Instrukcja obsługi Electrolux PARTNER ES 18
Electrolux
Piła łańcuchowa
PARTNER ES 18
Przeczytaj poniżej 📖 instrukcję obsługi w języku polskim dla Electrolux PARTNER ES 18 (242 stron) w kategorii Piła łańcuchowa. Ta instrukcja była pomocna dla 18 osób i została oceniona przez 2 użytkowników na średnio 4.5 gwiazdek
Strona 1/242

OFFICEJET 4610/4620
Gebruikersgids

HP Officejet 4610 All-in-One
series of HP Officejet 4620
e-All-in-One series
Gebruikersgids

Copyright informatie
© 2012 Copyright Hewlett-Packard
Development Company, L.P.
Kennisgeving van Hewlett-
Packard
De informatie in dit document kan
zonder kennisgeving worden
gewijzigd.
Alle rechten voorbehouden.
Reproductie, aanpassing of vertaling
van dit materiaal is verboden zonder
voorafgaande schriftelijke
toestemming van Hewlett-Packard,
met uitzondering van wat is
toegestaan onder de wet op de
auteursrechten.
De enige garanties voor HP-producten
en -diensten zijn vermeld in de
expliciete garantieverklaring die zijn
bijgevoegd bij de producten en
diensten. Niets in dit document mag
worden opgevat als aanvullende
garantiebepaling. HP kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor
technische of redactionele fouten of
weglatingen in dit document.
Handelsmerken
Windows, Windows XP en Windows
XP zijn in de VS gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft
Corporation.
ENERGY STAR en het ENERGY
STAR-logo zijn in de VS
gedeponeerde handelsmerken.
Veiligheidsinformatie
Volg altijd de standaard
veiligheidsvoorschriften bij het gebruik
van dit product. Op deze manier
beperkt u het risico op verwondingen
door brand of elektrische schokken.
1. Lees en begrijp alle instructies in de
documentatie bij uw printer.
2. Neem alle waarschuwingen en
instructies in acht die op het product
zijn aangegeven.
3. Trek de stekker van het netsnoer uit
het stopcontact voordat u dit apparaat
gaat reinigen.
4. Installeer en gebruik het product
niet in de nabijheid van water of
wanneer u nat bent.
5. Installeer het product op een stevig,
stabiel oppervlak.
6. Zet het product op een veilige
plaats waar niemand op het netsnoer
kan trappen of erover kan struikelen
en het netsnoer niet wordt
beschadigd.
7. Als het product niet naar behoren
werkt, raadpleeg dan Een probleem
oplossen.
8. U mag zelf geen onderdelen
repareren. Voor reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden dient u
contact op te nemen met een bevoegd
technicus.
Toegankelijkheid
De printer beschikt over een aantal
functies die de printer toegankelijk
maken voor gebruikers met bepaalde
handicaps.
Visuele handicap
De printersoftware is geschikt voor
personen met een visuele handicap of
verminderd zicht dankzij de
toegankelijkheidsopties en -functies
van uw besturingssysteem. Bovendien
zijn er ondersteunende technieken
beschikbaar voor gebruikers met een
visuele beperking, zoals schermlezers,
braillelezers en
spraakherkenningstechnologie.
Speciaal voor gebruikers die
kleurenblind zijn, zijn de gekleurde
knoppen en tabbladen in de software
en op het bedieningspaneel van de
printer voorzien van korte tekst of
pictogramlabels die de functie ervan
aangeven.
Mobiliteit
Voor gebruikers met
mobiliteitsproblemen kunnen de
functies van de printersoftware worden
uitgevoerd via toetsenbordopdrachten.
De software ondersteunt ook de
toegankelijkheidsopties van Windows
zoals StickyKeys, ToggleKeys,
FilterKeys en MouseKeys. De
printerkleppen, knoppen, papierladen
en papiergeleiders kunnen bediend
worden met beperkte kracht en
beperkt bereik.
Ondersteuning
Meer informatie over de
toegankelijkheid van dit product en
HP's streven naar optimale
producttoegankelijkheid vindt u op de
website van HP op www.hp.com/
accessibility.
Voor informatie over de
toegankelijkheid op Mac OS X gaat u
naar de website van Apple op
www.apple.com/accessibility .

Inhoudsopgave
1 Aan de slag
Toegankelijkheid.......................................................................................................................10
Eco............................................................................................................................................11
Stroom beheren..................................................................................................................11
Afdrukbenodigdheden besparen........................................................................................12
De onderdelen van de printer kennen......................................................................................12
Vooraanzicht.......................................................................................................................12
Gedeelte met afdrukbenodigdheden..................................................................................13
Achterzijde..........................................................................................................................13
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken.......................................................................14
Overzicht knoppen en lampjes...........................................................................................14
Printerinstellingen wijzigen.................................................................................................15
De modus selecteren....................................................................................................15
De modusinstellingen wijzigen ....................................................................................15
De printerinstellingen wijzigen......................................................................................15
HP Digitale oplossingen...........................................................................................................16
Scannen naar computer.....................................................................................................16
HP Digital Fax (Faxen naar PC of Mac).............................................................................16
Afdrukmedia selecteren............................................................................................................16
Aanbevolen papier voor afdrukken en kopiëren.................................................................17
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken............................................................18
Tips voor de keuze en het gebruik van media....................................................................19
Een origineel op de glasplaat van de scanner plaatsen...........................................................19
Een origineel laden in de automatische documentinvoer (ADF)..............................................20
Afdrukmateriaal laden...............................................................................................................21
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen.........................................................22
Enveloppen plaatsen..........................................................................................................23
Kaarten en fotopapier plaatsen..........................................................................................25
Onderhoud aan de printer uitvoeren.........................................................................................26
Reinig de scanplaat en de binnenkant van het deksel.......................................................26
De buitenkant reinigen .......................................................................................................27
De ADF reinigen.................................................................................................................28
De printer bijwerken..................................................................................................................30
De printer uitschakelen.............................................................................................................30
2 Afdrukken
Documenten afdrukken............................................................................................................31
Documenten afdrukken (Windows)....................................................................................31
Documenten afdrukken (Mac OS X)...................................................................................32
Brochures afdrukken................................................................................................................32
Brochures afdrukken (Windows)........................................................................................33
Brochures afdrukken (Mac OS X).......................................................................................33
1
Afdrukken op enveloppen.........................................................................................................34
Afdrukken op enveloppen (Windows).................................................................................34
Afdrukken op enveloppen (Mac OS X)...............................................................................35
Foto's afdrukken.......................................................................................................................35
Foto's afdrukken op fotopapier (Windows).........................................................................35
Foto's afdrukken op fotopapier (Mac OS X).......................................................................36
Documenten of foto's zonder rand afdrukken ..........................................................................37
Documenten of foto's zonder rand afdrukken (Windows)...................................................37
Documenten of foto's zonder rand afdrukken (Mac OS X).................................................37
3 Scannen
Een origineel scannen..............................................................................................................39
Scannen naar een computer..............................................................................................39
Scannen met Webscan (HP Officejet 4620 e-All-in-One series)..............................................40
Documenten als bewerkbare tekst scannen.............................................................................41
Documenten scannen als bewerkbare tekst.......................................................................41
Richtlijnen voor het scannen van documenten als bewerkbare tekst.................................42
4Kopiëren
Documenten kopiëren..............................................................................................................44
Kopieerinstellingen wijzigen.....................................................................................................44
5Fax
Een faxbericht verzenden.........................................................................................................46
Een fax verzenden met het bedieningspaneel van de printer............................................46
Een faxbericht verzenden.............................................................................................47
Een faxbericht verzenden met behulp van handenvrij kiezen......................................47
Een fax verzenden vanuit het geheugen......................................................................48
Een later verzendtijdstip voor een fax instellen............................................................49
Een fax verzenden naar meerdere ontvangers............................................................50
Een fax vanaf de computer verzenden...............................................................................50
Een faxbericht handmatig via een telefoon verzenden.......................................................51
Een faxbericht ontvangen.........................................................................................................52
Een faxbericht handmatig ontvangen.................................................................................53
Fax back-up instellen..........................................................................................................53
Ontvangen faxen vanuit het geheugen afdrukken..............................................................54
Een fax opvragen voor ontvangst.......................................................................................55
Faxen doorsturen naar een ander nummer........................................................................55
Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen.............................................................56
Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen.........................................56
Ongewenste faxnummers blokkeren..................................................................................56
Nummers toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers..................................57
Nummers verwijderen van de lijst met ongewenste faxnummers................................58
Een lijst van ongewenste nummers afdrukken.............................................................58
Faxen op uw computer ontvangen met HP Digital Fax (Faxen naar pc en Faxen
naar Mac)............................................................................................................................58
Vereisten voor Faxen naar pc en Faxen naar Mac......................................................59
Faxen naar pc en Faxen naar Mac activeren...............................................................59
De instellingen van Faxen naar pc of Faxen naar Mac wijzigen..................................59
2
8 Een probleem oplossen
HP-ondersteuning.....................................................................................................................83
Elektronische ondersteuning krijgen...................................................................................84
Telefonische ondersteuning van HP...................................................................................84
Voordat u belt...............................................................................................................85
Periode van telefonische ondersteuning......................................................................85
Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning.....................................................85
Na de periode van telefonische ondersteuning............................................................87
Algemene tips en bronnen voor het oplossen van problemen.................................................87
Printerproblemen oplossen.......................................................................................................88
De printer schakelt onverwachts uit....................................................................................88
De printer maakt onverwachte geluiden.............................................................................88
Het uitlijnen is mislukt.........................................................................................................88
De printer reageert niet (er wordt niets afgedrukt)..............................................................89
De printer drukt langzaam af..............................................................................................89
Blanco pagina of pagina wordt slechts gedeeltelijk afgedrukt............................................90
De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten............................................................91
De plaatsing van de tekst of de afbeeldingen is verkeerd..................................................91
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen.............................................................................92
Problemen met de papieraanvoer oplossen.............................................................................95
Problemen oplossen bij het kopiëren.......................................................................................96
Er kwam geen kopie uit......................................................................................................97
Kopieën niet bedrukt...........................................................................................................97
Grootte verkleind................................................................................................................97
Kopieerkwaliteit is slecht ...................................................................................................98
De printer drukt een half blad af en werpt het papier dan uit..............................................99
Papierconflict......................................................................................................................99
Scanproblemen oplossen.........................................................................................................99
Scanner reageerde niet....................................................................................................100
Scannen duurt te lang......................................................................................................100
Een deel van het document werd niet gescand of er is tekst verdwenen.........................101
Tekst kan niet worden bewerkt.........................................................................................101
Er verschijnen foutberichten.............................................................................................102
Beeldkwaliteit van de gescande afbeelding is matig........................................................103
Er verschijnen defecten in de scans.................................................................................104
Faxproblemen oplossen.........................................................................................................104
De faxtest is mislukt..........................................................................................................105
Problemen oplossen bij gebruik van HP ePrint en HP-websites............................................120
Problemen oplossen bij gebruik van HP ePrint (HP Officejet 4620 e-All-in-One series)..120
Problemen oplossen bij gebruik van HP-websites...........................................................121
4
Draadloze problemen oplossen (HP Officejet 4620 e-All-in-One series)...............................121
Draadloze basisproblemen oplossen...............................................................................121
Geavanceerde draadloze problemen oplossen................................................................122
Stap 1: Controleren of de computer verbinding heeft met het netwerk......................123
Stap 2: Controleren of de printer op uw netwerk is aangesloten................................123
Stap 3: Controleren of de firewall-software de communicatie blokkeert.....................125
Stap 4: Controleren of de printer online is en aan staat.............................................125
Stap 5: Controleren of de draadloze versie van de printer is ingesteld als het
standaardstuurprogramma van de printer (alleen Windows)......................................126
Stap 6: Nagaan of uw computer niet is aangesloten op uw netwerk via een
Virtual Private Network (VPN)....................................................................................126
Na het oplossen van de problemen ...........................................................................127
Uw firewall-software configureren voor gebruik met de printer..............................................127
Problemen met het printerbeheer oplossen (HP Officejet 4620 e-All-in-One series).............128
De geïntegreerde webserver kan niet worden geopend...................................................128
Installatieproblemen oplossen................................................................................................129
Suggesties voor hardware-installatie................................................................................130
Suggesties voor de installatie van HP-software...............................................................130
Netwerkproblemen oplossen (HP Officejet 4620 e-All-in-One series)..............................131
Het printerstatusrapport begrijpen..........................................................................................132
De netwerkconfiguratiepagina begrijpen (HP Officejet 4620 e-All-in-One series)..................133
Verwijder de HP-software volledig en installeer deze opnieuw..............................................135
Onderhoud aan de printkop....................................................................................................136
De printkop reinigen.........................................................................................................136
Printkop uitlijnen...............................................................................................................137
Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is........................................138
Een afdrukkwaliteitsrapport afdrukken.......................................................................139
De Diagnosepagina van de afdrukkwaliteit evalueren................................................140
Papierstoringen oplossen.......................................................................................................145
Papierstoringen verhelpen................................................................................................145
Papierstoringen voorkomen..............................................................................................147
A Technische informatie
Informatie over de garantie.....................................................................................................148
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard...........................................................149
Garantie-informatie inktcartridge......................................................................................150
Inhoudsopgave
5
Printerspecificaties.................................................................................................................151
Fysieke specificaties.........................................................................................................151
Productkenmerken en -mogelijkheden.............................................................................151
Processor- en geheugenspecificaties...............................................................................152
Systeemvereisten.............................................................................................................152
Netwerkprotocolspecificaties............................................................................................152
Specificaties van de geïntegreerde webserver.................................................................152
Mediaspecificaties............................................................................................................153
De specificaties voor de ondersteunde media begrijpen............................................153
Minimummarges instellen...........................................................................................155
Afdrukspecificaties............................................................................................................156
Kopieerspecificaties..........................................................................................................156
Faxspecificaties................................................................................................................156
Scanspecificaties..............................................................................................................157
Specificaties HP ePrint (HP Officejet 4620 e-All-in-One series).......................................157
HP-websitespecificaties....................................................................................................158
Omgevingsspecificaties....................................................................................................158
Elektrische specificaties...................................................................................................158
Geluidsspecificaties..........................................................................................................158
Overheidsvoorschriften...........................................................................................................159
Voorgeschreven modelnummer:......................................................................................159
FCC-verklaring..................................................................................................................160
Kennisgeving voor gebruikers in Korea............................................................................160
VCCI (Class B) compatibiliteitsverklaring voor gebruikers in Japan.................................160
Kennisgeving over netsnoer voor gebruikers in Japan.....................................................161
Kennisgeving over geluidsproductie voor Duitsland.........................................................161
Glans van de behuizing van randapparatuur voor Duitsland............................................161
Bericht aan gebruikers van het Amerikaanse telefoonnetwerk: FCC-vereisten...............162
Kennisgeving aan gebruikers van het Canadese telefoonnetwerk...................................163
Kennisgeving voor gebruikers van het Duitse telefoonnetwerk........................................163
Kennisgeving aan gebruikers in de Europese Unie..........................................................164
Australische verklaring over vaste faxen..........................................................................164
Bericht voor de Europese Unie.........................................................................................164
Overheidsinformatie voor draadloze producten................................................................165
Blootstelling aan de straling van radiofrequenties......................................................166
Kennisgeving voor gebruikers in Brazilië....................................................................166
Kennisgeving voor gebruikers in Canada...................................................................166
Kennisgeving voor gebruikers in Taiwan....................................................................167
6
Programma voor milieubeheer...............................................................................................168
Papiergebruik...................................................................................................................168
Kunststof...........................................................................................................................168
Veiligheidsinformatiebladen..............................................................................................168
Kringloopprogramma........................................................................................................168
Recycleprogramma voor printerbenodigdheden van HP..................................................168
Afvoer van afgedankte apparatuur door gebruikers in particuliere huishoudens in de
Europese Unie..................................................................................................................169
Stroomverbruik.................................................................................................................170
Chemische stoffen............................................................................................................170
Batterijen...........................................................................................................................170
Afvoer van batterijen in Taiwan..................................................................................170
Bericht aan gebruikers in Californië............................................................................170
Wegwerpen van batterijen in Nederland....................................................................171
EU-batterijrichtlijn..............................................................................................................172
RoHS-kennisgevingen (alleen voor China)......................................................................173
RoHS-waarschuwingen (alleen voor Oekraïne)...............................................................173
Licenties van derden..............................................................................................................174
B HP-benodigdheden en -accessoires
Afdrukbenodigdheden online bestellen..................................................................................182
Benodigdheden......................................................................................................................182
Inktcartridges....................................................................................................................182
HP-afdrukmateriaal...........................................................................................................183
Inhoudsopgave
7
C Bijkomende faxinstallatie
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen)........................................................................184
Selecteer de juiste faxinstellingen voor thuis of op kantoor..............................................185
Situatie A: Aparte faxlijn (er worden geen gespreksoproepen ontvangen)......................188
Situatie B: De printer instellen met DSL...........................................................................189
Situatie C: De printer installeren met een PBX-telefoonsysteem of een ISDN-lijn...........190
Situatie D: Faxen terwijl u een abonnement op specifieke belsignalen hebt en
dezelfde lijn gebruikt.........................................................................................................191
Situatie E: Gedeelde gespreks-/faxlijn..............................................................................192
Situatie F: Gedeelde gespreks-/faxlijn met voicemail.......................................................193
Situatie G: Gedeelde faxlijn met computermodem (er komen geen
gespreksoproepen binnen)...............................................................................................194
De printer installeren met een computermodem voor inbellen...................................195
De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem......................................196
Situatie H: Gedeelde gespreks-/faxlijn met computermodem..........................................197
Gedeelde gespreks-/faxlijn met computermodem voor inbellen.................................197
Gedeelde gespreks-/faxlijn met DSL/ADSL-computermodem...................................200
Situatie I: Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen en een
antwoordapparaat.............................................................................................................201
Situatie J: Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een
computermodem en een antwoordapparaat.....................................................................203
Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een inbelmodem en een
antwoordapparaat.......................................................................................................203
Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een DSL/ADSL-modem en
een antwoordapparaat................................................................................................205
Situatie K: Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een
computermodem voor inbellen en voicemail....................................................................206
Seriële faxinstallatie................................................................................................................208
Faxinstallatietesten.................................................................................................................209
D Netwerkinstallatie (HP Officejet 4620 e-All-in-One series)
De printer instellen voor draadloze communicatie..................................................................210
Voor u begint....................................................................................................................210
De printer instellen op uw draadloos netwerk...................................................................211
De printer instellen met behulp van de HP-printersoftware (Aanbevolen)........................211
De printer instellen met WiFi-beschermde instellingen (WPS).........................................211
De printer aansluiten door middel van de drukknopmethode.....................................211
De printer aansluiten met de PIN-methode................................................................212
De printer instellen vanaf de geïntegreerde webserver (EWS)........................................212
Verbindingsmethode wijzigen...........................................................................................212
Draadloze verbinding testen.............................................................................................213
Richtlijnen om de beveiliging van het draadloos netwerk te garanderen.........................213
Overzicht beveiligingsinstellingen...............................................................................213
Hardware-adressen toevoegen aan een draadloze router (MAC-filteren)..................213
Andere draadloze veiligheidsrichtlijnen......................................................................214
Richtlijnen om interferenties op een draadloos netwerk te beperken...............................214
8
Basis netwerkinstellingen wijzigen.........................................................................................215
Netwerkinstellingen weergeven en afdrukken..................................................................215
Schakel de draadloze radio in en uit................................................................................215
Geavanceerde netwerkinstellingen wijzigen...........................................................................215
IP-instellingen bekijken.....................................................................................................215
IP-instellingen wijzigen.....................................................................................................216
De netwerkinstellingen herstellen.....................................................................................216
E Hulpprogramma's printerbeheer
Werkset (Windows).................................................................................................................217
HP-hulpprogramma (Mac OS X).............................................................................................217
Geïntegreerde webserver (HP Officejet 4620 e-All-in-One series)........................................217
Over cookies.....................................................................................................................218
De geïntegreerde webserver openen...............................................................................218
Index............................................................................................................................................229
Inhoudsopgave
9

Voor informatie over de toegankelijkheid op Mac OS X gaat u naar de website van
Apple op www.apple.com/accessibility .
Eco
Hewlett-Packard streeft ernaar om producten van hoge kwaliteit te leveren die op
milieuvriendelijke wijze zijn geproduceerd. Dit product is ontworpen met het oog op
recycling. Zie Programma voor milieubeheer voor meer informatie.
HP zet zich ervoor in om klanten te helpen hun ecologische voetafdruk te verminderen.
HP biedt deze Eco-tips, zodat u zich kunt richten op manieren waarop u de impact van
uw afdrukkeuzen op het milieu kunt beoordelen en verminderen.
Ga naar www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/ voor meer informatie over
de milieu-initiatieven van HP.
Stroom beheren
Om elektriciteit te besparen, bevat de printer de volgende functies:
Slaapstand
In slaapstand wordt het stroomverbruik verminderd. Na de eerste installatie van de
printer, gaat de printer na 5 minuten inactiviteit automatisch naar de slaapstand.
Tijd naar Slaapstand instellen
1. Druk in het Startscherm op het printerbedieningspaneel op de knop
(Instellingen).
2. Met de knoppen rechts schuift u naar en selecteert u Voorkeuren en vervolgens
Slaapstand, waar u de gewenste optie kunt instellen.
Planning Aan en Uit
Gebruik de printerfunctie Planning Aan/Uit en selecteer de dagen en tijden waarop u
de printer automatisch wilt in- en uitschakelen. U kunt bijvoorbeeld de printer instellen
om zichzelf in te schakelen om 8 uur en uit te schakelen om 20 uur van maandag tot
vrijdag. Op deze manier bespaart u energie tijdens de nacht en de weekends.
De functie Planning Aan en Uit van de printer configureren
1. Druk in het Startscherm op het printerbedieningspaneel op de knop
(Instellingen).
2. Met de knoppen rechts schuift u naar en selecteert u Planning Aan/Uit.
Vervolgens stelt u de tijd in waarop de printer moet worden in- en uitgeschakeld.
Eco 11

Afdrukbenodigdheden besparen
Om te besparen op printerbenodigdheden zoals inkt en papier kunt u het volgende
doen:
• Wijzig de afdrukmodus naar een conceptinstelling. Conceptinstellingen verbruiken
minder inkt.
• Maak de printkop niet schoon als het niet nodig is. Dit verspilt inkt en verkort de
levensduur van de cartridges.
• Verlaag het papierverbruik door op beide kanten van het papier af te drukken. U
kunt eerst enkel de oneven pagina's afdrukken, de pagina's omdraaien en
vervolgens enkel de even pagina's afdrukken.
De onderdelen van de printer kennen
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•Vooraanzicht
•Gedeelte met afdrukbenodigdheden
•Achterzijde
Vooraanzicht
1
2
3
45
6
7
8
10
9
1 Automatische documentinvoer (ADF)
2 Scannerglasplaat
3 Uitvoerlade
4 Verlengstuk van uitvoerlade
5 Invoerlade
6 Aan/uit-knop
7 Venster van het bedieningspaneel
Hoofdstuk 1
12 Aan de slag

8 Bedieningspaneel
9 Documentinvoerlade
10 Breedtegeleiders
Gedeelte met afdrukbenodigdheden
2
3
1
1 Toegangsklep voor de inktcartridge
2 Inktcartridges
3Printkop
Achterzijde
1
2
3
4
1 Faxpoort (2-EXT)
2 Faxpoort (1-LINE)
3 USB-poort
4 Stroomaansluiting
(vervolg)
De onderdelen van de printer kennen 13

Printerinstellingen wijzigen
Gebruik het bedieningspaneel om de modus en de instellingen van de printer te
wijzingen, afdrukrapporten af te drukken of het helpgedeelte van de printer te
raadplegen.
Tip Wanneer de printer is verbonden met een computer, kunt u de
printerinstellingen ook aanpassen met behulp van het HP-softwarehulpprogramma
dat op uw computer staat. Zie Hulpprogramma's printerbeheer voor informatie over
het gebruik van deze hulpprogramma's.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•De modus selecteren
•De modusinstellingen wijzigen
•De printerinstellingen wijzigen
De modus selecteren
Het startscherm van het bedieningspaneel geeft de beschikbare modi voor de printer
weer, zoals Kopiëren, Faxen, en Scannen.
Om een modus te selecteren drukt u op de knop rechts van de modus die u wenst te
gebruiken. Volg de opdrachten op het scherm van het bedieningspaneel om de taak te
voltooien. Het scherm van het bedieningspaneel keert terug naar het startscherm
zodra de taak is voltooid.
Om de modus te wijzigen, drukt u op de knop (Start) op het bedieningspaneel van
de printer om terug te keren naar het startscherm. Druk vervolgens op de knop rechts
van de modus die u wenst te gebruiken.
De modusinstellingen wijzigen
1. Nadat u een modus hebt geselecteerd, drukt u op de knop (Instellingen) om
door de beschikbare instellingen te bladeren en selecteert u de instelling die u wilt
wijzigen.
2. Volg de aanwijzingen op het scherm om de instellingen te wijzigen.
Opmerking Druk op de knop (Terug) om terug te keren naar het vorige menu.
De printerinstellingen wijzigen
Om de printerinstellingen te wijzigen of rapporten af te drukken, gebruikt u de opties
die beschikbaar zijn in het menu Instellingen:
1. Druk op de knop (Instellingen) in het startscherm.
2. Met behulp van de knoppen rechts op het scherm bladert u door de gewenste
instellingen en opties en selecteert u deze.
Opmerking Gebruik de knop (Terug) om terug te keren naar het vorige menu.
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken 15

