Instrukcja obsługi Theben theRonda P360-330 DALI GST

Theben czujnik ruchu theRonda P360-330 DALI GST

Przeczytaj poniżej 📖 instrukcję obsługi w języku polskim dla Theben theRonda P360-330 DALI GST (6 stron) w kategorii czujnik ruchu. Ta instrukcja była pomocna dla 6 osób i została oceniona przez 2 użytkowników na średnio 4.5 gwiazdek

Strona 1/6
1
NL
theRonda P360-330 DALI UP WH
2080045
307290 03
03.06.2024
Aanwezigheidsmelder
1. Productkenmerken
Passieve infrarood-aanwezigheidsmelder voor
plafondmontage
Rond detectiebereik 360° (t/m 452 m2)
Beperking van het detectiebereik met afdekclips
Automatische verlichtingsregeling met constante lichtre-
geling of schakelmodus
Dimbare verlichting bij schakelen met en zonder
daglichtinvloed
Oriëntatielicht (stand-by-functie)
DALI-oplossing voor max. 3 lichtkanalen exibel
adresseerbaar
Extra lichtkanaal 4 met extern DALI-relais
DALI-2-gecerticeerd
Eenvoudige, intuïtieve conguratie van de DALI-groepen
Menglichtmeting geschikt voor uorescentielampen (FL/
PL/ESL), halogeen-/gloeilampen en LED‘s
Adaptieve 3-kanaalslichtmeting
Correctie van de lichtsterktemeting
Op vol- of halfautomatische bediening om te schakelen
Gewenste lichtsterkte in lux instelbaar
Inleerfunctie via afstandsbediening of toets
Zelerende nalooptijd
Verkorting van de nalooptijd bij korte aanwezigheid
(kortdurende aanwezigheid)
Detectiegevoeligheid instelbaar
1 aanwezigheidskanaal voor extern DALI-relais, bijv. voor
HLK-regeling
Aansluitmogelijkheid voor max. 3 conventionele toetsen
voor handmatig dimmen en schakelen
Flexibele toewijzing van de toetsen aan het gewenste
lichtkanaal met afstansbediening
Reactie te kiezen na toetsbediening
Scènefuncties
Eenvoudige instelling van het energiebesparingsgedrag
met de „eco plus“-functie
Testmodus ter controle van functie en detectiebereik
De testmodus licht dient ter controle van de lichtsterk-
tedrempel en de constante lichtregeling
Uitbreiding van het detectiebereik door Master-Slave of
Master-Master-schakeling
Master-slave-schakeling met slave-apparaten (230 V) of
DALI-2-sensoren mogelijk
Beschermingsgraad IP 54 in ingebouwde toestand
Plafondinbouw in inbouwdoos
Plafondopbouw mogelijk met opbouwraam (optie)
Managementafstandsbediening theSenda B met de app
theSenda Plug (optie)
Gebruikersafstandsbediening theSenda S (optie)
2. Veiligheid
Montage en installatie uitsluitend door een
elektromonteur, een persoon met geschikte
vakkundige opleiding, met kennis en ervaring
zodat hij/zij gevaren kan herkennen en vermijden
die door elektriciteit kunnen ontstaan.
Vóór montage/demontage netspanning
uitschakelen en uitschakeling beveiligen.
Lees voor ingebruikname en gebruik van het
product de gebruiksaanwijzing volledig door en
neem deze in acht.
3. Bedoeld gebruik
De aanwezigheidsmelder is bedoeld voor installatie binnens-
huis en regelt de verlichting.
4. Functie
De aanwezigheidsmelder wordt bij voorkeur in kantoren,
scholen, vergaderruimtes en gangen, maar ook in woningen
voor de comfortabele en energiezuinige regeling van ver-
lichting, HLK en zonwering gebruikt. De verlichting wordt door
schakelen of constante lichtregeling beïnvloed.
Functiebeschrijving
Menglichtmeting
Aanwezigheidsdetectie
Kunstmatige verlichting
Toets voor de manuele regeling van de verlichting
Invallend daglicht
