Instrukcja obsługi Gazelle Vento C7
Przeczytaj poniżej 📖 instrukcję obsługi w języku polskim dla Gazelle Vento C7 (52 stron) w kategorii Rower. Ta instrukcja była pomocna dla 21 osób i została oceniona przez 2 użytkowników na średnio 4.5 gwiazdek
Strona 1/52

Gebruikershandleiding


Gefeliciteerd met uw
nieuwe Gazelle-fiets!
Met uw nieuwe Gazelle heeft u zich verzekerd van duizenden
kilometers ontspannen en onbezorgd fietsplezier. Al sinds de
eerste fiets die Gazelle in 1892 produceerde staan uw comfort en
veiligheid bij Gazelle voorop. Gazelle heeft als eerste fietsmerk
in Nederland het ISO 9001-2000 certificaat voor haar kwaliteits-
systeem ontvangen.
Uw Gazelle-fiets is uiteraard met de grootst mogelijke
zorgvuldigheid ontworpen en geproduceerd, met gebruik van
hoogwaardige en duurzame materialen. Gazelle biedt u dan ook
een langdurige garantie. U vindt onze garantie voorwaarden in de
handleiding Veiligheid & Garantie (zie www.gazelle.nl/service/
handleidingen).
Om optimaal van uw nieuwe fiets te kunnen blijven genieten is
het belangrijk haar goed te onderhouden en regelmatig te laten
controleren door uw Gazelle-specialist. In dit boekje leest u hoe u
dat het beste kunt doen, en hoe u eventuele kleine reparaties zelf
kunt verrichten. Ook vindt u alle informatie die u nodig heeft om uw
fiets exact op uw maat en wensen af te stellen.
Wij raden u dan ook aan deze gebruikershandleiding goed door
te lezen en zorgvuldig te bewaren. Uw Gazelle-specialist is altijd
bereid u met raad en daad bij te staan.
Wij wensen u veel fietsplezier!
Koninklijke Gazelle N.V.
3

Inhoudsopgave
Algemene informatie 5
1. Het stuur
1.1 Afstelling 7
1.2 Onderhoud 9
1.3 Veiligheid & reparaties 9
2. Handvatten 10
3. Voorvork- & balhoofdvering
3.1 Instellen 11
3.2 Onderhoud 12
4. Verlichting
4.1 Bediening 13
4.2 Reparaties 15
5. Remmen
5.1 Afstelling 18
5.2 Onderhoud & reparaties 18
6. Versnellingen
6.1 Afstelling versnellingsnaaf 22
6.2 Onderhoud van de
naafversnelling 24
6.3 Bediening van de derailleur-
versnelling 24
6.4 Afstelling van de derailleur 24
6.5 Onderhoud van de derailleur 25
7. Ketting en beltdrive
7.1 Afstelling: spannen van
de ketting 27
7.2 Onderhoud 28
7.3 Reparaties 28
7.4 Afstelling beltdrive 28
7.5 Onderhoud beltdrive 29
8. Kettingkast 30
9. Trapas, cranks en pedalen
9.1 Onderhoud 32
9.2 Reparaties 32
10. Fietsstandaard 33
11. Wielen
11.1 Afstelling 34
11.2 Reparaties 34
11.3 Verwijderen wiel 34
12. Banden
12.1 onderhoud 37
12.2 Reparaties 38
13. Zadel 40
14. Frame 42
15. Elektrische fietsen 43
16. Kinderzitjes 44
17. Vervoer op de auto 44
18. Accessoires 45
19. Diefst alpreventie 45
20. Benaming onderdelen 46
21. Tabe lle n
21.1 Aanhaalmomenten 48
21.2 Afgelegde afstand per
omwenteling 48
21.3 Versnellingsbereik NuVinci 49
22 Contactgegevens 50
Tenslotte 51
Disclaimer 51
4

Algemene informatie
Het is raadzaam om uw fiets regelmatig door uw Gazel-
le-specialist te laten controleren. Wij adviseren om circa
zes weken tot uiterlijk drie maanden na de ingebruikname
van uw fiets een eerste servicebeurt te laten uitvoeren.
Vervolgens is het gewenst de fiets één keer per jaar voor
een servicebeurt bij uw Gazelle-specialist aan te bieden.
Er wordt dan bijvoorbeeld gekeken of de spanning van de
spaken nog in orde is en gecontroleerd of er speling zit in
de naven, de trapas of het balhoofd.
Voelt u tijdens het fietsen speling dan kunt u het beste
direct naar uw Gazelle-specialist gaan. Als u te lang met
mankementen doorfietst, kunnen de problemen vererge-
ren en uiteindelijk zorgen voor schade. Door uw fiets regel-
matig af te laten stellen en te laten controleren voorkomt u
hoge reparatiekosten.
Uiteraard kunnen wij ons voorstellen dat u ook zelf het een
en ander wilt doen aan onderhoud of kleine reparaties. In
deze gebruikershandleiding vindt u uitleg over hoe u uw
fiets onderhoudt, afstelt en repareert. Komt u er zelf niet uit
of twijfelt u over de juiste handelingen, wendt u zich dan tot
uw Gazelle-specialist. Verkeerd uitgevoerde onderhouds-,
reparatie- en afstellingszaken kunnen leiden tot defecten.
5

Let op
• Bouten, schroeven en moeren moeten worden vast-
gedraaid volgens voorgeschreven aanhaalmomenten.
Draait u deze te hard aan dan kan dit leiden tot scheu-
ren en breuken! In hoofdstuk 21, tabel 1 vindt u een
overzicht van alle voorgeschreven aanhaalmomenten.
• Reinig uw fiets NOOIT met een hogedrukreiniger. Doet
u dit wel dan kan het vet en/of de olie uit onderdelen
weggespoten worden, met als mogelijk resultaat roest
of ernstige beschadigingen.
• Niet elk fietstype is voor elk terrein geschikt. Fietsen
zijn niet bedoeld voor extreme belastingen zoals sprin-
gen of rijden over trappen. Trekkingfietsen kunnen op
verharde wegen en in het verkeer worden gebruikt. Zij
zijn tevens geschikt voor gebruik op licht terrein, zoals
veldwegen. Stads-, toer- en kinderfietsen kunnen in het
verkeer en op verharde wegen gebruikt worden. De
fabrikant en de Gazelle-specialist zijn niet aansprakelijk
voor een niet-reglementair gebruik van de fiets, met
name het niet naleven van veiligheidsrichtlijnen, en de
hieruit ontstane schade.
• Pas op dat losse kleding, sjaals, veters etc. niet tussen
bewegende delen zoals de spaken of de pedalen klem
komen te zitten.
• Zoals alle mechanische systemen is een fiets onder-
hevig aan slijtage. De diverse onderdelen kunnen
verschillend reageren op slijtage. Intensiever gebruik
zal de levensduur van bepaalde onderdelen verkorten.
• Voor extra veiligheid is het aan te raden een fietshelm
te gebruiken. Houd in elk geval rekening met de natio-
nale regels en normen voor het gebruik van een helm.
• Neem altijd de lokale en nationale verkeersregels in
acht die van toepassing zijn in het land waar u de fiets
gaat gebruiken.
6

