Instrukcja obsługi Viessmann VITOCAL 333-G

Viessmann pompa ciepła VITOCAL 333-G

Przeczytaj poniżej 📖 instrukcję obsługi w języku polskim dla Viessmann VITOCAL 333-G (148 stron) w kategorii pompa ciepła. Ta instrukcja była pomocna dla 49 osób i została oceniona przez 2 użytkowników na średnio 4.5 gwiazdek

Strona 1/148
Montage- en
servicehandleiding
voor de vakman
VIESMANN
Vitocal 333-G
type BWT 331.A06 tot A10
type BWT-NC 331.A06 tot A10
Compacte warmtepomp, 400 V~
Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina
VITOCAL 333-G
5623 910 NL 5/2013 Bewaren a.u.b.!
2
Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van licha-
melijk letsel en materiële schade.
Toelichting bij veiligheidsvoorschrif-
ten
Gevaar
Dit teken waarschuwt voor per-
soonlijk letsel.
!Opgelet
Dit teken waarschuwt voor mate-
riële schade en schade aan het
milieu.
Opmerking
Gegevens met het woord "Opmerking"
bevatten aanvullende informatie.
Doelgroep
Deze handleiding is uitsluitend bedoeld
voor erkende installateurs.
Werkzaamheden aan het koelmiddel-
circuit mogen alleen door bevoegde
vakmensen worden uitgevoerd.
Elektrische werkzaamheden mogen
alleen door elektromonteurs worden
uitgevoerd.
De eerste inbedrijfstelling moet door
de installateur van de installatie of een
door hem aangewezen vakman
plaatsvinden.
Voorschriften
Respecteer bij de werkzaamheden
de nationale installatievoorschriften,
de ARBO voorschriften,
de wettelijke milieuvoorschriften,
EN, NEN, VEWIN voorschriften, het
bouwbesluit en eventuele lokale voor-
schriften.
Werkzaamheden aan de installatie
Installatie spanningsvrij schakelen
(bijvoorbeeld met de afzonderlijke
zekering of een hoofdschakelaar) en
op aanwezige spanning controleren.
Opmerking
Naast het regelingsstroomcircuit kun-
nen meerdere laststroomcircuits aan-
wezig zijn.
Gevaar
Het aanraken van spanning-
voerende onderdelen kan ern-
stig letsel veroorzaken. Enkele
onderdelen op printplaten zijn
ook na het uitschakelen van de
netspanning nog spanningvoe-
rend.
Voor het verwijderen van appa-
raatafdekkingen minimaal 4
min. wachten, tot de spanning
is afgebouwd.
Installatie tegen opnieuw inschakelen
beveiligen.
!Opgelet
Door elektrostatische ontlading
kunnen elektronische modules
beschadigd worden.
Voor de werkzaamheden
geaarde objecten, bijv. verwar-
mings- of waterleidingen, aanra-
ken om de statische lading af te
leiden.
Veiligheidsvoorschriften
Veiligheidsinstructies
5623 910 NL
3
Reparatiewerkzaamheden
!Opgelet
De reparatie van onderdelen met
een veiligheidstechnische functie
brengt de veilige werking van de
installatie in gevaar.
Defecte onderdelen moeten door
originele onderdelen van
Viessmann worden vervangen.
Extra componenten, reserveonderde-
len en slijtende onderdelen
!Opgelet
Reserveonderdelen en slijtende
onderdelen die niet met de instal-
latie zijn getest, kunnen de wer-
king nadelig beïnvloeden. De
montage van componenten die
niet zijn toegestaan evenals de
wijziging en ombouw zonder toe-
stemming kan de veilige werking
nadelig beïnvloeden en de
garantie beperken.
Bij vervanging uitsluitend origi-
nele onderdelen van Viessmann
of door Viessmann goedge-
keurde onderdelen gebruiken.
Veiligheidsvoorschriften
Veiligheidsinstructies (vervolg)
5623 910 NL
4
Montagehandleiding
Montagehandleiding
Gebruik conform het doel van de installatie......................................................... 6
Vereisten voor aansluitingen door de installateur................................................ 7
Overzicht van de mogelijke installatieschema's................................................... 9
Aanduidingen in installatievoorbeelden 10................................................................
Installatievoorbeeld 1, ID: 4605088_1202_06 10......................................................
Installatievoorbeeld 2, ID: 4605444_1201_02 15......................................................
Montageverloop
Warmtepomp opstellen 22........................................................................................
Hydraulisch aansluiten 37.........................................................................................
Elektrisch aansluiten 40............................................................................................
Netaansluitkabels aansluiten................................................................................ 57
Aansluiting op klemmen X3.8/X3.9 maken........................................................... 65
Warmtepomp sluiten 66............................................................................................
Servicehandleiding
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud 67..................................
Aanvullende info over de stappen 68........................................................................
Storingen oplossen
Reparatie 86..............................................................................................................
Onderdeellijsten type BWT
Onderdeellijsten type BWT................................................................................... 98
Overzicht van de bouwgroepen............................................................................ 99
Onderdelen zonder afbeelding 100.............................................................................
Behuizing.............................................................................................................. 100
Elektrische uitrusting 102............................................................................................
Warmtepompmodule 106............................................................................................
Hydraulica 108............................................................................................................
Boiler 110....................................................................................................................
Onderdelenlijsten type BWT-NC
Onderdelenlijsten type BWT-NC 112..........................................................................
Overzicht van de bouwgroepen............................................................................ 113
Onderdelen zonder afbeelding 114.............................................................................
Behuizing.............................................................................................................. 114
Elektrische uitrusting 116............................................................................................
Warmtepompmodule 120............................................................................................
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
5623 910 NL
5
Hydraulica 122............................................................................................................
Boiler 124....................................................................................................................
Protocollen
Protocol van de hydraulische parameters 126............................................................
Protocol van de regelingsparameters................................................................... 126
Technische gegevens........................................................................................ 135
Appendix
Opdracht tot eerste inbedrijfstelling 141......................................................................
Conformiteitverklaring
Conformiteitsverklaring......................................................................................... 142
Index.................................................................................................................... 143
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave (vervolg)
5623 910 NL
6
Het toestel mag volgens de regelgeving
enkel geïnstalleerd en gebruikt worden
in gesloten verwarmingssystemen con-
form EN 12828, rekening houdend met
de bijbehorende montage-, service- en
gebruiksaanwijzingen.
Afhankelijk van de uitvoering kan het
toestel uitsluitend voor de volgende
doeleinden worden gebruikt:
■ Kamerverwarming
■ Kamerkoeling
■ Tapwateropwarming
Met bijkomende componenten en acces-
soires kan de functieomvang uitgebreid
worden.
Gebruik van het toestel volgens de regel-
geving impliceert dat een stationaire
installatie in combinatie met installatie-
specifiek toegelaten componenten werd
uitgevoerd.
Het gebruik in bedrijven of industrie voor
een ander doel als voor de verwarming/
koeling van gebouwen of van tapwater
geldt als niet volgens de voorschriften.
De fabrikant kan ander gebruik eventu-
eel vrijgeven.
Verkeerd gebruik van het toestel resp.
ondeskundige bediening (bijv. wanneer
de gebruiker het toestel opent) is verbo-
den en leidt tot aansprakelijkheidsuitslui-
ting. Van verkeerd gebruik is sprake
wanneer de functie volgens de regelge-
ving van componenten in het verwar-
mingssysteem wordt gewijzigd.
Opmerking
Het toestel is uitsluitend bedoeld voor
huishoudelijk gebruik, d.w.z. dat ook niet
geïnstrueerde personen het apparaat
veilig kunnen bedienen.
Montagehandleiding
Gebruik conform het doel van de installatie
5623 910 NL
7
D E
F
G
A
D E GF
A
B
C
AWarm water
BCirculatie
CKoud water
DRetour primair circuit (brine-uitgang
warmtepomp)
Montagehandleiding
Vereisten voor aansluitingen door de installateur
5623 910 NL
Montage
8
EAanvoer primair circuit (brine-
ingang warmtepomp)
FAanvoer secundair circuit (CV-
water)
GRetour secundair circuit (CV-water)
1. Verwarmings- en tapwateraansluitin-
gen voorbereiden.
Verwarmingsinstallatie spoelen.
Aansluiting van hydraulische lei-
dingen D t/m G:
Lokale aansluiting:
Rechte leidingstukken (meegele-
verd) gebruiken.
Met aansluitset primair circuit/
secundair circuit (accessoires):
leidingbochten uit aansluitset
gebruiken.
2. Elektrische aansluitingen voorberei-
den.
Kabellengten:
Vereiste kabellengtes in het toestel
minus wandafstand:
2,0 m
Hoogte wanduitgang:
1850 mm (zie ”Ontwerphandleiding
voor warmtepompen”)
Aanbevolen netaansluitkabels:
Type BWT/BWT-NC 331.A06 331.A08 331.A10
Warmtepompregeling 230 V~
Kabeldoorsnede
Zonder blokkering door energiebe-
drijf
3 x 1,5 mm23 x 1,5 mm23 x 1,5 mm2
Met blokkering door energiebedrijf 5 x 1,5 mm25 x 1,5 mm25 x 1,5 mm2
Compressor
Kabeldoorsnede
400 V~ 5 x 2,5 mm25 x 2,5 mm25 x 2,5 mm2
230 V~ 3 x 4 mm23 x 4 mm23 x 4 mm2
Maximale kabellengte 25 m 25 m 25 m
CV-water-doorstroomtoestel
8,8 kW
Kabeldoorsnede
400 V~ 5 x 2,5 mm25 x 2,5 mm25 x 2,5 mm2
230 V~ 7 x 2,5 mm27 x 2,5 mm27 x 2,5 mm2
Maximale kabellengte 25 m 25 m 25 m
Montagehandleiding
Vereisten voor aansluitingen door de… (vervolg)
5623 910 NL
9
In onderstaande tabel staat een over-
zicht van mogelijke installatiesche-alle
ma's.
Installatieschema's
Compo-
nent
Installatieschema
01234567891011
CV-circuit
A1/VC1 — X X — — X X — — X X
M2/VC2 X X X X X X X X —
M3/VC3 — — — — — — — X X X X
Warmwaterboiler
X X X X X X
Stookwaterbuffer
X X X X X X X X 0 0
Stookwater-doorstroomtoestel
XXXXXXXXXXX—
Zwembad
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Koeling
A1/VC1 — — — — 0 0 0 0 0 0
M2/VC2 — — — 0 0 0 0 0 0 0 0
M3/VC3 — — — — — — — 0 0 0 0
SKK —0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
IJsbuffer zonne-absorber
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Energiemeter, 1-fasig/3-fasig
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Vitovent
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
X Component geselecteerd.
0Component kan toegevoegd wor-
den.
Montagehandleiding
Overzicht van de mogelijke installatieschema's
5623 910 NL
Montage
10
2
2
[H
[YF
oR
iE
oE oP
oQ
oW
oE
oEoE
Installatievoorbeeld 1, ID: 4605088_1202_06
Opmerking
Dit schema is een voorbeeld zonder
afsluit- en veiligheidsvoorzieningen. Het
vervangt niet het vakkundige ontwerp ter
plaatse.
