Instrukcja obsługi Ei Electronics Ei650iRF
Ei Electronics
Detektor dymu
Ei650iRF
Przeczytaj poniżej 📖 instrukcję obsługi w języku polskim dla Ei Electronics Ei650iRF (72 stron) w kategorii Detektor dymu. Ta instrukcja była pomocna dla 17 osób i została oceniona przez 2 użytkowników na średnio 4.5 gwiazdek
Strona 1/72

Handleiding
Bevat cruciale informatie voor het gebruik en installatie van de melder. Lees en bewaar zorgvuldig.Als u
deze module slechts installeert, dan MOET u deze brochure aan de bewoner geven.
Gebruiksaanwijzing
Ei Electronics rook- en hittemelders,
Ei650 serie en Ei603TYC serie
Ei650 Rookmelder serie Ei603TYC Hittemelder serie


Tabel 1 - 10-jaars lithium batterij
Nee
Ei650 rookmelder
Nee
Nee Nee
Voeg de Ei600MRF toe
Voeg de Ei600MRF toe
Ei650W rookmelder
Nee
Ei650C rookmelder
Ja
Ja
Ja
Ja
Ei650RF rookmelder
Nee
Ei650i rookmelder
Voeg de Ei600MRF toe
Ei650iC rookmelder
Ja
Voeg de Ei600MRF toeEi650iW rookmelder
Nee
Ei650iRF rookmelder
Nee
Voeg de Ei600MRF toe
Ei603TYC hittemelder
Ja
Ei603TYCRF hittemelder
Ja
Model Draadloze
verbinding
type
melder
Verbinding
per draad
2


3


4
Test de rookmelder(s) eens per maand


Quick start montage-instructies
• Afb. 3: druk op de test knop om de melder te testen. Hierdoor simuleert u het
effect van rook bij brand en worden de rookkamer, elektronische delen en de
sirene van de melder getest. WAARSCHUWING: TEST NOOIT MET VUUR,
SIGARETTENROOK, KAARSEN E.D.! Dit kan uw rookmelder beschadigen en/
of brand veroorzaken.
- ADVIES: Test de rookmelder(s) eens per maand en altijd na een periode
van afwezigheid (bijv. vakantie).
- Voor gekoppelde rook- en/of hittemelders: houd de test knop van een
melder ingedrukt en controleer of alle gekoppelde melders in alarm gaan.
Doe dit om de beurt bij elke melder.
5


2. Waar in huis te plaatsen
6
Fig. 1


1. Introductie
Gefeliciteerd met de aankoop van uw rook- of hittemelder, Ei650 serie en Ei603TYC
serie. Deze zijn bestemd voor gebouwen met een woonfunctie (woonhuizen,
appartementen etc.). Het belangrijkste doel van een rookmelder is bescherming
bieden aan personen door middel van vroegtijdige alarmering, zodat zij tijdig
kunnen vluchten in geval van (beginnende) brand. Rookmelders vormen daarmee
een aanvulling op de eventuele bouwkundige brandveiligheid van ruimtes.
De geluidsdruk (“het lawaai”) in geval van alarm is, conform de voorschriften,
minimaal 85dB(A) op 3 meter afstand en is ruim voldoende om slapende mensen
te wakker te maken. In de slaap is het reukvermogen nl. uitgeschakeld, het gehoor
niet. Daarom is deze alarmering met rookmelders de beste manier om (slapende)
mensen vroegtijdig te waarschuwen.
Rookmelders zijn niet voor alle ruimtes geschikt. In ruimtes met hoge temperaturen,
stoom of damp (bijv. keuken of badkamer) geven rookmelders veel kans op valse
meldingen. In die gevallen kunt u dan wel een hittemelder plaatsen (type Ei 603TYC).
Hittemelders reageren niet op rook, maar op hitte die ontstaat door brand.
Hittemelders treden in werking bij een temperatuur van ca. 58° C en geven dan een
alarmsignaal zoals u die van rookmelders kent.
Let op: Ook al zijn er hittemelders geplaatst in een woning, dan moeten er toch nog
rookmelders geplaatst worden! Hittemelders kunnen aanvullend geplaatst worden
op die plekken waar damp en/of stoom voorkomt. Deze combinatie en juiste
plaatsing van de melder vormt de beste bewaking bij rookontwikkeling als gevolg
van brand in een woning.
7