1. Het stuur
1.1 Afstelling
De hoogte van het stuur bepaalt onder meer de druk op
uw handen en de houding van uw rug, en heeft daarom
veel invloed op uw rijcomfort. Gazelle-fietsen zijn uitgerust
met verschillende soorten sturen. Uiteraard kunt u deze
allemaal naar wens in hoogte verstellen.
Let op
• Als u het stuur in hoogte verstelt, zorg er dan voor dat
de veiligheidsaanduiding MAX op de stuurpen niet
zichtbaar is . Is deze wel zichtbaar dan staat (zie a. 1)
het stuur te hoog. Bij de Switch stuurpen dient de
binnen balhoofdbuis minimaal tot de aangegeven min/
insert- markering te lopen.
• Voorkom ongelukken, verstel de stuurpen niet tijdens
het rijden!
Switch en Switch SL
De hoogte van de Switch stuurpen is op twee manieren te
veranderen: door het kantelen van het stuur, of door het
omhoog zetten van de stuurpen zelf.
Wilt u de stuurpen zelf in hoogte verstellen? De reguliere
Switch (a. 2 t/m 3) draait u met een 6 mm inbussleutel
de bout los. Deze bout wordt zichtbaar als u de hendel (C)
omhoog haalt. Om de Switch SL (a. 4) stuurpen in hoogte
te verstellen draait u de boutjes los met een 5 mm (D)
inbussleutel. Nu kunt u de stuurpen verstellen. Draai ver-
volgens de boutjes weer vast. (D)
Het gemakkelijkst is het verstellen door middel van het
kantelsysteem; u heeft hiervoor geen gereedschap nodig.
Trek eerst de veiligheidsschuif bovenop het (a. 2, A)
stuur naar beneden. Haal vervolgens de volledige hendel
(a. 3, B) omhoog. U kunt nu het stuur op de gewenste
hoogte kantelen. Het stuur zit vast op het moment dat u de
hendel weer naar beneden duwt.
Magix en Smica (verstelbaar)
Bij de Magix en Smica stuurpennen (zie a. 5) is de
stuurvoorbouw rechtstreeks op de binnenbalhoofdbuis
1
2
3
4
5
7

(dit is de buis die aan de voorvork vast zit) gemonteerd. U
verstelt het stuur in hoogte middels de bouten (A). Door
de bout los te draaien kan de hoek van de voorbouw (B)
en daarmee de hoogte van het stuur worden ingesteld.
Tot slot kunt u de stuurbocht zelf kantelen. Hiertoe draait u
de bout los. Heeft u een Smica stuurpen dan kunt u de (C)
bouten losdraaien met een 5 mm inbussleutel, bij de Magix
is dit een 6 mm inbus.
Shuttle en New Shuttle
Om de hoogte van de (New) Shuttle stuurpen (zie a. 6)
te verstellen dient u als eerste het dopje van de pen te
lichten. Vervolgens kunt u de voorbouw zo verdraaien dat
de bout zichtbaar wordt. Deze draait u los met een lan-(A)
ge inbussleutel (6 mm), waarna u de hoogte van het stuur
naar de gewenste hoogte kunt aanpassen. Zet daarna de
bout weer stevig vast. Met de bout verstelt u de positie (B)
van de voorbouw en met de bout de stuurbocht. Ook (C)
hiervoor gebruikt u een 6 mm inbus sleutel.
Stuurpen CQS-JM3358-2
Middels de bout (a. 7, A) bovenop de stuurpen kunt u de
hoogte van de stuurpen wijzigen. Om de voorbouw aan te
passen draait u bout los. Wilt u de stuurbocht zelf kan-(B)
telen, dan doet u dit middels de bout . Voor alle bouten (C)
gebruikt u een 6 mm inbussleutel.
Vaste stuurpen
Om de stuurpen zelf in hoogte te verstellen draait u de
bout met een 6 mm inbussleutel een paar slagen los (A)
(zie a. 8 en 9). Vervolgens geeft u met een (rubberen)
hamer een paar klapjes op de bout. U kunt het stuur nu op
de door u gewenste hoogte plaatsen door een draaiende
heen en weer beweging. Zet daarna de bout weer stevig
vast. U kunt door middel van de klembout de stand van (B)
de stuurbocht aanpassen.
Stuurblokkering
Op diverse Gazelle modellen zit een stuurblokkering. Deze
zorgt ervoor dat het stuur niet kan omklappen. U activeert
de stuurblokkering door de zwarte ring linksom (tegen
de klok in) te verdraaien . Op de aluminium (zie a. 10)
ring geven de pijlen en de hangslot-icoontjes de draai-
richting aan. Wanneer het stuur geblokkeerd is ziet u een 10
9
8
7
6
8

rode band. Rijdt u onverhoopt weg terwijl het stuur nog
geblokkeerd is, dan kunt u het stuur nog wel verdraaien
zodat er geen ongelukken gebeuren. U hoort een ratelend
geluid, bedoeld om u erop te attenderen dat u het stuurslot
nog vast heeft staan. U deblokkeert het stuurslot door de
zwarte ring rechtsom te draaien (met de klok mee), waarna
er weer normaal gestuurd kan worden.
1.2 Onderhoud
De stuurpen en het balhoofd moeten eens in de zoveel
tijd gesmeerd worden. Merkt u dat het stuur stroef loopt,
kraakt of anderszins niet naar behoren functioneert, dan
moet deze mogelijk weer gesmeerd worden. U kunt hier-
voor bij uw Gazelle-specialist terecht.
1.3 Veiligheid & reparaties
Na langdurig gebruik kan het gebeuren dat het stuur
een beetje los komt te zitten. Bezoek in dat geval uw
Gazelle-specialist. Die beschikt over de kennis en het
gereedschap om dit probleem direct te verhelpen. Mocht u
onverhoopt ten val komen, en daarbij het stuur verbuigen
of beschadigen, dan moet het stuur worden vervangen.
Het terugbuigen van het stuur kan ertoe leiden dat het
breekt. Diepe krassen in aluminium sturen geven risico op
stuurbreuk. Ook dan dient het stuur vervangen te worden.
9