Montagehandleiding
Aanduidingen in installatievoorbeelden
5623 910 NL
11
Hydraulisch installatieschema
P1
P1
P1
P1P1
21
20
22
27
90
KW
WW
94
--2/X3.8;3.9--
37
--2/212.3--
4
1
12
13
3
2
P1
P1
P1
P1P1
--X3.8;3.9--
--212.3--
--211.2--
--230 V--
--F0--
--KM-BUS--
--2/211.2--
--2/F0--
83
--2/X4.1;2--
89
--2/F14--
--F14--
--X4.1;2--
91
92
--2/145--
A1
Pos. Omschrijving
Warmtegenerator
1
2
Compact warmtepomptoestel Vitocal 333-G, type BWT-NC met:
geïntegreerde regeling Vitotronic 200, type WO1C
Primaire pomp
Secundaire pomp
3-weg-omschakelklep ”Stoken/tapwaterverwarming”
Geïntegreerde componenten voor ”natural cooling”
■ Warmwaterboiler
■ Boilertemperatuursensor
3Buitentemperatuursensor ATS
4Stookwater-doorstroomtoestel
qW Veiligheidsgroep
qE Expansievat CV-circuit
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 1, ID: 4605088_1202_06 (vervolg)
5623 910 NL
Montage
12
Pos. Omschrijving
Primair circuit
wP Brine-accessoirepakket
wQ Pressostaat primair circuit
wW Brineverdeler voor aardsonden / aardcollectoren
wU Aardsonde/aardcollector
Tapwateropwarming
eU Aansluitset met tapwatercirculatiepomp ZP
Koelfunctie ”natural cooling” (NC)
iE Vocht-opbouwschakelaar
iO Aanvoertemperatuursensor VTS NC
CV-circuit zonder mengklep A1
oP Vloerverwarmingcircuit
oQ Afstandsbediening Vitotrol
oW Overstortklep
oR Temperatuurbewaker als maximumtemperatuurbegrenzing voor vloerver-
warming
Uitvoering met dompelsensor
of
Uitvoering met klemsensor
Elektrisch installatieschema
Overzicht van de elektrische aansluitin-
gen en meer informatie over de printpla-
ten, zie vanaf pagina 43 en aparte ser-
vicehandleiding warmtepompregeling
Vitotronic 200.
Informatie over de netaansluiting zie
pagina 57.
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 1, ID: 4605088_1202_06 (vervolg)
5623 910 NL
13
230 V / 50 Hz
2
211.2
X2.N
X1. UP A1
212.3
X2.N
X1. ZP 37
94
X1.1
X2.1
X3.18
230 V / 50 HzN
L1
X3.8
X1. 230 V; 0,5 A 21
X3.9
<16 A
130 W
50 W
20
211.5
X2.N
X1. 230 V / 50 Hz
N
L1 NC
M
1~
M
1~
2
Laagspanning
F0
VTS NC 89
ATS 3
F14
1
2
145
HK A1 91
2
1
83
X4.1
X4.2
NC
NTC 10 kΩ
NTC 10 kΩ
V
L3
3 / PE
400 V, 50 Hz L3
M
L1 L1
L2L2
PE
VNetaansluitingklemmen voor com-
pressor 400 V~
3 / N / PE
400 V/ 50 Hz
M
L2
L3
L1
N2
L2
L3
L1
N3
N1
PE
PE
Netaansluiting CV-water-doorstroom-
toestel 400 V~
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 1, ID: 4605088_1202_06 (vervolg)
5623 910 NL
Montage
14
Vereiste parameterinstellingen
Oproepen van het ”codeerniveau 1”
voor de instelling van de parameters zie
Inbedrijfstelling-assistent pagina 75 en
pagina 78.
Parameter Instelling
”Installatiedefinitie”
”Installatieschema 7000” ”2”
Warmwaterbereiding:
”Tijdprogramma warmwaterbereiding” Tijdprogramma instellen
(zie bedieningshandlei-
ding)
”Tijdprogramma circulatie”
(indien tapwatercirculatiepomp aanwezig)
Tijdprogramma instellen
(zie bedieningshandlei-
ding)
”Warm water”
”Vrijgave extra verwarmingen voor warmwaterberei-
ding 6014”
”1”
”Vrijgave elektrische verwarmingen voor warmwa-
terbereiding 6015
”1”
CV-water-doorstroomtoestel:
”Extra elektr. verwarming”
”Vrijgave stookwater-doorstroomtoestel 7900 ”1”
”Vrijgave stookwater-doorstroomtoestel voor ka-
merverwarming 7902
”0”
Tijdprogramma instellen”Tijdprogramma Elektrische verwarming”
(zie bedieningshandlei-
ding)
”Koeling”
”Koelfunctie 7100” ”1”
”Koelcircuit 7101 ”1”
Afstandsbedieningen (indien aanwezig):
”CV-circuit 1”
”Afstandsbediening 2003 ”1”
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 1, ID: 4605088_1202_06 (vervolg)
5623 910 NL
15
Opmerking
Dit schema is een voorbeeld zonder
afsluit- en veiligheidsvoorzieningen. Het
vervangt niet het vakkundige ontwerp ter
plaatse.
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 2, ID: 4605444_1201_02
5623 910 NL
Montage
16
Hydraulisch installatieschema
P1P2
P1P2
P1
21
20
22
27
KW
WW
--2/X3.8;3.9--
37
--2/212.3--
4
1
12
13
3
2
P1
--X3.8;3.9--
--212.3--
--230 V--
--F0--
--F13--
-KM-BUS-
--2/F0--
61
96
90
91 71
70
73
74
76
77
60
--2/F4--
--2/212.2--
--2/F12--
--2/225.1--
--74/20--
-2/225.2;3-
--F4--
--212.2--
--F12--
--225.1--
--225.2;3-- --20--
--52--
--230 V--
--2--
-KM-BUS-
-105/2-
-105/20-
-105/52-
105
101
100
103
106
107
104
-105/20-
83
--80/X4.1;2--
85
84 82 81
80
--2/211.5--
--211.5--
8
--145--
--145--
--145--
-8/145- -8/145-
-8/145-
A1 M2
M3
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 2, ID: 4605444_1201_02 (vervolg)
5623 910 NL
17
Pos. Omschrijving
Warmtegenerator
1
2
Compact warmtepomptoestel Vitocal 333-G, type BWT met:
geïntegreerde regeling Vitotronic 200, type WO1C
Primaire pomp
Secundaire pomp
3-weg-omschakelklep ”Stoken/tapwaterverwarming”
■ Warmwaterboiler
■ Boilertemperatuursensor
3Buitentemperatuursensor ATS
4Stookwater-doorstroomtoestel
8KM-BUS-verdeler
qW Veiligheidsgroep
qE Expansievat CV-circuit
Primair circuit
wP Brine-accessoirepakket
wQ Pressostaat primair circuit
wW Brineverdeler voor aardsonden / aardcollectoren
wU Aardsonde/aardcollector
Tapwateropwarming
eU Aansluitset met tapwatercirculatiepomp ZP
Stookwaterbuffer
zP Stookwaterbuffer
zQ Buffertemperatuursensor PTS
CV-circuit met mengklep M2
uP Vloerverwarmingscircuit M2 met mengklep aangestuurd door de warmte-
pompregeling
uQ Afstandsbediening Vitotrol
uE Aanvoertemperatuursensor VTS
uR Temperatuurbewaker als maximumtemperatuurbegrenzing voor vloerver-
warming
Uitvoering met dompelsensor
of
Uitvoering met klemsensor
uZ CV-pomp
uU 3-weg mengklep CV-circuit M2
Mengklepmotor voor 3-weg-mengklep
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 2, ID: 4605444_1201_02 (vervolg)
5623 910 NL
Montage
18
Pos. Omschrijving
Koelfunctie ”natural cooling” (NC)
iP NC-box met mengklep
iQ 3-weg-omschakelklep
iW Secundaire koelcircuitpomp
iE Dauwpuntsensor
iR Primaire koelcircuitpomp
iT Koelcircuitmengklep / mengklepmotor aan primaire zijde
CV-circuit zonder mengklep A1
oP Radiatorcircuit
oQ Afstandsbediening Vitotrol
oZ CV-pomp
CV-circuit met mengklep M3
q-P Vloerverwarmingscircuit M3 met mengklep, aangestuurd via KM-BUS
q-Q Afstandsbediening Vitotrol
q-E Aanvoertemperatuursensor VTS
q-R Temperatuurbewaker als maximumtemperatuurbegrenzing voor vloerver-
warming
Uitvoering met dompelsensor
of
Uitvoering met klemsensor
q-T Uitbreidingsset mengklep
q-Z CV-pomp
q-U 3-weg mengklep CV-circuit M2
Mengklepmotor voor 3-weg-mengklep
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 2, ID: 4605444_1201_02 (vervolg)
5623 910 NL
19
Elektrisch installatieschema
Overzicht van de elektrische aansluitin-
gen en meer informatie over de printpla-
ten, zie vanaf pagina 43 en aparte ser-
vicehandleiding warmtepompregeling
Vitotronic 200.
Informatie over de netaansluiting zie
pagina 57.
230 V / 50 Hz
2
212.2
X2.N
X1. UP A1
212.3
X2.N
X1. ZP 37
X1.1
X2.1
X3.18
230 V / 50 HzN
L1
X3.8
X1. 230 V; 0,5 A 21
X3.9
<16 A
100 W
50 W
96
225.1
X2.N
X1. UP M2
74
100 W
20
77M2
OPEN
DICHT
X2.N
X1.
225.3
225.2
76
X3.4
X3.3
15
M
1~
M
1~
M
1~
M
1~
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 2, ID: 4605444_1201_02 (vervolg)
5623 910 NL
Montage
20
2
Laagspanning
F4
PTS
NTC 10 kΩ
61
1
2
145 145
8
145 145
80
X4.1
X4.2
83
211.5
X2.N
X1.
X2.3
X5.
X2.4
X2.1
X5.
X2.2
230 V / 50 Hz
NC
230 V / 50 Hz
N
L1
145
40
145
52
21
2
N
L
UP M3
M
1~
M3
VTS M3
20
230 V / 50 Hz
1
2
1 / N / PE
NTC 10 kΩ
20
100 W
145
145
HK M2 71
1
2
HK A1 91
1
2
145
HK M3
1
2101
105
106
104
107
103
VTS M2 73
NTC 10 kΩ
F12
F0
ATS
NTC 10 kΩ
3
2
L
N
HK M3
KM-bus-verdeler 24 V
1
3
2
1
3
2
1
3
2
1
3
2
1
3
2
1
3
2
1
3
2
L
N
N
M
1~
V
L3
3 / PE
400 V, 50 Hz L3
M
L1 L1
L2L2
PE
VNetaansluitingklemmen voor com-
pressor 400 V~
3 / N / PE
400 V/ 50 Hz
M
L2
L3
L1
N2
L2
L3
L1
N3
N1
PE
PE
Netaansluiting CV-water-doorstroom-
toestel 400 V~
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 2, ID: 4605444_1201_02 (vervolg)
5623 910 NL
21
Vereiste parameterinstellingen
Oproepen van het ”codeerniveau 1”
voor de instelling van de parameters zie
Inbedrijfstelling-assistent pagina 75 en
pagina 78.
Parameter Instelling
”Installatiedefinitie”
”Installatieschema 7000” ”10”
Warmwaterbereiding:
”Tijdprogramma warmwaterbereiding” Tijdprogramma instellen
(zie bedieningshandlei-
ding)
”Tijdprogramma circulatie”
(indien tapwatercirculatiepomp aanwezig)
Tijdprogramma instellen
(zie bedieningshandlei-
ding)
”Warm water”
”Vrijgave extra verwarmingen voor warmwaterberei-
ding 6014”
”1”
”Vrijgave elektrische verwarmingen voor warmwa-
terbereiding 6015
”1”
CV-water-doorstroomtoestel:
”Extra elektr. verwarming”
”Vrijgave stookwater-doorstroomtoestel 7900 ”1”
”Vrijgave stookwater-doorstroomtoestel voor ka-
merverwarming 7902
”0”
Tijdprogramma instellen”Tijdprogramma Elektrische verwarming”
(zie bedieningshandlei-
ding)
”Stookwaterbuffer”
”Vrijgave buffer / open verdeler 7200” ”1”
”Koeling”
”Koelfunctie 7100” ”2”
Afstandsbedieningen (indien aanwezig):
”CV-circuit 1”
”Afstandsbediening 2003 ”1”
”CV-circuit 2”
”Afstandsbediening 3003 ”1”
”CV-circuit 3”
”Afstandsbediening 4003 ”1”
Montagehandleiding
Installatievoorbeeld 2, ID: 4605444_1201_02 (vervolg)
5623 910 NL
Montage
22
Eisen aan de installatieruimte
!Opgelet
De installatieruimte moet droog
en vorstvrij zijn.
