Blok worden de blokken bepaald
waar de gebruiker toegang toe en bediening over
heeft. De optie is alleen beschikbaar als het
GalaXy systeem in blokken is gedeeld (zie menu
63.1.1 Optie BLK/MAX.Blokken.Blokkenmode)
Als de optie Wijzig Blok geactiveerd wordt
verschijnen de beschikbare blokken op het LC-
display. De code is van de fabriek uit in blok 1
ingedeeld. Door het nummer van een blok in te
drukken, verschijnt er een “-“-teken (minus) onder
het overeenstemmende blok. Het “-“-teken geeft
aan dat de code geen toegangsrechten heeft op
het betreffende blok.
Door nogmaals het nummer van het blok in te
drukken wordt het blok weer in de selectie
opgenomen.
Als op de [*]-toets wordt gedrukt, verschijnt op de
onderste rij van het LC-display een “*” teken voor
de bloknummers. Deze “*” geeft aan dat de
gebruiker van de code bij het intoetsen van de
code de blokkeuze heeft. Deze blokkeuze houdt in
dat de gebruiker kan opgeven voor welke blokken
de opdracht is bedoeld die hij uitvoerd.
Zonder “*” wordt de optie, die de gebruiker
activeert, op alle blokken, waarin de gebruiker is
ingedeeld, uitgevoerd.
Als de [*]-toets nogmaals wordt ingedrukt wordt de
blokkeuze weer opgeheven.
De selectie wordt bevestigd als op de [ent]-toets
wordt gedrukt.
De GalaXy 500 heeft 16 blokken en de GalaXy
512 heeft 32 blokken; deze worden op het LC-
display in groepen van acht blokken getoond. De
groepen worden A, B, C en D genoemd (bij de
GalaXy 500 worden alleen A en B gebruikt).
Gebruik de [A]- -toets of de [B] toets om tussen de
groepen A, B, C en D te schakelen.
8.19.5.7.1 Enkel blok toewijzen
Een code kan ingedeeld worden in een enkel blok.
De gebruiker kan dan alleen het betreffende blok
bedienen, in- en uitschakelen.
Als de blokkeuze wordt toegekend kan de
gebruiker bij het in- en uitschakelen zien of het
betreffende blok in of uitgeschakeld is.
8.19.5.7.2 Meerdere blokken toewijzen
Als een code wordt ingedeeld in meerdere
blokken, dan zijn er twee mogelijkheden van
bediening.
• De gebruiker schakelt alle blokken in, waarin
de code is ingedeeld.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg54.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 42: Wijzig Codes
- - Pagina 84
23 6 99 4- - 8:21 rev.
• Op het LC-display verschijnt de status van de
blokken waarin de code is ingedeeld. Door het
nummer van de blokken in te drukken
verandert de staus van het betreffende blok.
Met de [ent]-toets wordt de selectie
doorgevoerd. Deze mogelijkheid heet
blokkeuze.
8.19.5.7.3 Blokkeuze
De blokkeuze wordt ingesteld, door de [*]-toets in
te drukken bij het toekennen van de blokken aan
een code. Op het LC-display verschijnt voor de
blokken een “*”-teken (asteriks).
NOOT: De managers- -, installateurs , en
remotecode zijn in alle blokken
ingedeeld, deze instelling is niet te
wijzigen.
NOOT: De installateurs- en remotecode
hebben blokkeuze, deze instelling is
niet te wijzigen.
NOOT: Een gebruiker met een voldoende hoog
niveau om codes te wijzigen en in te
voeren, kan blokken aan codes
toewijzen. De gebruiker kan echter
alleen blokken toewijzen, waar die
gebruiker zelf aan toegewezen is.
8.19.5.8 MAX nummer
In iedere MAX kaart is een uniek 10 cijferig
nummer gegraveerd. Een MAX kaart wordt
toegekend aan een gebruiker door het MAX
kaartnummer in te voeren met de optie MAX
nummer.
Het nummer identificeert de MAX kaart aan het
GalaXy systeem. De GalaXy legt de relatie tussen
het MAX kaartnummer en de gebruiker.
Voer een MAX kaartnummer als volgt in:
• Alle nummerlokaties staan van de fabriek uit
op 0000000000 (tien nullen). Druk op de [B]-
toets om de nullen te wissen.
• Voer het 10 cijferige nummer in dat op de MAX
kaart staat. De GalaXy alarmmeldcentrale
plaatst zelf voorloop-nullen als de invoer niet uit
tien cijfers bestaat.
• Druk op de [ent]-toets om de invoer te
bevestigen.
NOOT: Een MAX nummer kan aan een
gebruiker worden toegekend terwijl er
geen code is toegekend.
Met menuoptie 42.3 Wijzig Codes.MAX Gebr.
kunnen MAX kaarten worden toegekend aan
gebruikers die geen code nodig hebben. Zie voor
aanvullende informatie menuoptie 42.3 Wijzig
Codes.MAX Gebr.
8.19.5.9 MAX Functie
Aan een MAX kaart kan een functie uit het GalaXy
menu worden toegekend.
De gebruiker moet een voldoende hoog niveau
hebben om de functie uit te kunnen voeren. Een
functie van een te hoog niveau kan niet worden
toegewezen, en geeft in het display “Niet
Voldoende Toegangsrechten”.
Vanuit de fabriek is er geen functie toegewezen
aan de MAX kaart. De kaart zal alleen het MAX
relais aansturen.
Druk op de [A]- -toets en de [B] toets om de functie
te kiezen die aan de kaart moet worden
toegewezen.
Door het nummer van de menuoptie van de
functie in te drukken verschijnt de functie direct op
het LC- - )display. (zie Tabel 0 2: Volledig menu
Bevestig de keuze door op de [ent]-toets te
drukken.
Als aan de MAX kaart geen functie moet worden
toegekend, druk dan op de [*]- -toets. Op het LC
display verschijnt de tekst “**=Niet Gebruikt”.
8.19.5.10 MAX Bediendeel
Als de functie, die aan een MAX kaart is
toegekend, een bediendeel nodig heeft om een
selectie te laten maken, of tekst op het LC-display
te tonen, dan is het mogelijk om dat te beperken
tot één enkel bediendeel.
In submenuoptie 9 MAX bediendeel kan het
bediendeel worden toegewezen, waarmee de
functie gaat samenwerken.
Bij het activeren van de optie verschijnt op het LC-
display de tekst:
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg55.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 42: Wijzig Codes
- - Pagina 85
23 6 99 4- - 8:21 rev.
Druk op de [#]- -toets. Op het LC display verschijnt
het adres van het eerste bediendeel in het GalaXy
systeem. Gebruik de [A]- -toets en de [B] toets om
door de verschillende bediendeeladressen te
stappen. Met de [ent]-toets wordt de keuze
bevestigd.
Het bediendeeladres, dat in gebruik is voor het
invoeren van deze functie, is herkenbaar aan het
eerste cijfer van het adres Over dit cijfer knippert
een zwart blokje.
8.19.5.10.1 Bediening met MAX kaarten
De functie die is toegekend aan een MAX kaart,
wordt geactiveerd door de kaart drie seconden
aan eengesloten aan te bieden aan een MAX
lezer. De MAX lezer moet een gemeenschappelijk
blok hebben met de gebruiker (kaarthouder). Het
bediendeel dat met submenuoptie 9 MAX
Bediendeel is gekoppeld aan de MAX functie,
geeft de informatie van de functie weer.
NOOT: Als het bediendeel in gebruik is, dan
wordt de informatie van de functie niet
weergegeven.
NOOT: Een MAX functie die een actie tot
gevolg heeft, zoals inschakelen, wordt
direct uitgevoerd.
Als er geen bediendeel is gekoppeld aan de MAX
functie, dan zal de informatie weergegeven
worden op alle bediendelen in het gezamenlijke
blok.
Op alle bediendelen staat de tekst “Druk Een
Toets”. Een toetsaanslag activeert de functie op
dat bediendeel. Als er binnen vijf seconden geen
toets is ingedrukt op een bediendeel, dan wordt de
functie uitgevoerd op alle bediendelen.
8.19.6 PIN Waarschuwing (GalaXy 500 en 512)
Met deze optie wordt de periode opgegeven
voorafgaand aan de datum waarop een code
gewijzigd moet worden, als menuoptie 51.42
Parameters.Wijzig PIN is ingesteld. In deze
periode wordt de gebruiker erop geattendeerd dat
de code gewijzigd moet worden.
De periode is van de fabriek uit op 28 dagen
ingesteld. De ingevoerde waarde moet liggen
tussen de 1 en 28 dagen.
Als de gebruiker verzuimt de code te wijzigen voor
het einde van de waarschuwingsperiode, dan
wordt de code gewist bij de eerstvolgende
uitschakeling.
NOOT: De waarschuwingsperiode loopt af op
de laatste dag van de maand, de code
verloopt op de eerste dag van de
volgende maand.
Zie voor aanvullende informatie menuoptie 51.42
Parameters.Wijzig PIN en 0 8.19.5.6 Tijdelijke
Codes op pagina 82.
8.19.7 MAX Gebruikers
Met de submenuoptie MAX Gebruikers kunnen
MAX kaarthouders in het GalaXy systeem worden
ingevoerd. Deze MAX gebruikers zijn uitsluitend
kaarthouder, en hebben dus geen code
toegewezen gekregen. De kaarthouders kunnen
alleen gebruik maken van de toegangscontrole
faciliteiten op het GalaXy systeem.
Aktiveer de submenuoptie om MAX kaartnummer
in te voeren.
Het eerste MAX kaartadres wordt op het LC-
display getoond.
Druk op de [A]- -toets en de [B] toets om het
gewenste MAX kaartadres te kiezen. Bevestig de
keuze met de [ent]- -toets. Op het LC display
verschijnt de tekst “1 = MAX nr”.
8.19.7.1 MAX kaartnummer
Het MAX nummer is het nummer dat op de MAX
kaart is gegraveerd. Het vormt voor de GalaXy de
relatie tussen de kaart en de kaarthouder, met de
daarbij behorende toegangsrechten.
Voer een MAX kaartnummer als volgt in:
• Alle nummerlokaties staan van de fabriek uit
op 0000000000 (tien nullen). Druk op de [B]-
toets om de nullen te wissen.
• Voer het 10 cijferige nummer in dat op de MAX
kaart staat. De GalaXy alarmmeldcentrale
plaatst zelf voorloop-nullen als de invoer niet uit
tien cijfers bestaat.
• Druk op de [ent]-toets om de invoer te
bevestigen.
o MAX nr. niet ingevuld
n
MAX nr. ingevuld
Toegekende blokken
Omschrijving is vast
MAX kaartadres
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg56.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 42: Wijzig Codes
- - Pagina 86
23 6 99 4- - 8:21 rev.
Als een MAX kaartnummer is ingevoerd op een
kaartadres, dan verschijnt bij dat kaartadres op
het informatiescherm een “n”-teken (zwart blok).
8.19.7.2 Blokken (niet op GalaXy 8)
Deze submenuoptie is alleen beschikbaar als de
blokkenfunctie is ingesteld (menuoptie 63.1.1
Optie BLK/MAX.Blokken.Blokkenmode).
In de submenuoptie Blokken worden de blokken
toegekend aan de MAX kaarten. Een MAX kaart
activeert het MAX relais alleen als de MAX kaart
en de MAX lezer een gemeenschappelijk blok
hebben.
Als de submenuoptie geselecteerd wordt
verschijnt op de bovenste regel de blokken waarin
het MAX kaartnummer is ingedeeld.
Druk op de nummers van de blokken waaraan de
MAX kaart moet worden toegewezen. Op de
onderste regel verschijnen de waaraan de MAX
kaart wordt toegewezen. Een “-“-teken (Minus)
geeft aan dat de MAX kaart niet is toegewezen
aan het betreffende blok.
Door nogmaals op het nummer van een
toegewezen blok te drukken wordt de toewijzing
weer opgeheven.
Druk op de [ent]-toets om de selectie te
bevestigen.
De GalaXy 500 heeft 16 blokken en de GalaXy
512 heeft 32 blokken; deze worden op het LC-
display in groepen van acht blokken getoond. De
groepen worden A, B, C en D genoemd (bij de
GalaXy 500 worden alleen A en B gebruikt).
Gebruik de [A]- -toets of de [B] toets om tussen de
groepen A, B, C en D te schakelen.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg57.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 43: Zomertijd
- - Pagina 87
23 6 99 4- - 8:21 rev.
8.20 Menuoptie 43: Zomertijd
Op de eerste dag van het jaar wordt de zomertijd
automatisch ingesteld. De startdatum,
aangegeven met “Begin”, wordt ingesteld op de
laatste zondag van maart. De einddatum,
aangegeven met “Einde” wordt ingesteld op de
vierde zondag van oktober.
De zomertijd-functie zet de klok één uur vooruit op
de startdatum, en zet de klok één uur terug op de
einddatum.
Codes met een voldoende hoog niveau kunnen de
begin- - en einddatum wijzigen. Druk op de [A] toets
om de startdatum te wijzigen en de [B]-toets om
de einddatum te wijzigen. Het formaat van de
datum is “dd”/”mm” waarbij “dd”de dag van de
maand is en “mm” de maand van het jaar.
Op de GalaXy 512 kan de begin- en einddatum
alleen gewijzigd worden door de instalateurs- en
de remotecode.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg58.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 44: Inbraakspoor
- - Pagina 88
23 6 99 4- - 8:21 rev.
8.21 Menuoptie 44: Inbraakspoor (GalaXy
18, 60, 500 en 512)
Met de menuoptie 44 Inbraakspoor worden de
meldingen die betrekking hebben op de laatste
inbraakmelding bij elkaar gegroepeerd.
Inbraakspoor registreert zowel de de in- als
uitschakeling direct voorafgaand en na de inbraak,
als de eerste vijf meldingen tijdens de
alarmactvatie.
Met de [A]- -toets en de [B] toets kan door de zeven
meldingen gestapt worden.
Door op de [#]-toetste drukken verschijnt er
aanvullende informatie op het LC-display over de
voorstaande melding. Bij meldingen die betrekking
hebben op een gebruiker verschijnt het
bediendeel, het niveau, en de groep. Bij
meldingen die betrekking hebben op een zone
verschijnt de zoneomschrijving mits deze is
geprogrammeerd (zie menuoptie 52.2 Progr
Zones.Zone Omschr).
8.21.1 Blokkenmode
Als de blokmode is ingeschakeld (zie optie 63.1.1
Optie BLK/MAX.Blokken.Blokkenmode), dan is er
een inbraakspoor van de laatste alarmactivatie in
ieder blok. Om het inbraakspoor van één van de
blokken te kunnen bekijken moet een code met
blokkeuze, het juiste niveau en toewijzing in het
overeenstemmende blok worden ingevoerd. Op
het scherm verschijnen de blokken waar de
gebruiker toegang toe heeft. Door op het nummer
te drukken van het blok waarvan het inbraakspoor
getoond moet worden, verschijnt er een “J” onder
het betreffende blok.
Van het blok dat is gemarkeerd verschijnt na
indrukken van de [ent]-toets het inbraakspoor.
Als er meerdere blokken zijn gemarkeerd, of als
de code geen blokkeuze heeft, dan wordt het
inbraakspoor getoond van het meest recente
alarm.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg59.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 45: Klok Aan/Uit
- - Pagina 89
23 6 99 4- - 8:21 rev.
Menuoptie 45: Klok Aan/Uit (GalaXy 60, 500 en
512)
Kijk (GalaXy 60, 500 en 512)
Met submenuoptie 1 Kijk van menuoptie 45 Klok
Aan/Uit kunnen klok A, klok B en Autoset bekeken
worden.
De functie kan niet worden gebruikt om de
schakeltijden van klok A en klok B in te voeren of
te wijzigen.
In de GalaXy 512 kan deze optie alleen
geactiveerd worden als parameter 51.43
Parameters.Klok Toegang is ingeschakeld.
8.22.2 Vakantiedagen (GalaXy 60, 500 en 512)
Met deze functie kunnen tot tien vakantieperioden
ingevoerd worden. Voor iedere vakantiedag wordt
de begin- en einddatum opgegeven in submenu 1
Wijzig Dagen. De blokken die beïnvloed worden
door de ingestelde vakantiedagen worden
opgegeven is submenu 2 Toewijzen blok. De
klokken van de toegewezen blokken werken niet
tijdens de opgegeven vakantie perioden.
De laatste instelling van de klok vóór de aanvang
van de vakantieperiode blijft gehandhaafd tot de
eerste instelling van de klok na de
vakantieperiode.
Bijvoorbeeld: Een code is toegewezen aan klok A.
Klok A schakelt iedere dag om 07.00 op UIT en
om 18.00 op AAN. De vakantieperiode loopt van
dag 3 tot en met dag 6. De code heeft geen
toegang op het systeem vanaf dag 2, 18.00 uur tot
dag 7, 07.00 uur.
8.22.2.1 Wijzig dagen
Als submenu 1 Wijzig Dagen wordt geselecteert,
verschijnt op het LC-display de de volgende tekst:
Druk op de [ent]-toets om de startdatum van
periode 1 te programmeren. De datum wordt
ingevoerd volgens het formaat “dd”/”mm” waarbij
“dd” de dag van de maand is en “mm” de maand
is. Een ongeldige datum resulteert in de melding
“Onjuiste keuze gemaakt”. De datum moet
opnieuw ingevoerd worden.
Druk op de [#]-toets om de einddatum van periode
1 in te voeren. Het “>”-teken (groter dan)
verspringt naar de onderste regel. Bevestig de
keuze met de [ent]-toets.
Om een ingevoerde datum te wissen wordt de [*]-
toets ingedrukt. Op de plaats van de datum
verschijnt de tekst “**/**”.
Met de [A]- -toets en de [B] toets kan tussen de 10
periodes gestapt worden.
Op de GalaXy 60 en 500 kunnen de
vakantieperioden ingevoerd worden door een
gebruiker met een geldige code. Op de GalaXy
512 kan de vakantieperiode alleen ingevoerd en
gewijzigd worden door de installateurs- en
remotecode. Geldige gebruikerscodes kunnen de
perioden alleen bekijken.
8.22.2.2 Toewijzen Blok
In submenu 2 Toewijzen Blok worden de blokken
opgegeven waarop de geprogrammeerde
vakantieperiode van toepassing is.
Als de submenuoptie geselecteerd wordt
verschijnen de blokken op het LC-display.
Door op het nummer van het blok te drukken,
wordt de status van het blok op “J” gezet. De
vakantieperiode heeft invloed op de blokken die
de status “J” hebben.
Door nogmaals op het bloknummer te drukken,
wordt de selectie ongedaan gemaakt.
Als alle blokken geselecteerd zijn, wordt de
selectie bevestigd met de [ent]-toets.
De GalaXy 500 heeft 16 blokken en de GalaXy
512 heeft 32 blokken; deze worden op het LC-
display in groepen van acht blokken getoond. De
groepen worden A, B, C en D genoemd (bij de
GalaXy 500 worden alleen A en B gebruikt).
Gebruik de [A]- -toets of de [B] toets om tussen de
groepen A, B, C en D te schakelen.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg5a.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 45: Klok Aan/Uit
- - Pagina 90
23 6 99 4- - 8:21 rev.
Klok (GalaXy 60 en 500)
Met submenuoptie 3 Kijken kunnen de ingestelde
waarden van de verschillende klokken bekeken
worden.
1. Klok A
2. Klok B
Druk op de [A]- -toets en de [B] toets om tussen de
verschillende klokken te stappen. Druk op de
[ent]-toets om een klok te selecteren.
Eenmaal een klok geselecteerd, kan met de [A]-
toets en de [B]-toets door de ingestelde tijden
gestapt worden.
Met de submenuoptie Klok kunnen de tijden niet
gewijzigd worden.
De programmering van de klokken kunnen op een
aangesloten serieële printer worden afgedrukt
vanuit menu 57.10 Systeem Print.Klokken.
8.22.4 Vroeg open (GalaXy 512)
Als submenuoptie 3 Vroeg Open is ingesteld, dan
wordt de Lockout UIT tijd, zoals is ingesteld in
menu 65 Klok, vervroegd. De tijd dat de Lockout
UIT tijd vervroegd wordt is vastgesteld in menu
51.44 Parameters.Vroeg Open (0 - 240 minuten).
Het GalaXy systeem kan door deze optie
handmatig vroeger uitgeschakeld worden.
8.22.4.1 Vroegtijdig
Met submenuoptie 1=Vroegtijdig wordt het tijdstip
weergegeven op het LC-display waarop de
GalaXy alarmmeldcentrale de volgende dag
handmatig uitgeschakeld kan worden. Dit tijdstip is
de Lockout UIT tijd (menu 65 Klok) verminderd
met het aantal minuten, ingesteld in menu 51.44
Parameters.Vroeg Open. De tijd wordt
weergegeven in 24-uurs formaat.
Als de blokfunctie is ingeschakeld (menu 63.1.1
Optie BLK/MAX.Blokken.Blokfunctie) dan kan er
voor ieder blok een Vroeg Opentijd worden
geprogrammeerd. Met de [A]- -toets en de [B] toets
kunnen de tijden van de verschillende blokken
bekeken worden.
Deze functie geeft alleen de Vroeg Open tijd weer
als met menuoptie 51.44 de Vroeg Open tijd is
ingesteld, en als er blokken zijn geprogrammeerd
met een Lockout tijd.
Zie voor aanvullende informatie menuoptie 65
Klok.
8.22.4.2 Vroeg Open
• Een niveau 6 gebruikerscode of
installateurscode als de blokmode is
uitgeschakeld.
Als de blokmode is uitgeschakeld dan is het
programmeren van deze Vroeg Open optie voor
een gebruiker met een niveau 6 code gelijk aan
die van de installateur. Met de Vroeg Open optie
wordt aangegeven of eerder uitschakelen is
toegestaan of niet.
0 = Uitgeschakeld (standaard); vroeg uitschakelen
is niet toegestaan.
1 = Ingeschakeld ; vroeg uitschakelen is
toegestaan.
Bevestig de keuze met de [ent]-toets.
• Installateursmode met blokmode ingeschakeld.
Als de blokmode is ingeschakeld (menuoptie 63)
dan kunnen de voor individuele blokken
aangegeven worden of vroeg uitschakelen is
toegestaan.
Als de optie geselecteerd wordt verschijnt op het
LC-display de blokken. Op de tweede regel is
aangegeven met een “N” dat voor het alle blokken
blokken niet mogelijk is vroeg uit te schakelen.
Druk op het nummer van het blok om de Vroeg
Open optie toe te staan voot dat blok. De “N”
verandert in een “J”.
Door nogmaals op het nummer van het blok te
drukken wordt de selectie weer opgeheven.
Druk op de [ent]-toets om de selectie te
bevestigen.
NOOT: Alleen met de installateurscode kan de
de Vroeg Open optie worden
geselecteerd voor individuele blokken.
8.22.5 Laat Werk (GalaXy 500 en 512)
Als de submenuoptie 4=Laat Werk op AAN is
ingesteld, dan wordt er een volmacht gegeven om
de autoset tijd te verlengen, voorafgegaan door
een waarschuwing. Zie voor een gedetailleerde
beschrijving van de autosetfunctie menuoptie 65.3
Klok.Autoset.
Alleen blokken die zijn toegekend aan de code,
die dit menu initieerde, worden vertraagd
ingeschakeld.
NOOT: Een extra verlenging van de Laat
Werktijd kan worden gerealiseerd door
een geldige code in te voeren tijdens
de autoset waarschuwingperiode.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg5b.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 45: Klok Aan/Uit
- - Pagina 91
23 6 99 4- - 8:21 rev.
8.22.6 Weekend werk (GalaXy 512)
Als in de GalaXy 512 de klokken zijn ingesteld,
dan kan op de weekend dagen met submenu 5
Weekend Werk afgeweken worden van de
programmering. De weekenddag(en) wordt dan
ingesteld op een klokprogrammering van één van
de werkdagen. Hiertoe moet een geldige
gebruikerscode het submenu activeren.
NOOT: Weekend Werk kan alleen worden
ingesteld als menuoptie 51.41
Parameters.Weekend Werk wordt
ingeschakeld.
8.22.6.1 Het instellen van Weekend
Werk
Als submenu 4 Weekend Werk wordt geactiveerd,
verschijnt op het LC-display de tekst
“1=Programmeer dagen”.
• Druk op de [ent]-toets om de dagen te
programmeren. Op het LC-display verschijnt
de tekst “1=Weekend Dag”.
• Druk op de [ent]-toets om de weekenddag in te
kiezen waar de afwijking op van toepassing is.
Met de [A]- -toets en de [B] toets kan door de
verschillende mogenlijkheden gestapt worden.
0. Uit
1. Zaterdag
2. Zondag
3. Beide
• Druk op het nummer van de gewenste dag. Op
het LC-display verschijnt weer “1=Weekend
Dag”.
• Druk op de [A]-toets om het dagpatroon te
kiezen waarop de gekozen weekenddag moet
worden ingesteld. Op het LC-display verschijnt
de tekst “ 2=Dag Patroon”. Druk op de [ent]-
toets.
• Het LC-display toont de werkdagen. Druk op
de [A]- -toets en de [B] toets om de de werkdag
te kiezen. Volgens het geprogrammeerde
patroon van deze werkdag wordt de
weekenddag ingesteld.
1 = Maandag
2 = Dinsdag
3 = Woensdag
4 = Donderdag
5 = Vrijdag
Bevestig de keuze met de [ent]-toets.
Het eerstvolgende weekend wordt de
programmering doorgevoerd en blijft slechts één
weekend geldig. Na het weekend wordt submenu
1= Weekend Dag automatisch op Uit ingesteld.
Het dagpatroon kan alleen worden ingesteld met
de installateurscode.
NOOT: Het dagpatroon kan niet worden
ingesteld met de remotecode.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg5c.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 46: Blok Overbruggen
- - Pagina 92
23 6 99 4- - 8:21 rev.
8.23 Menuoptie 46: Blok Overbruggen
(GalaXy 18, 60 en 500)
Met de menuoptie 46 Blok Overbruggen is het
mogelijk om met een code (niveau 6) een alle
zones in een blok of meerdere blokken in één
keer te overbruggen.
Alleen de zones, waarvan het Overbrug Attribuut
(menuoptie 52.4 Progr Zones.OverbrBaar) is
ingeschakeld, zullen worden overbrugd.
Met de optie kunnen de zones in de blokken
overbrugd worden, maar de overbrugging kan met
de optie ook weer ongedaan gemaakt worden,
zonder in en uit te moeten schakelen.
Als menuoptie 46 Blok Overbruggen wordt
geactiveerd, verschijnen op het LC-display de
blokken op de bovenste regel. Op de onderste
regel kan worden aangegeven van welke blokken
de zones moeten worden overbrugd. Druk op het
nummer van het blok. De “N” verandert in een ”J”,
ten teken dat de zones van dat blok overbrugd
moeten worden. Nogmaals het nummer van het
blok indrukken maakt de selectie ongedaan.
Met de [ent]-toets wordt de selectie bevestigd.
NOOT: De zones van het blok zijn overbrugd
op het moment dat onder het
bloknummer een “J” verschijnt.
Zowel de banner als de installateursbanner toont
de tekst “Zones Overbrugd”.
De zones blijven overbrugd tot de overbrugging
handmatig wordt opgeheven met menuoptie 46
Blok Overbruggen, of tot de overbrugging
automatisch wordt opgeheven na een
uitschakeling van het blok waarin de zones zich
bevinden.
Zie ook menuoptie 11 Overbrug zones.
8.23.1 Uitgangsfunctie Zone Overbrugd
(GalaXy 60 en 500)
Op de GalaXy 60 en 500 is een uitgangsfunctie 32
Zone Overbrgd beschikbaar. Een uitgang die
wordt geprogrammeerd met deze functie
(status=Meegaand), wordt geactiveerd als één of
meer zones overbrugd worden. De uitgang blijft
geactiveerd tot alle overbruggingen zijn
opgeheven.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg5d.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 47: RS Toegang
- - Pagina 93
23 6 99 4- - 8:21 rev.
8.24 Menuoptie 47: RS Toegang
Met de menuoptie 47 RS Toegang regelt een
gebruikerscode met niveau 6 de toegang van
GalaXy Gold Remote Programming software tot
het GalaXy systeem. Er zijn verschillende
mogelijkheden om de flexibiliteit en de beveiliging
te vergroten.
NOOT: Deze menuoptie kan alleen worden
ingesteld als de Manager Authorize in
ingesteld in menuoptie 56.1.12.2.2
Modem/kiezer.Modem/kiezer.RS
Toegang.Mode.Manager Authorize.
8.24.1 Direct toegang
Als direct toegang wordt geselecteerd, dan stelt de
gebruiker de GalaXy alarmmeldcentrale 40
minuten open voor GalaXy Gold remote
programming om direct in te bellen. Als GalaXy
Gold eenmaal is ingelogd op de GalaXy
alarmmeldcentrale dan kan de verbinding
onbeperkt worden gehandhaafd. Na het verbreken
van de varbinding wordt de toegangstijd tot de
GalaXy alarmmeldcentrale nog eens 15 minuten
verlengd. Buiten het tijdframe is geen toegang
mogelijk tot de GalaXy alarmmeldcentrale via de
modem/kiezer.
8.24.2 Call Back
Maximaal 5 terugbelnummers kunnen door de
installateur worden geprogrammeerd in de GalaXy
alarmmeldcentrale (zie menuoptie 56
Modem/kiezer).
Door één van de vijf nummers te kiezen gevolgd
door de [ent]-toets, wordt het bijbehorende
terugbelnummer gebeld door de GalaXy
alarmmeldcentrale.
Als voor het geselecteerde nummer geen
terugbelnummer is geprogrammeerd, dan ken de
gebruiker zelf een terugbelnummer invoeren. Na
het indrukken van de [ent]-toets belt de GalaXy
alarmmeldcentrale het opgegeven
terugbelnummer.
NOOT: Het GalaXy Gold pakket dat gebeld
wordt met één van de
terugbelnummers moet ingesteld staan
op “Wachten op inbellen”. Zie de
GalaXy Gold handleiding voor een
gedetailleerde beschrijving.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg5e.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 48: Installateur Toegang
- - Pagina 94
23 6 99 4- - 8:21 rev.
8.25 Menuoptie 48: Installateur Toegang
(GalaXy 60, 500 en 512)
Bij de Installateurscode kan een “#” -teken (hash)
voor de code geplaatst. Dit “#”-teken geeft aan dat
de installateur een volmacht van een
gebruikerscode met voldoende hoog niveau nodig
heeft om de installateursmode te activeren.
Dit volmacht wordt gegeven door met een
gebruikerscode menuoptie 48 Installateur
Toegang op ingeschakeld te zetten. De
Installateur heeft nadien 5 minuten de tijd om de
installateurscode in te voeren.
De installateursmode wordt geactiveerd zonder
dat er een sabotagemelding wordt gegenereerd.
NOOT: Alleen de remotecode kan het “#”-
teken voor de installateurscode
verwijderen. De Installateurscode en de
remotecode kunnen beide het “#”-
teken plaatsen.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg5f.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 49: Tijdslot
- - Pagina 95
23 6 99 4- - 8:21 rev.
8.26 Menuoptie 49: Tijdslot (GalaXy 512)
Menuoptie 49 Tijdslot maakt het mogelijk om de
GalaXy alarmmeldcentrale in te laten schakelen
en vervolgens niet meer uit te laten schakelen tot
een ingestelde datum.
De menuoptie kan alleen gebruikt worden door
gebruikers met een code op niveau 6. De
menuoptie is alleen beschikbaar als menuoptie
51.40 Parameters.Tijdslot is ingeschakeld.
NOOT: De optie is alleen toegenkelijk voor
gebruikerscodesmet niveau 6. Het
niveau van de optie Tijdslot kan niet
met menuoptie 68 Menu Niveau worden
gewijzigd.
Als de gebruiker de optie activeert, dan moet de
datum ingevoerd worden. De datum moet
ingevoerd worden volgens het formaat
“dd”/”mm”/”jj”, waarbij “dd” de dag van de maand
is, “mm” de maand is en “jj” de laatste twee cijfers
van het jaartal. De datum moet geldig zijn en moet
in de toekomst zijn. Een datum vóór de huidige
datum wordt niet geaccepteerd.
De invoer wordt niet bevestigd met de [ent]-toets.
Daarna moet de tijd ingevoerd worden. Vanaf het
ingevoerde tijdstip kan de GalaXy
alarmmeldcentrale weer uitgeschakeld worden.
De tijd wordt volgens het formaat “uu”:”mm”
ingevoerd, waarbij “uu” de uren zijn volgens de 24-
uurs klok en “mm” de minuten.
Het tijdstip van de ingevoerde tijd moet na de
huidige tijd liggen als de ingevoerde datum de
huidige datum is.
Vervolgens moet er een tweede code de invoer
bevestigen. De tweede code moet een
gebruikerscode zijn met een niveau 3 of hoger.
Als een geldige code is ingevoerd verschijnt op de
bovenste regel van het LC-display de ingevoerde
datum en tijd. Met de [A]-toets wordt accoord
gegaan met de invoer, met de [B]-toets wordt de
invoer afgewezen.
Als de invoer wordt afgewezen verschijnt op het
LC-display menuoptie 49 Tijdklok.
Als de invoer wordt geaccepteerd start de
alarmmeldcentrale direct met inschakelen.
De uitgangstijd kan worden afgebroken door op de
[esc]-toets te drukken.
Als menuoptie 66 Zonecontrole is ingesteld zal
deze test eerst afgehandeld moeten worden. Zie
voor aanvullende informatie menuoptie 66
Zonecontrole.
Wanneer het GalaXy systeem eenmaal is
ingeschakeld zijn alle codes uitgesloten totdat de
datum en tijd, die in het tijdslot is
geprogrammeerd, is bereikt. Het GalaXy systeem
kan niet handmatig worden uitgeschakeld.
Als het tijdslot actief is, dan zijn alle uitgangen met
de uitgangsfunctie 70 Lockout aangestuurd.
De codes worden weer geldig vanaf het moment
dat de ingestelde tijdslot datum en tijdstip bereikt
zijn. Met twee geldige codes kan het GalaXy
systeem worden uitgeschakeld.
Tijdens de tijdslot periode schakelt het GalaXy
systeem steeds onvoorwaardelijk in. Als tijdens
dat inschakelen een zone open staat, of tot twee
maal aan toe een alarm heeft veroorzaakt, dan
overbrugt de GalaXy die zone. De overbrugging is
onafhankelijk van het overbrug attribuut van die
zone (Menu 52.4 Progr Zones. OverbrBaar).
Iedere zone wordt in het bovengenoemde geval
overbrugd.
Als tijdens een alarm een code wordt ingevoerd,
om het alarm op te heffen, dan verschijnt op het
LC-display de tekst “Geen Toegang: Klok aan”.
De alarmgevers doven en het GalaXy systeem
blijft ingeschakeld.
De tekst “ Geen Toegang: Klok aan” verschijnt
ook als met een code getracht wordt het GalaXy
systeem uit te schakelen.
Na het verstrijken van de tijdslotperiode verschijnt
de tekst “Geen Toegang: Voer 2 e code in”.
Als in menu 51.40 Parameters.Tijdslot voor 2 =
Dual Uitschakelen wordt gekozen, dan kan het
GalaXy systeem vóór het verstrijken van de tijdslot
periode uitgeschakeld worden. Hiertoe dienen
twee geldige code ingevoerd te worden. Beide
codes moeten toegang hebben in alle blokken.
NOOT: Met een warme start (0 6.3 Het
geheugen) worden alle ingestelde
tijdsloten gereset.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg60.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 51: Parameters
- - Pagina 96
23 6 99 4- - 8:21 rev.
8.27 Menuoptie 51: Parameters
Met menuoptie 51 Parameters kan de installateur
systeeminstellingen wijzigen. In menu 51 staan de
parameters die de functionaliteit van verschillende
opties beïnvloeden. Bij de betreffende opties wordt
steeds naam menuoptie 51 verwezen.
Bij de parameters in menuoptie 51 wordt steeds
verwezen naar de optie waarop de parameter
betrekking heeft.
Met de [A]- - en de [B] toets kan door de
verschillende parameters gestapt worden. Het is
ook mogelijk om direct het nummer van de
parameter in te toetsen. Met de [ent]-toets wordt in
beide gevallen de keuze bevestigd.
Nadat een parameter is gewijzigd moet de
wijziging bevestigd worden met de [ent]-toets. Met
de [esc]-toets wordt de invoer van de parameter
verlaten, zonder dat de eventuele wijziging wordt
doorgevoerd.
Parameter Blok Gal 8 Gal 18 Gal 60 Gal 500 Gal 512
1 Sirene tijd ü ü ü ü ü ü
2 Sirene vertr ü ü ü ü ü ü
3 Hersteltijd ü ü ü ü ü ü
4 Uitgangstijd ü ü ü ü ü ü
5 Ingangstijd ü ü ü ü ü ü
6 Alarmreset ü ü ü ü ü ü
7 Sab Reset ü ü ü ü ü ü
8 Aant.Resets ü ü ü ü ü
9 Alles overbr ü ü ü ü n.v.t.
10 Toets [0] ü ü ü ü ü
11 Lokaal deelb ü ü ü ü ü ü
12 Bannertekst ü ü ü ü ü
13 Paniek vertr ü ü ü ü ü ü
14 Sls Rst Nivo ü ü ü ü ü
15 Syst. TXT/ID ü ü ü ü ü
16 Test periode ü ü ü ü ü
17 Configureer ü ü ü ü ü
18 220VAC Voorw ü ü ü ü ü
19 Deel alarm ü ü ü ü ü ü
20 220VAC vertr ü ü ü ü ü
21 Reset Managr ü ü ü ü
22 Paniek reset ü ü ü ü ü
23 Print codes ü ü ü ü
24 Uitwijkalarm ü ü ü ü ü
25 Kopie zones ü ü ü ü
26 Geforceerd ü ü ü n.v.t.
27 Responcetijd ü ü ü n.v.t.
28 Print on-line ü ü ü ü
29 On-line nivo ü ü ü ü
30 Video activ. ü ü ü ü
31 Alarm vertr. ü ü ü ü
32 Direct alarm ü ü ü ü
33 Security cde n.v.t. n.v.t. ü
34 Oplevertijd ü ü n.v.t.
35 Niet ingesch. ü ü ü ü
36 Accu cap. ü ü ü
37 Backup tijd ü ü ü
38 ATM vertr. n.v.t. ü
39 ATM timeout n.v.t. ü
40 Tijdslot n.v.t. ü
41 Weekend werk n.v.t. ü
42 Wijzig PIN ü ü
43 Klok toegang ü
44 Vroeg open ü
Tabel 0 5- : Overzicht systeemparameters
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg61.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 51: Parameters
- - Pagina 97
23 6 99 4- - 8:21 rev.
Sommige parameters zijn blokafhankelijk. Als het
GalaXy systeem in blokken is geschakeld
(menuoptie 63.1.1 Optie
BLK/MAX.Blokken.Blokmode) dan moet bij de
blokafhankelijke paramaters het blok opgegeven
worden, waar de parameter betrekking op heeft.
8.27.1 Sirene tijd (GalaXy 8, 18, 60, 500 en
512)
• Doel
Parameter Sirene tijd stelt de duur in van de
aansturing van de uitgangen met de functie 1
Sirene, 17 Luidspreker en 18 E/E.
• Bereik:0 - 30 minuten.
• Bijzondere instellingen
Als de parameter op 0 wordt ingesteld, dan is
de aansturing oneindig.
• Standaard: 3 minuten.
• Per blok in te stellen: ja
• Gerelateerde menuopties: geen
8.27.2 Sirene vertraging (GalaXy 8, 18, 60, 500
en 512)
• Doel
Parameter Sirene vertraging stelt de vertraging
in van de aansturing van de uitgangen met de
functie 1 Sirene, 2 Flitser A , 17 Luidspreker,
18 E/E en 28 Flitser B.
• Bereik: 0 - 20 minuten
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: 0 minuten
• Per blok in te stellen: ja
• Gerelateerde menuopties: geen
8.27.3 Hersteltijd (GalaXy 8, 18, 60, 500 en
512)
• Doel:
Parameter Hersteltijd vertraagt de activatie van
een uitgang met de functie 4 Inbraak Tijdens
de uitschakelprocedure van het GalaXy
systeem. De hersteltijd wordt gestart door:
• de activatie van een zone die niet in de
inlooproute ligt
• het uitblijven van een geldige code
binnen de inlooptijd
• Bereik: 0 - 300 seconden
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: 0 seconden
• Per blok in te stellen: ja
• Gerelateerde menuopties: menuoptie 51.5
Parameters.ingangstijd
• Bijzonderheden:
Als de hersteltijd is verstreken, dan blijven de
uitgangen met de functie 4 Inbraak actief tot
een geauthoriseerde code het systeem reset
(Menuoptie 51.6 Parameters.Systeem Reset).
Als de [*]-toets wordt ingedrukt bij het
programmeren van de hersteltijd, dan worden
de uitgangen met de functie 4 Inbraak direct
aangestuurd als de hersteltijd wordt geïnitieerd.
De invoer van een geldige code (niveau 3 of
hoger met juiste bloktoewijzing) tijdens de
hersteltijd heft het alarm op, schakelt het blok
uit en reset de uitgangen met de fuctie 4
Inbraak. Wordt er binnen de herstelijd geen
geldige code ingevoerd, dan blijven de
uitgangen met de functie 4 Inbraak actief tot
het systeem gereset wordt.
