Instrukcja obsługi Hormann HS75


Przeczytaj poniżej 📖 instrukcję obsługi w języku polskim dla Hormann HS75 (84 stron) w kategorii Brama garażowa. Ta instrukcja była pomocna dla 6 osób i została oceniona przez 2 użytkowników na średnio 4.5 gwiazdek

Strona 1/84
504550 RE / 03.2018
NL Handleiding voor montage en onderhoud
Eén- en tweevleugelige stalen deuren (OD-deuren, H3G, H16G, HS75, H16S1)
NEDERLANDS 3..............................
...............................9
Doorgeven of kopiëren van dit document, gebruik en mededeling van de inhoud ervan
zijn verboden indien niet uitdrukkelijk toegestaan. Overtredingen verplichten tot
schadevergoeding. Alle rechten voor het inschrijven van een patent, een
gebruiksmodel of een monster voorbehouden. Constructiewijzigingen voorbehouden.
Inhoud
Geachte klant,
Het verheugt ons dat u gekozen hebt voor een product van
onze firma.
1 Bij deze handleiding
Lees deze handleiding aandachtig en neem ze in acht. Zij
geeft u belangrijke informatie m.b.t. de montage, het onder-
houd en de instandhouding van uw stalen deur en is een
belangrijk document bij de bouwakte.
Contacteer onze klantendienst indien u na het bestuderen van
deze handleiding nog vragen hebt.
1.1 Gebruikte waarschuwingen
Het algemene waarschuwingssymbool kentekent een gevaar
dat kan leiden tot of . In de tekst lichamelijke letsels tot de dood
wordt het algemene waarschuwingssymbool gebruikt met betrekking
tot de volgende beschreven waarschuwingsstappen. In de illustraties
verwijst een bijkomende aanduiding naar de verklaringen in de tekst.
GEVAAR
Kentekent een gevaar dat onmiddellijk leidt tot de dood of tot zware
letsels.
1.2 Gebruikte symbolen
Brandbeveiliging Rookbeveiliging Veiligheidsdeur
Geluiddempend Functiedeur Belangrijke opmerking
Zie tekstgedeelte Zie illustraties Zie montage-
handleiding in het
toebehorenpakket
Als toebehoren
te bestellen
Correcte
werkwijze
Ontoelaatbare
werkwijze
Lassen Boren Elektrische
deuropener
Inbraakgevaar aan
openingszijde
Inbraakgevaar aan
sluitzijde
Nooduitgang
Hout GasbetonMetselwerk / beton
Gips Beton Mortel
Kozijnafdichting CR
T60 / EI2
60 / HBS60
T90 / EI2
90 / HBS90
IsolatiemateriaalA
(EN13501-1)
T120 / EI
2 120 / HBS120
T30 / EI2
30 met een vulling van minerale wol
1 Bij deze handleiding 3 ...............................................
1.1 Gebruikte waarschuwingen 3 ......................................
1.2 Gebruikte symbolen 3 ..................................................
2 Veiligheidsrichtlijnen 4 ......................................
3 Informatie over de eigenschappen van de deur 4 ..
3.1 Brandwerende en rookdichte deuren 4 .......................
3.2 Geluidsisolerende deuren 6 .........................................
3.3 Inbraakwerende deuren 6 ............................................
3.4 Functiedeur ............................................................... 6
3.5 Brandwering en buitentoepassing 6 ............................
4 Montage ................................................................... 6
4.1 Vóór de montage 6 ......................................................
4.2 Maten nach EN12519 6 ..............................................
4.3 Bij de montage 6 ..........................................................
4.4 Aanwijzingen bij de illustraties 7 ..................................
5 Onderhoud en instandhouding 7 ..............................
5.1 Jaarlijkse onderhoudswerkzaamheden 7 ....................
5.2 Vereiste oppervlaktebehandeling voorelementen
met een standaard grondlaag 7 ...................................
5.3 Reiniging ................................................................... 7
5.4 Verzorging van roestvrijstalen onderdelen 7 ................
6 Etiketten en kenmerken 7 .........................................
7 Algemeen ................................................................. 8
8 Prestatieverklaring .................................................. 8
................................................................................. 9
504550 RE / 03.2018 3
NEDERLANDS
2 Veiligheidsrichtlijnen
GEVAAR
Levensgevaar bij de montage van de stalen deur
Tijdens de montage kan de deur of het deurkozijn omvallen
en daarmee levensgevaarlijke letsels toebrengen aan
personen.
Beveilig de deur en het kozijn voor en tijdens de
montage tegen het omvallen.
• Laat de montage en het onderhoud alleen uitvoeren door
gekwalificeerd en opgeleid personeel.
• Laat werkzaamheden aan elektrische onderdelen alleen
uitvoeren door een vakkundige.
• Voer geen wijzigingen aan de deur uit door
aanpassingswerken, die de veiligheid zouden kunnen
benadelen.