8
Rookmelders – Ei650-serie
Een rookmelder gaat in alarm bij voldoende rookvorming. Een rookmelder kan
maximaal een ruimte van 80 m2 bewaken (max. hoogte van de ruimte 8 meter).
Installeer de rookmelder zodanig dat de melder door het hele huis te horen is. Eén
enkele rookmelder zal enige bescherming geven als de melder correct geïnstallerd
is, maar voor de meeste woningen zijn meer rookmelders een aanzienlijke
verbetering van de alarmering. En wanneer deze gekoppeld zijn dan is dit nog beter.
Want bij brand telt elke seconde!
Als vuistregel wordt voor woningen aanbevolen per verdieping minstens 1
rookmelder te plaatsen. Voor een verhoogde veiligheid is het raadzaam rookmelders
te koppelen: bij het ontstaan van brand ergens in de woning gaan alle rookmelders
af waardoor de alarmering van de bewoners optimaal is. De rookmelder moet zijn
geïnstalleerd volgens de richtlijnen van de producent (zie deze gebruiksaanwijzing).
In een grote woning zal de vluchtweg al gauw een grotere afstand zijn en dus zal 1
rookmelder niet voldoende zijn om overal het alarmsignaal te horen. Voor maximale
beveiliging kunt u een rookmelder in alle kamers installeren waar mogelijk een
brand kan uitbreken (uitgezonderd op de plaatsen genoemd bij ’waar u rookmelders
niet mag plaatsen’). En zorg er dan voor dat ze allemaal zijn doorgekoppeld: bij het
ontstaan van brand ergens in de woning gaan alle rookmelders af waardoor de
alarmering van de bewoners optimaal is.
Tip: het is te overwegen een rookmelder te installeren in elke kamer waar de
bewoner niet bij machte is adequaat op een beginnende brand te reageren. Denk
hierbij aan ouderen, zieke mensen of kleine kinderen.


De woonkamer is de meest waarschijnlijke plaats waar in de nacht een brand kan
uitbreken gevolgd door de keuken en de slaapkamer.
9
Fig. 2

Hittemelders – Ei603TYC serie
Een hittemelder geeft een brandmelding wanneer de temperatuur bij de melder ca.
58ºC bedraagt. Deze is geschikt (als aanvulling op rookmelders) voor keukens,
garages, centrale verwarmingsruimten en andere plaatsen waar normaal gesproken
veel damp, rook en/of stof kunnen voorkomen. Met andere woorden: plaatsen waar
rookmelders niet kunnen worden geïnstalleerd zonder het risico van ongewenst alarm.
Hittemelders kunnen geplaatst worden op plekken grenzend aan vluchtroutes waar
rook en/of stoom voorkomt, altijd in aanvulling op gemonteerde rookmelders.
Rookmelders zijn met name geschikt voor open branden waarbij veel
rookontwikkeling ontstaat. Bij smeulende branden ontstaat veel hitte; rookmelders
zullen dan nog niet in alarm gaan, een hittemelder wel. Als de hittemelder
gekoppeld is met één of meerdere rookmelders zullen deze ook in alarm gaan. Dit
zorgt voor een vroegtijdige alarmering die in de hele woning gehoord wordt.
Hiermee kan voorkomen worden dat de vluchtroute geblokkeerd wordt door rook:
elke seconde telt om te vluchten!
Controleer of u de rookmelder overal kunt horen
Druk de test knop in: wanneer de melder(s) in alarm gaat (gaan), controleert u of u
de rookmelder(s) in elke slaapkamer hoort, ook als de slaapkamerdeur dicht is.
Controleer ook of het geluid van de melder boven het geluid van radio of TV uitkomt
of pas anders het geluidsniveau van radio of TV aan. Als het alarm van de
rookmelder niet boven het geluid van radio/TV uitkomt, kan het zijn dat de melder
u niet tijdig wekt bij brandgevaar. Gekoppelde rook- en/of hittemelders zullen voor
meer geluid zorgen waardoor in het hele huis het alarm gehoord wordt.
10