Wordt de de hersteltijd ingesteld op “*000”, dan
worden de uitgangen met de functie 4 Inbraak
direct aangestuurd als de hersteltijd wordt
gestart, de uitgang kan echter gereset worden
door een geldige code.
8.27.4 Uitgangstijd (GalaXy 8, 18, 60, 500 en
512)
• Doel:
De uitgangstijd is de periode tussen het starten
van de inschakelprocedure en het inschakelen
van het systeem. De duur van de uitgangstijd
wordt ingesteld in de parameter Uitgangstijd.
• Bereik: 0 - 300 sec
• Bijzondere instellingen:
Als de uitgangstijd wordt ingesteld op 0, dan is de
uitgangstijd oneindig in. Een activatie van een
zone met de functie 1 Laatste of 8 Puls Aan is
nodig om in te schakelen.
NOOT: Als de Autoset functie het systeem
inschakeld, terwijl de uitgangsijd op 0
seconden is ingesteld, dan is het niet
nodig om een zone met de functie 1
Laatste of 8 Puls Aan te activeren om
in te schakelen. Het systeem schakelt
dan direct in.
• Standaard: 20 seconden
• Per blok in te stellen: ja, de langste uitgangstijd
wordt aangehouden als alle blokken in eens
worden ingeschakeld
• Gerelateerde menuopties: geen
• Bijzonderheden: geen
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg62.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 51: Parameters
- - Pagina 98
23 6 99 4- - 8:21 rev.
8.27.5 Ingangstijd (GalaXy 8, 18, 60, 500 en
512)
• Doel:
De ingangstijd is de periode tussen het starten
van de ingangsprocedure en het moment dat
het systeem onder normale omstandigheden
uitschakelt. De duur van de ingangstijd wordt
opgegeven in de parameter Ingangstijd.
• Bereik: 0 - 300 seconden
• Bijzondere instellingen: Als de ingangstijd
wordt ingesteld op 0, dan is de ingangstijd
oneindig.
• Standaard: 20 seconden
• Per blok in te stellen: ja
• Gerelateerde menuopties: geen
• Bijzonderheden:
Als bij een zone met de functie 1 Laatste een
“*”-teken (asterik)s bij de functie is
geprogrammeerd, dan is er een dubbele
ingangstijd ingesteld voor het betreffende blok.
8.27.6 Alarm Reset (GalaXy 8, 18, 60, 500 en
512)
• Doel:
Met parameter Alarm Reset wordt het minimale
niveau bepaald dat nodig is om een inbraak
alarm te resetten
• Bereik: 0 - - 7 (door de installateurscode), 0 8
(door de remotecode)
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: niveau 4
• Per blok in te stellen: ja
• Gerelateerde menuopties: geen
• Bijzonderheden: geen
8.27.7 Sabotage Reset (GalaXy 8, 18, 60, 500
en 512)
• Doel:
Met parameter Sabotage Reset wordt het
minimale niveau bepaald dat nodig is om een
sabotage alarm te resetten
• Bereik: 0 - - 7 (door de installateurscode), 0 8
(door de remotecode)
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: niveau 4
• Per blok in te stellen: ja
• Gerelateerde menuopties: geen
• Bijzonderheden: geen
8.27.8 Aantal Resets (GalaXy 8, 18, 60, 500 en
512)
• Doel:
Parameter Aantal Resets stelt het aantal malen in
dat het systeem, nadat het in alarm is gegaan,
automatisch opnieuw inschakeld.
De automatische inschakeling vindt plaats na de
ingestelde sirenetijd.
• Bereik: 0 - 9 maal
• Bijzondere instellingen: Als Aantal Resets
wordt ingesteld op 9 zal het systeem steeds
inschakelen na een alarm.
• Standaard: 9
• Per blok in te stellen: Nee
• Gerelateerde menuopties:
Menuoptie 51.1 Parameters.Sirenetijd
Menuoptie 51.9 Parameters.Alles Overbruggen
• Bijzonderheden: Als tijdens het automatisch
inschakelen nog zones open staan, worden
deze overbrugd, mits de zone overbrugbaar is
(Menuoptie 52.4 Progr Zones.OverbrBaar). Als
de zone niet overbrugbaar is zal het systeem
niet automatisch inschakelen.
8.27.9 Alles Overbruggen (GalaXy 8, 18, 60 en
500)
• Doel:
Tijdens het automatische inschakelen na een
alarm overbrugt de GalaXy alarmmeldcentrale
alle nog openstaande overbrugbare zones. Als
de parameter Alles Overbruggen is
ingeschakeld worden alle overbrugbare zones
overbrugd, die tijdens de alarmconditie zijn
geactiveerd.
• Bereik: 0 = uitgeschakeld
1 = ingeschakeld
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: 0
• Per blok in te stellen: nee
• Gerelateerde menuopties: Menuoptie 51.8
Parameters.Aantal resets
• Bijzonderheden:
Deze optie is niet beschikbaar op de GalaXy 512
8.27.10 Toets [0] (GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512)
• Doel:
De [0]-toets krijgt met de parameter Toets [0] de
zonefunctie 8 Puls Aan.
Als parameter Toets [0] is ingeschakeld, wordt, na
het indrukken van de [0]-toets, de uitgangstijd
beëindigd en schakelt het systeem direct in.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg63.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 51: Parameters
- - Pagina 99
23 6 99 4- - 8:21 rev.
• Bereik: 0 = Uitgeschakeld
1 = Ingeschakeld
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: 0
• Per blok in te stellen: nee
• Gerelateerde menuopties: geen
• Bijzonderheden: De [0]-toets moet worden
ingedrukt op het zelfde bediendeel als waarop
de inschakelprocedure is gestart.
8.27.11 Lokaal Deelbeveiligd (GalaXy 8, 18, 60,
500 en 512)
• Doel:
Als de parameter Lokaal Deelbeveiligd is ingesteld
op 0 = uitgeschakeld zijn de uitgangen met de
functie 4 Inbraak buiten werking. Een alarm,
terwijl de GalaXy alarmmeldcentrale
deelbeveiligd is ingeschakeld, activeerd niet de
uitgangen met de functie 4 Inbraak. De kiezer
meldt niet door naar de PAC.
Als de parameter Lokaal Deelbeveiligd is ingesteld
op 1 = ingeschakeld reageert de GalaXy
alarmmeldcentrale tijdens deelbeveiliging
identiek op een alarm als tijdens een volledige
inschakeling.
Als de parameter Lokaal Deelbeveiligd is ingesteld
op 2 = MultiPro Deel Uit reageert de GalaXy
alarmmeldcentrale tijdens deelbeveiliging
identiek op een alarm als tijdens een volledige
inschakeling, alleen de deelbeveiligd in- en
uitschakel MultiPro meldingen zullen niet naar
de meldkamer worden verzonden.
• Bereik: 0 = Uitgeschakeld
1 = Ingeschakeld
2 = MultiPro Deel Uit
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: 0
• Per blok in te stellen: ja
• Gerelateerde menuopties: geen
• Bijzonderheden: geen
8.27.12 Bannertekst (GalaXy 8, 18, 60, 500 en
512)
• Doel:
Met parameter Bannertekst wordt de bannertekst
op het LC-display aangepast. De bannertekst
verschijnt op het scherm als minimaal 1 blok
op het GalaXy systeem is uitgeschakeld.
Druk op de [1]-toets om de bovenste regel aan te
passen, druk op de [2]-toets om de onderste
regel aan de te passen.
• Bereik: * Wist karakters
# Schakelt tussen hoofdletters,
kleine letters en de woorden-
bibliotheek
[A]- -toets en [B] toets
Selecteert karakter uit tekenreeks
of woord uit de bibliotheek.
000 500-
Selecteert karakter uit tekenreeks
of woord (niet op GalaXy 8) uit de
bibliotheek
[ent]-toets
Bevestigt de selectie van karakter
uit de tekstreeks of woord uit de
bibliotheek
[esc]-toets
Accepteert de aangepaste
bannertekst en verlaat het
invoermenu.
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard:
Bovenste regel:GalaXy type en
versienummer
Onderste regel: Leeg = Tijd en
datum
• Per blok in te stellen: nee
• Gerelateerde menuopties: geen
• Bijzonderheden: geen
8.27.13 Paniek vertraagd (GalaXy 8, 18, 60, 500
en 512)
• Doel:
Parameter Paniek Vertraagt stelt de periode in
tussen het activeren van een zone met de
functie 15 Paniek vertraagd of de functie 16
Paniek Vertraagd Stil en de activatie van de
alarmsignalering
• Bereik: 1 - 60 seconden
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: 60 seconden
• Per blok in te stellen: ja
• Gerelateerde menuopties:
Menuoptie 52 Progr Zones zonefunctie 15 Paniek
Vertraagd
Menuoptie 52 Progr Zones zonefunctie 16 Paniek
Vertraagd Stil
8.27.14 Sleutel Reset Niveau (GalaXy 8, 18, 60,
500 en 512)
• Doel:
Parameter Sleutel Reset Niveau bepaalt het
niveau van een zone met de functie 9 Sleutel.
Dit niveau is gelijk aan het niveau dat wordt
toegekend aan codes.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg64.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 51: Parameters
- - Pagina 100
23 6 99 4- - 8:21 rev.
• Bereik: 0 - - 7 (door de installateurscode), 0 8
(door de remotecode)
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: 4
• Per blok in te stellen: nee
• Gerelateerde menuopties:
Menuoptie 42.1.2 Wijzig Codes.GebrCodes.Nivo
Zie ook 0 7.9 Opheffen en resetten van alarmen
op pagina 53.
8.27.15 Systeemtekst en ID (GalaXy 8, 18, 60,
500 en 512)
• Doel:
Met parameter Systeemtekst en ID worden twee
tekststrings toegekend aan het systeem. Druk
op de [1]-toets om het systeem ID in te voeren,
druk op de [2]-toets om de lokatie van de
GalaXy alarmmeldcentrale in te voeren.
De lokatie van de GalaXy alarmmeldcentrale
wordt op het LC-display getoont bij menuoptie
23 Display Systeem.
• Bereik: * Wist karakters
# Schakelt tussen hoofdletters,
kleine letters en de woorden-
bibliotheek
[A]- -toets en [B] toets
Selecteert karakter uit tekenreeks
of woord uit de bibliotheek.
000 500-
Selecteert karakter uit tekenreeks
of woord (niet op GalaXy 8) uit de
bibliotheek
[ent]-toets
Bevestigt de selectie van karakter
uit de tekstreeks of woord uit de
bibliotheek
[esc]-toets
Accepteert de ingevoerde tekst en
verlaat het invoermenu.
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: beide geen
• Per blok in te stellen: nee
• Gerelateerde menuopties:
Menuoptie 23 Display Systeem
8.27.16 Test Periode (GalaXy 8, 18, 60, 500 en
512)
• Doel:
Deze parameter stelt een testperiode in.
Gedurende de testperiode worden zones in
test gezet worden.
• Bereik: 1 - 14 dagen
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: 7 dagen
• Per blok in te stellen: nee
• Gerelateerde menuopties: Menuoptie 55
Zonetest
• Bijzonderheden: geen
8.27.17 Configureer (GalaXy 8, 18, 60, 500 en
512)
• Doel:
Parameter Configureer configureert de GalaXy
alarmmeldcentrale zonder dat de
voedingsspanning hoeft te worden
losgenomen. Op het LC-display verschijnt de
tekst “Waarschuwing!!! ent = Reset Syst”. Druk
op de [ent]-toets om de GalaXy
alarmmeldcentrale opnieuw te laten
configureren.
Het LC-display wordt tijdelijk blank, daarna
verschijnt de tekst “Configurerend Moment
A.U.B.” Als de GalaXy alarmmeldcentrale
opnieuw is geconfigureerd staat deze in de
dagstand. Toegevoegde en verwijderde
modules worden verwerkt in de nieuwe
configuratie.
• Bereik: n.v.t.
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: n.v.t.
• Per blok in te stellen: nee
• Gerelateerde menuopties: geen
• Bijzonderheden: Door parameter Configureer
wordt installateursmode verlaten. Sluit alle
kasten en behuizingen van de modules en
detectoren in het systeem voordat de
parameter de GalaXy alarmmeldcentrale
opnieuw configureerd. Dit voorkomt onnodige
sabotage alarmen.
8.27.18 220VAC Voorwaarde (GalaXy 8, 18, 60,
500 en 512)
• Doel:
Als parameter 220VAC Voorwaarde is
ingeschakeld kan het systeem niet inschakelen
als er een PTT lijn fout of 220 VAC fout op het
GalaXy systeem actief is. De fout moet eerst
opgeheven worden alvorens de GalaXy
alarmmeldcentrale kan inschakelen.
Als de fout wordt veroorzaakt door een zone met
de functie 24 PTT Lijn of 25 220VAC, dan moet
deze zone eerst gesloten of overbrugd worden,
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg65.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 51: Parameters
- - Pagina 101
23 6 99 4- - 8:21 rev.
voordat de GalaXy alarmmeldcentrale kan
inschakelen.
• Bereik: 0 = Uitgeschakeld
1 = Ingeschakeld
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: 1
• Per blok in te stellen: nee
• Gerelateerde menuopties:
Menuoptie 52 Zonefunctie 24 PTT Lijn
Menuoptie 52 Zonefunctie 25 220VAC
• Bijzonderheden: geen
8.27.19 Deel Alarm (GalaXy 8, 18, 60, 500 en
512)
• Doel:
Parameter Deel Alarm bepaalt of uitgangen met
de functie 1 Sirene en 2 Flitser A worden
geactiveerd tijdens een alarm op een
deelbeveiligde GalaXy alarmmeldcentrale. Als
de parameter uitgeschakeld is worden de
aansturingen van de genoemde uitgangen
onderdrukt.
• Bereik: 0 = Uitgeschakeld
1 = Ingeschakeld
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: Ingeschakeld
• Per blok in te stellen: ja
• Gerelateerde menuopties: geen
• Bijzonderheden:
De parameter heeft geen invloed op uitgngen met
de functie 4 Inbraak, 17 Luidspreker en 18 E/E
Signalering.
8.27.20 220 VAC Vertraagd (GalaXy 18, 60, 500
en 512)
• Doel:
Parameter 220VAC bepaald de duur van de
periode tussen de detectie van een 220VAC
uitval en de aansturing van de uitgangen met
de functie 14 220VAC.
• Bereik: 0 - 50 minuten
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: 10 minuten
• Per blok in te stellen: ja
• Gerelateerde menuopties:
Menuoptie 53 Progr Uitgangen Uitgangsfunctie 14
220 VAC
8.27.21 Reset Manager (GalaXy 18, 60, 500 en
512)
• Doel:
De parameter Reset Manager wordt gebruikt als
de Managercode is vergeten. Door de
parameter te activeren wordt de managercode
ingesteld op de standaardwaarde 1234.
Op het LC-display verschijnt de tekst
“Waarschuwing!!! ent = Reset Mgr cd”. Druk
op de [ent]-toets om de managercode te
wissen en in te stellen op de standaardwaarde.
• Bereik: n.v.t.
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: n.v.t.
• Per blok in te stellen: nee
• Gerelateerde menuopties: geen
• Bijzonderheden: Op de Galaxy 512 kan de
parameter alleen geactiveerd worden door de
remotecode. Als de parameter wordt
geactiveerd met de installateurscode verschijnt
op het LC-display “Niet Voldoende
Toegangsrechten”.
8.27.22 Paniek Reset (GalaXy 18, 60, 500 en
512)
• Doel:
Met parameter Paniek Reset wordt het minimale
niveau bepaald dat nodig is om een paniek
alarm te resetten
• Bereik: 0 - - 7 (door de installateurscode), 0 8
(door de remotecode)
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: niveau 4
• Per blok in te stellen: ja
• Gerelateerde menuopties: geen
8.27.23 Print Codes (GalaXy 18, 60, 500 en 512)
• Doel:
Als parameter Print Codes is ingeschakeld dan
wordt bij het afdrukken van de codes met
menuoptie 24.1 Print.Codes niet alleen het
codeadres, gebruikersnaam, niveau en blok
afgedrukt maar ook de code.
• Bereik: 0 = Uitgeschakeld
1 = Ingeschakeld
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: 0
• Per blok in te stellen: nee
• Gerelateerde menuopties:
Menuoptie 24.1 Print.Codes
8.27.24 Uitwijkalarm (GalaXy 18, 60, 500 en
512)
• Doel:
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg66.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 51: Parameters
- - Pagina 102
23 6 99 4- - 8:21 rev.
Indien Parameter Uitwijkalarm is ingeschakeld,
veroorzaak iedere zone, met uitzondering van
zones met een vertraagde functie, een volledig
alarm als deze wordt geopend tijdens de
uitgangstijd.
Als de parameter is uitgeschakeld verschijnt bij
het openen van een dergelijke zone de tekst
“Zone Open [<] [>] = Kijken” op het LC-
display.De uitgangstijd wordt na het sluiten van
de zone(s) opnieuw gestart.
• Bereik: 0 = Uitgeschakeld
1 = Ingeschakeld
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: 0
• Per blok in te stellen: ja
• Gerelateerde menuopties: geen
• Bijzonderheden:
Als de parameter is ingeschakeld op de GalaXy
512, veroorzaakt iedere geopende zone een
volledig alarm als deze geopend is op het
moment dat de autoset aanvangt (aan het
einde van de waarschuwingsperiode).
Is de parameter echter uitgeschakeld dan worden
de uitgangen met de functie 18 E/E signalering
snel onderbroken aangestuurd, als er zones
geopend zijn bij aanvang van de autoset. Zijn
de zones niet gesloten voor het einde van de
periode, die is ingesteld in menuoptie 51.35
Parameters. Niet Ingeschakeld, dan volgt
alsnog een volledig alarm. Bovendien worden
de uitgangen met de functie 40 Niet
Ingeschakeld aangestuurd.
8.27.25 Kopie Zones (GalaXy 18, 60, 500 en
512)
• Doel:
De Parameter Kopie Zones wijzigt de
programmering van een reeks zones. Alle
zones krijgen dezelfde programmering als de
eerste zone van de reeks. Voordat de zones
gewijzigd worden verschijnt er een
waarschuwing op het LC-display;
“Waarschuwing ent = Kopieer zns”.
De [ent]- -toets bevestigd de keuze, de [esc] toets
breekt Kopie Zones af.
• Bereik: Alle zones
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: geen
• Per blok in te stellen: nee
• Gerelateerde menuopties:
Menuoptie 52 Progr Zones
• Bijzonderheden:
Op het LC-display verschijnt op de eerste regel
de tekst “Start Copieren” en op de tweede
regel de eerste zone in de configuratie. Met de
[A]- -toets en de [B] toets wordt naar de eerste
zone in de reeks gestapt. De programmering
van deze zone wordt gecopieerd naar de
overige zones in de reeks. Met de [ent]-toets
wordt de keuze bevestigd.
Op het LC-display verschijnt op de eerste regel
de tekst ”Einde Copieren” en op de tweede
regel de geselecteerde zone bij “Start
Copieren”. Met de [A]- -toets en de [B] toets
wordt naar de laatste zone in de reeks gestapt.
Met de [ent]-toets wordt de keuze bevestigd en
het copieren uitgevoerd.
8.27.26 Geforceerd (GalaXy 18, 60 en 500)
• Doel:
Parameter Geforceerd stelt menuoptie 14
Geforceerd Inschakelen ter beschikking van de
gebruiker. Als de parameter wordt
ingeschakeld dan kan de gebruiker het
systeem geforceerd inschakelen, waarbij alle
overbrugbare zones overbrugd worden als
deze open staan tijdens de
inschakelprocedure. Is de parameter echter
uitgeschakeld, dan krijgt de gebruiker de tekst
“Deze optie is niet aanwezig” op het LC-
display.
• Bereik: 0 = Uitgeschakeld
1 = Ingeschakeld
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: 0
• Per blok in te stellen: nee
• Gerelateerde menuopties:
menuoptie 14 Geforceerd Inschakelen
• Bijzonderheden: Deze optie is niet beschikbaar
op de GalaXy 512
8.27.27 Responsetijd (GalaXy 18, 60, 500 en
512)
• Doel:
De Responsetijd is de tijd dat een zone
geactiveerd moet zijn voordat de GalaXy
alarmmeldcentrale dit aanmerkt als een
activatie.
• Bereik: 60 - 1000 msec. Invoer afgerond naar
boven op 20 msec.
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: 300 msec.
• Per blok in te stellen: nee
• Gerelateerde menuopties: geen
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg67.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 51: Parameters
- - Pagina 103
23 6 99 4- - 8:21 rev.
• Bijzonderheden: geen
8.27.28 Print Online (GalaXy 18, 60, 500 en 512)
• Doel:
Met parameter Print Online wordt de printmode
ingesteld van de aangesloten seriële printer.
• Bereik:
0 = Uitgeschakeld; De printer drukt alleen
gegevens af als een gebruiker hiertoe opdracht
geeft. De printer kan ieder moment
losgekoppeld en weer aangesloten worden.
1 = Ingeschakeld; De Printer is in online mode en
moet aangesloten blijven op het GalaXy
systeem. Gebeurteninssen op het systeem
worden direct afgedrukt. Met Parameter 29
wordt ingesteld welke gebeurtenissen er
worden afgedrukt.
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: 0
• Per blok in te stellen: nee
• Gerelateerde menuopties:
menuoptie 51.29 Parameters.Online nivo
menuoptie 24 Print Opties
• Bijzonderheden: Als menuoptie 51.28
Parameters.Print Online is ingeschakeld dan
drukt de printer geen gegevens af met
menuoptie 24 Print Opties of vanuit een ander
menu met de [*]-toets. Menuoptie 51.28
Parameters.Print Online moet eerst
uitgeschakeld worden.
8.27.29 Online Nivo (GalaXy 18, 60, 500 en 512)
• Doel:
Met Parameter 29 Online Nivo wordt ingesteld
welke gebeurtenissen er worden afgedrukt als
Parameter 28 Print Online is ingeschakeld.
• Bereik:
0 = Elementaire gebeurtenissen (alarmen, in -
en uitschakelening etc.)
1 = Totale printout van de gebeurtenissen met
uitzondering van MAX gebeurtenissen
(alarmen, in- en uitschakelingen,
modificaties, technische details tc.)
2 = Totale printout van de gebeurtenissen
inclusief MAX gebeurtenissen
3 = Alleen MAX gebeurtenissen
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: 0
• Per blok in te stellen: nee
• Gerelateerde menuopties:
menuoptie 51.28 Paramaters.Print Online
• Bijzonderheden: Als Online Nivo staat ingesteld
op 1 (exclusief MAX gebeurtenissen, dan
worden de MAX gebeurtenissen opgeslagen in
het geheugen. Als Online Nivo staat ingesteld
op 2 (inclusief MAX gebeurtenissen) of 3
(alleen MAX gebeurtenissen), dan worden de
MAX gebeurtenissen niet opgeslagen in het
geheugen.
8.27.30 Video Activaties (GalaXy 18, 60, 500 en
512)
• Doel:
De parameter Video Activaties bepaalt het aantal
activaties van iedere zone met de functie 28
Video of 29 Video Volg, dat binnen een
bepaald tijdframe mag plaatsvinden voordat er
een volledig alarm wordt gegenereerd.
• Bereik: 1-9
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: 2
• Per blok in te stellen: ja
• Gerelateerde menuopties:
Menuoptie 52 Progr Zones zonefunctie 28 Video
Menuoptie 52 Progr Zones zonefunctie 29 Video
Volg
• Bijzonderheden:
In de GalaXy 8 is de parameter vast ingesteld op 2
De teller ten behoeve van de parameter Video
Activaties wordt gereset als het GalaXy
systeem wordt uitgeschakeld.
NOOT: De activaties van de zones met een
videofunctie zijn optellend, de teller
wordt opgehoogd door iedere activatie
van een zone met een videofunctie in
het blok.
8.27.31 Alarm Vertraging (GalaXy 18, 60, 500 en
512)
• Doel:
Met de parameter Alarm Vertraging wordt de
vertragingstijd ingesteld tussen:
• de activatie van een zone met de
functie 30 Inbraak Vertraagd en de
activatie van de alarmsignalering
• de activatie van een 31 Geheugen
Vertraagd en de registratie ervan in de
systeemgeheugen.
• Bereik: 0 - 3000 seconden
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: 60 seconden
• Per blok in te stellen: ja
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg68.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 51: Parameters
- - Pagina 104
23 6 99 4- - 8:21 rev.
• Gerelateerde menuopties:
Menuoptie 52 Progr Zones zonefunctie 30 Inbraak
Vertraagd
Menuoptie 52 Progr Zones zonefunctie 31
Geheugen Vertraagd
• Bijzonderheden:
Als een tweede zone met de functie Inbraak
Vertraagd geopend wordt, aansluitend op het
sluiten van de eerste zone, dan telt de Alarm
Vertraging door, de getelde tijd van de eerste
zone wordt meegerekend.
De teller ten behoeve van de Alarm Vertraging
wordt gereset als alle zones met de functie
Inbraak Vertraagd zijn gesloten.
8.27.32 Direct Alarm (GalaXy 18, 60, 500 en
512)
• Doel:
Als de parameter Direct Alarm is ingeschakeld
verschijnt bij een alarm activatie direct de
geactiveerde zone op het LC-display. Als de
parameter is uitgeschakeld verschijnen de
zonegegevens pas op het LC-display als het
alarm is opgeheven door een geldige code.
• Bereik: 0 = Uitgeschakeld
1 = Ingeschakeld
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: 0
• Per blok in te stellen: nee
• Gerelateerde menuopties: geen
• Bijzonderheden: geen
8.27.33 Security Code (GalaXy 512)
(Deze optie niet gebruiken)
• Doel:
Als de parameter Security Code is ingesteld
wijzigd de installateurscode iedere dag om
08.00 uur. De servicemonteur krijgt een
dagcode mee van het kantoor. Het bepalen
van de willekeurige code kan plaats- -, bedrijf of
systeem afhankelijk zijn.
• Bereik: 0 = Uitgeschakeld
1 = Ingeschakeld
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: 0
• Per blok in te stellen: nee
• Gerelateerde menuopties: geen
• Bijzonderheden: Alleen de installateurs- en
remote code kunnen de Security Code
instellen. Als de parameter wordt ingeschakeld,
dan moet de nieuwe installateurscode worden
ingevoerd ter bevestiging. Alleen de remote
code en een koude start (zie 0 6.3 Het
geheugen) kunnen de instelling weer
ongedaan maken.
8.27.34 Oplevertijd (GalaXy 60, 500 en 512)
• Doel:
Met de parameter Oplevertijd wordt een periode
ingesteld waarin de uitgangstijd (parameter 4),
de ingangstijd (parameter 5) en de hersteltijd
(parameter 3) en het aantal pogingen bij een
foute code (standaard 6 x) verdubbeld is.
Een nieuwe gebruiker wordt hiermee in de
gelegenheid gesteld om te wennen aan het
systeem zonder daarbij te veel onnodige
alarmen te veroorzaken.
Na de ingestelde periode neemt het GalaXy
systeem de normale waarden weer aan.
• Bereik: 0 - 14 dagen
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: 0
• Per blok in te stellen: nee
• Gerelateerde menuopties:
Menuoptie 51.3 Parameters.Ingangstijd
Menuoptie 51.5 Parameters.Hersteltijd
• Bijzonderheden: geen
8.27.35 Niet Ingeschakeld (GalaXy 60, 500 en
512)
• Doel:
Met de parameter Niet Ingeschakeld wordt de
periode in gesteld die een zone, aansluitend op
het starten van de inschakelprocedure, open
moet blijven staan, voordat de uitgangen met
de functie 40 Niet Ingeschakeld worden
geactiveerd.
• Bereik: 0 - 600 seconden
• Bijzondere instellingen: geen
• Default: 300 seconden
• Per blok in te stellen: ja
• Gerelateerde menuopties:
menuoptie 53 Progr uitgangen uitgangsfunctie 40
Niet ingeschakeld.
• Bijzonderheden:
Het aftellen van de ingestelde Niet Ingeschakeld
tijd begint bij het starten van de
inschakelprocedure.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg69.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 51: Parameters
- - Pagina 105
23 6 99 4- - 8:21 rev.
8.27.36 Accu capaciteit (GalaXy 60, 500 en 512)
• Doel:
Met de parameter Accu Capaciteit wordt de
capaciteit van de noodstroom accu opgegeven
die is aangesloten op de Smart PSU van de
GalaXy alarmmeldcentrale.
• Bereik: 0 - 99 Ah
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: 0
• Per blok in te stellen: nee
• Gerelateerde menuopties: geen
• Bijzonderheden: De parameter Accu Capaciteit
wordt alleen ingevoerd als de GalaXy
calarmmeldentrale gevoed wordt door een
Smart PSU.
8.27.37 Back-up Tijd (GalaXy 60, 500 en 512)
• Doel:
Met de parameter Back-up Tijd wordt de tijd
opgegeven dat de noodstroom accu het
systeem moet kunnen voeden als de 220 VAC
wegvalt.
• Bereik: 0 - 99 uur
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: 0
• Per blok in te stellen: nee
• Gerelateerde menuopties: geen
• Bijzonderheden:
Parameter Back-up Tijd wordt alleen ingesteld als
de GalaXy alarmmeldcentrale gevoed wordt
door een Smart PSU.
De Smart PSU berekent de tijd dat de noodstroom
accu het systeen van stroom kan voorzien aan
de hand van van de geprogrammeerde accu
capaciteit (parameter 36) en de aangesloten
belasting. Als de tijd, die is ingesteld met de
parameter Back-up Tijd, de berekende tijd
overschrijdt, dan verschijnt er de tekst “Stand
Low” op het LC-display bij het verlaten van de
installateursmode. In dat geval kan de
installateursmode pas verlaten worden als de
berekende tijd groter is dan de opgegeven
Back- -up tijd. De Back up tijd moet verkort
worden, of een accu met een grotere capaciteit
moet worden geplaatst, waarbij tevens de
parameter Accu Capaciteit wort aangepast.
8.27.38 ATM Vertraging (GalaXy 512)
• Doel:
Met de parameter ATM Vertraging wordt de
periode ingesteld tussen het invoeren van één
van de ATM codes (gebruikerscode 188 - 197)
en het overbruggen van de zones met de
functie 48 - - 51 ATM 1 4.
• Bereik: 0 - 30 minuten
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: 5 minuten
• Per blok in te stellen: nee
• Gerelateerde menuopties:
menuoptie 51.39 parameters.ATM Timeout
menuoptie 52 zonefunctie 48 - - 51 ATM 1 4
menuoptie 53 uitgangsfunctie 72 - - 75 ATM 1 4
• Bijzonderheden: Zie ook 0 8.2.4
Afwijkende zonefuncties bij overbruggen.
8.27.39 ATM Timeout (GalaXy 512)
• Doel:
Met de parameter ATM timeout wordt de periode
ingesteld dat een zone met de functie 48 - 51
ATM 1 - 4 is overbrugd na de invoer van één
van de ATM codes (gebruikerscode 188 - 197)
• Bereik: 1 - 90 minuten
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: 30 minuten
• Per blok in te stellen: nee
• Gerelateerde menuopties:
menuoptie 51.38 parameters.ATM Vertraging
menuoptie 52 zonefunctie 48 - - 51 ATM 1 4
menuoptie 53 uitgangsfunctie 72 - - 75 ATM 1 4
• Bijzonderheden: Zie ook 0 8.2.4
Afwijkende zonefuncties bij overbruggen.
8.27.40 Tijdslot (GalaXy 512)
• Doel:
Met parameter Tijdslot wordt menuoptie 49
Tijdslot in- en uitgeschakeld.
• Bereik: 0 = Uitgeschakeld
1 = Als het tijdslot actief is kan het GalaXy
systeem niet handmatig worden
uitgeschakeld.
2 = Als het tijdslot is ingesteld kan het
systeem handmatig worden
uitgeschakeld vóór de de ingestelde
tijdslottijd is verstreken.
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: 0
• Per blok in te stellen: nee
• Gerelateerde menuopties:
menuoptie 49 Tijdslot
• Bijzonderheden:
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg6a.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 51: Parameters
- - Pagina 106
23 6 99 4- - 8:21 rev.
8.27.41 Weekend werk (GalaXy 512)
• Doel:
Met parameter Weekend Werk wordt menuoptie
45.5 Klok Aan/Uit.Weekend Werk in- en
uitgeschakeld worden.
• Bereik: 0 = Uitgeschakeld
1 = Ingeschekeld
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: 0
• Per blok in te stellen: nee
• Gerelateerde menuopties:
menuoptie 45 Klok Aan/Uit
• Bijzonderheden: Als paramater Weekend Werk
is uitgeschakeld verschijnt de tekst “Deze optie
is niet aanwezig” op het LC-display als
submenuoptie 45.5 Klok Aan/Uit.Weekend
Werk wordt geselecteerd.
8.27.42 Wijzig PIN (GalaXy 500 en 512)
• Doel:
Na de ingestelde periode in parameter Wijzig PIN
worden de gebruikerscodes, waarvan het
attribuut Tijdelijke Code (menuoptie 42.1.5) is
ingesteld op “*” (asteriks), ongeldig. Als de
gebruikerscode binnen de ingestelde
waarschuwingstijd (menuoptie 42.2 Wijzig
codes.PIN Waarsch) is gewijzigd, dan blijft de
code geldig
• Bereik: 0 - 12 maanden
• Bijzondere instellingen: Als de parameter
Wijzig PIN is ingesteld op 0 maanden dan blijft
de gebruikerscode geldig, onafhankelijk van de
“*”-instelling van het attribuut Tijdelijke Code.
• Standaard: 0 maanden
• Per blok in te stellen: nee
• Gerelateerde menuopties:
Menuoptie 42 Wijzig codes
• Bijzonderheden: geen
8.27.43 Klok Toegang (n.v.t.)
• Doel: n.v.t.
• Bereik: n.v.t.
• Bijzondere instellingen: n.v.t.
• Standaard: n.v.t.
• Per blok in te stellen: n.v.t.
• Gerelateerde menuopties: n.v.t.
• Bijzonderheden: n.v.t.
8.27.44 Vroeg Open (GalaXy 512)
• Doel:
Als menuoptie 45.3 Klok Aan/Uit.Vroeg Open is
ingesteld, dan wordt de Lockout UIT tijd, zoals is
ingesteld in menu 65 Klok, vervroegd. De tijd dat
de Lockout UIT tijd vervroegd wordt is vastgesteld
in parameter Vroeg Open. Het GalaXy systeem
kan door deze optie handmatig vroeger
uitgeschakeld worden.
• Bereik: 0 - 240 minuten
• Bijzondere instellingen: geen
• Standaard: 0 minuten
• Per blok in te stellen: nee
• Gerelateerde menuopties:
Menuoptie 45 Klok Aan/Uit
Mneuoptie 65 Klok
Bijzonderheden: zie voor een uitgebreide
beschrijving van de klokfunctie menuoptie 45 Klok
Aan/Uit vanaf pagina 89.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg6b.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 52: Programmeren Zones
- - Pagina 107
8.28 Menuoptie 52: Programmeren Zones
Menuoptie 52 Programmeren Zones wordt door
de installateur gebruikt om de functies van de
zones in te stellen. Naast de functies worden in
menuoptie 52 ook de zone attributen ingesteld.
In Tabel 0 6- wordt aangegeven welke attributen er
per zone kunnen worden ingesteld.
Attribuut Omschrijving
1 Zone functie Toekennen van de zonefunctie
2 Zone omschrijving
Alfa-numerieke omschrijving
(max. 16 karakters)
3 Bel functie signalering bij openen van de zone
indien attribuut ingeschakeld
4 Overbrugbaar Zone kan worden overbrugd indien
indien attribuut ingeschakeld
5 Deelbeveiliging Zone opgenomen in deelbeveiliging
indien attribuut ingeschakeld
6 Blokken Toekenning aan blok
Attribuut 6 Blokken verschijnt alleen als de blokkenmode is
ingeschakeld
(menuoptie 63.1.1 Optie BLK/MAX.Blokken.Blokkenmode)
Tabel 0 6- : Zoneattributen
8.28.1 Het gebruik van menuoptie 52
Programmeren Zones
Als de menuoptie geselecteerd wordt verschijnt de
eerste zone in het GalaXy systeem op het LC-
display.
Druk op de [#]-toets om de instellingen van de
attributen op het LC-display te tonen.
Met de [A]- -toets en de [B] toets kan door de
beschikbare zones gestapt worden.
NOOT: Door de laatste 2 digits van het
zoneadres in te drukken kan op de
GalaXy 8, 18 en 60 direct het gewenste
zoneadres worden ingevoerd.
NOOT: Op de GalaXy 500 en 512 kan direct het
gewenste zoneadres worden
geselecteerd door alle vier de digits
van het zoneadres in te drukken.
Druk op de [ent]-toets om de attributen van de
geselecteerde zone te wijzigen. Op het LC-display
verschijnt de tekst “1 = Zone funct.”.
met de [A]- -toets en de [B] toets kan door de
beschikbare attributen gestapt worden. Druk op de
[ent]-toets om de sectectie te bevestigen.
De wijzigng van een attribuut moet bevestigd
worden met het drukken op de [ent]-toets. De
wijziging wordt niet doorgevoerd als het attribuut
verlaten wordt met de [esc]-toets. Alleen
parameter 2 wijkt hiervan af; de [ent]-toets
selecteert het karakter of woord uit de bibliotheek,
terwijl de [esc]-toets het attribuut verlaat en de
wijziging doorvoerd.
8.28.1.1 Zonefunctie
Als submenuoptie zonefunctie wordt geactiveerd
verschijnt op het LC-display de geprogrammeerde
zonefunctie. Iedere zonefunctie heeft een
referentienummer. Op het LC-display wordt de
zonefunctie voorafgegaan door het
referentienummer.
Met de [A]- -toets en de [B] toets kan door de
beschikbare zonefuncties gestapt worden. Door
het referentienummer van de gewenste
zonefunctie in te toetsen kan de betreffende
zonefunctie ook geselecteerd worden.
Druk op de [ent]-toets om de keuze te bevestigen.
8.28.1.2 Zone omschrijving
Aan iedere zone kan een omschrijving worden
toegekend. De omschijving bestaat uit maximaal
16 alfa-numerieke karakters. De karakters kunnen
worden geselecteerd uit één van de twee
karakterreeksen of uit de woordenbibliotheek (niet
op GalaXy 8).
Als submenu Zone Omschrijving geselecteerd
wordt verschijnt op de bovenste regel van het LC-
display de omschrijving.
De omschijvingen van alle zones zijn van de
fabriek uit niet ingevoerd. De bovenste regel van
het LC-display is in dat geval blanco.
Zone functie
Blok
Zoneadres
Zoneomschrijving
B = Belfunctie
O = Overbrugbaar
D = Deelbeveiligd
- = Niet ingesteld
Blok
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg6c.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 52: Programmeren Zones
- - Pagina 108
Met de [A]- -toets en de [B] toets wordt door de
karakterreeks gestapt. Deze karakterreeks
bestaat uit hoofdletters en een aantal leestekens.
Druk op de [#]-toets om de tweede karakterreeks
op het LC- -display te tonen. Met de [A] toets en de
[B]-toets wordt weer door de karakterreeks
gestapt. De tweede karakterreeks bestaat uit
kleine letters en een aantal leestekens.
Druk op de [#]-toets op de woordenbibliotheek te
selecteren. De woorden uit de woordenbibliotheek
met de bijbehorende codes zijn weergegeven in
Appendix xxx.
Met de [A]- -toets en de [B] toets kan door de
woorden uit de woordenbibliotheek gestapt
worden.
Uit zowel de karakterreeksen als uit de
woordenbibliotheek kan, door het intoetsen van de
bijbehorende code (zie Appendix xxx) kan direct
het karakter of woord geselecteerd worden.
Als de zoneomschrijving is ingevoerd, dan kan
met de [esc]-toets de invoer bewaard worden en
het submenu verlaten worden.
Alleen in het submenu zoneomschrijving wordt de
[esc]-toets gebruikt om het submenu te verlaten
terwijl de wijziging doorgevoerd wordt.
8.28.1.3 Belfunctie
Als het zoneattribuut Belfunctie is ingeschakeld,
dan zal in de dagstand de E/E signalering klinken
als de betreffende zone geopend wordt, mits
menuoptie 15 Belfunctie is ingeschakeld. Van de
fabriek uit is het zoneattribuut Belfunctie van
iedere zone uitgeschakeld.
Met de [A]- -toets en de [B] toets kan het attribuut
in- en uitgeschakeld worden. Ook door het
indrukken van de [0]- -toets en de [1] toets kan het
attribuut respectievelijk uit- en ingeschakeld
worden.
Met de [ent]-toets wordt de keuze bevestigd.
NOOT: Het zoneattrubuut Belfunctie stelt de
functie in voor iedere zone afzonderlijk.
Menuoptie 15 Belfunctie wordt de
functie zelf in- en uitgeschakeld. Zie
voor aanvullende informatie Menuoptie
15 Belfunctie.
8.28.1.4 Overbrugbaar
Met het zoneattribuut overbrugbaar wordt
aangegeven of de zone overbrugd mag worden.
Als een zone overbrugd wordt worden activaties
niet geregistreerd, en hebben dus geen
alarmering of signalering tot gevolg.
Overbuggen van zones kan handmatig
plaatsvinden vanuit menuoptie 11 Overbrug Zones
en menu 46 Blok Overbruggen of met behulp van
de Link functie (zie menuoptie 54 Linken).