HP Digitale oplossingen
De printer bevat een reeks digitale oplossingen die u kunnen helpen bij het
vereenvoudigen en stroomlijnen van uw werk.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•Scannen naar computer
•HP Digital Fax (Faxen naar PC of Mac)
Scannen naar computer
Ga gewoon naar de printer, druk op een knop op het bedieningspaneel en scan de
documenten rechtstreeks naar een computer. Voeg de ingescande documenten
vervolgens als bijlage van uw e-mailbericht toe en stuur ze door naar uw
zakenpartners.
Zie Scannen voor meer informatie.
HP Digital Fax (Faxen naar PC of Mac)
Verlies nooit meer belangrijke faxen in een stapel papier!
Gebruik Faxen naar pc en Faxen naar Mac om automatisch uw faxen op uw computer
te ontvangen en op te slaan. Met Faxen naar pc en Faxen naar Mac kunt u
gemakkelijk digitale kopieën van uw faxen opslaan en hebt u ook geen gedoe meer
met stapels papieren bestanden. Daarnaast kunt u het afdrukken van faxen helemaal
uitzetten - dit bespaart papier- en inktkosten en helpt papierverbruik en -afval te
verminderen.
Zie Faxen op uw computer ontvangen met HP Digital Fax (Faxen naar pc en Faxen
naar Mac) voor meer informatie.
Afdrukmedia selecteren
De printer is ontwikkeld voor het correct verwerken van de meeste afdrukmaterialen
voor kantoorgebruik. Wij raden aan om enkele afdrukmaterialen te testen voordat u er
grote hoeveelheden van aankoopt. Gebruik HP-afdrukmateriaal voor de beste
afdrukkwaliteit. Bezoek de website van HP op www.hp.com voor meer informatie over
HP-afdrukmateriaal.
HP raadt eenvoudig papier met het ColorLok-logo aan voor het
afdrukken en kopiëren van alledaagse documenten. Al het
papier met het ColorLok-logo is onafhankelijk getest om aan de
hoogste standaarden van betrouwbaarheid en afdrukkwaliteit te
voldoen, en documenten te produceren met heldere kleuren,
scherper zwart en die sneller drogen dan normaal eenvoudig
papier. Zoek naar papier met het ColorLok-logo in verschillende
gewichten en formaten van grote papierfabrikanten.
Hoofdstuk 1
16 Aan de slag

Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•Aanbevolen papier voor afdrukken en kopiëren
•Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken
•Tips voor de keuze en het gebruik van media
Aanbevolen papier voor afdrukken en kopiëren
Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat
voor deze bepaalde afdruktaak is bedoeld.
Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
HP Brochurepapier
HP Professioneel
papier
Papier met aan beide zijden een glanzend of mat gecoate laag voor
dubbelzijdig afdrukken. Dit papier is de ideale keuze voor de
productie van marketingmateriaal van professionele kwaliteit, zoals
brochures en mailings, en voor zakelijke illustraties op de omslagen
van bedrijfsrapporten en kalenders.
HP Premium
presentatiepapier
HP Professioneel
papier
Dit zware papier met aan beide zijden een mat gecoate laag is
perfect voor presentaties, voorstellen, rapporten en nieuwsbrieven.
Ze zijn heavyweight en bieden daardoor een indrukwekkende
hoogwaardige uitstraling.
HP Helderwit
inkjetpapier
HP Helderwit inkjetpapier levert contrastrijke kleuren en scherp
afgedrukte tekst op. Dit papier is dik genoeg voor dubbelzijdig
afdrukken in kleur, zodat het ideaal is voor nieuwsbrieven, rapporten
en folders. Met ColorLok-technologie voor minder inktuitloop,
donkerder zwart en levendiger kleuren.
HP-afdrukpapier HP-afdrukpapier is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit.
Hiermee maakt u documenten die er veel professioneler uitzien dan
documenten die op standaardpapier of kopieerpapier zijn afgedrukt.
Met ColorLok-technologie voor minder inktuitloop, donkerder zwart en
levendiger kleuren.
HP Office Paper HP Office-papier is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit. Het is
geschikt voor kopieën, schetsen, memo's en andere alledaagse
documenten. Met ColorLok-technologie voor minder inktuitloop,
donkerder zwart en levendiger kleuren.
HP Office Gerecycled
papier
HP Office Gerecycled papier is multifunctioneel papier van hoge
kwaliteit, gemaakt met 30% gerecyclede vezels. Het heeft ColorLok-
technologie voor minder vlekken, scherper zwart en intensere
kleuren.
HP Premium Plus
fotopapier
HP's beste fotopapier is zwaar genoeg voor de productie van foto's
van professionele kwaliteit. Dit papier heeft een sneldrogende,
veegvaste afwerking. Het papier is bestand tegen water, vegen,
vingerafdrukken en vochtigheid. Het is beschikbaar in verschillende
formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x
18 cm (5 x 7 inch) en met twee afwerkingen – glanzend of zachte
glans (gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
HP Advanced
fotopapier
Dit dikke fotopapier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking.
Het papier is bestand tegen water, vegen, vingerafdrukken en
vochtigheid. De foto's die u op deze papiersoort afdrukt, lijken op
foto's die u in een winkel hebt laten afdrukken. Het papier is
beschikbaar in verschillende formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch,
10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18 cm (5 x 7 inch) en met twee
Afdrukmedia selecteren 17

afwerkingen – glanzend of zachte glans (gesatineerd mat). Het is
zuurvrij voor duurzame documenten.
HP Everyday
fotopapier
Druk kleurrijke, alledaagse kiekjes tegen lage kosten af, met papier
dat voor het afdrukken van gewone foto's is ontworpen. Dit voordelige
fotopapier droogt snel en is direct te verwerken. Dit papier produceert
scherpe foto's met elke inkjetprinter. Beschikbaar met semi-
glanzende afwerking in 8,5 x 11 inch, A4, 4 x 6 inch en 10 x 15 cm.
Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
HP T-shirt transfers HP T-shirt transfers (voor gekleurde stoffen of voor lichtgekleurde of
witte stoffen) is het ideale materiaal voor het maken van uw eigen T-
shirts met uw digitale foto's.
Ga naar www.hp.com om HP-papier en andere benodigdheden te bestellen. Ga naar
Producten en diensten kopen en selecteer Inkt, toner & papier.
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen
beschikbaar in het Engels.
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken
Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat
voor deze bepaalde afdruktaak is bedoeld.
Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
HP Premium Plus
fotopapier
HP's beste fotopapier is zwaar genoeg voor de productie van foto's
van professionele kwaliteit. Dit papier heeft een sneldrogende,
veegvaste afwerking. Het papier is bestand tegen water, vegen,
vingerafdrukken en vochtigheid. Het is beschikbaar in verschillende
formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x
18 cm (5 x 7 inch) en met twee afwerkingen – glanzend of zachte
glans (gesatineerd mat). Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
HP Advanced
fotopapier
Dit dikke fotopapier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking.
Het papier is bestand tegen water, vegen, vingerafdrukken en
vochtigheid. De foto's die u op deze papiersoort afdrukt, lijken op
foto's die u in een winkel hebt laten afdrukken. Het papier is
beschikbaar in verschillende formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch,
10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18 cm (5 x 7 inch) en met twee
afwerkingen – glanzend of zachte glans (gesatineerd mat). Het is
zuurvrij voor duurzame documenten.
HP Everyday
fotopapier
Druk kleurrijke, alledaagse kiekjes tegen lage kosten af, met papier
dat voor het afdrukken van gewone foto's is ontworpen. Dit voordelige
fotopapier droogt snel en is direct te verwerken. Dit papier produceert
scherpe foto's met elke inkjetprinter. Beschikbaar met semi-
glanzende afwerking in 8,5 x11 inch, A4, 4 x 6 inch en 10 x 15 cm.
Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
HP Photo Value Packs: HP Photo Value Packs zijn pakketten die originele inktcartridges van
HP en HP Geavanceerd fotopapier bevatten waardoor u tijd bespaart
en u niet meer hoeft na te denken over het afdrukken van betaalbare
professionele foto's met uw HP-printer. Originele HP-inkt en HP
Advanced fotopapier zijn op elkaar afgestemd zodat de levensduur
van uw foto's wordt verlengd en uw foto's steeds weer levendig zijn.
Zeer geschikt voor het afdrukken van een vakantie vol foto's of
meerdere afdrukken die men kan delen.
Hoofdstuk 1
(vervolg)
18 Aan de slag

Ga naar www.hp.com om HP-papier en andere benodigdheden te bestellen. Ga naar
Producten en diensten kopen en selecteer Inkt, toner & papier.
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen
beschikbaar in het Engels.
Tips voor de keuze en het gebruik van media
Voor de beste resultaten moet u zich aan de volgende richtlijnen houden.
• Gebruik altijd afdrukmateriaal dat geschikt is voor de printerspecificaties. Zie
Mediaspecificaties voor meer informatie.
• Plaats slechts één papiersoort tegelijkertijd in een lade of ADF.
• Zorg ervoor dat het papier goed in de lades en de ADF is geplaatst. Zie
Afdrukmateriaal laden of Een origineel laden in de automatische documentinvoer
(ADF) voor meer informatie.
• Plaats niet te veel papier in de lade of de ADF. Zie Afdrukmateriaal laden of Een
origineel laden in de automatische documentinvoer (ADF) voor meer informatie.
• Om papierstoringen, een matige afdrukkwaliteit en andere afdrukproblemen te
vermijden, kunt u de volgende papiersoorten beter niet in de laden of ADF
plaatsen:
◦Formulieren die uit meerdere delen bestaan
◦Afdrukmateriaal dat is beschadigd, gekruld of verkreukeld
◦Afdrukmateriaal met inkepingen of perforaties
◦Afdrukmateriaal met een zware textuur of reliëf of afdrukmateriaal dat inkt niet
goed absorbeert
◦Afdrukmateriaal dat te dun is of gemakkelijk kan worden uitgerekt
◦Afdrukmateriaal met nietjes of paperclips
Opmerking Om documenten te scannen, te kopiëren of te faxen met pagina's
die niet conform deze richtlijnen zijn, te kopiëren of te faxen, gebruikt u de
glasplaat van de scanner. Zie Een origineel op de glasplaat van de scanner
plaatsen voor meer informatie.
Een origineel op de glasplaat van de scanner plaatsen
U kunt originelen van maximaal Legal-formaat kopiëren, scannen of faxen door ze op
de glasplaat te plaatsen.
Opmerking Veel van de speciale functies werken niet juist als de glasplaat en
klep niet schoon zijn. Zie Onderhoud aan de printer uitvoeren voor meer informatie.
Opmerking Verwijder alle originelen uit de documentinvoerlade voordat u de klep
van de printer optilt.
Een origineel op de glasplaat van de scanner plaatsen 19

Een origineel op de glasplaat van de scanner plaatsen
Gebruik deze stappen om een origineel op de glasplaat van de scanner te plaatsen.
1. Til de scannerklep op.
2. Plaats het origineel met de afdrukzijde omlaag.
Tip Raadpleeg de gegraveerde voorbeelden langs de glasplaat voor meer
hulp bij het plaatsen van originelen.
3. Sluit de klep.
Een origineel laden in de automatische documentinvoer
(ADF)
U kunt een document kopiëren, scannen of faxen door het in de ADF te plaatsen.
Let op Plaats geen foto's in de ADF; als u dat toch doet kunnen uw foto's
beschadigd raken. Gebruik alleen afdrukmateriaal dat door de printer wordt
ondersteund. Zie Tips voor de keuze en het gebruik van media voor meer
informatie.
Opmerking Alleen enkelzijdige documenten kunnen worden gescand, gekopieerd
of gefaxt met de ADF. ADF ondersteunt geen dubbelzijdige documenten.
Opmerking Bepaalde functies, zoals de kopieerfunctie Aanpassen aan pagina,
werken niet wanneer u originelen in de ADF plaatst. U moet de originelen op de
glasplaat leggen.
Een origineel in de ADF plaatsen
Gebruik deze stappen om een document in de ADF te plaatsen.
1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde in de ADF.
a. Wanneer u een origineel document plaatst in staande afdrukstand, plaats de
pagina's dan zo dat de bovenrand van het document eerst wordt ingevoerd.
Hoofdstuk 1
20 Aan de slag

Wanneer u een origineel document plaatst in liggende afdrukstand, plaats de
pagina's dan zo dat de linkerrand van het document eerst wordt ingevoerd.
b. Schuif het materiaal in de automatische documentinvoer totdat u een pieptoon
hoort of een bericht op het scherm ziet dat aangeeft dat de geplaatste pagina's
zijn gedetecteerd.
Tip Raadpleeg het diagram in de ADF voor hulp bij het laden van originelen in
de documentinvoerlade.
2. Schuif de breedtegeleiders naar binnen tot deze tegen de linker- en rechterrand
van het medium komen.
Afdrukmateriaal laden
Dit gedeelte bevat aanwijzingen voor het plaatsen van afdrukmateriaal in de printer.
•Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen
•Enveloppen plaatsen
•Kaarten en fotopapier plaatsen
Opmerking Gebruik alleen afdrukmateriaal van speciaal formaat dat wordt
ondersteund door de printer.
Afdrukmateriaal laden 21

Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen
Afdrukmateriaal met een standaardformaat plaatsen
Plaats afdrukmateriaal met een standaardformaat aan de hand van deze instructies.
1. Trek de invoerlade zo ver mogelijk naar buiten.
2. Schuif de papierbreedtegeleider zo ver mogelijk naar buiten.
3. Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden in de lade.
Zorg ervoor dat de stapel media zo ver mogelijk in de printer wordt geplaatst en de
lijnmarkering in de lade niet overschrijdt.
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
4. Schuif de mediageleiders in de lade tot ze de rand van de stapel media raken.
5. Duw de invoerlade naar binnen tot deze vastklikt.
Hoofdstuk 1
22 Aan de slag

6. Trek het verlengstuk van de lade eruit.
Enveloppen plaatsen
Enveloppen plaatsen
Plaats een envelop volgens deze instructies.
1. Trek de invoerlade zo ver mogelijk naar buiten.
2. Schuif de papierbreedtegeleiders in de invoerlade zo ver mogelijk naar buiten.
Afdrukmateriaal laden 23

3. Plaats de enveloppen met de afdrukzijde naar beneden volgens de afbeelding.
Zorg ervoor dat de stapel enveloppen niet hoger wordt dan de lijnmarkering in de
lade aangeeft.
Opmerking Vul nooit enveloppen bij terwijl de printer nog aan het afdrukken
is.
4. Schuif de mediageleiders in de lade tot ze de rand van de stapel enveloppen
raken.
5. Duw de invoerlade naar binnen tot deze vastklikt.
6. Trek het verlengstuk van de lade eruit.
Hoofdstuk 1
24 Aan de slag

Kaarten en fotopapier plaatsen
Kaarten en fotopapier plaatsen
Plaats fotopapier aan de hand van deze instructies.
1. Trek de invoerlade zo ver mogelijk naar buiten.
2. Schuif de papierbreedtegeleider in de invoerlade zo ver mogelijk naar buiten.
3. Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden in de lade.
Zorg ervoor dat de stapel media zover mogelijk in de printer wordt geplaatst en de
lijnmarkering in de lade niet overschrijdt. Als het fotopapier een tab langs de rand
heeft, zorg er dan voor dat de tab naar de voorkant van de printer wijst.
Opmerking Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
4. Schuif de mediageleiders in de lade tot ze de rand van de stapel media raken.
5. Duw de invoerlade naar binnen tot deze vastklikt.
Afdrukmateriaal laden 25

6. Trek het verlengstuk van de lade eruit.
Onderhoud aan de printer uitvoeren
Aan de hand van de instructies in dit gedeelte kunt u ervoor zorgen dat de printer
optimaal blijft functioneren. Voer de volgende onderhoudsprocedures uit voor zover
nodig.
•Reinig de scanplaat en de binnenkant van het deksel
•De buitenkant reinigen
•De ADF reinigen
Reinig de scanplaat en de binnenkant van het deksel
Stof of vuil op de glasplaat van de scanner, op de binnenkant van de scannerklep of
het scannerkader kunnen de werking van het apparaat vertragen en een negatieve
invloed hebben op speciale functies, zoals het aanpassen van kopieën aan een
bepaald paginaformaat.
De scanplaat en de binnenkant van het deksel reinigen
1. Zet de printer uit.
Zie De printer uitschakelen voor meer informatie.
2. Til de scannerklep op.
Hoofdstuk 1
26 Aan de slag

3. Reinig het glas en de binnenkant van het deksel met een zachte, pluisvrije doek
waarop een zacht glasreinigingsmiddel is gesproeid.
1
2
1 Binnenkant van klep
2 Scannerglasplaat
Let op Gebruik alleen een glasreiniger om de glasplaat van de scanner te
reinigen. Vermijd het gebruik van schoonmaakmiddelen met schuurmiddel,
aceton, benzeen en koolstoftetrachlorine. Deze producten kunnen de glasplaat
van de scanner beschadigen. Vermijd eveneens het gebruik van
isopropylalcohol. Dit laat strepen achter op de glasplaat.
Let op Spuit de glasreiniger niet rechtstreeks op de glasplaat. Wanneer u
teveel product gebruikt, kan het onder de glasplaat doorlekken en de scanner
beschadigen.
4. Droog het glas en de binnenkant van het deksel met een droge, zachte en
pluisvrije doek.
5. Sluit de scannerklep en zet de printer aan.
De buitenkant reinigen
Waarschuwing Voor u de printer reinigt, schakelt u deze uit door te drukken op
(Aan/uit-knop). Trek de stekker uit het stopcontact.
Gebruik een zachte, vochtige, pluisvrije doek om stof en vlekken van de behuizing te
verwijderen. Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen in de printer of op het
bedieningspaneel van de printer terechtkomen.
Onderhoud aan de printer uitvoeren 27

De ADF reinigen
Als de ADF meerdere pagina's tegelijk ontvangt of geen gewoon papier ontvangt, kunt
u de ADF reinigen.
De ADF reinigen
1. Zet de printer uit.
Zie De printer uitschakelen voor meer informatie.
2. Verwijder alle originelen uit de ADF.
3. Til de ADF-klep op.
4. Bevochtig een schone pluisvrije doek met gedestilleerd water en wring de
overtollige vloeistof uit de doek.
5. Gebruik de bevochtigde doek om de rollers of het scheidingskussen te reinigen.
Opmerking Als het niet lukt om de aanslag te verwijderen met behulp van
gedestilleerd water kunt u eventueel isopropylalcohol gebruiken.
Hoofdstuk 1
28 Aan de slag

1
2
3
1ADF-klep
2Rollen
3 Scheidingskussen
6. Sluit het deksel van de automatische documentinvoer.
7. Til de scannerklep op.
Onderhoud aan de printer uitvoeren 29

8. Maak de ADF-stang en de glasplaat schoon.
1
2
1ADF-balk
2 Glasplaat
9. Sluit de scannerklep en zet de printer aan.
De printer bijwerken
HP werkt er altijd aan om de prestaties van zijn printers te verbeteren en u de laatste
functies te bieden. Als de printer is aangesloten op een netwerk en als Webservices is
ingeschakeld, kunt u controleren op printerupdates en deze installeren.
Voer de volgende stappen uit om de printer bij te werken:
1. Op het bedieningspaneel van de printer drukt u op de knop (ePrint), vervolgens
op de knop (Instellingen). Druk dan op de knop rechts van Printerupdate.
2. Druk op de knop rechts van Nu controleren op updates en volg de instructies op
het beeldscherm.
De printer automatisch laten zoeken naar updates:
1. Druk op de (ePrint) op het bedieningspaneel van de printer, en druk vervolgens
op de knop (Instellen).
2. Met behulp van de knoppen rechts selecteert u Printerupdate, en vervolgens
Automatische update: Uit, en selecteer vervolgens Aan.
De printer uitschakelen
Schakel de printer uit door op de knop (Aan/uit) te drukken op de printer. Wacht tot
het lampje uitgaat voor u de stekker loskoppelt of een wandschakelaar omzet.
Let op Als u de printer verkeerd uitschakelt, wordt de wagen met de inktcartridges
mogelijk niet op de juiste positie teruggezet. Dit kan problemen met de
inktcartridges en de afdrukkwaliteit veroorzaken.
Hoofdstuk 1
30 Aan de slag

2 Afdrukken
De meeste afdrukinstellingen worden door de softwaretoepassing automatisch
afgehandeld. Wijzig de instellingen uitsluitend handmatig indien u de afdrukkwaliteit
wilt veranderen, u wilt afdrukken op speciale papiersoorten of als u speciale functies
wilt gebruiken. Zie Afdrukmedia selecteren voor meer informatie over het selecteren
van de beste afdrukmaterialen voor uw documenten.
Kies een afdruktaak om verder te gaan:
Documenten afdrukken
Brochures afdrukken
Afdrukken op enveloppen
Foto's afdrukken
Documenten of foto's zonder rand afdrukken
Opmerking Gebruik alleen afdrukmateriaal van speciaal formaat dat wordt
ondersteund door de printer.
Documenten afdrukken
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
•Documenten afdrukken (Windows)
•Documenten afdrukken (Mac OS X)
Tip Deze printer bevat HP ePrint, een gratis dienst van HP waarmee u op elk
ogenblik en vanaf elke locatie documenten kunt afdrukken met uw printer voorzien
van HP ePrint, zonder extra software of printerstuurprogramma's. Ga naar HP
ePrint voor meer informatie.
Documenten afdrukken (Windows)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
Afdrukken 31

3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de
instellingen te wijzigen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Wijzig de papierrichting op het tabblad Opmaak en de papierbron, papiersoort,
papierformaat, en kwaliteitsinstellingen op het tabblad Papier/Kwaliteit. Klik op de
knop Geavanceerd en wijzig de optie Afdrukken in grijstinten om in zwart-wit af
te drukken.
Opmerking Indien u een zwart-witdocument met uitsluitend zwarte inkt wilt
afdrukken, klikt u op de knop Geavanceerd. Selecteer in het
vervolgkeuzemenu Afdrukken in grijstinten Alleen zwarte inkt en klik
vervolgens op de knop OK.
6. Klik op OK.
7. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Documenten afdrukken (Mac OS X)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat:
a. Klik in het menu Bestand van uw softwaretoepassing op Pagina-instelling.
Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan naar
stap 3.
b. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-
upmenu Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik op OK.
3. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
beschikbaar).
6. Wijzig de afdrukinstellingen voor de optie in de pop-upmenu's, in overeenstemming
met uw project.
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast het
pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
7. Klik op Afdrukken om te beginnen met afdrukken.
Brochures afdrukken
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
•Brochures afdrukken (Windows)
•Brochures afdrukken (Mac OS X)
Hoofdstuk 2
32 Afdrukken

6. Klik in het pop-upmenu op Papiersoort/Kwaliteit en selecteer dan de volgende
instellingen:
•Papiersoort: Het juiste type brochurepapier
•Kwaliteit: Normaal of Beste
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast het
pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
7. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Afdrukken op enveloppen
Vermijd het gebruik van enveloppen met de volgende kenmerken:
• Zeer gladde afwerking
• Plakbanden, sluitingen of vensters
• Dikke, onregelmatige of gekrulde randen
• Gekreukelde, gescheurde of anderszins beschadigde enveloppen
Zorg ervoor dat de enveloppen die u in de printer plaatst scherp gevouwen zijn.
Opmerking Zie de documentatie van het softwareprogramma dat u gebruikt voor
meer informatie over afdrukken op enveloppen.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
•Afdrukken op enveloppen (Windows)
•Afdrukken op enveloppen (Mac OS X)
Afdrukken op enveloppen (Windows)
1. Plaats enveloppen in de lade met de afdrukzijde naar beneden. Zie
Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de
instellingen te wijzigen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Wijzig op het tabblad Opmaak de afdrukstand naar Liggend.
6. Klik op Papier/kwaliteit en selecteer vervolgens de juiste envelopsoort uit de
vervolgkeuzelijst Papierformaat.
Tip U kunt meer opties voor de afdruktaak wijzigen aan de hand van de
beschikbare functies, die u op de andere tabbladen in het dialoogvenster kunt
vinden.
7. Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Hoofdstuk 2
34 Afdrukken