Om in deze ruimte een rookmelder horizontaal en met voldoende afstand te kunnen
plaatsen heeft Hemmink de rookmelderpendel ontwikkeld.
Voor meer informatie over deze rookmelderpendel verwijzen wij u naar de
Hemmink artikelnummers voor deze pendels: 220970 (in lengte verstelbare pendel)
en 22980 (vaste pendel).
Waar u rookmelders niet mag plaatsen
Plaats de rookmelder niet in één van de volgende plaatsen:
• Badkamer, keuken, doucheruimtes, garages of andere ruimten waar de
werking van de rookmelder verstoord kan worden door stoom, condens,
normale rook of damp. Monteer melders minstens 5 meter bij dergelijke
rookbronnen vandaan of plaats een Ei hittemelder.
• In de buurt van een obstakel, een lamp, raamkozijn, etc. waardoor de rook de
rookmelder niet snel kan bereiken.
• Oppervlaktes die normaal gesproken warmer of kouder zijn dan de rest van de
kamer, bijv. zolderluiken, niet-geēsoleerde buitenmuren etc. Door sterke
temperatuurwisselingen kan het voorkomen dat de rook- en/of hittemelder niet
in alarm gaat.
• Naast of direct boven verwarming, afvoer van airconditioning, ramen,
muuropeningen etc. die de richting van de lucht kunnen beēnvloeden.
• In hoge of gevaarlijke plaatsen waar men de rook- en/of hittemelder moeilijk
kan bereiken om bijv. te testen of een batterij te vervangen.
• Te dicht bij dimmers, sommige dimmers kunnen storing veroorzaken. Plaats de
melder minimaal 1 meter bij dimmers vandaan.
• Plaats de melder minimaal 1,5 mtr. van fluorescerende lampen (TL- en
spaarlampen). ‘Gezoem’ of geflikker van lampen kan de werking van de
rookmelder beïnvloeden.
12


• Plaats de melder niet in erg stoffige of vervuilde ruimtes. Stof kan zich ophopen
in de kamer binnenin de rookmelder waardoor de melder gevoelig wordt en in
alarm kan gaan. Verder kan vuil of stof het beschermgaas van de melder
blokkeren waardoor de rook niet de rookkamer van de melder kan bereiken en
alarmering (te lang) kan uitblijven.
• Plaats de melder niet op plaatsen waar veel insecten voorkomen. Kleine
insecten kunnen in de kamer van de rook- en/of hittemelder binnendringen
waardoor de werking van de rook- en/of hittemelder ontregeld wordt.
3. Installatie
Installatieprocedure
Voor RF installaties heeft u ook de Ei600MRF
gebruiksaanwijzing nodig.
1. Selecteer een locatie die voldoet aan het
advies in sectie 2.
2. Plaats de bevestigingsplaat op het plafond,
precies daar waar u de melder wilt bevestigen.
3. Als u rookmelders wilt verbinden met een draad
(Zie tabel 1), trek dan passende tweeaderige
kabel naar de gemarkeerde locaties van ieder
alarm. Leg de verbindingen met de melder aan
(zie sectie 4).
4. Boor gaten met een 5,0 mm boor en houd daarbij
rekening met elektrische bedrading in het plafond,
door het midden van de gemarkeerde locaties.
13
Draai de melder met de klok mee om
deze op de sokkel te bevestigen
Draai de melder tegen de klok in om
deze van de sokkel te verwijderen
Figuur 5


Druk de bijgeleverde plastic schroefpluggen in de geboorde gaten.
Schroef de bevestigingsplaat op het plafond.
Als u RadioLINK-rookmelders gebruikt, dan moeten deze worden gemonteerd met
antennes in dezelfde stand.
Dit betekent: een gedeelte van het gebouw kiezen, bijvoorbeeld de muur aan de
voorkant van het gebouw, en dan met inachtneming hiervan alle platen in dezelfde
stand installeren (zie figuur 6).
14
Large
hole
nearest
front
wall
Orientate all
mounting plates
in the same
direction
if using
RadioLINK
Modules
Front Wall Front Wall
Mounting Plate Mounting Plate
Mounting Plate Mounting Plate
Figuur 6