Overbruggen vindt automatisch plaats als een
zone geopend is, en het systeem geforceerd
ingeschakeld wordt vanuit menuoptie 14
Geforceerd Inschakelen, het systeem automatisch
inschakeld na een alarm of tijdens de Autoset
procedure.
Het zoneattribuut Overbrugbaar staat van de
fabriek uit ingeschakeld.
Met de [A]- -toets en de [B] toets kan het attribuut
in- en uitgeschakeld worden. Ook door het
indrukken van de [0]- -toets en de [1] toets kan het
attribuut respectievelijk uit- en ingeschakeld
worden.
Met de [ent]-toets wordt de keuze bevestigd.
8.28.1.5 Deelbeveiligd
Als het GalaXy systeem in deelbeveiliging wordt
ingeschakeld worden alleen de activaties van
zones geregistreerd waarvan het zoneattribuut
deelbeveiligd op ingeschakeld staat. (M.u.v. zones
met een functie die 24 uur actief is zoals brand,
24-uur etc).
Het GalaXy systeem wordt in deelbeveiliging
ingeschakeld met menuoptie 13 Deelbeveiligd
Inschakelen en menuoptie 17 Deelbeveiligd
Direct. Bovendien wordt het GalaXy systeem
deelbeveiligd ingeschakeld als het zoneattribuut
van een zone met de functie 9 Sleutel is
ingeschakeld en deze zone wordt geactiveerd.
Het zoneattribuut Deelbeveiligd staat van de
fabriek uit ingeschakeld.
Met de [A]- -toets en de [B] toets kan het attribuut
in- en uitgeschakeld worden. Ook door het
indrukken van de [0]- -toets en de [1] toets kan het
attribuut respectievelijk uit- en ingeschakeld
worden.
Met de [ent]-toets wordt de keuze bevestigd.
8.28.1.6 Blokken (niet op GalaXy 8)
NOOT: Zoneattribuut Blokken is alleen
beschikbaar als de blokkenmode is
ingeschakeld (menuoptie 63.1.1 Optie
BLK/MAX.Blokken.Blokkenmode).
Met het zoneattribuut Blokken wordt de
betreffende zone toegekend aan één enkel blok.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg6d.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 52: Programmeren Zones
- - Pagina 109
Van de fabriek uit is iedere zone toegekend aan
blok 1.
Druk op het nummer van het blok waar de zone
aan wordt toegekend.
De GalaXy 500 heeft 16 blokken en de GalaXy
512 heeft 32 blokken; deze worden op het LC-
display in groepen van acht blokken getoond. De
groepen worden A, B, C en D genoemd (bij de
GalaXy 500 worden alleen A en B gebruikt).
Gebruik de [A]- -toets en de [B] toets om tussen de
groepen A, B, C en D te schakelen.
8.28.1.6.1 De [*]-toets bij het attribuut
Blokken
Enkele zonesfuncties hebben een aanvullende
toepassing bij het attribuut Blokken. De activatie
van een zone met zo’n functie beïnvloed meerdere
blokken.
Druk op de [*]-toets om deze aanvullende
toepassing te activeren. Op het LC-display
verschijnt de volgende tekst.
Druk op de nummers van de blokken die ook
beïnvloed moeten worden bij de activatie van de
zone waarvan het attrbuut wordt ingesteld.
De GalaXy 500 heeft 16 blokken en de GalaXy
512 heeft 32 blokken; deze worden op het LC-
display in groepen van acht blokken getoond. De
groepen worden A, B, C en D genoemd (bij de
GalaXy 500 worden alleen A en B gebruikt).
Gebruik de [A]- -toets en de [B] toets om tussen de
groepen A, B, C en D te schakelen.
• Laatste (1), Security Laatste (10), Deel Laatste
(11) en Puls Aan (8).
De zonefuncties Laatste (1), Security Laatste
(10), Deel Laatste (11) en Puls Aan (8) hebben
een aanvullende toepassing bij het indrukken
van de [*]-toets. Bij het sluiten van de zone
tijdens de inschakelprocedure, wordt de
uitlooptijd beëindigd en schakelen alle blokken
waaraan de zone is toegekend in.
• Volgzone (2)
Een zone met de functie Volgzone kan
geactiveerd worden in alle toegekende blokken
zonder een inbraakalarm te genereren als de
[*]-toets is ingedrukt bij het zoneattribuut
Blokken.
Zie de omschrijving van de genoemde
zonefuncties voor aanvullende informatie
8.28.1.7 Systeemalarmen
Het GalaXy systeem kent een aantal zones die
niet programmeerbaar zijn. Deze zones bewaken
circuits op het GalaXy paneel. In Tabel 0 7- is een
opsomming gegeven van deze zones, het adresen
het bijbehorende circuit.
Zone Alarm Omschrijving
0001 ACCU CENTR
Accuspanning van de accu in de
centrale is te laag
0002 220V CENTR 220VAC is weggevallen
0003 SAB CENTR Kastsabotageschakelaar is geactiveerd
0004 SAB AUX AUX sabotagelus is geactiveerd
Tabel 0 7- : Gereserveerde zones adressen
In Tabel 0 8- zijn de verschillende zonefuncties
weergegeven met een aantekening op welk
GalaXy type de functie beschikbaar is.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg6e.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 52: Programmeren Zones
- - Pagina 110
Tabel 0 8- : Beschikbare zonefuncties
Zonefunctie GalaXy 8 GalaXy 18 GalaXy 60 GalaXy 500
GalaXy 512
01 Laatste üüüüü
02 Volgzone üüüüü
03 Inbraak üüüüü
04 24 Uur üüüüü
05 Security üüüüü
06 Inbraak Dubbel üüüüü
07 In/Uitgang üüüüü
08 Puls Aan üüüüü
09 Sleutel üüüüü
10 Security Laatste üüüüü
11 Deel Laatste üüüüü
12 Deel In/Uitgang üüüüü
13 Paniek üüüüü
14 Paniek Stil üüüüü
15 Paniek Vertraagd üüüüü
16 Paniek Vertr Stil üüüüü
17 Link Ingang üüüüü
18 Reserve üüüüü
19 Brand üüüüü
20 Sabotage üüüüü
21 Sirene Sabotage üüüüü
22 Beampaar üüüüü
23 Accu Laag üüüüü
24 PTT Lijn üüüüü
25 220VAC üüüüü
26 Geheugen üüüüü
27 RS Toegang üüüüü
28 Video üüüüü
29 Video Volg üüüüü
30 Inbraak Vertraagd üüüüü
31 Geheugen Vertr. üüüüü
32 Geheugen Ingesch.
üüüüü
33 Custom A üüü
34 Custom B üüü
35 Bewaking üüü
36 Afdek üüü
37 Urgent üüü
38 Paniek Uit üüü
39 Sleutel reset üüü
40 Niet gebruikt
41 Niet gebruikt
42 Niet gebruikt
43 Niet gebruikt
44 Niet gebruikt
45 Niet gebruikt
46 Niet gebruikt
47 Kluisdetector ü
48 ATM 1 ü
49 ATM 2 ü
50 ATM 3 ü
51 ATM 4 ü
52 Alarm Extend ü
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg6f.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 52: Programmeren Zones
- - Pagina 111
8.28.2 De Zonefuncties
8.28.2.1 Laatste
Een zone met de fuctie Laatste start de
uitschakelprocedure en start de ingangstijd. Een
zone met de functie Laatste beëindigt de
inschakelprocedure en schakelt direct in, mits alle
zones gesloten zijn.
Het openen (+) en het sluiten (-) van een zone met
de functie Laatste wordt geregistreerd in de
systeemgeheugen.
Als op de [*]-toets wordt gedrukt tijdens het
programmeren van de functie, dan wordt de
ingangstijd bij activatie van die zone verdubbeld.
De E/E signalering geeft een kort onderbroken
toon om aan te geven dat de zone geopend is,
tijdens de inschakelprocedure.
Als het zoneattribuut Blokken van een zone met
de functie Laatste met een “*”-teken (asteriks) is
geprogrammeerd, dan heeft de zone effect op alle
blokken die zijn opgegeven bij het zoneattribuut.
8.28.2.2 Volgzone
Zones die de in-/uitgangsroute beveiligen worden
geprogrammeerd met de functie Volgzone.
Tijdens de in- en uitschakelprocedure registreren
zones met de functie Volgzone geen alarm. Als
het systeem is ingeschakeld, dan werkt de zone
net als een zone met de functie Inbraak.
Het openen van een zone met de functie Volgzone
tijdens de in- of uitgangstijd wordt niet
geregistreerd in de systeemgeheugen.
Als het zoneattribuut Blokken van een zone met
de functie Volgzone met een “*”-teken (asteriks) is
geprogrammeerd, dan heeft de zone effect op alle
blokken die zijn opgegeven bij het zoneattribuut.
8.28.2.3 Inbraak
De functie inbraak is niet actief als het GalaXy
systeem is uitgeschakeld. Als het GalaXy systeem
is ingeschakeld dan veroorzaakt de activatie van
een zone met de functie Inbraak een volledig
alarm. Dit alarm kan alleen worden gereset met
een gebruikerscode met een minimaal niveau
zoals is vastgelegd in menuoptie 51.6
Paramaters.Alarmreset.
8.28.2.4 24 Uur
Een zone met een 24 Uur functie is altijd actief.
Als Het GalaXy systeem is uitgeschakeld, dan
genereerd een activatie van een dergelijke zone
een lokaal alarm. Als het GalaXy systeem is
ingeschakeld, dan gedraagt de zone zich als een
zone met de functie inbraak en genereerd een
volledig alarm. Zowel na een activatie in de
dagstand als in de nachtstand moet het moet het
systeem gereset worden met een gebruikerscode
met een minimaal niveau zoals is vastgelegd in
menuoptie 51.6 Paramaters.Alarmreset.
8.28.2.5 Security
Een zone met de functie Security functioneert
hetzelfde als een zone met de functie 24 Uur, met
het verschil dat Security geen systeemreset
vereist in de dagstand. Iedere code met niveau 2
of hoger heft het alarm op en reset het systeem.
Na een activatie in de nachtstand is een Systeem
Reset vereist. Iedere activatie en restore van een
zone met de functie Security wordt in het
geheugen geregistreerd met respectivelijk een “+”-
teken (plus) en een “-“-teken (minus).
8.28.2.6 Inbraak Dubbel
De werking van de functie Inbraak Dubbel is gelijk
een de functie Inbraak met het verschil dat een
alarm pas plaats vindt na de tweede activatie van
een willekeurige zone met de functie Inbraak
Dubbel in het zelfde blok binnen 20 minuten. De
teller wordt gereset als het systeem wordt
uitgeschakeld.
8.28.2.7 In/Uitgang
De functie In/Uitgang start de uitschakelprocedure
hetzelfde als de funktie Laatste. Tijdens de
inschakelprocedure gedraagt een zone met de
functie In/Uitgang zich als de functie Volgzone.
Deze functie wordt veelal toegepast in combinatie
met een zone met de functie Puls aan, die de
uitgangstijd beëindigd en het systeem inschakeld.
Als op de [*]-toets wordt gedrukt tijdens het
programmeren van de functie, dan wordt de
inlooptijd bij activatie van die zone verdubbeld.
8.28.2.8 Puls Aan
De zonefunctie Puls Aan beëindigt de uitgangstijd
en schakelt het systeem direct in. Als een zone
met de functie Puls Aan wordt geactiveerd stopt
de E/E signalering direct. Het systeem schakelt na
4 seconden in. Deze periode dient om de zones in
rust te laten komen. De zone blijft inactief tot de
volgende inschakelprocedure.
Zie ook 0 6.5.5 Puls aan.
Het openen van een zone met de functie Puls Aan
tijdens de uitgangstijd wordt door de GalaXy
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg70.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 52: Programmeren Zones
- - Pagina 112
alarmmeldcentrale niet op het LC-display
gerapporteerd als een geopende zone.
Als het zoneattribuut Blokken van een zone met
de functie Puls Aan met een “*”-teken (asteriks) is
geprogrammeerd, dan heeft de zone effect op alle
blokken die zijn opgegeven bij het zoneattribuut.
8.28.2.9 Sleutel
Een zone met de functie Sleutel wordt gebruikt om
het GalaXy systeem of toegekende blokken in en
uit te schakelen. Als een dergelijke zone
geactiveerd wordt als het systeem in de dagstand
staat, wordt de inschakelprocedure gestart, de
uitlooptijd begint.
Staat het systeem ingeschakeld, dan schakelt het
systeem direct uit na activatie van de zone, er is
geen inlooptijd.
Het zoneattribuut deelbeveiligd van een zone met
de functie Sleutel staat van de fabriek uit
uitgeschakeld (0). De sleutelschakelaar schakelt
het systeem of de toegekende blokken volledig in.
Als het zoneattribuut deelbeveiligd is ingeschakeld
(1) dan schakelt het systeem of de toegekende
blokken deelbeveiligd in.
Als het zoneattribuut Blokken van een zone met
de functie Sleutel met een “*”-teken (asterisk) is
geprogrammeerd, dan heeft de zone effect op alle
blokken die zijn opgegeven bij het zoneattribuut.
Zie ook 0 6.5.4 De sleutelschakelaar op pagine
42.
Het gebruikersniveau van de sleutelschakelaar
staat van de fabriek uit op 4. Dit wil zeggen dat het
gebruik van de sleutelschakelaar hetzelfde niveau
heeft als het gebruik van een code op niveau 4.
Het niveau van de sleutelschakelaar is in te stellen
in menuoptie 51.14 Parameters.Sleutel Reset
Niveau.
Een [*] toevoegen aan de Sleutel functie maakt
deze geschikt voor maak/verbreekschakelaars,
zonder de [*] is deze een pulsschakelaar.
NOOT: Geactiveerde zones worden niet op het
LC-display weergegeven als het
systeem na een alarm met de
sleutelschakelaar wordt gereset.
8.28.2.10 Security Laatste
Een zone met de functie Security Laatste heeft
een dubbele functie. De functie wordt bepaald
door het al dan niet ingeschakeld zijn van het
systeem. Als het systeem is ingeschakeld, of als
de in- of uitschakelprocedure is gestart gedraagt
de zone zich als een zone met de functie Laatste.
Als het systeem is uitgeschakeld gedraagt de
zone zich als een zone met de functie Security.
Als op de [*]-toets wordt gedrukt tijdens het
programmeren van de functie, dan wordt de
ingangstijd bij activatie van die zone verdubbeld.
Als het zoneattribuut Blokken van een zone met
de functie Security Laatste met een “*”-teken
(asteriks) is geprogrammeerd, dan heeft de zone
effect op alle blokken die zijn opgegeven bij het
zoneattribuut.
De E/E signalering geeft een kort onderbroken
toon om aan te geven dat de zone geopend is.
8.28.2.11 Deel Laatste
Een zone met de functie Deel Laatste heeft een
dubbele functie. De functie wordt bepaald door de
manier waarop het systeem is ingeschakeld.
Als het systeem volledig is ingeschakeld, dan
gedraagt de zone zich als een zone met de functie
Laatste. Als het systeem deelbeveiligd is
ingeschakeld gedraagt de zone zich als een zone
met de functie Inbraak.
Als op de [*]-toets wordt gedrukt tijdens het
programmeren van de functie, dan wordt de
ingangstijd bij activatie van die zone verdubbeld.
Als het zoneattribuut Blokken van een zone met
de functie Deel Laatste met een “*”-teken
(asterisk) is geprogrammeerd, dan heeft de zone
effect op alle blokken die zijn opgegeven bij het
zoneattribuut.
De E/E signalering geeft een kort onderbroken
toon om aan te geven dat de zone geopend is.
8.28.2.12 Deel In/Uitgang
Een zone met de functie Deel In/Uitgang heeft een
dubbele functie. De functie wordt bepaald door de
manier waarop het systeem is ingeschakeld.
Als het systeem volledig is ingeschakeld, dan
gedraagt de zone zich als een zone met de functie
Volgzone. Als het systeem deelbeveiligd is
ingeschakeld gedraagt de zone zich als een zone
met de functie In/Uitgang.
Als op de [*]-toets wordt gedrukt tijdens het
programmeren van de functie, dan wordt de
ingangstijd bij activatie van die zone verdubbeld.
8.28.2.13 Paniek
Een zone met de functie Paniek is continu actief.
Het activeren van de zone resulteert direct in een
volledig alarm. De instelling van menuoptie 51.2
Parameters.Sirene Vertraging heeft geen invloed.
Na een alarm kan het systeem alleen gereset
worden door een code met een minimaal niveau
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg71.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 52: Programmeren Zones
- - Pagina 113
zoals ingesteld in menuoptie 51.22
Parameters.Paniek Reset.
NOOT: Als een zone met de functie Paniek is
geopend, dan wordt dit op het LC-
display aangegeven als er een geldige
code wordt ingevoerd. Het systeem
kan niet inschakelen als de zone
geopend is. Deze moet eerst gesloten
worden
NOOT: Op de GalaXy 512: Als een zone met de
functie Paniek geopend is, dan kan de
installateursmode niet verlaten
worden.
8.28.2.14 Paniek Stil
De Paniek Stil functie is gelijk aan de Paniek
functie met het verschil dat de Paniek Stil functie
geen acoustische of visuele signalering geeft.
Alleen een uitgang met de functie 3 Paniek wordt
geactiveerd.
De activatie en de herstel van de functie worden in
het geheugen geregistreerd met respectievelijk
een “+”- -“-teken (plus) en een “ teken (minus).
NOOT: Als een zone met de functie Paniek Stil
is geopend, dan wordt dit op het LC-
display aangegeven als er een geldige
code wordt ingevoerd. Het systeem
kan niet inschakelen als de zone
geopend is. Deze moet eerst gesloten
worden
NOOT: Op de GalaXy 512: Als een zone met de
functie Paniek Stil geopend is, dan kan
de installateursmode niet verlaten
worden.
8.28.2.15 Paniek Vertraagd
De Paniek Vertraagd functie is gelijk aan de
Paniek functie met het verschil dat de uitgangen
met de functie 3 Paniek niet direct aangestuurd
worden. De uitgangen worden aangestuurd na
een tijdsvertraging die is ingesteld menuoptie
51.13 Parameters.Paniek Vertraagd. Gedurende
het aftellen van de vertragingsperiode klinkt de
E/E signalering om de gebruiker eraan te
herinneren dat de vertragingstijd wordt afgeteld.
Het sluiten van de geactiveerde zone of het
intoetsen van een geldige gebruikerscode (niveau
2 of hoger) breekt het alarm af, het aftellen stopt
en de E/E signalering klinkt niet meer.
Als de paniekvertragingstijd verlopen is gaat het
systeem over in een volledig alarm. Het alarm kan
opgeheven worden met een geldige
gebruikerscode (niveau 2 of hoger). Het systeem
moet gereset worden door een gebruikerscode
met een niveau zoals opgegeven in menuoptie
51.22 Parameters.Paniek Reset.
8.28.2.16 Paniek Vertraagd Stil
De Paniek Vertraagd Stil functie werkt gelijk aan
de Paniek Vertraagd functie met het verschil dat
bij de activatie van een zone met de functie
Paniek Vertraagd Stil geen acoustische en
optische signalering is. Alleen een uitgang met de
functie 3 Paniek wordt aangestuurd na de paniek
vertragingstijd.
De activatie en de herstel van de functie worden in
het geheugen geregistreerd met respectievelijk
een “+”- -“-teken (plus) en een “ teken (minus).
8.28.2.17 Link Ingang
Een zone met de functie Link Ingang heeft geen
op zichzelf staande functie. De functie is
ontworpen om een zone als bron te kunnen laten
fungeren bij linken. Zie voor een gedetailleerde
beschrijving van het linken menuoptie 54 Linken.
De activatie en de herstel van de functie worden in
het geheugen geregistreerd met respectievelijk
een “+”- -“-teken (plus) en een “ teken (minus).
NOOT: Op de GalaXy 8 is menuoptie 54 Linken
niet aanwezig.
8.28.2.18 Reserve
Zones die niet gebruikt worden, moeten
geprogrammeerd worden met de functie Reserve.
Activatie van de zone, noch van het alarmcontact,
noch van het sabotage contact resulteert in een
alarm.
NOOT: Het is raadzaam om ongebruikte zones
af te sluiten met een weerstand met
een waarde van 1kΩ /1%.
8.28.2.19 Brand
Een zone met de functie Brand is continu
operationeel. Een activatie van de zone resulteert
direct in een alarm. De sirene vertragingstijd
(menuoptie 51.2) heeft geen invloed. Uitgangen
met de functie 1 Sirene, 2 Flitser en 16 Brand
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg72.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 52: Programmeren Zones
- - Pagina 114
worden aangestuurd. De E/E signalering en
uitgangen met de functie Luidspreker signaleren
met een onderbroken toon (1 seconden aan, 0.5
seconden uit). Een geldige code heft een
brandalarm op en reset het GalaXy systeem.
Zolang de geactiveerde zone open staat kan het
systeem niet inschakelen.
8.28.2.20 Sabotage
Een zone met de functie Sabotage is continu
operationeel. Als de zone geactiveerd wordt (van
1kΩ naar 2kΩ), dan wordt er een sabotage alrm
gegenereerd. Alleen een geldige code met een
niveau zoals ingesteld in menuoptie 51.7
Sabotage Reset kan het GalaXy systeem
resetten. Als op de zone een sabotage
voorwaarde voordoet (< 800Ω of >12kΩ) dan
wordt er ook een sabotagealarm gegenereerd.
8.28.2.21 Sirene Sabotage
De functie Sirene Sabotage is gelijk aan de functie
Sabotage. De functie is bedoeld om toegepast te
worden op de sabotagecontacten van flitsers,
sirenes en andere signalerings-apparaten.
8.28.2.22 Beampaar
Een zone met de functie Beampaar reageert
hetzelfde als een zonde met de functie Inbraak,
met het verschil dat bij de functie Beampaar twee
zones met een opéénvolgend zoneadres
gelijktijdig geactiveerd moeten zijn voordat er een
alarm gegenereerd wordt.
Van de twee zones, die met elkaar een paar
vormen, heeft steeds de eerste een even
zoneadres en de tweede een oneven zoneadres.
De zoneadressen mogen voorkomen op
verschillende RIO’s, mits de RIO adressen elkaar
direct opvolgen.
Bijvooreeld: Zoneadres 2024 en 2025 vormen een
paar. Beide zones moeten geprogrammeerd
worden met de functie Beampaar.
Zoneadres 2028 en 2031 vormen ook een paar.
Als RIO adres 203 niet bestaat vormen
zoneadres 2028 en 2041 geen paar.
Het systeem kan niet inschakelen als een zone
met de functie Beampaar nog open staat.
8.28.2.23 Accu Laag
De functie Accu Laag bewaakt de spanning van
de noodstroom accu.
De activatie en de herstel van de functie worden in
het geheugen geregistreerd met respectievelijk
een “+”- -“-teken (plus) en een “ teken (minus).
Activatie van de zone resulteert in het doven van
de bediendeelverlichting. De LED van het
bediendeel zal snel gaan knipperen.
Als menuoptie 51.18 Parameters.220VAC Voorw
is ingeschakeld kan het systeem niet inschakelen.
Op de LC-display verschijnt de tekst “LET OP:
Accu Laag. Kan Niet Inschakelen”.
Het sluiten van de zone heft deze blokkade weer
op, de bediendeel LED licht continue op en de
bediendeelverlichting gaat weer aan.
8.28.2.24 PTT Lijn
De functie PTT Lijn bewaakt de PTT lijn die is
aangesloten op de kiezer.
Als het GalaXy systeem is uitgeschakeld
veroorzaakt de eerste activatie van een zone met
de functie PTT lijn een lokaal alarm. Op het LC-
display verschijnt de tekst “PTT lijn storing”. Alle
daarop volgende activaties veroorzaken geen
lokaal alarm, doch wel de tekst op het LC-display.
Als het systeem een keer is ingeschakeld geweest
zal het lokale alarm weer één keer afgaan bij een
activatie.
Als het systeem is ingeschakeld, dan schakelt een
activatie van een zone met de de PTT lijn functie
de Sirene Vertraging (menuoptie 51.2) buiten
werking. Iedere activatie van een alarmzone
resulteert in een direct volledig alarm.
Als het GalaXy systeem wordt uitgeschakeld,
terwijl een PTT lijn fout conditie heeft voorgedaan
tijdens de ingeschakelde periode, dan verschijnt
op het LC-display de tekst “+ PTT lijn” met het
zoneadres.
Als het GalaXy systeem wordt uitgeschakeld,
terwijl een PTT lijn fout conditie heeft voorgedaan
tijdens de ingeschakelde periode en nog aanwezig
is tijdens het uitschakelen, dan verschijnt op het
LC-display de tekst “ PTT lijn storing” en klinkt het
lokale alarm.
Als menuoptie 51.18 Parameters.220VAC Voorw
is ingeschakeld kan het systeem niet inschakelen.
Op het LC-display verschijnt de tekst “LET OP:
PTT lijn. Kan Niet Inschakelen”.
Is menuoptie 51.18 Parameters.220VAC Voorw
uitgeschakeld, dan wordt de gebruiker erop
gewezen dat de foutcontitie aanwezig is. De
inschakelprocedure wordt gestart als op de [ent]-
toets gedrukt wordt.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg73.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 52: Programmeren Zones
- - Pagina 115
8.28.2.25 220VAC
De functie 220VAC bewaakt de 220VAC van
externe voedingen.
De activatie van een zone met de funtie 220 VAC
resulteert in het doven van de bediendeel
verlichting. De LED van het bediendeel zal
langzaam gaan knipperen.
Als menuoptie 51.18 Parameters.220VAC Voorw
is ingeschakeld kan het systeem niet inschakelen.
Op het LC-display verschijnt de tekst “LET OP:
220VAC. Kan Niet Inschakelen”.
Is menuoptie 51.18 Parameters.220VAC Voorw
uitgeschakeld, dan wordt de gebruiker erop
gewezen dat de foutcontitie aanwezig is. De
inschakelprocedure wordt gestart als op de [ent]-
toets gedrukt wordt.
De activatie en de herstel van de functie worden in
het geheugen geregistreerd met respectievelijk
een “+”- -“-teken (plus) en een “ teken (minus).
8.28.2.26 Geheugen
De zonefunctie Geheugen is bedoeld om de
activatie van de zone in de systeemgeheugen te
registreren, zonder dat er een alarmering of
signalering volgt.
De activatie en de herstel van de functie worden in
het geheugen geregistreerd met respectievelijk
een “+”- -“-teken (plus) en een “ teken (minus).
8.28.2.27 RS Toegang
Een zone met de functie RS Toegang regelt de
toegang tot het GalaXy systeem met het GalaXy
Gold Remote Service softwarepakket. Als de zone
is geactiveerd heeft de installateur met het GalaXy
Gold pakket geen toegang tot de GalaXy
alarmmeldcentrale.
8.28.2.28 Video
De functie Video is gelijk aan de functie Inbraak
met het verschil dat er pas een alarm gegenereerd
wordt als een bepaald aantal activaties op de
zones heeft plaatsgevonden. De activaties kunnen
plaatsvinden op willekeurige zones met de functie
Video of Video Volg in hetzelfde blok. Het aantal
activaties is bepaald in menuoptie 51.30
Parameters.Videoactivaties.
De teller, die de activaties telt, wordt gereset als
het GalaXy systeem wordt uitgeschakeld.
8.28.2.29 Video Volg
De functie Video Volg is gelijk aan de functie
Video met het verschil dat activaties van de zones
met de functie Video Volg niet meetellen
gedurende de in- en uitschakelprocedure.
8.28.2.30 Inbraak Vertraagd
De functie Inbraak Vertraagd is gelijk aan de
functie Inbraak met het verschil dat het volledige
alarm pas na de ingestelde vertragingstijd
plaatsvindt. De Alarmvertraging wordt ingesteld in
menuoptie 51.31 Parameters.Alarmvertraging.
Een zone met de functie Inbraak Vertraagd moet
geopend blijven gedurende de ingestelde
vertragingstijd om een volledig alarm te
genereren. De E/E signalering klinkt om aan te
geven dat de zone geopend is. Als de zone
geloten wordt of het GalaXy systeem
uitgeschakeld wordt, wordt het alarm afgebroken.
Als een tweede zone met de functie Alarm
Vertraagd geopend wordt voordat de eerste
gesloten wordt, dan telt de Alarm Vertragings teller
door. De Alarm Vertragingsteller wordt pas
gereset als alle zones met de functie Alarm
Vertraagd in het blok gesloten zijn.
8.28.2.31 Geheugen Vertraagd
De functie Geheugen Vertraagd is gelijk aan de
functie Geheugen met het verschil dan een zone
met de functie Geheugen Vertraagd gedurende de
ingestelde vertragingstijd geopend moet zijn
voordat er registratie in de systeemgeheugen
plaatsvindt. De vertragingstijd wordt ingesteld in
menuoptie 51.31 Parameters.Alarmvertraging.
Als de zone vóór het verlopen van de
vertragingstijd gesloten wordt vindt er geen
registratie in de systeemgeheugen plaats, de
vertragingstijd teller wordt gereset.
8.28.2.32 Geheugen Ingeschakeld
De functie Geheugen Ingeschakeld is gelijk aan
de functie Geheugen met het verschil dat de
activatie van een zone met de functie Geheugen
Ingeschakeld alleen in de systeemgeheugen wordt
geregistreerd als het GalaXy systeem is
ingeschakeld.
8.28.2.33 Custom A (niet op GalaXy 8 en
18)
De functie Custom A maakt het mogelijk om zelf
een zonefunctie samen te stellen. De
functionaliteit van de zone wordt bepaald in
menuoptie 64.1 Assemble Zone.Custom A. Als de
functionaliteit is vastgelegd reageren alle zones
met de functie Custom A volgens deze
functionaliteit.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg74.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 52: Programmeren Zones
- - Pagina 116
8.28.2.34 Custom B (niet op GalaXy 8 en
18)
De functie Custom B is gelijk aan de functie
Custom A. De functionaliteit van de zone wordt
bepaald in menuoptie 64.2 Assemble
Zone.Custom B.
8.28.2.35 Bewaking (niet op GalaXy 8 en
18)
Een zone met de functie Bewaking overbrugt bij
activatie een andere zone. Deze functie kan
worden toegepast om een bewaakte deur te
openen zonder een alarm te genereren.
De zone met de functie Bewaking is de bron van
een link. De zone die overbrugt moet worden is de
bestemming van een link.
Zie menuoptie 54 Linken voor een gedetailleerde
beschrijving van het programmeren van een link.
Als de zone met de functie Bewaking is geopend,
dan is de bestemmingszone overbrugd en
veroorzaakt geen alarm bij het openen.
Als de zone met de functie Bewaking is gesloten,
dan is de bestemmingszone niet overbrugd en
veroorzaakt deze een alarm bij het openen.
Als de zone met de functie Bewaking wordt
gesloten, terwijl de bestemmingszone nog is
geopend dan veroorzaakt deze geen alarm. Pas
na het sluiten van de bestemmingszone wordt de
overbrugging opgeheven.
NOOT: Als het zoneattribuut Overbrugbaar van
de bestemmingszone is uitgeschakeld,
dan kan een zone met de functie
Bewaking de bestemmingszone toch
overbruggen.
8.28.2.36 Afdek (niet op GalaXy 8 en 18)
Op een zone met de functie Afdek wordt de
uitgang aangesloten van een detector, die
beveiligd is tegen afdekken (blinderen).
De functie is gelijk aan de functie Security met het
verschil dat uitgangsfunctie 38 Afgedekt wordt
aangestuurd, in plaats van de uitgangsfunctie 13
Security.
8.28.2.37 Urgent (niet op GalaXy 8 en 18)
De functie Urgent is gelijk aan de functie Inbraak
met het verschil dat een zone met de functie
Urgent in zowel de dag- als de nachtstand een
volledig alarm (inclusief de uitgangsfunctie 4
Inbraak) genereert.
8.28.2.38 Paniek Uit (niet op GalaXy 8 en
18)
De functie Paniek Uit is gelijk aan de functie
Paniek stil met het verschil de functie Paniek Uit
alleen operationeel is als het GalaXy systeem is
uitgeschakeld. De functie werkt niet als het
systeem is ingeschakeld.
8.28.2.39 Sleutel Reset (niet op GalaXy 8 en 18)
Met een zone met de functie Sleutel Reset Kan
een alarm opgeheven worden, zonder dat het
systeem wordt uitgeschakeld. Het resetniveau van
de zonefunctie Sleutel Reset is bepaald met
menuoptie 51.14 Parameters.Sleutel Reset
Niveau. Het minimale reset niveau voor de
verschillende alarmen is bepaald in menuoptie
51.6 Parameters.Alarm Reset (inbraak alarmen),
51.7 Parameters.Sabotage Reset (sabotage
alarmen) en 51.22 Parameters. Paniek Reset
(paniek alarmen).
8.28.2.40 Zonefunctie niet gebruikt
8.28.2.41 Zonefunctie niet gebruikt
8.28.2.42 Zonefunctie niet gebruikt
8.28.2.43 Zonefunctie niet gebruikt
8.28.2.44 Zonefunctie niet gebruikt
8.28.2.45 Zonefunctie niet gebruikt
8.28.2.46 Zonefunctie niet gebruikt
8.28.2.47 Kluisdetector (alleen op GalaXy
512)
De zonefunctie Kluisdetector is permanent
operationeel, en is ontworpen voor sensoren op
een kluis. Zones met de functie Kluisdetector
kunnen worden overbrugd met menuoptie 11
Overbruggen Zones. Als één zone met de functie
Kluisdetector wordt overbrugd, dan worden
automatisch alle zones met de functie
Kluisdetector overbrugd.
NOOT: Alle zones in alle blokken worden
overbrugd, de gebruiker hoeft geen
toegangsrechten te hebben in alle
blokken.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg75.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 52: Programmeren Zones
- - Pagina 117
NOOT: Alle zones blijven overbrugd totdat er
één enkele zone uit de overbrugging
wordt gehaald. Dan worden alle
blokken uit de overbrugging gehaald.
NOOT: Het uitschakelen van het systeem
resulteert niet in het opheffen van de
overbrugging.
8.28.2.48 ATM-1 (alleen op GalaXy 512)
De functie ATM-1 (Automatische Teller Machine)
is permanent operationeel en is ontworpen voor
speciale doeleinden.
Het activeren van een zone met de functie ATM-1
resulteert in een volledig alarm in de dag- en de
nachtstand. De uitgangen met de functie ATM-1
worden geactiveerd.
Een zone met de functie ATM-1 kan een bepaalde
periode overbrugd worden. De duur van de
periode is vastgelegd in menuoptie 51.39
Parameters.ATM timeout.
De zone wordt overbrugd als één van de ATM-1
codes wordt ingevoerd (gebruikerscodes 188 -
197). De zone wordt overbrugd na de ingestelde
vertragingstijd, die is ingesteld in menuoptie 51.38
Parameters.ATM Vertraging.
Als de zone is overbrugd worden de uitgangen
met de functie ATM-1 en de functie Overbrugd
aangestuurd.
Als de ATM code is ingevoerd, dan moet de
gebruiker opgeven welke ATM geactiveerd moet
worden:
1 = ATM-1
2 = ATM-2
3 = ATM-3
4 = ATM-4
Met de [A]- -toets en de [B] toets kan de gewenste
ATM geselecteerd worden. Het indrukken van het
nummer van de gewenste ATM selecteert ook de
ATM.
De keuze wordt bevestigd door op de [ent]-toets te
drukken.
Op het LC-display verschijnt de tekst
Als de vertragingstijd verlopen is worden de zones
met de opgegeven ATM functie overbrugd. Op het
LC-display verschijnt de tekst:
Tien en vijf minuten voordat de
overbruggingsperiode afloopt signaleert de E/E
signalering. De laatste minuut van de
overbruggingsperiode signaleert de E/E
signalering ook.
Op ieder gewenst moment kan de
overbruggingsperiode verlengt of afgebroken
worden.
Toets één van de ATM codes in, op het LC-display
verschijnt de tekst:
Druk op de [1]-toets om de overbruggingsperiode
te verlengen, druk op de [2]-toets om de
verbruggingsperiode af te breken. De keuze wordt
niet bevestigd met de [ent]-toets.
NOOT: Slechts één ATM functie kan gelijktijdig
worden overbrugd.
Zie voor aanvullende informatie 0 8.2.4
Afwijkende zonefuncties bij overbruggen.
8.28.2.49 ATM-2 (alleen op GalaXy 512)
Zie ATM-1.
8.28.2.50 ATM-3 (alleen op GalaXy 512)
Zie ATM-1.
8.28.2.51 ATM-4 (alleen op GalaXy 512)
Zie ATM-1.
Geselecteerde ATM
Resterende tijd voordat,
de overbrugging in gaat
Resterende tijd
voordat,
de overbrugging
d h
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg76.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 52: Programmeren Zones
- - Pagina 118
8.28.2.52 Alarm Extend (alleen op GalaXy
512)
De functie Alarm Extend is gelijk aan de functie
Urgent met het verschil dat als een zone met de
functie Alarm Extend is geopend aan het einde
van de sirenetijd (zie menuoptie 51.1 Parameters.
Sirenetijd) direct opnieuw een volledig alarm
genereert. De zone is niet operationeel als deze
overbrugd is.
De functie Alarm Extend kan alleen overbrugd
worden met menuoptie 11 Overbruggen Zones.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg77.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 53: Programmeren Uitgangen
- - Pagina 119
8.29 Menuoptie 53: Programmeren
Uitgangen
8.29.1 Algemeen
Menuoptie Programmeren Uitgangen wordt door
de installateur gebruikt om een functie toe te
kennen aan de uitgangen in het GalaXy systeem.
Naast de functie worden er nog andere attributen
toegekend.
Uitgangsattribuut
Omschrijving
1
Functie Toekennen van een uitgangsfuctie
2
Status 1 = Vasthoudend; geldige code reset
2 = Meegaand; activatie volgt zonestatus
3 = Puls; pulstijd: 1 tot 300 sec.
3
Polariteit 0 = Positief; 12VDC naar 0VDC bij activatie
1 = Negatief; 0VDC naar 12VDC bij
activatie
4
Blokken1 toekennen blokken aan uitgang
1 = alleen actief als blokkenmode is ingeschakeld (Menuoptie
63)
Tabel 0 9- : Uitgangs attributen
8.29.2 Kiezen van het uitgangsadres
Als menuoptie Programmeren Uitgangen wordt
gekozen verschijnt het eerste beschikbare
uitgangsadres het de LC-display.
Met de [A]- -toets en de [B] toets kan door de
beschikbare uitgangsadressen gestapt worden.
Door op de GalaXy 8, 18 en 60 de laatste twee
cijfers van het uitgangsadres in te drukken
verschijnt direct de gewenste uitgang op het LC-
display. Op de GalaXy 500 en 512 wordt een
uitgang direct op het scherm geplaatst als het
volledige uitgangsadres wordt ingevoerd.
Druk op de [ent]-toets om de attributen van de
gekozen uitgang te wijzigen.
8.29.3 Bediendeel uitgangen
De MKII bediendelen zijn voorzien van een
transistoruitgang. De functie van de MKII
Bediendeel uitgangen zijn van de fabriek uit
geprogrammeerd op uitgangsfunctie 18 E/E
signalering. De interne buzzer is gekoppeld aan
de uitgang en volgt derhalve de
geprogrammeerde uitgangsfunctie. De interne
buzzer is niet los te koppelen van de uitgang.
De adressen van de bediendeeluitgangen wijken
af van de gebruikelijke nummering van de
uitgangen.
GalaXy Lijn MKII Bed. adres Uitgangsadres
8, 18 en 60 1 0 - - 9 en A F *00 - *15
500 en 512 1
2
3
4
0 - 4, D, E en F
0 - 6 en F
0 - 6 en F
0 - 6 en F
*10 - *14, *17, *18 en *19
*20 - *26 en *29
*30 - *36 en *39
*40 - *46 en *49
Tabel 0 10- : Bediendeel Uitgangsadressen
Bediendeeladres D en E op communicatielijn 1
zijn gereserveerd voor respectievelijk de RS-232
interface en de modemkiezer. Als deze modules
niet worden gebruikt kunnen deze adressen
worden toegekend aan bediendelen.
8.29.4 De luidspreker uitgang
De GalaXy 18, 60, 500 en 512 zijn voorzien van
een luidspreker uitgang. Het adres van deze
uitgang is *99. De uitgang is van de fabriek uit
geprogrammeerd met de functie E/E signalering.
8.29.5 De Uitgangsattributen
Met de [A]- -toets en de [B] toets kan door de
attributen gestapt worden. Door het nummer van
het gewenste attribuut in te toetsen wordt het
attribuut direct op het LC-display getoond.
Druk op de [ent]-toets om de keuze te bevestigen.
8.29.5.1 Uitgangsfunctie
Als het attribuut uitgangsfunctie is gekozen
verschijnt op het LC-display de geprogrammeerde
funktie van de betreffende uitgang.
Met de [A]- -toets en de [B] toets kan door de
functies gestapt worden. Door het nummer van de
gewenste functie in te toetsen wordt de functie
direct op het LC-display getoond.
Uitgangsstatus
V = Vasthoudend
M = Meegaand
P = Puls
Uitgangsadres
Uitgangsfunctie
Uitgangspolariteit
POS = Positief
NEG = Negatief
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg78.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 53: Programmeren Uitgangen
- - Pagina 120
Druk op de [ent]-toets om de keuze te bevestigen.
8.29.5.2 Uitgangsstatus
Het tweede attribuut van de uitgangen is de
uitgangsstatus.