• Sluit het gevaar door vuur, gas, stof, damp, rook, brand
en explosie uit tijdens las-, brandsnij- en
slijpwerkzaamheden.
• Vermijd tijdens laswerkzaamheden dat schuimende
bouwmaterialen reageren door de warmtetoevoer en
daardoor hun werking verliezen.
3 Informatie over de eigenschappen
van de deur
Houd er rekening mee dat de deur afzonderlijke eigenschappen
kan bezitten, een combinatie kan zijn van de eigenschappen
brandweerstand, rookdichtheid, geluiddemping en
inbraakwering, of een functiedeur kan zijn.
3.1 Brandwerende en rookdichte deuren
• De desbetreffende toelating kunt u op de website
www.hoermann.de/dokumentation/
zulassungsbescheide-fuer-feuerschutzabschluesse/
bekijken. De toelating moet aanwezig zijn op de plaats
van gebruik.
• De genoemde informatie heeft betrekking op de
minimumeisen voor de montage in Duitsland. Bij de
montage in andere landen gelden de desbetreffende
nationale richtlijnen, waarbij de materiaalwaarden ten
minste moeten voldoen aan de DIN-normen.
• Neem de norm DIN18093 (montage van brandwerende
deuren) en de norm DIN18100 (muuropeningen voor
deuren), en de desbetreffende nationale voorschriften in
acht.
• In afzonderlijke gevallen kan de fabrikant een verklaring
van overeenstemming opstellen volgens § 22 en 23 van
de model-bouwverordening.
• De gebruiker is verantwoordelijk voor de
onberispelijke toestand van de deur.
• Veerscharnieren mogen in Duitsland gebruikt worden niet
bij deuren en luiken met volgende eigenschappen:
Vleugelgewicht >80kg
Beglazing
Inbouw in montagewanden (uitzondering: maten
<1000 × 1000mm)
In combinatie als rookdichte deuren volgens DIN18095
2-vleugelig
Buiten Duitsland kunnen andere voorschriften van kracht
zijn, in elk geval raden we aan de Duitse bepalingen te
volgen.
• Gebruik enkel deurbeslag, sloten, sluit- en elektrische
componenten die een integraal deel vormen van de
desbetreffende toelating of wanneer de fabrikant deze
componenten heeft vrijgegeven.
• Bouw deuren met 3-zijdig opdek, zonder onderste
schachtafsluiting, in schachten op onderste vloerniveau
in.
• Gipskartonwanden en wanddikten: zie Tab. 1:
• Toegelaten wanden en wanddikten: zie Tab. 2:
• Vul de ruimte achter het kozijn op met mineraalmortel op
cementbasis, bijv. LM21 van Sakret, als dit in de
inbouwsituatie niet anders beschreven wordt. De U- en
hoekkozijnen (met of zonder tegenkozijn) stutten vóór het
opvullen, zodat ze niet vervormen door de druk van de
mortel.
• Rookbeveiliging:
Gebruik vloerafdichtingen en afdichtingswiggen
(zieillustraties punten 10.6 en 11).
Verzegel de kozijnaansluiting met de aangrenzende
bouwelementen aan beide zijden zonder tussenruimte
en duurzaam elastisch als de ruimte achter het kozijn
niet met mortel gevuld is.
Gebruik slotcilinders.
• Stel de beglazing van brandwerende deuren niet bloot
aan directe zonnestraling.
Tab. 1: Goedgekeurde F90A-montagewanden met minimale wanddiktes voor brandwerende en rookdichte deuren, hoogte 5000mm
Certificaat nr. Wand H3OD
H_30OD
H3-1G
H_30D1
1) H3-2VM
H_30D2
H16S1
H_90E1
P-3310/563/07-MPABS Knauf W112 ≥100mm ≥100mm ≥100mm ≥125mm
P-3391/170/08-MPABS Knauf W131 ≥116mm –– –– ≥177mm
P-3310/563/07-MPABS Knauf W132 ≥100mm –– –– ––
P-3202/2028-MPABS ≥100mm ≥100mm ≥100mm ≥150mmKnauf W352 / W353
P-3956/1013-MPABS RiGips 3.40.01ff. / 3.41.01ff. ≥100mm ≥100mm ≥100mm ––
P-3014/1393-MPABS RiGips 3.60.20 ≥100mm ≥100mm ≥100mm ≥125mm
P-3020/0109-MPABS RiGips 6.70.10 ≥165mm –– –– ≥165mm
P-SAC-02/III-681 LaFarge L11 – L14 ≥100mm ≥100mm ≥100mm ––
P-MPA-E-98-005 LaFarge L15 ≥100mm –– –– ≥125mm