2. Handvatten
Om te voorkomen dat handvatten los gaan zitten heeft
Gazelle handvatten ontwikkeld die met een boutje
(zie a. 11 en 12) vastgezet kunnen worden.
Wanneer u het prettig vindt uw handvatten iets over de
stuurbocht te verdraaien dient u bout (A) eerst iets los te
draaien met een 4 mm inbussleutel. Na het instellen in de
gewenste positie zet u het handvat weer vast door het
boutje aan te draaien.
11
12
10

3. Vering voorvork/
balhoofd
Sommige Gazelle-fietsen zijn voorzien van een voorvork
met vering. Er zijn twee soorten vering: voorvorkvering
en binnenbalhoofdvering. Hier leest u hoe u beide in kunt
stellen. Bij de voorvorkvering bevindt het veringsmechanis-
me zich in de poten van de voorvork; heeft u een binnen-
balhoofdvering dan is het veringsmechanisme geïnte-
greerd in de binnenbalhoofdbuis.
3.1 Instellen
Voorvorkvering
De stugheid van de vering van de voorvork stelt u in met
de draaiknop op de voorvork. Om de vering (a. 13, A)
stijver te maken draait u rechtsom; door linksom te draaien
maakt u de vering zachter. Let erop dat de veren aan beide
kanten dezelfde spanning hebben. Indien nodig kunt u
hiertoe de vering aan beide kanten eerst naar het nulpunt
draaien. Als u er vervolgens op toe ziet dat u de beide zij-
den evenveel slagen draait dan weet u zeker dat de beide
veren een gelijke spanning hebben.
Binnenbalhoofdvering
De stugheid van de vering stelt u in middels het boutje
onder de balhoofdbuis, tussen de twee vorkpoten
(zie a. 15). Door rechtsom te draaien maakt u de vering
stijver; om de vering zachter te maken draait u linksom.
Wanneer u de binnenbalhoofdvering wilt afstellen dient u
als eerste de rubberen hoes naar beneden te schuiven om
het aanpassingssysteem te onthullen (zie a. 14). Draai de
moeren (A) los met een steeksleutel 14. Draai de 4 schroe-
ven vast met een 6 mm inbussleutel om speling te ver-(B)
wijderen. Draai elk tegenoverliggend paar schroeven (B)
tezamen vast. Herhaal tot alle speling weg is. Mochten de
schroeven (B) juist te vast zitten, draai ze dan beurtelings
los om overmatige wrijving te verwijderen. Zorg ervoor dat
u de 4 schroeven gelijkmatig vastzet. De vork is correct (B)
afgesteld als er geen speling is maar de vork wel soepel
beweegt. Draai alle moeren vast om te voorkomen dat (A)
14
13

de bouten los kunnen raken. Plaats de rubberen hoes weer
terug om de vork af te sluiten.
Controleer de beweging van de vork nu. Als het goed
is, is de verticale beweging soepel en is er geen speling
zijwaarts of van voor naar achteren. Als aan een van deze
criteria niet wordt voldaan, herhaal dan het volledige pro-
ces zo vaak als nodig is om een soepele beweging zonder
speling te bereiken.
3.2 Onderhoud
Door de verende beweging kan er vuil en vocht in het
mechanisme terechtkomen, waardoor de werking vermin-
dert. Daarom dient de vering regelmatig, ook onder de
rubbers, gereinigd te worden. U kunt de vering het beste
met een vochtige, zachte borstel schoonhouden. Na het
reinigen dient het veringsmechanisme opnieuw van teflon-
houdende olie voorzien te worden.
Om de voorvork zelf te smeren moet deze uit elkaar
worden gehaald. Dit is specialistisch werk! Wendt u zich
daarom tot uw Gazelle-specialist; hij heeft de expertise in
huis die nodig is om dit karwei correct uit te voeren.
15
12

4. Verlichting
Om als fietser veilig aan het verkeer deel te kunnen nemen
is het van groot belang dat u door andere weggebruikers
wordt opgemerkt. In dit hoofdstuk leest u alles over de
werking van de verschillende types verlichting die u op uw
Gazelle-fiets kunt aantreen.
4.1 Bediening
Koplamp
De meeste koplampen worden aangedreven met een naaf-
dynamo. Alleen de Trelock LS 330 en de Spanninga Swingo
koplamp worden van stroom voorzien door een batterij.
De Tung Lin werkt via een banddynamo; deze dient u eerst
tegen de fietsband aan te klikken.
De Gazelle-koplampen schakelt u aan via de aan-uit-, schuif-
of draaiknop voor een overzicht (A). Zie aeelding 16 t/m 24
van alle koplampen en de locatie van de aan-uitschakelaar.
Wanneer u eenmaal op de schakelaar (A) drukt schakelt u de
verlichting in; druk nogmaals om de verlichting volledig uit te
schakelen. De Busch & Müller koplamp (a. 25, zie volgen-
de bladzijde) beschikt niet over een aan-uitschakelaar: deze
bedient u via de display van de e-bike.
16 AXA Blue Line
17 FenderVision
18 LightVision
21 Spanninga Smart Move Retro20 AXA Pico 30
24 Trelock LS33023 Spanninga Swingo22 Thung Lin
19 Fenderlight

Heeft u een Trelock LS 330 koplamp? Dan beschikt uw
lamp over drie standen. Druk eenmaal om de lamp in te
schakelen; druk tweemaal voor de knipperlichtfunctie en
driemaal om de lamp uit te zetten.
Bij de meeste koplampen kunt u simpelweg de lamp
bewegen om de lichtstraal te richten. Heeft u een fiets
met Gazelle FenderVision-koplamp, dan kunt u de positie
van de koplamp c.q. lichtstraal veranderen met het zwarte
schuie aan de linkerzijde. In de Tung Lin koplamp ziet u
twee peertjes zitten; de tweede is een reservelamp.
Verlichting achter
De nieuwste generatie Gazelle-achterlichten is ontwor-
pen om lang te blijven branden. De gebruikte ledlampjes
gebruiken maar weinig energie en hebben een zeer lange
levensduur. Door het gebruik van batterijen bij de achter-
lichten behoren problemen met de bedrading bovendien
definitief tot het verleden. U schakelt de verlichting achter
aan via de knop . Beschikt u over een (A) (a. 26 t/m 33)
Hermans, SlimVision of AXA Ri achterlicht dan heeft u drie
standen: aan, auto en uit:
Aan: hiermee kunt u het achterlicht altijd laten branden.
Dit kan van belang zijn bij bijvoorbeeld mistig weer waarbij
25 Busch&Muller Lumotec IQ Cyo
33 Hermans/Racktime
30 Gazelle LED XB & Gazelle nr. 7
32 AXA Spark
29 Gazelle SoloVision
31 BE Vision & SlimVision
28 AXA Ri
27 Spanninga Brasa
26 Spanninga O-GUARD
14