Iedere uitgangsfunctie heeft een eigen
standaardwaarde bij uitgangsstatus. Als de functie
wordt aangepast, dan wordt de uitgangssatus
gewijzigd naar de standaardwaarde van de
betreffende functie. De uitgangsstatus kan nadien
aangepast worden.
1 = Vasthoudend; Nadat de uitgang is
aangestuurd blijft deze actief totdat een
geldige code is ingevoerd.
2 = Meegaand; De uitgang volgt de status van de
gebeurtenis die de uitgang aanstuurt.
3 = Puls; De uitgang blijft geactiveerd voor de
geprogrammeerde pulsduur (1 - 300
seconden).
Stap met de [A]- -toets en de [B] toets naar de
gewenste status of toets direct het nummer van
de gewenste status in. Bevestig de keuze met de
[ent]-toets.
Als voor uitgangsstatus 3 Puls is gekozen, dan
moet de pulsduur worden ingevoerd. Voer de
pulsduur in en bevestig de keuze met de [ent]-
toets.
8.29.5.3 Uitgangspolariteit
Met het attribuut Polariteit wordt de polariteit van
de uitgang in rust en aangestuurde toestand
bepaald.
Als de polariteit op 0 = Positief is ingesteld, dan is
de uitgang in rust 12 VDC (d.m.v. een 3k3 pull-up
weerstand) en gaat bij aansturing naar 0VDC.
Als de polariteit op 1 = Negatief is ingesteld, dan is
de uitgang in rust 0VDC en gaat bij aansturing
naar 12VDC (d.m.v. een 3k3 pull-up weerstand).
NOOT: Uitgangsfunctie 8 Geschakelde DC
heeft een positieve polariteit, doch is in
de ruststand 0VDC en geactiveerd
12VDC (d.m.v. een 3k3 pull-up
weerstand). De functie heeft puls als
standaard uitgangsmode.
Als de pull-up weerstanden uit het uitgangscircuit
worden verwijderd, dan verandert het 12 VDC
niveau in een zwevend niveau (open collector).
Zie 0 4. Verschillende GalaXy types, 0 5.1.5
RIO Uitgangen en 0 5.2 De Smart PSU
voor de gegevens van de pull-up weerstanden.
8.29.5.4 Blokken
Het blokattribuut is alleen beschikbaar als de
blokkenmode is ingeschakeld (zie menuoptie
63.1.1Optie BLK/MAX.Blokken.Blokkenmode)
Met het blokattribuut kunnen uitgangen ingedeeld
worden in blokken. Een uitgang kan in meerdere
blokken worden ingedeeld. Alle uitgangen zijn van
de fabriek uit ingedeeld in alle blokken.
Als het blokattribuut geselecteerd wordt verschijnt
op het LC-display op de bovenste regel de reeds
toegekende blokken. Als een “-“-teken (minus) is
afgebeeld, dan is de uitgang niet toegekend aan
het betreffende blok.
Door op het nummer van het gewenste blok te
drukken wordt het blok geselecteerd. Het nummer
verschijnt op het LC-display. Door nogmaals op
het nummer te drukken wordt de keuze weer
ongedaan gemaakt. Het nummer veranderd weer
in een “-“-teken (minus).
Druk op de [ent]-toets ter bevestiging als de
blokken zijn geselecteerd .
De GalaXy 500 heeft 16 blokken en de GalaXy
512 heeft 32 blokken; deze worden op het LC-
display in groepen van acht blokken getoond. De
groepen worden A, B, C en D genoemd (bij de
GalaXy 500 worden alleen A en B gebruikt).
Gebruik de [A]- -toets en de [B] toets om tussen de
groepen A, B, C en D te schakelen.
• Blokstatus
De Blokstatus is een extra toepassing op het
uitgangsattribuut Blokken.
De aansturing van de te programmeren uitgang is
gebonden aan een voorwaarde. Aan deze
voorwaarde wordt voldaan als de opgegeven
blokken in- of uitgeschakeld zijn.
De voorwaarde kan worden geprogrammeerd
door tijdens het toekennen van de blokken aan
een uitgang op de [*]-toets te drukken. Op de
onderste regel van het LC-display verschijnt de
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg79.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 53: Programmeren Uitgangen
- - Pagina 121
tekst “Status ”. Per blok kan worden opgegeven of
deze ingeschakeld, uitgeschakeld of onafhankelijk
moet zijn.
Onafhankelijk houdt in dat de status geen invloed
heeft op de voorwaarde.
Druk op het nummer van het blok dat een deel
van de voorwaarde vormt.
Op de onderste regel verschijnt bij het betreffende
bloknummer een “I”.
De “I” geeft aan dat het betreffende blok
ingeschakeld moet zijn voordat de uitgang
aangestuurd wordt.
Door nognaals op het nummer van het blok te
drukken verschijnt er een “U” bij het betreffende
blok. De “U” geeft aan dat het betreffende blok
uitgeschakeld moet zijn voordat de uitgang
aangestuurd wordt.
Wordt er nogmaals op het bloknummer gedrukt
verschijnt het “-“- -“-teken (minus) weer. Dit “ teken
(minus) geeft aan dat het betreffende blok geen
invloed heeft op de aansturing van de uitgang
(onafhankelijk).
Bijvoorbeeld:
Aan een uitgang met de functie Inbraak wordt de
volgende Blokstatus meegegeven. Blok 2 en 5 zijn
ingesteld op “I”, blok 4 is ingesteld op “U”.
De uitgang wordt aangestuurd als er zich een
oorzaak voordoet waardoor de uitgangsfunctie
Inbraak wordt aangestuurd. Dat kan bijvoorbeeld
een activatie van een zone met de functie Inbraak
zijn.
Tot zover heeft de Blokstatus geen invloed gehad.
De aanvullende voorwaarde is in dit voorbeeld dat
naast het inbraakactivatie, de blokken 2 en 5
ingeschakeld moeten zijn, terwijl blok 4
uitgeschakeld moet zijn.
Als dat niet het geval is wordt de uitgang niet
aangestuurd.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg7a.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 53: Programmeren Uitgangen
- - Pagina 122
8.29.6 De Uitgangsfuncties
Zonefuncties
Laatste
Volgzone
Inbraak
24 Uur
Security
Inbraak Dubbel
In/Uitgang
Puls Aan
Sleutel
Security Laatste
Deel Laatste
Deel In/Uitgang
Paniek
Paniek Stil
Panek Vertraagd
Paniek Vertraagd Stil
Link Ingang
Reserve
Brand
Sabotage
Sirene Sabotage
Beampaar
Accu Laag
PTT Lijn
220VAC
Geheugen
RS Toegang
Video
Video Volg
Inbraak Vertraagd
Geheugen Vertraagd
Geheugen Ingeschakel
Custom-A
Custom-B
Bewaking
Afdek
Urgent
Paniek Uit
Sleutel Reset
Niet Gebruikt
Niet Gebruikt
Niet Gebruikt
Niet Gebruikt
Niet Gebruikt
Niet Gebruikt
Niet Gebruikt
Kluisdetector
ATM-1
ATM-2
ATM-3
ATM-4
Alarm Extend
Uitgangsfuncties 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 14 15 17 18 19 21 22 24 25 26 28 29 32 33 35 36 37 39 40 42 43 44 46 47 49 50 5113 16 20 23 27 30 31 34 38 41 45 48 52
1 ? ? ? LSirene I I I I I I I I I I- - A A- - - - - - - - - -A AI I I I I I A A A A A A A- - - - - - - - -
2 ? ? ? ? LFlitser A I I I I I I I I I I- - A A- - - - - - - - -A I I I I I I I A A A A A A A- - - - - - - - -
3 ? ? ? LPaniek - - - - - - - - - - - - A A A A - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -U
4 ? ? ? LInbraak I I I I I I I I I I- - - - - - - - - - - - - - -I I I I I I I A A A A A A A- - - - - - - - -
5 Sabotage S S S S S S S S S S S S S S S S S S A A S S S S S S S S S S S S S S S S S S S S S?S ?S ?S LS - - - - - - -
6 ? ? ? L24 Uur - - - - - - - - - - - - - - -A - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
7 ? ? ? LGeheugen Reset X X X X X- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -X
8 ? ? ? LGeschakelde DC - - - - - - - - - - - - - - -X - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
9
Ingeschakeld
-
-
-
-
-
-
-
-
I
-
-
-
-
-
-
-
?
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
?
?
L
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
10 Installateur - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -? ? ? L
11 Reserve - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -? ? ? L
12 Zones Klaar - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -A A A A A A A A A A ? A A A A A A A ? ? L A A U A A A A A A
13 Security - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -A U ? ? ? L
14 220VAC - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -? A ? ? L
15 Accu Laag - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -? A ? ? L
16 Brand - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -? A ? ? L
17 Luidspreker I I I I I I I I I I I I- - - - -A A A A A ? A A A - - - - - - - ? ? L A A- - - - - - - - - - - - - -
18 E/E signalering
IXE
IXE
IXE
A A
IXE
IXE
X A-
IXE
XE A A A A A- - -?
IXE
- - - -U
IXE
IXE
IXE
- - ? ? L
IXE
A A- - - - - - - - - - - - - -
19 Deelbeveiligd - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -X X X ? ? ? L
20 Bevestig I I I I I I I I I I- - - - - - - - - - - - - - - - - -? - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -? ? L
21 PTT Lijn - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -? A ? ? L A
22 Video I I I I I I I I I I I I I I I I I- - - - - - - -? - - - - - - - ? ? L - - - - - - - - - - - - - - - -
23 FTC Fout - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -? ? ? L A
24-25 Niet Gebruikt - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -? ? ? L
26 Communicatie fout - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -? ? ? L
27 Brand Vertraagd - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -? A ? ? L
28 Flitser B I I I I I I I I I I I I I I I I I- - A A A- - -? - - - - - - - ? ? L A A- - - - - - - - - - - - - -
29 Klok-A - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -? ? ? L
30 Klok-B - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -? ? ? L
31 Looptest U U U U U U U U U U U U U U U U U U U U U U U U U U U U U U U U U U U U U U UU? - ? ? L - - - - - - - -
32 Zone Overbrugd O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O OO? - O? O? LO - - - - - - - -
33 Weerstand A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A? ? ? L - - - - - - - -
34 Custom-A - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -? ? ? L
35 Custom-B - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -? ? ? L
36 Test - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -? ? ? L
37 Reset Gevraagd I? I? I?I? I?A? I? I? I? I?- - - - - - - - -A? A? A? A?IX? IX? A? ? A? A?A? - - - - - -? ? L A? U? A? A? A? A? A? A?
38 Afgedekt - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -? ? ? L
IPE
- - - - - - - - - - - - - - - -
39 Geldige Code - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -? ? ? L
40 Niet Ingeschakeld - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -UX ? ? ? L
41 Overval - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -? ? ? L
42 Illegeale Code - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -? ? ? L
43-45 Niet Gebruikt - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -? ? ? L
46 Laat Ingeschakeld - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -U? ? ? ? L
47 Vroeg Uit - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -I? ? ? ? L
48 Vooralarm ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? L ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ?-
49 Autoset - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -? ? ? L
50 Niet Gebruikt - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -? ? ? L
51-65 Link A-Link O ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? L ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ?
66-69 Niet Gebruikt - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -? ? ? L
70 Lock Out - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -? ? ? L
71 Kluistest - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -? ? ? L A
72 ATM-1 - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -? ? ? L O
73 ATM-2 - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -? ? ? L O
74 ATM-3 - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -? ? ? L O
75 ATM-4 - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -? ? ? L O
I = Zonefunctie activeert Uitgangsfunctie, indien het systeem is ingeschakeld
P = Zonefunktie activeert Uitgangsfunctie, indien het systeem deelbeveiligd is ingeschakeld
U = Zonefunctie activeert Uitgangsfunctie, indien het systeem is uitgeschakeld
A = Zonefunctie activeert Uitgangsfunctie bij hoge/lage weerstand, onafhankelijk van de systeemstatus
- = Zonefunctie activeert Uitgangsfunctie niet
O = Zonefunctie activeert Uitgangsfunctie, indien zone is overbrugd
? = Zonefunctie activeert Uitgangsfunctie afhankelijk van de programmering van het systeem
X = Zonefunctie activeert Uitgangsfunctie tijdens de uitgangstijd
E = Zonefunctie activeert Uitgangsfunctie tijdens de ingangstijd
L = Zonefunctie deactiveert Uitgangsfunctie, indien deze is gelinkt naar deze uitgang
S = Zonefunctie activeert Uitgangsfunctie, indien deze zone is gesaboteerd (< 800Ω of > 12kΩ)
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg7b.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 53: Programmeren Uitgangen
- - Pagina 123
8.29.6.1 Sirene (GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512)
• Status: Vasthoudend
• Polariteit: Positief
• Trigger:
Uitgangsfunctie Sirene wordt geactiveerd bij
een volledig alarm als het GalaXy systeem is
ingeschakeld.
• Bijzonderheden:
De Sirene functie wordt beïnvloed door de
parameters Sirene tijd, Sirene Vertraging en
Aantal Resets (respectievelijk menuoptie 51.1,
51.2 en 51.8).
8.29.6.2 Flitser A (GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512)
• Status: Vasthoudend
• Polariteit: Positief
• Trigger: De Flitser A functie wordt geactiveerd
bij een volledig alarm als het GalaXy systeem
is ingeschakeld.
• Bijzonderheden:
De Flitser A functie wordt beïnvloed door de
parameter Sirene Vertraging (menuoptie 51.2).
8.29.6.3 Paniek (GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512)
• Status: Vasthoudend
• Polariteit: Positief
• Trigger: De Paniekfunctie wordt aangestuurd
als een zone met één van de Paniek functies
wordt geactiveerd.
• Bijzonderheden:
De uitgang wordt niet beïnvloed door de
parameter Aantal Resets (menuoptie 51.8). De
functie blijft actief tot een geldige code is
ingevoerd. Het niveau van deze code wordt
bepaald met parameter Paniek Reset
(menuoptie 51.22).
8.29.6.4 Inbraak (GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512)
• Status: Vasthoudend
• Polariteit: Positief
• Trigger:
De functie Inbraak wordt geactiveerd bij een
volledig alarm als het GalaXy systeem is
ingeschakeld.
• Bijzonderheden:
De uitgang wordt niet beïnvloed door de
parameter Aantal Resets (menuoptie 51.8). De
functie blijft actief tot een geldige code is
ingevoerd. Het niveau van deze code wordt
bepaald met parameter Alarm Reset
(menuoptie 51.6).
8.29.6.5 Sabotage (GalaXy 8, 18, 60, 500 en
512)
• Status: Vasthoudend
• Polariteit: Positief
• Trigger:
De functie Sabotage wordt geactiveerd als een
zonelus of kastsabotageschakelaar een
sabotage registreert.
De functie wordt geactiveerd als de
installateurcode voor de eerste keer wordt
ingevoerd bij het activerren van de
installateursmode.
• Bijzonderheden:
De uitgang wordt niet beïnvloed door de
parameter Aantal Resets (menuoptie 51.8). De
functie blijft actief tot een geldige code is
ingevoerd. Het niveau van deze code wordt
bepaald met parameter Sabotage Reset
(menuoptie 51.7).
8.29.6.6 24 Uur (GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512)
• Status: Vasthoudend
• Polariteit: Positief
• Trigger:
De functie 24 Uur wordt geactiveerd als een
zone met de functie 24 Uur wordt geactiveerd.
• Bijzonderheden:
De uitgang wordt niet beïnvloed door de
parameter Aantal Resets (menuoptie 51.8). De
functie blijft actief tot een geldige code is
ingevoerd. Het niveau van deze code wordt
bepaald met parameter Alarm Reset
(menuoptie 51.6).
8.29.6.7 Geheugen Reset (GalaXy 8, 18, 60, 500
en 512)
• Status: Vasthoudend
• Polariteit: Positief
• Trigger:
De functie Geheugen Reset wordt toegepast
om de geheugen LED van een detector te
regelen. De functie wordt geactiveerd als het
GalaXy systeem wordt ingeschakeld, aan het
einde van de uitlooptijd. Een uitgang met de
functie Geheugen Reset schakeld af als het
GalaXy systeem wordt uitgeschakeld. De
uitgang wordt pas geactiveerd indien alle
blokken waarin deze uitgang is ingedeeld
ingeschakeld zijn. Als één van deze blokken
wordt uitgeschakeld zal de uitgang worden
gedeactiveerd.
• Bijzonderheden: Geen
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg7c.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 53: Programmeren Uitgangen
- - Pagina 124
8.29.6.8 Geschakelde DC (GalaXy 8, 18, 60, 500
en 512)
• Status: Puls (2 sec.)
• Polariteit: Positief (= alleen bij Geschakelde DC
van 0VDC naar 12VDC)
• Trigger:
De functie Geschakelde DC wordt toegepast
om detectoren te voeden, waarvan de
voedingsspanning moet worden weggenomen
om ze te resetten. De functie wordt geactiveerd
bij het starten van de inschakelprocedure.
• Bijzonderheden:
Als een detector wordt aangesloten op een
uitgang met de functie Geschakelde DC dan
wordt de “+”-ingang (plus) van de detector
aangesloten op de “+”-klem (plus) van de
voeding. De “-“-ingang (minus) van de detector
wordt aangesloten op de uitgang met de
functie geschakelde DC. De polariteit van deze
uitgang blijft POS!
8.29.6.9 Ingeschakeld (GalaXy 8, 18, 60, 500 en
512)
• Status: Meegaand
• Polariteit: Positief
• Trigger:
De functie is actief als één van de blokken die
zijn toegekend aan de uitgang met deze functie
zijn ingeschakeld. De uitgang volgt de de
status van de blokken, ingeschakeld en
uitgeschakeld.
• Bijzonderheden: Geen
8.29.6.10 Installateur (GalaXy 8, 18, 60, 500 en
512)
• Status: Meegaand
• Polariteit: Positief
• Trigger:
Een uitgang met de functie Installateur wordt
aangestuurd als de installateursmode actief is.
• Bijzonderheden: Geen
8.29.6.11 Reserve (GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512)
• Status: Vasthoudend
• Polariteit: Positief
• Trigger:
Een uitgang met de functie Reserve heeft geen
uitgangsfunctie. De functie wordt toegepast op
uitgangen die niet worden gebruikt.
• Bijzonderheden: Geen
8.29.6.12 Zones Klaar (GalaXy 8, 18, 60, 500 en
512)
• Status: Meegaand
• Polariteit: Positief
• Trigger:
Een uitgang met de functie Zones Klaar wordt
aangestuurd als alle zones van het systeem, of
de toegekende blokken gesloten zijn. De
functie is aktief in de dag- en nachtstand.
• Bijzonderheden: Geen
8.29.6.13 Security (GalaXy 8, 18, 60, 500 en
512)
• Status: Vasthoudend
• Polariteit: Positief
• Trigger:
Een uitgang met de functie Security wordt
aangestuurd als een zone met een Security
functie geactiveerd wordt. De Uitgang blijft
actief tot een geldige gebruikerscode (niveau 2
of hoger) wordt ingetoetst.
• Bijzonderheden: Geen
8.29.6.14 220VAC (GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512)
• Status: Meegaand
• Polariteit: Positief
• Trigger:
Een uitgang met de functie 220VAC geeft de
status aan van de 220VAC netspanning. De
uitgang wordt aangestuurd als de 220VAC
wegvalt of als een zone met de functie 25
220VAC wordt geactiveerd. De uitgang valt af
als de 220VAC terugkeert of als de genoemde
zone sluit.
• Bijzonderheden:
De aansturing van de uitgang wordt vertraagd als
bij parameter 220VAC Vertraagd (menuoptie
51.20) een waarde is ingevuld die groter is dan
0 minuten.
8.29.6.15 Accu Laag (GalaXy 8, 18, 60, 500 en
512)
• Status: Meegaand
• Polariteit: Positief
• Trigger:
Een uitgang met de functie Accu Laag wordt
aangestuurd als de noodstroomaccu van de
GalaXy alarmmeldcentrale onder de 10,5 V
zakt of als een zone met de functie 23 Accu
Laag geopend wordt. De uitgang valt weer af
als de spanning van de noodstroom accu van
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg7d.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 53: Programmeren Uitgangen
- - Pagina 125
de GalaXy alarmmeldcentrale boven de 10,5 V
komt of als de genoemde zone weer sluit.
• Bijzonderheden: Geen
8.29.6.16 Brand (GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512)
• Status: Vasthoudend
• Polariteit: Positief
• Trigger:
Een uitgang met de functie Brand wordt
aangestuurd als een zone met de functie 19
Brand wordt geactiveerd.
Bijzonderheden:
De uitgang wordt niet beïnvloed door de
parameter Aantal Resets (menuoptie 51.8). De
uitgang blijft actief tot een geldige
gebruikerscode (niveau 2 of hoger) wordt
ingetoetst.
8.29.6.17 Luidspreker (GalaXy 8, 18, 60, 500 en
512)
• Status: Vasthoudend
• Polariteit: Positief
• Trigger:
• Een uitgang met de functie Luidspreker wordt
in bijna alle gevallen aangestuurd bij een lokaal
en volledig alarm.
• Bijzonderheden:
De functie wordt beïnvloed door de parameters
Sirene tijd, Sirene Vertraging en Aantal Resets
(respectievelijk menuoptie 51.1, 51.2 en 51.8).
8.29.6.18 E/E Signalering (GalaXy 8, 18, 60, 500
en 512)
• Status: Vasthoudend
• Polariteit: Positief
• Trigger:
Een uitgang met de functie E/E Signalering
heeft een dubbele functie.
In geval van een alarm is de functie gelijk aan
uitgangsfunctie 17 Luidspreker.
Tijdens de in- en uitschakelprocedure geeft de
uitgang een indicatie van de status van het
systeem.
Status Aan/Uit ( msec)
Alarm 500/500
Klaar om in te schakelen (uitlooptijd) Continu
Zone open tijdens uitlooptijd 100/100
75 % van uitlooptijd verstreken 200/200
Ingeschakeld 600/600 (twee maal)
Inlooptijd 800/200
75 % van de inlooptijd verstreken 200/200
Brand 500/100
Deurbel functie 500/400 (twee maal)
Tabel 0 11- : Betekenis E/E Signalering
• Bijzonderheden: Geen
8.29.6.19 Deelbeveiligd (GalaXy 8, 18, 60, 500
en 512)
• Status: Meegaand
• Polariteit: Positief
• Trigger:
Een uitgang met de functie Deelbeveiligd wordt
aangestuurd als één van de toegekende
blokken deelbeveiligd zijn ingeschakeld. De
functie volgt de status van het systeem of de
blokken, deelbeveiligd of uitgeschakeld.
• Bijzonderheden: Geen
8.29.6.20 Bevestig (GalaXy 8, 18, 60, 500 en
512)
• Status: Vasthoudend
• Polariteit: Positief
• Trigger:
Een uitgang met de functie Bevestig wordt
aangestuurd als twee verschillende zones
worden geactiveerd. De activatie van de
tweede zone moet tussen de 5 en 300
seconden na de eerste plaatsvinden. De zones
hoeven niet in hetzelfde blok te zijn ingedeeld,
maar de uitgang moet dan wel zijn toegekend
aan beide blokken om te kunnen wordt
geactiveerd
• Bijzonderheden: Geen
NOOT: De functie is bedoeld om aan te geven
dat er daadwerkelijk een indringer in
het beveiligde object is, zogenaamde
AB-alarm. Het reduceert onnodig
alarmen.
8.29.6.21 PTT Lijn GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512)
• Status: Meegaand
• Polariteit: Positief
• Trigger: Een uitgang met de functie PTT Lijn
wordt aangestuurd als er een zone met de
functie 24 PTT lijn wordt geactiveerd of als de
modem/kiezer voor ongeveer 90 seconden
geen lijnspanning heeft.
• Bijzonderheden:
• De manier waarop de modem/kiezer het
wegvallen van de lijn bepaalt wordt ingesteld in
menuoptie 56.1.10
Modem/Kiezer.Modem/Kiezer.Lijndetectie.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg7f.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 53: Programmeren Uitgangen
- - Pagina 127
Een uitgang met de functie Looptest wordt
aangestuurd als een zone, die in de looptest is
opgenomen, wordt getest.
• Bijzonderheden:
Zie voor een gedetailleerde beschrijving over de
looptest menuoptie 31 Looptest.
8.29.6.32 Zone Overbrugd (GalaXy 60, 500 en
512)
• Status: Meegaand
• Polariteit: Positief
• Trigger:
Een uitgang met de functie Zone Overbrugd
wordt aangestuurd als één of meer zones in
het systeem is overbrugd.
Overbuggen van zones kan handmatig
plaatsvinden vanuit menuoptie 11 Overbrug
Zones en menu 46 Blok Overbruggen of met
behulp van de Link functie (zie menuoptie 54
Linken)
Overbruggen vindt automatisch plaats als een
zone geopend is, en het systeem geforceerd
ingeschakeld wordt vanuit menuoptie 14
Geforceerd Inschakelen, het systeem
automatisch inschakeld na een alarm of tijdens
de Autoset procedure.
• Bijzonderheden:
• Zie voor een uitgebreide beschijving over het
overbruggen van zones menuoptie 11
Overbrug Zones. Menuoptie 46 beschijft het
overbruggen van blokken.
8.29.6.33 Weerstand (GalaXy 60, 500 en 512)
• Status: Vasthoudend
• Polariteit: Positief
• Trigger:
Een uitgang met de functie Weerstand wordt
aangestuurd bij de eerste keer dat een
voorwaarde Hoge Weerstand (1200 - 1300Ω)
en Lage 900Weerstand (800 - Ω) voordoet
binnen een periode van 24 uur op één zone.
De zone, die de uitgang aanstuurd wordt in de
systeemgeheugen geregistreerd.
• Bijzonderheden:
Als er meerdere registraties van een hoge of lage
zone-weerstand plaatsvinden, dan activeren
deze niet de uitgang met de functie Weerstand,
tenzij de uitgang met een geldige
gebruikerscode is gereset.
NOOT: Als er een voorwaarde Hoge Weerstand
en Lage Weerstand na elkaar plaats
vinden, dan wordt de uitgang
Weerstand aangestuurd door de eerste
activatie van beide voorwaarde.
8.29.6.34 Custom-A (GalaXy 60, 500 en 512)
• Status: Vasthoudend
• Polariteit: Positief
• Trigger:
Een uitgang met de functie Custom-A wordt
aangestuurd door de activatie van een zone
met de functie Custom-A.
• Bijzonderheden:
• De functionaliteit van de zone met de functie
Custom-A wordt geprogrammeerd in
menuoptie 64 Assemble Zones.
8.29.6.35 Custom-B (GalaXy 60, 500 en 512)
• Status: Vasthoudend
• Polariteit: Positief
• Trigger:
Een uitgang met de functie Custom-B wordt
aangestuurd door de activatie van een zone
met de functie Custom-B.
• Bijzonderheden:
• De functionaliteit van de zone met de functie
Custom-B wordt geprogrammeerd in
menuoptie 64 Assemble Zones.
8.29.6.36 Test (GalaXy 60, 500 en 512)
• Status: Puls (10 sec.)
• Polariteit: Positief
• Trigger:
Een uitgang met de functie Test wordt iedere
dag om 12.00 uur aangestuurd. De functie
wordt gebruikt om een testmelding te starten
op een kiezer.
• Bijzonderheden: Geen
8.29.6.37 Reset Gevraagd (GalaXy 60, 500 en
512)
• Status: Vasthoudend
• Polariteit: Positief
• Trigger:
Een uitgang met de functie Reset Gevraagd
wordt aangestuurd als er een alarm heeft
plaatsgevonden op het GalaXy systeem. De
uitgang valt pas af als een code is ingevoerd
met een voldoende hoog niveau om het alarm
te resetten. Dit niveau wordt per type alarm
bepaald in menuoptie 51.6, 51.7 en 51.22
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg80.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 53: Programmeren Uitgangen
- - Pagina 128
(respectievelijk Alarm reset, Sabotage Reset
en Paniek Reset)
• Bijzonderheden: Geen
8.29.6.38 Afgedekt (GalaXy 60, 500 en 512)
• Status: Vasthoudend
• Polariteit: Positief
• Trigger:
Een uitgang met de functie Afdek wordt
aangestuurd als een zone met de functie 36
Afgedekt wordt geactiveerd.De uitgang wordt
niet beïnvloed door de parameter Aantal
Resets. Een geldige gebruikerscode met
niveau 2 of hoger schakelt de uitgang af.
• Bijzonderheden: Geen
8.29.6.39 Geldige Code (GalaXy 60, 500 en 512)
• Status: Meegaand
• Polariteit: Positief
• Trigger: Een uitgang met de functie Geldige
Code wordt geactiveerd bij de invoer van een
geldige code. De uitgang blijft aangestuurd tot
de gebruiker het menu verlaat of het systeem
heeft in- of uitgeschakeld.
• Bijzonderheden: Geen
8.29.6.40 Niet Ingeschakeld (GalaXy 60, 500 en
512)
• Status: Vasthoudend
• Polariteit: Positief
• Trigger:
Een uitgang met de functie Niet Ingeschakeld
wordt aangestuurd als het systeem niet
inschakeld binnen de periode, die is
geprogrammeerd in menuoptie 51.35
Parameters.Niet Ingeschakeld, gerekend vanaf
het starten van de inschakelprocedure.
• Bijzonderheden:
Zie voor aanvullende informatie menuoptie 51.35
Parameters.Niet Ingeschakeld.
8.29.6.41 Overval (GalaXy 60, 500 en 512)
• Status: Vasthoudend
• Polariteit: Positief
• Trigger:
Een uitgang met de functie Overval wordt
aangestuurd als een dwangcode wordt
ingevoerd.
• Bijzonderheden:
Een gebruikerscode wordt herkend als
dwangcode als na een geldige gebruikerscode
twee maal de [#]-toets wordt ingedrukt of als bij
het pogrammeren van de code het niveau met
een “#”-teken (Hash) is aangevuld. Zie 0
8.19.5.2.1 Dwangcode.
De Uitgang wordt niet beïnvloed door de
paramater Aantal Resets (menuoptie 51.8). De
uitgang valt af na de invoer van een geldige
code met niveau 2 of hoger.
8.29.6.42 Illegale Code (GalaXy 60, 500 en 512)
• Status: Vasthoudend
• Polariteit: Positief
• Trigger:
Een uitgang met de functie Illegale Code wordt
aangestuurd bij het invoeren van een
gebruikerscode buiten de toegewezen tijden
van Klok- -A of Klok B. Zie 0 8.19.5.5 Tijdzone
(GalaXy 60, 500 en 512).
Een uitgang met de functie Illegale Code wordt
ook aangestuurd 60 seconden na de invoer
van één dual-code. Zie 0 8.19.5.1.2 Gebruik
van Dual codes (GalaXy 60, 500 en 512).
• Bijzonderheden: Geen
8.29.6.43 Niet gebruikt
8.29.6.44 Niet gebruikt
8.29.6.45 Niet gebruikt
8.29.6.46 Laat Ingeschakeld (GalaXy 500 en
512)
• Status: Vasthoudend
• Polariteit: Positief
• Trigger:
Een uitgang met de functie Laat Ingeschakeld
wordt aangstuurd als het systeem niet is
ingeschakeld op de ingestelde Monitor tijd.
• Bijzonderheden:
Zie voor aanvullende informatie over autoset
menuoptie 65 Klok.
8.29.6.47 Vroeg Uit (GalaXy 500 en 512)
• Status: Vasthoudend
• Polariteit: Positief
• Trigger:
Een uitgang met de functie Vroeg Uit wordt
aangestuurd als het systeem vóór de
ingestelde Monitor tijd wordt uitgeschakeld.
• Bijzonderheden:
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg81.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 53: Programmeren Uitgangen
- - Pagina 129
Zie voor aanvullende informatie over autoset
menuoptie 65 Klok.
8.29.6.48 Vooralarm (GalaXy 500 en 512)
• Status: Vasthoudend
• Polariteit: Positief
• Trigger:
Een uitgang met de functie Vooralarm wordt
aangestuurd gedurende de waarschuwingstijd
van de autoset functie.
• Bijzonderheden:
De uitgang is continu aangestuurd als de
automatische inschakeling verzet mag worden.
De uitgang is onderbroken aangestuurd als de
automatische inschakeling niet verzet mag
worden.
Zie voor aanvullende informatie over autoset
menuoptie 65 Klok.
8.29.6.49 Autoset (GalaXy 500 en 512)
• Status: Vasthoudend
• Polariteit: Positief
• Trigger:
Een uitgang met de functie Autoset wordt
aangestuurd als het GalaXy systeem is
ingeschakeld met de autosetfunctie. De
uitgang blijft actief tot het systeem wordt
uitgeschakeld.
• Bijzonderheden:
Zie voor aanvullende informatie over autoset
menuoptie 65 Klok.
8.29.6.50 Niet gebruikt
8.29.6.51 Link A (GalaXy 18, 60, 500 en 512)
• Status: Meegaand
• Polariteit: Positief
• Trigger:
De functie link heeft geen omschreven
functionaliteit. De functie is ontworpen om, in
combinatie met menuoptie 54 Linken,
rechtstreeks uitgangen aan te sturen,
onafhankelijk van een zone functie of
systeemstatus.
• Bijzonderheden:
Zie menuoptie 54 Linken voor een gedetailleerde
beschrijving van de functie linken.
8.29.6.52 Link B (GalaXy 18, 60, 500 en 512)
Zie Link A.
8.29.6.53 Link C (GalaXy 18, 60, 500 en 512)
Zie Link A.
8.29.6.54 Link D (GalaXy 18, 60, 500 en 512)
Zie Link A.
8.29.6.55 Link E (GalaXy 18, 60, 500 en 512)
Zie Link A.
8.29.6.56 Link F (GalaXy 60, 500 en 512)
Zie Link A.
8.29.6.57 Link G (GalaXy 60, 500 en 512)
Zie Link A.
8.29.6.58 Link H (GalaXy 60, 500 en 512)
Zie Link A.
8.29.6.59 Link I (GalaXy 60, 500 en 512)
Zie Link A.
8.29.6.60 Link J (GalaXy 60, 500 en 512)
Zie Link A.
8.29.6.61 Link K (GalaXy 60, 500 en 512)
Zie Link A.
8.29.6.62 Link L (GalaXy 60, 500 en 512)
Zie Link A.
8.29.6.63 Link M (GalaXy 60, 500 en 512)
Zie Link A.
8.29.6.64 Link N (GalaXy 60, 500 en 512)
Zie Link A.
8.29.6.65 Link O (GalaXy 60, 500 en 512)
Zie Link A.
8.29.6.66 Niet gebruikt
8.29.6.67 Niet gebruikt
8.29.6.68 Niet gebruikt
8.29.6.69 Niet Gebruikt
8.29.6.70 Lock Out (GalaXy 512)
• Status: Meegaand
• Polariteit: Positief
• Trigger:
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg82.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 53: Programmeren Uitgangen
- - Pagina 130
Een uitgang met de functie Lock Out is
aangestuurt tussen de AAN en UIT tijden zoals
geprogrammeerd in de Lock Out Status.
• Bijzonderheden:
Zie voor aanvullende informatie over de Lock
Out Status menuoptie 65.3 Klok.Autoset
8.29.6.71 Kluistest (GalaXy 512)
• Status: Puls (5 sec.)
• Polariteit: Positief
• Trigger:
De functie Kluistest wordt gebruikt is
samenwerking met Zonecontrole.
Bij het inschakeling van het systeem wordt de
uitgang 5 sec. aangestuurd, mits de
Zonecontrole is ingeschakeld.
• Bijzonderheden:
Zie voor aanvullende informatie over de
Zonecontrolefunctie menuoptie 66
Zonecontrole.
8.29.6.72 ATM-1 (GalaXy 512)
• Status: Meegaand
• Polariteit: Positief
• Trigger:
Een uitgang met de functie ATM-1 wordt
aangestuurd als de zones met de functie ATM-
1 zijn geselecteerd voor overbrugging. De
Uitgang wacht de ATM vertragingstijd
(menuoptie 51.38 Parameters.ATM Vertraging)
niet af. De uitgang valt af na de ATM timeout
(menuoptie 51.39 Parameters.ATM Timeout)
• Bijzonderheden: Geen
8.29.6.73 ATM-2 (GalaXy 512)
Zie ATM-1.
8.29.6.74 ATM-3 (GalaXy 512)
Zie ATM-1.
8.29.6.75 ATM-4 (GalaXy 512)
Zie ATM-1.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg83.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 54: Programmeren Linken
- - Pagina 131
8.30 Menuoptie 54: Programmeren Linken
De linken bieden een krachtige manier om zones,
uitgangsfuncties, codes, bediendelen en MAX
lezer onderling met elkaar te verbinden. In de
linktabel wordt de denkbeeldige verbinding gelegd
tussen de linkbron en een linkbestemming. Het
activeren van de link bron heeft een activatie van
de linkbestemming tot gevolg. Op deze wijze
kunnen uitgangen (uitgangsfuncties) worden
aangstuurd en zones, codes, bediendelen en MAX
lezers overbrugd.
Het maximum aantal linken per GalaXy
alarmmeldcentrale is weergegeven in Tabel 0 12- .
Type alarmcentrale Max. linken
GalaXy 8 Geen
GalaXy 18 16
GalaXy 60 32
GalaXy 500 99
GalaXy 512 99
Tabel 0 12- : Maximum aantal linken per type GalaXy
8.30.1 Het programmeren van een link
Als menuoptie 54 Progr Linken wordt
geselecteerd, dan verschijnt er op het LC-display
het eerste linkadres. Als het linkadres niet in
gebruik is , dan staat de tekst “Niet in Gebruik” op
het LC-display. Is het adres wel in gebruik, dan
worden de adressen van de linkbron en de
linkbestemming weergegeven. Deze adressen
kunnen een zone- - - -, uitgang , code , MAX lezer of
bediendeeladres zijn.
Met de [A]- -toets en de [B] toets kan door de
beschikbare linkadressen worden gestapt. Het
gewenste linkadres kan ook direct worden
ingetoetst. Met de [ent]-toets wordt de keuze
bevestigd. Op het LC-display verschijnt de
linkbron (”Linkingang”).
• Linkbron soort
Met de [#]-toets kan door de verschillende
linkbronnen gestapt worden. De beschikbare
bronnen zijn:
a) Niet Gebruikt
b) Zoneadres
c) Codeadres (ook de installateurs- en
remotecode kunnen als link dienst doen)
d) Uitgangsadres
e) MAX lezeradres
• Linkbron adres
Met de [A]- -toets en de [B] toets kan het gewenste
bronadres gekozen worden. Het is ook mogelijk
om direct het gewenste adres in te drukken.
• Linkbron functie
Als de linkbron de linkbestemming om beurten
aan en uit moet schakelen, druk dan op de [*]-
toets. Als de linkbron de eerste keer gebruikt
wordt, dan wordt de linkbestemming geactiveerd.
Wordt de linkbron een tweede keer gebruikt, dan
schakelt de linkbestemming weer af.
Op het LC-display verschijnt een “*” achter het
linkadres.
• Linkbestemming
Druk op de [ent]-toets als de linkbron is
geselecteerd en ingesteld. Op het LC-display
verschijnt de linkbestemming (“Link Uitgang”).
• Linkbestemming soort
Druk op de [#]-toets om door de verschillende
linkbestemmingen te stappen. De beschikbare
linkbestemmingen zijn:
a) Zoneadres
b) Codeadres (ook de installateurs- en
remotecode kunnen als
linkbestemming dienst doen)
c) Uitgangsfunctie
d) Uitgangsadres
e) Bediendeeladres
f) MAX lezeradres
• Linkbestemming adres
Met de [A]- -toets en de [B] toets kan door de
beschikbare adressen gestapt worden. Druk op de
[ent]-toets om de keuze te bevestigen.
• Blokkenfunctie
Als een Uitgangsfunctie dienst doet als
linkbestemming en de blokkenmode is
ingeschakeld (menuoptie 63.1.1 Optie
BLK/MAX.Blokken.Blokkenmode) dan verschijnt
Linkadres
Bronadres
Bestemmingsadre
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg85.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 55: Zonetest
- - Pagina 133
8.31 Menuoptie 55: Zonetest
Met menuoptie 55 Zonetest kunnen zones voor
een bepaalde periode in test gezet worden. De
lengte van de periode wordt geprogrammeerd in
menuoptie 51.16 Parameters.Test Periode (1 -14
dagen). De activatie van een zone die in de
Zonetest is opgenomen, resulteert niet in een
alarm. De activatie wordt geregistreerd in de
systeemgeheugen. Codes met niveau 2 of hoger
kunnen de registraties uitlezen na een
uitschakeling van het GalaXy systeem.
De zone blijft opgenomen in de Zonetest tot de
opgegeven periode is verstreken, tenzij er een
zoneactivatie heeft plaatsgevonden die een alarm
zou hebben veroorzaakt. De periode vangt in dat
geval opnieuw aan.
Na de periode reageert de zone volgens de functie
zoals die is geprogrammeerd in menuoptie 52.1
Progr Zones.Zonefunctie.
De testperiode vangt opnieuw aan als één van de
zones die in de zonetest zijn opgenomen,
geactiveerd wordt, en dit normaal gesproken een
alarm tot gevolg had.
NOOT: De testperiode begint als de eerste
zone in de zonetest wordt opgenomen.
Aanvullende zones worden gedurende
de resterende tijd opgenomen in de
zonetest.