P-3515/0519-MPABS LaFarge L16 ≥150mm –– –– ≥150mm
P-3391/0890-MPABS LaFarge L18 –– –– –– ≥161mm
P-MPA-E-99-047 Promat 450.81 ≥140mm –– –– ≥140mm
P-11-003478-PR01 ≥100mm –– –– ––B + M W50 / 100 – W100 / 150
P-3854/1372-MPABS Fermacell 1S31/3.1 ≥95mm ≥95mm ≥95mm ––
1) Max. 2750 × 2750mm
4504550 RE / 03.2018
NEDERLANDS
Tab. 2: Goedgekeurde wanden en minimale wanddiktes voor brandwerende en rookdichte deuren (mm) zie 4.2
Stalen deur
Wand
H3-1OD
H_30-1OD
H3-2OD
H_30-2OD
H3-1G
H_30D1
H3-2VM
H_30D2
H16-1G
H_90D1
H16-2G
H_90F-2
H16-S1
H_90E-1
H16-1OD
H_90-1OD
H16-2OD
H_90-2OD
Beton DIN1045-1, stabiliteit≥C12/15 1) k≤ 2500 2) k> 2500 1) k≤ 2500 2) k> 2500 –– –– –– –– –– –– –– ––
100 140 100 140 140 140 140 140 120 140 140
Metselwerk DIN1053-1, steenstabiliteit ≥12,
mortelgroep ≥2
1) k≤ 2500 k> 2500 1) k≤ 2500 2) k> 2500 –– –– –– –– –– e≤ 625
k≤ 750
e> 625
k> 750 ––
115 175 115 175 175 175 240 240 175 115 175 175
Gasbetonblokken of platte stenen uit gasbeton,
DIN4165-3, stabiliteitsklasse ≥4, Gasbetonplaten
volgens = algemene toelating van het bouwtoezicht,
stabiliteitskl. ≥4.4
k≤ 2500 k≤ 2500 –– –– –– –– –– –– –– ––
150 150 175 175 200 200 175 200 200
Montagewand F90-A
volgens ABP, in acht nemen, illustratie8.12
max.hoogte 5000mm
3) 3) 3) 3) –– –– 3) –– ––
–– –– –– –– –– –– –– –– ––
Montagewand F90-A
DIN4102-4 / tab.48, illustratie8.12 inacht nemen,
max. hoogte 5000mm
e≤ 1320 e≤ 2500 –– e≤ 2750 en
k≤ 2750 –– –– –– –– ––
100 100 100 100 –– –– 125 125 125
Montagewand F90-B
DIN4102-4 / tab.49
, max. hoogte 5000mm
e≤ 1250 en k≤ 2500 e≤ 2500 en k≤ 2500 –– –– –– –– –– –– ––
4) 100 / 5) 130 4) 100 / 5) 130 –– –– –– –– –– –– ––
Montagewand F30-B e≤ 1125 en k≤ 2125 –– –– –– –– –– –– –– ––
185 –– –– –– –– –– –– –– ––
Gipsblokken
VGOrth, P–SAC02 / III-468, illustratie9/A17
–– –– –– –– –– –– –– –– ––
100 100 –– –– –– –– –– –– ––
Minimale wanddiktes Zonder bovendeel Met bovendeel zie Tab. 1: tweedelig kozijn Dryfix1) 2) 3) 4) 5)
504550 RE / 03.2018 5
NEDERLANDS
3.2 Geluidsisolerende deuren
• De totale geluiddemping is afhankelijk van de omgevende
bouwelementen. De resulterende geluiddemping van de
muur en de deur moet u afzonderlijk nagaan, aangezien
deze niet kan afgeleid worden uit de vooropgestelde
geluiddemping Rw of R van de deur alleen.
• Let op volledig aansluitende afdichting(en).
• De vloer moet vlak zijn, zodat de volledige afdichtings-
functie van de vloerafdichting gegarandeerd wordt.
• De vloerlaag moet onderbroken worden in de drempelzone.
• Gebruik afdichtingswiggen en vloerafdichting (zie
illustraties punten 10.6 en 11).
• Gebruik slotcilinders.
• Vul de ruimte achter het kozijn volledig met mortel.
• Verlijm de in verstek gezaagde hoeken van de
kozijnafdichting bijv. met Köratan UC 41.
3.3 Inbraakwerende deuren
• De deur voldoet alleen aan de inbraakbeveiligings eigen-
schappen als de grendel helemaal dichtgeschoven is en
de sleutel afgetrokken.
• Beveilig de deurbladen bij alle 2-vleugelige RC - deuren
bij de scharnieren met telkens twee schroeven
(zieillustraties punten10.2).
• Gebruik alleen hoekkozijnen, hoekkozijnen met
tegenkozijn en U-kozijnen.
• Bij RC2/N-deuren moet u de ruimte achter het kozijn in
de zone van de vergrendelingspunten, de scharnieren en
de veiligheidspennen drukvast opvullen.
• Bij RC3/A-deuren moet u de ruimte achter het kozijn
omlopend drukvast opvullen.
• Bij deuren met ruiten moet de glasomraming met de
beveiligingsstrips op de gevarenzijde gemonteerd worden.
• Bij vervanging van de bovenste beglazing moet de
achterklemming gemonteerd worden zoals voor de
montage.