een brandend achterlicht gewenst is, terwijl er nog teveel
licht is om de automaat in te schakelen.
Aut o: in deze stand schakelt het achterlicht automatisch
aan wanneer het donker wordt en de fiets in beweging
komt. Wanneer u weer stil gaat staan, bijvoorbeeld bij een
verkeerslicht of aan het einde van uw rit, dan blijft het ach-
terlicht nog 1 minuut doorbranden (standlichtfunctie).
Uit: hiermee schakelt u het achterlicht altijd geheel uit.
Handig wanneer u uw fiets op een drager aan de auto
vervoert: in die omstandigheden is het inschakelen van
de lamp niet gewenst omdat u hiermee mogelijk andere
weggebruikers hindert.
U kiest de stand via de schuinop of door het aantal keer
drukken (1x is aan, 2x is auto, 3x is uit). Bij het Hermans
achterlicht ziet u een geel ledje op de reflector branden als
u de auto stand heeft ingeschakeld.
De overige achterlichten (Spanning Brasa, Gazelle BE Visi-
on, Axa Spark, en Gazelle nr. 7,) hebben alleen een aan- en
uitstand, te bedienen via de knop . Heeft u de Spanning (A)
Brasa lamp? Op deze lamp zit een indicator. Wanneer uw
batterijen nog een restcapaciteit van 6 uur (of minder) over
hebben wordt de indicator rood.
4.2 Reparaties
Voorverlichting
Mocht de verlichting niet werken, dan zit het probleem
mogelijk in de bedrading. Er kan sprake zijn van een
kabelbreuk, of de verbindingen kunnen los zijn komen te
zitten. Controleer als eerste de dynamoaansluiting: zit de
kabel goed op de dynamo aangesloten? Kijk vervolgens
de aansluiting van de kabel op de lamp na. Wanneer beide
aansluitingen in orde lijken, is de kabel wellicht gebroken;
in dat geval zal de kabel vervangen moeten worden. U kunt
zich hiervoor wenden tot uw Gazelle-specialist.
Beschikt u over een Trelock LS 330 of Spanninga Swingo
koplamp? Dan dient u mogelijk de batterij te vervangen.
Heeft u een Trelock LS 330 koplamp (zie a. 34 en 35)
34 Trelock LS330
35 Trelock LS330

dan doet u dit als volgt: druk in en schuif de lamp van (B)
de houder af. Onderaan de losgekoppelde lamp vindt u
een rode knop ; schuif deze knop naar voren. Nu kunt u (C)
het kapje van de lamp af schuiven en de batterijen vervan-
gen.
Heeft u een Spanninga Swingo koplamp (zie a. 36 en
37)? Om de batterij te vervangen dient u het glaasje van de
lamp los te klikken met een muntje bij de inkeping (B)
Zijn de kabels en/of de batterijen in orde maar brandt de
ledverlichting nog niet, dan kan de storing in de elektronica
zitten. Ook kan het zijn dat het lampje is doorgebrand. Uw
Gazelle-specialist kan dit voor u nakijken en indien nodig
de defecte onderdelen vervangen.
Achterlicht
De achterlichten van Gazelle-fietsen zijn voorzien van
ledlampjes met een zeer lange levensduur. Mocht uw licht
het toch niet doen, dan zijn waarschijnlijk de batterijen aan
vernieuwing toe.
Bij de Hermans, Spanninga Brasa, SlimVision, BE Vision,
Gazelle LED XB, Gazelle nr. 7, en Solo Vision achterlichten
dient u de schroees los te draaien . (B) (zie a. 38 t/m 47)
37 Spanninga Swingo
36 Spanninga Swingo
42 BE Vision & SlimVision
43 BE Vision & SlimVision41 Spanninga Brasa
40 Spanninga Brasa
39 Hermans/Racktime
38 Herrmans geïntegreerd in
drager
16

Vervolgens kunt u de kap of slede verwijderen waarna u
de batterijen kunt vervangen. Let op: bij de Solo Vision
en de AXA Ri bevindt de schroef zich achter de aan-uit-
schuinop; de schroef is zichtbaar als de lamp uit staat.
Heeft u een AXA Spark of Spanninga O-GUARD achter-
licht (zie a. 48 t/m 51), dan verwijdert u de kap middels
een muntje bij de inkeping (AXA) of bij de aan-uitknop (B)
(Spanninga).
Let er altijd op dat u de batterijen plaatst op in het achter-
licht aangegeven manier. Gebruik bovendien uitsluitend
Alkaline batterijen. Die lekken namelijk niet waardoor
beschadiging voorkomen kan worden.
Als uw achterlicht met de nieuwe batterijen niet brandt,
dan zijn wellicht de contactpunten van de batterijen vuil
geworden. Is dat ook niet het geval, raadpleeg dan uw
Gazelle-specialist.
51 Spanninga O-GUARD
48 AXA Spark
44 Gazelle SoloVision
45 Gazelle SoloVision
50 Spanninga O-GUARD
47 AXA Ri 49 AXA Spark
46 Gazelle LED XB & Gazelle nr. 7
17

5. Remmen
Remmen zijn zeer belangrijk voor uw veiligheid. In dit
hoofdstuk leest u alles wat u moet weten over het afstellen
en onderhouden van uw remmen. Heeft u handremmen?
Dan is de linkerhendel voor bediening van de achterste
rem; met de rechterhendel bedient u de voorrem.
Let op
• Heeft u een fiets met voorvering? Als u hard remt dan
zorgt de voorvering voor een voor- en neerwaartse
beweging die met name in bochten gevaar kan ople-
veren. Dit eect wordt verminderd door zowel de voor-
als de achterrem te gebruiken. Rem dus nooit alleen
met de voorrem!
• Uw remmen hebben met vochtig weer een langere
remweg, houd hier rekening mee!
5.1 Afstelling
Als u voelt dat u de handrem helemaal indrukt maar nog
niet voluit remt, dan dient u de kabel aan te spannen via
de stelschroef (a. 52, A) bij de remgreep aan het stuur.
Draai de stelschroef een paar slagen naar buiten. Draai
vervolgens de contramoer terug tegen de remgreep zodat
de stelschroef niet losloopt tijdens het fietsen. Let erop dat
de inkeping van de stelschroef naar beneden wijst, anders
kan deze vollopen met regenwater.
Wilt u de positie van de remhendel ten opzichte van de
handvatten verstellen? Gebruik het stelboutje (a. 52, B)
om de positie van de remhendel te wijzigen.
5.2 Onderhoud & reparaties
Functioneren uw remmen minder goed in de winter?
Mogelijk vriezen uw remkabels vast. In dat geval moeten
de kabels opnieuw gesmeerd worden. Dit is een specia-
listische klus; wij adviseren u dan ook hiervoor langs uw
Gazelle-specialist te gaan.
52
18