NOOT: Als het systeem wordt uitgeschakeld
verschijnt het resterende aantal dagen
dat de testperiode nog duurt, op het
LC-display.
8.31.1 Zones opnemen in de zonetest
Als menuoptie 55 Zonetest wordt geactiveerd
verschijnt het eerste zoneadres met de
geprogrammeerde functie op het LC-display. Met
de [A]- -toets en de [B] toets kan door de
verschillende adressen gestapt worden.
Een zone wordt in de zonetest opgenomen als de
[#]- -toets wordt ingedrukt. Op het LC display
verschijnt de tekst “In Test”. Door nogmaals op de
[#}-toets te drukken, wordt de zone uit test
gehaald.
Op gelijke wijze kunnen er meerdere zones in de
zonetest worden opgenomen. Als alle zones in de
zonetest zijn opgenomen, druk dan op de [esc]-
toets. Op het LC-display verschijnt het resterende
aantal dagen dat de testperiode nog duurt, voordat
menuoptie 55 Zonetest verlaten wordt.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg86.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 56: Modem/Kiezer
- - Pagina 134
8.32 Menuoptie 56: Modem/Kiezer
Menuoptie 56 Modem/Kiezer wordt gebruikt om de
Modem.Kiezer en de RS-232 interface te
programmeren.Zie verder de speciale handleiding
Modem/Kiezer.
In xxx is het modem/kiezer deel van de
menustructuur van menuoptie 56 Modem/Kiezer
weergegeven. In xxx is het RS-232 deel van de
menustructuur van menuoptie 56 Modem/Kiezer
weergegeven.
01=Format 1=DTMF 1=Kanaal 1-16 1=Uitg. Functie
2=Uitg. Status
3=Uitg. Polar.
4=Uitg. Blkn
2=Klantnr/Kanaal
2=MultiPro 0 3- 1=Triggers 1-16 1=Status
2=Blokkn
2=Tel/Klntnr Blk 1=Tel.Nummer
2=Klantnr
3=MicroTech 1=MultiPro Meld 1=Status
2=Blokken
2=Tel/Klntnr Blk 1=Tel Nummer
2=Klantnr
02=Tel.Nummer1
03=Klantnr
04=Ontvanger 1=Enkel
2=Dubbel
3=Alternate
05=Tel.Nummer2
06=Kiestype 1=Toon
2=Puls
07=Testmelding 1=Starttijd
2=Interval
3=Blokstatus
08=Install.Test
09=Aantal Belsig
10=Lijndetectie 1=Lage lijnspan 0=uitgeschak
1=ingescak
2=Geen Kiestoon
0=uitgeschak
1=ingescak
3=Ink.Belsign 0=uitgeschak
1=ingescak
11=Fail to Comm
12=RS Toegang 1=Toegangsnivo 1=Geen toegang
2=Alles Uit
3=Blok Ing.
4=Altijd/24U
2=Mode 1=Direct toegang
2=MngrAuthor 1=Terugbelnr 1
2=Terugbelnr 2
3=Terugbelnr 3
4=Terugbelnr 4
5=Terugbelnr 5
3=Terugbellen 1=Terugbelnr 1
2=Terugbelnr 2
3=Terugbelnr 3
4=Terugbelnr 4
5=Terugbelnr 5
13=Semafoon Niet aanwezig
14=Privenummer
Niet aanwezig
15=Alarm mon 1=Trigger 1-16 1=Status
2=Blokken
2=Telefoonnr
3=Klantnr
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg87.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 56: Modem/Kiezer
- - Pagina 135
De modem/kiezer maakt tweeweg communicatie
via het telefoonnet mogelijk. De module kan
toegepast worden:
• een digitale kiezer, om meldingen middels
ScanCom 1600Hz Fast Format protocol naar
een PAC te sturen.
• het verzenden van gedetaileerde berichten
naar ontvangers met SIA protocol compatibel
software.
• het verzenden van gedetaileerde berichten
middels MicroTech protocol naar een remote
PC met GalaXy Alarm Monitor software.
• Te behoeve van remoteservice vanaf een
remote PC met behulp van GalaXy Gold
softwarepakket.
In hoofdstuk 0 5.4 De Modem/kiezer wordt
de modem/kiezer uitvoerig behandeld.
8.32.1 01=Format
De modem/kiezer ondersteunt 3 protocollen:
• DTMF
• MultiPro (level 0-3)
• Microtech
8.32.1.1 1=DTMF (Dual Tone Multiple
Frequency)
Het DTMF protocol wordt door veel PAC’s
ontvangen. Het protocol is ook bekend onder de
naam ScanCom 1600 Hz Fast Format.
Als DTMF als format is geselecteerd, dan
gedraagt de modemkiezer zich hetzelfde als een
acht- of zestienkanaals kiezer.
8.32.1.1.1 1=Kanaal 1-16
Na het selecteren van het DTMF format verschijnt
op het LC- -display de tekst “Kanaal 1 16”. Ieder
kanaal wordt individueel geprogrammeerd.
Druk op de [ent]-toets om de kanalen te
programmeren. Op het LC-display verschijnt het
eerste kanaal. Met de [A]- -toets en de [B] toets kan
door de beschikbare kanalen gestapt worden.
Druk op de [ent]-toets om het getoonde kanaal te
programmeren.
Per kanaal kunnen de volgende attributen worden
geprogrammeerd.
1. Kanaalfunctie
2. Kanaalstatus
3. Kanaalpolariteit
4. Kanaalblokken
NOOT: Tijdens het tonen van de
kanaalinformatie kan worden
opgegeven hoe de modem/kiezer moet
reageren op het herstellen van de
uitgangsfunctie.
Druk op de [*]-toets als de kiezer een
herstelmelding moet versturen bij het herstel van
de uitgangsfunctie. Op het LC-display verschijnt
een “*”-teken (asterisk) achter de uitgangsfunctie.
Druk nogmaals op de op de [*]-toets als het
kanaal een in/uitschakel kanaal is. (het kanaal
meldt in- - en uitschakelingen). Op het LC display
verschijnt een “+”-teken (plus) achter de
uitgangsfunctie.
Druk nogmaals op de [*]-toets om het kanaal
alleen te triggeren bij de activatie van een
uitgangsfunctie.
8.32.1.1.1.1 1=Kanaalfunctie
Aan ieder kanaal kan een functie worden
gegeven. Deze functies zijn gelijk aan de
uitgangsfuncties (zie menuoptie 53 Progr Uitg).
Als de GalaXy alarmmeldcentrale een
uitgangsfunctie aanstuurt, geactiveerd door een
alarm, een test (menuoptie 32 Test Uitgang) of
een link (menuoptie 54 Linken), dan zal het
kiezerkanaal met dezelfde functie getriggerd
worden.
Alle kanalen, met uitzondering van kanaal 3, zijn
standaard geprogrammeerd met Uitgangsfunctie
11 Reserve. Kanaal 3 is standaard
geprogrammeerd met uitgangsfunctie 4 Inbraak.
Kanaal
* = met herstel;
+ = open/closure;
niets = geen herstel
Kanaalstatus
Kanaal functie
Blokken
Polariteit
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg88.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 56: Modem/Kiezer
- - Pagina 136
Als voor 1=Uitg Functie wordt gekozen verschijnt
op het LC-display de geprogrammeerde waarde.
Met de [A]- -toets en de [B] toets kan door de
verschillende uitgangsfuncties worden gestapt.
Het nummer van de gewenste uitgangsfunctie kan
ook direct worden ingevoerd. Zie xxx voor alle
uitgangsfuncties met de bijbehorende nummers.
Druk op de [ent]-toets om de keuze te bevestigen.
8.32.1.1.1.2 2=Kanaalstatus
Het tweede attribuut van de modem/kiezer bij
DTMF is de kanaalstatus.
Iedere uitgangsfunctie heeft een eigen standaard
uitgangsstatus.Deze is gelijk aan de kanaalstatus.
Als de functie wordt aangepast, dan wordt de
uitgangsstatus gewijzigd in de standaardwaarde
van de betreffende functie. De kanaalstatus kan
nadien aangepast worden.
1 = Vasthoudend; Nadat de uitgang is
aangestuurd blijft deze actief totdat een
geldige code wordt ingevoerd.
2 = Meegaand; De uitgang volgt de status van de
gebeurtenis die de uitgang aanstuurt.
3 = Puls; De uitgang blijft geactiveerd voor de
geprogrammeerde pulsduur (1-300 sec.).
Stap met de [A]- -toets en de [B] toets naar de
gewenste status of toets direct het nummer van
de gewenste status in. Bevestig de keuze met de
[ent]-toets.
Als voor uitgangsstatus 3 Puls is gekozen, dan
moet de pulsduur worden ingevoerd. Voer de
pulsduur in en bevestig de keuze met de [ent]-
toets.
8.32.1.1.1.3 3=Polariteit
De polariteit bepaalt de operationele staat van het
kanaal:
0 = Positief; Het kanaal wordt geactiveerd als de
uitgangsfunctie wordt getriggerd.
1 = Negatief; Het kanaal wordt geactiveerd als de
uitgangsfunctie gereset wordt.
8.32.1.1.1.4 4=Blokken (niet op GalaXy 8)
Het blokattribuut is alleen beschikbaar als de
blokkenmode is ingeschakeld (zie menuoptie
63.1.1Optie BLK/MAX.Blokken.Blokkenmode)
Met het blokattribuut kunnen de kanalen ingedeeld
worden in blokken. Een kanaal kan in meerdere
blokken worden ingedeeld. Alle kanalen zijn van
de fabriek uit ingedeeld in alle blokken.
Als het blokattribuut geselecteerd wordt verschijnt
op het LC-display op de bovenste regel de reeds
toegekende blokken. Als een “-“-teken (minus) is
afgebeeld, dan is het kanaal niet toegekend aan
het betreffende blok.
Door op het nummer van het gewenste blok te
drukken wordt het blok geselecteerd. Het nummer
verschijnt op het LC-display. Door nogmaals op
het nummer te drukken wordt de keuze weer
ongedaan gemaakt. Het nummer veranderd weer
in een “-“-teken (minus).
Druk op de [ent]-toets ter bevestiging als de
blokken zijn geselecteerd .
De GalaXy 500 heeft 16 blokken en de GalaXy
512 heeft 32 blokken; deze worden op het LC-
display in groepen van acht blokken getoond. De
groepen worden A, B, C en D genoemd (bij de
GalaXy 500 worden alleen A en B gebruikt).
Gebruik de [A]- -toets en de [B] toets om tussen de
groepen A, B, C en D te schakelen.
• Blokstatus
De Blokstatus is een extra toepassing op het
kanaalattribuut Blokken.
De aansturing van het te programmeren kanaal is
gebonden aan een voorwaarde. Aan deze
voorwaarde wordt voldaan als de opgegeven
blokken in- of uitgeschakeld zijn.
De voorwaarde kan worden geprogrammeerd
door tijdens het toekennen van de blokken aan
een kanaal op de [*]-toets te drukken. Op de
onderste regel van het LC-display verschijnt de
tekst “Status ”. Per blok kan worden opgegeven of
deze ingeschakeld, uitgeschakeld of “don’t care”
moet zijn.
“Don’t care” houdt in dat de status geen invloed
heeft op de voorwaarde.
Druk op het nummer van het blok dat een deel
van de voorwaarde vormt.
Op de onderste regel verschijnt bij het betreffende
bloknummer een “I”.
De “I” geeft aan dat het betreffende blok
ingeschakeld moet zijn voordat het kanaal
aangestuurd wordt.
Door nognaals op het nummer van het blok te
drukken verschijnt er een “U” bij het betreffende
blok. De “U” geeft aan dat het betreffende blok
uitgeschakeld moet zijn voordat het kanaal
aangestuurd wordt.
Wordt er nogmaals op het bloknummer gedrukt
verschijnt het “-“- -“-teken (minus) weer. Dit “ teken
(minus) geeft aan dat het betreffende blok geen
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg89.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 56: Modem/Kiezer
- - Pagina 137
invloed heeft op de aansturing van het kanaal
(“Don’t care”).
Bijvoorbeeld:
Aan een kanaal met de functie Inbraak wordt de
volgende Blokstatus meegegeven. Blok 2 en 5 zijn
ingesteld op “I”, blok 4 is ingesteld op “U”.
Het kanaal wordt aangestuurd als er zich een
oorzaak voordoet waardoor de uitgangsfunctie
Inbraak wordt aangestuurd. Dat kan bijvoorbeeld
een activatie van een zone met de functie Inbraak
zijn.
Tot zover heeft de Blokstatus geen invloed gehad.
De aanvullende voorwaarde is in dit voorbeeld dat
naast het inbraakactivatie, de blokken 2 en 5
ingeschakeld moeten zijn, terwijl blok 4
uitgeschakeld moet zijn.
Als dat niet het geval is wordt het kanaal niet
aangestuurd.
8.32.1.1.2 2=Klant/Kanaal
Als in menuoptie 56.1.2
Modem/kiezer.Modem/Kiezer.Klantnummer 1 het
klantnummer is ingevoerd, dan verstuurt de
modem/kiezer dit klantnummer bij triggering van
elk kanaal. Ieder kanaal heeft hetzelfde
klantnummer. Bij sub-menu 2=Klant/Kanaal kan
per kanaal het klantnummer worden opgegeven.
Het klantnummer bestaat uit 4 tot 6 cijfers.
NOOT: Het wijzigen van het klantnummer in
menuoptie 56.1.2
Modem/kiezer.Modem/Kiezer.Klantnum
mer 1 heeft tot gevolg dat de
klantnummers in sub-menu
2=Klant/Kanaal overschreven worden.
Als sub-menu 2=Klant/Kanaal wordt gekozen, dan
verschijnt er op het LC-display de tekst
“Klant/Kanaal 01 (1- -16)” met de [A] toets en de
[B]-toets kan door de verschillende kanalen
gestapt worden. Druk op de [ent]-toets om de
keuze te bevestigen. Voer vervolgens het
klantnummer in voor het gekozen kanaal.
Druk op de [B]-toets om steeds het laatste cijfer
op het LC-display te wissen.
Druk op de [ent]-toets om de invoer te bevestigen.
8.32.1.2 2=MultiPro
Het MultiPro format is het SIA format. Het kent
verschillende niveaus SIA kent niveau 1 tot en met
3. Het MultiPro format kent echter nog een lager
niveau, niveau 0.
8.32.1.2.1 MultiPro niveau
Als het Multipro format geselecteerd wordt,
verschijnt op het LC-display de tekst “Kies
MultiPro NV; 0 (0-3)” hier wordt het MultiPro
niveau opgegeven. Van de fabriek uit staat het
niveau ingesteld op 0. Zie voor de verschillen
tussen de niveaus handleiding Modem/Kiezer
V2.01.
Druk op de [ent]-toets om de keuze te bevestigen.
Twee submenuopties komen beschikbaar,
1=Multipro Meldingen en 2=Tel/Klant Blk,
8.32.1.2.1.1 1=MultiPro Meldingen
In 1=MultiPro Meldingen staan alle meldingen die
met het MultiPro format kan versturen. Dit zijn
feitelijk alle registraties in de systeemgeheugen.
De meldingen zijn samengevoegd in 16 groepen.
De 16 groepen vormen samen het triggermenu.
Iedere groep is een triggermenuoptie. Voor elke
triggermenuoptie kan worden opgegeven of deze
in- of uitgeschakeld moet worden én voor welke
blokken de optie geldig is.
In handleiding Modem/Kiezer V2.01.
is een overzicht gegeven van het triggermenu en
de daarin ingedeelde MultiPro Meldingen.
Met de [A]- -toets en [B] toets kan door het
triggermenu gestapt worden, de nummers van de
triggermenuopties kunnen ook direct ingevoerd
worden. Druk op de [ent]-toets om de keuze te
bevestigen.
Submenuoptie MultiPo Meldingen is verdeeld in
twee delen, 1=Status en 2=. 2=Blokken is alleen
beschikbaar als de blokkenmode (menuoptie
63.1.1 Optie BLK/MAX.Blokken.Blokkenmode) is
ingeschakeld.
8.32.1.2.1.1.1 1=Status
In 1=Status wordt aangegeven of de betreffende
triggermenuoptie is in- of uitgeschakeld.
Druk op de [0]-toets om de triggermenuoptie uit te
schakelen. De MultiPro meldingen die in deze
triggermenuoptie zijn ingedeeld worden niet
doorgemeld aan de PAC.
Druk op de [1]-toets om de triggermenuoptie in te
schakelen. De MultiPro meldingen die in deze
triggermenuoptie zijn ingedeeld worden
doorgemeld aan de PAC.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg8a.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 56: Modem/Kiezer
- - Pagina 138
Druk op de [ent]-toets om de keuze te bevestigen
8.32.1.2.1.1.2 2=Blokken (niet op GalaXy 8)
Submenuoptie 2=Blokken is alleen beschikbaar
als de blokkenmode is ingeschakeld (Menuoptie
63.1.1 Optie BLK/MAX.Blokken.Blokkenmode)
Als de submenuoptie geselecteerd wordt
verschijnt op de bovenste regel van het LC-display
alle blokken. Op de onderste regel staat voor
iederblok waar de triggermenuoptie betrekking op
heeft een ”J”. Ieder blok waarde triggermenuoptie
geen betrekking op heeft is gemarkeerd met een
“N”.
Druk op het nummer van het blok om de “N” in
een “J” te veranderen, of omgekeerd.
Als een keuze uit de blokken is gemaakt, druk dan
op de [ent]-toets om de keuze te bevestigen.
De GalaXy 500 heeft 16 blokken en de GalaXy
512 heeft 32 blokken; deze worden op het LC-
display in groepen van acht blokken getoond. De
groepen worden A, B, C en D genoemd (bij de
GalaXy 500 worden alleen A en B gebruikt).
Gebruik de [A]- -toets en de [B] toets om tussen de
groepen A, B, C en D te schakelen.
8.32.1.2.1.2 2=Tel/Klantnr Blk (niet op
GalaXy 8)
De submenuoptie 2=Tel/klantnr Blk is alleen
beschikbaar als menuoptie 63.1.1. Optie
BLK/MAX.Blokken.Blokkenmode is ingeschakeld.
Als in menuoptie 56.1.2
Modem/kiezer.Modem/Kiezer.Klantnummer 1 het
klantnummer is ingevoerd, dan verstuurt de
modem/kiezer dit klantnummer bij iedere melding.
Iedere melding heeft hetzelfde klantnummer. Bij
sub-menu 2=Tel/Klantnr Blk kan per blok het
klantnummer worden opgegeven. Het
klantnummer bestaat uit 4 tot 6 cijfers.
NOOT: Het wijzigen van het klantnummer in
menuoptie 56.1.2
Modem/kiezer.Modem/Kiezer.Klantnum
mer 1 heeft tot gevolg dat de
klantnummers in sub-menu
2=Klant/Kanaal overschreven worden.
Als sub-menu 2=Tel/Klantnr Blk wordt gekozen,
dan verschijnt er op het LC-display de tekst “Blok”,
met de [A]- -toets en de [B] toets kan door de
verschillende blokken gestapt worden. Druk op de
[ent]-toets om de keuze te bevestigen. Er komen
nu twee submenuopties beschikbaar:
1=Tel.nummer en 2=Klantnr.
8.32.1.2.1.2.1 1=Tel.nummer
Als voor 1=Tel.nummer wordt gekozen verschijnt
er op de bovenste regel het geselecteerde blok.
Voer hierachter het telefoonnummer in.
Het nummer mag uit maxumaal 22 cijfers
bestaan, inclusief de stuurkaracters:
* 2 seconden pause;
# wacht op kiestoon.
Druk op de [B]-toets om steeds het laatste
karakter te wissen. Druk op de [ent]-toets om de
invoer te bevestigen.
8.32.1.2.1.2.2 2=Klantnummer
Als voor 2=Klantnummer wordt gekozen verschijnt
er op de bovenste regel van het LC-display de
tekst “Klantnr 1” en het geselecteerde blok.
Op de onderste regel wordt het klantnummer
ingevoerd voor het betreffende blok.
Het klantnummer bestaat uit 4 to 6 cijfers.
Druk op de [B]-toets om steeds het laatste
karakter te wissen. Druk op de [ent]-toets om de
invoer te bevestigen
8.32.1.3 3=MicroTech
Het MicroTech format is een protocol dat
gedetailleerde informatie verstuurd naar een PC
waar het GalaXy Monitor softwarepakket op
draait.
De menustructuur achter deze submenuoptie is
identiek aan 0 8.32.1.2 2=MultiPro, met het
verschil dat het MicroTechformat één niveau kent
in plaats van vier.
8.32.2 02=Tel.nummer 1
Bij Tel.nummer 1 wordt het telefoonnummer
ingevoerd waar de modem/kiezer naar belt als er
een melding verstuurd moet worden. Als Tel.
nummer 1 niet wordt ingevoerd kiest de kiezer
niet.
Het nummer mag uit maximaal 22 cijfers bestaan,
inclusief de stuurkaracters:
* 2 seconden pause;
# wacht op kiestoon (de kiestoondetectie
duurt maximaal 15 seconden, daarna
wordt de kiespoging afgebroken. Dit wordt
geregistreerd als een Fail to
Communicatie. Zie ook submenu 11 Fail
to Comm xxx).
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg8b.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 56: Modem/Kiezer
- - Pagina 139
Druk op de [B]-toets om steeds het laatste
karakter te wissen. Druk op de [ent]-toets om de
invoer te bevestigen.
NOOT: Het invoeren van telefoonnummer 1
overschrijft alle individueel ingevoerde
telefoonnummers per triggerkanaal of
blok.
8.32.3 03=Klantnr 1
Met het Klantnummer identificeert de kiezer zich
bij de PAC. In submenu 03=Klantnr 1 moet een
klantnummer zijn ingevoerd. De kiezer kiest
anders niet.
Het klantnummer bestaat uit 4 tot 6 cijfers. Druk
op de [B]-toets om steeds het laatste karakter te
wissen. Druk op de [ent]-toets om de invoer te
bevestigen.
NOOT: Het invoeren van klantnummer 1
overschrijft alle individueel ingevoerde
klantnummers per triggerkanaal of
blok.
8.32.4 04=Ontvanger
Bij submenuoptie 04=Ontvanger wordt de
bestemming van de melding opgegeven.
1=Enkel De Modem/Kiezer belt alleen naar
het telefoonnummer,
geprogrammeerd in submenu
02=Telefonnummer 1.
2=Dubbel De modem/Kiezer belt naar het
telefoonnummer geprogrammeerd
in submenuoptie
02=Telefoonnummer 1 èn naar
het telefoonnummer
geprogrammeerd in
submenuoptie
05=Telefoonnummer 2.
De Modem/Kiezer móet met beide
ontvangers verbinding hebben
gehad.
3=Alternate De Modem/Kiezer belt eerst naar
het telefoonnummer dat
geprogrammmeerd is in
submenuoptie
02=Telefoonnummer 1. Als de
Modem/Kiezer geen verbinding
krijgt met de ontvanger dan belt
de Modem/Kiezer naar het
telefoonnummer dat
geprogrammeerd is in
submenuoptie
05=Telefoonnummer 2. Krijgt de
Modem/Kiezer ook hier geen
verbinding dan wordt
telefoonnummer 1 weer gebeld.
Deze cyclus herhaalt zich tot de
modem/Kiezer verbinding heeft
gehad met één van de twee
ontvangers. Zie ook submenu
11=Fail to Communicate.
8.32.5 05=Tel. nummer 2
Telefoonnummer 2 wordt gebruikt als back-up
telefoonnummer als bij submenu 04=Ontvanger
voor 3=Alternate is gekozen.
Telefoonnummer 2 is het tweede telefoonnummer
als bij submenu 04=Ontvanger voor 2=Dubbel is
gekozen.
De programmering van submenu 05=Tel. nummer
2 is identiek aan submenu 02=Telefoonnummer 1.
Druk op de [B]-toets om steeds het laatste
karakter te wissen. Druk op de [ent]-toets om de
invoer te bevestigen.
8.32.6 06=Kiestype
De modemkiezer kan op twee verschillende
kiestypes worden ingesteld.
1=Toon Toon kiezen wordt ook wel DTMF
genoemd.Toon kiezen is sneller
dan puls kiezen.
2=Puls Puls kiezen houdt in dat ieder
cijfer omgezet wordt in een aantal
pulsen. Puls kiezen is trager dan
toon kiezen. Selecteer bij twijfel
altijd puls kiezen.
8.32.7 07=Testmelding
Op ingestelde tijden kan er automatisch een
testmelding worden verstuurd. Het tijdstip waarop
dat gebeurd, en de interval wordt
geprogrammeerd in submenu 07=Testmelding.
8.32.7.1 1=Starttijd
De installateur programmeert de tijd waarop de
GalaXy alarmmeldcentrale de eerste testmelding
moet versturen. Deze tijd wordt opgegeven in
submenuoptie 1=Starttijd. Het tijdstip waarop de
daaropvolgende testmeldingen verstuurd worden,
wordt door de GalaXy alarmmeldcentrale bepaald
aan de hand van de opgegeven interval.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg8c.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 56: Modem/Kiezer
- - Pagina 140
2=Interval
De interval is de periode tussen de eerste
melding, die is verstuurd op het opgegeven tijdstip
in submenu 1=starttijd, en de volgende melding.
Alle volgende testmeldingen worden verzonden
met dezelfde tussenliggende periode. Deze
periode wordt opgegeven in submenu 2=interval.
De interval moet liggen tussen de 0 en 99 uur. Als
de interval op 0 uur wordt ingesteld dan wordt er
geen automatische testmelding verstuurd.
8.32.7.3 3=Blokstatus (GalaXy 512)
De submenuoptie 3= Blokstatus is alleen
beschikbaar als de blokkenmode is ingeschakeld
(menuoptie 63.1.1 Optie
BLK/MAX.Blokken.Blokkenmode)
De testmelding kan worden verstuurd, afhankelijk
van de status van de blokken.
Druk op het nummer van het blok dat een deel
van de voorwaarde vormt.
Op de onderste regel verschijnt bij het betreffende
bloknummer een “I”.
De “I” geeft aan dat het betreffende blok
ingeschakeld moet zijn voordat de testmelding
verstuurd wordt.
Door nogmaals op het nummer van het blok te
drukken verschijnt er een “U” bij het betreffende
blok. De “U” geeft aan dat het betreffende blok
uitgeschakeld moet zijn voordat de testmelding
verstuurd wordt.
Wordt er nogmaals op het bloknummer gedrukt
verschijnt het “-“- -“-teken (minus) weer. Dit “ teken
(minus) geeft aan dat het betreffende blok geen
invloed heeft op het versturen van de testmelding.
8.32.8 08=Install.Test
Om zeker te stellen dat de Modem/Kiezer een
verbinding opbouwt met de PAC wordt de
installateurstest uitgevoerd. Met deze test wordt
een testmelding naar de PAC verstuurd. Submenu
02=Telefoonnummer 1 en submenu
03=Klantnummer 1 moeten beide zijn ingevoerd,
anders kiest de kiezer niet.
De installateurstest wordt gestart met
submenuoptie 08=Installateurstest.
Voordat de modem/Kiezer daadwerkelijk gaat
bellen verschijnt er een waarschuwing op het LC-
display: “Waarschuwing!!!; ent= Verstuur Tst”
Druk op de [ent]-toets om de testmelding te
versturen.
Per keer dat met submenuoptie
08=Installateurstest de test gestart wordt,
verstuurd de Modem/Kiezer één testmelding. De
Modem/Kiezer vervalt niet in herhaalpogingen als
de test mislukt. Een mislukte poging wordt door de
GalaXy alarmmeldcentrale niet geteld als een Fail
to Communicate.
8.32.9 09=Aantal Belsignalen
In submenuoptie 09=Aantal Belsignalen wordt het
aantal inkomende belsignalen opgegeven voordat
de Modem/Kiezer de lijn opneemt. Het bereik ligt
tussen de 1 en 20 belsignalen. De
fabrieksinstelling is 12 belsignalen.
8.32.10 10=Lijndetectie
De Modem/Kiezer bewaakt voortdurend de
aangesloten telefoonlijn. In submenuoptie
10=Lijndetectie wordt bepaald welke foutsituatie
een PTT Lijnfout tot gevolg heeft. Een dergelijke
fout wordt geregistreerd in het systeemgeheugen.
Zie ook menuoptie 51.18 Parameters.220VAC
voorwaarde en menuoptie 53 Progr Uitg
uitgangsfunctie 21 PTT lijn.
1=Lage Lijnspanning (standaard ingesch.) Lage
Lijnspanning detecteert
een fout als de PTT
lijnspanning circa 90
seconden onder de 3 volt
is.
2=Geen Kiestoon (standaard uitgesch.)
Geen Kiestoon detecteert
een fout als de
Modem/Kiezer geen
kiestoon detecteert als
deze de lijn opneemt om
uit te bellen.
3=Ink. Belsign (standaard uitgesch.)
Inkomend Belsignaal
detecteert een fout als de
Modem/Kiezer wilt
uitbellen terwijl er een
inkomend belsignaal is.
NOOT: Iedere combinatie van in- en/of
uitgeschakelde lijndetectiemethode is
toegestaan.
Als één van de bovenstaande foutvoorwaarde zich
voordoet, dat wordt er een melding van in het
systeemgeheugen gemaakt.
Als het GalaXy systeem is uitgeschakeld
veroorzaakt de foutvoorwaarde een lokaal alarm.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg8d.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 56: Modem/Kiezer
- - Pagina 141
Op het LC-display verschijnt de tekst “PTT lijn
storing.
Als het systeem is ingeschakeld, dan schakelt een
foutvoorwaarde de Sirene Vertraging (menuoptie
51.2) buiten werking. Iedere activatie van een
alarmzone resulteert in een direct volledig alarm.
Als het GalaXy systeem wordt uitgeschakeld,
terwijl een PTT lijn fout conditie heeft voorgedaan
tijdens de ingeschakelde periode, dan verschijnt
op het LC-display de tekst “+ PTT lijn”.
Als het GalaXy systeem wordt uitgeschakeld,
terwijl een PTT lijn fout conditie heeft voorgedaan
tijdens de ingeschakelde periode en nog aanwezig
is tijdens het uitschakelen, dan verschijnt op het
LC-display de tekst “ PTT lijn storing” en klinkt het
lokale alarm.
Als menuoptie 51.18 Parameters.220VAC Voorw
is ingeschakeld kan het systeem niet inschakelen.
Op het LC-display verschijnt de tekst “LET OP:
PTT lijn. Kan Niet Inschakelen”.
Is menuoptie 51.18 Parameters.220VAC Voorw
uitgeschakeld, dan wordt de gebruiker erop
gewezen dat de foutcontitie aanwezig is. De
inschakelprocedure wordt gestart als op de [ent]-
toets gedrukt wordt.
8.32.11 11=Fail to Communicate
In submenuoptie 11=Fail to Communicate wordt
het aantal mislukte belpogingen bepaald, voordat
een Fail to Communicate melding wordt
geregistreerd. De melding wordt geregistreerd in
het systeemgeheugen.
Als de Modem/Kiezer een melding moet versturen
dan verbreekt de Modem/Kiezer eerst de lijn. Dit is
noodzakelijk om een eventuele andere verbinding
te verbreken. Daana belt de Modem/Kiezer het
geprogrammeerde nummer. Na een geslaagde
verbinding licht de LED drie seconden op, daarna
geeft de Modem/Kiezer de lijn weer vrij voor
randapparatuur dat in serie met de module staat.
Deze procedure wordt herhaald als submenuoptie
04=Ontvanger is ingesteld op Dubbel.
NOOT: De Modem/Kiezer houdt de telefoonlijn
vast, totdat er een geslaagde
verbinging is geweest.
Als de verbinding is mislukt licht de LED drie
seconden snel onderbroken op. De Modem/Kiezer
wacht een korte periode en voert een nieuwe
belpoging uit naar het zelfde nummer, of naar het
andere teefoonnummer als submenuoptie
04=Ontvanger is geprogrammeerd met Dubbel of
Alternate.
Als het aantal belpogingen is bereikt dat is
geprogrammeerd in submenuoptie 11=Fail to
Communicate, dan wordt een FTC (Fail to
Communicate) in het systeemgeheugen
geregistreerd.
Na 9 belpogingen mag de Modem/Kiezer de
melding niet meer verzenden (richtlijn van de
overheid). Een nieuwe trigger is nodig om het
bericht alsnog naar de PAC te versturen.
NOOT: Als submenuoptie 04=Ontvanger is
ingesteld op Dubbel, en submenuoptie
01=Format is ingetseld op DTMF, dan
moet de Modem/Kiezer een geslaagde
verbinding hebben gehad met beide
telefoonnummers.
NOOT: Het in submenuoptie 11=Fail to
Communicate ingestelde aantal
belpogingen heeft betrekking op één
van beide telefoonnummers.
8.32.12 12=RS Toegang
Submenuoptie 12 RS toegang bepaald wanneer
Remote Service mag worden verleend op de
GalaXy alarmmeldcentrale. Hiertoe zijn vier
mogelijkheden.
Deze worden ingesteld in 1=Toegangsniveau.
Daarnaast kan de mode ingesteld worden.
8.32.12.1 1=Toegangsniveau
In het toegangsniveau wordt bepaald in welke
staat het GalaXy systeem moet staan om Remote
Service te kunnen verlenen.
1=Geen Toegang Remote Service met GalaXy
Gold is niet toegestaan.
2=Alles Uit Remote Service is alleen
mogelijk als alle blokken zijn
uitgeschakeld.
3=Blok Ing. Remote Service is niet
toegestaan als één van de
blokken is ingeschakeld.
4=Altijd Remote Service is altijd
mogelijk.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg8e.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 56: Modem/Kiezer
- - Pagina 142
2=Mode
Met de mode wordt bepaald of Remote Servcie
mag plaatsvinden zonder volmacht van de
gebruiker. De gebruiker verleent zijn volmacht in
menuoptie 47 RS Toegang. Zie voor aanvullende
informatie menuoptie 47 RS Toegang.
De volmacht kan ook worden verleend met behulp
van een zone met de functie 27 RS Toegang. Zie
menuoptie 52 Progr Zones functie 27 RS Toegeng
voor aanvullende informatie.
8.32.12.2.1 1=Direct Toegang
De Remote Service kan zonder toestemming van
de gebruiker plaatsvinden. Nadat GalaXy Gold
een geslaagde verbinding heeft opgebouwd is
direct Remote Service, up- en downloading
mogelijk.
8.32.12.2.2 2=Manager Authorize
De optie Manager Authorize kent twee
mogelijkheden om toegang te verschaffen aan
GalaXy Gold tot het systeem.
• Toegang met tijdslimiet; GalaXy Gold moet
binnen 40 minuten een geslaagde verbinding
hebben met de GalaXy alarmmeldcentrale
nadat de gebruiker toestemming heeft gegeven
(zie menuoptie 47 RS Toegang).
Als de verbinding eenmaal tot stand is
gebracht, geldt er geen tijdslimiet meer om de
Remote Service te verlenen. Nadat GalaXy
Gold de verbinding met de GalaXy centrale
heeft verbroken resteren er 15 minuten om
opnieuw de verbinding op te bouwen zonder
toestemming te vragen van een gebruiker.
• Call Back; De gebruiker bepaald met behulp
van menuoptie 47 RS Toegang naar welk van
de vijf terugbel nummers de Modem/Kiezer
moet bellen om Remote Service te laten
verlenen.
Als een terugbellocatie wordt gekozen waarop
geen nummer is geprogrammeerd, dan kan de
gebruiker zelf een nummer invoeren.
De terugbellocaties kunnen worden
geprogrammeerd bij 3=Terugbellen.
8.32.12.2.3 3=Terugbellen
Tot vijf terugbelnummers kunnen worden
geprogrammeerd op de terugbellocaties. GalaXy
Gold verzoekt de GalaXy alarmmeldcentrale één
van de nummers terug te bellen.
NOOT: Als submenuoptie 3=Terugbellen is
ingesteld, dan wordt de toegang tot de
GalaXy alarmmeldcentrale ontzegd
tenzij de Terugbeloptie van GalaXy
Gold de terugbel procedure start.
8.32.13 13=Semafoon
Deze optie is niet aanwezig.
8.32.14 14=Privénummer
Deze optie is niet aanwezig
8.32.15 15=Alarm Monitor
Met de submenuoptie 15 Alarm Monitor is het
mogelijk om meldingen naar zowel de PAC te
sturen als naar een PC met GalaXy Alarm
Monitor.
De submenuoptie is identiek aan de structuur
zoals beschreven bij 0 8.32.1.3 3=MicroTech.
De submenuoptie 15=Alarm Monitor verstuurt pas
de melding als de PAC melding verstuurd is, of als
het aantal belpogingen zoals geprogrammeerd in
11=Fail to Communicate is bereikt.
Als zich een alarm voordoet tijdens een verbinding
met GalaXy Alarm Monitor, dan wordt de
verbinding beëindigd en stuurt de GalaXy
alarmmeldcentrale de nieuwe melding naar de
PAC.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg8f.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 56: Modem/Kiezer
- - Pagina 143
Menuoptie 56: De RS-232 Interface
Menuoptie 56 wordt gebruikt om de Modem/Kiezer
en de RS-232 Interface te programmeren. De
programmering van de modem/Kiezer is
behandeld in xxx. In dit hoofdstuk wordt de RS-
232 Interface behandeld.
In xxx is het RS- -232 Interface deel van de
menustructuur opgenomen. Het Modem/Kiezer-
deel is weergegeven in xxx.
Tabel 0 14- : Menustructuur RS-232 Interface
De RS-232 Interface maakt, net als de
Modem/Kiezer, tweeweg communicatie met de
GalaXy alarmmeldcentrale mogelijk. De RS-232
interface is echter bedoeld om rechtstreeks met
computerapparatuur te communiceren, zonder
tussenkomst van en telefoonlijn.
De RS-232 Interface wordt toegepast:
• Om meldingen naar een lokale PC, met daarop
het GalaXy Alarm Monitor softwarepakket, te
sturen.
• Om Remote Service te verlenen vanaf een
lokale PC met daarop het GalaXy Gold
softwarepakket.
• Om de programmering van een GalaXy
alarmmeldcentrale tijdelijk op te slaan.
8.33.1 1=Mode
De instelling in submenu =Mode is afhankelijk van
de manier waarop de GalaXy alarmmeldcentrale
en de PC aan elkaar verbonden worden.
8.33.1.1 1=Direct
1=Direct wordt als Mode geselecteerd als de
GalaXy alarmmeldcentrale en de PC met een RS-
232 kabel met elkaar verbonden zijn.
8.33.1.2 2=Modem
2=Modem wordt als Mode geselecteerd als op de
RS-232 interface een modem wordt aangesloten,
zodat de verbinding met de PC via een telefoonlijn
plaatsvindt. Aan de GalaXy alarmmeldcentrale
wordt het telefoonnummer en het kiestype
opgegeven.
8.33.1.2.1 1=Telefoonnummer
Bij 1=Telefoonnummer wordt het telefoonnummer
opgegeven van de locatie waar de PC zich
bevindt. Het nummer mag uit maximaal 22 cijfers
bestaan, inclusief de stuurkarakters.
* 2 seconden pauze;
# wacht op kiestoon;
Druk op de [B]-toets om steeds het laatste
karakter te wissen. Druk op de [ent]-toets om de
invoer te bevestigen.
8.33.1.2.2 2=Kiestype
De submenuoptie 2=Kiestype heeft twee
mogelijkheden:
1=Toon Toonkiezen wordt ook wel DTMF
genoemd. Toonkiezen is sneller
dan pulskiezen
2=Puls Pulskiezen houdt in dat ieder cijfer
omgezet wordt in een aantal
pulsen. Pulskiezen is trager dan
toonkiezen. Selecteer bij twijfel altijd
pulskiezen.
1=Mode 1=Direct
2=Modem 1=Telefoonnr.
2=Kiestype 1=Toon
2=Puls
3=X25 Prot Niet beschikbaar
4=Semafoon Niet Beschikbaar
2=Format 1=Miltipro 0 3- Triggermenu 1=Status
2=Blokken
2=Microtech Triggermenu 1=Status
2=Blokken
3=Klantnummer
4=Copy/Oversch 1=Ontvngn data 1=Start
2=Stop
2=Verzndn data 1=Start
2=Stop
3=Data Bewaard
5=Instellingen Niet aanwezig
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg90.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 56: Modem/Kiezer
- - Pagina 144
8.33.1.3 3=X25 Protocol
Deze optie is niet aanwezig
8.33.1.4 4=Semafoon
Deze optie is niet aanwezig
8.33.2 2=Format
Op de RS-232 interface zijn twee protocollen
beschikbaar:
MultiPro Zie voor een gedetailleerde
beschijving van het protocol en de
menustructuur xxx.
MicroTech Zie voor een gedetailleerde
beschijving van het protocol en de
menustructuur xxx.
NOOT: Het MultiPro en MicroTech format en
de menustructuur van de formats van
de RS-232 interface en de
Modem/Kiezer zijn identiek, met één
verschil. Als de Blokkenmode is
ingeschakeld (menuoptie 63.1.1 Optie
BLK/MAX.Blokken.Blokkenmode) dan
heeft dat geen betrekking op het
MultiPro en MicroTech format bij de
RS-232 Interface. Hier kunnen geen
blokken worden opgegeven.
3=Klantnummer
Met het klantnummer identificeert de GalaXy
alarmmeldcentrale zich bij de onvanger. In
submenu 3=Klantnummer wordt het klantnummer
ingevoerd. Het klantnummer bestaat uit 4 tot 6
cijfers. Druk op de [B]-toets om steeds het laatste
karakter te wissen. Druk op de [ent]-toets om de
invoer te bevestigen.