• Meet bij 2-vleugelige deuren de onderste spelingsmaten
vanaf de vloeruitsparing.
• Bemoeilijk de inbraak met draad bij antipaniekdeuren bv.
door slechts een kleine speling tot de vloer te laten of
door gebruik van een halfronde drempel.
3.3.1 Minimale eisen voor inbraakwerende deuren
Weerstandsklasse volgens
DINENV1627
DINEN1627 / VDS
RC2 / N RC3 / A RC4 / B
Metselwerk DIN1053 deel 1 [mm]
steenstabiliteit ≥12 115 115 240
Staalbeton, min. C12 / 15 [mm] 100 120 140
Gasbetonblokken klasse 4 [mm] 175, 115
1) 300 –
Gasbetonplaten klasse 4 [mm] 150
Profielcilinder volgens
DIN18252 3) P2BS P2BS P3BS
Profielcilinder
2) 3) 4) Klasse A Klasse A Klasse B
Veiligheidsbeslag
volgensDIN18257 3) ES1 (ZA) ES2 (ZA) ES3 (ZA)
Veiligheidsbeslag
2) 3) Klasse A Klasse A Klasse B
Glas EN 356 (brandwerend) P5A 5)
/ P8B
6) P5A
5) -
1) enkel 1-vleugelige deuren, wij bevelen muurdikten vanaf 150mm aan
2) voor Vds-gecertificeerde deuren
3) Veiligheidsbeslag of profielcilinder moet uitgevoerd zijn met
uittrekbeveiliging (ZA).
4) maakt niet noodzakelijk deel uit van de leveringsomvang
5) niet in vluchtwegen en reddingsuitgangen
6) in vluchtwegen en reddingsuitgangen
3.4 Functiedeur
De ruimte achter de kozijnen moet niet noodzakelijk opgevuld
worden.
3.5 Brandwering en buitentoepassing
Voor brandwering en buitentoepassing is een speciale
goedkeuring nodig. Neem de afzonderlijke
montagehandleiding art.nr. 479166 in acht.
4 Montage
4.1 Vóór de montage
Vóór de montage moeten de volgende punten duidelijk zijn:
• Welke eigenschappen heeft de deur?
• Is de wand geschikt voor de montage van de deur?
• Is het niveau van de vloer bekend (meterpas)?
• In welke richting moet de deur opengaan?
• Moeten er bouwvoorschriften in acht worden genomen?
• Moet de wand in het bereik van de
muurbeschermingskastjes worden uitgespaard?
4.2 Afmetingen conform EN 12519
Afb. 1:
a
c
d
e
f
gij k l
- 42
- 19
+ 31
- 82
- 36
+ 64
+ 20
0
+ 15
0
Maten
a/g Vrije openingsbreedte / -hoogte
c/i Vrije sponningbreedte / -hoogte
d/j Kozijnbuitenmaatbreedte / -hoogte
e/k Dagmaatbreedte / -hoogte
f/l Vrije breedte / hoogte van het metselwerk (DIN18100)
4.3 Bij de montage
• Let op de montagerichtlijnen in het toebehorenpakket.
• Gebruik de montagedelen als deze meegeleverd worden,
bv. plugankers, pluggen of schroeven.
• Gebruik de onder punt 8 vermelde pluggen.
• Gebruik in combinatie met hoekkozijn en hoge
geperforeerde baksteen resp. gips de plug
FUR10 × 80 / 100mm en neem punt 8 van de
montagehandleiding in acht.
• Boor in hoge geperforeerde baksteen en in holle
baksteen zonder kloppen.
• Neem de minimale afstand tot de rand van 50 mm bij
horizontale of verticale boorgaten en de spreidrichting
van de pluggen in acht.
• Bij kozijnen zonder invloering moet u er rekening mee
houden dat het onderste montagehoekstuk vóór de
montage moet worden weggenomen.
6504550 RE / 03.2018
NEDERLANDS
4.4 Aanwijzingen bij de illustraties
Zie punt Productbeschrijving
8Inbouwsituaties en kozijnvormen
8.1a Stomp
8.1b Dunne opdek
8.1c Dikke opdek
8.2a / 8.2b Aantal bevestigingspunten
8.2c Montageverloop
8.3a Demontage van de standaard deur
8.3b Demontage van de veiligheidsdeur
8.4 Samenbouw van het hoekkozijn
8.5 Vloergoot en montageprofiel
8.6 Bevestigingsdelen
8.7 Minimale randafstand en spreidrichting plug
8.8 Inbouw van sierlijsten
8.9 Lege kokers in het kozijn
8.10 Elektrische deuropener
8.11 Muurbeschermingskastje in GKF-muren
8.12 Opbouw wanden uit glasvezelversterkte kunststof
9.0 Inbouwsituaties
10.1a Montage met standaardbanden
10.1b Montage met 3D-banden
10.2 Inbouw van de veiligheidsdeur
10.3 Instellen van de speling
10.4 Verwijderen van instortprofielen bij kozijnen
zonderinvloering.