V-brake
Het V-brake remsysteem is relatief eenvoudig: u remt door
middel van de remblokjes die bij het indrukken van de
rem tegen de velg aan drukken. Als u merkt dat het rem-
vermogen van uw V-Brakes afneemt, dan kan het zijn dat
uw remblokjes versleten zijn. Controleer de slijtage door te
kijken of er nog groeven aanwezig zijn op de remblokjes.
Zijn de blokjes tot op de bodem van de groeven afgesle-
ten (tot ca. een halve millimeter) dan moeten ze worden
vervangen.
Om de remblokjes te vervangen maakt u eerst de kabel (A)
boven de rem los (zie a. 53). Draai vervolgens de bout
(B) los met een 5 mm inbussleutel. U kunt nu de remblokjes
verwijderen en vervangen voor nieuwe. Zorg er voor dat
u het juiste type remblok monteert! Koopt u de verkeerde
blokken dan kunt u de velg beschadigen. Let erop dat
u het linker remblokje aan de linkerkant monteert en de
rechter aan de rechterkant.
Controleer na het vervangen van de remblokjes de afstand
tussen de remblokjes en de velg. Is deze te groot, dan
heeft u onvoldoende remkracht; is de afstand te klein dan
kan de rem gaan aanlopen. Ga uit van een ideale afstand
van 2 mm. Als de afstand groter is, dan kan deze verkleind
worden door middel van de stelschroef op de rem-(A)
hendel (zie a. 52). Zorg ervoor dat de voorkant van de
remblokjes iets dichter bij de velg zit dan de achterkant,
anders gaat de rem piepen.
V-brakes kunnen zorgen voor slijtage aan de velgen. Dat
eect wordt versneld door bijvoorbeeld zand of straat-
vuil. Reinig uw remmen daarom frequent, bijvoorbeeld
door middel van water of een borstel, en laat uw Gazelle-
specialist regelmatig controleren of uw velgen nog stabiel
zijn of dat zij vervangen moeten worden.
Let op
V-brakes hebben een zeer krachtige werking. Rem
daarom nooit alleen met de voorrem maar gebruik altijd
voor- en achterrem samen! Sommige Gazelle V-brakes
zijn uitgerust met een power modulator om de kracht iets
geleidelijker te laten werken. Deze voorkomt dat de rem
53
19

direct krachtig aangrijpt en zorgt dus voor een kleine ver-
traging voordat de rem maximale kracht geeft.
Trommelremmen
De trommelrem is gemonteerd op de as van het wiel. Het
remsysteem bestaat uit een met het wiel meedraaiende
remtrommel; binnen de remtrommel bevinden zich twee
remschoenen die niet met het wiel meedraaien. Als u remt
dan worden de remschoenen tegen de trommel gedrukt;
hierdoor wordt het wiel tot stilstand gebracht. Trommel-
remmen slijten na verloop van tijd. Dat merkt u doordat de
remhendels bijna het stuur kunnen raken. Meestal volstaat
het nastellen van de remmen. Duw de hevel (A) omhoog
(zie a. 54). Draai dan moer (B) zo ver aan dat de rem net
aangrijpt; draai hem vervolgens een tikje terug zodat hij nét
niet afremt en het wiel vrijloopt. Knijp tijdens het afstellen
de rem regelmatig krachtig in. Zorg ervoor dat de remkabel
of -pen goed in de hevel valt zodat deze niet losschiet!
Til de fiets vervolgens op en draai het wiel rond. Als het
wiel zonder haperingen rond blijft draaien, dan heeft u de
rem goed afgesteld. Is dat niet het geval, dan zal het wiel
abrupt stoppen. In dat geval moet u de moer weer een of
meerdere slagen terugdraaien.
Als uw rem door middel van stangen wordt bediend dan
kan dezelfde procedure worden gevolgd. U moet er dan
alleen op letten dat u eerst de voorrem afstelt, voordat u
met de achterrem begint.
De eventuele vervanging van de remschoen dient te wor-
den overgelaten aan de Gazelle-specialist. Alleen hij kan
nagaan welk type remschoen er moet worden gebruikt.
Rollerbrake
De rollerbrake van Shimano is een soort trom-(zie a. 55)
melrem. De juiste afstelling bereikt u door de stelnippels bij
de naaf en bij de remgreep aan het stuur (A) (zie hoofdstuk
5.1, a. 52) te verdraaien. Op de rollerbrake zit ook een
smeernippel (B) voor het toevoegen van vet om de rem
te smeren. Wij raden u aan hiervoor naar uw specialist te
gaan. Wanneer u de rem verkeerd bijvult of het verkeer-
de smeermiddel gebruikt kunt u de rem namelijk ernstig
beschadigen! Wilt u de rem toch zelf smeren, houd er dan
54
55
20

rekening mee dat u enkel speciaal Shimano rollerbrake vet
mag gebruiken.
Hydraulische remmen
Gazelle-fietsen kunnen uitgerust zijn met hydraulische schijf-
remmen (a. 56) of hydraulische velgremmen (a. 57).
De schijfrem bestaat uit 2 beweegbare rem blokjes. Een
afnemende remkracht kan duiden op lucht in de leidingen; u
dient zich hiermee tot uw Gazelle-specialist te wenden.
Heeft u hydraulische velgremmen, controleer dan regel-
matig de remblokjes. Wanneer de remblokjes tot de bodem
van de groeven versleten zijn (tot ca. een halve millimeter)
dan dienen deze vervangen te worden.
Draai eerst het bovenste boutje (A) van de bevestiging
van de remcilinder met een torxsleutel 25 los verwijder
dit. Draai vervolgens het onderste boutje (B) met dezelfde
torxsleutel iets los zodat de remcilinder een kwartslag kan
draaien. Nu kunt u het remblokje verwijderen en vervangen.
Nadat u de remblokjes heeft vervangen drukt u de rem-
men tegen de velg, zodat de remblokken parallel tegen de
velg liggen. Controleer of de remblokken recht op de velg
drukken. Let er ook op dat de remunits niet scheef staan,
maar recht naar elkaar wijzen.
Knijp voorzichtig in de remgreep en draai de bouten aan
wanneer de remblokken ongeveer 2 mm van de velg
vandaan geduwd zijn. Let op de voorgeschreven aanhaal-
momenten!
Let op
• Er mag geen olie, vet of was op de remschijven komen!
• Heeft u oliesporen op de hendels of leidingen,
dan dient u zich zo snel mogelijk te wenden tot uw
Gazelle-specialist. Dit kan namelijk wijzen op lekkage!
Terugtraprem
Als u merkt dat de kracht van uw terugtraprem afneemt,
raadpleeg dan uw Gazelle-specialist. Het onderhoud en
de eventuele reparatie van dit remsysteem is specialis-
tisch werk, dat alleen door de vakman goed kan worden
uitgevoerd.
56
57