8.33.4 4=Copy/Overschrijven
De RS-232 kan de programmering van een
GalaXy alarmmeldcentrale tijdelijk opslaan. Aan
de GalaXy alarmmeldcentrale kan dan gewerkt
worden zonder dat de programmering van de
GalaXy alarmmeldcentrale verloren gaat.
De programmering wordt met submenuoptie
2=Verzenden Data in de RS-232 interface
geladen, de opgeslagen gegevens worden met
submenuoptie 1=Ontvangen Data in de GalaXy
geladen.
Met submenuoptie 3=Data Bewaard wordt met
behulp van de GalaXy alarmmeldcentrale bepaald
wat voor programmering in de RS-232 Interface is
opgeslagen.
8.33.4.1 1=Ontvangen Data
Met submenuoptie 1=Ontvangen data wordt de
programmering uit de RS-232 interface
gekopiëerd naar de GalaXy alarmmeldcentrale.
De programmering in de RS-232 interface
overschrijft alle programmering die zich in de
GalaXy alarmmeldcentrale bevindt.
Als de submenuoptie geselecteerd wordt en in de
RS-232 Interface geen programmering aanwezig
is, verschijnt op het LC-display de tekst “ Geen
Data Aanwezig” anders verschijnt op het LC-
display de tekst “ Klaar voor verzenden; 1=Start
2=Stop”.
Druk op de [1]-toets om de programmering te
kopieren te starten. Op het LC-display verschijnt
de tekst “Verzenden...”. De Overwrite LED (LED
4) op de RS-232 Interface knippert.
Druk op de [2]-toets om het kopieren te af te
breken.
Als de programmering is gekopiëerd verschijnt op
het LC-display de tekst “Verzenden klaar”. De
Overwrite LED (LED 4) licht ononderbroken op.
8.33.4.2 2=Verzenden Data
Met submenu 2=Verzenden Data wordt de
programmering uit de GalaXy alarmmeldcentrale
naar de RS-232 interface gekopiëerd. Als de
submenuoptie geselecteerd wordt verschijnt op
het LC-display de de tekst “Klaar Voor Verzenden;
1=Start 2=Stop”.
Druk op de [1]-toets om de programmering uit de
GalaXy alarmmeldcentrale naar de RS-232
Interface te kopiëren. Op het LC-display verschijnt
de tekst “Kopiëer”.
De Copy LED (LED 3) op de RS-232 Interface
knippert.
Druk op de [2]-toets om het kopieren te af te
breken.
Als de volledige programmering is gecopiëerd
verschijnt op het LC-display de tekst “Data
Aanwezig”. De Copy LED (LED 3) licht
ononderbroken op.
8.33.4.3 3=Data Bewaard
Submenuoptie 3=Data Bewaard is een hulpmiddel
om te bepalen welke programmering in de RS-232
interface is opgeslagen.
Als de submenuoptie gekozen wordt verschijnt op
het LC-display het type alarmmeldcentrale en de
softwareversie van de GalaXy alarmmeldcentrale
waarvan de programmering in de RS-232
Interface is opgeslagen.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg91.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 56: Modem/Kiezer
- - Pagina 145
Als er geen programmering aanwezig is verschijnt
de tekst “Geen Data Aanw.” op het LC-display.
8.33.5 5=Instellingen
Deze optie is niet aanwezig.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg92.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 57: Systeemprint
- - Pagina 146
8.34 Menuoptie 57: Systeemprint
Met menuoptie 57 Systeemprint worden de
programmering van verschillende menuopties
afgedrukt op een aangesloten seriële printer.
In xxx zijn de submenuopties van menuoptie 57
weergegeven. Het nummer in de kolom
“menunummer” geeft de menuoptie aan waarvan
de programmering wordt afgedrukt.
Submenuoptie Menunummer
01 23 Systeem Data
02 42 Codes
03 51 Parameters
04 52 Zones
05 53 Uitgangen
06 54 Linken
07 56 Modem/Kiezer
08 63 Blokken
09 58 Bediendelen
10 65 Klokken
11 22 Geheugen
12 Alles
Tabel 0 15- : Systeemprint opties
De gewenste optie kan worden geselecteerd door
direct het nummer van de optie (1e kolom) in te
voeren of door met de [A]- -toets en de [B] toets
door de opties te stappen. Druk op de [ent]-toets
om de keuze te bevestigen.
Als Systeemprint optie 11 (Geheugen) wordt
geselecteerd, dan verschijnen op het LC-display
de blokken, mits de blokkenmode is ingeschakeld
(menuoptie 63.1.1 Optie
BLK/MAX.Blokken.Blokkenmode). Selecteer de
blokken waarvan het systeemgeheugen in de
printuitdraai moeten worden opgenomen. Druk op
het nummer van het blok om het betreffende blok
te selecteren. Druk nogmaals op het nummer van
het blok om de selectie weer op te heffen. De
geselecteerde blokken zijn gemarkeerd met een
“J”.
Het afdrukken kan worden afgebroken door op de
[esc]-toets te drukken.
NOOT: Om te kunnen afdrukken moet een
seriële printer zijn aangesloten op de
RS-232 interface (in printermode) of de
Printer Interface. De printer moet on-
line staan.
Als de printer niet on-line staat, of als
er geen printer is aangesloten, dan
verschijnt de tekst “Printer Off-Line”.
Druk op de [esc]-toets en neem de
oorzaak van het probleem weg.
• Het afdrukken van de Klokken (submenuoptie
10) verschaft alle tijden die zijn
geprogrammeerd in menuoptie 65 Klokken,
inclusief de autoset tijd, het vooralarm en de
lockout tijden.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg93.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 58: Bediendeel
- - Pagina 147
8.35 Menuoptie 58: Bediendeel
Ieder bediendeel dat in het GalaXy systeem is
opgenomen kunne een aantal attributen worden
ingesteld. De instelling van de attributten bepalen
get gedrag van het bediendeel in het systeem.
Als de menuoptie geselecteerd wordt verschijnt
het eerste bediendeeladres op de LC-display.
Als door het eerste cijfer van het bediendeeladres
een zwart blokje knippert, dan is dat het adres van
het bediendeel waar de programmering op plaats
vindt.
Druk op de [A]- -toets en de [B] toets om door de
beschikbare bediendeeladressen te stappen. Het
bediendeeladres kan ook direct worden ingevoerd.
Bevestig de invoer met de [ent]-toets. Het eerste
submenu verschijnt op het LC-display.
8.35.1 1=[A]-toets
Met deze submenuoptie wordt de functie van de
[A]-toets bepaald. Als deze optie geselecteerd
wordt verschijnt op het LC-display de tekst
“1=Code Status”. Met de [A]- -toets en de [B] toets
kan door het onderliggende menu gestapt worden.
Bevestig de keuze met de [ent]-toets.
8.35.1.1 1=Code Status
De Code Status is het eerste attribuut van de
functietoets-programmering. Met het attribuut
wordt bepaald of de toegewezen functie met of
zonder code uitgevoerd moet worden. Ook kan de
functietoets helemaal uitgeschakeld worden.
0=Uit [] De functietoets is
uitgeschakeld. De
functietoets kan wel
gebruikt worden om door
de menustructuur of het
systeemgeheugen te
stappen.
1=Met Code [+] Om de toegewezen functie
uit te kunnen voeren moet
eerst een geldige code
worden ingevoerd. De code
moet een voldoende hoog
niveau hebben om de
functie te activeren.
2=Zonder Code [ ]- Het indrukken van de
functietoets is voldoende
om de toegewezen functie
uit te voeren. Er hoeft niet
eerst een geldige code te
worden ingevoerd.
Selecteer de gewenste Code Status en bevestig
de keuze met de [ent]-toets.
NOOT: De Code Status wordt naast de functie
op de LC-display weergegeven. [] is
uit; [+] is met code; [-] is zonder code.
8.35.1.2 2=Menu Optie
Met Menu Optie wordt de functie aan de
functietoets toegewezen. De functies die kunnen
worden toegewezen zijn de menuopties uit het
volledige menu van de GalaXy alarmmeldcentrale.
Zie xxx.
Met de [A]- -toets en de [B] toets kan door de
verschilende menuopties gestap worden. De
functie kan ook geselecteerd worden door direct
het nummer van de menuoptie in te toetsen. Druk
op de [ent]-toets om de keuze te bevestigen.
8.35.2 2=[B]-toets
De programmering van de [B]-toets is identiek aan
de programmering van de [A]-toets.
8.35.3 3=Copie Buzzer
Submenuoptie Copie Buzzer bepaalt of de buzzer
in het bediendeel de functie van de
bediendeeluitgang overneemt. De bediendeel
uitgang wordt geprogrammeerd in menuoptie 53
Progr Uitg. Van de fabriek uit is de uitgang
geprogrammeerd met de functie E/E signalering.
De buzzer is aan de uitgang gekoppeld.
0=Uit De bediendeelbuzzer is uitgeschakeld
(zie ook 5=Bediendeel Stil).
1=Aan De bediendeelbuzzer volgt de
uitgangsfunctie van de bediendeeluitgang.
8.35.4 4=Verlichting
Met submenuoptie 4=Verlichting wordt bepaald
wanneer de bediendeel verlichting aan of uit is.
0 Altijd uit
1 Altijd aan
2 Aan als het systeem is ingeschakeld
Bediendeeladres
Functie [A]-toets
Functie [B]-toets
Verlichting
Buzzer gekoppeld
aan uitgang
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg94.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 58: Bediendeel
- - Pagina 148
Uit als het systeem is ingeschakeld
Aan als een toets worden ingedrukt
3 Aan tijdens de in- en uitschakelprocedure
Aan als een toets wordt ingedrukt
Uit na de timeout, of als het menu verlaten
wordt
4 Aan als een toets wordt ingedrukt
Uit na de timeout, of als het menu verlaten
wordt
8.35.5 5=Bediendeel Stil
Als een toets wordt ingedrukt, klinkt de bediendeel
buzzer. Deze functie wordt uitgeschakeld met
submenuoptie 5=Bediendeel Stil.
Als submenuoptie 5=Bediendeel Stil is ingesteld
op 1=Aan, dan klinkt de buzzer niet bij
toetsaanslagen. De verlichting is uit als de
bannertekst op het LC-display staat (onafhankelijk
van de programmering van 4=Verlichting).
Tijdens het intoetsen van een code verschijnen er
geen “*”- -tekens (asterisk) op het LC display en de
verlichting blijft uit. Pas nadat een geldige code
het gebruikers menu op het vollerdige menu
opent, schakelt de verlichting aan en functioneert
de buzzer.
De submenuoptie 5=Bediendeel Stil staat van de
fabriek uit niet ingeschakeld.
• Bediendeel uitschakelen.
Een bediendeel kan uitgeschakeld worden door
het betreffende bediendeel adres als
linkbestemming te programmeren (zie menuoptie
54 Linken).
Als de linkbron geactiveerd is, dan reageert het
bediendeel op geen enkele toetsaanslag. Het LC-
display, bediendeel buzzer en uitgang blijven
normaal functioneren .
8.35.6 6=Blokstatus (niet op GalaXy 8)
Met submenuoptie 6=Blokstatus is het mogelijk
om de status van de blokken op het LC-display te
tonen.
Als 6=Blokstatus is ingeschakeld, dan wordt de
blokstatus op het LC- -display getoond als de [*]
toets en de [#]-toets gelijktijdig worden ingedrukt
op het moment dat het LC-display op de banner
staat of als het LC-display blanco is (Systeem
ingeschakeld).
Op de bovenste regel van het LC-display staan de
blokken, op de onderste regel staat de status van
ieder blok weergegeven met één letter.
U Uitgeschakeld
I Ingeschakeld
D Deelbeveiligd ingeschakeld
L Locked out
- Blok is niet toegekend aan het bediendeel
NOOT: De Blok Status functie is niet
operationeel als de installateursmode
actief is.
Druk nogmaals gelijktijdig op de [*]- -toets en de [#]
toets om de stauts van ieder individueel blok te
zien. Druk gelijktijdig op de [*]- -toets en de [A] toets
of de [B]-toets om tussen de verschillende
blokken te stappen.
Druk nogmaals op de [*]- -toets en de [#] toets om
terug te keren naar de banner of blanco LC-
display.
De GalaXy 500 heeft 16 blokken en de GalaXy
512 heeft 32 blokken; deze worden op het LC-
display in groepen van acht blokken getoond. De
groepen worden A, B, C en D genoemd (bij de
GalaXy 500 worden alleen A en B gebruikt).
Gebruik de [*]- - -toetsen met de [A] toets en de [*]
toets met de [B]-toets om tussen de groepen A, B,
C en D te schakelen.
8.35.7 7=Bediendeelblok (niet op GalaXy 8)
Aan een bediendeel kan een of meer blokken
worden toegekend, mits menuoptie 63.1.1 Optie
BLK/MAX.Blokken.Blokmode is ingeschakeld. Het
bediendeel reageert alleen op codes die minimaal
één blok gemeenschapelijk hebben met het
betreffende bediendeel. Het bediendeel geeft
bovendien alleen alarminformatie weer van de
blokken die zijn toegekend.
De gebruiker is niet beperkt door de blokken die
zijn toegekend aan het bediendeel waarop de
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg95.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 58: Bediendeel
- - Pagina 149
gebruikerscode wordt ingevoerd, mits minimaal
één blok gemeenschappelijk is.
• Bediendeel blokrestriktie
Als tijdens het toekennen van de blokken aan het
bediendeel op de [*]-toets wordt gedrukt, dan is de
bediendeel blokrestrictie ingeschakeld. Dit houdt
in dat gebruikers alleen controle hebben over de
blokken die hun code gemeenschappelijk heeft
met het betreffende bediendeel.
Van de fabriek uit zijn alle blokken toegekend aan
de bediendelen. Druk op het nummer van het blok
dat niet moet worden toegekend aan het
bediendeel. Het nummer verdwijnt van het LC-
display. Druk nogmaals op het nummer om het
blok opnieuw te selecteren.
De GalaXy 500 heeft 16 blokken en de GalaXy
512 heeft 32 blokken; deze worden op het LC-
display in groepen van acht blokken getoond. De
groepen worden A, B, C en D genoemd (bij de
GalaXy 500 worden alleen A en B gebruikt).
Gebruik de [A]- -toets en de [B] toets om tussen de
groepen A, B, C en D te schakelen.
Druk op de [ent]-toets om de selectie te
bevestigen.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg96.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 59: Gebruikersmenu
- - Pagina 150
8.36 Menuoptie 59: Gebruikersmenu
De GalaXy alarmmeldcentrale is voorzien van een
volledige menustructuur. Om niet iedere gebruiker
te belasten met alle beschikbare opties, is een
gebruikersmenu beschikbaar. Zie ook blz. 46.
Iedere gebruiker met een niveau 3 of hoger,
waarvan het niveau niet met een “*”-teken
(asteriks) is geprogrammeerd (zie menuoptie 42.2
Progr Codes.Nivo), heeft toegang tot het
gebruikersmenu.
Menuoptie 59 Gebruikersmenu wordt gebruikt om
het gebruikersmenu samen te stellen.
In xxx is het standaard gebruikersmenu
weergegeven.
Als menuoptie 59 Gebruikersmenu geactiveerd
wordt verschijnt gebruikersmenuoptie 0 op de
bovenste regel van het LC-display.
Op de onderste regel staat het nummer van de
menuoptie uit het volledige menu en het niveau
van de menuoptie.
Met de [A]- -toets en de [B] toets kan naar de
gebruikersmenuoptie gestapt worden. Ook kan
direct het nummer van de gebruikersmenuoptie
ingetoetst worden. Druk op de [ent]-toets om de
keuze te bevestigen.
Op het LC-display verschijnt op de onderste regel
de menuoptie uit het volledige menu. Met de [A]-
toets en de [B]-toets kan door de beschikbare
menuopties gestapt worden. Of toets direct het
nummer van de menuoptie in.
Druk op de [ent]-toets om de keuze te bevestigen.
De GalaXy rangschikt de gebruikersmenuopties
automatisch op niveau. De menuopties met het
laagste niveau komen het eerste voor in het
gebruikersmenu.
Gebruikers krijgen niet verder toegang in het
gebruikersmenu dan de menuopties met een
niveau dat gelijk is aan of lager is dan het niveau
dat aan de gebruikerscode zelf is toegekend.
Het niveau van de gebruikerscodes wordt
ingesteld in menuoptie 42.2 ProgrCodes.Nivo. Het
niveau van de menuopties wordt ingesteld in
menuoptie 68 Menu Toegang.
NOOT: Het is niet mogelijk om een menuoptie
twee maal in het gebruikersmenu op te
nemen.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg97.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 61: Diagnosetest
- - Pagina 151
8.37 Menuoptie 61: Diagnosetest
Met menuoptie 61 Diagnosetest worden een
aantal diagnosetests uitgevoerd om de
operationele status van de GalaXy
alarmmeldcentrale een de aangesloten modules
vast te stellen.
De GalaXy alarmmeldcentrale ondervraagt de
aangesloten modules 32 keer per seconden en
rapporteert de geslaagde communicatie. Aan de
hand van die rapportage wordt de kwaliteit van de
communicatie in procenten weergegeven.
70% en hoger Communicatie voldoende
50% 69%- Communicatie matig, module(s)
moet(en) bewaakt worden
49% en lager Communicatie slecht, de oorzaak
moet direct opgespoord en
weggenomen worden
NOOT: De GalaXy geeft prioriteit aan modules
die actief aan het systeem deelnemen.
Als gevolg daarvan is het mogelijk dat
het resultaat van de diagnosetest van
sommige modules lager ligt dan van
andere modules in het systeem.
8.37.1 1=Geheugentest
De geheugentest controleert de staat van het
geheugen van de GalaXy alarmmeldcentrale.
• OKAY;De diagnosetest heeft geen fout in het
geheugen ontdekt.
• FOUT; De diagnosetest heeft een fout ontdekt
in het geheugen. Start de GalaXy
alarmmeldcentrale “koud” op. Zie blz. 38.
• MEM STATUS [X] [Y]; Druk op de [*]-toets om
de geheugenstatus uit te lezen. De
diagnosetest geeft gedetaileerde informatie
over de status van het geheugen en wordt
onder andere gebruikt bij het ontwerpen van de
GalaXy alarmmeldcentrale. De status geeft
aan dat het beschikbare geheugen in stack [X]
is teruggelopen tot [Y] bytes.
Op een MEM STATUS melding hoeven geen
corrigerende maatregelen getroffen te worden.
Druk op de [esc]-toets om de test verlaten.
8.37.2 2=Bediendeel Communicatie
De bediendeelcommunicatietest bepaalt de
kwaliteit van de communicatie tussen de GalaXy
alarmmeldcentrale en de bediendelen. Op het LC-
display verschijnt het resultaat in %.
Met de [A]- -toets en de [B] toets kan door de
beschikbare bediendelen worden gestapt.
Druk op de [esc]-toets om de test te verlaten.
8.37.3 3=RIO Communicatie
De RIO communicatietest bepaalt de kwaliteit van
de communicatie tussen de GalaXy
alarmmeldcentrale en de RIO’s. Bovendien meet
de GalaXy de voedingsspanning van de RIO. Op
het LC-display verschijnen de resultaten in
respectievelijk % en Volt.
Met de [A]- -toets en de [B] toets kan door de
beschikbare RIO’s worden gestapt.
Druk op de [esc]-toets om de test te verlaten.
8.37.4 4=Voeding Communicatie
De Voeding communicatietest bepaalt de kwaliteit
van de communicatie tussen de GalaXy
alarmmeldcentrale en de Smart PSU. Bovendien
meet de GalaXy alarmmeldcentrale de
uitgangsspanning van de Smart PSU. Op het LC-
display verschijnen de resultaten in % en Volt.
Op het LC-display wordt ook de gemeten
uitgangsstroom weergegeven. Druk op de [#]-
toets om de backuptijd en de laadtijd van de
noodstroomaccu uit te lezen.
Met de [A]- -toets en de [B] toets kan door de
beschikbare bediendelen worden gestapt.
Druk op de [esc]-toets om de test te verlaten.
8.37.5 5=MAX Communicatie
Deze test is niet beschikbaar als de MAX mode is
uitgeschakeld (menuoptie 63.2.1 Optie
BLK/MAX.MAX.MAXmode).
De MAX communicatietest bepaalt de kwaliteit
van de communicatie tussen de GalaXy
alarmmeldcentrale en de MAX lezers. Op het LC-
display verschijnt het resultaat in %.
Met de [A]- -toets en de [B] toets kan door de
beschikbare bediendelen worden gestapt.
Druk op de [esc]-toets om de test te verlaten.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg98.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 61: Diagnosetest
- - Pagina 152
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg99.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 62: Volledige Test
- - Pagina 153
8.38 Menuoptie 62: Volledige Test
Met de menuoptie 62 Volledige Test wordt een
enkele zone geselecteerd en getest onder een
ingeschakeld systeem conditie. Het activeren van
de zone resulteert (afhankelijk van de functie) in
een volledig alarm, inclusief een doormelding naar
de PAC.
Zones die constant actief zijn (Security, 24 uur,
Paniek, Brand) blijven actief tijdens de Volledige
Test. Een activatie resulteert in een lokaal of
volledig alarm, afhankelijk van de functie.
Als menuoptie 62 Volledige test wordt
geselecteerd, dan verschijnt de tekst
“Waarschuwing!!!; ent = Voll Test” op het LC-
display.
Druk op de [ent]-toets om de test uit te voeren.
Als de blokkenmode is ingeschakeld (menuoptie
63.1.1 Optie BLK/MAX.Blokken.Blokkenmode)
moet opgegeven worden welke blokken er in de
test worden opgenomen.
Druk op het nummer van de blokken die in de test
worden opgenomen. Onder het betreffende
bloknummer verschijnt een “J”. Druk nogmaals op
het bloknummer op de keuze ongedaan te maken.
Onder het betreffende bloknummer verschijnt
weer een “N”.
Druk op de [ent]-toets om de selectie te
bevestigen.
Op het LC-display verschijnt de eerste
beschikbare zone.
Met de [A]- -toets en de [B] toets kan door de
beschikbare zones gestapt worden. Bevestig de
keuze met de [ent]-toets. De opgegeven blokken
schakelen in (menuoptie 12 Direct inschakelen).
Het GalaXy systeem reageert niet op openstaande
zones in het blok, mits het niet de te testen zone
betreft.
Het blok moet uitgeschakeld worden met een
geldige code.
NOOT: Op de GalaXy 512 kan een
gebruikerscode alleen uitschakelen als
de installateursmode verlaten is.
Een alarm, na een activatie van de zone in test,
moet gereset worden met een gebruikerscode met
een voldoende hoog niveau.
De GalaXy alarmmeldcentrale keert terug op de
Installateursbanner.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg9a.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 63: Blokken/MAX
- - Pagina 154
8.39 Menuoptie 63: Opties Blokken/MAX
Met menuoptie 63 Opties Blokken/MAX wordt de
blokkenmode en de MAX mode ingeschakeld.
Als de blokkenmode is ingeschakeld wordt het
GalaXy systeem opgedeeld in verschillende
delen, blokken. Het maximum aantal blokken
wordt bepaald door het type GalaXy
alarmmeldcentrale.
Ieder blok vormt een eigen sub-systeem met
eigen alarmering etc.
Als de MAX mode wordt ingeschakeld, dan komen
de MAX lezer functies in het menu beschikbaar.
Het GalaXy systeem wordt uitgebreid met
toegangscontrolefuncties.
InTabel 0 16- is de menustructuur van menuoptie
63 Opties Bokken/MAX weergegeven.
1=Blokken 1=Blokkenmode 0=Uitgschakeld
1=Ingeschakeld
2=Logisch Schak.
3=Bloknaam
2=MAX 1=MAX mode 0=Uitgeschakeld
1= Ingeschakeld
2=MAX adres
3=MAXParamtrs 1=Omschrijving
2=Relaistijd
3=Max.open tijd
4=Blokken
Tabel 0 16- : Menustructuur Opties Blokken/MAX
8.39.1 1= Blokken (niet op GalaXy 8)
Als in menuoptie 63 Optie BLK/MAX voor
1=Blokken wordt gekozen, dan kan de blokmode,
alsmede de aanverwante functies worden
ingesteld.
Vanuit 1=Blokken staan 3 submenus ter
beschikking: blokkenmode, logisch schakelen en
bloknaam. Druk op de [A]- -toets en de [B] toets om
het gewenste submenu te kiezen, druk op de
[ent]-toets om de keuze te bevestigen.
8.39.1.1 1=Blokkenmode
De blokkenmode is van de fabriek uit
uitgeschakeld. Als de blokkenmode wordt
ingeschakeld kan het GalaXy systeem in blokken
worden ingedeeld.
Het in blokken verdelen van het systeem houdt in,
dat het totale systeem in subsystemen wordt
verdeeld. Ieder subsysteem kan bediend worden
als een eigen systeem, met eigen codes, zones,
uitgangen, MAX lezers, bediendelen etc. Vrijwel al
deze systeemonderdelen kunnen worden
ingedeeld in meer dan één blok, waardoor
gezamenlijk gebruik mogelijk wordt. Bovendien
kan het gebruik ervan of het schakelen ermee aan
voorwaarden worden gebonden. De status van de
verschillende blokken bepalen de voorwaarde.
Gebruik de [A]- -toets en de [B] toets toets om
tussen de twee opties te stappen of tots het
nummer van de optie direct in; 0=Uitgeschakeld,
1=Ingeschakeld .
Druk op de [ent]-toets om de keuze te bevestigen.
Als voor 1=Ingeschakeld wordt gekozen, dan is de
blokkenmode niet direct actief. De GalaXy moet
eerst terugkeren naar de installateursbanner. Druk
hiertoe vier maal op de [esc]- -toets. Op het LC
display verschijnt de installateursbanner. (zie xxx).
Voer opnieuw de installateurscode in, om de
installateursmode opnieuw te activeren. In de
verschillende menuopties is het submenu Blokken
toegevoegd.
NOOT: De indeling in blokken wordt pas
doorgevoerd bij het verlaten van de
installateursmode.
Systeemonderdelen die ingedeeld zijn in
blokken,anders dan blok 1 blijven in het
betreffende blok staan als de blokkenmode wordt
uitgeschakeld. Als de blokkenmode wordt
uitgeschakeld, dan is alleen blok 1 actief, de
overige blokken zijn buiten werking.
Systeemonderdelen die in een ander blok dan
blok 1 zijn ingedeeld zijn derhalve niet meer
beschikbaar.
NOOT: Het gedrag van de systeemonderdelen
is onvoorspelbaar, als deze
achterblijven in een ander blok dan
blok 1 terwijl de blokmode wordt
uitgeschakeld. Daarom is het
noodzakelijk om eerst de alle
systeemonderdelen terug te plaatsen in
blok 1 voordat de blokmode wordt
uitgeschakeld.
8.39.1.2 2= Logisch Schakelen
Met Logisch Schakelen wordt een voorwaarde
gesteld aan een blok, voordat deze kan
inschakelen. Het blok kan pas inschakelen als de
opgegeven blokken zijn ingeschakeld.
Druk op de [A]- -toets en de [B] toets om door de
beschikbare blokken te stappen. Druk op de [ent]-
toets om de keuze te bevestigen.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg9b.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 63: Blokken/MAX
- - Pagina 155
Op het LC-display verschijnt op de bovenste regel
de verschillende blokken. Op de onderste regel
staat onder ieder blok dat geen invloed heeft op
de voorwaarde een “-“-teken (minus). Onder ieder
blok dat voor de voorwaarde ingeschakeld moet
zijn staat een “I”. Druk op het nummer van het
blok dat ingeschakeld moet zijn voor de
voorwaarde. Onder het blok verschijnt een “I”.
Druk nogmaals op het nummer van het blok om
de keuze weer ongedaan te maken.
De GalaXy 500 heeft 16 blokken en de GalaXy
512 heeft 32 blokken; deze worden op het LC-
display in groepen van acht blokken getoond. De
groepen worden A, B, C en D genoemd (bij de
GalaXy 500 worden alleen A en B gebruikt).
Gebruik de [A]- -toets en de [B] toets om tussen de
blokken te stappen.
• Het gebruik van logisch schakelen.
Om een blok in te schakelen, waaraan een
voorwaarde is gekoppeld met de functie logisch
schakelen, moet eerst aan de
inschakelvoorwaarde worden voldaan.
Als een blok wordt ingeschakeld terwijl niet aan de
inschakelvoorwaarde wordt voldaan verschijnt er
op het LC-display de tekst “X Blokkn Niet In”,
waarbij X het aantal niet ingeschakelde blokken
voorstelt.
Druk op de [A]- -toets en de [B] toets om te kijken
welke blokken niet zijn ingeschakeld.
NOOT: De melding verschijnt niet op het LC-
display als ten minste één blok in
schakelt.
NOOT: Als er meerder blokken gelijktijdig
worden ingeschakeld, terwijl één of
meer van die blokken niet in kunnen
schakelen omdat niet aan de
inschakelvoorwaarde wordt voldaan,
dan schakelen de overige blokken in.
De blokken waarvan niet aan de
inschakelvoorwaarde wordt voldaan
schakelen niet in. Er verschijnt geen
waarschuwing op het LC-display.
8.39.1.3 3=Bloknaam
Met submenuoptie 3=Bloknaam kan een naam
gegeven worden aan de blokken.
Stap met de [A]- -toets en de [B] toets naar het blok
waarvan de naam ingevoerd of gewijzigd moet
worden. Druk op de [ent]-toets om de keuze te
bevestigen. Op het LC-display verschijnt de tekst
“Blok”, het bloknummer en, mits ingevuld, de
bloknaam. Druk nogmaals op de [ent]-toets om de
bloknaam aan te passen.
De omschijving bestaat uit maximaal 12 alfa-
numerieke karakters. De karakters kunnen
worden geselecteerd uit één van de twee
karakterreeksen of uit de woordenbibliotheek.
De omschijvingen van alle blokken zijn van de
fabriek uit niet ingevoerd. De bovenste regel van
het LC-display is in dat geval blanco.
Met de [A]- -toets en de [B] toets wordt door de
karakterreeks gestapt. Deze karakterreeks
bestaat uit hoofdletters en een aantal leestekens.
Druk op de [#]-toets om de tweede karakterreeks
op het LC- -display te tonen. Met de [A] toets en de
[B]-toets wordt weer door de karakterreeks
gestapt. De tweede karakterreeks bestaat uit
kleine letters en een aantal leestekens.
Druk op de [#]-toets op de woordenbibliotheek te
selecteren. De woorden uit de woordenbibliotheek
met de bijbehorende codes zijn weergegeven in
Apendix xxx.
Met de [A]- -toets en de [B] toets kan door de
woorden uit de woordenbibliotheek gestapt
worden.
Uit zowel de karakterreeksen als uit de
woordenbibliotheek kan, door het intoetsen van de
bijbehorende code (zie Appendix xxx) direct het
karakter of woord geselecteerd worden.
Als de bloknaam is ingevoerd, dan kan met de
[esc]-toets de invoer bewaard worden en het
submenu verlaten worden.
Alleen in het submenu bloknaam wordt de [esc]-
toets gebruikt om het submenu te verlaten terwijl
de wijziging doorgevoerd wordt.
De bloknaam wordt op het LC-display getoont als
bij de invoering het blokattribuut moet worden
opgegeven. Druk gelijktijdig op de [*]-toets en de
[#]-toets. De gegevens van het blok,inclusief de
bloknaam verschijnen op het LC-display.
Als het systeem ingeschakeld wordt met een
gebruikerscode met blokkeuze (zie menuoptie
42.6 Wijzig Codes.Blokken) dan worden de
blokgegevens ook op het LC-display getoond als
de [*]- -toets en de [#] toets gelijktijdig worden
ingedrukt.
Met de [A]- -toets en de [B] toets kan door de
beschikbare blokken gestapt worden.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg9c.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 63: Blokken/MAX
- - Pagina 156
8.39.1.4 Belangrijke aanwijzingen over
Blokken
1. Alle zones zijn van de fabriek uit ingedeeld in
blok 1.
2. Alle bediendelen, MAX lezers, gebruikerscodes
en uitgangen zijn van de fabriek uit in alle
blokken ingedeeld.
3. Deel gebruikerscodes niet in in blokken die niet
gebruikt worden. Bij inschakelen worden de
niet gebruikte blokken dan ook ingeschakeld.
4. Zones met de functie Laatste, Sleutel en
Volgzone Kunnen in meerdere blokken worden
geprogrammeerd. Zie voor aanvullende
informatie menuoptie 52 Progr Zones)
5. Uitgangen kunnen worden ingedeeld in een
willekeurig aantal blokken. De status van
blokken kan een voorwaarde vormen voor het
schakelen van een uitgang (Zie menuoptie
53.4 Progr Uitgangen.Blokken).
6. Het gedrag van de systeemonderdelen is
onvoorspelbaar, als deze achterblijven in een
ander blok dan blok 1 terwijl de blokmode
wordt uitgeschakeld. Daarom is het
noodzakelijk om eerst de alle
systeemonderdelen terug te plaatsen in blok 1
voordat de blokmode wordt uitgeschakeld.
7. De GalaXy 60, 500 en 512 staan multi-user
toegang tot het menu toe. Dit houdt in dat er
gelijktijdig op verschillende bediendelen
toegang tot het menu wordt verleend. Er
kunnen door deze functie respectievelijk 4, 8
en 16 gebruikers gelijktijdig de GalaXy
bedienen. Zie voor aanvullende informatie xxx.
8.39.2 2=MAX
In submenuoptie MAX kan de MAX mode worden
ingeschakeld. Bovendien kunnen verschillende
instellingen met betrekking tot de MAX lezers
worden geprogrammeerd. De submenuoptie wordt
gebruikt om MAX lezer toe te kennen aan het
GalaXy systeem.
Als de MAX mode is ingeschakeld, dan wordt de
GalaXy alarmmeldcentrale uitgebreid met
toegangscontrolefuncties.
Submenuoptie MAX heeft 3 onderliggende
menuopties: MAX mode, MAX adres en MAX
Parameters.
Druk op de [A]- -toets en de [B] toets om door de
opties te stappen. Druk op de [ent]-toets om de
keuze te bevestigen.
8.39.2.1 1=MAX mode
Submenuoptie 1=MAX mode schakelt alle
menuopties en functie die betrekking hebben op
de toegangscontrole in, als de MAX mode wordt
ingeschakeld. De GalaXy alarmmeldcentrale hoeft
niet, zoals bij de blokkenmode, eerst terug te
keren naar de installateursbanner.
Als de MAX mode wordt uitgeschakeld, dan
blijven de geprogrammeerde MAX functie
operationeel. Wijzigingen kunnen echter pas
doorgevoerd worden als de MAX mode weer
ingeschakeld is.
8.39.2.2 2=MAX adres
Met de submenuoptie 2=MAX adres worden de
standalone of online status en de MAX adressen
ingesteld.
Als de menuoptie wordt geselecteerd zoekt de
GalaXy naar de MAX lezer met het hoogste adres
Op de GalaXy 500 en 512 moet opgegeven
worden op welke communicatielijn gezocht moet
worden. Druk op het nummer van de
communicatielijn en druk op de [ent]-toets om de
keuze te bevestigen.
Als de GalaXy een MAX lezer gevonden heeft
verschijnt op het LC-display de tekst “Welke
mode?” Druk op de [A]- -toets en de [B] toets om
tussen de modi te stappen.
0=On-line De MAX lezer is volledig
geïntegreerd in het GalaXy
systeem, en communiceert via de
communicatielijn. De MAX lezer
wordt opgenomen in de functies
en faciliteiten van het GalaXy
systeem.
1=Standalone De MAX lezer functioneert als een
onafhankelijke module. De
GalaXy bewaakt niet de MAX
alarmen en fouten.
Een MAX lezer die als standalone module in het
systeem is opgenomen krijgt automatisch adres
32. Als de MAX lezer in on-line mode staat kan
een nieuw adres worden opgegeven.
Voer het nieuwe adres in en druk op de [ent]-
toets. Het adres blijft ongewijzigd als direct de
[ent]-toets wordt ingedrukt.
De GalaXy alarmmeldcentrale programmeert de
lezer op het LC-display verschijnt een teller die de
voortgang van het programmeren aangeeft.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg9d.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 63: Blokken/MAX
- - Pagina 157
Als de programmering is voltooit verschijnt op het
LC-display submenu 2=MAX mode. De MAX lezer
piept één maal.
8.39.2.3 3=MAX parameters
Met de submenuoptie 3=MAX parameters kunnen
de parameters van de individuele MAX lezers
worden ingesteld.
Als de menuoptie wordt gekozen verschijnt het
eerste MAX adres op het LC-display. Als er reeds
een beschrijving is toegekend aan de lezer staat
deze op de onderste regel van het LC-display.
Op de MAX lezers lichten de LED’s op die binair
het adres van de MAX lezer vormen.
Dit binaire formaat wordt op het LC-display
grafisch weergegeven als de [#]-toets wordt
ingedrukt.
Op de bovenste regel is de communicatielijn
weergegeven en correspondeerd met LED 1 en
LED 2. Op de onderste regel is het adres van de
MAX lezer weergegeven. Dit correspondeerd met
LED 3, LED 4, LED 5 en LED 6.
Comunicatielijn:
Lijn 1 on
Lijn 2 no
Lijn 3 nn
Lijn 4 oo
MAX adres:
MAX 0 oooo
MAX 1 ooon
MAX 2 oo on
MAX 3 oonn
MAX 4 o oon
MAX 5 o on n
MAX 6 o onn
MAX 7 onnn
Waarbij de LED aan wordt voorgesteld door: n
En de LED uit wordt voorgesteld door: o
Kies de gewenste MAX lezer met de [A]-toets en
de [B]- -toets en druk op de [ent] toets om de keuze
te bevestigen.
Op het LC-display verschijnt de eerste parameter,
1=Omschrijving.
Met de [A]- -toets en de [B] toets kan door de
parameters gestapt worden. De keuze wordt
bevestigd met de [ent]-toets.
8.39.2.3.1 1=Omschrijving
De omschrijving bestaat uit maximaal 12 alfa-
numerieke karakters. De karakters kunnen
worden geselecteerd uit één van de twee
karakterreeksen of uit de woordenbibliotheek.
De omschijvingen van alle MAX lezers zijn van de
fabriek uit niet ingevoerd. De bovenste regel van
het LC-display is in dat geval blanco.
Met de [A]- -toets en de [B] toets wordt door de
karakterreeks gestapt. Deze karakterreeks
bestaat uit hoofdletters en een aantal leestekens.
Druk op de [#]-toets om de tweede karakterreeks
op het LC- -display te tonen. Met de [A] toets en de
[B]-toets wordt weer door de karakterreeks
gestapt. De tweede karakterreeks bestaat uit
kleine letters en een aantal leestekens.
Druk op de [#]-toets op de woordenbibliotheek te
selecteren. De woorden uit de woordenbibliotheek
met de bijbehorende codes zijn weergegeven in
Apendix xxx.
Met de [A]- -toets en de [B] toets kan door de
woorden uit de woordenbibliotheek gestapt
worden.
Uit zowel de karakterreeksen als uit de
woordenbibliotheek kan, door het intoetsen van de
bijbehorende code (zie Appendix xxx) direct het
karakter of woord geselecteerd worden.
Als de MAX lezer omschrijving is ingevoerd, dan
kan met de [esc]-toets de invoer bewaard worden
en het submenu verlaten worden.
Alleen in het submenu Omschrijving wordt de
[esc]-toets gebruikt om het submenu te verlaten
terwijl de wijziging doorgevoerd wordt.
8.39.2.3.2 2=Relaistijd
In submenuoptie 2=Relais tijd wordt de periode
opgegeven dat het MAX relais is bekrachtigd na
het lezen van een geldige kaart, of het gebruik van
de uitloopknop.
Het MAX relais is bedoeld om een deurslot mee te
besturen. Derhalve is de deur ontgrendeld tijdens
de relaistijd.
Het MAX relais valt weer af als de Relaistijd is
verstreken of als de maximale deur open tijd is
verstreken (submenuoptie 3).
Als de submenuoptie wordt geselecteerd
verschijnt de ingestelde tijd op het LC-display. De
door de fabriek ingestelde tijd is 5 sec.. De tijd
moet liggen tussen de 3 en 60 sec.. Voer de tijd in
en druk op de [ent]-toets om de invoer te
bevestigen.
8.39.2.3.3 Maximale deur open tijd
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg9e.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 63: Blokken/MAX
- - Pagina 158
De Maximale deur open tijd is de periode dat de
deur, na opensturing, maximaal open mag blijven
staan. Als de deur langer open blijft dan de
ingestelde periode wordt er een alarm
gegenereerd.
NOOT: Als de Maximale deur open tijd wordt
ingesteld op 0 sec., dan kan de deur,
na opensturing, open blijven staan
zonder dat er een alarm wordt
gegenereerd.
Als de submenuoptie wordt geselecteerd
verschijnt de ingestelde tijd op het LC-display. De
door de fabriek ingestelde tijd is 5 seconden. De
tijd moet liggen tussen de 3 en 60 seconden of 0
sec.. Voer de tijd in en druk op de [ent]-toets om
de invoer te bevestigen.
8.39.2.3.4 Blokken (niet op GalaXy 8)
Iedere MAX lezer kan worden ingedeeld in één of
meer blokken, mits menuoptie 63.1.1 Optie
BLK/MAX.Blokken.Blokmode is ingeschakeld.