10.5 Inbouw van tegenkozijn
10.6 Afdichtingselementen met silicone bevestigen
10.7 Montage van de kozijnafdichting
10.8 Opheffen van de deur
10.9 Spannen van de veerscharnier
10.10 Controle dagschoot
10.11 Ombouw van het verluchtingsrooster
10.12 Ombouw glasomraming
10.13 Isolatiemateriaal bij brand- en rookwering
10.14 Isolatiemateriaal aan veiligheidspennen
10.15 Kenmerking van grote beglazingoppervlakken
10.16 Paniekdeuren en RC3/A
10.17 Inbouw blokslot bij meervoudige vergrendeling
11 Vloerafdichtingen
12 Deurdranger
13.1 Sleutels bij paniekdeuren aftrekken
13.2 Verkeerde bediening van het slot vermijden
5 Onderhoud en instandhouding
5.1 Jaarlijkse onderhoudswerkzaamheden
Controleer het deurblad, het kozijn en de bevestiging op
mechanische schade en corrosieschade.
Controleer de functie van het slot en smeer eventueel de
schoot.
Smeer de pensloten met Teflonspray.
Controleer de bevestiging van de toebehoren, zoals de
deurkruk, het slot, de deurdranger, de scharnieren enz.
Smeer de scharnierpennen en de lagerringen.
Controleer de spelingsmaten.
Controleer de leesbaarheid van de kentekening.
GEVAAR
Er kunnen levensgevaarlijke situaties ontstaan door
loszittend isolatiemateriaal
Loszittend isolatiemateriaal kan er de oorzaak van zijn dat
de deur zijn brandwerende eigenschappen verliest.
Vervang loszittend isolatiemateriaal, zie de illustraties
bij punt10.13.
Vervang defecte onderdelen.
Gebruik enkel originele vervangdelen van de fabrikant.
Geef opdracht aan een vakkundig bedrijf als u gebreken
vaststelt die u niet zelf kunt verhelpen.
5.2 Vereiste oppervlaktebehandeling
voorelementen met een standaard grondlaag
Het oppervlak van het deurblad en het kozijn is behandeld
met een poedergrondverf op basis van epoxyhars en polyester.
1. Verwijder de afdichting(en).
2. Schuur alle te lakken oppervlakken, behalve het
isolatiemateriaal.
3. Reinig de oppervlakken grondig.
4. Gebruik voor de eindbehandeling van deurblad,
kozijnenisolatielaagvormer de volgende producten
voorhet aanbrengen van lagen:
grondverflaag 2K Epoxi hechtgrondlaag en eindlaag
met geschikte in de handel verkrijgbare lakken voor
de bouw
of
basislak en deklak met 2-K PUR lak
Gebruik bij directe zoninstraling geen donkere verf. Neem
het BFS datablad nr. 24 en de verwerkingsinstructies van
de lakfabrikant in acht en probeer of de lak goed houdt.
Voer de eindbehandeling binnen drie maanden na de
montage uit om corrosieschade te voorkomen.
5. Breng de afdichting(en) terug aan als de laklaag helemaal
droog is.
5.3 Reiniging
Reinig de oppervlakken met helder water of een in de
handel verkrijgbare lakreiniger.
5.4 Verzorging van roestvrijstalen onderdelen
Reinig en verzorg regelmatig onderdelen van roestvrij staal
met rmann Edel Glanz roestvrij staal verzorgingsmiddel
en breng dit middel met een zachte doek aan.
6 Etiketten en kenmerken
Het etiket van de deurtypes D65-1, D65-2, D65-1OD,
D65-2OD isop basis van het voorschrift (EU) nr. 305/2011
van het CE-conformiteitskenmerk voorzien. De ingeschakelde
entoegepaste geharmoniseerde Europese productnorm
isEN14351-1:2006 + A1:2010 „Ramen en deuren –
Productnorm, prestatie-eigenschappen – Deel1: Ramen
enbuitendeuren zonder brand- en/of rookwerende
eigenschappen.“ Het nummer van het bijbehorende
CE-kenmerk resp. de prestatieverklaring is aangegegeven
inde sponning van de deur op het bovengenoemde etiket
tussen het logo van de fabrikant en het
CE-conformiteitsteken.
504550 RE / 03.2018 7
NEDERLANDS
Deuren waarbij op het etiket geen CE-conformiteitskenmerk
isafgebeeld, vallen niet onder het toepassingsbereik van de
hierboven genoemde geharmoniseerde Europese
productnorm. Ze mogen daarom niet over een CE-kenmerk
resp. prestatieverklaring beschikken.
7 Algemeen
De ingebruikname van de deur is verboden totdat het moment
waarop werd vastgesteld dat de deur volgens onze instructies
is gemonteerd en werd gecontroleerd of deze correct
functioneert. Bij een verandering aan het product verliest de
prestatieverklaring haar geldigheid.