6. Versnellingen
Gazelle-fietsen kunnen voorzien zijn van een Shimano,
NuVinci of Sturmey-Archer versnellingsnaaf met 3, 7, 8 of
11 versnellingen, of een derailleursysteem. De versnellin-
gen zijn bij aflevering vanzelfsprekend goed afgesteld. Na
verloop van tijd kan het echter nodig zijn de versnellingen
opnieuw af te stellen. In dit hoofdstuk leest u hoe u dit
doet; tevens vindt u informatie over het onderhoud van uw
versnellingen.
6.1 Afstelling versnellingsnaaf
Shimano (Nexus 3,7,8 en Premium 8, Alfine 8 & 11)
Zet de fiets eerst in de juiste versnelling : (zie a. 58)
Shimano Nexus 3 versnellingsnaven worden afgesteld in
de tweede versnelling; alle Shimano 7-speed en 8-speed
naven moet u in de vierde versnelling afstellen. Heeft u
een Shimano 11-speed versnellingsnaaf? Dan stelt u af in
de zesde versnelling.
Draai de pedalen enkele slagen zodat u er zeker van bent
dat de naaf ook daadwerkelijk in de juiste versnelling staat.
Controleer vervolgens of de gekleurde balkjes op de scha-
kelunit (zie a. 59 en 61) op één lijn staan. Is dat niet het
geval, draai dan aan de stelschroef (A) aan de schakelunit
(a. 59) of aan de versteller (a. 60) tot de balkjes op één
lijn staan. Nu zijn uw versnellingen correct afgesteld.
NuVinci Harmony (automatisch) & Manual
In de automatische modus past het NuVinci Harmony
systeem (zie a. 62) automatisch de overbrengingsver-
houding aan zodat u de gewenste cadans kunt vasthou-
den. U stelt de ideale cadans in door aan de handgreep te
draaien. De blauwe led “RPM”-display geeft de cadansin-
stelling aan.
In de handmatige modus kunt u zelf schakelen met behulp
van de “ride by wire”-technologie. De oranje “heuvel” op
de leddisplay geeft aan dat hoe steiler de heuvel, hoe lich-
ter de beste versnelling om te kunnen klimmen is.
58
59
60
61
62
22

Met de NuVinci Manual versteller (zie a.63) kunt u genieten
van traploos schakelen. U schakelt dus niet in sprongen (van
2 naar 3), maar heel geleidelijk. Dit heeft als resultaat dat u
licht en moeiteloos schakelt en dat u in iedere situatie een
ideale versnelling kunt kiezen. Ook heeft de NuVinci naaf
een groter bereik dan vele traditionele schakelsystemen.
Let op
Merkt u dat u in de lichtste versnelling zwaarder trapt en/
of in de zwaarste versnelling lichter? Uw bereik is dan
minder geworden (zie tabel 3, hoofdstuk 21); de versnel-
ling moet in dit geval via de stelschroef afgesteld worden.
Het beste kunt u hiervoor naar uw specialist gaan, dit is
namelijk een secuur werk.
Als het NuVinci Harmony systeem opnieuw is geïnstal-
leerd, of als het systeem niet consistent of zelfs onjuist
werkt, moet u het systeem kalibreren. Zet hiertoe eerst het
systeem aan. Fiets tijdens de gehele kalibratieprocedure
rustig met de fiets.
Om het kalibreerprogramma te starten drukt u op de
“modus”-knop (a. 62, A) op de Harmony H8-controller en
houdt deze vast totdat de achternaaf begint te schakelen
(meestal 5-7 seconden). Laat de knoppen daarna los. Blijf
licht doortrappen terwijl het systeem zelf meerdere malen
van “laag” naar “hoog” schakelt en het kalibratieproces
afrondt.
N.B.: de Harmony manual is niet te kalibreren.
Sturmey Archer
Heeft uw fiets een Sturmey Archer versnellingsnaaf, zet
de versteller dan in de middelste stand. Draai de (a. 64)
pedalen vervolgens enkele slagen rond; zo weet u zeker
dat de naaf ook in de middelste stand staat. Draai nu de
moer los, en verdraai de huls . Het eindvlak (A) (zie a. 65)
van de controlestift (B) moet gelijk zijn met het uiteinde
van de as. U kunt dat zien door de opening van de asmoer.
Draai vervolgens moer (A) weer vast. Door een paar maal
te schakelen, en te kijken of de afstelling weer in de uit-
gangspositie terugkomt, kunt u controleren of de afstelling
juist is. Als alles goed zit, kunt u het achterstukje van de
kettingkast weer terugklikken.
63
64
65