Afdrukken op enveloppen (Mac OS X)
1. Plaats de enveloppen in de lade. Zie Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat:
a. Klik in het menu Bestand van uw softwaretoepassing op Pagina-instelling.
Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan naar
stap 3.
b. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-
upmenu Formaat voor.
c. Kies het gewenste envelopformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik
vervolgens op OK.
3. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer in het pop-upmenu Papierformaat het juiste envelopformaat (indien
beschikbaar).
6. Selecteer de optie Afdrukstand.
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast het
pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
7. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Foto's afdrukken
Laat ongebruikt fotopapier niet in de invoerlade zitten. Het fotopapier kan omkrullen,
waardoor de afdrukkwaliteit kan verminderen. Fotopapier moet vlak zijn om er goed op
te kunnen afdrukken.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
•Foto's afdrukken op fotopapier (Windows)
•Foto's afdrukken op fotopapier (Mac OS X)
Tip Deze printer bevat HP ePrint, een gratis dienst van HP waarmee u op elk
ogenblik en vanaf elke locatie documenten kunt afdrukken met uw printer voorzien
van HP ePrint, zonder extra software of printerstuurprogramma's. Ga naar HP
ePrint voor meer informatie.
Foto's afdrukken op fotopapier (Windows)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Als u instellingen wilt wijzigen, klikt u op de optie om het dialoogvenster
Eigenschappen van de printer te openen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze optie de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
Foto's afdrukken 35

5. Selecteer op het tabblad Papier/kwaliteit in het vervolgmenu Afdrukmateriaal het
juiste type fotopapier.
6. Klik op Geavanceerd en selecteer Beste of Maximum dpi in het vervolgmenu
Uitvoerkwaliteit.
7. Als u de foto in zwart-wit wilt afdrukken, klikt u op het vervolgmenu Grijswaarde en
selecteert u de volgende optie:
Hoge kwaliteit grijswaarde: gebruikt alle beschikbare kleuren om uw foto's af te
drukken in grijstinten. Hiermee creëert u zachte en natuurlijke grijze schakeringen.
8. Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Foto's afdrukken op fotopapier (Mac OS X)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat:
a. Klik in het menu Bestand van uw softwaretoepassing op Pagina-instelling.
Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan naar
stap 3.
b. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-
upmenu Formaat voor.
c. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat en klik op OK.
3. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het juiste papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
beschikbaar).
6. Klik in het pop-upmenu op Papiersoort/Kwaliteit en selecteer dan de volgende
instellingen:
•Papiersoort: Het juiste type fotopapier
•Kwaliteit: Beste of Maximum dpi
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast het
pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
7. Wijzig indien nodig de foto- en kleuropties:
a. Klik op het driehoekje naast Kleuropties en selecteer de juiste opties voor
Foto verbeteren:
•Uit: past geen automatische aanpassingen op de afbeelding toe.
•Aan: stelt het beeld automatisch scherp; hiermee past u de scherpte van
het beeld enigszins aan.
b. Als u de foto in zwart-wit wilt afdrukken, klikt u op Grijswaarde in het pop-
upmenu Kleur en dan selecteert u de volgende optie:
Hoge kwaliteit: gebruikt alle beschikbare kleuren om uw foto's af te drukken in
grijstinten. Hiermee creëert u zachte en natuurlijke grijze schakeringen.
8. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Hoofdstuk 2
36 Afdrukken

Documenten of foto's zonder rand afdrukken
Bij afdrukken zonder randen kunt u afdrukken tot aan de randen van bepaalde soorten
fotopapier en van bepaalde formaten daarvan.
Opmerking Open voordat u een document zonder rand afdrukt het bestand in
een softwaretoepassing en geef het formaat van de afbeelding op. Zorg ervoor dat
het formaat overeenkomt met het papierformaat waarop u de afbeelding afdrukt.
Opmerking Niet alle toepassingen ondersteunen afdrukken zonder rand.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
•Documenten of foto's zonder rand afdrukken (Windows)
•Documenten of foto's zonder rand afdrukken (Mac OS X)
Documenten of foto's zonder rand afdrukken (Windows)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de
instellingen te wijzigen.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit en klik vervolgens op de knop Geavanceerd.
6. Klik in de optie Afdrukken zonder rand op Afdrukken zonder rand en klik
vervolgens op de knop OK.
7. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Afdrukmateriaal de juiste papiersoort.
8. Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Documenten of foto's zonder rand afdrukken (Mac OS X)
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
2. Selecteer een papierformaat zonder rand:
a. Klik in het menu Bestand van uw softwaretoepassing op Pagina-instelling.
Opmerking Als u het menu-item Pagina-instelling niet ziet, ga dan naar
stap 3.
b. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-
upmenu Formaat voor.
c. Selecteer een beschikbaar papierformaat zonder rand in het pop-upmenu
Papierformaat en klik vervolgens op OK.
3. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
4. Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
5. Selecteer het papierformaat in het pop-upmenu Papierformaat (indien
beschikbaar).
Documenten of foto's zonder rand afdrukken 37

6. Klik in het pop-upmenu op Papiersoort/Kwaliteit en selecteer dan de volgende
instellingen:
•Papiersoort: Het juiste type papier
•Kwaliteit: Beste of Maximum dpi
Opmerking Als u geen opties ziet, klik dan op het blauwe driehoekje naast het
pop-upmenu Printer of klik op Details weergeven.
7. Controleer of het selectievakje Afdrukken zonder rand is ingeschakeld.
8. Klik, indien nodig, op het weergavedriehoekje naast Kleurenopties en selecteer de
juiste optie Foto herstellen:
•Uit: past geen automatische aanpassingen op de afbeelding toe.
•Aan: stelt het beeld automatisch scherp; hiermee past u de scherpte van het
beeld enigszins aan.
9. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het
afdrukken te starten.
Hoofdstuk 2
38 Afdrukken

3 Scannen
U kunt het bedieningspaneel van de printer gebruiken om documenten, foto's en
andere originelen te scannen en ze naar diverse bestemmingen te zenden, zoals een
doelmap op een computer. U kunt deze originelen ook scannen vanaf uw computer
met de HP-software bij de printer of met TWAIN-compatibele of WIA-compatibele
programma's.
U kunt de HP-software gebruiken om tekst in gescande documenten te converteren
naar een indeling waarin u tekst kunt zoeken, kopiëren, plakken en bewerken.
Opmerking De HP-scansoftware biedt geen ondersteuning voor scannen via
TWAIN en WIA op computers die werken met Mac OS X.
Opmerking Sommige scanfuncties zijn alleen beschikbaar nadat u de HP-
software hebt geïnstalleerd.
Zie Scanproblemen oplossen als u problemen hebt met het scannen van documenten.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•Een origineel scannen
•Scannen met Webscan (HP Officejet 4620 e-All-in-One series)
•Documenten als bewerkbare tekst scannen
Een origineel scannen
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Opmerking Uw printer en computer moeten zijn aangesloten en ingeschakeld.
Opmerking Indien u een origineel scant vanuit het bedieningspaneel van de
printer of vanuit uw computer met de HP-printersoftware, dan moet de HP-software
die bij de printer is geleverd ook op uw computer zijn geïnstalleerd en werken
voordat u scant. Daarnaast moet, op Windows-computers, de HP-software werken
voor u scant.
Opmerking Als u een origineel scant zonder randen, plaats dan het origineel op
de glasplaat van de scanner, niet in de ADF-invoerlade.
•Scannen naar een computer
Scannen naar een computer
Een origineel scannen naar een computer vanaf het bedieningspaneel van de
printer
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbovenhoek van de glasplaat of in de ADF. Zie Een origineel op de glasplaat
van de scanner plaatsen of Een origineel laden in de automatische documentinvoer
(ADF) voor meer informatie.
2. Druk op de knop rechts van Scannen en selecteer dan de computer waar u naar
wilt scannen.
Scannen 39

3. Maak indien nodig wijzigingen aan de scanopties.
4. Druk op de knop rechts van Scannen starten.
Een origineel scannen vanuit de HP-printersoftware
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbovenhoek van de glasplaat of in de ADF. Zie Een origineel op de glasplaat
van de scanner plaatsen of Een origineel laden in de automatische documentinvoer
(ADF) voor meer informatie.
2. Open de HP-scansoftware op de computer:
•Windows: Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer
Programma's of Alle programma's, selecteer de map voor uw HP-printer en
selecteer vervolgens HP Scan.
•Mac OS X: Dubbelklik op het pictogram HP Scan 3. U vindt dit pictogram in de
map Hewlett-Packard in de map Toepassingen op het hoogste niveau van de
harde schijf.
3. Kies een snelkoppeling voor scannen. Wijzig indien nodig de scaninstellingen.
4. Klik op Scannen om het scannen te starten.
Opmerking U kunt de HP-software gebruiken om documenten te scannen als
bewerkbare tekst, zodat u in het gescande document tekst kunt zoeken, kopiëren,
plakken en bewerken. Met deze indeling kunt u brieven, krantenknipsels en vele
andere documenten bewerken. Zie Documenten als bewerkbare tekst scannen
voor meer informatie.
Scannen met Webscan (HP Officejet 4620 e-All-in-
One series)
Webscan is een functie van de geïntegreerde webserver waarmee u foto's en
documenten kunt scannen van uw printer naar uw computer met een webbrowser.
Deze functie is zelfs beschikbaar als u de printersoftware niet op uw computer hebt
geïnstalleerd.
Opmerking Als u Webscan in de EWS niet kunt openen, is dit door uw
netwerkbeheerder mogelijk uitgeschakeld. Neem voor meer informatie contact op
met uw netwerkbeheerder of de persoon die het netwerk heeft ingesteld.
Zie Geïntegreerde webserver (HP Officejet 4620 e-All-in-One series) voor meer
informatie.
Een scan maken met Webscan
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbovenhoek van de glasplaat of in de ADF. Zie Een origineel op de glasplaat
van de scanner plaatsen of Een origineel laden in de automatische documentinvoer
(ADF) voor meer informatie.
2. Open de geïntegreerde webserver. Zie Geïntegreerde webserver (HP Officejet
4620 e-All-in-One series) voor meer informatie.
3. Klik op het tabblad Scannen, klik in het linkerpaneel op Webscan, wijzig eventueel
de instellingen en klik vervolgens op Scannen starten.
Hoofdstuk 3
40 Scannen

Tip Als u documenten als bewerkbare tekst wilt scannen, moet u de HP-software
installeren die bij de printer is geleverd. Zie Documenten als bewerkbare tekst
scannen voor meer informatie.
Documenten als bewerkbare tekst scannen
U kunt de HP-software gebruiken om tekst in gescande documenten te converteren
naar een indeling waarin u tekst kunt zoeken, kopiëren, plakken en bewerken. Hiermee
kunt u brieven, krantenknipsels en vele andere documenten bewerken.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•Documenten scannen als bewerkbare tekst
•Richtlijnen voor het scannen van documenten als bewerkbare tekst
Documenten scannen als bewerkbare tekst
Gebruik de volgende richtlijnen om documenten te scannen als bewerkbare tekst.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
Windows
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbovenhoek van de glasplaat of in de ADF. Zie Een origineel op de glasplaat
van de scanner plaatsen of Een origineel laden in de automatische documentinvoer
(ADF) voor meer informatie.
2. Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of
Alle programma's, selecteer de map voor uw HP-printer en selecteer vervolgens
HP Scan.
3. Selecteer het type bewerkbare tekst dat u wilt gebruiken in de scan:
Ik wil… Voer de volgende stappen uit
Alleen de tekst ophalen, zonder enige
opmaak uit het originele document
Selecteer in de lijst de snelkoppeling
Opslaan als bewerkbare tekst (OCR) en
selecteer vervolgens Text (.txt) in het
vervolgmenu Bestandstype.
Tekst ophalen, inclusief een deel van de
opmaak van het originele document
Selecteer in de lijst de snelkoppeling
Opslaan als bewerkbare tekst (OCR) en
selecteer vervolgens Rich Text (.rtf) in het
vervolgmenu Bestandstype.
Of:
Selecteer in de lijst de snelkoppeling
Opslaan als PDF en selecteer vervolgens
Doorzoekbare PDF (.pdf) in het
vervolgmenu Bestandstype.
4. Klik op Scannen en volg de aanwijzingen op het scherm om de scan te starten.
Documenten als bewerkbare tekst scannen 41

Mac OS X
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbovenhoek van de glasplaat of in de ADF. Zie Een origineel op de glasplaat
van de scanner plaatsen of Een origineel laden in de automatische documentinvoer
(ADF) voor meer informatie.
2. Dubbelklik op het pictogram HP Scan 3. U vindt dit pictogram in de map Hewlett-
Packard in de map Toepassingen op het hoogste niveau van de harde schijf.
3. Klik in het menu HP Scan op Voorkeuren.
4. Selecteer Documenten in het pop-upmenu Voorinstellingen.
5. Klik op Scannen om het scannen te starten.
6. Na het scannen klikt u op de knop Opslaan in de werkbalk HP Scan.
7. Selecteer het type bewerkbare tekst dat u wilt gebruiken in de scan:
Ik wil… Voer de volgende stappen uit
Alleen de tekst ophalen, zonder enige
opmaak uit het originele document
Selecteer TXT in het pop-upmenu Indeling.
Tekst ophalen, inclusief een deel van de
opmaak van het originele document
Selecteer RTF of PDF-doorzoekbaar in het
pop-upmenu Indeling.
8. Klik op Opslaan.
Richtlijnen voor het scannen van documenten als bewerkbare tekst
Ga als volgt te werk om ervoor te zorgen dat de software uw documenten goed kan
converteren:
•Zorg ervoor dat de glasplaat van de scanner of het ADF-venster schoon is.
Wanneer u de printer gebruikt om documenten te scannen, worden vegen of stof
op de glasplaat of het ADF-venster mogelijk ook gescand waardoor de software het
document niet meer goed kan converteren naar bewerkbare tekst.
Voor meer informatie over het reinigen van de scanplaat of ADF, zie Reinig de
scanplaat en de binnenkant van het deksel of De ADF reinigen.
•Zorg ervoor dat het document juist is geplaatst.
Wanneer u documenten scant als bewerkbare tekst vanuit de ADF, moet het
origineel in de ADF worden geplaatst met de bovenrand naar voren en de te
scannen tekst naar boven. Wanneer u scant vanaf de glasplaat van de scanner,
moet het origineel op de glasplaat worden geplaatst met de bovenrand naar de
rechterkant van de glasplaat.
Zorg er ook voor dat het document niet scheef komt te liggen. Zie Een origineel op
de glasplaat van de scanner plaatsen of Een origineel laden in de automatische
documentinvoer (ADF) voor meer informatie.
•Zorg ervoor dat de tekst in het document duidelijk is afgedrukt.
Als u het document met succes naar bewerkbare tekst wilt converteren, moet het
origineel duidelijk weergegeven tekst bevatten van hoge kwaliteit. De volgende
omstandigheden kunnen ertoe leiden dat de software het document niet goed kan
converteren:
◦De tekst van het origineel is vaag of het origineel is gekreukeld.
◦De tekst is te klein.
Hoofdstuk 3
42 Scannen
◦De structuur van het document is te complex.
◦De spaties tussen de letters zijn te klein. Hierdoor kunnen in de tekst die door
het OCR-programma is omgezet, tekens ontbreken of tekens worden
gecombineerd. De combinatie van de tekens "rn" kan dan bijvoorbeeld worden
weergegeven als "m".
◦De tekst bevindt zich op een gekleurde achtergrond. De afbeeldingen op de
voorgrond kunnen te veel opgaan in een gekleurde achtergrond.
•Kies het juiste profiel.
Selecteer een snelkoppeling of voorinstelling waarmee scannen als bewerkbare
tekst mogelijk is. Deze opties gebruiken scaninstellingen waarmee u een optimale
kwaliteit krijgt voor de OCR-scan. Gebruik in Windows de snelkoppelingen
Bewerkbare tekst (OCR) of Opslaan als PDF. Gebruik in Mac OS X de
voorinstelling Documenten.
•Sla het bestand op met de juiste indeling.
Als u alleen de tekst uit het document wilt ophalen, zonder enige opmaak uit het
oorspronkelijke document over te nemen, selecteert u een indeling voor kale tekst
(zoals Text (.txt) of TXT). Als u de tekst wilt ophalen inclusief enige opmaak uit het
oorspronkelijke document, selecteert u een Rich Text Format (zoals Rich Text
(.rtf) of RTF of een doorzoekbaar PDF-formaat (Doorzoekbare PDF (.pdf) of PDF-
doorzoekbaar).
Documenten als bewerkbare tekst scannen 43

4Kopiëren
U kunt kleuren- en zwart-witkopieën van hoge kwaliteit maken op allerlei
papiersoorten- en formaten.
Opmerking Als er een fax binnenkomt terwijl u een document kopieert, wordt de
fax opgeslagen in het geheugen' van de printer totdat het kopiëren is voltooid.
Hierdoor wordt het aantal faxpagina's dat in het geheugen kan worden opgeslagen
misschien kleiner.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•Documenten kopiëren
•Kopieerinstellingen wijzigen
Documenten kopiëren
U kunt vanaf het bedieningspaneel van de printer kopieën van hoge kwaliteit maken.
Om documenten te kopiëren
1. Zorg ervoor dat er papier in de hoofdlade is geplaatst. Zie Afdrukmateriaal laden
voor meer informatie.
2. Plaats het origineel met de bedrukte kant omlaag op de glasplaat of plaats
originelen in de ADF. Zie Een origineel op de glasplaat van de scanner plaatsen of
Een origineel laden in de automatische documentinvoer (ADF) voor meer
informatie.
Opmerking Als u een foto wilt kopiëren, plaatst u de foto op de glasplaat van
de scanner met de afgedrukte zijde naar beneden, op de manier die wordt
aangegeven door het pictogram aan de rand van de glasplaat.
3. Druk in het Startscherm van het bedieningspaneel van de printer op de knop rechts
van Kopiëren.
4. Wijzig de extra instellingen. Zie Kopieerinstellingen wijzigen voor meer informatie.
5. Om de kopieertaak te starten moet u op de knop rechts van zwart-witkopie of
kleurenkopie drukken.
Opmerking Als het origineel in kleur is, geeft de kopieerfunctie Zwart-
witkopie een zwart-witkopie van het gekleurde origineel. De functie
Kleurenkopie geeft een kleurenkopie van het kleurenorigineel.
Kopieerinstellingen wijzigen
U kunt kopieertaken aanpassen met de verschillende beschikbare instellingen op het
bedieningspaneel van de printer', waaronder:
• Aantal kopieën
• Kopieerformaat
• Soort kopieerpapier
44 Kopiëren

• Kopieersnelheid en kwaliteit
• Instellingen lichter/donkerder
• Formaat van originelen wijzigen om op allerlei papierformaten te passen
U kunt deze instellingen gebruiken voor eenmalige kopieertaken, of kunt u de
instelilngen opslaan om ze standaard te gebruiken bij toekomstige taken.
Om de kopieerinstellingen voor een eenmalige job te wijzigen
1. Druk in het Startscherm van het bedieningspaneel van de printer op de knop rechts
van Kopiëren.
2. Druk op de knop (Installatie) en blader dan, met de knoppen rechts, naar de
kopieerfunctie-instellingen die u wilt wijzigen. Selecteer deze.
3. Druk op de knop (Terug) en druk op de knop rechts van Zwart-witkopie of
Kleurenkopie.
De huidige instellingen opslaan als standaardinstellingen voor toekomstige
taken
1. Druk in het Startscherm van het bedieningspaneel van de printer op de knop rechts
van Kopiëren.
2. Druk op de knop (Installatie) en blader dan, met de knoppen rechts, naar de
kopieerfunctie-instellingen die u wilt wijzigen. Selecteer deze.
3. Met de knoppen rechts bladert u naar Instellen als nieuwe standaard en
selecteert u deze optie. Druk dan op de knop naast Ja.
Kopieerinstellingen wijzigen 45

Een faxbericht verzenden
U kunt met het bedieningspaneel van de printer eenvoudig een fax in zwart-wit of in
kleuren van een of meer pagina's verzenden.
Opmerking Als u een afgedrukte bevestiging wilt van faxen die goed zijn
verzonden, schakelt u faxbevestiging in voordat u faxen gaat verzenden. Zie
Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken voor meer informatie.
Tip U kunt ook handmatig een fax verzenden vanaf een telefoon of met behulp
van handenvrij kiezen. Met deze opties kunt u de kiessnelheid instellen. Deze
functie is ook nuttig als u de kosten van het gesprek met een telefoonkaart wilt
betalen en u tijdens het kiezen op kiestonen moet reageren.
Een fax verzenden vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Plaats de originele foto met de afdrukzijde naar beneden tegen de
rechterbovenhoek van de glasplaat of in de ADF.
Zie Een origineel op de glasplaat van de scanner plaatsen of Een origineel laden in
de automatische documentinvoer (ADF) voor meer informatie.
2. Druk in het Startscherm op de knop rechts van Fax.
3. Voer het faxnummer in met behulp van het toetsenblok.
Tip Om een pauze in het faxnummer toe te voegen dat u invoert moet u
meermaals op * drukken tot een streepje (-) verschijnt op het beeldscherm.
4. Druk op de knop rechts van Start Fax, en dan op de knop rechts van Zwart-wit of
Kleur.
Tip Als u van de ontvanger te horen krijgt dat de kwaliteit van de door u
verzonden fax niet goed is, kunt u de resolutie of het contrast van de fax
wijzigen.
Een faxbericht verzenden met behulp van handenvrij kiezen
Handenvrij kiezen laat u toe om kiestonen, telefoonberichten of andere geluiden via de
printerspeakers te horen. Hierdoor kunt u reageren op aanwijzingen tijdens het kiezen
en de kiessnelheid zelf bepalen.
Tip Indien u een belkaart gebruikt en uw PIN-code niet snel genoeg invoert, kan
de printer te snel beginnen met het sturen van faxtonen en ervoor zorgen dat uw
PIN-code niet wordt herkend door de belkaartdienst. Als dat het geval is, kunt u
een snelkiesnummer maken om de pincode voor uw belkaart op te slaan. Zie
Snelkiescodes installeren voor meer informatie.
Opmerking Zorg dat het geluid hard genoeg is om de kiestoon te horen.
Een faxbericht verzenden 47

Een fax verzenden met behulp van handenvrij kiezen via het bedieningspaneel
van de printer
1. Laad de originelen.
Raadpleeg Een origineel op de glasplaat van de scanner plaatsen of Een origineel
laden in de automatische documentinvoer (ADF) voor meer informatie.
2. Selecteer in het startscherm, met de knoppen rechts, Fax, selecteer Fax starten
en vervolgens Zwart-wit of Kleuren.
• Als de printer een origineel detecteert dat in de ADF is geplaatst, hoort u een
kiestoon.
• Als u uw originelen op de glasplaat van de scanner plaatst, selecteer dan
Faxen vanaf de glasplaat.
3. Als u de kiestoon hoort, voert u het nummer in met behulp van het toetsenbord op
het bedieningspaneel van de printer.
4. Volg de eventuele aanwijzingen op het scherm.
Tip Als u een belkaart gebruikt om een fax te verzenden en u hebt uw pincode
als snelkiesnummer opgeslagen, drukt u, als u om een pincode wordt
gevraagd, op de knop rechts van Snelcontacten om het snelkiesnummer waar
u uw PIN hebt opgeslagen te selecteren.
Uw fax wordt verzonden als het ontvangende faxapparaat reageert.
Een fax verzenden vanuit het geheugen
U kunt een zwart-witfax naar het geheugen scannen en vervolgens de fax vanuit het
geheugen verzenden. Deze functie is handig wanneer het faxnummer dat u probeert te
bereiken bezet of tijdelijk niet beschikbaar is. De originelen worden door de printer in
het geheugen gescand. Als er een verbinding met het ontvangende faxapparaat tot
stand is gebracht, worden de originelen verzonden. Nadat de printer de pagina's in het
geheugen scant, kunt u de originelen onmiddellijk verwijderen van de
documentinvoerlade of de glasplaat.
Opmerking U kunt alleen een zwart-witfax vanuit het geheugen verzenden.
Een fax verzenden vanuit het geheugen
1. Laad de originelen.
Raadpleeg Een origineel op de glasplaat van de scanner plaatsen of Een origineel
laden in de automatische documentinvoer (ADF) voor meer informatie.
2. Druk in het Startscherm van het bedieningspaneel van de printer op de knop rechts
van Kopiëren.
3. Druk op de knop (Installatie) en blader vervolgens, met de knoppen rechts, naar
Scannen en faxen en selecteer deze optie.
4. Blader naar Faxen starten en selecteer de optie.
5. Voer het faxnummer in met het toetsenbord of druk op de knop rechts van
Snelcontacten om een nummer uit het telefoonboek of een reeds gekozen of
ontvangen nummer te selecteren.
6. Druk op de knop rechts van Zwart-witfax starten.
De printer scant de originelen naar het geheugen en de fax wordt verzonden als
het ontvangende faxapparaat beschikbaar is.
Hoofdstuk 5
48 Fax