Een omgevingstemperatuur van
0 tot 35 ºC garanderen.
!Opgelet
Explosiegevaar door stof, gas-
sen, dampen
in de installatieruimte vermijden.
!Opgelet
Toegestane vloerbelasting res-
pecteren.
Toestel horizontaal uitlijnen.
Als oneffenheden in de vloer
met stelpoten moeten worden
gecompenseerd (maximaal
10 mm), moet de drukbelasting
op de stelpoten gelijkmatig
worden verdeeld.
Houd rekening met het totaal-
gewicht (zie tabel).
Totaalgewicht met gevulde warmwa-
terboiler
Type Gewicht in kg
BWT
331.A06 419
331.A08 419
331.A10 426
BWT-NC
331.A06 424
331.A08 424
331.A10 431
Minimaal kamervolume (conform EN 378):
Type BWT/BWT-NC Minimaal kamervolume
in m3
Oppervlak in m2
331.A06 6,1 2,6
331.A08 5,3 2,2
331.A10 4,8 2,0
Montageverloop
Warmtepomp opstellen
5623 910 NL
23
Minimale afstanden Minimale kamerhoogte h
Montage h in mm
aansluitset voor-Zonder
montage / tapwater (acces-
soire)
2000
aansluitset voormon-Met
tage / tapwater (accessoi-
re)
2100
Ontwerpinstructies in acht
nemen.
Ontwerphandleiding Vitocal
Binnen brengen
Voor het naar binnen brengen kunt u de
boilermodule eraf nemen (zie vanaf
pagina 24). Bovendien kan de warm-
tepompmodule worden gedemonteerd
(zie pagina 30).
!Opgelet
Schade aan het toestel tijdens
het transport vermijden.
Bovenzijde toestel, front en zij-
wanden belasten.niet
!Opgelet
Sterke helling van de compressor
in de warmtepomp leidt tot
schade aan het toestel doordat
smeermiddel in het koelcircuit
kan terechtkomen.
Kantelhoek max. 45°.
Montageverloop
Warmtepomp opstellen (vervolg)
5623 910 NL
Montage
24
Boilermodule eraf nemen
Montageverloop
Warmtepomp opstellen (vervolg)
5623 910 NL
25
sG
sH
lJ
aYH
Montageverloop
Warmtepomp opstellen (vervolg)
5623 910 NL
Montage
26
aCH
Montageverloop
Warmtepomp opstellen (vervolg)
5623 910 NL
27
Montageverloop
Warmtepomp opstellen (vervolg)
5623 910 NL
Montage
28
Montageverloop
Warmtepomp opstellen (vervolg)
5623 910 NL
29
Montageverloop
Warmtepomp opstellen (vervolg)
5623 910 NL
Montage
30
Warmtepompmodule demonteren
Type BWT
Montageverloop
Warmtepomp opstellen (vervolg)
5623 910 NL
31
?aJ
sH
kK
aYH
sG
lJ
Montageverloop
Warmtepomp opstellen (vervolg)
5623 910 NL
Montage
32
Type BWT-NC
Montageverloop
Warmtepomp opstellen (vervolg)
5623 910 NL
33
aJ
?
sH
kK
aYH
sG
lJ
Montageverloop
Warmtepomp opstellen (vervolg)
5623 910 NL
Montage
34
Montage en in aanmerking te nemen afdichtingvlakken
A
1. Warmtepompmodule monteren in
omgekeerde volgorde met
pagina 30.
Bij de buisdoorvoeringen op de juiste
plaats van de doorvoertules A let-
ten.
Doorvoertules A eventueel met
afdichtband afdichten.
2. Boilermodule monteren in omge-
keerde volgorde met pagina 24.
!Opgelet
Dichte hydraulische verbin-
dingen tussen warmtepomp-
en boilermodule maken.
Juiste montage van de mon-
tageplaat C in acht nemen
(zie volgende afbeelding).
!Opgelet
Om schade door condenswa-
ter en sterke geluidsontwikke-
ling te vermijden
Behuizingdeur D afsluiten
(zie volgende afbeelding).
Opmerking
Door de isolatiemat staat de behui-
zingdeur een beetje naar voren.
!Opgelet
Toestel geluiddicht en diffu-
siedicht afsluiten.
Afdichtband van de zijplaten
moet dicht tegen de afdichtin-
gvlakken
B van de behuizing
liggen.
Montageverloop
Warmtepomp opstellen (vervolg)
5623 910 NL
35
BB
C
D
Transportbeveiliging
!Opgelet
Niet verwijderde transportbeveili-
gingen leiden tot trillingen en
sterke geluidsontwikkeling.
Transportbeveiligingen verwijde-
ren.
Montageverloop
Warmtepomp opstellen (vervolg)
5623 910 NL
Montage
36
Montageverloop
Warmtepomp opstellen (vervolg)
5623 910 NL
37
Primair/secundair circuit aansluiten
Meegeleverde leidingsstukken of
buisbochten uit aansluitset (acces-
soires) aansluiten
!Opgelet
Hydraulische verbindingen lek-
dicht aansluiten.
Bij de slangdoorvoeren op een
goede bevestiging van de door-
voertules letten, evt. met afdicht-
band afdichten (zie hoofd-
stuk ”Montage en kritieke afdich-
tingsvlakken”.
A
B
AMeegeleverde rechte leidingsstuk-
ken
BBuisbochten van aansluitset primair
circuit/secundair circuit (accessoi-
res, zie afzonderlijke montagehand-
leiding)
Montageverloop
Hydraulisch aansluiten
5623 910 NL
Montage
38
Primair circuit aansluiten
!Opgelet
De gebruikte onderdelen moeten
bestand zijn tegen het warmte-
overdrachtsmedia.
Geen verzinkte leidingen gebrui-
ken.
1. Primair circuit van expansievat en
veiligheidsklep voorzien (volgens
DIN 4757).
Opmerking
Het expansievat moet goedge-
keurd zijn volgens DIN 4807. De
membranen van het expansievat
en de veiligheidsklep moeten
geschikt zijn voor het warmte-
overdrachtsmedia
Afblaas- en afvoerleidingen moe-
ten in een vat uitmonden dat het
max. mogelijke expansievolume
van het warmte-overdrachtsmedia
kan opnemen.
2. Alle leidingdoorvoeringen door wan-
den isoleren tegen warmte en
geluid.
3. Primaire leidingen op de warmte-
pomp aansluiten.
4. Leidingen in het gebouw warmte- en
dampdiffusiedicht isoleren.
Secundair circuit aansluiten
FE
D C
Meegeleverde veiligheidsgroep
CManometer
DAansluiting G1
ESnelontluchter
FVeiligheidsklep
1. Secundair circuit lokaal van expan-
sievat en meegeleverde veiligheids-
groep voorzien (volgens DIN 4757).
Meegeleverde veiligheidsgroep aan
lokale leiding in de verwarmingswa-
terretour monteren
of
op de aansluitset primair circuit/
secundair circuit (accessoires).
Montagehandleiding aansluit-
set
2. Secundaire leidingen op de warmte-
pomp aansluiten.
Montageverloop
Hydraulisch aansluiten (vervolg)
5623 910 NL
39
3. Leidingen binnen het gebouw isole-
ren.
Opmerking
Bij vloerverwarmingscircuits moet een
temperatuurbewaker als maximum
temperatuurbegrenzing voor vloerver-
warming worden ingebouwd (zie
hoofdstuk ”Temperatuurbewaker als
maximum temperatuurbegrenzing
voor vloerverwarming aansluiten”)
Het minimumdebiet garanderen, bijv.
met overstortklep (zie hoofd-
stuk ”Technische gegevens”).
Tapwaterzijde aansluiten
Voor de tapwateraansluiting EN1717 opvolgen.
M
A
N
B
CLK
D
H
O
N
H P R H M OH
G
F
E
AWarm water
BCirculatiepomp
CTerugslagklep, veerbelast
DAansluitgedeelte warmtepomp
(bovenaanzicht)
EExpansievat, voor tapwater
geschikt
FZichtbare uitloop van de afblaaslei-
ding
GVeiligheidsklep
HAfsluitkraan
KDebietregelklep
LManometeraansluiting
MTerugstroomblokkering/buisschei-
der
NAftapklep
OKoud water
PTapwaterfilter
RDrukreduceer
Montageverloop
Hydraulisch aansluiten (vervolg)
5623 910 NL
Montage
40
Opmerking bij het tapwaterfilter
Volgens EN 1717 moet bij installaties
met leidingen van metaal een tapwater-
filter worden ingebouwd. Ook bij kunst-
stofleidingen moet volgens EN 1717 en
op ons advies een tapwaterfilter worden
gemonteerd zodat geen verontreinigin-
gen in de tapwaterinstallatie kunnen bin-
nendringen.
Veiligheidsklep
De warmwaterboiler met een veilig-
heidsklep beveiligen tegen ontoelaat-
baar hoge drukken.
Advies: veiligheidsklep boven de boiler
monteren. Hierdoor wordt de klep tegen
verontreiniging, verkalking en hoge tem-
peratuur beschermd. Bij werkzaamhe-
den aan de veiligheidsklep hoeft de
warmwaterboiler bovendien niet te wor-
den afgetapt.
CV-/koelcircuit aansluiten, indien nodig
Type BWT:
De aansluiting vindt plaats via de NC-
box (accessoires).
Type BWT-NC:
De componenten voor de koelfunctie
zijn in de warmtepomp ingebouwd.
Bij koeloppervlakken (bijv. vloerkoeling,
koelplafond) is een dauwpunt-lokale
sensor (accessoire) nodig.
Eisen aan dauwpuntsensor:
Elektrische aansluiting: 230 V~, 0,5 A
Montage in de te koelen ruimte op de
koelwateraanvoer (evt. isolatie verwij-
deren).
Behoren meerdere ruimten met ver-
schillende ruimteluchtvochtigheden
tot het koelcircuit, moeten meerdere
dauwpuntsensoren worden gemon-
teerd en in serie aangesloten.
Schakelcontacten als verbreekcon-
tacten.
Elektrisch aansluiten
Gevaar
Beschadigde kabelisolatie kan
tot letsel en schade aan het toe-
stel leiden.
Kabels zo aanleggen dat ze niet
tegen sterk warmtegeleidende,
vibrerende of scherpe onderde-
len liggen.
Gevaar
Ondeskundig uitgevoerde bedra-
dingen kunnen door elektrische
stroom aanleiding zijn voor ern-
stig letsel en materiële schade.
Montageverloop
Hydraulisch aansluiten (vervolg)
5623 910 NL
41
■ Laagspanningsleidingen
< 42 V en leidingen
> 42 V/230 V~/400 V~ geschei-
den van elkaar aanleggen.
Kabels kort voor de aansluit-
klemmen afstrippen en dicht bij
de betreffende klemmen bun-
delen.
Kabels met kabelbinders vast-
zetten.