Kanaal C1, C2, C3 licht
De verlichting wordt door aanwezigheid en lichtsterkte gere-
geld. Via de DALI-interface wordt bij te weinig daglicht en
aanwezigheid, het kunstmatig licht ingeschakeld en wordt het
lichtsterkteniveau constant gehouden.
De verlichting wordt bij voldoende daglicht of bij aanwezig-
heid via de DALI-interface uitgeschakeld.
Op een DALI-kabel kunnen max. 3 lichtgroepen (kanaal C1
- C3 licht) worden gecongureerd. De adressering en gro-
epering van de DALI-bedrijfsapparaten is zeer eenvoudig en
intuiïtief vormgegeven. Een gedetailleerde beschrijving vindt u
in hoofdstuk „9. Inbedrijfstelling.
Constante lichtregeling
De constante lichtregeling compenseert daglichtverschillen
door regeling van de verlichting. De totale lichtsterkte wordt
2
op het gewenste niveau constant gehouden. De verlichting
wordt met de inschakeldimwaarde ingeschakeld en op de
ingestelde gewenste lichtsterkte geregeld. Afhankelijk van de
soort functie „school“ of „ofce“ reageert de aanwezigheids-
melder na handmatig dimmen met de toets anders:
Bedieningswijze ‚school‘ voor toepassingen in school- en
vergaderlokalen:
y Manueel dimmen stopt de constante lichtregeling.
y Verlichting behoudt tijdens aanwezigheid de gedimde
waarde (geen beïnvloeding door lichtsterkte).
y Door uit- en weer inschakelen keert men terug naar de
regelmodus.
Bedieningswijze „ofce“ voor gebruik in afzonderlijke en
grote kantoren:
y Constante lichtregeling blijft na handmatig dimmen tot
de huidige lichtsterkte tijdelijk actief als nieuwe gewenste
lichtsterkte.
y De nieuwe gewenste lichtsterkte geldt alleen bij
aanwezigheid.
y Na aoop van de nalooptijd licht wordt de oorspronkelijk
ingestelde gewenste lichtsterkte weer hersteld.
Schakelen
De schakelreactie wordt door aanwezigheid en lichtsterkte
geregeld. Het kanaal licht wordt ingeschakeld bij duisternis en
aanwezigheid. De verlichting schakelt uit bij voldoende lichts-
terkte of na de ingestelde nalooptijd licht bij afwezigheid. De
verlichting wordt ingeschakeld met de inschakeldimwaarde.
Met de toets kan de kunstlichtsterkte tijdens de aanwezigheid
worden veranderd. Na een oversturing met de toets blijft de
verlichting ten minste 30 min ingeschakeld. Wordt de ruimte
(eerder) verlaten, dan gaat het licht altijd uit na aoop van de
ingestelde nalooptijd.
Stand-by (orntatielicht)
De stand-by-functie dient als oriëntatielicht. Na aoop van
de nalooptijd licht wordt de verlichting weer op de stand-
by-dimwaarde (1–100 % van het lampvermogen) ingesteld.
De stand-by tijd kan tussen 0 s en 4 h of constant worden
ingesteld. Ligt de lichtsterkte in de ruimte boven de gewenste
lichtsterkte, dan wordt de verlichting uitgeschakeld. Indien de
lichtsterkte in de ruimte tot onder de gewenste lichtsterkte
daalt, schakelt de verlichting vanzelf op de stand-by licht-
sterkte in. Als de ruimte opnieuw wordt betreden, gaat de
melder automatisch (volautomatisch) resp. na indrukken van
de toets (halfautomatisch) terug naar de ingestelde gewenste
lichtsterkte.
Nalooptijd licht
De minimale nalooptijd (10 s– 4 h) is instelbaar. Deze past
zich zelerend aan het gebruikersgedrag aan en kan auto-
matisch tot max. 30 min worden verhoogd resp. weer tot de
ingestelde minimumtijd worden verlaagd. Bij instellingen