6.2 Onderhoud van de versnellingsnaaf
Schakelt uw fiets minder goed in de winter? Mogelijk
vriezen uw versnellingskabels vast. In dat geval moeten
de kabels opnieuw gesmeerd worden. Smeren van de
kabels is een specialistische klus; wij adviseren u hiervoor
langs uw specialist te gaan. Ook als de olie van de naaf zelf
vervangen of gevuld moet worden dan is dit een klus voor
uw Gazelle-specialist.
6.3 Bediening van de derailleurversnelling
Op de indicator geeft het hoogste getal de zwaarste over-
brenging aan en het laagste getal de lichtste. De versteller
die de voorderailleur bedient (A) zit altijd links en de ver-
steller van de achterderailleur (B) rechts . Als (zie a. 66)
u de versteller eenmaal indrukt of de positie verzet, dan
schakelt u de voor- of achterderailleur altijd één tandwiel
voor- of achteruit. Bij het schakelen op een derailleurfiets
moet u tijdens het schakelen doortrappen. Wel is het
gewenst de pedaaldruk tijdens het schakelen te beperken.
6.4 Afstelling van de derailleur
Verwijder als eerste het kettingscherm door de 3 schroe-
ven, aangegeven door blauwe pijlen , los te (zie a. 67)
draaien.
Afstellen van de laagste versnelling voorderailleur
Leg de ketting achter op het grootste, en voor op het
kleinste kettingwiel. Zorg er door middel van stelschroef
(a. 68, A) voor dat de speling tussen de binnenkant van
de kettinggeleider en de ketting maximaal een halve milli-
meter bedraagt.
Afstellen van de hoogste versnelling voorderailleur
Leg de ketting achter op het kleinste, en voor op het
grootste kettingwiel. Zorg er door middel van stelschroef
(a. 68, B) voor dat de speling tussen de binnenkant van
de kettinggeleider en de ketting maximaal een halve milli-
meter bedraagt.
66
67
68
24

Afstellen van de middelste versnelling voorderailleur
Leg de ketting achter op het grootste, en voor op het mid-
delste kettingwiel. Met de stelschroef op de versteller op
het stuur (zie a. 60, hoofdstuk 6) kan de speling tussen
de binnenkant van de kettinggeleider en de ketting op een
halve millimeter worden afgesteld.
Afstellen van de hoogste versnelling achterderailleur
Voor het afstellen van de hoogste versnelling draait u aan
de afstelschroef (a. 69, A). Zorg ervoor dat de ketting
op het buitenste tandwieltje ligt en verdraai de stelschroef
zodanig dat het geleidewieltje, vanaf de achterzijde van de
fiets gezien, hier recht onder komt te staan.
Afstellen van de laagste versnelling achterderailleur
Voor het afstellen van de laagste versnelling draait u aan
de stelschroef (a. 69, B). Zorg ervoor dat de ketting op
het binnenste tandwieltje ligt en verdraai de stelschroef
zodanig dat het geleidewieltje, vanaf de achterzijde van
de fiets gezien, hier recht onder komt te staan. Controleer
nu de tweede versnelling. Loopt de ketting aan tegen een
naastliggend tandwieltje dan kan dit nagesteld worden
met kabelstelschroef (a. 69, C). Bij sommige uitvoerin-
gen zitten de afstelschroeven in een andere positie op de
derailleur. Het afstellen gaat zoals hierboven beschreven.
Let op
De ketting moet zo veel mogelijk een rechte lijn volgen.
Dat betekent dat het schakelen van sommige combinaties
zinloos is en zorgt voor onnodige slijtage van ketting en
kettingwielen. Als de ketting voor op het kleinste ketting-
wiel ligt, voorkom dan dat die achter op de kleinste twee
kettingwielen rust. Ligt de ketting voor op het grootste
kettingwiel, voorkom dan dat die achter op de twee groot-
ste kettingwielen ligt. Ook de combinatie van het mid-
delste wiel voor en de kleinste of grootste kettingwielen
achter is af te raden .(zie a. 70)
69
70
25

7. Ketting en beltdrive
7.1 Afstelling: spannen van de ketting
Om comfortabel te kunnen fietsen is het van groot belang
dat de ketting de goede spanning heeft. Staat de ketting
te strak dan kost het u extra kracht om de fiets in beweging
te zetten. Bovendien loopt u het risico dat de wiellagers,
de kettingwielen of de trapaslagers worden beschadigd.
Staat de ketting te slap, dan bestaat de kans dat hij van de
tandwielen loopt. Laat de kettingspanning regelmatig door
uw Gazelle-specialist controleren. De Gazelle Flowline
kettingkast (zie a. 80 en 81, hoofdstuk 8) is voorzien
van een automatische kettingspanner; deze hoeft u niet te
spannen. Bij alle overige kettingkasten dient dit wel hand-
matig gedaan te worden.
Om de ketting te spannen draait u eerst de asmoeren
(A) los. Door de moer (B) aan te draaien kan de ketting
gespannen worden (zie a. 71) Bij sommige modellen kunt
u direct bij de ketting; bij andere fietsen moet u eerst het
kapje van de kettingkast verwijderen. In hoofdstuk 8
(kettingkasten) leest u meer over de verschillende soorten
kettingkasten en hoe u het kapje hiervan verwijdert.
Als de ketting op de juiste spanning is gebracht hoeft u
alleen nog maar de beide asmoeren en de remarm(A) -
beugel (C) weer goed aan te draaien. Let er daarbij op dat
het wiel volkomen recht staat en één lijn vormt met het
voorwiel. Dat is het geval als de ruimte tussen het wiel en
de achtervork aan beide zijden gelijk is.
71
72
27

7.2 Onderhoud
Het is belangrijk dat de ketting nu en dan schoon-(a. 72)
gemaakt en gesmeerd wordt. Dit doet u als volgt: zorg dat
het achterwiel van de grond is door de fiets op een bokje
te plaatsen, op te hangen aan een haak of op zijn kop te
zetten. Draai de trapper naar achteren en spuit de ketting
op de achtertandwielen in met een ontvetter. Die zorgt
voor een beschermend, vuilafstotend laagje. Smeer daarna
de ketting in met dunne olie, teflon- of siliconenspray. Draai
de ketting een paar keer rond, voor- en achteruit, zodat de
olie zich goed verspreidt. Verwijder met een droge doek
het overtollige smeermiddel.
7.3 Reparaties
Is uw ketting versleten en dus aan vervanging toe? Wij
raden aan een ketting van hetzelfde merk en type te
kopen. Let er in elk geval op dat de ketting evenveel scha-
kels en de juiste schakeldikte heeft.
7.4 Afstelling beltdrive
Het beltdrivesysteem (zie a.73) is geschikt voor alle
soorten weersomstandigheden en is dan ook het hele jaar
door te gebruiken. Zorg ervoor dat de riem niet vervormd
wordt of onder spanning staat, bijvoorbeeld doordat er een
object tegen de riem aan leunt wanneer u de fiets stalt.
Een te lage riemspanning kan tot “overspringen“ leiden.
Tijdens het overspringen schuiven de tanden van de riem
over de tandwielen en krijgt de fietser een gevoel van
slippen. Het overspringen houdt een risico op letsel in. Een
te hoge voorspanning kan door overbelasting tot grotere
slijtage van de onderdelen leiden. Zo kunnen het trapas-
lager en de lagers van de achternaaf beschadigd raken.
De optimale riemspanning bedraagt ca. 75 N. Dit komt
overeen met een doorbuiging van de riem van max. 25
mm bij een centrale, verticale belasting van 5 kg op het
bovenste riemdeel. Voor het spannen van de beltdrive
raden wij u aan naar uw Gazelle-specialist te gaan. Wilt u
de beltdrive toch zelf spannen, raadpleeg dan de speciale
beltdrive handleiding op www.gazelle.nl/service.
73