Daarmee wordt gegarandeerd
dat bij storing, bijv. bij het losra-
ken van een ader, de aders niet
tegen de ernaast liggende span-
ningvoerende delen aankomen.
Opmerking
Als twee componenten op een gemeen-
schappelijke klem worden aangesloten,
moeten beide aders samen in één ader-
eindhuls worden geperst.
Elektrische kabels naar de aansluitruimte leggen
Kabels:
Vereiste kabellengtes in het toestel
minus wandafstand:
2,0 m
Hoogte wanduitgang:
1850 mm (zie ”Ontwerphandleiding
voor warmtepompen”)
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
5623 910 NL
Montage
42
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
5623 910 NL
43
Overzicht van de elektrische aansluitingen van de warmtepomp-
regeling
F
D
E
AB
sXD sXG
sYAsYS
?
C
aVG
sVA
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
5623 910 NL
Montage
44
AUitbreidingsprintplaat op basisprint-
plaat (zie pagina 48)
BBasisprintplaat (zie pagina 44)
F3 Zekering T 6,3 A
CRegelaar- en sensorprintplaat (zie
pagina 53)
Netaansluitklemmen (zie vanaf
pagina 57)
D
ERangeerprintplaat (zie pagina 50)
F1 Zekering T 6,3 A
X1 Klemmen voor aardleiding van
alle bijbehorende installatie-
componenten
X2 Klemmen voor neutrale leider
van bijbehorende installa-alle
tiecomponenten
FAanstuurmodule CV-water-door-
stroomtoestel (zie pagina 59)
Basisprintplaat (werkingscomponenten230 V~)
Opmerkingen bij de aansluitwaarden
Het aangegeven vermogen is het
geadviseerde aansluitvermogen.
De som van de vermogens van alle
direct op de warmtepompregeling
aangesloten componenten (bijvoor-
beeld pompen, kleppen, meldinrichtin-
gen, relais) mag 1000 W niet over-
schrijden.
Als het totale vermogen ≤ 1000 W is,
kan het afzonderlijke vermogen van
een component (bijv. pomp, klep,
meldinrichting, relais) groter dan
opgegeven worden gekozen. Daarbij
mag het schakelvermogen van het
overeenkomstige relais niet worden
overschreden.
De aangegeven stroomwaarde geeft
de max. schakelstroom van het scha-
kelcontact aan (totale stroom van 5 A
in acht nemen).
Vereiste parameters bij de inbedrijfstel-
ling instellen, zie vanaf pagina 75.
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
5623 910 NL
45
Stekker sYA
Klemmen Werking Verklaring
211.2 Secundaire pomp Bij installatie zonder stookwaterbuffer
is verder geen CV-pomp nodig (zie
klem 212.2)
Thermostaat als maximumtempera-
tuurbegrenzing voor vloerverwar-
mingscircuit (indien aanwezig) in serie
aansluiten (zie volgende hoofdstuk)
Aansluitwaarden
Vermogen: 130 W
Spanning: 230 V~
Maximale schakelstroom: 4(2) A
Secundaire pomp in de fabriek aangeslo-
ten, thermostaat door de installateur aan
te sluiten.
211.5
NC
Aansturing koeling
NC-functie (”natural coo-
ling”)
Type BWT:
Aansluiting door installateur: NC-Box of
door installateur geleverde componenten
voor NC-koeling.
Type BWT-NC:
Af fabriek aangesloten.
Aansluitwaarden
Vermogen: 10 W
Spanning: 230 V~
Maximale schakelstroom: 4(2) A
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
5623 910 NL
Montage
46
Stekker sYS
Klemmen Functie Verklaring
212.2 Pomp CV-circuit zonder
mengklep (A1/VC1)
Als er een warmwaterbuffer aanwezig
is, wordt deze pomp aanvullend op de
secundaire pomp aangesloten.
Thermostaat als maximumtempera-
tuurbegrenzing voor vloerverwarming
(indien aanwezig) in serie aansluiten
(zie volgende hoofdstuk)
Aansluitwaarden
Vermogen: 100 W
Spanning: 230 V~
Max. schakelstroom: 4(2) A
212.3 Tapwatercirculatiepomp Aansluitwaarden
Vermogen: 50 W
Spanning: 230 V~
Max. schakelstroom: 4(2) A
Thermostaat als maximumtemperatuurbegrenzing voor vloerverwarming aan-
sluiten
Aansluiting van een thermostaat B
algemeen
C
B
?
A
Aansluiting van de thermostaat,
bestelnummer 7151 728, 7151 729 B
C
B
?
A
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
5623 910 NL
47
CV-circuit zonder mengklep A1/
VC1
Aansluiting
A op de re-
geling
Circulatiepomp C
Zonder verwarmingswaterbuffer 211.2 Secundaire pomp
Met verwarmingswaterbuffer 212.2 CV-pomp A1/VC1
Aansluiting van de thermostaat
(bestelnummer 7151 728, 7151 729
B) op de uitbreidingset mengklep
C
B
A
AStekker , op uitbreidingsset
mengklep steken.
BThermostaat
CCV-pomp bij verwarmingscircuit
met mengklep
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
5623 910 NL
Montage
48
Uitbreidingsprintplaat op basisprintplaat (bedrijfscomponenten
230 V~)
Opmerkingen bij de aansluitwaarden
Het aangegeven vermogen is het
geadviseerde aansluitvermogen.
De som van de vermogens van alle
direct op de warmtepompregeling
aangesloten componenten (bijvoor-
beeld pompen, kleppen, meldinrichtin-
gen, relais) mag 1000 W niet over-
schrijden.
Als het totale vermogen ≤ 1000 W is,
kan het afzonderlijke vermogen van
een component (bijv. pomp, klep,
meldinrichting, relais) groter dan
opgegeven worden gekozen. Daarbij
mag het schakelvermogen van het
overeenkomstige relais niet worden
overschreden.
De aangegeven stroomwaarde geeft
de max. schakelstroom van het scha-
kelcontact aan (totale stroom van 5 A
in acht nemen).
Vereiste parameters bij de inbedrijfstel-
ling instellen, zie vanaf pagina 75.
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
5623 910 NL
49
Stekker sXD
Klemmen Functie Verklaring
223.1
223.2
U
Algemene storingsmelding Spanningsloos contact:
gesloten: Fouten
Geopend: Geen fout
Niet voor veiligheidslaagspanning ge-
schikt.
Aansluitwaarden (contactbelasting):
Spanning: 230 V~
Max. schakelstroom: 4(2) A
Opmerking
Geen parametrering nodig.
Het contact geeft een korte impuls bij
het inschakelen van de netvoeding. Im-
puls bij verwerking van de melding via
communicatietechniek respecteren.
Verzamelstoringsmelding
A
AKlemmen op uitbreidingsprintplaat
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
5623 910 NL
Montage
50
Stekker sXG
Klemmen Functie Verklaring
225.1
r
CV-pomp van het CV-cir-
cuit met mengklep M2/VC2
Thermostaat als maximumtemperatuur-
begrenzing voor vloerverwarmingscircuit
(indien aanwezig) in serie aansluiten.
Aansluitwaarden:
Vermogen: 100 W
Spanning: 230 V~
Max. schakelstroom: 4(2) A
225.2 Aansturing van de meng-
klepmotor CV-circuit M2/
VC2
Signaal mengklep DICHT
Aansluitwaarden:
Vermogen: 10 W
Spanning: 230 V~
Max. schakelstroom: 0,2(0,1) A
225.3 Aansturing van de meng-
klepmotor CV-circuit M2/
VC2
Signaal Mengklep OPEN
Aansluitwaarden:
Vermogen: 10 W
Spanning: 230 V~
Max. schakelstroom: 0,2(0,1) A
Rangeerprintplaat (Meld- en veiligheidsaansluitingen)
Vereiste parameters bij de inbedrijfstel-
ling instellen, zie vanaf pagina 75.
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
5623 910 NL
51
Klemmen Werking Verklaring
X3.1 Fase geschakeld
X3.2
X3.14
of aan externe
uitbreiding
EA1
Signaal ”Extern blokke-
ren” (extern blokkeren
van compressor en pom-
pen, mengkleppen in re-
gelwerking of DICHT)
Opmerking
Vorstbescherming van
de installatie eventueel
niet gegarandeerd.
Potentiaalvrije nodig:sluiter
Gesloten: blokkering actief
Geopend: geen blokkering
Schakelvermogen 230 V, 2 mA
Opmerking
Deze en andere externe functies zoals
bijvoorbeeld externe gewenste waar-
den kunnen alternatief via de externe
uitbreiding EA1 worden aangesloten.
Montagehandleiding ”Externe
uitbreiding EA1
X3.3
X3.4
Stromingsbewaker Potentiaalvrije nodig:sluiter
Gesloten: warmtepomp in werking
Geopend: warmtepomp uit bedrijf
Schakelvermogen 230 V, 0,15 A
Bij aansluiting brug verwijderen.
X3.6
X3.7
Blokkering door energie-
bedrijf
Potentiaalvrije nodig:opener
Gesloten: geen blokkering (veiligheids-
circuit vrij)
Geopend: blokkering actief
Schakelvermogen 230 V, 0,15 A
Bij aansluiting brug verwijderen.
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
5623 910 NL
Montage
52
Klemmen Werking Verklaring
Opmerking
Geen parametrering nodig.
De compressor wordt ”hard” uitgescha-
keld zodra het contact opengaat.
Door het signaal van het contact ener-
giebedrijf (blokkering door energiebe-
drijf) wordt gezorgd voor uitschakeling
van de spanning van het betreffende
onderdeel (afhankelijk van het energie-
bedrijf).
Voor het stookwater-doorstroomele-
ment kunnen de uit te schakelende
trappen worden gekozen (parame-
ter ”Vermogen voor verwarmingwa-
ter-doorstroomelement voor blokke-
ring 790A door energiebedrijf”).
De netaansluiting van de warmtepomp-
regeling (3 x 1,5 mm2) en de leiding
voor het blokkeringsignaal energiebe-
drijf kunnen in een 5-aderige leiding
worden samengebracht.
Zie voor verdere informatie over de
blokkering door het energiebedrijf
hoofdstuk ”Elektrische aansluiting”.
X3.8
X3.9
Pressostaat primair cir-
cuit
en/of
Potentiaalvrije nodig:opener
Gesloten: Veiligheidscircuit vrij
Geopend: veiligheidscircuit onderbro-
ken, warmtepomp uit bedrijf
Schakelvermogen 230 V~, 0,15 A
Aansluiting:
Serieschakeling bij aanwezigheid bei-
de veiligheidscomponenten
Brug plaatsen bij afwezigheid veilig-
heidscomponenten
Vorstbeveiligingsther-
mostaat
of
Brug
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
5623 910 NL
53
Klemmen Werking Verklaring
X3.12
X3.13
of aan externe
uitbreiding
EA1
Signaal ”Externe aan-
vraag”(extern inschake-
len van compressor en
pompen, mengklep in re-
gelwerking of OPEN,
omschakelen van de be-
drijfsstatus van meerde-
re installatiecomponen-
ten)
Potentiaalvrije nodig:sluiter
Gesloten: vraag
Geopend: geen vraag
Schakelvermogen 230 V, 2 mA
Opmerking
Deze of andere externe functies zoals
bijvoorbeeld externe gewenste waar-
den kunnen alternatief via de externe
uitbreiding EA1 worden aangesloten.
Montagehandleiding ”Externe
uitbreiding EA1
X3.18
X2.1
X1.1
Netaansluiting warmte-
pompregeling 230 V~
Zie hoofdstuk ”Netaansluiting”.