8 Prestatieverklaring
Prestatieverklaring zie punt : 8.3
www.hoermann.com/dop
8504550 RE / 03.2018
NEDERLANDS
504550 RE / 03.2018 9
9
2)
6)
A2
1)
A1
6)
2)
A4
1)
A3
A10
A11
A12
A13
2)
A8
3)
A17
2)
A7
1)
A6
4.3/4.4
A
8
B
2)
A9
2)
A5
4)
A16
3)
A15
3)
A14
1.2
B11
B12
4)
B10
4)
B13
B14
7)
B9
4)
B8
4)
B6
B7
3)
B5
3)
B4
3)
B2
B3
3)
B1
3)
10 504550 RE / 03.2018
94.3/4.4
8
C
2)
6)
D1
2)
D4
D5
2)
D2
D3
D E
E5
E6
E7
E8
1)
E1
2)
E3
E9
1)
E2
2)
E4
F G H
5)
G1
5)
G2
1)
H1
F3
F4
F2
F6
F1
F5
2)
G3
Fischer: FUR 10 × 80/100
Fischer: SXS 10 × 80/100
Hilti: HRD 10 × 80/100
MEA: MFR 10 × 80/100
Würth: W-UR 10 × 80/100
1)
Fischer: FUR 10 × 80/100/115
Fischer: SXS 10 × 80/100/120
Hilti: HRD 10 × 80/100
MEA: MFR 10 × 80/100/115
Würth: W-UR 10 × 80/100/115
2)
Fischer: FUR 10 × 100
3)
Fischer: FUR 10 × 160
4)
5)
Fischer: FUR 10 × 200
6)
8 × 40
7)
3)
C1
C2
C3
C4
C5
4)
C8
C6
C7
504550 RE / 03.2018 11
H16-1G
H3-1G
H16-S1
H16-1 OD
HS75
D65-1 OD
H3-1 OD
T30 / EI 2 30 T90 / EI 2 90
8.6a
8.6b
4.2/4.3
D+ 1
D D
D - 9
D+ 7
D
k= 1-175 2500
k= 1-175 2500
k<1375
k= 1-175 2500
e1282
k=137 17505-
e1250
k= 1-175 2500
e>1282
8.1a 8.1b 8.1c
8.2a
e>1250
e>1250
e1250
T90 / EI 2 90
T30 / EI 2 30
k >2500
k ≤2125
k >2125
504550 RE / 03.2018 13
=
=
=
8.2c
1
1
8.2a
8.2b
14 504550 RE / 03.2018
8.3a 4.3
1
8.3b
1
4.3
DoP 0030-A000XXXXXXXXX
504550 RE / 03.2018 15
1
4.3
8.4
4.3
8.5a
1
±0
16 504550 RE / 03.2018
4.3
8.5c 1
4.3
8.5b 1
±0
±0
504550 RE / 03.2018 17
4.3
4.3 4.3
4.3
4.3
8.6a
8.6c
8.6d
8.7
8.6e
8.6b
1
8.2a8.2a
≥ 50
≥ 50
18 504550 RE / 03.2018
4.3
8.8
8.9
1
504550 RE / 03.2018 19
56 66
AC DC
FT20 FT2010/
142 UF
143
14/34
44 Basic7/
Lucky Basic
I.S.T. Systems
effeff
Dorma
8.10
8.11
8.12
±0
~30~30
280
902
~20~20
2
690
270
~200
~200
~10
15
10 30 2
15
15
1
× × × ×
××
×
×
×
×
×
×
××××
× × ×
× × ×
× × ×
× × ×
(T90 -2)
×
2a 2b
20 504550 RE / 03.2018
H3-2 (VM)*
H3-2 (VM) *
k > 2500
2501 k ≤ 2750
2501 e ≤ 2750
4.2 8.10
e 1500 e 2500
k 2500
k 2500
*
www.felko-systeme.de
≥ 50
4
40
2
≥ 40
0,6
50
0,6
www.felko-systeme.de
m
m-5
+3
- 0
a
= f
= l g
8.12
625 625 625 625 625
≤ 5000
≤ 5000
g+42
+5
- 0
g+42
+5
- 0
a+82
+20
- 0
a+82
+20
- 0
e
k
+20
- 0
+10
- 0
504550 RE / 03.2018 21
10.5
≥ 175
8.2c
1000
9/A29/A1
1
10.5
8
4.3
≥ 175
22 504550 RE / 03.2018
8.2c
1000
8
4.3
10-13
1
9/A3 9/A4 9/ A5
10.5
≥ 175
≥ 175
≥ 175
10.5
504550 RE / 03.2018 23
10-13
15
4.3
8
1
9/A79/A6
1000
> 13
CR
= 30 × (A - 5)
= 15 × (X + 24)
= 15 × 22,5
ρ ~100 kg/m 3
A (EN 13501-1)
z.B. Isover BSP100
≥ 120
≥ 120
DIN 902 8.4-140 HV1-
10.5
≤ 13
X
A
≥ 120
X
A
≥ 120
max. T30
8.2c