Een later verzendtijdstip voor een fax instellen
U kunt een zwart-witfax binnen de volgende 24 uren laten verzenden. Hierdoor kunt u
een zwart-witfax bijvoorbeeld later op de avond verzenden, wanneer het minder druk is
op de telefoonlijnen of wanneer lagere telefoontarieven gelden. De printer verzendt de
fax automatisch op het opgegeven tijdstip.
U kunt slechts de verzending van één fax plannen. U kunt echter wel faxen op de
gewone wijze blijven verzenden wanneer de verzending van een fax is gepland.
Opmerking U kunt alleen geplande faxen in zwart-wit verzenden.
Opmerking U moet de datum en de tijd van de printer instellen voor u deze
functie kunt gebruiken.
De verzending van een fax plannen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Laad de originelen.
Raadpleeg Een origineel op de glasplaat van de scanner plaatsen of Een origineel
laden in de automatische documentinvoer (ADF) voor meer informatie.
2. Druk in het Startscherm op de knop rechts van Fax.
3. Druk op de knop (Instellingen) en blader vervolgens, met de knoppen rechts,
naar Fax later verzenden en selecteer deze optie.
4. Geef de verzendtijd in door op de knoppen rechts van de pijltjestoetsen te drukken
en druk dan op de knop rechts van OK.
5. Voer het faxnummer in met het toetsenbord of druk op de knop rechts van
Snelcontacten om een nummer uit het telefoonboek of een reeds gekozen of
ontvangen nummer te selecteren.
6. Druk op de knop rechts van Zwart-witfax starten.
De printer scant alle pagina's en de geplande tijd wordt op het scherm
weergegeven. De fax wordt op het geplande tijdstip verzonden.
Een geplande fax annuleren
1. Druk op het bericht Fax later verzenden op het scherm.
– OF –
Druk in het Startscherm van het bedieningspaneel van de printer op de knop rechts
van Kopiëren. Druk op de knop (Instellingen) en blader vervolgens, met de
knoppen rechts, naar Fax later verzenden en selecteer deze optie.
2. Blader naar Geplande fax annuleren en selecteer de optie.
Een faxbericht verzenden 49

Een fax verzenden naar meerdere ontvangers
U kunt een fax tegelijkertijd naar meerdere ontvangers verzenden door afzonderlijke
snelkiesnummers onder te brengen in een groep snelkiesnummers. Zie Snelkiescodes
installeren voor meer informatie.
Een fax naar meerdere ontvangers verzenden met behulp van een
groepssnelkiescode
1. Laad de originelen.
Raadpleeg Een origineel op de glasplaat van de scanner plaatsen of Een origineel
laden in de automatische documentinvoer (ADF) voor meer informatie.
2. Druk in het startscherm van het bedieningspaneel van de printer op de knop rechts
van Fax, vervolgens op de knop rechts van Snelcontacten, blader en selecteer
Telefoonboek en selecteer de groep ontvangers.
3. Druk op de knop rechts van Start Fax, en dan op de knop rechts van Zwart-wit.
De printer verstuurt het document naar elk nummer dat werd ingevoerd bij de
snelkiesnummers in de groep.
Opmerking U kunt alleen faxen in zwart-wit verzenden naar een groep
snelkiesnummers vanwege de beperkte geheugenruimte. De printer scant de
fax naar het geheugen en kiest het eerste nummer. Zodra er verbinding is,
wordt de fax verzonden en het volgende nummer gekozen. Als een nummer
bezet is of er wordt niet opgenomen, volgt de printer de instellingen voor
Opnieuw zenden bij in gesprek en Opnieuw zenden bij geen antwoord. Als
er geen verbinding tot stand kan worden gebracht, wordt het volgende nummer
gekozen en wordt er een foutrapport gegenereerd.
Een fax vanaf de computer verzenden
U kunt een document op uw computer verzenden als fax, zonder een kopie af te
drukken en vanaf de printer te faxen.
Opmerking Faxen die op deze manier vanaf uw computer worden verzonden,
maken gebruik van de faxverbinding van de printer, niet van uw internetverbinding
of uw computermodem. Zorg er daarom voor dat uw printer is aangesloten op een
werkende telefoonlijn en dat de faxfunctie is ingesteld en goed werkt.
Om deze functie te gebruiken moet u de printersoftware installeren met het
installatieprogramma op de HP-software-cd die werd geleverd bij de printer.
Windows
1. Open het document dat u wilt faxen op uw computer.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Selecteer in de lijst Naam de printer met het woord “fax” in de naam.
4. Als u instellingen wilt wijzigen (als u bijvoorbeeld het document als zwart-witfax of
als kleurenfax wilt verzenden), klikt u op de knop waarmee het dialoogvenster
Eigenschappen wordt geopend. Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft
deze knop de naam Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of
Voorkeuren.
5. Nadat u instellingen hebt gewijzigd, klikt u op OK.
Hoofdstuk 5
50 Fax

4. Als de ontvanger de telefoon opneemt, kunt u met de ontvanger spreken voordat u
de fax verzendt.
Opmerking Als een faxapparaat de oproep beantwoordt, hoort u de faxtonen
van het ontvangende apparaat. Ga door met de volgende stap om de fax te
verzenden.
5. Wanneer u klaar bent om de fax te verzenden, druk dan op de knop rechts van OK
en druk dan op de knop rechts van Zwart of Kleur.
Als u een gesprek voerde met de ontvanger voor het verzenden van de fax, zegt u
tegen de ontvanger dat Start moet worden ingedrukt op het ontvangende
faxapparaat wanneer de faxtonen hoorbaar worden.
De telefoonlijn is stil, terwijl de fax wordt verzonden. Op dat moment kunt u de
telefoonverbinding verbreken. Als u verder wil gaat met uw gesprek, blijft u aan de
lijn totdat de fax is verzonden.
Een faxbericht ontvangen
U kunt automatisch of handmatig faxen ontvangen. Indien u de optie Automatische
beantwoording uitschakelt, moet u faxen handmatig ontvangen. Indien u de optie
Automatische beantwoording inschakelt (de standaardinstelling), dan beantwoordt
de printer automatisch inkomende oproepen en worden faxen ontvangen na het aantal
keer overgaan dat is opgegeven via de instelling Hoe vaak overgaan. (De
standaardinstelling Hoe vaak overgaan is vijf keer overgaan.) Zie Faxinstellingen
wijzigen voor meer informatie.
Als u een faxbericht op papier van Legal-formaat of groter ontvangt, terwijl de printer
niet is ingesteld op het gebruik van dat papierformaat, wordt het faxbericht automatisch
verkleind zodat het op het geplaatste papier past. Als u de functie Automatische
verkleining hebt uitgeschakeld, drukt de printer het faxbericht op twee pagina's af.
Opmerking Als u een document aan het kopiëren bent wanneer een fax
binnenkomt, wordt de fax opgeslagen in het printergeheugen totdat het kopiëren is
voltooid. Hierdoor wordt het aantal faxpagina's dat in het geheugen kan worden
opgeslagen misschien kleiner.
•Een faxbericht handmatig ontvangen
•Fax back-up instellen
•Ontvangen faxen vanuit het geheugen afdrukken
•Een fax opvragen voor ontvangst
•Faxen doorsturen naar een ander nummer
•Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen
•Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen
•Ongewenste faxnummers blokkeren
•Faxen op uw computer ontvangen met HP Digital Fax (Faxen naar pc en Faxen
naar Mac)
Hoofdstuk 5
52 Fax

Een faxbericht handmatig ontvangen
Als u aan de telefoon bent, kan de persoon met wie u spreekt u een fax sturen terwijl u
nog verbonden bent. Dit wordt ook wel handmatig faxen genoemd. Volg de instructies
in dit gedeelte om een fax handmatig te ontvangen.
U kunt faxen handmatig vanaf een telefoon ontvangen als deze:
• Rechtstreeks op de printer is aangesloten (op de 2-EXT-poort)
• Op dezelfde telefoonlijn, maar niet rechtstreeks op de printer is aangesloten
Een fax handmatig ontvangen
1. Controleer of de printer is ingeschakeld en of er papier in de hoofdlade is geplaatst.
2. Verwijder eventuele originelen uit de documentinvoerlade.
3. Stel de instelling Hoe vaak overgaan in op een hoog getal zodat u eerst de
binnenkomende oproepen kunt beantwoorden voordat de printer de belsignalen
gaat beantwoorden. U kunt ook de instelling Automatische beantwoording
uitschakelen zodat de printer niet automatisch binnenkomende oproepen
beantwoordt.
4. Als u momenteel een gesprek voert met de verzender, zegt u tegen de verzender
dat Start moet worden ingedrukt op hun faxapparaat.
5. Wanneer u de faxtonen van een verzendend faxapparaat hoort, gaat u als volgt te
werk:
a. In het startscherm van het bedieningspaneel van de printer drukt u op de knop
rechts van Fax en vervolgens op de knop rechts van OK. Druk dan op de knop
rechts van Fax handmatig ontvangen.
b. Zodra de printer de fax begint te ontvangen, kunt u de telefoon ophangen of
aan de lijn blijven. De telefoonlijn is tijdens de faxtransmissie stil.
Fax back-up instellen
Afhankelijk van uw voorkeur en de veiligheidsvereisten kunt u de printer instellen om
de faxen die hij ontvangt te bewaren.
Opmerking Als back-upfaxontvangst is ingeschakeld en u de printer uitschakelt,
worden alle faxen die in het geheugen zijn opgeslagen, verwijderd waaronder
eventuele faxen die nog niet zijn afgedrukt en die u mogelijk hebt ontvangen terwijl
de printer zich in een fouttoestand bevond. U moet contact opnemen met de
afzenders om ze te vragen onafgedrukte faxen nogmaals te verzenden. Druk het
Faxlogboek af voor een lijst met alle faxen die u hebt ontvangen. Het Faxlogboek
wordt niet verwijderd wanneer de printer is uitgeschakeld.
Back-upfaxontvangst vanaf het bedieningspaneel van de printer instellen
1. Druk op de knop (Instellingen) in het startscherm.
2. Met de knoppen rechts bladert u naar en selecteert u Faxinstelling,
Geavanceerde instellingen. Selecteer dan Back-up ontvangen fax.
3. Scrol naar en selecteer de vereiste instelling. Druk dan op de knop rechts van OK.
Aan Dit is de standaardinstelling. Als Back-upfaxontvangst Aan is, slaat
de printer alle ontvangen faxberichten op in het geheugen. Hierdoor
Een faxbericht ontvangen 53

Een fax opvragen voor ontvangst
Dankzij de opvraagfunctie kan de printer een ander faxapparaat vragen een fax te
verzenden die in de wachtrij staat. Als u de functie Opvragen voor ontvangst
gebruikt, wordt het opgegeven faxapparaat door de printer aangeroepen en wordt het
faxbericht aangevraagd. Het opgegeven faxapparaat moet zijn ingesteld voor opvragen
en er moet een fax klaar zijn voor ontvangst.
Opmerking De printer biedt geen ondersteuning voor codes voor het doorgeven
van polling. Zorg dat er geen beveiligingscode is ingesteld voor de opgevraagde
printer (of dat de standaard beveiligingscode is gewijzigd), anders kan de printer de
fax niet ontvangen.
Opvragen voor ontvangst van een fax vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Druk in het Startscherm op de knop rechts van Fax.
2. Druk op de knop (Instellingen) en blader vervolgens, met de knoppen rechts,
naar Opvragen voor ontvangst en selecteer deze optie.
3. Voer het faxnummer van het andere faxapparaat in.
- Of -
Druk op de knop Snelcontacten om een nummer uit het Telefoonboek of de
Oproepgeschiedenis te selecteren.
4. Druk op de knop rechts van Zwart-witfax starten.
Faxen doorsturen naar een ander nummer
U kunt de printer zo instellen dat uw faxen worden doorgestuurd naar een ander
faxnummer. Een ontvangen kleurenfax wordt in zwart-wit doorgestuurd.
Verstuur een testfax zodat u zeker weet dat het faxapparaat de doorgestuurde
faxberichten kan ontvangen.
Faxen doorsturen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Druk op de knop (Instellingen) in het startscherm.
2. Met de knoppen rechts bladert u naar en selecteert u Faxinstelling,
Geavanceerde instellingen. Selecteer dan Faxen doorsturen.
3. Blader naar en selecteer Afdrukken doorsturen om de fax af te drukken en door
te sturen, of selecteer Doorsturen om de fax door te sturen.
Opmerking Als de printer het faxbericht niet kan doorsturen naar het
opgegeven faxapparaat (als dit bijvoorbeeld is uitgeschakeld), wordt de fax
afgedrukt door de printer. Als u de printer instelt op het afdrukken van
foutrapporten voor ontvangen faxen, wordt ook een foutrapport afgedrukt.
Een faxbericht ontvangen 55

4. Als de prompt verschijnt, voert u het nummer in van het apparaat waarmee de
doorgestuurde faxen worden ontvangen, en drukt u op OK. Voer voor elk van de
volgende opdrachten de vereiste gegevens in: begindatum, begintijd, einddatum en
eindtijd.
5. Fax doorsturen is geactiveerd. Druk op de knop rechts van OK om te bevestigen.
Als de printer geen stroom meer krijgt wanneer het doorsturen van faxen wordt
ingesteld, slaat de printer de instelling voor het doorsturen van faxen en het
telefoonnummer op. Wanneer de printer weer stroom krijgt, is de instelling voor het
doorsturen van faxen nog steeds Aan.
Opmerking U kunt het doorsturen van faxen annuleren door Uit te selecteren
in het menu Fax doorsturen.
Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen
U kunt het papierformaat voor ontvangen faxen selecteren. Het geselecteerde
papierformaat moet overeenkomen met het formaat van het papier in de hoofdlade.
Faxen kunnen alleen worden afgedrukt op papier van A4-, Letter- of Legal-formaat.
Opmerking Als een onjuist papierformaat in de hoofdlade is geplaatst terwijl een
fax wordt ontvangen, zal de fax niet worden afgedrukt en verschijnt er een
foutbericht op het scherm. Plaats papier van A4,-, Letter- of Legal-formaat en druk
op de knop naast OK om de fax af te drukken.
Het papierformaat voor ontvangen faxen instellen vanaf het bedieningspaneel
van de printer
1. Druk op de knop (Instellingen) in het startscherm.
2. Met de knoppen rechts bladert u naar en selecteert u Faxinstelling,
Basisinstellingen. Selecteer dan Papierformaat fax.
3. Scrol naar en selecteer de vereiste instelling. Druk dan op de knop rechts van OK.
Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen
De instelling Automatische verkleining bepaalt wat de printer doet als er een fax
binnenkomt die te groot is voor het standaard papierformaat. Deze instelling is
standaard ingeschakeld, dus de afbeelding van de binnenkomende fax wordt, indien
mogelijk, dusdanig verkleind dat deze op een pagina past. Als deze functie is
uitgeschakeld, wordt alle informatie die niet op de eerste pagina past, op een tweede
pagina afgedrukt. Automatische verkleining is handig als u een fax op Legal-formaat
ontvangt als er papier van Letter-formaat in de hoofdlade is geplaatst.
Automatische verkleining instellen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Druk op de knop (Instellingen) in het startscherm.
2. Met de knoppen rechts bladert u naar en selecteert u Faxinstelling,
Geavanceerde instellingen en vervolgens Automatische reductie.
3. Blader naar en selecteer Aan of Uit. Druk dan op de knop rechts van OK.
Ongewenste faxnummers blokkeren
Als u via uw telefoonaanbieder gebruikmaakt van een service voor nummerherkenning,
kunt u bepaalde faxnummers blokkeren, zodat de printer geen faxen meer afdrukt die
Hoofdstuk 5
56 Fax

afkomstig zijn van deze nummers. Bij een binnenkomende faxoproep vergelijkt de
printer het nummer met de ingestelde lijst van ongewenste faxnummers om vast te
stellen of de oproep moet worden geblokkeerd. Als het nummer overeenkomt met een
nummer in de lijst met geblokkeerde nummers, wordt de fax niet afgedrukt. (Het
maximale aantal faxnummers dat u kunt blokkeren verschilt per model.)
Opmerking Deze functie wordt niet in alle landen / regio's ondersteund.
Opmerking Als er geen telefoonnummers in de lijst met beller-ID's staan, wordt
verondersteld dat u niet op een service Beller-ID bent geabonneerd bij de
telefoonmaatschappij.
•Nummers toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers
•Nummers verwijderen van de lijst met ongewenste faxnummers
•Een lijst van ongewenste nummers afdrukken
Nummers toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers
U kunt specifieke nummers blokkeren door ze aan de lijst met geblokkeerde
faxnummers toe te voegen.
Een nummer toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers
1. Druk op de knop (Instellingen) in het startscherm.
2. Met de knoppen rechts bladert u naar en selecteert u Faxinstelling,
Basisinstellingen. Selecteer dan Ongewenste fax instellen.
3. Een bericht verschijnt waarop staat dat Beller-ID vereist is om ongewenste faxen te
blokkeren. Druk op de knop rechts van OK om te door te gaan.
4. Blader naar en selecteer Toevoegen aan ongewenste nummers.
5. Als u een te blokkeren faxnummer wilt selecteren in de lijst met beller-ID's, moet u
bladeren naar Selecteren uit geschiedenis Beller-ID en dit selecteren.
- of -
Als u handmatig een te blokkeren faxnummer wilt invoeren, bladert u naar en
selecteert u Nieuw nummer invoeren.
6. Na het ingeven van een faxnummer om te blokkeren moet u op de knop rechts van
OK drukken.
Opmerking Zorg ervoor dat u het faxnummer invoert zoals het op het
uitleesvenster van het bedieningspaneel wordt weergegeven en niet zoals het
in het kopschrift van de ontvangen fax wordt weergegeven. Deze nummers
kunnen verschillend zijn.
Een faxbericht ontvangen 57

Nummers verwijderen van de lijst met ongewenste faxnummers
Als u een faxnummer niet meer wilt blokkeren, kunt u het desbetreffende nummer uit
de lijst met ongewenste nummers verwijderen.
Nummers uit de lijst met ongewenste faxnummers verwijderen
1. Druk in het Startscherm op het printerbedieningspaneel op de knop
(Instellingen).
2. Met de knoppen rechts bladert u naar en selecteert u Faxinstelling,
Basisinstellingen. Selecteer dan Ongewenste fax instellen.
3. Blader naar en selecteer Verwijderen uit Lijst ongewenste nummers.
4. Scrol naar en selecteer de vereiste instelling. Druk dan op de knop rechts van OK.
Een lijst van ongewenste nummers afdrukken
Gebruik de volgende procedure om een lijst af te drukken van geblokkeerde
ongewenste faxnummers.
Een lijst met ongewenste nummers afdrukken
1. Druk in het Startscherm op het printerbedieningspaneel op de knop
(Instellingen).
2. Met de knoppen rechts bladert u naar en selecteert u Faxinstelling,
Basisinstellingen. Selecteer dan Ongewenste fax instellen.
3. Blader naar en selecteer Rapporten afdrukken en selecteer dan Lijst
Ongewenste nummers.
Faxen op uw computer ontvangen met HP Digital Fax (Faxen naar pc en Faxen
naar Mac)
Als de printer is aangesloten op uw computer met een USB-kabel, kunt u HP Digital
Fax (Faxen naar pc en Faxen naar Mac) gebruiken om automatisch faxen te
ontvangen en rechtstreeks op uw computer te bewaren. Met Faxen naar pc en Faxen
naar Mac kunt u gemakkelijk digitale kopieën van uw faxen opslaan en hebt u ook
geen gedoe meer met stapels papieren bestanden.
Ontvangen faxen worden opgeslagen als TIFF (Tagged Image File Format). Als de fax
is ontvangen, krijgt u op het scherm een melding met een koppeling naar de map
waarin de fax is opgeslagen.
De bestanden worden als volgt benoemd: XXXX_YYYYYYYY_ZZZZZZ.tif, waar X de
zenderinfo', Y de datum en Z het tijdstip van faxontvangst voorstellen.
Opmerking Faxen naar pc en Faxen naar Mac zijn alleen beschikbaar voor het
ontvangen van zwart-witfaxen. Kleurenfaxen worden afgedrukt in plaats van op de
computer te worden opgeslagen.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•Vereisten voor Faxen naar pc en Faxen naar Mac
•Faxen naar pc en Faxen naar Mac activeren
•De instellingen van Faxen naar pc of Faxen naar Mac wijzigen
Hoofdstuk 5
58 Fax

Vereisten voor Faxen naar pc en Faxen naar Mac
• De beheerderscomputer, de computer die de functie Faxen naar pc of Faxen naar
Mac heeft geactiveerd, moet altijd zijn ingeschakeld. Slechts een computer kan de
beheerdercomputer voor Faxen naar pc of Faxen naar Mac zijn.
• De computer of server van de doelmap' moet altijd zijn ingeschakeld. De
bestemmingcomputer moet ook actief zijn, aangezien faxen niet worden
opgeslagen als de computer in waakstand of stand-bymodus staat.
• Bestanden delen moet zijn ingeschakeld en u moet een gedeelde Windows-map
hebben met schrijftoegang (SMB).
• Er moet papier in de invoerlade zitten. Zie Afdrukmateriaal laden voor meer
informatie.
Faxen naar pc en Faxen naar Mac activeren
Op een computer waarop Windows wordt uitgevoerd, kunt u de wizard Digitale fax
instellen gebruiken om Faxen naar pc te activeren. Op een Macintosh-computer kunt u
het HP-hulpprogramma gebruiken.
Fax naar pc installeren (Windows)
1. Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of
Alle programma's, selecteer de map voor uw HP-printer en selecteer vervolgens
de optie voor uw HP-printer..
2. In het venster dat wordt geopend, selecteert u Afdrukken, Scannen & Faxen.
Selecteer vervolgens Installatiewizard digitaal faxen onder Fax.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm op.
Om Faxen naar Mac (Mac OS X) te configureren
1. Open het HP Hulpprogramma. Zie HP-hulpprogramma (Mac OS X) voor meer
informatie.
2. Klik op het pictogram Toepassingen op de werkbalk van het HP-hulpprogramma.
3. Dubbelklik op HP Apparaatbeheer en volg vervolgens de aanwijzingen op het
scherm.
De instellingen van Faxen naar pc of Faxen naar Mac wijzigen
U kunt de instellingen voor het faxen naar de pc op uw computer op elk moment
bijwerken vanuit de wizard Digitale fax instellen. U kunt de instellingen voor het faxen
naar de Mac bijwerken vanaf het HP-hulpprogramma.
Een faxbericht ontvangen 59

Tip U kunt voor het maken en beheren van snelkiesnummers niet alleen het
bedieningspaneel van de printer gebruiken, maar ook hulpprogramma's die
beschikbaar zijn op uw computer, zoals de HP-software die bij de printer wordt
geleverd en de geïntegreerde webserver van de printer. Zie Hulpprogramma's
printerbeheer voor meer informatie.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•Snel contactpersonen instellen en wijzigen
•Snel groepen van contactpersonen instellen en wijzigen
•Snelle contactgegeven verwijderen
•Een lijst van snelkiesnummers afdrukken
Snel contactpersonen instellen en wijzigen
U kunt faxnummers als snelle contacten opslaan.
Snelle contacten instellen
1. Vertrekkende van het startscherm op het bedieningspaneel van de printer, drukt u
op de knop rechts van Fax. Druk vervolgens op de knop rechts van Snelle
contacten.
2. Met de knoppen rechts selecteert u Telefoonboek en vervolgens Contact
toevoegen.
3. Geeft het faxnummer in en druk vervolgens op de knop rechts van OK.
Opmerking Vergeet niet om eventuele pauzes en andere noodzakelijke
nummers in te voeren, zoals het kengetal, een toegangscode voor nummers
buiten een PBX-systeem (meestal een 9 of 0) of een kengetal voor
internationaal bellen.
4. Geeft de naam in en druk vervolgens op de knop rechts van OK.
Snelle contactgegevens wijzigen
1. Vertrekkende van het startscherm op het bedieningspaneel van de printer, drukt u
op de knop rechts van Fax. Druk vervolgens op de knop rechts van Snelle
contacten.
2. Met de knoppen rechts bladert u naar en selecteert u Instellingen telefoonboek,
Contactpersoon toevoegen/bewerken. Selecteer dan Individuele contacten.
3. Scroll naar het gegeven dat u wenst te wijzigen en selecteer het. Voer het nieuwe
faxnummer in (indien nodig) en druk vervolgens op de knop rechts van OK.
Opmerking Vergeet niet om eventuele pauzes en andere noodzakelijke
nummers in te voeren, zoals het kengetal, een toegangscode voor nummers
buiten een PBX-systeem (meestal een 9 of 0) of een kengetal voor
internationaal bellen.
4. Geeft de nieuwe naam in (indien nodig) en druk vervolgens op de knop rechts van
OK.
Snelkiescodes installeren 61