7.5 Onderhoud beltdrive
Om een lange levensduur van het systeem te bereiken,
raden wij u aan het beltdrivesysteem periodiek te reini-
gen van stof en vuil. De tussenruimten van de tandwiel-
verbindingen zijn zo gefreesd dat vuildeeltjes doorgaans
uit de daarboven schuivende riemtand worden gedrukt.
Toch kunnen compacte steentjes of takjes in het systeem
worden ingeklemd. Residuen op de riem of aan de tand-
wielen kunnen leiden tot verhoogde slijtage en lawaai (bijv.
piepen en kraken).
Droogreiniging
Zorg dat de riemtanden (zie a. 73) en de tandprofielen
van de beide tandwielen door middel van een hand borstel
van vuil ontdaan worden. Ingeklemde deeltjes of vast
zittende steentjes kunt u voorzichtig loshalen bijvoorbeeld
met een kleine schroevendraaier.
Natreiniging
Om hardnekkig vuil te verwijderen kunnen ook in de
handel vrij verkrijgbare fietsreinigingsproducten (biologisch
areekbaar) worden gebruikt, omdat de riem bestand
is tegen zeep. Spuit het aandrijfsysteem in, laat het even
inwerken, gebruik dan een spons om schuim te verkrij-
gen en te reinigen. Een oude tandenborstel is bijzonder
geschikt voor hardnekkig vuil in de tussenruimten op de
riem- en tandwielen. Was het aandrijfsysteem vervolgens
met veel water af.
Wanneer de geluidsontwikkeling ondanks een grondige
reiniging nog steeds aanhoudt, kan de binnenzijde van de
riem worden voorzien van een dunne laag droge siliconen-
spray. Deze beschermt tegen verdere inslagen, verbe-
tert de glijeigenschappen van de riem en vermindert de
geluidsontwikkeling.
Wilt u nog meer te weten komen over de werking, onder-
houd en afstelling van de beltdrive? Raadpleeg dan de
speciale beltdrive handleiding op www.gazelle.nl/service.
29

8. Kettingkast
Soms is het nodig om de kettingkast gedeeltelijk te verwij-
deren, bijvoorbeeld als u het achterwiel wilt uitnemen of
wanneer u de ketting wil smeren. In dit hoofdstuk leest u
hoe u dit bij de verschillende modellen kettingkasten doet.
Bij de Gazelle Next kettingkasten kunt u het kapje aan de
achterzijde van de kast met de hand van de kettingkast af
schuiven (a. 74 en 75).
Wanneer uw fiets is uitgerust met een Gazelle Linea
kettingkast dan dient u met een schroevendraaier het eind-
kapje van het bovenste lipje los te klikken (zie a. 76 en
77). Daarna kunt u met de hand het eindkapje losklikken bij
de onderste lip. Vervolgens kunt u het kapje naar achteren
schuiven.
De kettingkast van de Gazelle Balance is alleen in zijn
geheel te verwijderen. Dit doet u door alle vier de schroef-
jes los te draaien . Vervolgens kunt u de (zie a. 78 en 79)
gehele kettingkast van de fiets nemen.
Wanneer uw fiets is uitgerust met een Gazelle Flowline,
Finura, Agudo, Xcero, Delgado of Cadena kettingkast
dan kunt u het eindkapje demonteren door als eerste
het schroee met een schroevendraaier los te draaien
(zie a. 80 t/m 87). Trek aan de onderzijde het kapje met
de hand verder los en schuif het kapje naar achteren.
74
75 Next
30
Specyfikacje produktu
Marka: | Gazelle |
Kategoria: | Rower |
Model: | Vento C7 |
Potrzebujesz pomocy?
Jeśli potrzebujesz pomocy z Gazelle Vento C7, zadaj pytanie poniżej, a inni użytkownicy Ci odpowiedzą
Instrukcje Rower Gazelle

19 Września 2024

15 Września 2024

15 Września 2024

14 Września 2024

12 Września 2024

12 Września 2024

9 Września 2024

6 Września 2024

2 Września 2024

1 Września 2024
Instrukcje Rower
- Rower Yamaha
- Rower Kindercraft
- Rower Kawasaki
- Rower Honda
- Rower Bosch
- Rower Lionelo
- Rower Scott
- Rower Ducati
- Rower Berg
- Rower Blaupunkt
- Rower Suzuki
- Rower Sigma
- Rower Batavus
- Rower Biltema
- Rower Crivit
- Rower Monster
- Rower Kettler
- Rower Koga
- Rower Tunturi
- Rower Kinderkraft
- Rower Trek
- Rower Marvel
- Rower Benelli
- Rower Asaklitt
- Rower VanMoof
- Rower Ideal
- Rower Sparta
- Rower Union
- Rower Altec
- Rower BH Fitness
- Rower Huffy
- Rower Giant
- Rower Redline
- Rower Kent
- Rower Intense
- Rower Kayoba
- Rower Octane
- Rower Baninni
- Rower Urban Arrow
- Rower Amigo
- Rower Stromer
- Rower Qwic
- Rower Puky
- Rower Babboe
- Rower Tern
- Rower Jamis
- Rower Feber
- Rower Cannondale
- Rower Schwinn
- Rower Porsche
- Rower NRG
- Rower Valk
- Rower Puch
- Rower Montego
- Rower Monty
- Rower Eufab
- Rower Winora
- Rower LACROS
- Rower Dahon
- Rower Zyssler
- Rower Veloretti
- Rower HyperJuice
- Rower Kixi Razor
- Rower Raleigh
- Rower Sensa
- Rower Crown
- Rower Bentley
- Rower BMC
- Rower Pazzaz
- Rower Devron
- Rower Silent Force
- Rower Inmotion
- Rower Sjoef
- Rower Popal
- Rower Burley
- Rower Matrabike
- Rower Cross
- Rower Early Rider
- Rower Mongoose
- Rower E-plus
- Rower Little Nation
- Rower Sun Baby
- Rower Hase
Najnowsze instrukcje dla Rower

12 Października 2024

10 Października 2024

9 Października 2024

9 Października 2024

8 Października 2024

7 Października 2024

7 Października 2024

6 Października 2024

6 Października 2024

5 Października 2024