Regelaar- en sensorprintplaat (Sensoren)
Vereiste parameters bij de inbedrijfstel-
ling instellen, zie vanaf pagina 75.
Stekker Sensor Type
F0.1/F0.2 Buitentemperatuursensor NTC 10 kΩ
F0.2/F0.3 Draadloze tijdmodule DCF
F4 Buffertemperatuursensor boven NTC 10 kΩ
F11 Dauwpuntsensor 24 V
Opmerking
Wanneer volgende dauwpuntsensoren bij koe-
ling worden gebruikt, brug plaatsen, zo niet dan
treedt de warmtepomp niet in werking (mel-
ding ” ”):CA veiligheidsinrichting. Primair
Type BWT: dauwpuntsensor van de NC-box of
de AC-box.
Type BWT-NC: dauwpuntsensor, aansluitin-
gen aan NC-printplaat.
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
5623 910 NL
Montage
54
Stekker Sensor Type
F12 Aanvoertemperatuursensor CV-circuit met
mengklep M2/VC2
NTC 10 kΩ
F13 Aanvoertemperatuursensor installatie (achter
CV-waterbuffer)
NTC 10 kΩ
F14 Aanvoertemperatuursensor koelcircuit (CV-cir-
cuit zonder mengklep A1/VC1 of apart koelcircuit
AKC)
NTC 10 kΩ
F16 Kamertemperatuursensor voor afzonderlijk koel-
circuit AKC (vereist) of voor CV-/koelcircuit zon-
der mengklep A1/VC1 (aanbevolen)
NTC 10 kΩ
aVG KM-BUS (aders verwisselbaar)
Indien meerdere van de volgende apparaten
worden aangesloten, KM-BUS-verdeler (optio-
neel) gebruiken.
Uitbreidingsset voor een CV-circuit met meng-
klep M2
Afstandsbediening Vitotrol 200A of
Vitotrol 300B (CV-circuittoewijzing aan de af-
standsbediening instellen)
Externe uitbreiding EA1
Communicatiepoort Vitocom 100
sVA Modbus 2 (aders verwisselbaar)niet
Aansluiting voor energiemeter enkelfasig of
driefasig.
J3 Brug voor afsluitweerstand Modbus 2
Afsluitweerstand actief (aflevertoestand).
Afsluitweerstand niet actief.
J4 Brug voor instelling Master/Slave Modbus 2
Warmtepompregeling is slave.
Warmtepompregeling is master (aflevertoe-
stand).
X18 Modbus 1
Aansluiting voor Vitovent 300-F
X24 Aansluiting communicatiemodule LON (zie mon-
tagehandleiding communicatiemodule LON)
X31 Stekkerpositie voor codeerstekker
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
5623 910 NL
55
Zwembadverwarming
Opmerking
Aansturing van de zwembadverwar-
ming gebeurt via de uitbreiding EA1
met KM-BUS.
Aansluitingen op uitbreiding EA1
alleen volgens de volgende afbeel-
ding maken.
Een filtercirculatiepomp kan vianiet
de warmtepompregeling worden aan-
gestuurd.
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
5623 910 NL
Montage
56
A
[{S [{{] f-][{A [{D
B
H
CD
F G
E
K
AUitbreiding EA1
BNetaansluiting 1/N/PE 230 V/50 Hz
CAftakdoos (door installateur te ver-
zorgen)
DZekeringen en vermogensrelais
voor de circulatiepomp van de
zwembadverwarming (accessoires)
EBrug
F3-weg-omschakelklep ”zwembad
(stroomloos: verwarming warmwa-
terbuffer)
GCirculatiepomp voor de zwembad-
verwarming (accessoire)
HTemperatuurregelaar voor zwem-
badtemperatuurregeling (potenti-
aalvrij contact: 230 V~, 0,1 A, acces-
soires)
KAansluiting op regelaar- en sensor-
printplaat
Montageverloop
Elektrisch aansluiten (vervolg)
5623 910 NL
57
Scheidingsinrichtingen voor niet-
geaarde geleiders
De hoofdschakelaar (indien aanwe-
zig) moet gelijktijdig alle ongeaarde
geleiders met een contactopening van
minimaal 3 mm van het net scheiden.
Bovendien raden wij aan een univer-
sele stroomgevoelige aardlekschake-
laar (RCD) type B te installe-
ren voor gelijkstroom(storingen), die
kunnen ontstaan door energie-effi-
ciënte bedrijfsmiddelen.
Aardlekschakelaars (RCD) type A
mogen gebruikt worden, verwen-niet
det werden, ook niet voor de aardlek-
schakelaar (RCD) type B geschakeld
zijn.
Als er hoofdschakelaar wordtgeen
geplaatst, moeten alle ongeaarde
geleiders door de voorgeschakelde
aardlekschakelaar met een contact-
opening van minstens 3 mm van het
net worden gescheiden.
Gevaar
Ondeskundig uitgevoerde elektri-
sche installaties kunnen tot letsel
door elektrische stroom en
schade aan het toestel leiden.
De netaansluiting en veiligheids-
maatregelen (bijv. aardlekscha-
kelaar) moeten volgens de vol-
gende voorschriften worden uit-
gevoerd:
IEC 60364-4-41
■ NEN-voorschriften
Technische aansluitvoorwaar-
den van het plaatselijke ener-
giebedrijf
Gevaar
Ontbrekende aarding van instal-
latiecomponenten kan bij een
elektrisch defect door elektrische
stroom tot ernstige verwondingen
leiden.
Toestel en leidingen moeten met
de equipotentiaalverbinding van
het huis verbonden zijn.
Gevaar
Verkeerde aansluiting van de
aders kan tot ernstig letsel en
schade aan het toestel leiden.
Aders ”L” en ”N” niet verwisse-
len.
In overleg met het energiebedrijf kun-
nen verschillende tarieven voor de
voeding van de laststroomkringen
worden overeengekomen.
Technische aansluitvoorwaarden van
het energiebedrijf respecteren.
Als compressor en/of verwarmingswa-
ter-doorstroomtoestel op laag tarief
worden gebruikt (blokkering door
energiebedrijf), moet ofwel nog een
leiding (bijv. 3 x 1,5 mm2) voor het
schakelcontact blokkering energiebe-
drijf van de meterkast naar de regeling
worden gelegd.
of
de leiding voor het schakelcontact
blokkering energiebedrijf en voor de
netaansluiting van de warmtepompre-
geling (3 x 1,5 mm2) worden in een 5-
aderige leiding samengevat.
Montageverloop
Netaansluitkabels aansluiten
5623 910 NL
Montage
58
De toewijzing van de blokkering door
het energiebedrijf (voor compressor
en/of verwarmingswater-doorstroom-
toestel) vindt plaats via het type aan-
sluiting en instelling aan de warmte-
pompregeling.
De blokkering van de netvoeding is in
Duitsland op max. 3 maal 2 uur binnen
een dag (24 h) begrensd.
De voeding voor de warmtepompre-
geling/elektronica zonder moet
blokkering van het energiebedrijf
plaatsvinden; uitschakelbare tarieven
mogen hier niet worden gebruikt.
In combinatie met eigen energiever-
bruik (eigen gebruik van de door de
fotovoltaïsche installatie geprodu-
ceerde stroom):
Opmerking
Tijdens de blokkering door het ener-
giebedrijf is de werking van de com-
pressor met eigen energieverbruik
niet mogelijk.
De netaansluitkabel van de warmte-
pompregeling met max. 16 A zekeren.
Wij adviseren de netaansluiting voor
accessoires en externe componenten
die niet op de warmtepompregeling
worden aangesloten, op dezelfde
zekering en in ieder geval op dezelfde
fasen van de warmtepompregeling
aan te brengen.
De aansluiting op dezelfde zekering
verhoogt de veiligheid bij netuitscha-
kelingen. De opgenomen stroom van
de aangesloten verbruikers moet
gerespecteerd worden.
Aanwijzingen voor de netaansluiting
compressor
!Opgelet
Verkeerde fasenvolgorde kan
schade aan het toestel veroor-
zaken.
De netaansluiting van de com-
pressor maken in deenkel
aangegeven fasenvolgorde
(zie aansluitklemmen) met
rechtsdraaiend draaiveld.
Karakteristiek van de netzekeringen
voor de compressor: Zie ”Technische
gegevens”.
Montageverloop
Netaansluitkabels aansluiten (vervolg)
5623 910 NL
59
Netaansluiting warmtepompregeling (230 V~)
?
A
ANetaansluitklemmen in de warmte-
pompregeling
Opmerking
Deze aansluiting mag geblokkeerdniet
worden.
Zekering max. 16 A
Normaal tarief (geen laag tarief met
blokkering door energiebedrijf voor de
warmtepompregeling mogelijk)
Geadviseerde kabel: 3 x 1,5 mm2
(5 x 1,5 mm2 met uitschakeling door
energiebedrijf voor compressor/ver-
warmingswater-doorstroomtoestel)
Netaansluiting compressor (400 V~)
?
Beveiliging overeenkomstig het com-
pressorvermogen (zie ”Technische
gegevens”).
Laag tarief en blokkering energiebe-
drijf toepasbaar.
Bij gebruik van laag tarief met blokke-
ring energiebedrijf geen parametre-
ring nodig. De compressor is tijdens de
blokkeertijd buiten werking.
Geadviseerde netaansluitleiding:
5 x 2,5 mm2
Maximale kabellengte:
25 m
Netaansluiting CV-water-doorstroomtoestel 400 V~
Zekering maximaal 16 A (zie Techni-
sche gegevens).
Laag tarief en blokkering energiebe-
drijf toepasbaar.
Geadviseerde netaansluitleiding:
5 x 2,5 mm2
Maximale kabellengte: 25 m
Montageverloop
Netaansluitkabels aansluiten (vervolg)
5623 910 NL
Montage
60
Voeding met blokkering energiebedrijf (niet n
n
n
nn
Blokkering door energiebedrijf zonder door installateur voorziene lastschei-
ding
Het blokkeringsignaal van het energie-
bedrijf wordt direct op de warmtepomp-
regeling aangesloten. Bij actieve blokke-
ring door energiebedrijf wordt de com-
pressor ”hard” uitgeschakeld
Met de parameter ”Vermogen verwar-
mingswater-doorstroomtoestel bij
blokkering door energiebedrijf 790A”
wordt ingesteld of en op welke trap een
verwarmingswater-doorstroomtoestel
tijdens de blokkering in bedrijf blijft.
Opmerking
Technische aansluitvoorwaarden van
het betreffende energiebedrijf respecte-
ren.
CB
A
H
F
E
G
D
K
Weergave zonder zekeringen en zonder aardlekschakelaar.
AWarmtepompregeling
BVerwarmingswater-doorstroomtoe-
stel
CCompressor
DNetaansluiting warmtepomprege-
ling
EMeter hoog tarief
Montageverloop
Netaansluitkabels aansluiten (vervolg)
5623 910 NL
61
FZekering impulsfrequentieontvan-
ger
GImpulsfrequentieontvanger (contact
geopend: blokkering actief) voeding
TNC-systeem
HMeter laag tarief
KVoeding: TNC-systeem
Blokkering zonder energiebedrijf zonder door installateur voorziene lastschei-
ding
Het blokkeringsignaal van het energie-
bedrijf wordt op het relais van de laagta-
rief-netvoeding (van installateur) in de
warmtepompregeling aangesloten. Bij
actieve blokkering door het energiebe-
drijf worden compressor verwar-en
mingswater-doorstroomtoestel ”hard”
uitgeschakeld.
Opmerking
Technische aansluitvoorwaarden van
het betreffende energiebedrijf respecte-
ren.
C
B
A
F
HG
K
L
D
E
Weergave zonder zekeringen en zonder aardlekschakelaar.