Snel groepen van contactpersonen instellen en wijzigen
U kunt groepen faxnummers opslaan als groepen Snelle contacten.
Groepen snelle contacten instellen
Opmerking Voor u een groep Snelle contacten kunt aanmaken moet u al ten
minste 1 Snel contact hebben aangemaakt.
1. Vertrekkende van het startscherm op het bedieningspaneel van de printer, drukt u
op de knop rechts van Fax. Druk vervolgens op de knop rechts van Snelle
contacten.
2. Met de knoppen rechts scrolt u naar en selecteert u Groepscontacten en
vervolgens Groep toevoegen.
3. Blader naar de gegeven en selecteer deze die u in de groep Snelle contacten
wenst op te nemen. Kies vervolgens voor Klaar.
4. Geeft de naam in van de groep en druk vervolgens op de knop rechts van OK.
Groep snelle contactgegevens wijzigen
1. Vertrekkende van het startscherm op het bedieningspaneel van de printer, drukt u
op de knop rechts van Fax. Druk vervolgens op de knop rechts van Snelle
contacten.
2. Met de knoppen rechts bladert u naar en selecteert u Instellingen telefoonboek,
Contactpersoon toevoegen/bewerken. Selecteer dan Groepscontacten.
3. Kies en selecteer de groep die u wenst aan te passen. Als u gegevens uit de groep
wenst te verwijderen of aan de groep wenst toe te voegen, bladert u naar het
gegeven, selecteert u het en kiest voor Klaar.
4. Geeft de nieuwe groepsnaam in (indien nodig) en druk vervolgens op de knop
rechts van OK.
Snelle contactgegeven verwijderen
Om snelle contactgegevens uit een groep te verwijderen volgt u onderstaande
stappen:
1. Vertrekkende van het startscherm op het bedieningspaneel van de printer, drukt u
op de knop rechts van Fax. Druk vervolgens op de knop rechts van Snelle
contacten.
2. Met de knoppen rechts bladert u naar en selecteert u Instellingen telefoonboek
en vervolgens Contacten verwijderen.
3. Blader naar en selecteer de gegevens die u wenst te verwijderen en kies
vervolgens voor Klaar.
4. Druk op de knop rechts van Ja om te bevestigen.
Opmerking Door een groep te verwijderen, verwijdert u geen individuele
gegevens.
Hoofdstuk 5
62 Fax

Een lijst van snelkiesnummers afdrukken
Als u een lijst wilt afdrukken van alle snelkiesnummers die zijn ingesteld, voert u de
volgende stappen uit:
1. Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
2. Druk op de knop (Instellingen) in het startscherm.
3. Met de knoppen rechts bladert u naar en selecteert u Faxinstelling,
Faxrapporten. Selecteer dan Telefoonlijst.
Faxinstellingen wijzigen
Als u de stappen uit de Aan-de-slaggids die bij de printer is geleverd hebt voltooid, kunt
u in de volgende stappen de basisinstellingen wijzigen of andere faxopties
configureren.
•De faxkopregel instellen
•De beantwoordingsmodus instellen (automatisch beantwoorden)
•Het aantal belsignalen voordat er wordt opgenomen instellen
•Het belsignaal fax wijzigen voor een specifiek belsignaal
•Het beltype instellen
•Opties opnieuw bellen instellen
•De faxsnelheid instellen
•Het faxgeluidsvolume instellen
•Foutcorrectiemodus instellen.
De faxkopregel instellen
De faxkopregel is de regel tekst met uw naam en faxnummer die wordt afgedrukt
boven aan elke fax die u verstuurt. HP raadt u aan om het kopschrift in te stellen door
de HP-software te gebruiken die bij de printer werd geleverd. U kunt de faxkopregel
ook instellen vanaf het bedieningspaneel van de printer, zoals hier wordt beschreven.
Opmerking In sommige landen/regio's is de informatie in het faxkopschrift
wettelijk vereist.
Het faxkopschrift instellen of wijzigen
1. Druk op de knop (Instellingen) in het startscherm.
2. Met de knoppen rechts bladert u naar en selecteert u Faxinstelling,
Basisinstellingen. Selecteer dan Kopregel fax.
3. Voer uw naam of de naam van uw bedrijf in en druk op de knop rechts van OK.
4. Geeft het faxnummer in en druk vervolgens op de knop rechts van OK.
Faxinstellingen wijzigen 63

De beantwoordingsmodus instellen (automatisch beantwoorden)
De antwoordmodus bepaalt of binnenkomende oproepen door de printer worden
beantwoord.
• Schakel de optie Automatische beantwoording in als u wilt dat de printer faxen
automatisch beantwoordt. Alle binnenkomende oproepen en faxen worden door
de printer beantwoord.
• Schakel de optie Automatische beantwoording uit als u faxen handmatig wilt
ontvangen. U moet zelf aanwezig zijn om de binnenkomende faxoproepen te
beantwoorden, anders kan de printer geen faxberichten ontvangen.
De antwoordmodus instellen
1. Druk op de knop (Instellingen) in het startscherm.
2. Met de knoppen rechts bladert u naar en selecteert u Faxinstelling, selecteer
vervolgens Automatische beantwoording.
3. Blader en selecteer Aan of Uit.
Het aantal belsignalen voordat er wordt opgenomen instellen
Als u de optie Automatische beantwoording inschakelt, kunt u opgeven na hoeveel
belsignalen de binnenkomende oproep automatisch moet worden beantwoord.
De instelling Hoe vaak overgaan is belangrijk als u een antwoordapparaat hebt op
dezelfde telefoonlijn als de printer. Stel bijvoorbeeld uw antwoordapparaat in om te
beantwoorden na een laag aantal belsignalen en stel de printer in om te antwoorden
na het maximale aantal belsignalen. Het antwoordapparaat beantwoordt de oproep en
de printer bewaakt de lijn. Als de printer faxsignalen detecteert, zal deze de fax
ontvangen. Als de oproep een gespreksoproep betreft, zal het antwoordapparaat het
binnenkomende bericht opnemen.
Het aantal belsignalen voordat er wordt opgenomen instellen
1. Druk op de knop (Instellingen) in het startscherm.
2. Met de knoppen rechts bladert u naar en selecteert u Faxinstelling,
Basisinstellingen. Selecteer dan Aantal keer rinkelen voor antwoord.
3. Blader naar het aantal. Druk dan op de knop rechts vanOK.
Het belsignaal fax wijzigen voor een specifiek belsignaal
Veel telefoonmaatschappijen bieden een service aan waarbij abonnees voor één
telefoonlijn meerdere telefoonnummers krijgen toegewezen die elk hun eigen
specifieke belsignalen hebben. Als u zich op deze service abonneert, wordt er aan elk
telefoonnummer een ander belsignaal toegekend.
HP beveelt aan dat u met uw telefoonmaatschappij afspreekt dat voor uw faxnummer
een dubbele of drievoudige beltoon krijgt. Als de printer het specifieke belpatroon
detecteert, zal deze de oproep beantwoorden en de fax ontvangen.
Tip U kunt ook de functie voor belpatroondetectie op het bedieningspaneel van de
printer gebruiken om een specifiek belsignaal in te stellen. Met deze functie herkent
de printer het belpatroon van een binnenkomende oproep en wordt dit belpatroon
vastgelegd. Gebaseerd op deze oproep wordt automatisch het specifieke
belpatroon bepaald dat door uw telefoonbedrijf aan faxoproepen is toegewezen.
Hoofdstuk 5
64 Fax

Als deze service niet beschikbaar is, gebruikt u het standaard belpatroon Alle
beltonen.
Opmerking De printer kan geen faxen ontvangen als de hoorn van het toestel
met het hoofdtelefoonnummer van de haak is.
Het belpatroon voor beantwoorden van een specifiek belsignaal wijzigen
1. Controleer of de printer is ingesteld om faxoproepen automatisch te beantwoorden.
2. Druk op de knop (Instellingen) in het startscherm.
3. Met de knoppen rechts bladert u naar en selecteert u Faxinstelling, selecteer
vervolgens Geavanceerde instellingen.
4. Druk op de knop rechts van Specifiek belsignaal.
Een bericht wordt weergegeven waarin staat dat deze instelling niet moet worden
gewijzigd tenzij u meerdere nummers op dezelfde telefoonlijn hebt.
5. Druk op de knop rechts van OK en kies voor Ja om te door te gaan.
6. Voer een van de volgende handelingen uit:
• Blader naar en selecteer het belpatroon dat door uw telefoonmaatschappij aan
faxoproepen is toegewezen.
- Of -
• Selecteer Automatisch detecteren aan en volg de instructies op het
bedieningspaneel van de printer.
Opmerking Als de functie Belpatroondetectie het belpatroon niet kan
detecteren of als u de functie annuleert voordat de detectie is voltooid, wordt
het belpatroon automatisch ingesteld op de standaardwaarde, namelijk Alle
belsignalen.
Opmerking Indien u een PBX-telefoonsysteem gebruikt met verschillende
oproeppatronen voor interne en externe oproepen, moet u het faxnummer
oproepen via een extern nummer.
Het beltype instellen
Gebruik deze procedure om toonkiezen of pulskiezen in te stellen. De
standaardinstelling is Toon. Wijzig deze instelling niet tenzij u zeker weet dat uw
telefoonlijn niet geschikt is voor toonkiezen.
Opmerking De optie pulskeuze is niet beschikbaar in alle landen of regio's.
Het kiessysteem instellen
1. Druk op de knop (Instellingen) in het startscherm.
2. Met de knoppen rechts bladert u naar en selecteert u Faxinstelling,
Basisinstellingen. Selecteer dan Beltype.
3. Blader en selecteer om Toon of Puls te selecteren.
Opties opnieuw bellen instellen
Als de printer een fax niet kon verzenden omdat het ontvangende faxapparaat niet
antwoordde of bezet was, probeert de printer opnieuw te bellen op basis van de
Faxinstellingen wijzigen 65

instellingen van de opties Opnieuw zenden bij in gesprek en Opnieuw zenden bij geen
gehoor. Gebruik de volgende procedure om de opties aan of uit te schakelen.
De opties opnieuw bellen instellen
1. Druk op de knop (Instellingen) in het startscherm.
2. Met de knoppen rechts bladert u naar en selecteert u Faxinstelling,
Geavanceerde instellingen en vervolgens Terugbellen indien bezet of
Terugbellen bij geen antwoord.
•Terugbellen indien bezet: Als deze optie is ingeschakeld, zendt de printer
automatisch opnieuw als de lijn bezet is. De fabrieksinstelling van deze optie is
AAN.
•Terugbellen bij geen antwoord: Als deze optie is ingeschakeld, zendt de
printer automatisch opnieuw als het ontvangende faxapparaat niet antwoordt.
De fabrieksinstelling van deze optie is Uit.
3. Blader naar en selecteer de gewenste opties. Druk op de knop rechts van OK.
De faxsnelheid instellen
U kunt de gebruikte faxsnelheid instellen voor de communicatie tussen uw printer en
overige faxapparaten tijdens het verzenden en ontvangen van faxberichten.
Als u een van de volgende opties gebruikt, is het wellicht nodig om de faxsnelheid te
verlagen:
• Een Internet-telefoonservice
• Een PBX-systeem
• Fax over Internet-protocol (FoIP)
• Een ISDN-service
Gebruik een lagere faxsnelheid als u bij het verzenden en ontvangen problemen
ondervindt. De volgende tabel biedt de mogelijke faxsnelheden.
Instelling faxsnelheid Faxsnelheid
Snel v.34 (33600 baud)
Normaal v.17 (14400 baud)
Langzaam v.29 (9600 baud)
De faxsnelheid instellen
1. Druk op de knop (Instellingen) in het startscherm.
2. Met de knoppen rechts bladert u naar en selecteert u Faxinstelling,
Geavanceerde instellingen. Selecteer dan Faxensnelheid.
3. Scrol naar en selecteer de vereiste instelling. Druk dan op de knop rechts van OK.
Hoofdstuk 5
66 Fax

moet u eventueel digitaal-naar-analoog filters of converters gebruiken bij het instellen
van de printer voor faxen.
Opmerking HP garandeert niet dat de printer compatibel zal lopen met alle
digitale servicelijnen of providers, in alle digitale omgevingen of met alle digitaal-
naar-analoog converters. We raden steeds aan om met uw telefoonoperator
rechtstreeks de correcte instelopties op basis van hun lijndiensten te bespreken.
Fax over internetprotocol (FoIP)
U kunt mogelijk inschrijven op een goedkope telefoonservice waarmee u faxen kunt
verzenden en ontvangen met uw printer via internet. Deze methode wordt Fax over
Internet-protocol (FoIP) genoemd.
U gebruikt waarschijnlijk een FoIP-service (die door uw telefoonmaatschappij wordt
aangeboden) als u:
• samen met het faxnummer een speciale toegangscode kiest, of
• een IP-converter hebt om verbinding te maken met Internet; deze biedt ook
analoge telefoonpoorten voor de faxlijn.
Opmerking U kunt uitsluitend faxen verzenden en ontvangen door een
telefoonsnoer aan te sluiten op de 1-LINE-poort op de printer. Dit betekent dat de
verbinding met het Internet tot stand moet worden gebracht via een converter (die
is uitgerust met een gewone analoge telefooningangen voor de fax) of via uw
telefoonmaatschappij.
Tip De ondersteuning voor traditionele faxverzending via een IP-telefoonsysteem
is vaak beperkt. Als u problemen ondervindt bij het verzenden van faxen, kunt u
proberen om de faxsnelheid te verlagen of de foutcorrectiemodus (ECM, Error
Correction Mode) voor het faxen uit te schakelen. Als u de foutcorrectiemodus
echter uitschakelt, kunt u geen faxen in kleur meer verzenden of ontvangen. Zie De
faxsnelheid instellen voor meer informatie over het wijzigen van de faxsnelheid. Zie
Foutcorrectiemodus instellen. voor meer informatie over de foutcorrectiemodus
(ECM).
Als u vragen hebt over internetfaxen, neem dan contact op met de
ondersteuningsafdeling van uw internetfaxdienst of met uw lokale serviceprovider voor
meer begeleiding.
Het faxlogboek wissen
Gebruik de volgende stappen om het faxlogboek leeg te maken.
Opmerking Als u het faxlogboek wist, worden ook alle faxen die in het geheugen
zijn opgeslagen, verwijderd.
Het faxlogboek wissen
1. Druk op de knop (Instellingen) in het startscherm.
2. Met de knoppen rechts bladert u naar en selecteert u Faxinstelling, Faxopties.
Selecteer dan Faxlogboek wissen.
Hoofdstuk 5
68 Fax

De belgeschiedenis weergeven
Gebruik de volgende procedure om een lijst met alle oproepen vanaf de printer weer te
geven.
Opmerking De oproepgeschiedenis kan niet worden afgedrukt. U kunt ze enkel
bekijken vanaf het scherm van het bedieningspaneel van de printer.
De belgeschiedenis weergeven
1. Druk in het Startscherm van het bedieningspaneel van de printer op de knop rechts
van Kopiëren.
2. Druk op de knop rechts van Snelle contacten en blader en selecteer vervolgens
Belgeschiedenis.
Gebruik rapporten
U kunt de printer zodanig instellen dat foutrapporten en bevestigingsrapporten
automatisch worden afgedrukt voor elk faxbericht dat u verzendt en ontvangt. U kunt
desgewenst ook handmatig printsysteemrapporten afdrukken; deze rapporten bevatten
nuttige informatie over de printer.
Standaard is de printer zodanig ingesteld dat er alleen een rapport wordt afgedrukt als
zich een probleem voordoet bij het verzenden of ontvangen van een fax. Na het
verzenden van een faxbericht verschijnt er kort een bericht op het scherm van het
bedieningspaneel met de mededeling dat het faxbericht goed is verzonden.
Opmerking Als de rapporten niet leesbaar zijn, controleert u de geschatte
inktniveaus vanuit het bedieningspaneel of de HP-software. Zie Hulpprogramma's
printerbeheer voor meer informatie.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor
een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te
houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de inktcartridges
niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Opmerking Controleer of de printkoppen en inktcartridges in goede staat
verkeren en goed zijn geïnstalleerd. Zie Werken met inktcartridges voor meer
informatie.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken
•Foutrapporten voor faxen afdrukken
•Het faxlogboek weergeven en afdrukken
•Druk de details van de laatste faxtransactie af
•Een rapport beller-ID's afdrukken
•Een T30-faxtraceerraport afdrukken
Gebruik rapporten 69

Foutrapporten voor faxen afdrukken
U kunt de printer zodanig configureren dat er automatisch een rapport wordt afgedrukt
als er tijdens de transmissie of ontvangst een fout optreedt.
De printer instellen op het automatisch afdrukken van faxfoutrapporten
1. Druk op de knop (Instellingen) in het startscherm.
2. Met de knoppen rechts bladert u naar en selecteert u Faxinstelling,
Faxrapporten. Selecteer dan Foutbericht fax.
3. Blader naar en selecteer een van de volgende opties.
Aan (Verzenden
en ontvangen)
Afdrukken als er een fout optreedt bij het faxen.
Uit Er worden geen faxfoutrapporten afgedrukt.
Aan (Fax
verzenden)
Afdrukken als er een fout optreedt bij het overbrengen. Dit is de
standaardinstelling.
Aan (Fax
ontvangen)
Afdrukken als er een fout optreedt bij het ontvangen.
Het faxlogboek weergeven en afdrukken
U kunt een logboek afdrukken met de faxen die door de printer zijn ontvangen en
verzonden.
Het faxlogboek afdrukken vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Druk op de knop (Instellingen) in het startscherm.
2. Met de knoppen rechts bladert u naar en selecteert u Faxinstelling,
Faxrapporten. Selecteer dan Faxlogboek.
Druk de details van de laatste faxtransactie af
Het rapport Laatste faxtransactie drukt de details af van de laatste faxtransactie.
Details zijn onder andere het faxnummer, het aantal pagina's en de faxstatus.
Het rapport Laatste faxtransactie afdrukken
1. Druk op de knop (Instellingen) in het startscherm.
2. Met de knoppen rechts bladert u naar en selecteert u Faxinstelling,
Faxrapporten. Selecteer dan Laatste transactie.
Een rapport beller-ID's afdrukken
Gebruik de volgende procedure om een lijst af te drukken van Beller-ID faxnummers.
Een rapport geschiedenis beller-ID's afdrukken
1. Druk op de knop (Instellingen) in het startscherm.
2. Met de knoppen rechts bladert u naar en selecteert u Faxinstelling,
Faxrapporten. Selecteer dan Rapport Beller-ID.
Gebruik rapporten 71

Een T30-faxtraceerraport afdrukken
Volg onderstaande procedure om een T30-faxtraceerrapport af te drukken.
Een T30-faxtraceerrapport afdrukken
1. Druk op de knop (Instellingen) in het startscherm.
2. Met de knoppen rechts bladert u naar en selecteert u Faxinstelling,
Faxrapporten. Selecteer dan T30-faxtraceerrapport.
Hoofdstuk 5
72 Fax

6HP ePrint
HP ePrint is een gratis dienst van HP waarmee u op elk ogenblik en vanaf elke plaats
waar u e-mail kunt verzenden documenten kunt afdrukken met uw printer met HP
ePrint. Stuur uw documenten en foto's gewoon naar het e-mailadres dat aan uw printer
werd toegewezen wanneer u webservices hebt ingeschakeld. Er zijn geen bijkomende
stuurprogramma's of software nodig.
Zodra u zich hebt geregistreerd voor een account op ePrintCenter
(www.eprintercenter.com) kunt u zich aanmelden om uw HP ePrint-taakstatus te
bekijken, uw HP ePrint-printerwachtrij te beheren, in te stellen wie uw e-mailadres voor
de HP ePrint-printer mag gebruiken om af te drukken en hulp voor HP ePrint te krijgen.
Opmerking Fax naar pc wordt alleen ondersteund door HP Officejet 4620 e-All-in-
One series.
Opmerking Om HP ePrint te gebruiken, moet uw printer zijn aangesloten op een
actief netwerk en op het internet . U kunt deze webfuncties niet gebruiken indien de
printer is aangesloten met een USB-kabel.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•Instellen van HP ePrint
•HP ePrint gebruiken
•Webservices verwijderen
Instellen van HP ePrint
Gebruik een van onderstaande methodes om HP ePrint te gebruiken:
•Stel HP ePrint in door middel van de HP-printersoftware
•Stel HP ePrint in via het bedieningspaneel van de printer
•Stel HP ePrint in via de geïntegreerde webserver
Opmerking Zorg ervoor dat u draadloos bent verbonden met het internet voordat
u HP ePrint instelt.
Stel HP ePrint in door middel van de HP-printersoftware
Naast het activeren van de hoofdfuncties van de printer, kunt u de HP-printersoftware
die bij uw printer is geleverd, gebruiken om HP ePrint in te stellen. Als u HP ePrint niet
hebt ingesteld bij het installeren van de HP-software op uw computer, kunt u de
software nog steeds gebruiken om HP ePrint in te stellen.
HP ePrint 73

Voer de volgende stappen uit voor uw besturingssysteem om HP ePrint in te stellen:
Windows
1. Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer Programma's of
Alle programma's, klik op HP, selecteer de map voor uw printer en selecteer
vervolgens het pictogram met de naam van uw printer.
2. In het venster dat wordt geopend, selecteert u Afdrukken, Scannen & Faxen.
Selecteer vervolgens Instellingen ePrint onder Afdrukken. De geïntegreerde
webserver van de printer wordt geopend.
3. In het tabblad Webservices klikt u op Instellingen in het gedeelte Instellingen
Webservices. Klik vervolgens op Doorgaan.
4. Klik op Gebruikersvoorwaarden accepteren en Webservices inschakelen, en
klik vervolgens op Volgende.
5. Klik op Ja om toe te staan dat de printer automatisch zoekt naar productupdates en
deze installeert.
6. Als uw netwerk proxy-instellingen gebruikt om verbinding te maken met het
internet, voert u deze instellingen in.
7. Volg de instructies op de informatiepagina om de installatie te voltooien.
Mac OS X
▲Om Webservices in te stellen en te beheren in Mac OS X, kunt u de geïntegreerde
webserver van de printer (EWS) gebruiken. Zie Stel HP ePrint in via de
geïntegreerde webserver voor meer informatie.
Stel HP ePrint in via het bedieningspaneel van de printer
Het bedieningspaneel van de printer biedt een gemakkelijke manier om HP ePrint in te
stellen en te beheren.
Voer de volgende stappen uit om HP ePrint in te stellen:
1. Controleer of de printer is verbonden met internet.
2. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de knop (HP ePrint).
3. Druk op de knop rechts van OK om de algemene voorwaarden te aanvaarden.
4. Druk op de knop rechts van OK om toekomstige updates te aanvaarden.
Een informatiepagina wordt afgedrukt.
5. Volg de instructies op het informatieblad van Webservices om de instelling te
voltooien.
Opmerking Als uw netwerk proxy-instellingen gebruikt om verbinding te maken
met het internet, voert u deze instellingen in zodra u hierom wordt gevraagd.
Stel HP ePrint in via de geïntegreerde webserver
U kunt de geïntegreerde webserver van de printer (EWS) gebruiken om HP ePrint in te
stellen en te beheren.
Hoofdstuk 6
74 HP ePrint