24 504550 RE / 03.2018
1
8
1000
9/A8 9/A9
4.3
10-13
10.5
8.2c
504550 RE / 03.2018 25
1
1000
4.3 8
8.9/8.10
CR
10-13
10.5
9/A10
e ≤ 2500
k ≤ 2500
e 1250
k ≤ 2500
Ø 3
Ø 3
Ø 3
ρ ~100 kg/m 3
A (EN 13501-1)
z.B. Isover BSP100
max. T30/
EI
230
8.2c
26 504550 RE / 03.2018
1
9/ 9/AA12 139/A11
4.3 8 10-13
10.5
Ø 3
T90/EI
2
90
A- 5-9, EN 520 / A-12,5-EN 520 / X = 10 / X = 15
Ø 3
Ø 3
1000
8.9/8.10
≥ 125 X
CR
≥ 100
8.2c
504550 RE / 03.2018 27
20°
Ø 10
20°
Ø 10
1000
1
4.3 8
10-13
9/A14 9/A15
max. T30/
EI230
max. T90/
EI290
8.2c
28 504550 RE / 03.2018
20°
Ø 10
20°
Ø 10
1000
1
4.3 8
10-13
9/A16
max. T30
FUR 10 × 160
8.2c
504550 RE / 03.2018 29
9/A17
1
100
max. 56
DIN 7504 ST
4,8 × 19-N-H
DIN 7981
4,8 × 16
100
max. 56
Multi Gips
FG70 VG OR VG ORTH TH
2 × >10
Multi Gips
FG70
Multi Gips
FG70
30 504550 RE / 03.2018
10-13
20°
Ø 10
20°
Ø 10
1000
4.2 /4.3 8
8.2c
504550 RE / 03.2018 31
Multi Gips
FG70
9a 9 b
10.7a
32 504550 RE / 03.2018
9/B1-B14
3a1
2 4
B7
CR CR
B6
ρ ~100 kg/m 3
A (EN 13501-1)
z.B. Isover BSP100
≤ 270
ρ ~100 kg/m 3
A (EN 13501-1)
z.B. Isover BSP100
≤ 270
B2B1 B3
2500
1320
H 1 OD3-
1500
D65 -1 OD
k ≤ 2500
3000
D65 -2 OD
k ≤ 2500
2250
1125
H 1 OD3-
max 1,0
≤ 270
≤ 270
B4 B5
≤ 270
e ≤ 2500
H 2 OD3-
k ≤ 2500
max. T30/EI
2
30
504550 RE / 03.2018 33
B14
3a1
2 4
3b1
2 4
≥ 150
FUR 10 × 160
B8
B9 B10 B11 B12
100 - 125
B13
100 - 270
ρ ~100 kg/m
3
A (EN 13501-1)
z.B. Isover BSP100
CR
≤ 270
≤ 270
2500
1320
H3-1 OD
ρ ~100 kg/m
3
A (EN 13501-1)
z.B. Isover BSP100
CR
2250
1250
H3-1 OD
max 1,0
≤ 270
max. T30/EI
2
30
504550 RE / 03.2018 35
10-13
Ø 10
20°
5b
5a
84.3
3b
e
8.2c
36 504550 RE / 03.2018
ρ ~100 kg/m 3
A (EN 13501-1)
z.B. Isover BSP100
7a
7b
8 9 10
98
504550 RE / 03.2018 37
k
j = k + 31l = k
+10
- 0
f = e
e
d = 64e +
+20
- 0
≥ 185
CR
≥ 130
A-12,5- 0EN 52
9/C1-C8
e 2500
k 2500
k 2500
e 1250
k 2125
e 1125
CR
F30B DIN 4102-4 Tab. 49
F30-B
> 13
ρ ~100 kg/m 3
A (EN 13501-1)
z.B. Isover BSP100
C1
F90B DIN 4102-4 Tab. 49
F90-B
C6
A-EN 520ρ ~100 kg/m 3
A (EN 13501-1)
z.B. Isover BSP100
C4 C5C2 C3
1a
2
1b
2
max. T30/
EI230
max. T30/
EI230
C7
38 504550 RE / 03.2018
20°
Ø 10
1000
e -10
4.2/4.3 8
1a
40 504550 RE / 03.2018
3a
3b
10-13
3
> 13
8.2c
504550 RE / 03.2018 41
1
Ø 10
20°
CR
4.3 8
10 -13
9 / C8
max.T30
FUR 10 × 160
≥ 150
1000
Ø 10
20°
8.2c
42 504550 RE / 03.2018
1000
a
b
b
a
15
4.3 8
9 / D1
10 - 13
1
8.2c
504550 RE / 03.2018 43
1000
2
4.3
3
10-13
4
9/D2 9/D3
≤13 >13
1
ρ ~100 kg/m3
A (EN 13501-1)
z.B. Isover BSP100
CR
max.T30 /EI 230
8.2c
44 504550 RE / 03.2018
1000
10 - 13
4.3 8.2a/b
CR CR
9/D4 9/D5
≤ 13 > 13
ρ ~100 kg/m3