AWarmtepompregeling BVerwarmingswater-doorstroomtoe-
stel
Montageverloop
Netaansluitkabels aansluiten (vervolg)
5623 910 NL
Montage
62
CCompressor
DNetaansluiting warmtepomprege-
ling
EMeter hoog tarief
FZekering impulsfrequentieontvan-
ger
GImpulsfrequentieontvanger (contact
geopend: blokkering actief) met
voorzekering
HMeter laag tarief
KVoeding: TNC-systeem
LHoofdschakelaar
Voeding in combinatie met eigen energieverbruik
Zonder blokkering door energiebedrijf
G
F
L
F
L
E
C
A
M
NN
AD
H K
M
F
B
F
AWarmtepomp
Montageverloop
Netaansluitkabels aansluiten (vervolg)
5623 910 NL
63
BAndere (eigenenergie-)verbruiker in
het huishouden
CEnergiemeter
DGelijkstroom-wisselstroomrichter
EScheidingsinrichting voor de foto-
voltaïsche installatie
FAansluitklem
GDubbele tariefmeter (voor bijzonder
tarief voor warmtepomp)
Niet toegestaan in combinatie met
fotovoltaïsche installatie bij eigen
energieverbruik.
HTweerichtingsmeter (voor fotovol-
taïsche installatie bij eigen energie-
verbruik):
Energie-afname van energiebedrijf
en energievoeding aan energiebe-
drijf
KMeter met retourblokkering:
Voor energieopwekking van de foto-
voltaïsche installatie
LScheidingsinrichting voor de huis-
aansluiting (verdeelkast)
MVerdeelkast
NHuisaansluitkast
Fasenbewaker (indien aanwezig)
De fasenbewaker wordt voor de bewa-
king van de netvoeding van de compres-
sor gebruikt.
Als de interne tolerantiegrenzen worden
overschreden, schakelt de fasenbewa-
ker uit (schakelcontact opent).
Als de waarden weer binnen de toleran-
tiegrenzen liggen, schakelt de fasenbe-
waker het net automatisch weer vrij.
Als het relais is aangesproken, moet de
oorzaak worden verholpen. Een ont-
grendeling of terugstelling van het relais
is niet nodig.
Montageverloop
Netaansluitkabels aansluiten (vervolg)
5623 910 NL
Montage
64
Model 1
A
H
B
C
G
F
E
D
D
<>U
A1
Asy
Ph
Rel
A2
L1
L2
L3
14
11
12
<>U
Asy
t
2
412
%
15
10
5
%
20
10
6
0.1
AOver-/onderspanning in %
BFasenasymmetrie in %
CSchakelvertraging in s
DGebruikt contact in het veiligheids-
circuit (maakcontact)
EWerkingsindicatie (”Rel”)
FStoringsindicator fasenuitval/fase-
nvolgorde (”Ph”)
GStoringsindicator asymmetrie
(”Asy”)
HStoringsindicator over-/onderspan-
ning (”<>U”)
Verklaring van de lichtdiodes
LED ”Rel” brandt groen:
Alle spanningen en draaiveld (rechts-
draaiend) zijn in orde.
LED ”Ph” brandt rood:
Relais is geactiveerd, draaiveld is
linksdraaiend.
Alle LED's uit:
Een of meerdere fasen ontbreken.
LED ”<>U” brandt rood:
Verkeerde spanning op één/meerdere
fasen.
LED ”Asy” brandt rood:
Asymmetrie op één/meerdere fasen.
Montageverloop
Netaansluitkabels aansluiten (vervolg)
5623 910 NL
65
Model 2
A
B
Verklaring van de lichtdiodes
ASpanning ”U”:
brandt groen als er spanning aan-
ligt.
BRelais ”R”:
brandt geel bij correcte fasenvolg-
orde.
Brandt niet bij verkeerde fasenvolg-
orde.
Aansluiting op klemmen X3.8/X3.9 maken
Na moet de netaansluiting op de klem-
men 1X3.8 en 1X3.9 één van de vol-
gende aansluitingen plaatsvinden:
drukbewaker primair circuit of/en vor-
stbeveiligingsthermostaat
of
Meegeleverde brug
Montageverloop
Netaansluitkabels aansluiten (vervolg)
5623 910 NL
Montage
66
!Opgelet
Toestel geluiddicht en diffusie-
dicht afsluiten.
Dichtheid van de interne hydrau-
lische verbindingen controleren.
!Opgelet
Om schade door condenswater
en sterke geluidsontwikkeling te
vermijden
Behuizingdeur afsluiten.
Gevaar
Ontbrekende aarding van instal-
latiecomponenten kan bij een
elektrisch defect door elektrische
stroom tot ernstige verwondingen
leiden.
Aardleider op frontplaat, boven-
plaat en zijplaat monteren.
Montage zie pagina 34.
Montageverloop
Warmtepomp sluiten
5623 910 NL
67
Zie de aangegeven pagina voor meer informatie over de te volgen stappen
Stappen voor de eerste inbedrijfstelling
Stappen voor de inspectie
Stappen voor het onderhoud Pagina
••• 1. Warmtepomp openen..................................................... 68
2. Protocollen maken.......................................................... 68
••• 3. Koelcircuit op dichtheid controleren............................ 69
4. Primaire zijde vullen en ontluchten.............................. 69
5. Secundaire zijde vullen en ontluchten......................... 70
••• 6. Expansievat en druk van het CV-circuit controleren. . 72
7. Warmwaterboiler reinigen.............................................. 73
8. Magnesiumanode vervangen........................................ 75
• • 9. Controleren of de elektrische aansluitingen goed vast
zitten
••• 10. Warmtepomp sluiten, hoofdzekering inschakelen
11. Installatie in bedrijf stellen............................................. 75
••• 12. Werking van de installatie controleren (bijvoorbeeld
actoren, temperaturen, eventueel calorimeter)............ 84
13. Instrueren van de installatiegebruiker.......................... 85
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud
5623 910 NL
Service
68
Warmtepomp openen
Gevaar
Het aanraken van spanning voe-
rende onderdelen kan door elek-
trische stroom tot ernstige ver-
wondingen leiden.
Aansluitbereiken (warmtepomp-
regeling en netaansluitingen, zie
hoofdstuk ”Overzicht van de
elektrische aansluitingen van de
warmtepompregeling”) niet aan-
raken.
Gevaar
Ontbrekende aarding van onder-
delen kan bij een elektrisch
defect door elektrische stroom tot
ernstige verwondingen en
beschadiging van onderdelen lei-
den.
Alle aardleidingverbindingen
absoluut weer aanbrengen.
!Opgelet
Om schade aan het toestel te
voorkomen, moet tussen opstel-
ling en inbedrijfstelling van het
toestel minimaal 30 minuten lig-
gen.
Werkzaamheden aan het koelcir-
cuit mogen dooruitsluitend
STEK gecertificeerd personeel
worden uitgevoerd.
1. Frontplaat verwijderen, zie
pagina 24.
2. Na beëindiging van de werkzaamhe-
den warmtepomp sluiten, zie
pagina 66.
Zie ook de bedieningshandlei-
ding voor de inbedrijfstelling van
het toestel.
Protocollen maken
De bij de hierna beschreven eerste inbe-
drijfstelling vastgestelde meetwaarden
in de protocollen vanaf pagina 126 en
in het bedrijfshandboek (indien aanwe-
zig) invoeren.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen
5623 910 NL
69
Koelcircuit op dichtheid controleren
Gevaar
Het koelmiddel is een luchtver-
dringend, niet giftig gas. Onge-
controleerde lekkage van koel-
middel in gesloten ruimten kan
leiden tot ademnood en verstik-
king.
Zorg in gesloten ruimten voor
voldoende ventilatie.
Voorschriften en richtlijnen
voor de omgang met dit koel-
middel beslist opvolgen en
aanhouden.
Gevaar
Huidcontact met koelmiddel kan
huidbeschadigingen veroorza-
ken.
Bij werkzaamheden aan het koel-
circuit veiligheidsbril en werk-
handschoenen dragen.
Opmerking
Werkzaamheden aan het koelcircuit
mogen door STEK gecertifi-uitsluitend
ceerd personeel worden uitgevoerd.
1. Vloer, armaturen en zichtbare sol-
deerpunten op oliesporen controle-
ren.
Opmerking
Oliesporen wijzen op een lekkage in
het koelcircuit. De warmtepomp door
eeen koeltechnicus laten controle-
ren.
2. Met koelmiddel-lekzoekapparaat of
lekzoekspray de warmtepomp intern
op koelmiddellekkage controleren.
Bij lekkages moet het compacte warm-
tepomptoestel door een koeltechnicus
worden gecontroleerd.
Primaire zijde vullen en ontluchten
!Opgelet
Om schade aan het toestel te
voorkomen,
primaire zijde voor het inschake-
len van de netspanning vullen.
1. Voordruk van het expansievat con-
troleren.
2. Primair circuit met warmte over-
drachtsmedia van Viessmann vullen
en ontluchten.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
5623 910 NL
Service
70
Opmerking
Er moet vorstbescherming tot 15
zijn.
Viessmann warmte overdrachtsme-
dia is een kant en klaar mengsel op
ethyleenglycolbasis, tot –15 °C,
bevat inhibitoren voor de corrosiebe-
scherming.
3. Aansluitingen controleren op lek-
kage. Defecte of verschoven afdich-
tingsringen vervangen.
Opmerking voor de plaatsing van de
primaire pomp
Temperatuurverschil tussen aanvoer en
retour primair circuit: 3 K tot 5 K.
Secundaire zijde vullen en ontluchten
Ongeschikt vul- en suppletiewater kan
afzettingen en corrosie veroorzaken en
kan leiden tot beschadiging van de
installatie.
Met betrekking tot de kwaliteit en de hoe-
veelheid van het verwarmingswater, incl.
vul- en suppletiewater, geldt VDI 2035.
Verwarmingsinstallatie vóór het vullen
grondig spoelen.
Uitsluitend met water van tapwater-
kwaliteit vullen.
Vulwater met een waterhardheid van
meer dan 16,8 °dH (3,0 mol/m3) moet
onthard worden, bijvoorbeeld met een
kleine onthardingsinstallatie voor CV-
water (zie Viessmann prijslijst Vitoset).
!Opgelet
Om schade aan het toestel te ver-
mijden, elektrische componenten
op de behuizingdeur tegen lek-
kende vloeistoffen beschermen.
Slang aan de ontluchtingskraan
secundair circuit aansluiten (zie
vorige afbeelding).
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
5623 910 NL
71
1. Indien aanwezig, de door de installa-
teur aangebrachte terugstroomblok-
kering openen.
2. Voordruk van het expansievat con-
troleren (zie pagina 72).
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
5623 910 NL
Service
72
3. Secundair circuit vullen (spoelen) en
ontluchten:
Ontluchtingskraan secundair cir-
cuit openen.
Snelontluchter (zie veiligheids-
groep pagina 38) iets openen (blijft
open).
Verwarmingsspiraal in warmwater-
boiler ontluchten:
3-weg-omschakelklep ”Stoken/
tapwaterverwarming” en ”Stoken/
tapwater secundair circuit” (uitslui-
tend type BWT-NC) met de hand-
hefboom op de middelste stand
zetten (zie afbeelding).
4. !Opgelet
Om schade aan het toestel te
voorkomen, dichtheid van de
aanvoer- en retouraansluitin-
gen van het secundaire circuit
op de warmtepomp controle-
ren.
Bij lekkage toestel direct uit-
schakelen, water aftappen en
zitting van de afdichtingsrin-
gen controleren. Verschoven
afdichtingsringen dienen ver-
vangen te worden.