Voer de volgende stappen uit om HP ePrint in te stellen:
1. Open EWS. Zie Geïntegreerde webserver (HP Officejet 4620 e-All-in-One series)
voor meer informatie.
2. In het tabblad Webservices klikt u op Instellingen in het gedeelte Instellingen
Webservices. Klik vervolgens op Doorgaan.
3. Klik op Gebruikersvoorwaarden accepteren en Webservices inschakelen, en
klik vervolgens op Volgende.
4. Klik op Ja om toe te staan dat de printer automatisch zoekt naar productupdates en
deze installeert.
5. Als uw netwerk proxy-instellingen gebruikt om verbinding te maken met het
internet, voert u deze instellingen in.
6. Volg de instructies op de informatiepagina om de installatie te voltooien.
HP ePrint gebruiken
Zorg ervoor dat u over het volgende beschikt om HP ePrint te gebruiken:
• Een computer of mobiel toestel met internet en e-mail.
• Een printer met HP ePrint waarop Webservices is geactiveerd.
Tip Voor meer informatie over het beheren en configureren van de HP ePrint-
instellingen en om meer te weten over de laatste functies, gaat u naar het
ePrintCenter (www.eprintcenter.com).
Afdrukken met HP ePrint
Voer de volgende stappen uit om documenten af te drukken met HP ePrint:
1. Open de e-mailtoepassing op uw computer of mobiel toestel.
Opmerking Voor meer informatie over het gebruik van de e-mailtoepassing
op uw computer of mobiel toestel, raadpleegt u de documentatie die bij de
toepassing is geleverd.
2. Maak een nieuw e-mailbericht aan en voeg het bestand toe dat u wilt afdrukken.
Zie Specificaties HP ePrint (HP Officejet 4620 e-All-in-One series) voor een lijst
met bestanden die kunnen worden afgedrukt met behulp van HP ePrint en de te
volgen richtlijnen bij het gebruik van HP ePrint.
3. Voer het e-mailadres van de printer in in de regel "Naar" van het e-mailbericht en
selecteer vervolgens "Verzenden".
Opmerking De ePrint-server aanvaardt geen afdruktaken via e-mail wanneer
er meerdere e-mailadressen werden ingevuld in de velden "Aan" of "Cc". Voer
dus alleen het e-mailadres van uw HP-printer in het veld "Aan" in. Voer geen
andere e-mailadressen in andere velden in.
HP ePrint gebruiken 75

Het-emailadres van de printer zoeken
Voer de volgende stappen uit om het e-mailadres van de printer te bekomen:
1. Druk op de (HP ePrint) op het bedieningspaneel van de printer, en druk
vervolgens op de knop (Instellen).
2. Om het e-mailadres te bekijken, gebruikt u de knoppen rechts om te bladeren naar
E-mailadres weergeven en dit item te selecteren.
- Of -
Om het e-mailadres van uw printer aan te passen, gebruikt u de knoppen rechts
om te bladeren naar Infopagina afdrukken en dit item te selecteren. De printer
drukt een informatiepagina af waarin de printercode en de instructies worden
afgedrukt om het e-mailadres van de printer aan te passen.
HP ePrint uitschakelen
Voer de volgende stappen uit om HP ePrint uit te schakelen:
1. Druk op de (HP ePrint) op het bedieningspaneel van de printer, en druk
vervolgens op de knop (Instellen).
2. Gebruik de knoppen rechts om ePrint: Aan
3. Blader naar en selecteer Uit, en druk vervolgens op de knop rechts van OK.
Opmerking Zie Webservices verwijderen om alle Webservices te verwijderen.
Webservices verwijderen
Voer de volgende stappen uit om Webservices te verwijderen:
1. Druk op de (HP ePrint) op het bedieningspaneel van de printer, en druk
vervolgens op de knop (Instellen).
2. Met behulp van de knoppen rechts bladert en selecteert u Webservice
verwijderen. Druk vervolgens op de knop rechts van OK.
Hoofdstuk 6
76 HP ePrint

7 Werken met inktcartridges
Als u ervan verzekerd wilt zijn dat de afdrukkwaliteit van de printer optimaal blijft, moet
u enkele eenvoudige onderhoudsprocedures uitvoeren.
Raadpleeg Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen om problemen in verband met
de afdrukkwaliteit op te lossen.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•Informatie over inktcartridges en de printkop
•De geschatte inktniveaus bekijken
•inktcartridges vervangen
•Printerbenodigdheden bewaren
•Gebruik informatieverzameling
Informatie over inktcartridges en de printkop
Lees de volgende tips voor het omgaan met en het onderhouden van HP-inktcartridges
als u verzekerd wilt zijn van een consistente afdrukkwaliteit.
• De instructies in deze gebruikershandleiding zijn voor het vervangen van
inktcartridges en zijn niet bedoeld voor de eerste installatie.
• Als u een inktcartridge moet vervangen, wacht dan tot u beschikt over een nieuwe
inktcartridge om te installeren voordat u de oude cartridge verwijdert.
Let op Laat de inktcartridge niet voor een langere periode buiten de printer.
Dit kan leiden tot beschadiging van de zowel de printer als de inktcartridge.
• Haal inktcartridges pas uit de originele luchtdichte verpakking als u ze nodig hebt.
• Bewaar de inktcartridges in dezelfde richting als waarin de verpakkingen in de
winkel hangen of, als ze uit de doos zijn, met het label omlaag.
• Zorg ervoor dat u de printer correct uitzet. Zie De printer uitschakelen voor meer
informatie.
• Bewaar inktcartridges bij kamertemperatuur (15 - 35 °C of 59 - 95 °F).
• U hoeft de cartridges pas te vervangen als de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar
wordt, maar een aanzienlijke afname van de afdrukwaliteit kan het gevolg zijn van
een of meerdere lege cartridges. Het kan ook het gevolg zijn van een verstopte
printkop. Mogelijke oplossingen zijn het controleren van de geschatte inktniveaus in
de cartridges en het reinigen van de printkop. Het reinigen van de printkop
verbruikt enige inkt.
• Maak de printkop niet schoon als het niet nodig is. Dit verspilt inkt en verkort de
levensduur van de cartridges.
Werken met inktcartridges 77

• Hanteer de inktcartridges met de nodige voorzichtigheid. Door de inktcartridges
tijdens de installatie te laten vallen, te schudden of ruw te behandelen, kunnen
tijdelijke afdrukproblemen ontstaan.
• Als u de printer vervoert, doet u het volgende om te voorkomen dat er inkt uit de
printer lekt of dat de printer beschadigd raakt:
◦Zorg ervoor dat u de printer uitschakelt met de knop Aan/Uit. De printkoppen
moeten aan de rechterkant van de printer in het onderhoudsstation worden
geplaatst. Zie De printer uitschakelen voor meer informatie.
◦Zorg ervoor dat u de inktcartridges en de printkop op hun plaats houdt.
◦De printer moet vlak worden getransporteerd; het mag niet op de zijkant,
achterkant, voorkant of bovenkant worden geplaatst.
Verwante onderwerpen
•De geschatte inktniveaus bekijken
•Onderhoud aan de printkop
De geschatte inktniveaus bekijken
U kunt de geschatte inktniveaus controleren via het bedieningspaneel van de printer,
de printersoftware of de geïntegreerde webserver. Zie Hulpprogramma's printerbeheer
voor meer informatie over het gebruik van de printersoftware of de geïntegreerde
webserver. U kunt de Printerstatuspagina ook afdrukken om deze informatie te
bekijken (zie Het printerstatusrapport begrijpen).
Geschatte inktniveaus controleren vanaf het bedieningspaneel
1. Druk op de knop (Instellingen) in het startscherm.
2. Met de knoppen rechts selecteert u Inktinformatie en vervolgens Geschatte
inktniveaus.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor
een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te
houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de cartridges pas te
vervangen als de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Opmerking Als u een opnieuw gevulde of herstelde cartridge gebruikt, of een
cartridge die in een ander apparaat werd gebruikt, is de inktniveau-indicator
mogelijk onnauwkeurig of onbeschikbaar.
Opmerking Inkt uit de cartridges wordt bij het afdrukken op een aantal
verschillende manieren gebruikt, waaronder bij het initialisatieproces, waarbij de
printer en de cartridges worden voorbereid op het afdrukken, en bij onderhoud aan
de printkop, dat ervoor zorgt dat de printsproeiers schoon blijven en de inkt goed
blijft stromen. Daarnaast blijft er altijd wat inkt in de cartridge achter na gebruik.
Raadpleeg www.hp.com/go/inkusage voor meer informatie.
Hoofdstuk 7
78 Werken met inktcartridges

inktcartridges vervangen
Opmerking Zie Recycleprogramma voor printerbenodigdheden van HP voor meer
informatie over het recyclen van gebruikte inkten.
Als u nog geen vervangende inktcartridges voor de printer hebt, zie dan HP-
benodigdheden en -accessoires.
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen
beschikbaar in het Engels.
Opmerking Niet alle cartridges zijn in alle landen/regio's beschikbaar.
Let op Wacht tot u een nieuwe inktcartridge beschikbaar hebt voordat u de oude
inktcartridge verwijdert. Laat de inktcartridge niet voor een langere periode buiten
de printer. Dit kan leiden tot beschadiging van de zowel de printer als de
inktcartridge.
Gebruik deze stappen om de inktcartridges te vervangen.
U vervangt de inktcartridges als volgt:
1. Controleer of de printer aanstaat.
2. Open de toegangsklep van de inktcartridges.
Waarschuwing Wacht tot de printerwagen niet meer beweegt voor u verder
gaat.
3. Druk op het klepje aan de voorkant van de inktcartridge om deze te ontgrendelen,
en verwijder deze vervolgens uit de sleuf.
4. Verwijder de nieuwe inktcartridge uit de verpakking door het oranje lipje recht naar
achteren te trekken om de plastic verpakking van de inktcartridge te verwijderen.
Opmerking Zorg ervoor dat u het oranje lipje volledig verwijdert en kijk na of
het label iets is gescheurd voor u in de volgende stap het oranje lipje verwijdert.
Als u dit niet doet kan de inkt gaan lekken.
inktcartridges vervangen 79

5. Draai het oranje lipje om het los te breken.
6. Gebruik de gekleurde symbolen als leidraad en schuif de inktcartridge in de lege
sleuf tot hij op zijn plaats klikt en stevig op zijn plek zit.
Zorg ervoor dat u de inktcartridge in de sleuf plaatst met dezelfde pictogramvorm
en kleur als de inktcartridge die u installeert.
Hoofdstuk 7
80 Werken met inktcartridges

7. Herhaal stap 3 tot en met 6 voor elke inktcartridge die u wilt vervangen.
8. Open de toegangsklep van de inktcartridges.
Verwante onderwerpen
HP-benodigdheden en -accessoires
Printerbenodigdheden bewaren
Inktcartridges kunnen gedurende een langere tijd in de printer worden gelaten. Om de
toestand van de inktcartridge echter optimaal te houden, moet u de printer op de juiste
wijze uitschakelen. Zie De printer uitschakelen voor meer informatie.
Gebruik informatieverzameling
De HP-cartridges die bij dit apparaat worden gebruikt, bevatten een geheugenchip die
de werking van de printer ondersteunt.
Verder verzamelt deze geheugenchip een beperkte hoeveelheid informatie over het
gebruik van de printer, waaronder: de datum waarop de cartridge voor het eerst werd
geïnstalleerd, de datum waarop de cartridge voor het laatst werd gebruikt, het aantal
pagina's dat werd afgedrukt met de cartridge, de paginadekking, de gebruikte
afdrukstanden, eventuele afdrukfouten, en het printermodel. Aan de hand van deze
informatie kan HP in de toekomst betere printers ontwerpen voor de afdrukbehoeften
van klanten.
De gegevens die worden verzameld door de cartridgegeheugenchip bevatten geen
informatie die kan worden gebruikt om een klant of gebruiker van de cartridge of hun
printer te identificeren.
HP verzamelt een steekproef uit de geheugenchips van cartridges die worden
teruggestuurd naar het HP-programma voor gratis terugbrengen en recyclen (HP
Planet Partners: www.hp.com/recycle). De geheugenchips uit deze steekproef worden
gelezen en bestudeerd om toekomstige HP-printers te verbeteren. HP-partners die
helpen bij de recycling van deze cartridge hebben mogelijk ook toegang tot deze
gegevens.
Een derde partij die de cartridge bezit heeft mogelijk toegang tot de anonieme
informatie op de geheugenchip. Als u liever geen toegang geeft tot deze informatie,
kunt u de chip onbruikbaar maken. Nadat u de geheugenchip echter onbruikbaar
maakt, kan de cartridge niet meer worden gebruikt in een HP-printer.
Als u bezorgd bent over het bieden van deze anonieme informatie, kunt u deze
informatie ontoegankelijk maken door de mogelijkheid van de geheugenchip om
gebruiksinformatie van de printer te verzamelen, uit te schakelen.
Het verzamelen van gebruiksinformatie uitschakelen
1. Druk op de knop (Instellingen) in het startscherm.
2. Met de knoppen rechts scrolt u naar en selecteert u Voorkeuren en vervolgens
Info cartridgechip.
3. Druk op de knop rechts van OK om het verzamelen van deze informatie uit te
schakelen.
Gebruik informatieverzameling 81

Opmerking Als u het vermogen van de geheugenchip om gebruiksinformatie van
de printer te verzamelen uitschakelt, kunt u de cartridge nog steeds in de HP-
printer gebruiken.
Hoofdstuk 7
82 Werken met inktcartridges

8 Een probleem oplossen
Dit hoofdstuk bevat suggesties voor het oplossen van veelvoorkomende problemen.
Indien uw printer niet goed werkt en deze oplossingen uw probleem niet hebben
opgelost, probeer dan HP-ondersteuning voor ondersteuning.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•HP-ondersteuning
•Algemene tips en bronnen voor het oplossen van problemen
•Printerproblemen oplossen
•Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen
•Problemen met de papieraanvoer oplossen
•Problemen oplossen bij het kopiëren
•Scanproblemen oplossen
•Faxproblemen oplossen
•Problemen oplossen bij gebruik van HP ePrint en HP-websites
•Draadloze problemen oplossen (HP Officejet 4620 e-All-in-One series)
•Uw firewall-software configureren voor gebruik met de printer
•Problemen met het printerbeheer oplossen (HP Officejet 4620 e-All-in-One series)
•Installatieproblemen oplossen
•Het printerstatusrapport begrijpen
•De netwerkconfiguratiepagina begrijpen (HP Officejet 4620 e-All-in-One series)
•Verwijder de HP-software volledig en installeer deze opnieuw
•Onderhoud aan de printkop
•Papierstoringen oplossen
HP-ondersteuning
Voer de volgende stappen uit als u een probleem hebt
1. Raadpleeg de documentatie van de printer.
2. Ga naar de HP-website voor online ondersteuning op www.hp.com/go/
customercare. Deze website biedt informatie en hulpmiddelen waarmee u
veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen. De online ondersteuning van
HP is beschikbaar voor alle klanten van HP. HP-ondersteuning is de meest
betrouwbare bron van actuele printerinformatie en deskundige hulp, en biedt de
volgende voordelen:
• Snelle toegang tot gekwalificeerde ondersteuningstechnici online
• HP-software en stuurprogramma-updates voor de HP-printer
• Waardevolle informatie voor het oplossen van veel voorkomende problemen
• Pro-actieve printerupdates, ondersteuningswaarschuwingen en HP-
nieuwsbrieven die beschikbaar zijn als u de printer registreert
Een probleem oplossen 83

Zie Elektronische ondersteuning krijgen voor meer informatie.
3. Bel HP-ondersteuning. De opties en beschikbaarheid voor ondersteuning
verschillen per printer, land/regio en taal. Zie Telefonische ondersteuning van HP
voor meer informatie.
Elektronische ondersteuning krijgen
Voor ondersteuning en informatie over de garantie kunt u naar de website van HP
gaan op www.hp.com/go/customercare. Deze website biedt informatie en
hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen.
Selecteer uw land/regio wanneer hierom wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem
contact op met HP als u contact wilt opnemen met de technische ondersteuning.
Deze website biedt ook technische ondersteuning, stuurprogramma's, benodigdheden,
bestelinformatie en andere opties zoals:
• Online pagina's met ondersteuning raadplegen.
• Verstuur HP een e-mailbericht en u krijgt direct antwoord op uw vragen.
• Online met een technicus van HP spreken.
• Controleren of er HP-software-updates zijn.
U kunt ook ondersteuning krijgen vanuit de HP-software voor Windows of Mac OS X,
die eenvoudige, stapsgewijze oplossingen biedt voor veelvoorkomende
afdrukproblemen. Zie Hulpprogramma's printerbeheer voor meer informatie.
De opties en beschikbaarheid voor ondersteuning verschillen per printer, land/regio en
taal.
Telefonische ondersteuning van HP
De ondersteunende telefoonnummers en bijbehorende kosten die hier zijn vermeld,
zijn van kracht ten tijde van de publicatie en alleen van toepassing op oproepen die
vanaf een vaste lijn zijn gemaakt. Mogelijk zijn andere tarieven van toepassing voor
mobiele telefoons.
Zie www.hp.com/go/customercare voor de meest recente lijst van HP met
ondersteunende telefoonnummers en informatie over de gesprekskosten.
Gedurende de garantieperiode kunt u een beroep doen op het HP
Klantenondersteuningscentrum.
Opmerking HP biedt geen telefonische ondersteuning voor afdrukken in Linux.
Alle ondersteuning wordt online geboden op de volgende website: https://
launchpad.net/hplip. Klik op de knop Ask a question om het ondersteuningsproces
op te starten.
De HPLIP-website biedt geen ondersteuning voor Windows of Mac OS X. Als u
deze besturingssystemen gebruikt, gaat u naar www.hp.com/go/customercare.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•Voordat u belt
•Periode van telefonische ondersteuning
•Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning
•Na de periode van telefonische ondersteuning
Hoofdstuk 8
84 Een probleem oplossen

Na de periode van telefonische ondersteuning
Na afloop van de periode waarin u een beroep kunt doen op telefonische
ondersteuning, kunt u tegen vergoeding voor hulp terecht bij HP. U kunt ook Help-
informatie verkrijgen op de HP-website voor online ondersteuning: www.hp.com/go/
customercare. Deze website biedt informatie en hulpmiddelen waarmee u
veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen. Neem contact op met uw HP-
leverancier of bel het telefoonnummer voor ondersteuning in uw land/regio voor meer
informatie over de beschikbare ondersteuningsopties.
Algemene tips en bronnen voor het oplossen van
problemen
Opmerking Voor veel van de volgende stappen hebt u HP-software nodig. Als u
de HP-software niet hebt geïnstalleerd, kunt u dit doen met de cd met HP-software
die bij de printer werd geleverd. U kunt de software ook downloaden vanaf de HP-
ondersteuningswebsite www.hp.com/go/customercare. Deze website biedt
informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen kunt
verhelpen.
Controleer de volgende items als u een afdrukprobleem wilt oplossen.
•Zie
Papierstoringen oplossen voor papierstoringen.
•Zie
Problemen met de papieraanvoer oplossen voor informatie over problemen met
de papierinvoer, zoals een scheve of foutieve papierinvoer.
•Het lampje van de (Aan/uit) is aan en knippert niet. Wanneer de printer voor de
eerste keer wordt ingeschakeld, duurt het ongeveer 9 minuten om te initialiseren
nadat de inktcartridges zijn geïnstalleerd.
• Controleer of het netsnoer en andere kabels functioneren en goed op de printer zijn
aangesloten. Controleer of de printer stevig is aangesloten op een werkend
wisselstroom-stopcontact en is ingeschakeld. Zie Elektrische specificaties voor
spanningsvereisten.
• Afdrukmateriaal moet goed in de invoerlade zijn geplaatst en niet in de printer zijn
vastgelopen.
• Alle verpakkingstape en -materialen moeten zijn verwijderd.
• De printer is ingesteld als de huidige of als de standaardprinter. Voor Windows stelt
u het apparaat in de map Printers als standaard in. Voor Mac OS X, kunt u dit als
standaard instellen in het gedeelte Afdrukken & Faxen of Afdrukken& Scannen
van de Systeemvoorkeuren. Raadpleeg de documentatie van de computer voor
meer informatie.
• Zorg dat Afdrukken onderbreken niet is geselecteerd als u een computer met
Windows gebruikt.
• Voer niet teveel programma's uit op het moment dat u een afdruktaak uitvoert. Sluit
niet-gebruikte toepassingen of start de computer opnieuw op voordat u de taak
opnieuw uit probeert te voeren.
Algemene tips en bronnen voor het oplossen van problemen 87

Printerproblemen oplossen
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•De printer schakelt onverwachts uit
•De printer maakt onverwachte geluiden
•Het uitlijnen is mislukt
•De printer reageert niet (er wordt niets afgedrukt)
•De printer drukt langzaam af
•Blanco pagina of pagina wordt slechts gedeeltelijk afgedrukt
•De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten
•De plaatsing van de tekst of de afbeeldingen is verkeerd
De printer schakelt onverwachts uit
Controleer de netvoeding en aansluiting van het netsnoer
Zorg dat het netsnoer goed is aangesloten op een werkende voedingsadapter. Zie
Elektrische specificaties voor spanningsvereisten.
De printer maakt onverwachte geluiden
U hoort wellicht enkele onverwachte geluiden uit de printer. Dit zijn
onderhoudsgeluiden wanneer de printer automatische onderhoudsfuncties uitvoert om
de printkoppen in goede staat te houden.
Opmerking Om mogelijke schade aan uw printer te voorkomen:
Schakel de printer nooit uit als er onderhoud wordt uitgevoerd. Als u de printer
uitschakelt, wacht dan totdat de printer volledig is gestopt voordat u deze
uitschakelt met de knop (Aan/uit). Zie De printer uitschakelen voor meer
informatie.
Ga na of alle inktcartridges zijn geplaatst. Als een van de inktcartridges ontbreekt,
voert de printer extra onderhoud uit om de printkoppen te beschermen.
Het uitlijnen is mislukt
Als het uitlijningsproces mislukt, zorg er dan voor dat u ongebruikt, gewoon wit papier
in de invoerlade hebt geplaatst. De uitlijning mislukt wanneer u gekleurd papier in de
invoerlade hebt geplaatst.
Indien het uitlijningsproces herhaaldelijk mislukt, moet u mogelijk de printkop reinigen.
Zie De printkop reinigen om de printkop te reinigen.
Neem contact op met HP-ondersteuning als het probleem niet is opgelost door het
reinigen van de printkop. Ga naar www.hp.com/go/customercare. Deze website biedt
informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen kunt
verhelpen. Selecteer uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op
Neem contact op met HP voor informatie over het aanvragen van technische
ondersteuning.
Hoofdstuk 8
88 Een probleem oplossen

De printer reageert niet (er wordt niets afgedrukt)
Er zitten printtaken vast in de afdrukwachtrij
Open de afdrukwachtrij, annulleer alle documenten, en start vervolgens de computer
opnieuw op. Probeer te printen nadat de computer opnieuw is opgestart. Zie het Help-
systeem voor het besturingssysteem voor meer informatie.
De printerinstellingen controleren
Zie Algemene tips en bronnen voor het oplossen van problemen voor meer informatie.
De installatie van de HP-software controleren
Als de printer uit staat terwijl u afdrukt, moet een waarschuwing verschijnen op uw
computerscherm; als dit niet het geval is, is de bij de printer geleverde HP-software
mogelijk niet goed geïnstalleerd. U kunt dit oplossen door de HP-software volledig van
uw computer te verwijderen en de HP-software vervolgens opnieuw te installeren. Zie
Verwijder de HP-software volledig en installeer deze opnieuw voor meer informatie.
Controleer de kabelaansluitingen
• Controleer of beide uiteinden van de USB-kabel stevig zijn aangesloten.
• Als de printer is aangesloten op een netwerk, controleert u het volgende:
◦Controleer of het verbindingslampje aan de achterzijde van de printer brandt.
◦Controleer of u geen telefoonkabel hebt gebruikt voor het aansluiten van de
printer.
Kijk na of er individuele firewall op de computer is geïnstalleerd
De individuele firewallsoftware is een beveiligingstoepassing die de computer
beschermt tegen indringers. De firewall kan echter ook communicatie tussen de
computer en de printer blokkeren. Als er problemen zijn bij de communicatie met de
printer, kunt u proberen de firewall tijdelijk uit te schakelen. Als het probleem zich blijft
voordoen, worden de communicatieproblemen niet door de firewall veroorzaakt.
Schakel de firewall weer in.
De printer drukt langzaam af
Probeer de volgende oplossingen als de printer heel traag afdrukt.
•Oplossing 1: De afdrukkwaliteit lager instellen
•Oplossing 2: De inktniveaus controleren
•Oplossing 3: Contact opnemen met HP-ondersteuning
Oplossing 1: De afdrukkwaliteit lager instellen
Oplossing: Controleer de ingestelde afdrukkwaliteit. Beste en Maximum dpi
bieden de beste kwaliteit maar zijn langzamer dan Normaal of Snel. Snel biedt de
hoogste afdruksnelheid.
Oorzaak: De instelling voor de afdrukkwaliteit was te hoog ingesteld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Printerproblemen oplossen 89