5. Breng de melder voorzichtig in positie op de basis, druk
deze er voorzichtig op en draai vast.
Installeer alle andere rookmelders op dezelfde manier.
6. Druk de testknop op iedere melder in, om er zeker van te zijn
dat de melder werkt (zie figuur 7).
7. Voor de rookmelders die met een draad worden verbonden,
zie sectie 4.
4. Beheer, testen en onderhoud stroomvoorziening
Uw rookmelder is een apparaat dat levens redt en moet regelmatig worden
gecontroleerd. Kijk ook op www.eirookmelders.nl voor tips en video's over beheer,
testen en onderhoud.
4.1 Handmatig testen van uw rookmelders
Het is aan te bevelen dat u uw rookmelders test na installatie en daarna per maand.
Het helpt ook als u en uw gezin bekend zijn met de geluiden van de melders.
- Houd de testknop ingedrukt tot het alarm afgaat en het rode lampje knippert (zie
figuur 7).
Het alarm stopt kort nadat de knop wordt losgelaten.
- Als de rookmelders onderling verbonden zijn met een draad, controleer dan of alle
verbonden alarmen geluid geven.
- Als ze onderling verbonden zijn via RadioLINK-modules, houd de testknop dan
ingedrukt totdat het blauw alarmlampje licht geeft.
15
Figuur 7


Controleer of alle andere melders afgaan.
- Laat de testknop los.
De melder en alle verbonden melders zouden moeten stoppen met geluid geven.
- Herhaal deze procedure voor alle andere melders in het systeem.
WAARSCHUWING:
Niet testen met een vlam.
Hierdoor kan de melder verbranden en de behuizing beschadigen.
We adviseren niet te testen met rook, aangezien de resultaten zonder het gebruik
van speciale hulpmiddelen misleidend kunnen zijn.
Als u op de testknop drukt, wordt het effect van rook in een rookmelder gesimuleerd
zoals dit zou kunnen gebeuren tijdens een echte brand.
Er is dus geen noodzaak om met rook te testen.
4.2 Test-/stilteknop om ongewenste alarmen te beheersen
De melder heeft een gecombineerde test-/stilteknop om u te helpen ongewenste of
valse alarmen te beheersen.
Als de melder afgaat en er is geen teken van rook of geluid om aan te geven dat er
brand is, moet ervan worden uitgegaan dat er daadwerkelijk brand is. Het gebouw
moet in dit geval direct worden geëvacueerd.
Controleer het gebouw voorzichtig voor het geval er ergens een kleine brand bezig
is te smeulen.
Controleer of er ergens een bron van rook of gassen is, bijvoorbeeld dampen door
koken die langs de melder worden getrokken door een afzuigkap.
16


Als er regelmatig ongewenste/valse alarmen zijn, kan het noodzakelijk zijn om de
rookmelder uit de buurt van de bron van de dampen weg te halen.
Als u rookmelders met RadioLINK-modules hebt geïnstalleerd en geen huiscode
hebt ingevoerd, kunt u alarmsignalen van nabijgelegen systemen ontvangen.
Dit kan eenvoudig worden ondervangen door uw melders te voorzien van een
‘huiscode’ – zie het RadioLINK-moduleboekje.
Om een vals alarm van een rookmelder uit te schakelen (waarbij het rode lampje
snel knippert), drukt u op de test-/stilteknop.
De rookmelders zullen zo voor een periode van ongeveer 10 minuten tot zwijgen
worden gebracht.
Het rode lampje op de behuizing van de rookmelder zal iedere 8 seconden
knipperen om aan te geven dat het alarm stilgezet is.
De melder zal aan het einde van de 10 minuten ‘stille’ periode worden gereset.
Als het keukengebruik of de opstelling van de keuken zodanig is dat er een
onacceptabel niveau van ongewenste alarmen is, verplaats de rookmelder dan
verder weg naar een plek waar hij minder beïnvloed wordt door dampen van het
koken, etc. We adviseren het gebruik van een hitte-alarm in de keuken om dit soort
ongewenste alarmen te voorkomen.
4.3 Controle stroomvoorziening
4.3.1 Wat te doen als een melder piept of knippert:
a) Als een rookmelder ongeveer iedere 32 seconden piept en tegelijkertijd het rode
lampje knippert:
- Dit geeft aan dat de batterij gedeeltelijk leeg is en dat de rookmelder vervangen
moet worden.
(controleer de “te vervangen”-datum aan de binnenkant van het alarm).
17