De MAX lezer reageert alleen op MAX kaarten als
de kaart en de lezer blokken gemeenschappelijk
hebben.
Van de fabriek uit zijn alle blokken toegekend aan
de MAX lezer. Druk op het nummer van het blok
dan niet moet worden toegekend aan MAX lezer.
Het nummer verdwijnt van het LC-display. Druk
nogmaals op het nummer om het blok opnieuw te
selecteren.
De GalaXy 500 heeft 16 blokken en de GalaXy
512 heeft 32 blokken; deze worden op het LC-
display in groepen van acht blokken getoond. De
groepen worden A, B, C en D genoemd (bij de
GalaXy 500 worden alleen A en B gebruikt).
Gebruik de [A]- -toets en de [B] toets om tussen de
groepen A, B, C en D te schakelen.
Druk op de [ent]-toets om de selectie te
bevestigen.
• Bediendeel blokrestriktie
Als tijdens het toekennen van de blokken aan de
MAX lezer op de [*]-toets wordt gedrukt, dan is de
MAX lezer blokrestriktie ingeschakeld. Dit houdt in
dat gebruikers alleen controle hebben over de
blokken die hun kaart gemeenschappelijk heeft
met de betreffende MAX lezer.
Zie ook xxx voor aanvullende informatie over
kaarten en blokken.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bg9f.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 64: Assemble Zone
- - Pagina 159
8.40 Menuoptie 64: Assemble Zone (GalaXy
60, 500 en 512)
Met Menuoptie 64 Assemble zone wordt een
eigen zonefunctie samengesteld. De optie voorziet
in de mogelijkheid om twee zonefuncties te
maken, Custom A en Custom B.
Alle zones met de functie 33 Custom A gedragen
zich volgens de functie die is geprogrammeerd
onder Custom A. Alle zones met de functie 34
Custom B gedragen zich volgens de functie die is
geprogrammeerd onder Custom B.
Zie voor het programmeren van de zones xxx.
• Het programmeren van een zonefunctie.
Door de flexibiliteit van de functie is het belangrijk
dat de installateur vooraf bepaald hoe de
zonefunctie moet werken. Een gedegen kennis
van het GalaXy systeem vereenvoudigd het
programmeren van de Custom A en B
zonefunctie.
De programmering van zonefunctie Custom A en
Custom B is gelijk aan elkaar.
Het samenstellen van de zonefunctie gebeurt in
vier stappen.
1. Het vaststellen van de te activeren
uitgangsfuncties.
2. Het vaststellen van de status van het systeem
waaronder de functie operationeel is.
3. Het vaststellen van de invloed op het in- en
uitschakelen van het GalaXy systeem.
4. Het vaststellen van het registreren in het
systeemgeheugen.
Tabel 0 17- geeft een overzicht van de
menustructuur van menuoptie 64 Assemble
Zones.
Tabel 0 17- : Menustructuur Assemble Zones
1=Uitgangen Uitgangsfunctie Niet actief
Nachtstand
Dagstand
Altijd/24 uur
• [A]- -toets] toets en
[B]-toets selecteert
uitgangsfunctie;
• [#]-toets stapt door
systeemstatus;
• [esc]-toets slaat
programmering op.
2=Status 1=Dagstand Niet actief
Alarm
• [#]-toets stapt door
status
2=In/Uitgang Niet actief
Alarm
• [esc]-toets slaat
programmering op
3=Deelbeveiligd Niet actief
Alarm
4=Nachstand Niet actief
Alarm
3=Inschakelen 1=Start Inschakelen Niet actief
Actief
• [#]-toets stapt door
status
2=Start ingangstijd Niet actief
Actief
• [esc]-toets slaat
programmering op
3=Schakelt in Niet actief
Actief
4=Geheugen Niet actief
In/Uitgangstijd
Aktief/24 uur
Alleen alarm
• [#]-toets stapt door
status;
• [esc]-toets slaat
programmering op
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bga0.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 64: Assemble Zone
- - Pagina 160
1=Uitgangen
Iedere uitgangsfunctie kan worden toegekend aan
de custom zonefunctie.
Bij iedere uitgangsfunctie wordt opgegeven in
welke systeemstatus de custom zonefunctie de
uitgangsfunctie activeert.
Niet actief De uitgangsfunctie wordt niet
geactiveerd door de custom
zonefunctie.
Nachtstand De uitgangsfunctie wordt alleen in
de nachtstand geactiveerd door
de custom zonefunctie.
Dagstand De uitgangsfunctie wordt alleen in
de dagstand geactiveerd door de
custom zonefunctie.
Altijd/24 uur De uitgangsfunctie wordt zowel in
de dagstand als de nachtstand
geactiveerd door de custom
zonefunctie.
Als attribuut Uitgangen wordt geselecteerd, dan
verschijnt de eerste uitgangsfunctie op het LC-
display. Met de [A]- -toets en [B] toets kan door de
uitgangsfuncties gestapt worden. Met de [#]-toets
wordt door de systeemstatussen gestapt.
Aan de custom zonefunctie kunnen meerdere
uitgangsfuncties worden toegekend. Afhankelijk
van de ingestelde systeemstatus activeert de
custom zonefunctie alle toegekende
uitgangsfuncties.
8.40.2 2=Status
Het statusattribuut bepaalt wanneer de custom
zonefunctie actief is. Per systeemstatus wordt
opgegeven of de custom zonefunctie actief is.
Een activatie van de custom zonefunctie
genereert bij attribuut:
Dagstand een alarm als het systeem in de
dagstand staat.
In/Uitgangstijd een alarm tijdens de in- of
uitschakelprocedure.
Deelbeveiligd een alarm als het systeem
deelbeveiligd is ingeschakeld.
Nachtstand een alarm als het systeem
volledig is ingeschakeld.
Van de fabriek uit staat het attribuut voor iedere
systeemstatus op “Niet Actief”.
Met de [A]- -toets en de [B] toets kan door de
systeemstatussen gestapt worden. Met de [#]-
toets wordt het attribuut voor de betreffende
systeemstatus in- en uitgeschakeld.
Druk op de [esc]-toets om de programmering op
te slaan en het submenu te verlaten.
De custom zonefunctie kan gelijktijdig actief zijn in
alle vier de systeemstatussen.
Het resetniveau van het alarm is bepaald in
menuoptie 51.6 Parameters.Alarmreset.
8.40.3 3=Inschakelen
Met het attribuut Inschakelen wordt de invloed van
de custom zonefunctie op de in- en
uitschakelprocedure bepaald.
Start Inschakelen de activatie van custom
zonefunctie start de
inschakelprocedure.
Start Ingangstijd de activatie van custom
zonefunctie start de
uitschakelprocedure.
Schakelt in de activatie van custom
zonefunctie beëindigd de
uitgangstijd en schakelt
het systeem direct in.
Van de fabriek uit staat het attribuut voor ieder
procedureonderdeel op “Niet Actief”.
Met de [A]- -toets en de [B] toets kan door de
procedureonderdelen gestapt worden. Met de [#]-
toets wordt het attribuut voor de betreffende
procedureonderdeel in- en uitgeschakeld.
Druk op de [esc]-toets om de programmering op
te slaan en het submenu te verlaten.
Alle drie de procedureonderdelen kunnen voor de
custom zonefunctie gelijktijdig op actief worden
ingesteld. Het is echter niet raadzaam op
procedureonderdeel Start Inschakelen en
Schakelt In beide actief te maken.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bga1.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 64: Assemble Zone
- - Pagina 161
8.40.4 4=Geheugen
Met het attribuut Geheugen wordt bepaald
wanneer een activatie van de custom zone functie
in het systeemgeheugen wordt geregistreerd.
Niet actief de activatie wordt niet
geregistreerd.
In/Uitgangstijd de activatie wordt alleen tijdens de
in- en uitschakelprocedure
geregistreerd.
Aktief/24 uur de activatie wordt altijd
geregistreerd
Alleen alarm de activatie wordt alleen
geregistreerd als de activatie een
alarm tot gevolg heeft.
Het openen en sluiten van een zone met de
custom zonefunctie wordt in het
systeemgeheugen geregistreerd met
respectievelijk een “+”- -“-teken (plus) en een “
teken (minus).
Met de [#]-toets wordt één van de opties
geselecteerd. Druk op de [esc]-toets om de
selectie te bewaren en het submenu te verlaten.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bga2.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 65: Klok
- - Pagina 162
8.41 Menuoptie 65: Klok
In de GalaXy 60, 500 en 512 is een schakelklok
geïntegreerd, waarin tot 20 tijden over een periode
van 7 dagen kunnen worden geprogrammeerd.
De ingestelde tijden kunnen een tijdzone vormen
voor codes en MAX kaarten (zie menuoptie 42.1.4
Wijzig Codes.Gebr Codes.Tijdzone) De tijden
kunnen ook een in- of uitschakelvoorwaarde voor
het systeem vormen. Op de GalaXy 500 en 512
kan de klok het systeem automatisch inschakelen.
In Xxx is de menustructuur van menuoptie 65 Klok
weergegeven.
1=Klok A 1=Klokstatus 0=Uit
1=AAN
2=Tijd • [A]- -toets en [B] toets selecteert schakeltijd
• [ent]-toets bevestigs keuze
• [A]- -toets en [B] toets kiest dag van de week
• [#]-toets schakelt AAN/UIT
• 0-9 voert tijd in
• [*]-toets wist schakeltijd
Maximaal 20 schakeltijden
2=Klok B 1=Klokstatus 0=Uit
1=AAN
2=Tijd • [A]- -toets en [B] toets selecteert schakeltijd
• [ent]-toets bevestigs keuze
• [A]- -toets en [B] toets kiest dag van de week
• [#]-toets schakelt AAN/UIT
• 0-9 voert tijd in
• [*]-toets wist schakeltijd
Maximaal 20 schakeltijden
3=Autoset Kies blok 1=Autoset status 0=Uit
1=Aan
2=Monitor
2=Vooralarm 0-50 minuten
3=Verleng 0=400 minuten
4=Georceerd (G500) 0=Uit
1=Aan
5=Autoset geheugen • [A]- -toets en [B] toets selecteert schakeltijd
• [ent]-toets bevestigs keuze
• [A]- -toets en [B] toets kiest dag van de week
• [#]-toets schakelt AAN/UIT
• 0-9 voert tijd in
• [*]-toets wist schakeltijd
6=Lockout status 0=Uit
1=Aan
7=Lockout geheugen • [A]- -toets en [B] toets selecteert schakeltijd
• [ent]-toets bevestigt keuze
• [A]- -toets en [B] toets kiest dag van de week
• [#]-toets schakelt AAN/UIT
• 0-9 voert tijd in
• [*]-toets wist schakeltijd
Tabel 0 18- : Menustructuur Klok
8.41.1 Het programmeren van de klok
1. Kies menuoptie 65 en druk op de [ent]-toets.
Op het LC-display verschijnt de tekst “1=Klok
A”.
2. Druk op de [ent]-toets om Klok A te
programmeren. Druk op de [A]-toets om Klok B
te selecteren, druk op de [ent]-toets om de
keuze te bevestigen. Op het LC-display
verschijnt de tekst “1=Timer Status”.
3. Druk op de [ent]-toets om de timerstatus in te
stellen. Op het LC-display verschijnt de tekst
“0=Uit” of “1=Aan”. Druk op de [1]-toets om de
Klok in te schakelen en bevestig de keuze met
de [ent]-toets.
4. Op het LC-display verschijnt de tekst “1=Klok
Status”. Druk op de [2]-toets om de
schakeltijden in te voeren. Bevestig de keuze
met de [ent]- -toets. Op het LC display verschijnt
op de bovenste regel de eerste schakeltijd van
de week. Als er nog geen schakeltijden zijn
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bga3.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 65: Klok
- - Pagina 163
geprogrammeerd verschijnen er op de
bovenste regel alleen “*”-tekens (asteriks).
5. Als een reeds ingevoerde schakeltijd gewijzigd
moet worden zet deze schakeltijd dan met de
[A]- -toets of de [B] toets op de bovenste regel.
Zet bij een nieuw in te voeren schakeltijd de
regel met de “*”- -tekens (asterisken) met de [A]
toets en de [B]-toets op de bovenste regel.
6. Druk op de [ent]-toets om de schakeltijd, die op
de bovenste regel van het LC-display is
getoond, in te voeren of aan te passen.
7. Gebruik de [A]- -toets en de [B] toets om de dag
van de week in te stellen
8. Gebruik de [#]- -toets om een “AAN” schakeltijd
of een ”UIT”-schakeltijd te programmeren.
9. Gebruik de numerieke toetsen [0]-[9] om het
schakeltijdstip in te voeren (24 uursklok).
10. Druk op de [ent]-toets op de programmering te
bewaren.
11. Verlaat de menuoptie 65 Klok met de [esc]-
toets of ga naar punt 5 om de volgende
schakeltijd in te voeren of aan te passen.
Als de klokstatus is ingesteld op 1=Aan, dan kan
de betreffende klok worden gebruikt om de
gelijknamige uitgangsfunctie te schakelen. De
uitgangsfunctie wordt geactiveerd op de “AAN”-
schakeltijden en valt af op de “UIT”-schakeltijden.
Gebruikerscodes en MAX kaarten zijn geldig
tussen de “UIT”- -schakeltijd en de “AAN”
schakeltijd.
De gebruiker kan de klokstatus aan- en
uitschakelen in menuoptie 45 Klok Aan/Uit.
8.41.2 Autoset (GalaXy 500 en 512)
De autosetoptie is beschikbaar op de GalaXy 500
en 512. De GalaXy 500 kan automatisch
individuele blokken in- en uitschakelen op
ingestelde tijden.
De GalaXy 512 kan, als high security centrale kan
wel geprogrammeerd worden om automatisch in
te schakelen, maar kan niet automatisch
uitschakelen.
Ieder blok kan worden gerogrammeerd met 20
schakeltijden over een periode van 7 dagen.
Op de GalaXy 500 kunnen de schakeltijden
willekeurig als “AAN”- -schakeltijden en “UIT”
schakeltijden worden geprogrammeerd. Op de
GalaXy 512 zijn de schakeltijden vast gedefinieerd
als “AAN” -schakeltijden.
Als de GalaXy centrale automatisch wordt
ingeschakeld door de autoset functie, dan worden
de uitgangen met de functie 49 Autoset en 9
Ingeschakeld geactiveerd.
Als op deGalaxy 512 menuoptie 51.24
Parameters.Uitwijkalarm is ingeschakeld
veroorzaakt een geopende zone tijdens de autoset
procedure een volledig alarm.
Is menuoptie 51.24 Parameters.Uitwijkalarm
uitgeschakeld dan klinkt de E/E signalering als
een zone open staat. Blijft de zone(s) open staan,
dan worden de uitgangen met de functie 40 Niet
Ingeschakeld geactiveerd na de ingestelde
periode in parameter 35 Niet Ingeschakeld
(menuoptie 51 Parameters).
• Autoset programmeren
Als de blokkenmode is ingeschakeld (menuoptie
31.1.1 Optie BLK/MAX.Blokken.Blokkenmode)
dan verschijnt het eerste blok op het LC-display.
Stap met de [A]- -toets en de [B] toets naar het
gewenste blok, druk op de [ent]-toets om de keuze
te bevestigen.
De GalaXy 500 heeft 16 blokken en de GalaXy
512 heeft 32 blokken; deze worden op het LC-
display in groepen van acht blokken getoond. De
groepen worden A, B, C en D genoemd (bij de
GalaXy 500 worden alleen A en B gebruikt).
Het programmeren van de autoset vindt plaats in
vijf stappen:
8.41.2.1 1= Autoset status
0=Uit De autoset functie uitgeschakeld.
1=Aan De autoset functie is ingeschakeld
2= Monitor Het in en uitschakelen van het
blok wordt bewaakt.
• Als het blok niet vóór de
“AAN”-schakeltijd is
ingeschakeld, dan worden de
uitgangen met de functie 46
Laat Ingeschakeld geactiveerd.
• Als het blok wordt
uitgeschakeld vóór de “UIT”-
schakeltijd, dan worden de
uitgangen met de functie 47
Vroeg Uit geactiveerd.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bga4.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 65: Klok
- - Pagina 164
8.41.2.2 2=Vooralarm
De vooralarm periode kan worden ingesteld
tussen de 0 en 50 min. en gaat direct aan de
automatische inschakeling vooraf. De periode is
bedoeld om de gebruikers te waarschuwen dat het
systeem automatisch gaat inschakelen.
Gedurende de Vooralarm-periode zijn de
uitgangen met de functie 48 Vooralarm continu
geactiveerd. De uitgangsfunctie is pulsend
geactiveerd als verlenging niet mogelijk is.
Aan het einde van het vooralarm vangt de
automatische inschakelprocedure aan.
NOOT: Als tijdens het vooralarm op de [esc]-
toets wordt gedrukt, dan begint het
aftellen van de ingestelde Vooralarm
periode opnieuw.
8.41.2.3 3=Verlenging
De verlenging is de periode dat de automatische
inschakelprocedure wordt vertraagd na het
intoetsen van een geldige code tijdens de
vooralarm periode. In ieder blok kan een
verlenging worden ingesteld van 0 tot 400
minuten.
Op de GalaXy 500 kan de Verlenging
ongelimiteerd worden aangevraagd.
In menuoptie 45.4 Klok Aan/Uit.Laat Werk wordt
de volmacht gegeven om een verlenging aan te
vragen tijdens het vooralarm. Als deze optie is
uitgeschakeld kan er geen verlenging worden
aangevraagd.
Verlenging kan ook niet meer aangevraagd
worden als de automatische inschakelprocedure is
gestart.
Op de GalaXy 512 kan na 23.00 uur geen
verlenging meer worden aangevraagd.
8.41.2.4 4=Geforceerd
De submenuoptie 4=Geforceerd is alleen
beschikbaar op de GalaXy 500.
Als submenuoptie 4=Geforceerd is ingesteld op
1=Aan, dan zullen alle zones, die tijdens de
automatische inschakelprocedure open staan,
overbrugd worden, ongeacht de instelling van het
attribuut Overbrugbaar van de betreffende zone.
Zones met een vertraagde functie (zoals laatste,
volg, etc) worden niet overbrugd.
Als een zone met een vertraagde functie open
staat, en niet overbrugbaar is, dan worden de
uitgangen met de functie 40 Niet Ingeschakeld
aangestuurd, na de ingestelde periode in
parameter 35 Niet Ingeschakeld (menuoptie 51).
Tevens wordt er een volledig alarm gegenereerd.
8.41.2.5 Autoset geheugen
In het Autoset geheugen worden de automatische
in- en uitschakeltijden geprogrammerd.
Als de submenuoptie geselecteerd wordt
verschijnt op de bovenste regel van het LC-display
de eerste schakeltijd. Als er nog geen tijden zijn
ingevoerd, dan staat op de bovenste regel alleen
“*”-tekens (asteriks).
Met de [A]- -toets en de [B] toets kan door de
geprogrammeerde schakeltijden gestapt worden.
Druk op de [ent]-toets als de te wijzigen
schakeltijd op de bovenste regel staat (of de regel
met de “*”-tekens (asteriks)).
* Wist de schakeltijd
A of B Stelt de dag van de week in
# Stelt de schakeltijd in op in- of
uitschakeltijd (Vast op AAN op de GalaXy
512).
0 9- Stelt de tijd in (24 uur formaat)
Druk op de [ent]-toets om de instelling te bewaren.
8.41.2.6 Lockout status (GalaXy 512)
Ieder blok kan worden gerogrammeerd met 20
Lockouttijden over een periode van 7 dagen.
De Lockouttijden kunnen willekeurig als “AAN”-
tijden en “UIT”-tijden worden geprogrammeerd.
Als Lockout wordt toegekend aan een blok, dan
wordt het blok uitgsloten op de Lockout “AAN”-tijd,
of als het blok wordt ingeschakeld, afhankelijk van
wat het eerste plaatsvindt.
Als een blok is uitgesloten kan deze niet worden
uitgeschakeld. Alleen als er een alarm plaats vindt
kan een uitgesloten blok worden uitgeschakeld.
Als een blok is uitgesloten, dan zijn de uitgangen
met de functie 70 Lock Out geactiveerd. Op het
LC-display verschijnt een “L” onder de uitgesloten
blokken als het blokstatus scherm wordt getoond.
Een geldige code met niveau 2 of hoger kan het
alarm opheffen en resetten als het betreffende
blok is uitgesloten, mits de code is toegekend aan
het blok.
Een blok kan alleen worden uitgeschakeld na de
Lockout “UIT”-tijd. Als er geen Lockouttijden zijn
toegekend aan een blok kan het altijd
uitgeschakeld worden met een geldige code.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bga5.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 65: Klok
- - Pagina 165
Het gebruik van codes wordt niet beïnvloed door
de Lockouttijden, en kunnen worden gebruikt om
toegang te verschaffen tot het GalaXy menu.
Naast de lockout status moeten de lockouttijden
worden geprogrammeerd.
8.41.2.7 Lockout geheugen
In het Lockout geheugen worden de lockout in- en
uitschakeltijden geprogrammerd.
Als de submenuoptie geselecteerd wordt
verschijnt op de bovenste regel van het LC-display
de eerste schakeltijd. Als er nog geen tijden zijn
ingevoerd, dan staat op de bovenste regel alleen
“*”-tekens (Asterisken).
Met de [A]- -toets en de [B] toets kan door de
geprogrammeerde schakeltijden gestapt worden.
Druk op de [ent]-toets als de te wijzigen
schakeltijd op de bovenste regel staat (of de regel
met de “*”-tekens (asteriks)).
* Wist de schakeltijd
A of B Stelt de dag van de week in
# Stelt de schakeltijd in op in- of
uitschakeltijd
0 9- Stelt de tijd in (24 uur formaat)
Druk op de [ent]-toets om de instelling te bewaren.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bga6.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 66: Zonecontrole
- - Pagina 166
8.42 Menuoptie 66: Zonecontrole
Met de menuoptie 66 Zonecontrole is een functie
die de gebruiker waarschuwt als een zone niet
goed functioneert. Een activatie van de ingestelde
zones moet tijdens de dagstand minimaal één
keer door de GalaXy alarmmeldcentrale
geregistreerd zijn. Bij het inschakelen wordt de
gebruiker daar omtrent geïnformeerd.
NOOT: Zonecontrole is tijdens de
installateursmode niet operationeel.
Bij het inschakelen van zonecontrole moeten twee
instellingen worden gedaan. De mode moet
ingesteld worden en er moet opgegeven worden
welke zones in de zonecontrole worden
opgenomen.
Bij het activeren van de menuoptie verschijnen de
twee instellingen op het LC-display “1=Mode;
2=Selecteer Zone”.
8.42.1 1=Mode
Druk op de [1]-toets om de mode in te stellen. Met
de mode wordt het niveau van de te nemen actie
bepaald waaraan de zones worden onderworpen
voordat het systeem kan inschakelen.
1=Uitgeschakeld (standaard) De
zonecontrole is
uitgeschakeld. Zelfs als er
zones zijn geselecteerd,
wordt er geen
zonecontrole uitgevoerd.
2=Waarschuwing Als het systeem wordt
ingeschakeld, dan wordt
de gebruiker gïnformeerd
over het aantal zones dat
niet is geactiveerd sinds
het systeem de laatste
keer werd uitgeschakeld.
Door op de [A]-toets en
[B]-toets toets te drukken
kan de gebruiker bekijken
welke zones het betreft.
De zones hoeven niet
alsnog geactiveerd
worden, voordat er
ingeschakeld kan worden.
3=Auto test Als het systeem wordt
ingeschakeld, dan wordt
de gebruiker gïnformeerd
over het aantal zones dat
niet is geactiveerd sinds
het systeem de laatste
keer werd uitgeschakeld.
Door op de [A]-toets en
[B]-toets toets te drukken
kan de gebruiker bekijken
welke zones het betreft.
De zones moeten alsnog
geactiveerd worden,
voordat er ingeschakeld
kan worden.
4=Geforceerd Op het LC-display
verschijnt tijdens de
inschakelprocedure het
aantal zones dat in de
zonecontrole is
opgenomen. Door op de
[A]- -toets en de [B] toets te
drukken kan de gebruiker
bekijken welke zones het
betreft. Alle zones die in
de zonecontrole zijn
opgenomen moeten een
keer geactiveerd worden
voordat het systeem kan
inschakelen.
• Het testen van een zone.
De E/E signalering klinkt als een zone wordt
getest. De zone moet geopend èn gesloten
worden, voordat de GalaXy alarmmeldcentrale de
zone als getest beschouwd. Als alle zones zijn
getest klint de E/E/ signalering twee maal. Op het
LC-display verschijnt de tekst “0 Kontrole Zones;
ent=Inschakelen”. Druk op de [ent]-toets om de
inschakelprocedure voort te zetten.
Met de [esc]-toets wordt de inschakelprocedure
afgebroken. De geteste zones blijven echter als
geteste zones bewaard. Wordt het systeem
alsnog ingeschakeld verschijnen de reeds geteste
zones niet op het LC-display.
8.42.2 2= Selecteer Zones
Druk op de [2]-toets om de te controleren zones te
selecteren.
Op het LC-display verschijnt de eerste zone. Met
de [A]- -toets en de [B] toets kan naar de te
selecteren zones gestapt worden. Door direct het
zoneadres in te toetsen verschijnt de zone ook op
het LC-display.
Op de onderste regel van het LC-display staat de
tekst “#=Kontrole” bij de te selecteren zones. Bij
zones die reeds geselecteerd zijn staat de tekst
“In Kontrole”. Druk op de [#]-toets om de getoonde
zone in de zonecontrole op te nemen. Druk
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bga7.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 66: Zonecontrole
- - Pagina 167
nogmaals op de getoonde zone om de selectie
weer ongedaan te maken.
Selecteer op de hierboven omschreven wijze alle
zones die in de zonecontrole moeten worden
opgenomen. Druk op de [esc]-toets om de selectie
te bevestigen.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bga8.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 67: Remote Reset
- - Pagina 168
8.43 Menuoptie 67: Remote Reset
Als de Remote Reset optie is ingesteld, dan is het
mogelijk om een gebruiker een installateursreset
te laten uitvoeren. De gebruiker heeft hiervoor een
volmacht van de PAC nodig.
Als er een alarm voordoet dat een
installateursreset nodig heeft, dan verschijnt er op
het LC-display een code. (“Bel Installateur; Code
is XXXX”.) Deze code meldt de gebruiker aan de
PAC. De PAC decodeert de kode, dit levert de
installateurscode op. Met deze installateurscode
wordt de GalaXy gereset. De originele
instalateurscode en de remote code kunnen de
GalaXy alarmmeldcentrale ook resetten.
De Remote Reset optie genereerd een willekeurig
nummer. De PAC heeft decodeer apparatuur
nodig om deze willekeurige code om te zetten
naar een tijdelijke code op niveau 7 (installateur).
De Remote reset optie kent verschilende
codeer/decodeermethodes. De GalaXy moet
ingesteld worden op één van de methodes, die
wordt bepaald door de beschikbare decodeer
apparatuur.
0=Uit De Remote Reset optie is
uitgeschakeld
1=SMS Southern Monitoring Service.
Levert een 4 cijferig code op.
2=Technistore Levert een 5 cijferige code op. Bij
het instellen moet een drie
cijferige klantcode (0-255) worden
opgegeven.
3=Microtech Levert een 6 cijferige code op. Bij
het instellen moet een vier
cijferige klantcode worden
opgegeven.
NOOT: De klantcode die wordt gebruikt bij de
Technistore en Microtech methode
moeten worden overlegd met de PAC.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bga9.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Menuoptie 68: Menu Niveau
- - Pagina 169
8.44 Menuoptie 68: Menu Niveau
Aan iedere menuoptie is een niveau toegekend.
Aan iedere code in het systeem is ook een niveau
toegekend (zie menuoptie 42.1.2 Wijzig
Codes.Gebr Codes.Nivo) Met de niveaus kunnen
de gebruikers worden afgeschermd van bepaalde
menuopties.
Met menuoptie Menu Niveau wordt het niveau van
de menuopties ingesteld.
Iedere menuoptie kan worden ingesteld op een
niveau tussen de 3 en de 6.
Als de menuoptie wordt geselecteerd, verschijnt
de eerste menuoptie op de onderste regel van het
LC-display. Op de bovenste regel staan de
toegekende niveaus voor de betreffende
menuoptie. Met de [A]- -toets en de [B] toets kan
door de menuopties gestapt worden. Door direct
het nummer van de menuoptie in te toetsen kan
ook een menuoptie geselecteerd worden. Druk op
de [ent]-toets om de selectie te bevestigen.
Op de onderste regel van het LC-display worden
de reeds ingestelde niveaus overgenomen.
Druk op de nummers van de niveaus die
toegekend moeten worden aan de geselecteerde
menuoptie. Het niveau verschijnt op de onderste
regel. Druk nogmaals op het nummer van het
niveau om de keuze ongedaan te maken.
Het niveau verandert weer in een “-”-teken
(minus).
Druk op de [ent]-toets om de invoer te bevestigen.
Menuoptie 42 Wijzig Codes kan worden
toegekend aan een lager niveau. Codes met dat
lagere niveau kunnen dan andere codes wijzigen
en aanmaken. Doch alleen andere codes die op
een gelijk of lager niveau worden ingesteld dan
het niveau van de eigen code.
Een code met niveau 3 kan dus alleen codes op
niveau 1,2 en 3 aanmaken en wijzigen.
Zie menuoptie 42 Wijzig Codes voor informatie
over het wijzigen van codes.
NOOT: Aan menuoptie 49 Tijdslot en
menuoptie 68 Menu Niveau kunnen
geen andere niveaus worden
toegekend dan het reeds ingestelde
niveau.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bgaa.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Appendix A: Bibliotheek
- - Pagina 170
Alfanumerieke karakterreeks
Nummer Karakter
00 0
01 1
02 2
03 3
04 4
05 5
06 6
07 7
08 8
09 9
10 spatie
11 Å
Nummer Karakter
12 Ä
13 A
14 Æ
15 B
16 C
17 D
18 E
19 F
20 G
21 spatie
22 H
23 I
Nummer Karakter
24 J
25 K
26 L
27 M
28 N
29 Ø
30 Ö
31 O
32 spatie
33 P
34 Q
35 R
Nummer Karakter
36 S
37 T
38 U
39 Ü
40 V
41 W
42 X
43 spatie
44 Y
45 Z
46 .
47 ,
Nummer Karakter
48 /
49 -
50 +
51 &
52 (
53 )
54 spatie
Bibliotheek
Nr. Omschrijving
001 ADMIN.
002 AFDELING
003 BENEDEN
004 BINNEN
005 BM
006 BOEKHOUDING
007 BOVEN
008 C.V.RUIMTE
009 DAMES
010 DETEKTOR
011 DEUR
012 DIREKTIE
013 ENTREE
014 FABRIEK
015 GARAGE
016 GLASBREUKM.
017 HAL
018 HEREN
019 INGANG
020 INKOOP
021 KAMER
022 KANTOOR
023 KELDER
024 KLUISRUIMTE
025 LINKS
026 MAGAZIJN
027 MAGN. KONTAKT
028 MK
029 MK METERKAST
030 MK RAAM
031 PIR
032 RECEPTIE
033 RECHTS
034 RESTAURANT
035 SLAAPKAMER
036 SPREEKKAMER
037 TOILET
038 VERDIEPING
039 VERKOOP
040 WERKPLAATS
041 WINKEL
042 WOONKAMER
043 AANVAL
044 AARDE
045 AARDR.KNDE
046 ACHT
047 ACHTER
048 ACHTERKANT
049 ACHTTIEN
050 AFDRUK
051 AFGELEGEN
052 AFSTAND
053 AIRCO
054 ACOUSTISCH
055 AKTIEF
056 ALARM
Nr. Omschrijving
057 AMBTENAAR
058 AMEUBLEM
059 ANGST
060 ANTWOORDAPP
061 APPARTEMENT
062 ARENA
063 ASSURANTIE
064 AUTO
065 AUTOMATISCH
066 BAAI
067 BAD
068 BADKAMER
069 BAGAGE
070 BAKKERIJ
071 BALKON
072 BANK
073 BANKIER
074 BAR
075 BEDEKKING
076 BEDIENDE
077 BEDIENDEEL
078 BEDRIJFSL.
079 BESTAAN
080 BEVEILIGING
081 BEWAKER
082 BEWAKING
083 BEWARING
084 BEWEGING
085 BEZEM
086 BIBLIOTHEEK
087 BINNENPLAATS
088 BIOLOGIE
089 BLOK
090 BODEM
091 BOERDERIJ
092 BOILER
093 BOODSCHAP
094 BOUWGROND
095 BOUWKEET
096 BRAND
097 BRANDWEER
098 BUITENKANT
099 BUREAU
100 BIJGEBOUW
101 CAFE
102 CENTRAAL
103 CENTRUM
104 CIRCULATIE
105 COMPUTER
106 CONFERENTIE
107 CONSERVATOR.
108 CONTAINER
109 DAKKAPEL
110 DIAMANT
111 DIER
112 DANSZAAL
Nr. Omschrijving
113 DEURBEL
114 DOOS
115 DERTIEN
116 DERTIG
117 DRIE
118 DONKEREKAMER
119DATUM
120 DAGSTAND
121 DICHTBIJ
122 DIEPTE
123 DIREKTEUR
124 DAK
125 DRUK
126 DUBBEL
127 DRAAIDEUR
128 DRANKEN
129 DRUGS
130 DOUCHE
131 EETZAAL
132 ELEKTRISCH
133 ELEKTROMAN
134 EIND
135 EXPORT
136 EXTERN
137 EERSTE
138 EERSTEHULP
139 EHBO
140 EEN
141 FILIAAL
142 FLAT
143 FONTEIN
144 FRANS
145 FAMILIE
146 FLITSLICHT
147 GEWELF
148 GEBIED
149 GEBOUW
150 GANG
151 GEVANGENIS
152 GEREEDSCHAP
153 GLAS
154 GOUD
155 GOEDEREN
156 GROOT
157 GEBRUIKEN
158 GRADEN
159 GROND
160 GROEP
161 GESCHIEDENIS
162 GRASVELD
163 GRILL
164 GELDLADE
165 GENEESKUNDE
166 GELUID
167 HELPER
168 HOEK
Nr. Omschrijving
169 HANDEL
170 HOND
171 HEK
172 HAND
173 HANGAR
174 HOOFD
175 HOOG
176 HUIS
177 HEET
178 HET
179 HOUDEN
180 HARD
181 HUT
182 HANDMELDER
183 IJS
184 IN
185 INDUSTRIEEL
186 INFORMATIE
187 INFRAROOD
188 INSTRUKTIE
189 INTERIEUR
190 IJZER
191 ISOLATIE
192 INSTALLATIE
193 KUNST
194 KOLENHOK
195 KABINET
196 KEUKEN
197 KANTINE
198 KONTAKT
199 KASSA
200 KWALITEIT
201 KASSIER
202 KLUIS
203 KLEIN
204 KAMER
205 KERK
206 KLASLOKAAL
207 KINDERKAMER
208 KOUD
209 KORT
210 KAARTJE
211 KOFFIE
212 KOELKAST
213 LICHAAM
214 LOOD
215 LANGS
216 LOODGIETER
217 LOGBOEK
218 LEZER
219 LABORATORIUM
220 LANDEN
221 LOPENDEBAND
222 LAATSTE
223 LEESZAAL
224 LIFT
Nr. Omschrijving
225 LEKTUUR
226 LIFTSCHACHT
227 LICHT
228 LEESRUIMTE
229 LIJN
230 LEKKAGE
231 LADEN
232 LOSSEN
233 LERAAR
234 LOUNGE
235 LOPEN
236 LAAG
237 LENGTE
238 LUNCH
239 LIVING
240 LEIDING
241 LADDER
242 LEASE
243 LUIFEL
244 LAAN
245 MISTDETEKTIE
246 MOTOR
247 MODEL
248 MONTEUR
249 MEISJE
250 MONITOR
251 MACHIN
252MAGNETISCH
253 MANAGER
254 MINUTEN
255 MAN
256 MAGNEET
257 METAAL
258 METERKAST
259 METER
260 MASSA
261 MAGNETRON
262 MUUR
263 MIDDEN
264 MELK
265 MINDER
266 MOBIEL
267 NOODUITGANG
268 NEDERLANDS
269 NIEUW
270 NACHT
271 NEGEN
272 NEGENTIG
273 NEGENTIEN
274 NOORD
275 NOODZAKELIJK
276 NAAR
277 NUL
278 OPROEPEN
279 ONTWERP
280 ONTWIKKELAAR
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bgab.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Appendix A: Bibliotheek