Oplossing 2: De inktniveaus controleren
Oplossing: Het inktniveau van de inktcartridges controleren.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Als u een melding over een laag
inktniveau krijgt, legt u alvast een vervangende cartridge klaar om eventuele
afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de inktcartridges niet te vervangen
voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Let op Wacht tot u een nieuwe inktcartridge beschikbaar hebt voordat u de
oude inktcartridge verwijdert. Laat de inktcartridge niet voor een langere
periode buiten de printer. Dit kan leiden tot beschadiging van de zowel de
printer als de inktcartridge.
Meer informatie vindt u in:
De geschatte inktniveaus bekijken
Oorzaak: Mogelijk zit er onvoldoende inkt in de inktcartridges. De printer werkt
trager als een of meer inktcartridges leeg zijn.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: Contact opnemen met HP-ondersteuning
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Ga naar: www.hp.com/go/customercare. Deze website biedt informatie en
hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen.
Kies wanneer hierom wordt gevraagd uw land/regio en klik vervolgens op Neem
contact op met HP als u contact wilt opnemen met de technische ondersteuning.
Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met de printer.
Blanco pagina of pagina wordt slechts gedeeltelijk afgedrukt
De printkop reinigen
Voer de reinigingsprocedure voor de printkop volledig uit. De printkop moet mogelijk
worden gereinigd als de printer verkeerd werd uitgeschakeld.
Opmerking Als u de printer niet op de juiste manier uitschakelt, kan dit problemen
met de afdrukkwaliteit veroorzaken, zoals lege of slechts gedeeltelijk bedrukte
pagina's. Door de printkoppen te reinigen kunt u deze problemen oplossen. U kunt
dit probleem echter voorkomen door de printer op de juiste manier uit te schakelen.
Schakel de printer altijd uit door op (Aan/uit) op de printer te drukken. Wacht tot
het lampje van de (Aan/uit) uitgaat voor u de stekker uit het stopcontact trekt of
de schakelaar omzet.
Hoofdstuk 8
90 Een probleem oplossen

Controleer de materiaalinstellingen
• Controleer of u in het printerstuurprogramma de juiste instellingen voor
afdrukkwaliteit hebt geselecteerd voor het afdrukmateriaal in de laden.
• Controleer of de paginabreedte in het printerstuurprogramma overeenkomt met de
breedte van het afdrukmateriaal in de lade.
Er wordt meer dan een pagina genomen
Zie Problemen met de papieraanvoer oplossen voor meer informatie over het oplossen
van problemen met de papiertoevoer.
Het bestand bevat een blanco pagina
Controleer het bestand om na te gaan of het geen blanco pagina bevat.
De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten
De pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit evalueren
Aan de hand van deze pagina kunt u bepalen of u bepaalde onderhoudsservices moet
uitvoeren om de afdrukkwaliteit te verbeteren. Zie Druk een afdrukkwaliteitsrapport af
en kijk na of deze goed is voor meer informatie.
Controleer de marge-instellingen
Zorg dat de marges van het document binnen het afdrukgebied van de printer vallen.
Zie Minimummarges instellen voor meer informatie.
Controleer de kleurinstellingen
Controleer of Afdrukken in grijstinten niet is geselecteerd in het
printerstuurprogramma.
Controleer de locatie van de printer en de lengte van de USB-kabel
Hoge elektromagnetische velden (zoals velden gegenereerd door USB-kabels) kunnen
soms lichte vervormingen op afdrukken veroorzaken. Plaats de printer verder weg van
de bron van de elektromagnetische velden. Het wordt ook aanbevolen om een USB-
kabel te gebruiken die korter is dan 3 meter om de effecten van de elektromagnetische
velden te minimaliseren.
Controleer het papierformaat
Zorg ervoor dat het geselecteerde papierformaat overeenkomt met het papierformaat
dat in de printer is geplaatst.
De plaatsing van de tekst of de afbeeldingen is verkeerd
Controleer de manier waarop het papier is geplaatst
Controleer of de breedte- en lengtegeleiders goed tegen de randen van het
afdrukmateriaal zijn geschoven en of niet te veel afdrukmateriaal in de lade is
geplaatst. Zie Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
Printerproblemen oplossen 91

Het is raadzaam om originele HP-inktcartridges te gebruiken. Originele HP-
inktcartridges zijn ontworpen en getest met HP-printers, zodat u telkens weer
schitterende resultaten kunt bereiken.
Opmerking HP kan de kwaliteit of betrouwbaarheid van materiaal dat niet van
HP is, niet garanderen. Onderhoud of reparaties van de printer als gevolg van
het gebruik van benodigdheden van andere fabrikanten dan HP, vallen niet
onder de garantie.
Als u meent dat u originele HP-inktcartridge hebt aangeschaft, gaat u naar:
www.hp.com/go/anticounterfeit
Oorzaak: Er werden inktcartridges gebruikt die niet van HP zijn.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: De inktniveaus controleren
Oplossing: Het inktniveau van de inktcartridges controleren.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing
voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge
klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de
inktcartridges niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Let op Wacht tot u een nieuwe inktcartridge beschikbaar hebt voordat u de
oude inktcartridge verwijdert. Laat de inktcartridge niet voor een langere
periode buiten de printer. Dit kan leiden tot beschadiging van de zowel de
printer als de inktcartridge.
Meer informatie vindt u in:
De geschatte inktniveaus bekijken
Oorzaak: Mogelijk zit er onvoldoende inkt in de inktcartridges.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: Controleer het papier dat in de invoerlade zit
Oplossing: Zorg ervoor dat het papier correct is geladen en dat het niet gekreukt
of te dik is.
• Plaats papier met de afdrukzijde naar beneden. Als u bijvoorbeeld glanzend
fotopapier plaatst, plaatst u het papier met de glanzende zijde naar beneden.
• Zorg ervoor dat het papier vlak in de invoerlade ligt en niet gekreukt is. Als het
papier tijdens het afdrukken te dicht bij de printkop komt, kunnen er vegen
ontstaan. Dit is mogelijk bij papier met reliëf, gekreukt papier of erg dik papier
(zoals een envelop voor mailingen).
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmateriaal laden
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 93

Oorzaak: Het papier was verkeerd geplaatst, of het was gekreukt of te dik.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: Controleer de papiersoort
Oplossing: HP raadt u aan HP-papier te gebruiken of om het even welke andere
papiersoort die geschikt is voor de printer. Al het papier met het ColorLok-logo is
onafhankelijk getest om aan de hoogste standaarden van betrouwbaarheid en
afdrukkwaliteit te voldoen, en documenten te produceren met heldere kleuren,
scherper zwart en die sneller drogen dan normaal eenvoudig papier.
Zorg er altijd voor dat het papier waarop u afdrukt plat ligt. Gebruik
HP Geavanceerd fotopapier voor afdrukken met het beste resultaat.
Bewaar speciale afdrukmaterialen in de oorspronkelijke verpakking of in een
hersluitbare plastic zak op een vlakke ondergrond op een koele, droge plaats. Als u
gaat afdrukken, haalt u alleen het papier eruit dat u onmiddellijk wilt gebruiken.
Stop al het papier dat u niet hebt gebruikt terug in de plastic zak wanneer u klaar
bent met afdrukken. Hierdoor krult het fotopapier niet.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmedia selecteren
Oorzaak: Er werd verkeerd papier geplaatst in de invoerlade.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 5: Controleer de afdrukinstellingen
Oplossing: Controleer de afdrukinstellingen.
• Controleer de afdrukinstellingen om te zien of de kleurinstellingen juist zijn.
U kunt bijvoorbeeld controleren of het document is ingesteld om in grijswaarden
te worden afgedrukt. Of controleer of geavanceerde kleurinstellingen zoals
verzadiging, helderheid of kleurschakering zijn ingesteld om de weergave van
kleuren te wijzigen.
• Controleer de instelling Afdrukkwaliteit zodat deze overeenkomt met de
papiersoort in de printer.
Mogelijk moet u een lagere instelling kiezen voor de afdrukkwaliteit als de
kleuren in elkaar overlopen. Of kies een hogere instelling als u een
kwaliteitsfoto afdrukt, en zorg ervoor dat fotopapier zoals HP Geavanceerd
fotopapier in de invoerlade is geplaatst.
Opmerking Op bepaalde computerschermen kunnen kleuren anders worden
weergegeven dan wanneer ze worden afgedrukt op papier. In dat geval is er
niets mis met de printer, de afdrukinstellingen of de inktcartridges. U hoeft
verder geen probleem op te lossen.
Meer informatie vindt u in:
Afdrukmedia selecteren
Oorzaak: De afdrukinstellingen waren niet goed.
Hoofdstuk 8
94 Een probleem oplossen

Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 6: Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is
Oplossing: Een diagnosepagina afdrukkwaliteit kan u helpen om na te gaan of
het afdruksysteem correct werkt. Zie Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na
of deze goed is voor meer informatie.
Oorzaak: Problemen met de afdrukkwaliteit kunnen vele oorzaken hebben:
software-instellingen, een afbeelding van slechte kwaliteit, of het printsysteem zelf.
Oplossing 7: Contact opnemen met HP-ondersteuning
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Ga naar: www.hp.com/go/customercare. Deze website biedt informatie en
hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen.
Kies wanneer hierom wordt gevraagd uw land/regio en klik vervolgens op Neem
contact op met HP als u contact wilt opnemen met de technische ondersteuning.
Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met de printer.
Problemen met de papieraanvoer oplossen
Tip Ga naar de HP-website voor online ondersteuning op www.hp.com/go/
customercare voor informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende
printerproblemen kunt verhelpen.
Het papier is niet geschikt voor de printer of voor de lade
Gebruik alleen afdrukmateriaal dat wordt ondersteund door de printer en de gebruikte
lade. Zie Mediaspecificaties voor meer informatie.
Afdrukmateriaal wordt niet uit de invoerlade opgenomen
• Zorg ervoor dat er afdrukmateriaal in de lade is geplaatst. Zie Afdrukmateriaal
laden voor meer informatie. Wapper met het afdrukmateriaal voordat u het in de
lade plaatst.
• Controleer of de papiergeleiders op de correcte markeringen in de lade zijn
ingesteld voor de materiaalsoort die u gebruikt. Controleer ook of de geleiders
goed, maar niet te stevig tegen de stapel rusten.
• Kijk na of het materiaal niet geklemd zit in de lade. Maak het papier weer recht
door het in de tegenovergestelde richting van de krul te buigen.
Problemen met de papieraanvoer oplossen 95

Er kwam geen kopie uit
•Controleer de voeding
Controleer of het netsnoer goed is verbonden en dat de printer aanstaat.
•Controleer de status van de printer
◦De printer is mogelijk bezig met een andere taak. Controleer het scherm van
het bedieningspaneel voor informatie over de status van taken. Wacht tot
iedere lopende taak is voltooid.
◦De printer is mogelijk vastgelopen. Controleer op papierstoringen. Zie
Papierstoringen oplossen.
•Controleer de lades
Zorg dat er afdrukmateriaal is geplaatst. Zie Afdrukmateriaal laden voor meer
informatie.
Kopieën niet bedrukt
•Controleer het afdrukmateriaal
Controleer of de materiaalsoort in de printerlade overeenkomt met de
documentinstellingen. Wanneer u bijvoorbeeld een document in Letter-formaat
wenst af te drukken, maar A4-papier in de lade hebt geplaatst, voert de printer
mogelijk een blanco pagina uit. Zie Mediaspecificaties voor de
afdrukmateriaaltypes die door HP worden ondersteund.
•Controleer de instellingen
Het contrast is mogelijk te licht ingesteld. Druk in het Startscherm van het
bedieningspaneel van de printer op de knop rechts van Kopiëren. Druk op de knop
(Instellen), blader naar en selecteer Lichter/Donkerder en gebruik vervolgens
de pijltjestoetsen om donkerdere kopieën te maken.
•Controleer de lades
Indien u kopieert vanaf de automatische documentinvoer, moet u ervoor zorgen dat
de originelen correct werden geplaatst. Zie Een origineel laden in de automatische
documentinvoer (ADF) voor meer informatie.
Grootte verkleind
• De functie verkleinen/vergroten en andere kopieerfuncties kunnen worden
ingesteld vanaf het bedieningspaneel van de printer om de gescande afbeelding te
verkleinen. Controleer de instellingen voor de kopieertaak om zeker te zijn dat ze
van normaal formaat zijn.
• Wanneer u een Windows-computer gebruikt, kan in de HP-software-instellingen
zijn vastgelegd dat het gescande beeld moet worden verkleind. Wijzig indien nodig
de instellingen.
Problemen oplossen bij het kopiëren 97

Kopieerkwaliteit is slecht
Stappen waarmee u de kopieerkwaliteit kunt verbeteren
• Gebruik goede originelen. De nauwkeurigheid van de kopie is afhankelijk van de
kwaliteit en het formaat van het origineel. Gebruik het scherm Kopiëren om de
helderheid van de kopie bij te stellen. Indien het origineel te licht is, kan de kopie dit
mogelijk niet compenseren, zelfs wanneer u het contrast bijstelt.
• Plaats het afdrukmateriaal op de juiste manier. Als het materiaal niet goed is
geladen, kan dit scheef trekken, waardoor de afbeeldingen onduidelijk worden. Zie
Mediaspecificaties voor meer informatie.
• Gebruik of maak een documenthouder om uw originelen te beschermen.
Controleer de printer
• Mogelijk is de scannerklep niet goed dicht.
• De glasplaat of de klep van de scanner moeten misschien worden gereinigd. Zie
Reinig de scanplaat en de binnenkant van het deksel voor meer informatie.
• De automatische documentinvoer (ADF) dient mogelijk te worden gereinigd. Zie De
ADF reinigen voor meer informatie.
Controleer de instellingen
De kwaliteitinstelling Snel (die instaat voor kopieën van een draft-kwaliteit) is mogelijk
verantwoordelijk voor vage kopieën of voor het niet afdrukken van documenten. Wijzig
de instelling naar Normaal of Best.
Druk een Diagnostiekpagina Afdrukkwaliteit af en volg de instructie op het scherm om
problemen met slechte kopieerkwaliteit op te lossen. Zie Druk een
afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is voor meer informatie.
•Verticale witte of vage strepen
Het afdrukmateriaal voldoet misschien niet aan de specificaties van Hewlett-
Packard (het materiaal is bijvoorbeeld te vochtig of te ruw). Zie Mediaspecificaties
voor meer informatie.
•Te licht of te donker
Probeer de instellingen voor het contrast en de kopieerkwaliteit aan te passen.
•Ongewenste lijnen
De glasplaat van de scanner, de binnenkant van de klep of het kader moeten
misschien worden gereinigd. Zie Onderhoud aan de printer uitvoeren voor meer
informatie.
•Zwarte punten of strepen
Er zit mogelijk inkt, lijm, correctievloeistof of een ongewenste stof op de glasplaat
van de scanner of de binnenkant van de klep. Probeer de printer te reinigen. Zie
Onderhoud aan de printer uitvoeren voor meer informatie.
•Kopie is schuin of scheef
Als u de ADF gebruikt, controleert u het volgende:
◦Zorg ervoor dat de ADF-invoerlade niet te vol zit.
◦Zorg ervoor dat de breedteregelaars stevig tegen de randen van het papier
aanzit.
Zie Een origineel laden in de automatische documentinvoer (ADF) voor meer
informatie.
Hoofdstuk 8
98 Een probleem oplossen

•Onduidelijke tekst
◦Probeer de instellingen voor het contrast en de kopieerkwaliteit aan te passen.
◦De standaardinstelling voor verbetering is mogelijk niet geschikt voor de taak.
Controleer de instelling en wijzig ze desgevallend om tekst of foto's te
verbeteren. Zie Kopieerinstellingen wijzigen voor meer informatie.
•onvolledige uitvulling van tekst of afbeeldingen
Probeer de instellingen voor het contrast en de kopieerkwaliteit aan te passen.
•Grote, zwarte lettertypen zien er vlekkerig uit.
De standaardinstelling voor verbetering is mogelijk niet geschikt voor de taak.
Controleer de instelling en wijzig ze desgevallend om tekst of foto's te verbeteren.
Zie Kopieerinstellingen wijzigen voor meer informatie.
•Horizontale korrelige of witte strepen in lichtgrijze of grijze gebieden.
De standaardinstelling voor verbetering is mogelijk niet geschikt voor de taak.
Controleer de instelling en wijzig ze desgevallend om tekst of foto's te verbeteren.
Zie Kopieerinstellingen wijzigen voor meer informatie.
De printer drukt een half blad af en werpt het papier dan uit
Controleer de inktcartridges
Ga na of de juiste inktcartridges zijn geplaatst en of de inktcartridges nog voldoende
inkt bevatten. Zie Hulpprogramma's printerbeheer en Het printerstatusrapport begrijpen
voor meer informatie.
HP kan de kwaliteit van inktcartridges die niet van HP zijn niet garanderen.
Papierconflict
Controleer de instellingen
Controleer of het papierformaat en -type van het geladen afdrukmateriaal
overeenkomen met de instellingen op het bedieningspaneel.
Scanproblemen oplossen
Tip Ga naar de HP-website voor online ondersteuning op www.hp.com/go/
customercare voor informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende
printerproblemen kunt verhelpen.
•Scanner reageerde niet
•Scannen duurt te lang
•Een deel van het document werd niet gescand of er is tekst verdwenen
•Tekst kan niet worden bewerkt
•Er verschijnen foutberichten
•Beeldkwaliteit van de gescande afbeelding is matig
•Er verschijnen defecten in de scans
Scanproblemen oplossen 99

Scanner reageerde niet
•Controleer het origineel
Zorg ervoor dat het origineel goed is geladen. Zie Een origineel op de glasplaat van
de scanner plaatsen of Een origineel laden in de automatische documentinvoer
(ADF) voor meer informatie.
•Controleer de printer
De printer start mogelijk op uit de Slaapstand na een periode inactiviteit, waardoor
de verwerking tijdelijk wordt vertraagd. Wacht tot de printer het beginscherm
weergeeft.
•De HP-software controleren
Controleer of de HP-software die bij de printer is geleverd goed is geïnstalleerd.
Indien de printer is verbonden met een netwerk en u kunt niet scannen van het
bedieningspaneel naar een Windows-computer, controleer dan of scannen in de
HP-software is ingeschakeld. Klik vanuit het bureaublad van de computer op Start,
selecteer Programma's of Alle programma's, selecteer de map voor uw HP-
printer en selecteer vervolgens uw printer. Selecteer Afdrukken, Scannen &
Faxen, en vervolgens Scannen naar computer beheren onder Scannen.
Opmerking Op de computer verloopt het scannen als een proces op de
achtergrond. Indien u niet van plan bent veel te scannen, schakel deze functie
dan uit.
Scannen duurt te lang
Controleer de instellingen
◦Indien u de resolutie te hoog hebt ingesteld, duurt het scannen langer en is het
bestand veel groter. Gebruik voor goede resultaten een resolutie die niet hoger is
dan nodig. U kunt de resolutie lager instellen om sneller te scannen.
◦Indien u een beeld verwerft via TWAIN, kunt u de instellingen zo aanpassen dat het
origineel in zwart/wit wordt ingescand. Volg de help op het scherm van de TWAIN-
programma voor meer informatie.
Hoofdstuk 8
100 Een probleem oplossen

Een deel van het document werd niet gescand of er is tekst verdwenen
•Controleer het origineel
◦Zorg ervoor dat het origineel goed is geplaatst. Zie Een origineel op de
glasplaat van de scanner plaatsen of Een origineel laden in de automatische
documentinvoer (ADF) voor meer informatie.
◦Als het document vanaf de ADF is gescand, moet u proberen het document
rechtstreeks van de glasplaat van de scanner te scannen. Zie Een origineel op
de glasplaat van de scanner plaatsen voor meer informatie.
◦De afbeeldingen op de voorgrond kunnen te veel opgaan in een gekleurde
achtergrond. Probeer de instellingen aan te passen voor u het origineel scant,
of probeer het beeld na het scannen bij te werken.
•Controleer de instellingen
◦Controleer of het aangegeven scanformaat in de HP-scansoftware groot
genoeg is voor het ingescande origineel.
◦Als u de HP-printersoftware gebruikt, zijn de standaardinstellingen in de HP-
printersoftware mogelijk automatisch ingesteld om een andere specifieke taak
uit te voeren dan die u wilt uitvoeren. Zie de Help op het scherm voor de HP-
printersoftware over het wijzigen van de eigenschappen.
Tekst kan niet worden bewerkt
• Zorg ervoor dat de OCR werd geïnstalleerd:
◦Zorg ervoor dat de OCR werd geïnstalleerd:
Windows: Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer
Programma's of Alle Programma's, klik op HP, selecteer uw printernaam en
klik op Printerinstellingen & Software. Klik op Meer software toevoegen, en
vervolgens op Softwareselecties aanpassen, en zorg ervoor dat de optie
OCR is geselecteerd.
Mac OS X:Als u de HP-software hebt geïnstalleerd met de Minimum
installatieoptie, kan de OCR-software niet zijn geïnstalleerd. Om deze software
te installeren, plaatst u de HP software-cd in de computer, dubbelklik op het
HP-installatiepictogram op de software-cd en als het wordt gevraagd, selecteert
u de optie HP Aanbevolen software.
◦Wanneer u het origineel scant, moet u ervoor zorgen dat u een documenttype
selecteert dat bewerkbare tekst aanmaakt. Als tekst als afbeelding werd
geclassificeerd, wordt deze niet in tekst omgezet.
Scanproblemen oplossen 101

◦Indien u een afzonderlijk OCR-programma (optical character recognition)
gebruikt, kunt u dit verbinden met een tekstverwerker die geen OCR-taken
uitvoert. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie bij het OCR-
programma.
◦Zorg ervoor dat u een OCR-taal hebt geselecteerd die overeenkomt met de taal
die u hebt gebruikt voor het document dat u scant. Raadpleeg voor meer
informatie de documentatie bij het OCR-programma.
•Controleer de originelen
◦Wanneer u documenten scant als bewerkbare tekst vanuit de ADF, moet het
origineel in de ADF worden geplaatst met de bovenrand naar voren en de te
scannen tekst naar boven. Wanneer u scant vanaf de glasplaat van de
scanner, moet het origineel op de glasplaat worden geplaatst met de
bovenrand naar de rechterkant van de glasplaat. Zorg er ook voor dat het
document niet scheef komt te liggen. Zie Een origineel op de glasplaat van de
scanner plaatsen of Een origineel laden in de automatische documentinvoer
(ADF) voor meer informatie.
◦De software herkent mogelijk geen tekst die dicht op elkaar staat. Hierdoor
kunnen in de tekst die door het OCR-programma is omgezet, tekens ontbreken
of tekens worden gecombineerd. De combinatie van de tekens "rn" kan dan
bijvoorbeeld worden weergegeven als "m".
◦De nauwkeurigheid van de software is afhankelijk van de beeldkwaliteit,
tekstgrootte en structuur van het origineel en de scankwaliteit zelf. Zorg ervoor
dat uw origineel goede beeldkwaliteit heeft.
◦De afbeeldingen op de voorgrond kunnen te veel opgaan in een gekleurde
achtergrond.
Er verschijnen foutberichten
•De TWAIN-bron kan niet worden geactiveerd of Er is een fout opgetreden
tijdens het ophalen van de afbeelding
◦Indien u een afbeelding van een ander toestel ophaalt, zoals een andere
scanner, controleer dan of het andere toestel werkt met TWAIN. Toestellen die
niet werken met TWAIN, werken ook niet met de HP-software die bij de printer
is geleverd.
◦Als u een USB-aansluiting gebruikt, zorg er dan voor dat de USB-kabel van het
apparaat op de juiste poort op de achterkant van de computer is aangesloten.
◦Controleer of de juiste TWAIN-bron is geselecteerd. Controleer de TWAIN-bron
in de HP-software door Scanner selecteren te kiezen in het menu Bestand.
Opmerking De HP-scansoftware biedt geen ondersteuning voor scannen via
TWAIN en WIA op computers die werken met Mac OS X.
•Plaats het document opnieuw en start de taak opnieuw
Raak de knop rechts van OK aan op het bedieningspaneel van de printer en plaats
de resterende documenten opnieuw in de ADF. Zie Een origineel laden in de
automatische documentinvoer (ADF) voor meer informatie.
Hoofdstuk 8
102 Een probleem oplossen