b) Op modellen met RadioLINK-modules (ingebouwd) – Als het groene lampje
iedere 10 seconden knippert, geeft dat aan dat de RadioLINK-batterij leeg is en dat
de RadioLINK-module moet worden vervangen.
Als alle RadioLINK-alarmen iedere 4 uur 2 seconden afgaan, betekent dit dat ten
minste een van de melders in het systeem een lege batterij heeft.
4.4 Reinigen van uw melder
Reinig uw melder twee keer per jaar.
Gebruik het smalle mondstuk van uw stofzuiger om stof en spinnenwebben te
verwijderen van de gleuven aan de zijkanten waar de rook/hitte de melder
binnenkomt.
Om het deksel schoon te maken, veegt u het af met een vochtige doek en droog
het daarna zorgvuldig.
WAARSCHUWING:
U mag uw melder niet beschilderen.
Afgezien van het beschreven onderhoud en reiniging is door de klant geen ander
onderhoud van dit product vereist.
Reparaties, waar nodig, moeten worden uitgevoerd door de fabrikant.
4.5 Automatische zelftest rookmelder
De rookkamer in de rookmelder test zichzelf iedere 16 seconden automatisch
Als de rookkamer vervuild is, zal het iedere 32 seconden piepen (Ei650i serie). (Zie
indicatoroverzicht in sectie 12).
18


Als de rookkamer vervuild is, zal het iedere 32 seconden knipperen en tegelijkertijd
zal een geel lampje knipperen (Zie indicatoroverzicht in sectie 12).
Als dit gebeurt, moet u de melder reinigen.
Als het piepen en knipperen doorgaat, stuur de melder dan op voor onderhoud (zie
sectie 8 – Servicebepalingen).
4.6 Rook- en insectvervuiling
Alle alarmen en vooral de optische (foto-elektrische) types zijn gevoelig voor het
binnendringen van stof en insecten, wat kan leiden tot een vals alarm.
Het nieuwste ontwerp en de nieuwste materialen en productietechnieken zijn
ingezet in de productie van Ei Electronics-alarmen om de effecten van verontreiniging
te minimaliseren.
Het is echter onmogelijk om het effect van verontreiniging door stof en insecten
volledig te elimineren, dus om de levensduur van de melder te verlengen, moet u
ervoor zorgen dat deze schoon wordt gehouden zodat overtollig stof zich niet
ophoopt.
Alle insecten of spinnenwebben in de nabijheid van de melder moeten onmiddellijk
worden verwijderd.
In bepaalde omstandigheden kan verontreiniging zich zelfs wanneer er regelmatig wordt
schoongemaakt ophopen in de rooksensorkamer waardoor de melder zal afgaan.
Als dit gebeurt, moet de rookmelder naar ons worden teruggestuurd voor
onderhoud of vervanging.
Verontreiniging ligt buiten onze controle, het is volledig onvoorspelbaar en wordt
beschouwd als normale slijtage.
19


Daarom wordt vervuiling niet gedekt door de garantie en worden kosten voor
dergelijk onderhoudswerk in rekening gebracht.
4.7 Vervanging rookmelder
De hele melder moet in de volgende gevallen worden vervangen:
• Als de melder langer dan 10 jaar geleden geïnstalleerd is (controleer de “te
vervangen”-datum aan de binnenkant van de melder).
• Als de rookmelder aangeeft dat de batterij vrijwel leeg is – d.w.z. een korte piep
in combinatie met een lampje dat iedere 32 seconden rood knippert.
(Let op: bij een iSeriesAlarm, als het niet gemakkelijk direct vervangen kan worden,
moet u op de testknop drukken waarna het piepen en knipperen van het rode
lampje gedurende 12 uur zal stoppen.
Dit kan indien nodig worden herhaald).
• Als er geen geluid uit de melder komt als er op de testknop wordt gedrukt.
Voordat de rookmelder veilig wordt verwijderd, dient u hem te verwijderen van de
bevestigingsplaat om het alarm uit te schakelen en te stoppen met piepen (Figuur 5).
Gooi de rookmelder niet in een vuur.
5. Probleemoplossingen
De melders gaan zonder duidelijke aanleiding in alarm
• Controleer de badkamer of keuken op rook of stoom dat vals alarm kan
veroorzaken. Maar ook verf en andere dampen kunnen vals alarm veroorzaken.
• Controleer of er ergens vervuiling is, zoals spinnenwebben of stof. Maak de
melders, wanneer nodig, schoon zoals beschreven onder “schoonmaken van
uw melder”.
20