≤ 2 min of ≥ 30 min blijft de nalooptijd onveranderd op de
ingestelde waarde. Als een niet-bezette ruimte slechts kort
wordt betreden en binnen 30 s weer verlaten, wordt de ver-
lichting na 2 minuten vroegtijdig uitgeschakeld (kortdurende
aanwezigheid).
Toetsaansturing
Via een toets is de verlichting altijd manueel te schakelen
of te dimmen. Een korte druk op de toets schakelt het licht
aan resp. uit, langer drukken dimt de verlichting omhoog of
omlaag. De dimrichting verandert bij elke druk op de toets.
Wordt de verlichting handmatig uitgeschakeld, dan blijft de
verlichting uitgeschakeld zolang er personen aanwezig zijn.
Na aoop van de nalooptijd wordt de verlichting weer auto-
matisch ingeschakeld.
LLet op het verschillende gedrag bij constante lichtregeling
en schakelmodus, dat in de betreffende hoofdstukken is
beschreven.
Vol- of halfautomatisch
De verlichting van de aanwezigheidsmelder wordt naar keuze
volautomatisch voor meer comfort resp. halfautomatisch voor
een grotere besparing geregeld. Bij volautomatisch wordt de
verlichting automatisch in- en uitgeschakeld. Bij ‚halfautoma-
tisch‘ moet de verlichting altijd manueel worden ingeschakeld.
Het uitschakelen van de verlichting vindt automatisch plaats.
Zeer eenvoudige instelling van het energiebesparingsgedrag
Met de keuze „eco“ voor optimaal schakelgedrag of „eco plus“
voor maximale energiebesparing kan de gebruiker de aanwe-
zigheidsmelder zeer eenvoudig op zijn behoeften instellen.
Kanaal C4 licht
Als een DALI-relais SU 1 DALI-2 (4940091) is aangesloten op
de DALI-lijn, kan het worden gebruikt als een extra lichtkanaal
C4. Het DALI-2 relais wordt automatisch herkend en geïnteg-
reerd. Een aparte toewijzing zoals bij de verlichtingsgroepen
is niet nodig.
De parameter “DALI relais functie” kan worden ingesteld op
“Lichtkanaal C4” via deSenda Plug app. Lichtkanaal C4 is dan
beschikbaar als aanwezigheids- en helderheidsafhankelijk
lichtkanaal in de schakelmodus. Het functietype kan onafhan-
kelijk van lichtkanaal C2, C2, C3 worden ingesteld::
Met functietype C4 = volautomatisch
Zodra een van de lichtkanalen C1, C2 of C3 wordt ingescha-
keld, wordt lichtkanaal C4 ook ingeschakeld. Als het laatste
lichtkanaal wordt uitgeschakeld, wordt lichtkanaal C4 ook
uitgeschakeld.
Met functietype C4 = halfautomatisch
Wanneer de aan lichtgroep C4 toegewezen drukknop wordt
ingedrukt, schakelt lichtkanaal C4 in. Na aoop van de
nalooptijd schakelt C4 weer uit.
LEen typische toepassing is een klaslokaal; hier kan het
relais worden gebruikt om de verlichting van het wandpa-
neel aan en uit te schakelen.
LDe oriëntatieverlichting heeft geen invloed op lichtkanaal
C4. Het overbruggen van lichtkanalen C1, C2 of C3 heeft
geen invloed op lichtkanaal C4.
LLichtkanaal C4 kan worden overbrugd met een druk-
knop. In de halfautomatische modus kan lichtkanaal C4
worden ingeschakeld voor de duur van de inschakelduur
(aanwezigheid).
LHet DALI-relais kan worden gebruikt als lichtkanaal C4 of
als extra aanwezigheidskanaal voor HVAC-toepassingen.
Zie ook hoofdstuk “DALI relaisfunctie” op pagina 6.
3
5. Detectiebereik
Het ronde detectiebereik van de aanwezigheidsmelder the-
Ronda P dekt een groot detectiegebereik af en maakt bij vele
toepassingen een volledige ruimteafdekking mogelijk.
LLet erop dat zittende en bewegende personen in bereiken