Beeldkwaliteit van de gescande afbeelding is matig
Het origineel is een kopie van een foto of afbeelding
Opnieuw afgedrukte foto's, zoals in kranten of weekbladen, worden afgedrukt met
kleine inktpuntjes die een interpretatie mogelijk maken van de originele foto. Dit
verlaagt de kwaliteit echter. Dikwijls vormen deze inktpunten ongewenste patronen die
worden gedetecteerd wanneer het beeld wordt ingescand of afgedrukt of wanneer het
beeld op een scherm verschijnt. Indien onderstaande suggesties het probleem niet
oplossen, moet u mogelijk op zoek gaan naar een beter origineel.
◦Om deze patronen te verwijderen, kunt u proberen de afbeelding na het scannen te
verkleinen.
◦Druk de gescande afbeelding af om te zien of de kwaliteit is verbeterd.
◦Zorg ervoor dat de instellingen voor resolutie en kleur juist zijn voor het type
scantaak.
◦Voor de beste resultaten kunt u beter scannen met de scannerglasplaat dan met
de ADF.
Teksten of afbeeldingen aan de achterzijde van een tweezijdig bedrukt origineel
verschijnen op de scan
Tweezijdige originelen kunnen tekst of afbeeldingen van de achterzijde naar de scan
"lekken" als de originelen op te dun of te transparant papier zijn afgedrukt.
Het ingescande beeld is verschoven
Mogelijk is het origineel niet goed geplaatst. Gebruik steeds de papiergeleiders
wanneer u de originelen in de ADF plaatst. Zie Een origineel laden in de automatische
documentinvoer (ADF) voor meer informatie.
Voor de beste resultaten kunt u beter scannen met de scannerglasplaat dan met de
ADF.
Is de kwaliteit van de afbeelding beter als deze wordt afgedrukt
De afbeelding die op het scherm verschijnt, is niet altijd een accurate weergave van de
kwaliteit van de scan.
◦Probeer de instellingen van uw monitor aan te passen zodat meer kleuren (of
grijswaarden) worden weergegeven. Op Windows-computers wordt deze
aanpassing gewoonlijk uitgevoerd door Beeldscherm te selecteren in het
configuratiescherm.
◦Probeer de instellingen voor resolutie en kleuren aan te passen.
Het ingescande beeld vertoont vlekken, lijnen, verticale witte strepen of andere
problemen
◦Als de glasplaat van de scanner vuil is, heeft de resulterende afbeelding niet de
optimale helderheid. Zie Onderhoud aan de printer uitvoeren voor instructies over
het reinigen.
◦Mogelijk komen de defecten voor op het origineel en werden ze niet geproduceerd
door het scannen.
De afbeelding ziet er anders uit dan het origineel
Scan op een hogere resolutie.
Opmerking Scannen op een hogere resolutie kan lang duren en neemt veel
ruimte op uw computer in beslag.
Scanproblemen oplossen 103

Stappen waarmee u de scankwaliteit kunt verbeteren
◦Scant met het glas in plaats van met de ADF.
◦Plaats het afdrukmateriaal op de juiste manier. Als het papier niet goed op de
glasplaat is geplaatst, kan dit scheeftrekken, wat onduidelijke afbeeldingen
oplevert. Zie Een origineel op de glasplaat van de scanner plaatsen voor meer
informatie.
◦Pas de instellingen in de HP-software aan op basis van de manier waarop u de
gescande pagina wilt gebruiken.
◦Gebruik of maak een documenthouder om uw originelen te beschermen.
◦Reinig de glasplaat van de scanner. Zie Reinig de scanplaat en de binnenkant van
het deksel voor meer informatie.
Er verschijnen defecten in de scans
•Blanco pagina's
Zorg ervoor dat het origineel goed is geplaatst. Plaats het originele document met
de bedrukte zijde naar beneden op de flatbedscanner en met de linkerbovenhoek
van het document in de rechterbenedenhoek van de glasplaat van de scanner.
•Te licht of te donker
◦Probeer de instellingen aan te passen. Zorg ervoor dat u de juiste instellingen
gebruikt voor resolutie en kleuren.
◦De originele afbeelding kan zeer licht of donker zijn, of kan op gekleurd papier
gedrukt zijn.
•Ongewenste lijnen, zwarte punten of strepen
◦Er zit mogelijk inkt, lijm, correctievloeistof of een andere ongewenste stof op de
glasplaat van de scanner. de glasplaat is mogelijk vuil of bekrast; of de
binnenkant van de klep kan vuil zijn. Probeer het probleem te verhelpen door
de glasplaat van de scanner en de binnenkant van het deksel te reinigen. Zie
Onderhoud aan de printer uitvoeren voor meer informatie. Als reinigen het
probleem niet oplost, is het mogelijk dat de glasplaat van de scanner of de
binnenkant van de klep moeten worden vervangen.
◦Mogelijk komen de defecten voor op het origineel en werden ze niet
geproduceerd door het scannen.
•Onduidelijke tekst
Probeer de instellingen aan te passen. Zorg ervoor dat de instellingen voor
resolutie en kleuren correct zijn.
•Grootte verkleind
De HP-software kan zijn ingesteld om de gescande afbeelding te verkleinen.
Raadpleeg de Help van de HP-printersoftware voor meer informatie over het
wijzigen van de instellingen.
Faxproblemen oplossen
Dit gedeelte bevat informatie over het oplossen van problemen met de faxinstallatie
voor de printer. Indien de printer niet goed is geïnstalleerd voor faxen, ondervindt u
mogelijk problemen bij het verzenden en/of ontvangen van faxen.
Hoofdstuk 8
104 Een probleem oplossen

andere uiteinde op de telefoonaansluiting, zoals in de afbeelding is
aangegeven.
1
2
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-
LINE-poort
Als het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd niet lang genoeg is, kunt u
een verdeelstekker gebruiken en het snoer verlengen. U kunt een dergelijke
verdeelstekker kopen in een elektronicawinkel die telefoonaccessoires
verkoopt. Daarnaast hebt u een ander telefoonsnoer nodig. Hiervoor kunt u een
standaardtelefoonsnoer gebruiken, als u dat al in huis hebt.
• Controleer de verbinding tussen de wandcontactdoos voor de telefoon en de
printer en zorg ervoor dat het telefoonsnoer correct is bevestigd.
• Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd. Als u het
meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de
telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden
of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij de printer geleverde
telefoonsnoer hebt aangesloten.
• Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is
een verdeelstekker die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de
wand.) Probeer de problemen op te lossen door de splitter te verwijderen en de
printer rechtstreeks op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten.
Faxproblemen oplossen 109

De faxlijnconditietest is mislukt
Oplossing:
• Zorg ervoor dat u de printer aansluit op een analoge telefoonlijn. Anders kunt u
geen faxen verzenden of ontvangen. Als u wilt controleren of uw telefoonlijn
digitaal is, sluit u een gewone analoge telefoon aan op de lijn en luistert u naar
de kiestoon. Als u geen normale kiestoon hoort, is de telefoonlijn mogelijk
bedoeld voor digitale telefoons. Sluit de printer aan op een analoge telefoonlijn
en probeer een fax te verzenden of ontvangen.
• Controleer de verbinding tussen de wandcontactdoos voor de telefoon en de
printer en zorg ervoor dat het telefoonsnoer correct is bevestigd.
• Zorg ervoor dat de printer goed is aangesloten op de telefoonaansluiting. Sluit
het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de
telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan
de achterkant van de printer.
• Andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als de printer,
kan ervoor zorgen dat de test mislukt. Koppel alles los van de telefoonlijn en
voer de test nogmaals uit. Zo kunt u controleren of het probleem wordt
veroorzaakt door andere apparatuur.
◦Als de Faxlijnconditietest zonder de andere apparatuur wel slaagt,
worden de problemen veroorzaakt door een of meer andere apparaten.
Voeg de apparaten een voor een toe en voer na elk toegevoegd onderdeel
de test uit, totdat u kunt vaststellen welk apparaat het probleem
veroorzaakt.
◦Als de Faxlijnconditietest niet slaagt als de andere apparatuur is
losgekoppeld, sluit u de printer aan op een werkende telefoonlijn en zoekt u
verder in de informatie over het oplossen van problemen in dit deel.
• Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is
een verdeelstekker die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de
wand.) Probeer de problemen op te lossen door de splitter te verwijderen en de
printer rechtstreeks op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten.
• Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd. Als u het
meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de
telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden
of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij de printer geleverde
telefoonsnoer hebt aangesloten.
Nadat u de gevonden problemen hebt opgelost, voert u de faxtest nogmaals uit om
te controleren of de test slaagt en de printer gereed is om te faxen. Als de test
Toestand faxlijn blijft mislukken en er problemen blijven met faxen, vraagt u de
telefoonmaatschappij om uw telefoonlijn te controleren.
Op het scherm wordt altijd Telefoon van haak weergegeven
Oplossing: U gebruikt het verkeerde type snoer. Zorg dat u het snoer gebruikt
dat bij de printer werd geleverd om de printer aan te sluiten op de telefoonlijn. Als
het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd niet lang genoeg is, kunt u een
verdeelstekker gebruiken en het snoer verlengen. U kunt een dergelijke
verdeelstekker kopen in een elektronicawinkel die telefoonaccessoires verkoopt.
Faxproblemen oplossen 111

Daarnaast hebt u een ander telefoonsnoer nodig. Hiervoor kunt u een
standaardtelefoonsnoer gebruiken, als u dat al in huis hebt.
Oplossing: Mogelijk is er andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde
telefoonlijn als de printer. Zorg dat extensietoestellen (telefoontoestellen op
dezelfde telefoonlijn, maar niet aangesloten op de printer) of andere apparatuur
van de haak liggen of niet in gebruik zijn. U kunt de printer bijvoorbeeld niet
gebruiken om te faxen als de hoorn van een telefoontoestel dat gebruik maakt van
dezelfde telefoonlijn van de haak is, of als u de computermodem gebruikt om te e-
mailen of te surfen op internet.
De printer ondervindt problemen bij het verzenden en ontvangen van faxen
Oplossing: Controleer of de printer aanstaat. Bekijk het scherm van de printer.
Als het scherm leeg is en de knop (Aan/uit) niet brandt, is de printer
uitgeschakeld. Zorg dat het netsnoer stevig is aangesloten op de printer en een
stopcontact. Druk op de knop (Aan/uit) om de printer aan te zetten.
Nadat u de printer hebt ingeschakeld, raadt HP u aan vijf minuten te wachten
voordat u een fax verzendt of ontvangt. De printer kan geen faxen verzenden of
ontvangen tijdens het initialisatieproces dat wordt uitgevoerd wanneer het apparaat
wordt ingeschakeld.
Oplossing: Als Faxen naar pc of Faxen naar Mac is ingeschakeld, kunt u
mogelijk geen faxen verzenden of ontvangen als het faxgeheugen vol is (beperkt
door printergeheugen).
Oplossing:
• Controleer of u het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd voor de
telefoonaansluiting hebt gebruikt. Het ene uiteinde van het telefoonsnoer moet
worden aangesloten op de poort 1-LINE op de achterkant van de printer en het
Hoofdstuk 8
112 Een probleem oplossen

andere uiteinde op de telefoonaansluiting, zoals in de afbeelding is
aangegeven.
1
2
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-
LINE-poort
Als het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd niet lang genoeg is, kunt u
een verdeelstekker gebruiken en het snoer verlengen. U kunt een dergelijke
verdeelstekker kopen in een elektronicawinkel die telefoonaccessoires
verkoopt. Daarnaast hebt u een ander telefoonsnoer nodig. Hiervoor kunt u een
standaardtelefoonsnoer gebruiken, als u dat al in huis hebt.
• Probeer een werkende telefoon en een werkend telefoonsnoer aan te sluiten
op de wandcontactdoos voor de telefoon die u gebruikt voor de printer en
controleer of u een kiestoon hoort. Als u geen kiestoon hoort, neemt u contact
op met de telefoonmaatschappij voor service.
• Mogelijk is er andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als
de printer. U kunt de printer bijvoorbeeld niet gebruiken om te faxen als de
hoorn van een telefoontoestel dat gebruik maakt van dezelfde telefoonlijn van
de haak is, of als u de computermodem gebruikt om te e-mailen of te surfen op
internet.
• Controleer of de fout wordt veroorzaakt door een ander proces. Controleer of
op het display of op de computer een foutmelding wordt weergegeven met
informatie over het probleem en de manier waarop u het kunt oplossen. In
geval van een fout kan de printer pas faxberichten verzenden of ontvangen
wanneer de foutsituatie is opgelost.
Faxproblemen oplossen 113

Problemen oplossen bij gebruik van HP ePrint en HP-
websites
In dit hoofdstuk vindt u oplossingen voor veelvoorkomende problemen bij gebruik van
HP ePrint en HP-websites.
•Problemen oplossen bij gebruik van HP ePrint (HP Officejet 4620 e-All-in-
One series)
•Problemen oplossen bij gebruik van HP-websites
Problemen oplossen bij gebruik van HP ePrint (HP Officejet 4620 e-All-in-
One series)
Als u problemen hebt bij het gebruik van HP ePrint, controleert u het volgende:
• Zorg ervoor dat de printer is aangesloten op het internet door middel van een
draadloze verbinding.
Opmerking U kunt deze webfuncties niet gebruiken indien de printer is
aangesloten met een USB-kabel.
• Zorg ervoor dat de laatste productupdates zijn geïnstalleerd op de printer. Zie De
printer bijwerken voor meer informatie.
• Zorg ervoor dat HP ePrint is ingeschakeld op de printer. Zie Stel HP ePrint in via
het bedieningspaneel van de printer voor meer informatie.
• Controleer of de hub, switch of router van het netwerk is ingeschakeld en goed
functioneert.
• Kijk na of het draadloze netwerk correct werkt. Zie Draadloze problemen oplossen
(HP Officejet 4620 e-All-in-One series) voor meer informatie.
• Als u HP ePrint gebruikt, controleert u het volgende:
◦Zorg ervoor dat het e-mailadres van de printer correct is.
◦De ePrint-server aanvaardt geen afdruktaken via e-mail wanneer er meerdere
e-mailadressen werden ingevuld in de velden "Aan" of "Cc". Voer dus alleen
het e-mailadres van uw HP-printer in het veld "Aan" in. Voer geen andere e-
mailadressen in andere velden in.
◦Zorg ervoor dat de documenten die u verstuurt, voldoen aan de vereisten van
HP ePrint. Zie Specificaties HP ePrint (HP Officejet 4620 e-All-in-One series)
voor meer informatie.
• Als uw netwerk proxy-instellingen gebruikt om verbinding te maken met het
internet, zorg er dan voor dat de ingevoerde proxy-instellingen geldig zijn:
◦Controleer de instellingen van de webbrowser die u gebruikt (zoals Internet
Explorer, Firefox, of Safari).
◦Neem contact op met de IT-beheerder of de persoon die uw firewall heeft
ingesteld.
Als de proxy-instellingen van uw firewall zijn gewijzigd, moet u deze instellingen
updaten in het bedieningspaneel van de printer. Als deze instellingen niet zijn
bijgewerkt, kunt u HP ePrint niet gebruiken.
Zie Stel HP ePrint in via het bedieningspaneel van de printer voor meer
informatie.
Hoofdstuk 8
120 Een probleem oplossen

• Controleer of uw afbeelding voldoende resolutie heeft.
• Als het probleem lijkt te liggen bij een strook bij de hoek van uw afdruk, gebruik dan
de HP-software of een andere softwaretoepassing om de afbeelding 180 graden te
draaien. Mogelijk verschijnt het probleem niet aan het andere uiteinde van de
afdruk.
Papierstoringen oplossen
Soms loopt het afdrukmateriaal tijdens een afdruktaak vast.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•Papierstoringen verhelpen
•Papierstoringen voorkomen
Papierstoringen verhelpen
Een papierstoring kan optreden aan beide zijden van de printer of in de ADF.
Gebruik deze stappen om een papierstoring te verhelpen.
Een papierstoring binnenin de printer oplossen
1. Verwijder al het afdrukmateriaal uit de uitvoerlade.
2. Open de toegangsklep voor inktcartridges en verwijder vervolgens de printerkap.
3
2
1
3. Wanneer u het vastgelopen papier in het apparaat hebt gevonden, pakt u het
papier met beide handen vast en trekt u het naar u toe.
Let op Als het papier scheurt wanneer u het van de rollen verwijdert, moet u
de rollen en wieltjes controleren op gescheurde stukjes papier die in de printer
kunnen zijn achtergebleven. Als u niet alle stukjes papier uit de printer
verwijdert, is er een grotere kans op papierstoringen.
Papierstoringen oplossen 145

Garantie-informatie inktcartridge
De garantie op HP-cartridges is van toepassing wanneer het product wordt gebruikt in combinatie
met de daarvoor bedoelde printer van HP. Deze garantie is niet van toepassing op HP-
inktproducten die opnieuw zijn gevuld, die zijn gerecycled, gerepareerd, die verkeerd zijn gebruikt
of waarmee is geknoeid.
Gedurende de garantieperiode is het product gedekt zolang de HP-inkt niet is opgebruikt en de
uiterste garantiedatum nog niet werd bereikt. Het einde van de garantiedatum, in JJJJ/MM-
formaat , vindt als volgt op het product terug:
Zie Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard voor de verklaring omtrent beperkte garantie
van Hewlett-Packard.
Bijlage A
150 Technische informatie

• Een netwerkverbinding (kan niet worden gebruikt met een printer die is verbonden met een
computer met USB-kabel)
• Een internetverbinding (vereist voor sommige functies)
Opmerking U kunt de geïntegreerde webserver openen zonder verbinding te hebben
met het internet. Sommige functies zijn echter niet beschikbaar.
Opmerking De geïntegreerde webserver moet zich aan dezelfde kant van een firewall
bevinden als de printer.
Mediaspecificaties
Gebruik deze tabellen om te bepalen welk papier of ander afdrukmateriaal u kunt gebruiken in uw
printer en welke voorzieningen u kunt gebruiken voor dat materiaal.
•De specificaties voor de ondersteunde media begrijpen
•Minimummarges instellen
De specificaties voor de ondersteunde media begrijpen
Gebruik de tabellen om te bepalen welk papier of ander afdrukmateriaal u kunt gebruiken in uw
printer en welke voorzieningen u kunt gebruiken voor dat materiaal.
•Ondersteunde formaten begrijpen
•Ondersteunde afdrukmateriaaltypes en gewicht begrijpen
Ondersteunde formaten begrijpen
Formaat afdrukmateriaal Invoerlade ADF
Standaardformaten afdrukmateriaal
U.S. Letter (216 x 279 mm; 8,5 x 11 inch)*
U.S. Legal (216 x 356 mm; 8,5 x 14 inch)
A4 (210 x 297 mm; 8,3 x 11,7 inch)*
U.S. Executive (184 x 267 mm; 7,25 x 10,5 inch)
B5 (JIS) (182 x 257 mm; 7,17 x 10,12 inch)
B5 (ISO) (176 x 250 mm; 6,9 x 9,8 inch)
A5 (148 x 210 mm; 5,8 x 8,3 inch)
Cabinet (120 x 165 mm; 4,7 x 6,5 inch)
Enveloppen
U.S. #10 envelop (105 x 241 mm; 4,12 x 9,5 inch)
Envelop Monarch (98 x 191 mm; 3,88 x 7,5 inch)
DL-envelop (110 x 220 mm; 4,3 x 8,7 inch)
C5-envelop (162 x 229 mm; 6,4 x 9 inch)
Kaarten
Printerspecificaties 153

Afdrukmateriaal (1)
Linkermarge
(2)
Rechtermarg
e
(3)
Bovenmarge
(4)
Ondermarge
U.S. Letter
U.S. Legal
A4
U.S. Executive
B5
A5
Kaarten
Afdrukmateriaal voor foto's
3,2 mm
(0,125 inch)
3,2 mm
(0,125 inch)
3,2 mm
(0,125 inch)
3,2 mm
(0,125 inch)
Enveloppen 3,2 mm
(0,125 inch)
3,2 mm
(0,125 inch)
3,2 mm
(0,125 inch)
14,9 mm
(0,586 inch)
Opmerking Gebruik alleen afdrukmateriaal van speciaal formaat dat wordt ondersteund
door de printer.
Afdrukspecificaties
• De afdruksnelheid is afhankelijk van de complexiteit van het document.
• Afdrukresolutie
◦Resolutie (zwart)
Maximaal 600 x 600 dpi met zwarte inkt op pigmentbasis
◦Resolutie (kleur)
Tot 4800 x 1200 dpi geoptimaliseerd op HP Geavanceerd fotopapier met 1200 x 1200
input dpi
Kopieerspecificaties
• De kopieersnelheid is afhankelijk van de complexiteit en het model van het document.
• Digitale beeldverwerking
• Maximaal 99 kopieën van origineel
• Digitale zoom: van 25 tot 400%
• Aanpassen aan pagina
Faxspecificaties
• Mogelijkheid voor zwart-wit en kleur bij apparaat.
• Maximaal 99 snelkiescodes
• Geheugen tot 99 pagina's (verschilt per model, op basis van ITU-T-testafbeelding nr.1 met
standaardresolutie). Meer complexe pagina's of een hogere resolutie duren langer en nemen
meer geheugen in beslag.
• Fax handmatig verzenden en ontvangen.
• Automatisch tot vijf keer opnieuw kiezen bij in gesprek (verschilt per model).
• Automatisch maximaal twee keer opnieuw kiezen bij geen gehoor (verschilt per model)
• Bevestigings- en activiteitenrapporten.
• CCITT/ITU Group 3-fax met foutcorrectiemodus.
• 33,6 Kbps overdracht.
Bijlage A
156 Technische informatie
HP-websitespecificaties
• Een webbrowser (zoals Microsoft Internet Explorer 6.0 of hoger, Mozilla Firefox 2.0 of hoger,
Safari 3.2.3 of hoger, of Google Chrome 3.0) met de Adobe Flash plug-in (versie 10 of hoger).
• Een internetverbinding
Omgevingsspecificaties
Werkomgeving
Bedrijfstemperatuur: 5° tot 40 °C
Aanbevolen werkomstandigheden: 15 tot 32 °C
Aanbevolen relatieve luchtvochtigheid: 20 tot 80% niet-condenserend
Opslagomgeving
Opslagtemperatuur: -40° tot 60 °C
Relatieve luchtvochtigheid bij opslag: Maximaal 90 % niet-condenserend bij een temperatuur van
60 °C
Elektrische specificaties
Stroomvoorziening
Universele netadapter (intern)
Stroomvereisten
Ingangsspanning: 100-240 V wisselstroom, 50/60 Hz
Uitvoervoltage: +32V/+12V bij 313 mA/166 mA
Stroomverbruik
13 watt tijdens het kopiëren (normale modus) 15 watt tijdens het kopiëren (normale modus)
Geluidsspecificaties
Snel afdrukken, geluidsniveaus per ISO 7779
• Geluidsdruk (bij apparaat)
LpAm 55 (dBA) (mono kladafdruk)
• Geluidsvermogen
LwAd 6,8 (BA)
Bijlage A
158 Technische informatie
Specyfikacje produktu
Marka: | Electrolux |
Kategoria: | Piła łańcuchowa |
Model: | PARTNER ES 18 |
Potrzebujesz pomocy?
Jeśli potrzebujesz pomocy z Electrolux PARTNER ES 18, zadaj pytanie poniżej, a inni użytkownicy Ci odpowiedzą
Instrukcje Piła łańcuchowa Electrolux

4 Lipca 2024

3 Lipca 2024

1 Lipca 2024

1 Lipca 2024

30 Czerwca 2024

30 Czerwca 2024

30 Czerwca 2024

28 Czerwca 2024

28 Czerwca 2024

28 Czerwca 2024
Instrukcje Piła łańcuchowa
- Piła łańcuchowa Worx
- Piła łańcuchowa Stihl
- Piła łańcuchowa Bosch
- Piła łańcuchowa Stiga
- Piła łańcuchowa Kärcher
- Piła łańcuchowa Scheppach
- Piła łańcuchowa Grizzly
- Piła łańcuchowa DeWalt
- Piła łańcuchowa Einhell
- Piła łańcuchowa Husqvarna
- Piła łańcuchowa Makita
- Piła łańcuchowa Fuxtec
- Piła łańcuchowa Dremel
- Piła łańcuchowa AL-KO
- Piła łańcuchowa Güde
- Piła łańcuchowa ATIKA
- Piła łańcuchowa Florabest
- Piła łańcuchowa Solo
- Piła łańcuchowa Ferrex
- Piła łańcuchowa Homelite
- Piła łańcuchowa Gardenline
- Piła łańcuchowa McCulloch
- Piła łańcuchowa Skil
- Piła łańcuchowa Greenworks
- Piła łańcuchowa Alpina
- Piła łańcuchowa Topcraft
- Piła łańcuchowa Gamma
- Piła łańcuchowa Sachs Dolmar
- Piła łańcuchowa Dolmar
- Piła łańcuchowa Mountfield
- Piła łańcuchowa Defort
- Piła łańcuchowa Kibani
- Piła łańcuchowa Echo
- Piła łańcuchowa Grouw
- Piła łańcuchowa Levita
- Piła łańcuchowa Efco
- Piła łańcuchowa Black Decker
- Piła łańcuchowa Topcraft TGCS493
- Piła łańcuchowa PowerTech
- Piła łańcuchowa Toledo
- Piła łańcuchowa Benson
- Piła łańcuchowa Partner
Najnowsze instrukcje dla Piła łańcuchowa

17 Grudnia 2024

28 Września 2024

28 Września 2024

28 Września 2024

28 Września 2024

28 Września 2024

28 Września 2024

28 Września 2024

28 Września 2024

28 Września 2024