- - Pagina 171
Nr. Omschrijving
281 OOST
282 OMHEINING
283 OPHEFFEN
284 ONDERWIJZER
285 OLIE
286 OPEN
287 OMTREK
288 OPNAME
289 ONDERZOEK
290 OK
291 ONTSNAPPING
292 OPERATIE
293 ONDER
294 ONTGRENDEL
295 OPENHAARD
296 OPTEX
297 PULNIX
298 PLANK
299 PRODUKTIE
300 PLAFOND
301 PUBLIEK
302 POORT
303 PRINTER
304 PISTOOL
305 PASTOOR
306 PAARD
307 PERCEEL
308 PORTIER
309 POLITIE
310 PAKHUIS
311 PLEIN
312 PANIEKKNOP
313 PROVISIEKAST
314 PARK
315 PASSIEF
316 PAD
317 POSTBUS
318 PEN
319 PARKEER
320 PENTHOUSE
321 PERSONEEL
322 RONDOM
323 REINIGEN
324 RECHTBANK
325 RIJDEN
326 RAND
327 ROULETTE
Nr. Omschrijving
328 RECHTER
329 RUIMTE
330 REPARATIE
331 ROND
332 ROOK
333 RANDAARDE
334 RAAM
335 ROLTRAP
336 RONTGEN
337 STOPPEN
338 STATION
339 SABOTAGE
340 STALLEN
341 START
342 SCHUUR
343 STAND
344 SOUTERRAIN
345 SIRENE
346 STOEL
347 SPOORBAAN
348 SCHEIKUNDE
349 SCHOONMAKER
350 SCHOONMKSTR
351 SECRETARIS
352 SCHOTEL
353 SLEUTEL
354 STAL
355 SCHACHT
356 SLOT
357 STORING
358 SNEL
359 SENSOR
360 STUDEER
361 SECRETARIAAT
362 SECRETARESSE
363 SEKTIE
364 STAD
365 SHOWROOM
366 SLUITEN
367 STIL
368 SCHUIFDEUR369
SOFTWARE
370 SYSTEEM
371 SAUNA
372 SQUASH
373 SCHIP
374 STABIEL
Nr. Omschrijving
375 SPORTZAAL
376 STAFRUIMTE
377 STERK
378 STUDIE
379 SCHAKELAAR
380 TV
381 TOEGANG
382 TEGEN
383 TERREIN
384 TERRAS
385 TENT
386 TIMMERMAN
387 TAPIJT
388 TAFEL
389 TOONBANK
390 TONEEL
391 TEKENAAR
392 TIEN
393 TELLER
394 TACHTIG
395 TRAPPENHUIS
396 TOURNIQUET
397 TELEFAX
398 TENNIS
399 TELEFOONZKR
400 TYPE
401 TUIN
402 TYPISTE
403 THUIS
404 TRAP
405 TWAALF
406 TOTAAL
407 TECHNISCHE
408 TWINTIG
409 TL-LAMP
410 TEST
411 TWEE
412 TRIBUNE
413 THEATER
414 TEMPERATUUR
415 TUSSENSCHOT
416 TRAKTOR
417 TELEFOON
418 TRANSPORT
419 UITRUSTING
420 UITVAART
421 UITGANG
Nr. Omschrijving
422 UIT
423 UNIVERSITEIT
424 UREN
425 VELD
426 VIDEO
427 VERKOPERS
428 VERZAMELING
429 VOGEL
430 VOEDING
431 VRACHT
432 VERANDERING
433 VERTREKHAL
434 VERZENDEN
435 VOEDEN
436 VROUWELIJK
437 VRIEZER
438 VIJFTIEN
439 VAN
440 VIJFTIG
441 VOOR
442 VLIEGEN
443 VLAKTE
444 VLIEGTUIG
445 VIJF
446 VERWARMING
447 VLOER
448 VRACHTWAGEN
449 VORMING
450 VEERTIG
451 VOLGENDE
452 VIER
453 VERPLEEGSTER
454 VLEUGEL
455 VERPAKKING
456 VERF
457 VIJVER
458 VERANDA
459 VERGADER
460 VERVERSING
461 VOLGENDE
462 VEILING
463 VOORRAAD
464 VOETBALVELD
465 VOORZIENING
466 VENTILATOR
467 WAAKZAAM
468 WERKPLAATS
Nr. Omschrijving
469 WAARNEMEND
470 WARMTE
471 WASSERETTE
472 WASVERTREK
473 WACHTKAMER
474 WATER
475 WENTELTRAP
476 WIND
477 WIJNKELDER
478 WEG
479 WC
480 WERK
481 WAPENKAMER
482 WEST
483 WINTER
484 ZOLDER
485 ZWEMBAD
486 ZEE
487 ZEVEN
488 ZEVENTIEN
489 ZEVENTIG
490 ZIJKANT
491 ZILVER
492 ZITTING
493 ZES
494 ZESTIEN
495 ZESTIG
496 ZUID
497 ZONE
498 ZOMER
499 ZONDAG
500 ZUIVELFABR.
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bgac.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
Appendix B: Vergelijkingstabel
- - Pagina 172
GalaXy GalaXy (V1.10)
Functie 6 16 16 plus
8 18 60 500 512
Zones (max.) 8 8 16 8 16 8 10 18 12 60 0 504 0 512 - - - - - -
RIO modules 0 1 1 0 1 6 63 64
LED-bediendeel 3 3 3 0 0 0 0 0
LCD- -bediendeel 3 3 16 16 16 32 32
MAX modules - - - 1 2 4 16 32
Codes 8 15 15 10 20 30 100 200
Blokken 0 0 0 0 3 4 16 32
Uitgangen 5 7 11 7 11 6 6 10 6 30 4 256 4 260 - - - - - -
Printerinterface - optie optie optie optie optie optie optie
Telecom module - - - optie optie optie optie optie
Lijn Fout zone - Ja - - - - - -
7 d 0 0 2 2 2- agen klok - - -
RS-485 lijn 1 1 1 1 1 1 4 4
Zonefuncties 8 12 12 32 32 39 39 45
Uitgangsfuncties 5 9 9 25 30 56 59 66
Bibliotheek - 100 100 0 538 538 538 538
Geheugen 40 250 250 100 250 300 500 1000
Multi-users Nee Nee Nee 4 5 4 8 16
Autoset Monitor - - - Nee Nee Nee 1 1
Zone 1 1 1- - - -controle Nee Nee
Blok overbruggen - - - 0 3 4 8 -
Linken - - - 0 16 32 99 99
Link uitgangen - - - 0 5 15 15 15
Deelbeveiliging 3 3 3 1 1 1 1 1
RS- -232 interface 1 1 1 1 1 1 1
Geïntegreerde telecommodule
- - - - - - - 1
Remote Service - 1 1 1 1 1 1 1
Up/Down Loading - 1 1 1 1 1 1 1
[*]- - - - - -toets functies 4 10 12
GalaXy overzicht tabel
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bgad.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Pre-release
Installateurshandleiding Appendix C: INDEX
- - Pagina 173
[
[#]-toets ............................................................ 31
[*]-toets ....................................................... 31; 81
[ent]-toets ......................................................... 31
[esc]-toets......................................................... 31
0
0 Toets ............................................................. 98
2
220 VAC Vertraagd ........................................ 101
220VAC (uitgang functie) ............................... 124
220VAC (zone functie) ................................... 115
220VAC Voorwaarde...................................... 100
24 Uur (uitgang functie).................................. 123
24 Uur (zone functie)...................................... 111
24 uur testmelding.......................................... 139
A
Aansluiten bediendeel ...................................... 29
Aansluiten MAX................................................ 33
Aansluiten Modem/Kiezer ................................ 24
Aantal linken per GalaXy................................ 131
Aantal Resets ................................................... 98
Aantal verschillende modulen op de RS485 lijn39
Aarding ............................................................. 45
Aardlussen (aarding)........................................ 45
Accu capaciteit t.b.v. intelligente voeding....... 105
Accu Laag (uitgang functie)............................ 124
Accu Laag (zone functie)................................ 114
Accu specificaties t.b.v. GalaXy ....................... 38
Adres MAX lezers............................................. 72
Adressen van GalaXy uitgangen...................... 43
Adressen van galaxy zones hoe werkt dat....... 41
Adresseren MAX on-line .................................. 34
Adresseren Modem/Kiezer............................... 24
Adresseren printer/RS232 interface........... 29; 30
Adresseren van een RIO.................................. 19
Adresseren van het bediendeel........................ 29
Afdrukken (zie printen) ..................................... 67
Afdrukken met de RS232 Interface.................. 26
Afdrukken printer noot.................................... 146
Afdrukken van de zonegegevens..................... 67
Afgedekt (uitgang functie) .............................. 128
Afscherming (kabel afscherming) .................... 45
Afwijken van de ingangsroute .......................... 56
Alarm Extend (zone functie)........................... 118
Alarm Monitor met Modem/Kiezer.................. 142
Alarm Reset niveau.......................................... 98
Alarm Vertraging ............................................ 103
Alfanumerieke karakterreeks ......................... 170
Alle Blokken Inschakelen menuoptie 19........... 66
Alles Overbruggen............................................ 98
Alternate uitbellen t.b.v. Modem/Kiezer.......... 139
Ander bediendeel in gebruik............................. 50
Anti-afdek d.m.v. Zonecontrole....................... 166
Assemble Zone menuoptie 64........................ 159
ATM (zone functie) ......................................... 116
ATM Timeout.................................................. 105
ATM Vertraging............................................... 105
ATM-1 t/m/ ATM 4 (uitgang functie) .............. 130
A-toets programmeren.................................... 147
Attribuut Blokken en de * toets ....................... 109
Automatisch inschakelen................................ 163
Autoset (GalaXy 500) bij code invoeren........... 82
Autoset (uitgang functie)................................. 129
Autoset aanzetten........................................... 163
Autoset en verlenging..................................... 164
Autoset en vooralarm ..................................... 164
Autoset programmeren................................... 163
B
Backup batterij.................................................. 38
Back-up Tijd t.b.v. intelligente voeding ........... 105
Banner .............................................................. 32
Bannertekst ...................................................... 99
Batterij geheugen op print................................. 38
Beampaar (zone functie) ................................ 114
Bediendeel en Blokstatus ............................... 148
Bediendeel Functies aanpassen....................... 32
Bediendeel in een blok ................................... 148
Bediendeel menuoptie 58............................... 147
Bediendeel Stil................................................ 148
Bediendeel toevoegen...................................... 30
Bediendeel Verlichting.................................... 147
Bediendeel Zelf-diagnose................................. 30
Bediendeeladressen......................................... 29
Bediendelen tegelijkertijd gebruiken................. 50
Bediening met MAX kaarten............................. 85
Beginnen direct................................................... 8
Beginnen met de GalaXy.................................... 8
Bekabelingsvoorschriften ................................. 38
Belfunctie menuoptie 15................................... 62
Belsignalen (aantal belpogingen Modem/Kiezer
.................................................................... 140
Bevestig (uitgang functie) ............................... 125
Bewaking (zone functie) ................................. 116
Bibliotheek ...................................................... 170
Blok Overbruggen menuoptie 46...................... 92
Blok status ........................................................ 54
Blokken belangrijke aanwijzingen................... 156
Blokken en Bediendelen................................. 148
Blokken en MAX gebruiken ............................ 158
Blokken en Multipro protocol .......................... 138
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bgae.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Pre-release
Installateurshandleiding Appendix C: INDEX
- - Pagina 174
Blokken logisch schakelen............................... 55
Blokken opties................................................ 154
Blokken/MAX menuoptie 63........................... 154
Blokkenmode ................................................. 154
Blokkenmode aanzetten................................. 154
Bloknaam ....................................................... 155
Blokstatus op bediendeel ............................... 148
Brand (uitgang functie) ................................... 125
Brand (zone functie)....................................... 113
Brand Vertraagd (uitgang functie) .................. 126
B-toets programmeren ................................... 147
C
Centrale resetten.............................................. 54
Code (PIN) Waarschuwing............................... 85
Code in tijdzones..................................... 82; 128
Code in Blok(ken) zetten.................................. 83
Code Naam ...................................................... 81
Code Niveau wijzigen....................................... 81
Code Niveaus................................................... 81
Code wijzigen t.b.v. wijzig PIN optie............... 106
Code wissen..................................................... 80
Codes (fabriekswaarde)................................... 47
Codes en Blokkeuze 84........................................
Codes en Paniek stil......................................... 31
Codes fabriekswaarde...................................... 79
Codes i.k.m. klokken........................................ 82
Codes in enkel blok toewijzen.......................... 83
Codes in meerdere blokken toewijzen ............. 83
Codes tijdelijk gebruiken .................................. 82
Codes wijzigen menuoptie 42 .......................... 78
Communicatie testen (RS485 modules) ........ 151
Communicatiefout (uitgang functie) ............... 126
Communicatielijn.............................................. 38
Configuraties algemene info galaxy serie .......... 9
Configureer parameter................................... 100
Controle bij verlaten van installateursmode ..... 49
Controle sabotage lussen................................. 49
Copie Buzzer programmeren ......................... 147
Copie/Overschrijven met RS232.................... 144
Custom A (zone functie)................................. 115
Custom B (zone functie)................................. 116
Custom-A (uitgang functie) ............................ 127
Custom-B (uitgang functie) ............................ 127
D
Deel Alarm...................................................... 101
Deel In/Uitgang (zone functie)........................ 112
Deel Laatste (zone functie) ............................ 112
Deelbeveiligd inschakelen................................ 52
Deelbeveiligd inschakelen menuoptie 13......... 60
Deelbeveiligd/Direct menuoptie 17................... 64
Diagnosetest menuoptie 61............................ 151
Direct Alarm.................................................... 104
Direct beginnen................................................... 8
Direct Inschakelen menuoptie 16 ..................... 63
Direct Toegang (Modem/Kiezer) .................... 142
Direct toegang t.b.v. GalaXy Gold .................... 93
Display Geheugen menuoptie 22 ..................... 68
Display Systeem menuoptie 23 ........................ 70
Display Zones menuoptie 21 ............................ 67
DTMF (Scancom protocol) .............................135
Dual codes................................................ 80; 128
Dubbel uitbellen t.b.v. Modem/Kiezer............. 139
Dubbele code.................................................... 80
Dwangcode....................................................... 81
E
E/E Signalering (uitgang functie) .................... 125
E/E Signalering/Luidspreker tonen overzicht.. 125
eerstand waardes uitlezen via LCD.................. 67
Enkel uitbellen t.b.v. Modem/Kiezer ............... 139
Entry/Exit RIO................................................... 20
Entry/Exit zone.................................................. 21
EOL weerstand op GalaXy alarmmeldcentrale
print ...............................................................39
Escape toets om weer terug in install mode te
komen ........................................................... 49
F
Fabriekswaarde zone overzicht ........................ 41
Fail to Communicate....................................... 141
Flitser A (uitgang functie)................................ 123
Flitser B (uitgang functie)................................ 126
FOUT (geheugentest melding)....................... 151
Foute code...................................................... 104
FTC Fout (uitgang functie).............................. 126
Functie toetsen Code Status .......................... 147
Functietoetsen.................................................. 31
G
GalaXy 18 algemene info ................................... 9
GalaXy 18/60 print............................................ 13
GalaXy 18/60 uitgangen ................................... 14
GalaXy 500 algemene info ................................. 9
GalaXy 500 print............................................... 15
GalaXy 500 uitgangen ...................................... 16
GalaXy 512 algemene info ................................. 9
GalaXy 512 print............................................... 17
GalaXy 512 uitgangen ...................................... 18
GalaXy 60 algemene info ................................... 9
GalaXy 8 algemene info .....................................9
GalaXy 8 print ................................................... 11
GalaXy 8 uitgangen .......................................... 12
GalaXy Alarm Monitoring.................................. 28
GalaXy Gold .....................................................27
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bgaf.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Pre-release
Installateurshandleiding Appendix C: INDEX
- - Pagina 175
GalaXy overzicht tabel.................................... 172
GalaXy type verschillen.................................... 11
Gebruik van het systeem.................................. 46
Gebruikerscodes.............................................. 79
Gebruikersmenu (fabriekswaarde)................... 46
Gebruikersmenu menuoptie 59...................... 150
Gebruikersmenu timeout.................................. 47
Gebruikersmenu toegang................................. 81
Geforceerd Inschakelen menuoptie 14 ............ 61
Geforceerd parameter.................................... 102
Geheugen (zone functie)................................ 115
Geheugen afdrukken........................................ 69
Geheugen Ingeschakeld (zone functie).......... 115
Geheugen link op print ..................................... 38
Geheugen MAX algemeen ............................... 37
Geheugen plaatsen per GalaXy ....................... 68
Geheugen Reset (uitgang functie) ................. 123
Geheugen uitlezen menuoptie 22 .................... 68
Geheugen Vertraagd (zone functie) ............... 115
Geheugentest................................................. 151
Geldige Code (uitgang functie)....................... 128
Geschakelde DC (uitgang functie) ................. 124
H
Handleiding Modem/Kiezer ............................ 137
handleiding Modem/Kiezer V2.01................... 137
Hersteltijd ................................................... 56; 97
Home Set menuoptie 18................................... 65
I
Illegale Code (uitgang functie)........................ 128
In- en uitschakelen met de installateurscode... 53
In- en uitschakelen met de MAX lezer.............. 53
In- en uitschakelen met een sleutelschakelaar 53
In/Uitgang (zone functie) ................................ 111
Inbraak (uitgang functie)................................. 123
Inbraak (zone functie)..................................... 111
Inbraak Dubbel (zone functie) ........................ 111
Inbraak Vertraagd (zone functie).................... 115
Inbraakspoor in blokkenmode......................... 88
Inbraakspoor menuoptie 44 ............................. 88
Ingangen (zie zone(s)....................................... 41
Ingangen (Zones programmeren) .................. 107
Ingangsroute (afwijken van) ............................. 56
Ingangstijd........................................................ 98
Ingangstijd algemeen ....................................... 55
Ingeschakeld (uitgang functie) ....................... 124
Ingeschakeld indicatie...................................... 55
Inlooptijd overschrijding.................................... 55
Inschakelen deelbeveiligd ................................ 52
Inschakelen menuoptie 12 ............................... 59
Inschakelen met overbrugde zones ................. 58
Inschakelen volledig......................................... 51
Inschakelopties................................................. 51
Inschakelprocedure afbreken........................... 52
Install.Test Modem/Kiezer.............................. 140
Installateur (uitgang functie) ........................... 124
Installateur Toegang menuoptie 48.................. 94
Installateurmode terugkomen d.m.v. de escape
toets .............................................................. 49
Installateurscode............................................... 79
Installateursmode ............................................. 48
Installateursmode met toestemming manager
(G512)........................................................... 48
Installateursmode toegang ............................... 48
Installateursmode verlaten ............................... 49
Installateursmode zonder toestemming manager
(G512)........................................................... 48
Installatie- en bekabelingsvoorschriften ........... 38
Intelligente voeding (Smart PSU) algemeen ....22
Intelligente voeding parameter info................. 105
Interval 24 uur test.......................................... 140
K
Kabel spanningsval berekenen......................... 44
Kabeltype.................................................... 41; 43
Kiestoon.......................................................... 140
Kiestype puls/toon kiezen............................... 139
Klantnr 1 ......................................................... 139
Klantnummer .................................................. 138
Klok Aan/Uit menuoptie 45............................... 89
Klok menuoptie 65.......................................... 162
Klok-A (uitgang functie) .................................. 126
Klok-B (uitgang functie) .................................. 126
Klokken en Autoset (automatisch inschak.) ... 163
Klokken menustructuur................................... 162
klokken programmeren................................... 162
Kloksnelheid ..................................................... 77
Kluisdetector (zone functie) ............................ 116
Kluistest (uitgang functie) ............................... 130
Kopie Zones.................................................... 102
L
Laat Ingeschakeld (uitgang functie)................ 128
Laat Werk (GalaXy 500 en 512)....................... 90
Laatste (zone functie) ..................................... 111
LED functie MK3............................................... 32
LED knipperverhouding info ............................. 20
Lijndetectie Modem/Kiezer ............................. 140
Lijnspanning.................................................... 140
Link A t/m Link O (uitgang functie) ................. 129
Link Ingang (zone functie) .............................. 113
Linkbestemming ............................................. 131
Linkbestemming adres ................................... 131
Linkbestemming soort .................................... 131
Linkbron adres................................................ 131
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bgb0.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Pre-release
Installateurshandleiding Appendix C: INDEX
- - Pagina 176
Linkbron functie.............................................. 131
Linkbron soort................................................. 131
Linkbronnen en -bestemmingen overzicht ..... 132
Linken en blokkenfunctie................................ 131
Linken menuoptie 54...................................... 131
Lock Out (uitgang functie) .............................. 129
Lockout status (G512).................................... 164
Logisch Schakelen......................................... 154
Lokaal Deelbeveiligd ........................................ 99
Looptest (uitgang functie)............................... 126
Looptest menuoptie 31..................................... 74
Luidspreker tonen overzicht ........................... 125
Luidspreker uitgang........................................ 119
M
Maak/verbreekschakelaar................................ 42
Manager Authorize (Modem/Kiezer) .............. 142
Manager Authorize Call Back........................... 93
Manager code reset ....................................... 101
Managercode ................................................... 79
MAX Aansluiten................................................ 33
MAX adres programmeren............................. 156
MAX adressen.................................................. 72
MAX blok restriktie ........................................... 35
MAX Communicatie testen............................. 151
MAX Configureren.................................... 33; 154
MAX Configureren als on-line .......................... 34
MAX Configureren als standalone.................... 34
MAX deuropen tijd invoeren........................... 157
MAX en Blokken............................................. 158
MAX en gebruik van een bediendeel ............... 84
MAX en kaarten in blokken .............................. 86
MAX Functie aan kaart koppelen..................... 84
MAX Functiekaarten......................................... 36
MAX gebeurtenissen Printen............................ 37
MAX Gebruikers............................................... 85
MAX Gebruiksinstrukties.................................. 36
MAX geheugen................................................. 37
MAX Geheugen menuoptie 25......................... 72
MAX Inschakelen met een Functiekaart .......... 36
MAX kaart nummer .......................................... 84
MAX kaarten en het bedienen van................... 85
MAX kaartnummer ........................................... 85
MAX lezer......................................................... 33
MAX lezers On-line .......................................... 36
MAX lezers Standalone.................................... 35
MAX lezers Verwijderen................................... 35
MAX Maximale deur open tijd ........................ 157
MAX mode inschakelen ................................. 156
MAX mode invoeren (stand0alone/Of-line ..... 156
MAX omschrijving invoeren............................ 157
MAX parameters ............................................ 157
MAX Programmeren on-line............................. 36
MAX Toegang verlenen.................................... 36
Memory Backup geheugen link ........................ 38
Menu (gebruikersmenu) ................................. 150
Menu gestuurde toegang.................................. 47
Menu Niveau menuoptie 68............................ 169
Menu toegang d.m.v. directe toegang .............. 47
Menuopties inleiding......................................... 57
Menustructuur................................................... 46
Menutoegang.................................................... 47
MicroTech protocol......................................... 138
MKIII bediendeel aansluiten ............................. 29
MKIII bediendeel adresseren............................ 29
MKIII LCD bediendeel....................................... 29
MKIII Sabotageschakelaar ............................... 30
MKIII Stroomverbruik........................................ 29
MKIII Zelf-diagnose........................................... 30
Modem/kiezer ................................................... 24
Modem/Kiezer Aansluiten................................. 24
Modem/kiezer Adresseren................................ 24
Modem/Kiezer aparte handleiding.................. 137
Modem/Kiezer Belsignalen............................. 140
Modem/Kiezer Configureren............................. 24
Modem/Kiezer DTMF Kanaalfunctie............... 135
Modem/Kiezer DTMF Kanalen ....................... 135
Modem/Kiezer DTMF protocol........................ 135
Modem/Kiezer en RS Toegang ...................... 141
Modem/Kiezer en Tel/Klantnr Blk ................... 138
Modem/Kiezer Fail to Communicate .............. 141
Modem/Kiezer Handleiding............................. 134
Modem/Kiezer Install.Test.............................. 140
Modem/Kiezer kanaal Polariteit...................... 136
Modem/Kiezer Kanaalstatus........................... 136
Modem/Kiezer kanalen en Blokken................ 136
Modem/Kiezer Kiestype.................................. 139
Modem/Kiezer Klantcode per Kanaal ............. 137
Modem/Kiezer Klantnr 1 ................................. 139
Modem/Kiezer Klantnummer.......................... 138
Modem/kiezer LED knipperverhouding (sec.) .. 25
Modem/Kiezer menuoptie 56.......................... 134
Modem/Kiezer MicroTech protocol................. 138
Modem/Kiezer MultiPro Meldingen................. 137
Modem/Kiezer MultiPro protocol..................... 137
Modem/Kiezer Ontvanger type....................... 139
Modem/Kiezer ook Alarm Monitor bellen........ 142
Modem/kiezer protocol Format....................... 135
Modem/Kiezer PTT Lijndetectie ..................... 140
Modem/Kiezer Tel. nummer 2 ........................ 139
Modem/Kiezer Tel.nummer ............................ 138
Modem/Kiezer Tel.nummer 1 ......................... 138
Modem/Kiezer Terugbellen............................. 142
Modem/Kiezer Testmelding............................ 139
Modem/Kiezer Toegangsniveau t.b.v. GalaXy
Gold............................................................. 141
Modem/Kiezer toevoegen................................. 24
Module gemist melding..................................... 49
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bgb1.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Pre-release
Installateurshandleiding Appendix C: INDEX
- - Pagina 177
Modules............................................................ 19
MultiPro (SIA) niveaus.................................... 137
Multipro en Blokken........................................ 138
MultiPro Meldingen......................................... 137
MultiPro protocol (SIA) ................................... 137
Multipro Status per trigger .............................. 137
Multi-user.......................................................... 50
N
Naam van code houders.................................. 81
Netspanning ..................................................... 38
Niet ingeschakeld..................................... 55; 104
Niet Ingeschakeld (uitgang functie)................ 128
Niveau van het menu aanpassen................... 169
Noodstroom accu ............................................. 38
Numerieke toetsen........................................... 30
O
OKAY (geheugentest melding)....................... 151
Online Nivo..................................................... 103
Ontvanger type (Modem/Kiezer) .................... 139
Opheffen en resetten van alarmen................... 53
Oplevertijd ...................................................... 104
Overbrug Zones menuoptie 11......................... 57
Overbrugde zones in LCD................................ 55
Overbruggen zones bij GalaXy 512.................. 58
Overschrijding van de inlooptijd ....................... 55
Overval (uitgang functie) ..Zie Dwangcode blz. 81
Overvalcode ..................................................... 31
Overzicht tabel GalaXy serie.......................... 172
P
Paniek (uitgang functie).................................. 123
Paniek (zone functie)...................................... 112
Paniek code...................................................... 31
Paniek Reset parameter ................................ 101
Paniek Stil (zone functie)................................ 113
Paniek stil activeren ......................................... 31
Paniek stil melding via PIN code...................... 81
Paniek Uit (zone functie) ................................ 116
Paniek vertraagd .............................................. 99
Paniek Vertraagd (zone functie)..................... 113
Paniek Vertraagd Stil (zone functie)............... 113
Parameters menuoptie 51................................ 96
PIN wijzigen.................................................... 106
Print Codes..................................................... 101
Print noot (algemene info)................................ 31
Print Online/Ofline parameter......................... 103
Printen en de [*]-toets....................................... 31
Printen MAX gebeurtenissen............................ 37
Printen met de RS232 Interface....................... 26
Printen systeem configuratie.......................... 146
Printen van zone gegevens.............................. 67
Printer Online Nivo.......................................... 103
Printer protocol instelling .................................. 23
Printer protocol interface RS232 ...................... 26
Printerinterface ................................................. 23
Programmeren Bediendeel............................. 147
Programmeren Linken menuoptie 54 ............. 131
Programmeren Uitgangen menuoptie 53 ....... 119
Programmeren Zones menu 52 ..................... 107
Protocol instellingen van de printer................... 23
Protocol interface RS232 aansluiting printer .... 26
PTT Lijn (uitgang functie) ............................... 125
PTT Lijn (zone functie) ................................... 114
PTT Lijn detectie d.m.v. lage lijnspanning...... 140
PTT Lijndetectie.............................................. 140
Puls aan............................................................ 42
Puls Aan (zone functie)n................................. 111
Puls kiezen ..................................................... 139
Pulsschakelaar ................................................. 42
R
Relaistijd MAX invoeren.................................. 157
Remote Reset menuoptie 67.......................... 168
Reserve (uitgang functie) ............................... 124
Reserve (zone functie).................................... 113
Reset aantal malen........................................... 98
Reset Alarm niveau .......................................... 98
Reset Gevraagd (uitgang functie)................... 127
Reset Managercode ....................................... 101
Reset van de uitlooptijd .................................... 55
resetten van alarmen........................................ 53
Responsetijd................................................... 102
RIO ................................................................... 19
RIO aansluiten.................................................. 19
RIO Adresseren................................................ 19
RIO Communicatie testen .............................. 151
RIO Entry/Exit configuratie ............................... 20
RIO LED knipperverhouding............................. 20
RIO Linkjes ....................................................... 20
RIO Slave ......................................................... 21
RIO Slave configuratie tabel............................. 21
RIO spanning meten....................................... 151
RIO toevoegen.................................................. 19
RIO Uitgangen.................................................. 20
RIO Zones ........................................................ 20
RS Toegang (zone functie)............................. 115
RS Toegang menuoptie 47............................... 93
RS Toegang Modem/Kiezer ........................... 141
RS-232 menu 56 overzicht ............................ 143
RS232 Copy/Overschrijven (updownload)...... 144
RS-232 interface............................................... 26
RS-232 Interface menuoptie 56...................... 143
RS-232 interface protocol aansluiting............... 26
RS-484 Communicatie van modules testen... 151
RS-485 configuratie.......................................... 38
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bgb2.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Pre-release
Installateurshandleiding Appendix C: INDEX
- - Pagina 178
S
Sabotage (uitgang functie) ............................. 123
Sabotage (zone functie) ................................. 114
Sabotage Reset niveau .................................... 98
Sabotageschakelaar MK3................................ 30
Scancom protocol (DTMF) ............................. 135
Security (uitgang functie)................................ 124
Security (zone functie).................................... 111
Security Code................................................. 104
Security Laatste (zone functie)....................... 112
SIA is MultiPro................................................ 137
Sirene (uitgang functie) .................................. 123
Sirene Sabotage (zone functie)...................... 114
Sirene tijd ......................................................... 97
Sirene vertraging.............................................. 97
Sleutel (zone functie)...................................... 112
Sleutel Reset (zone functie) ........................... 116
Sleutel Reset Niveau...................................... 100
Sleutelschakelaar............................................. 42
Smart PSU ....................................................... 22
Spanningsuitval bij ingeschakeld systeem ....... 56
Spanningsval over een kabel ........................... 44
Starttijd 24 uur test......................................... 139
Stil bediendeel................................................ 148
Stoppen met de inschakelprocedure................ 52
Stroomverbruik MK3......................................... 29
Systeem galaxy leren gebruiken ...................... 46
Systeem test uitvoeren................................... 153
Systeemalarmen ............................................ 109
Systeemconfiguratie GalaXy serie ................... 10
Systeemparameters overzicht.......................... 96
Systeemprint menuoptie 57............................ 146
Systeemtekst en ID........................................ 100
T
Tel. nummer 2................................................ 139
Tel.nummer.................................................... 138
Tel.nummer 1................................................. 138
Tel/Klantnr Blk................................................ 138
Terugbellen (Modem/Kiezer).......................... 142
Test (diagnose via menu 61).......................... 151
Test (uitgang functie)...................................... 127
Test Periode................................................... 100
Test Periode in zonetest................................. 133
Test Uitgang menuoptie 32.............................. 76
Test zones in zonetest ................................... 133
Testen van systeem ....................................... 153
Testmelding Modem/Kiezer............................ 139
Tijd en Datum menuoptie 41............................ 77
Tijdelijke Code Wijzigen................................... 82
Tijdslot............................................................ 105
Tijdslot menuoptie 49 ....................................... 95
Tijdzones voor codes G60,500 en 512..... 82; 128
Toegangsniveau Modem/Kiezer GalaXy Gold 141
Toets [0]............................................................ 98
Toetsen van het MK3 bediendeel..................... 30
Toevoegen bediendeel..................................... 30
Toevoegen MAX lezer ...................................... 34
Toevoegen Modem/Kiezer................................ 24
Toevoegen RIO ................................................ 19
Toon kiezen.................................................... 139
Transistoruitgangen GalaXy 18/60................... 14
Transistoruitgangen GalaXy 500...................... 16
Transistoruitgangen GalaXy 512...................... 18
Transistoruitgangen GalaXy 8 .......................... 12
U
Uitgang luidspreker......................................... 119
Uitgangen adres/functie overzicht alle GalaXy's43
uitgangen Algemeen................................. 43; 119
Uitgangen bediendeel..................................... 119
Uitgangen en blokken..................................... 120
Uitgangen GalaXy 18/60................................... 14
Uitgangen GalaXy 500...................................... 16
Uitgangen GalaXy 512...................................... 18
Uitgangen GalaXy 8.......................................... 12
Uitgangen programmeren menuoptie 53........ 119
Uitgangen RIO algemeen................................. 20
Uitgangfuncties (fabriekswaarde) intelligente RIO
...................................................................... 22
Uitgangs attributen.......................................... 119
Uitgangsadres kiezen..................................... 119
Uitgangsadressen bediendeel ........................ 119
Uitgangsattributen........................................... 119
Uitgangsfunctie algemeen.............................. 119
Uitgangsfunctie Zone Overbrugd...................... 58
Uitgangsfuncties overzicht.............................. 122
Uitgangspolariteit............................................ 120
Uitgangsstatus algemeen............................... 120
Uitgangstijd....................................................... 97
Uitlooptijd.......................................................... 54
Uitlooptijd door [0]-toets beeindigen................. 55
Uitlooptijd einde van .........................................55
Uitschakelen..................................................... 52
Uitschakelen met een sleutelschakelaar .......... 53
Uitwijkalarm parameter................................... 102
UpDown loaden met RS232 ........................... 144
Urgent ((zone functie)..................................... 116
V
Vakantiedagen invoeren................................... 89
Verbruik bekijken op int. voeding.................... 151
Verbruik MKIII LCD bediendeel ........................ 29
Verlenging en autoset..................................... 164
Verlichting bediendeel .................................... 147
Verwijderen MAX lezers ................................... 35
![](https://manualstech.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com/html/nl/honeywell/galaxy-8/html/bgb3.png)
GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Pre-release
Installateurshandleiding Appendix C: INDEX
- - Pagina 179
Video (uitgang functie) ................................... 126
Video (zone functie) ....................................... 115
Video Activaties.............................................. 103
Video Volg (zone functie) ............................... 115
Voeding (Power) LED MK3 functie................... 32
Voeding aangesltoen units verbruik meten .... 151
Voeding Communicatie testen ....................... 151
Voeding info algemeen..................................... 44
Voedingen, meerdere plaatsen ........................ 44
Voedingspanning Intelligente voeding bekijken
.................................................................... 151
Volgzone (zone functie).................................. 111
Volledige Test menuoptie 62.......................... 153
Vooralarm (uitgang functie)............................ 129
Vooralarm i.k.m. autoset ................................ 164
Vroeg open (GalaXy 512)................................. 90
Vroeg Open parameter................................... 106
Vroeg Uit (uitgang functie).............................. 128
W
Weekend werk (G512) ..................................... 91
Weekend werk parameter.............................. 106
Weerstand (uitgang functie)........................... 127
Weerstand hoog/laag i.k.m. uitgang............... 127
Weerstand waarde tabel t.b.v. zones............... 41
Wijzig Code ...................................................... 80
Wijzig Codes menuoptie 42 ............................. 78
Wijzig PIN....................................................... 106
Z
Zomertijd menuoptie 43.................................... 87
Zonder Code functie toetsen gebruiken ......... 147
Zone adres........................................................ 41
Zone attribuut Belfunctie................................. 108
Zone attribuut Blokken.................................... 108
Zone attribuut Deelbeveiligd........................... 108
Zone attribuut Overbrugbaar .......................... 108
Zone attribuut Zone omschrijving ................... 107
Zone info in LCD............................................. 107
Zone Overbrugd (uitgang functie)................... 127
Zone Overbrugd en uitgangfunctie ................... 92
Zone Responsetijd.......................................... 102
Zone statussen ................................................. 41
Zone zelf maken (Assemble Zone) ................ 159
Zoneattributen................................................. 107
Zonecontrole als antiafdek toepassen............ 166
Zonecontrole menuoptie 66............................ 166
Zonefunctie algemeen.................................... 107
Zonefuncties inhoud ....................................... 111
Zonefuncties overzicht.................................... 110
Zone 41-ingangen aansluiten ................................
Zones fabriekswaarde overzicht....................... 41
Zones Klaar (uitgang functie) ......................... 124
Zones open en toch inschakelen...................... 61
Zones open na een alarm................................. 54
Zones opnemen in de zonetest ...................... 133
Zones programmeren menuoptie 52.............. 107
Zonetest menuoptie 55................................... 133
Specyfikacje produktu
Marka: | Honeywell |
Kategoria: | Bezpieczeństwo |
Model: | Galaxy 8 |
Potrzebujesz pomocy?
Jeśli potrzebujesz pomocy z Honeywell Galaxy 8, zadaj pytanie poniżej, a inni użytkownicy Ci odpowiedzą
Instrukcje Bezpieczeństwo Honeywell
![Honeywell](/images/logos/honeywell.png)
2 Lipca 2024
![Honeywell](/images/logos/honeywell.png)
2 Lipca 2024
![Honeywell](/images/logos/honeywell.png)
2 Lipca 2024
![Honeywell](/images/logos/honeywell.png)
1 Lipca 2024
![Honeywell](/images/logos/honeywell.png)
1 Lipca 2024
![Honeywell](/images/logos/honeywell.png)
30 Czerwca 2024
![Honeywell](/images/logos/honeywell.png)
30 Czerwca 2024
![Honeywell](/images/logos/honeywell.png)
28 Czerwca 2024
![Honeywell](/images/logos/honeywell.png)
28 Czerwca 2024
![Honeywell](/images/logos/honeywell.png)
28 Czerwca 2024
Instrukcje Bezpieczeństwo
- Bezpieczeństwo Bosch
- Bezpieczeństwo Hikvision
- Bezpieczeństwo Easy Home
- Bezpieczeństwo Geemarc
- Bezpieczeństwo EZVIZ
- Bezpieczeństwo Panasonic
- Bezpieczeństwo Theben
- Bezpieczeństwo Nedis
- Bezpieczeństwo Medion
- Bezpieczeństwo TRENDnet
- Bezpieczeństwo Marquant
- Bezpieczeństwo Blaupunkt
- Bezpieczeństwo Siemens
- Bezpieczeństwo Grundig
- Bezpieczeństwo BTicino
- Bezpieczeństwo Steinel
- Bezpieczeństwo Trust
- Bezpieczeństwo V-TAC
- Bezpieczeństwo Eufy
- Bezpieczeństwo BaseTech
- Bezpieczeństwo AXA
- Bezpieczeństwo Perel
- Bezpieczeństwo Somfy
- Bezpieczeństwo Netgear
- Bezpieczeństwo Velleman
- Bezpieczeństwo Bavaria
- Bezpieczeństwo Devolo
- Bezpieczeństwo Juwel
- Bezpieczeństwo Waeco
- Bezpieczeństwo Eden
- Bezpieczeństwo Edimax
- Bezpieczeństwo Grothe
- Bezpieczeństwo First Alert
- Bezpieczeństwo Maginon
- Bezpieczeństwo Prestigio
- Bezpieczeństwo LevelOne
- Bezpieczeństwo Axis
- Bezpieczeństwo Unitron
- Bezpieczeństwo Heidemann
- Bezpieczeństwo Abus
- Bezpieczeństwo Elro
- Bezpieczeństwo Marmitek
- Bezpieczeństwo Goobay
- Bezpieczeństwo Netatmo
- Bezpieczeństwo Optex
- Bezpieczeństwo Yale
- Bezpieczeństwo Technaxx
- Bezpieczeństwo Y-cam
- Bezpieczeństwo Grandstream
- Bezpieczeństwo Powerfix
- Bezpieczeństwo EasyMaxx
- Bezpieczeństwo Alecto
- Bezpieczeństwo JUNG
- Bezpieczeństwo Foscam
- Bezpieczeństwo Monacor
- Bezpieczeństwo Alphatronics
- Bezpieczeństwo Smartwares
- Bezpieczeństwo Lamax
- Bezpieczeństwo Sygonix
- Bezpieczeństwo Müller
- Bezpieczeństwo Kopp
- Bezpieczeństwo Fenton
- Bezpieczeństwo Profile
- Bezpieczeństwo Fysic
- Bezpieczeństwo Ajax
- Bezpieczeństwo AngelEye
- Bezpieczeństwo Aritech
- Bezpieczeństwo AceSee
- Bezpieczeństwo Airbolt
- Bezpieczeństwo Brennenstuhl
- Bezpieczeństwo Alhua - Dahua
- Bezpieczeństwo Tevion
- Bezpieczeństwo Eminent
- Bezpieczeństwo Doro
- Bezpieczeństwo Jacob Jensen
- Bezpieczeństwo Trebs
- Bezpieczeństwo Ednet
- Bezpieczeństwo ME
- Bezpieczeństwo Goliath
- Bezpieczeństwo Audiovox
- Bezpieczeństwo Nest
- Bezpieczeństwo Switel
- Bezpieczeństwo Topcraft
- Bezpieczeństwo Secure Pro
- Bezpieczeństwo Nemef
- Bezpieczeństwo Dahua
- Bezpieczeństwo BRK
- Bezpieczeństwo Hagenuk
- Bezpieczeństwo Logicom
- Bezpieczeństwo Jupiter Pro
- Bezpieczeństwo Xavax
- Bezpieczeństwo Elkron
- Bezpieczeństwo Orbis
- Bezpieczeństwo Niko
- Bezpieczeństwo Gira
- Bezpieczeństwo Interlogix
- Bezpieczeństwo Dnt
- Bezpieczeństwo Fito
- Bezpieczeństwo Urmet
- Bezpieczeństwo Iget
- Bezpieczeństwo Ranex
- Bezpieczeństwo Wanscam
- Bezpieczeństwo Satel
- Bezpieczeństwo Dymond
- Bezpieczeństwo Notifier
- Bezpieczeństwo Friedland
- Bezpieczeństwo HomeWizard
- Bezpieczeństwo Plustek
- Bezpieczeństwo Golmar
- Bezpieczeństwo Batavia
- Bezpieczeństwo Storage Options
- Bezpieczeństwo Provision ISR
- Bezpieczeństwo NetworX
- Bezpieczeństwo Bitron Video
- Bezpieczeństwo Zmodo
- Bezpieczeństwo Velbus
- Bezpieczeństwo Elro-Flamingo
- Bezpieczeństwo Electronics Line
- Bezpieczeństwo One2track
- Bezpieczeństwo HUMANTECHNIK
- Bezpieczeństwo PIR Alarm
- Bezpieczeństwo Directed Electronics
- Bezpieczeństwo Oplink
- Bezpieczeństwo BML
- Bezpieczeństwo Unitec
- Bezpieczeństwo Jablotron
- Bezpieczeństwo Home8
- Bezpieczeństwo AVTech - Velleman
- Bezpieczeństwo Galaxy
- Bezpieczeństwo Sonic Alert
- Bezpieczeństwo I-onik
- Bezpieczeństwo Smartalarm
- Bezpieczeństwo GE Security
- Bezpieczeństwo Microtech
- Bezpieczeństwo Nor-tec
- Bezpieczeństwo Entrya
- Bezpieczeństwo Tegui
- Bezpieczeństwo Stobo
- Bezpieczeństwo Kompernass
- Bezpieczeństwo Iiquu
- Bezpieczeństwo Storex
- Bezpieczeństwo Powermax
- Bezpieczeństwo Woonveilig
- Bezpieczeństwo Mikros
- Bezpieczeństwo Bolyguard
- Bezpieczeństwo Indexa
- Bezpieczeństwo Skytronic
- Bezpieczeństwo FlinQ
- Bezpieczeństwo Paradox
- Bezpieczeństwo Flamingo FA15RF
- Bezpieczeństwo SecuFirst
- Bezpieczeństwo BRK DICON
- Bezpieczeństwo FBII
- Bezpieczeństwo Dericam
- Bezpieczeństwo Myfox
- Bezpieczeństwo Kocom
- Bezpieczeństwo RISCO Group
- Bezpieczeństwo SmartHome
- Bezpieczeństwo Bellman
- Bezpieczeństwo Protector
- Bezpieczeństwo I-Tel
- Bezpieczeństwo Home Protector
- Bezpieczeństwo Ksenia
- Bezpieczeństwo Mr Safe
- Bezpieczeństwo Epine
- Bezpieczeństwo Inner Range
- Bezpieczeństwo Dedicated Micros
- Bezpieczeństwo Visonic
- Bezpieczeństwo PROmax
- Bezpieczeństwo Selvag
- Bezpieczeństwo Voxx
- Bezpieczeństwo Fracarro
- Bezpieczeństwo Guardall
- Bezpieczeństwo Xena
- Bezpieczeństwo Smanos
- Bezpieczeństwo One Concept
- Bezpieczeństwo QuattSecure
- Bezpieczeństwo NetBotz
- Bezpieczeństwo Securitas
Najnowsze instrukcje dla Bezpieczeństwo
![Aritech](/images/pdf_free.png)
15 Stycznia 2025
![Axis](/images/pdf_free.png)
15 Stycznia 2025
![Eminent](/images/pdf_free.png)
15 Stycznia 2025
![Ranex](/images/pdf_free.png)
11 Stycznia 2025
![Technaxx](/images/pdf_free.png)
11 Stycznia 2025
![NetworX](/images/pdf_free.png)
5 Października 2024
![Geemarc](/images/pdf_free.png)
2 Października 2024
![One2track](/images/pdf_free.png)
28 Września 2024
![Sygonix](/images/pdf_free.png)
28 Września 2024
![Sygonix](/images/pdf_free.png)
28 Września 2024