5. Installatiedruk controleren, eventueel
water bijvullen.
Minimale installatiedruk: 0,8 bar
(80 kPa)
Toegestane werkdruk: 3 bar
(0,3 MPa)
Expansievat en druk van het CV-circuit controleren
Ontwerpinstructies in acht
nemen.
Ontwerphandleiding Vitocal
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
5623 910 NL
73
Warmwaterboiler reinigen
Gevaar
Ongecontroleerd uittredend tap-
water en warmte overdrachtsme-
dia leidt tot brandwonden en
bouwschade.
Tapwater- en verwarmingswater-
aansluitingen alleen bij een druk-
loze warmwaterboiler openen.
!Opgelet
Onderdruk in de warmwaterboiler
leidt tot materiaalschade.
Aftap met een zuigpomp alleen
bij geopende ontluchting.
!Opgelet
Puntige en scherpe reinigings-
voorwerpen beschadigen de
warmwaterboiler.
!Opgelet
Zoutzuurhoudende reinigings-
middelen tasten het materiaal
van de warmwaterboiler aan.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
5623 910 NL
Service
74
BA
!Opgelet
Kortsluiting tussen de magnesi-
umanode en de verwarmingsspi-
raal heft de beschermende wer-
king van de magnesiumanode op
en leidt tot corrosieschade aan
de warmwaterboiler.
Vóór het aanbrengen van de
elektrische kabels weerstand tus-
sen de klemmen A en B
meten. Als de weerstand duide-
lijk kleiner is dan oneindig, con-
troleren of de magnesiumanode
contact maakt met de verwar-
mingsspiraal.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
5623 910 NL
75
Magnesiumanode vervangen
Opmerking
Als de zwerfstroomanode moet worden
vervangen, kunt u een onderhoudsvrije
zwerfstroomanode (accessoire) gebrui-
ken.
Demontage van de magnesiumanode,
zie hoofdstuk ”Warmwaterboiler reini-
gen”.
!Opgelet
Kortsluiting tussen de magnesi-
umanode en de verwarmingsspi-
raal heft de beschermende wer-
king van de magnesiumanode op
en leidt tot corrosieschade aan
de warmwaterboiler.
Vóór het aanbrengen van de
elektrische kabels weerstand tus-
sen de klemmen A en B (zie
vorige afbeelding) meten. Als de
weerstand duidelijk kleiner is dan
oneindig, controleren of de mag-
nesiumanode contact maakt met
de verwarmingsspiraal.
Installatie in bedrijf stellen
De inbedrijfstelling (configuratie, instel-
ling en functiecontrole) kan met of zon-
der inbedrijfstellingsassistent worden
uitgevoerd (zie volgende hoofdstuk en
servicehandleiding ”warmtepomprege-
ling Vitotronic 200”).
Opmerking
Type en omvang van de parameters
hangen af van het type warmtepomp,
van het gekozen installatieschema en
van de gebruikte accessoires.
Inbedrijfstelling met inbedrijfstellingsassistent
De inbedrijfstellingsassistent doorloopt
automatisch alle menu's waarin instellin-
gen nodig zijn. Hierbij
is ”codeerniveau 1” automatisch actief.
!Opgelet
Een verkeerde bediening
op ”codeerniveau 1” kan tot
schade aan het toestel en de ver-
warmingsinstallatie leiden.
Aanwijzingen in de aparte servi-
cehandleiding ”warmtepompre-
geling Vitotronic 200” absoluut
respecteren, anders vervalt de
garantie.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
5623 910 NL
Service
76
Netschakelaar aan de warmtepompre-
geling inschakelen.
De vraag ”Inbedrijfstelling star-
ten?” verschijnt bij de eerste inbedrijf-
stelling .automatisch
Opmerking
De inbedrijfstellingsassistent kan ook
manueel worden gestart:
hiervoor deze bij het inschakelen van
de warmtepompregeling (voortgangs-
balk zichtbaar) ingedrukt houden.
Bij de eerste inbedrijfstelling verschij-
nen de begrippen in het Duits:
Sprache
Dansk
Cesky
Bulgarski
Deutsch
Wählen mit
ê
ê
ç
DE
BG
CZ
DK
ê
ê
(
Door de handmatige aansturing van
een aantal toestelonderdelen bij de
inbedrijfstelling geeft de warmtepomp-
regeling meldingen weer. Dit zijn geen
storingen van het toestel.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
5623 910 NL
77
Functiecontrole
starten
Werking
selecteren
Deelnemerscontrole
uitvoeren
Actorentest
uitvoeren
Signaalingangen
weergeven
Sensorwaarden
weergeven
Parameter
instellen
Inbedrijfstelling starten?
Inbedrijfstelling starten?
Inbedrijfstelling starten?
Inbedrijfstelling starten?Inbedrijfstelling starten?
Parametergroep
selecteren
Taal
Taal
Taal
TaalTaal
instellen
Datum / tijd
Datum / tijd
Datum / tijd
Datum / tijdDatum / tijd
instellen
Temperatuursensoren
Temperatuursensoren
Temperatuursensoren
TemperatuursensorenTemperatuursensoren
Signaalingangen
Signaalingangen
Signaalingangen
SignaalingangenSignaalingangen
Actorentest
Actorentest
Actorentest
ActorentestActorentest
Inbedrijfstelling beëindigd
Inbedrijfstelling beëindigd
Inbedrijfstelling beëindigd
Inbedrijfstelling beëindigdInbedrijfstelling beëindigd Regelwerking
OK
OK
OK
OKOK
OK
OK
OK
OKOK OK
OK
OK
OKOK
OK
OK
OK
OKOK
OK
OK
OK
OKOK OK
OK
OK
OKOK
OK
OK
OK
OKOK
OK
OK
OK
OKOK
OK
OK
OK
OKOK
OK
OK
OK
OKOK
OK
OK
OK
OKOK
OK
OK
OK
OKOK
NEE
NEE
NEE
NEENEE
JA
JA
JA
JAJA
OK
OK
OK
OKOK
Functie-
Functie-
Functie-
Functie-Functie-
controle
controle
controle
controlecontrole
Codeer-
Codeer-
Codeer-
Codeer- Codeer-
niveau 1
niveau 1
niveau 1
niveau 1niveau 1
Deelnemerscontrole
Deelnemerscontrole
Deelnemerscontrole
DeelnemerscontroleDeelnemerscontrole
Tijd
Tijd
Tijd
TijdTijd
instellen
Datum
Datum
Datum
DatumDatum
instellen
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
5623 910 NL
Service
78
Inbedrijfstelling zonder inbedrijfstellingsassistent
Servicemenu activeren
Het servicemenu kan vanuit elk menu
worden geactiveerd.
OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.
Servicemenu deactiveren
Het servicemenu blijft actief, tot het
met wordt”Service beëindigen?”
gedeactiveerd of gedurende 30 min.
geen bediening plaatsvindt.
Parameters instellen volgens het
voorbeeld ”Installatieschema”
Voor de instelling van een parameter
moet eerst de parametergroep en
daarna de parameter worden gekozen.
Alle parameters worden als tekst weer-
gegeven. Aan elke parameter is boven-
dien een parametercode toegekend.
Servicemenu:
1. + gelijktijdig ca. 4 s indruk-OK å
ken.
2. kiezen.”Codeerniveau 1”
3. Parametergroep kiezen: ”Installatie-
definitie”
4. Parameter kiezen: ”Installatie-
schema 7000”
5. Installatieschema instellen: ”6”
Alternatief, als het servicemenu al is
geactiveerd:
Uitgebreid menu:
1. å
2. ”Service”
3. kiezen.”Codeerniveau 1”
4. Parametergroep kiezen: ”Installatie-
definitie”
5. Parameter kiezen: ”Installatie-
schema”
6. Parametercode bevestigen: ”7000”
7. Installatieschema instellen: ”6”
Benodigde parameters voor door de
installateur aangesloten componen-
ten
Gedetailleerde toelichting bij
de parameters
Servicehandleiding warmte-
pompregeling Vitotronic 200
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
5623 910 NL
79
Pompen en verdere componenten
Pomp/component Parameters Instelling
CV-pomp ”Installatiedefinitie” Ó
”Installatieschema 7000”
Met CV-circuit A1/VC1
(voor CV-circuit zonder
mengklep)
of
Met CV-circuit M2/VC2
(voor CV-circuit met
mengklep)
of
Met CV-circuit M3/VC3
(voor CV-circuit met
mengklep)
Tapwatercirculatiepomp Uitgebreid menu:
”Tijdprogramma circula-
tie”
Tijdprogramma instellen
Uitbreidingsset meng-
klep voor CV-circuit M3/
VC3
”Installatiedefinitie” Ó
”Installatieschema 7000”
Met CV-circuit M3/VC3
Opmerking
Draaischakelaar S1 in uit-
breidingsset op ”2” instellen
(zie montagehandleiding
uitbreidingsset).
Afstandsbediening Voor CV-/koelcircuit:
”CV-circuit 1” Ó
”Afstandsbediening
2003”
of
”CV-circuit 2” Ó
”Afstandsbediening
3003”
of
”CV-circuit 3” Ó
”Afstandsbediening
4003”
”1”
Opmerking
Afstandsbediening
Aan Vitotrol CV-circuittoe-
wijzing instellen:
H1/VC1 voor CV-circuit 1
H2/VC2 voor CV-circuit 2
H3/VC3 voor CV-circuit 3
(zie montagehandleiding
Vitotrol)
Voor afzonderlijk koelcir-
cuit:
”Koeling” Ó
”Afstandsbediening
koelcircuit 7116”
”1”
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
5623 910 NL
Service
80
Pomp/component Parameters Instelling
”Koeling” Ó
”Rangering kamertempe-
ratuursensor afzonder-
lijk koelcircuit 7106”
F16”0”
A1/VC1”1”
M2/VC2”2”
M3/VC3”3”
SKK”4
Vitocom 100, type GSM ”Installatiedefinitie” Ó
”Vitocom 100 7017”
”1”
Externe uitbreiding ”Installatiedefinitie” Ó
”Externe uitbreiding
7010”
Externe uitbreiding”1”
EA1
Externe uitbreiding”2”
AM1
EA1 en AM1”3”
Opmerking
Parameters voor externe
functies, zie volgende ta-
bel.