met verschillende afmetingen worden gedetecteerd.
De aanbevolen montagehoogte is 2 m – 6 m. Hoe hoger de
montagehoogte, des te lager de gevoeligheid van de aan-
wezigheidsmelder. Vanaf een montagehoogte van 3,5 m zijn
loopbewegingen nodig en de detectiebereiken van meerdere
melders moeten zich in de randzones overlappen. Het detec-
tiebereik wordt met toenemende temperatuur minder.
Zittende personen:
De aanwezigheidsmelder reageert zeer gevoelig op zeer
kleine bewegingen. De gegevens hebben betrekking op bewe-
gingen op tafelhoogte (ca. 0,80 m).
S
t
r
s
12
4
33412
Monta-
gehoogte
(A)
bewegende personen
Dwars (t)
bewegende per-
sonen
Frontaal (r)
zittende personen
(s)
2,0 m 380 m 2Ø 22 m 28 m2Ø 6 m 16 m2Ø 4,5 m
2,5 m 415 m 2Ø 23 m 38 m2Ø 7 m 24 m2Ø 5,5 m
3,0 m 452 m 2Ø 24 m 50 m2Ø 8 m 28 m2Ø 6 m
3,5 m 452 m 2Ø 24 m 50 m2Ø 8 m 38 m2Ø 7 m
4,0 m 452 m 2Ø 24 m 50 m2Ø 8 m
5,0 m 452 m 2Ø 24 m 50 m2Ø 8 m
6,0 m 452 m 2Ø 24 m 50 m2Ø 8 m
10,0 m 491 m 2Ø 25 m 50 m2Ø 8 m
Alle gegevens zijn richtwaarden (Detectiebereiken volgens sensNORM IEC
63180, zie informatieblad).
Lichtsterktemeting
De aanwezigheidsmelder meet met behulp van drie gerichte
lichtmetingen het kunstmatige licht en het daglicht. De mid-
delste lichtmeting meet de lichtsterkte direct onder de melder
(A), terwijl de beide andere lichtmetingen de lichtsterkte in de
buurt van het raam (B) resp. binnen (C) meten.
De montageplaats wordt gebruikt als referentie van het
verlichtingsniveau. De lichtsterktemeting kan met de ruimte-
correctiefactor op de ruimtelijke omstandigheden worden
aangepast.
~ 1,8 m ~ 1,8 m
1
C B
A
Elke lichtmeetzone verschijnt op tafelhoogte als een recht-
hoek van ca. 2,0 x 3,5 m. Afhankelijk van de bedrijfsmodus
zijn de lichtmetingen als volgt toegewezen:
2-kanaals: lichtmeting raam (B) is aan kanaal C1 licht
en lichtmeting binnen (C) is aan kanaal C2 licht vast
toegewezen
3-kanaals: zoals bij 2-kanaals, daarnaast vrije keuze bij
kanaal C3 licht tussen lichtmeting midden (A) en integ-
raal (gemiddelde van lichtmeting A + B + C)
Schakelen
De lichtmeting wordt beïnvloed door rechtstreekse
aanstraling.
LDe plaatsing van staande lampen of verlaagd verlichting
direct onder de melder moet worden vermeden.
Constante lichtregeling
De melder moet zo worden geplaatst dat deze alleen kunst-
matig licht detecteert dat hij zelf regelt. Kunstmatig licht dat
door andere melders wordt geregeld of handmatig gescha-
kelde werkverlichting beïnvloeden de lichtsterktemeting van
de melder.
LDirect kunstmatig licht op de melder moet worden
vermeden.
Schakelen
Wordt de lichsterktemeting gedeactiveerd, dan schakelt de
verlichting alleen afhankelijk van de aanwezigheid (gewenste
lichtsterkte met de afstandsbediening op »Meting uit» gezet).
Geschikte lampen
De aanwezigheidsmelder is geschikt voor uorescentielam-
pen, compacte tl-lampen, halogeen-, gloeilampen en LED‘s.
6. Montage
LLet op de uitlijning raam / binnen!
Inbouwmontage
Bij de inbouwmontage van de aanwezigheidsmelder wordt
een standaardinbouwdoos maat 1 gebruikt.


Specyfikacje produktu

Marka: Theben
Kategoria: czujnik ruchu
Model: theRonda P360-330 DALI GST

Potrzebujesz pomocy?

Jeśli potrzebujesz pomocy z Theben theRonda P360-330 DALI GST, zadaj pytanie poniżej, a inni użytkownicy Ci odpowiedzą