A (EN 13501-1)
z.B. Isover BSP100
1
max. T30 /
EI
2
30
8.2c
504550 RE / 03.2018 45
1
e
1000
k
CR
k 2500
e 2500
4.3
10-13
4.3
ρ ~100 kg/m
3
A (EN 13501-1)
z.B. Isover BSP100
e 1250
k ≤ 2500
9/E1 9 /E2
A- 5-E9, N 520
A- 5 -E12, N 520
max.T30 /EI230
f=e +84
+74
d=e +64
l= k +51
j = k + 31
Ø 16
Ø 11
8.2c
46 504550 RE / 03.2018
1
≥ 15≥ 15
8.2a / b
9 / E3
1300
1300
60
220220
220 220
1300
980
400 400200 200
4.3
10 -13
1000
8.2c
504550 RE / 03.2018 47
1
5
≥ 15≥ 15
4
9 / E4
8.2 a / b
4.3
10-13
200200 400 400
1300
1300
1300
220
220
220
220
60
980
1000
8.2c
48 504550 RE / 03.2018
1
1000
9/E5
4.3 8
10-13
8.9/8.10
Ø 3
Ø 3
CR
e ≤ 2500
k ≤ 2500
e 1250
k ≤ 2500
max. T30 /
EI
2
30
ρ ~100 kg/m3
A (EN 13501-1)
z.B. Isover BSP100
8.2c
504550 RE / 03.2018 49
1
4.3 8
8.9/8.10
9/ 9/EE6 89/E7
≥ 100
CR
A- 5- A-9, EN 520 / 12,5- 0EN 52
10-13
1000
Ø 3
Ø 3
≥ 125
T90 / EI
2
90
max
T30/ EI
2
30
max
T30/ EI
2
30
8.2c
50 504550 RE / 03.2018
1
e
k
9/E9
4.3
10-13
e 1500e > 1500
e 1250
k 2500
e 2500
k 2500
f=e +84
+74
d=e +64
l= k +51
j = k + 31
4.3
1000
CR
max. T30 /
EI230
≥ 125
ρ ~100 kg/m3
A (EN 13501-1)
z.B. Isover BSP100
8.2c
52 504550 RE / 03.2018
A
A > 94
A
A > 94
e 2500
k 2500
k 2500
e 1500
F5
F6
9 / F5- F6
max. T90 / EI
2
90
2a 2 b
e
d = 64e +
f = e
+20
- 0
k
j = 31k +
l = k
+15
- 0
A- 5-9, EN 520
A-12,5-EN 520
2c
A
f = e
e
d = 64e +
+20
- 0
k
j = k + 31
l = k
+15
- 0
k 2500
e 1500
A > 94
504550 RE / 03.2018 53
4.2 /4.3 8
1
1000
2 b
e
e -10
y < 175
y < 175
y 175
2a
y
y 175
e -10
max. T30/EI230
54 504550 RE / 03.2018
e -10
1000
e
1000
e
e -10
2 c
2 d
4.2 /4.3
8
4.2 /4.3
8
504550 RE / 03.2018 55
1000
e
2 e
F90-B
4.2 /4.3 8
≥ 100
A- 5-12, EN 520
625 625 625
g+ 42
+10
- 0
a + 82
+20
- 0
≤ 5000
e
+20
- 0
56 504550 RE / 03.2018
10 -13
5 a
5 b
8.2c8.2c
504550 RE / 03.2018 57
A 124
A 124
58 504550 RE / 03.2018
1
e
4.3
90°
k
4.3
10 - 13
f = e
d = e + 141
+ 161
+ 151
9/G1 9/G2
1000
e 1320
e 2500
k ≤ 2500 k ≤ 2500
j = 70k +
l = 90k +
max. T30/
EI
2
30
max. T90/
EI
2
90
CR
8.2c
504550 RE / 03.2018 59
100
1
4.3
4.3
9/G3
1000
kj = 70k +
l = 90k +
e
f = e
d = e + 141
+ 161
+ 151
10 - 13
8.2c
60 504550 RE / 03.2018
1000
10-134.3
9 / H1 1
max. T30 /
EI230
8.2c
504550 RE / 03.2018 63
10.4
10.5
1
2a
2b
DIN 7504 ST 4,8 × 19-N-H
DIN 7981 4,8 × 16
2 × >10
3.1/3.2
10.6 1
± 0
Silikon
64 504550 RE / 03.2018
2.
1.
10.7b
1
45°
10.7a 1
+ 3%
BA


Specyfikacje produktu

Marka: Hormann
Kategoria: Brama garażowa
Model: HS75

Potrzebujesz pomocy?

Jeśli potrzebujesz pomocy z Hormann HS75, zadaj pytanie poniżej, a inni użytkownicy Ci odpowiedzą