Externe functies
Externe functies Parameter Instelling
Externe aanvraag Eventueel ”Interne hydrau-
lica” Ó
”Gewenste aanvoertempe-
ratuur externe aanvraag
730C”
Gewenste aanvoer-
temperatuur bij exter-
ne aanvraag
Extern inschakelen van de
compressor, mengklep in re-
gelmodus of OPEN
”Installatiedefinitie” Ó
”Werking externe aan-
vraag op warmtepomp/CV-
circuit 7014
”0” ”7” tot
(parameter ”Ge-
wenste aanvoertem-
peratuur bij externe
aanvraag 730C” res-
pecteren)
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
5623 910 NL
81
Externe functies Parameter Instelling
Externe omschakeling van de
bedrijfsstatus verscheidene
installatiecomponenten
”Installatiedefinitie” Ó
”Installatiecomponenten
bij externe omschakeling
7011”
”0” ”55” tot
”Installatiedefinitie” Ó
”Bedrijfsstatus bij externe
omschakeling 7012”
”0” ”3” tot
”Installatiedefinitie” Ó
”Duur van de externe om-
schakeling 7013”
”0” ”12” tot
Extern blokkeren van com-
pressor en pompen
”Installatiedefinitie” Ó
”Werking extern blokkeren
op pompen/compressor
701A”
”0” ”31” tot
Extern blokkeren van de com-
pressor, mengklep in regel-
modus of DICHT
”Installatiedefinitie” Ó
”Werking extern blokkeren
op warmtepomp/CV-cir-
cuits 7015”
”0” ”8” tot
”Installatiedefinitie” Ó
”Werking extern blokkeren
op pompen/compressor
701A”
”0” ”31” tot
Koelfunctie
Parameters voor koelfunctie Instelling
”Koeling” Ó
”Koelfunctie 7100”
(geen koeling)”0”
(”natural cooling” met NC-”1”
Box mengklep, acces-zonder
soire)
(”natural cooling” met NC-”2”
Box met mengklep, accessoire)
”Koeling” Ó
”Koelcircuit 7101
(CV-circuit A1/VC1)”1”
(CV-circuit M2/VC2)”2”
(verwarmingscircuit M3/”3”
VC3)
(afzonderlijk koelcircuit”4”
SKK)
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
5623 910 NL
Service
82
Verwarmingswater-doorstroomtoestel
Parameter voor
Verwarmingswater-doorstroomtoestel
Instelling
”Extra elektrische verwarming” Ó
”Vrijgave verwarmingswater-doorstroomtoe-
stel 7900”
”1”
eventueel ”extra elektrische verwarming” Ó
”Vrijgave verwarmingswater-doorstroomtoe-
stel voor ruimteverwarming 7902
”1”
”Extra elektrische verwarming” Ó
”Vermogen voor verwarmingswater-door-
stroomtoestel bij blokkering door energiebe-
drijf 790A”
voor 3 kW”1
voor 6 kW”2
voor 9 kW”3
eventueel ”warm water” Ó
”Vrijgave elektrische verwarmingen voor
warmwaterbereiding 6015
”1”
Zwembadverwarming
Parameters voor zwembadopwarming Instelling
”Installatiedefinitie” Ó
”Externe uitbreiding 7010”
”1”
”Installatiedefinitie” Ó
”Zwembad 7008”
”1”
Ventilatie
Parameters voor ventilatietoestel Instelling
”Ventilatie Ó
”Vrijgave Vitovent 7D00”
”1”
Ev. andere vrijgaven:
”Ventilatie Ó
”Vrijgave voorverwarmregister elektrisch
7D01”
”1”
”Vrijgave naverwarmregister hydraulisch
7D02”
”1”
”Vrijgave vochtsensor 7D05” ”1”
”Vrijgave CO2-sensor 7D06” ”1”
Ev. waarden instellen (overeenkomstig uitvoe-
ring):
”Ventilatie Ó
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
5623 910 NL
83
Parameters voor ventilatietoestel Instelling
tot ”Gewenste afvoerluchttemperatuur 7D08” ”100” ”300”
( 10 tot 30 °C)
”Debiet gereduceerde ventilatie 7D0A” ”95” ”7D0B” tot minus 10 m3/h
”Debiet nominale ventilatie 7D0B” ”7D0A” plus 10 m3/h
tot minus 10 m”7D0C” 3/h
”Debiet intensieve ventilatie 7D0C” ”7D0B” + 10 m3/h tot ”280”
m3
/h
Energiemeter
Parameters voor energiemeter Instelling
”Fotovoltaïsch systeem” Ó
”Vrijgave eigen energieverbruik PV 7E00”
”1”
Uitgebreid menu:
”Regelstrategie FV”
of
”Fotovoltaïsch systeem” Ó
Gewenste functies/installatie-
componenten voor het eigen
energieverbruik vrijgeven.
”Vrijgave eigen energieverbr. voor gew.
WW-temperatuur 2 7E10” ”1”
”Vrijgave eigen energieverbr. voor warmwa-
terbereiding 7E11 ”1”
”Vrijgave eigen energieverbr. voor warmwa-
terbuffer 7E12 ”1”
”Vrijgave eigen energieverbr. voor verwar-
men 7E13” ”1”
Uitgebreid menu:
”Regelstrategie FV”
of
”Fotovoltaïsch systeem” Ó
Voor de geselecteerde energie-
verbruiker het temperatuurver-
schil met de ingestelde gewenste
waarde invoeren.
”Verhoging gew. temp. warmwaterbuffer PV
7E21”
”0” ”200 tot
( 0 tot 20 °C)
”Verhoging gew. temp. CV-waterbuffer PV
7E22”
”0” ”100 tot
( 0 tot 10 °C)
”Verhoging gew. kamertemperatuur PV
7E23”
”0” ”50” tot
( 0 tot 5 °C)
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
5623 910 NL
Service
84
IJsbuffer/zonneabsorbeerder
Parameter voor ijsbuffer en zonneabsorber Instelling
”Installatiedefinitie” Ó
”Selectie primaire bron 7030
”1”
”Installatiedefinitie” Ó
”Externe uitbreiding 7010”
”2”
”Zonne-energie” Ó
”Type zonneregeling 7A00”
”2”
”Installatiedefinitie” Ó
”Inschakelhysterese zonne-circuitpomp
7031”
”0” ”500 tot
( 0 tot 50 K)
tot min”Min. pauzetijd zomerwerking 7035” ”0” ”1440
”Laatste kalenderweek voor zomerwerking
7036”
Kalenderweek tot ”1” ”53
Werking van de installatie controleren (bijvoorbeeld actoren,
temperaturen, eventueel calorimeter)
!Opgelet
Als de warmtepomp bijvoorbeeld
tijdens de opslag of bij het trans-
port blootgesteld wordt aan tem-
peraturen onder –15 °C, kan de
veiligheidstemperatuurbegren-
zer van het CV-water-door-
stroomtoestel worden geacti-
veerd.
Veiligheidstemperatuur tot meer
dan 20 °C opwarmen en ontgren-
delingsknop A van de veilig-
heidstemperatuurbegrenzer
indrukken.
A
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
5623 910 NL
85
Instrueren van de installatiegebruiker
De installateur van de installatie moet de
bedieningshandleiding overhandigen
aan de gebruiker van de installatie en de
bediening uitleggen.
Daartoe behoren ook alle als accessoire
ingebouwde componenten, bijv.
afstandsbedieningen. Bovendien moet
de installateur van de installatie wijzen
op de vereiste onderhoudswerkzaamhe-
den.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Aanvullende info over de stappen (vervolg)
5623 910 NL
Service
86
Overzicht elektrische componenten
aCH
kK
sG
sH
lJ
aYH
E
DG
B
C
B
B
H
M
O
K
B
A
P
R
F
N
L
Storingen oplossen
Reparatie
5623 910 NL
87
ACompressorrelais
BKabelgoot
CRangeerprintplaat
DRegelaar- en sensorprintplaat
Ebedieningseenheid
FBasisprintplaat
GUitbreidingsprintplaat op basis-
printplaat
HNetaansluiting compressor
KAanstuurmodule met netaanslui-
ting CV-water-doorstroomtoestel
LType BWT-NC: NC-printplaat
(”natural cooling”)
MType BWT/BWT-NC 331.A08,
A10: Softstarter massieve as
NMotorbeveiligingsrelais
OFasebewaker
PPrintplaat elektronische expansie-
klep
RTransformator printplaat elektroni-
sche expansieklep
sG Stekker secundaire pomp
sH Stekker primaire pomp
kK Stekker compressor
lJ Stekker drieweg-omschakelklep
aYH Stekker hogedrukveiligheidsscha-
kelaar
aCH Stekker aanstuurmodule CV-
water-doorstroomelement
X3 Stekker aansturing en bescherm-
inrichtingen compressor
X4 Stekker EEV-regelaar
Storingen oplossen
Reparatie (vervolg)
5623 910 NL
Service
88
Bedieningsgedeelte openklappen
Storingen oplossen
Reparatie (vervolg)
5623 910 NL
89
Eventueel afdekking van bedieningsgedeelte afnemen
Storingen oplossen
Reparatie (vervolg)
5623 910 NL
Service
90
Overzicht interne componenten
Type BWT
D
CB kK F
aYH/ a-D
L
K
G
?
aJ
lJ
%
H
aF
sH
(
a-A
aD
a:C]sG
Aa-SaS
Storingen oplossen
Reparatie (vervolg)
5623 910 NL
91
?Aanvoertemperatuursensor
secundair circuit
%Boilertemperatuursensor
/Temperatuursensor vloeibaar
gas
(Temperatuursensor stookgas
aS Aanvoertemperatuursensor pri-
mair circuit (warmtepomp brine-
ingang)
aD Retourtemperatuur primair cir-
cuit (brine-uitgang warmte-
pomp)
aF Temperatuursensor zuiggas
aJ Retourtemperatuursensor
secundair circuit
sG Secundaire pomp
sH Primaire pomp
kK Compressor
lJ 3-weg-omschakelklep ”Stoken/
tapwaterverwarming”
a-A Hogedruksensor EEV
a-S Lagedruksensor EEV
a-D EEV (elektronische expansie-
klep)
aYH Veiligheidshogedrukschakelaar
a:DBPWM-signaal secundaire pomp
AOntluchtingskraan primair cir-
cuit
BOntluchtingskraan condensor
CSchraderklep hogedruk
DAftapkraan primaire pomp
FAftapkraan secundaire kant
GStookwater-doorstroomtoestel
met veiligheidstemperatuurbe-
grenzer
HSchraderklep lagedruk
KVul- en aftapkraan warmwater-
boiler
LOntluchtingskraan secundair
circuit
Storingen oplossen
Reparatie (vervolg)
5623 910 NL
Service
92
Type BWT-NC
L
K
sH
aJ
lJ
%
(
a-A
aD
aF
fS
?
H
G
kKBaYH/ F
DC E
a-D
lM]
lM]
a:C]sG
Aa-S
aS
Storingen oplossen
Reparatie (vervolg)
5623 910 NL
93
?Aanvoertemperatuursensor
secundair circuit
%Boilertemperatuursensor
/Temperatuursensor vloeibaar
gas
(Temperatuursensor stookgas
aS Aanvoertemperatuursensor pri-
mair circuit (warmtepomp brine-
ingang)
aD Retourtemperatuur primair cir-
cuit (brine-uitgang warmte-
pomp)
aF Temperatuursensor zuiggas
aJ Retourtemperatuursensor
secundair circuit
sG Secundaire pomp
sH Primaire pomp
fS Vorstthermostaat
kK Compressor
lJ 3-weg-omschakelklep ”Stoken/
tapwaterverwarming”
lJC3-weg-omschakelklep ”Stoken/
koelen primair circuit”
lJD3-weg-omschakelklep ”Stoken/
koelen secundair circuit”
a-A Hogedruksensor EEV
a-S Lagedruksensor EEV
a-D EEV (elektronische expansie-
klep)
aYH Veiligheidshogedrukschakelaar
a:DBPWM-signaal secundaire pomp
AOntluchtingskraan primair cir-
cuit
BOntluchtingskraan condensor
CSchraderklep hogedruk
DAftapkraan primaire pomp
EAftapkraan NC-circuit
FAftapkraan secundaire kant
GStookwater-doorstroomtoestel
met veiligheidstemperatuurbe-
grenzer
HSchraderklep lagedruk
KVul- en aftapkraan warmwater-
boiler
LOntluchtingskraan secundair
circuit
Storingen oplossen
Reparatie (vervolg)
5623 910 NL
Service


Specyfikacje produktu

Marka: Viessmann
Kategoria: pompa ciepła
Model: VITOCAL 333-G

Potrzebujesz pomocy?

Jeśli potrzebujesz pomocy z Viessmann VITOCAL 333-G, zadaj pytanie poniżej, a inni użytkownicy Ci odpowiedzą




Instrukcje pompa ciepła Viessmann

Instrukcje pompa ciepła

Najnowsze instrukcje dla pompa ciepła