• Wanneer alle draadloos (RF) gekoppelde melders elke 4 uur elke 2 seconden
piepen, betekent dit dat er van tenminste een van de melders de batterij bijna
leeg is.
Controleer van welke melder de batterij bijna leeg is.
Wat te doen wanneer de melder piept
• De rook- of hittemelder piept elke 40 seconden en de rode LED knippert
tegelijkertijd:
- vervang de complete rookmelder. De lithium batterijen zijn niet te vervangen.
• Bij 10 jaars lithium melders met ingebouwde RF module om draadloos te
koppelen: wanneer de blauwe LED elke 10 seconden knippert, is de batterij
bijna leeg en moet de RF module vervangen worden.
De melder gaat niet in alarm wanneer u op de test knop drukt
• Controleer hoe oud de melder is, kijk hiervoor op de sticker op de melder
(sticker met tekst: vervangen voor....).
• Controleer of de melder vastgeklikt is op de montagesokkel, dit zorgt ervoor dat
de inbouwde batterij in deze melder geactiveerd wordt.
21


6. Basistips voor uw brandveiligheid
Wanneer u huishoudelijke apparaten gebruikt, raden wij u aan om de volgende
basistips voor veiligheid aan te houden:
• Lees alle aanwijzingen goed door.
• Maak een vluchtplan en oefen regelmatig zodat iedereen in de woning weet wat
te doen in geval van brand.
• Extreem hoge of lage temperaturen, lage luchtvochtigheid of een groot aantal
valse alarms kunnen de levensduur van de batterij negatief beēnvloeden.
• Vals alarm kan snel verholpen worden door snel en krachtig d.m.v. een krant
o.i.d. de rook weg te zwaaien. Of druk op de test knop.
• Beschilder of bedek de melder niet, wees alert op spinnenwebben, stof en vet.
Dit kan de werking van de melder negatief beēnvloeden.
• Als de melder beschadigd is of niet correct functioneert, probeer de melder dan
niet zelf te repareren maar neem contact op met uw installateur, winkelier of
leverancier.
• Deze melder is alleen geschikt voor toepassing in woningen (objecten met
woonbestemming).
• De melder is geen draagbaar product. Installeer de melder volgens de
instructies in deze gebruiksaanwijzing.
• Rookmelders zijn geen vervanging voor een verzekering. De leverancier of
fabrikant is niet uw verzekeraar. Vervang versleten of beschadigde
stopcontacten, schakelaars, bedrading en gebarsten of versleten snoeren en
stekkers (ter voorkoming van brandgevaar).
22


• Zorg er voor dat uw elektragroepen niet overbelast worden. Gebruik alleen
goedgekeurde elektrische producten.
• Houd lucifers verwijderd van kinderen.
• Rook nooit in bed. In ruimte waar wel gerookt wordt, kijk altijd even onder
kussens voor smeulende sigaretten of as.
Deze maatregelen kunnen nooit iedereen te allen tijde beschermen. De 3 meest
voorkomende oorzaken van brand zijn nog steeds:
1. Roken in bed.
2. Kleine kinderen die alleen thuis gelaten worden (spelen met vuur…).
3. Schoonmaken met gemakkelijk ontvlambare middelen.
Verdere informatie over brandveiligheid kunt u verkrijgen bij uw plaatselijke
brandweer, op de website van de Brandwondenstichting (www.brandwonden.nl) of
kijk op de website van de Stichting Consument en Veilgheid (www.veiligheid.nl).
BELANGRIJKE AANWIJZIGINGEN IN GEVAL VAN ALARMERING BIJ BRAND
• In geval van alarm/brand verlaat de woning onmiddellijk en waarschuw de
brandweer. Vergeet niet uw naam en adres te vermelden. Ga niet eerst dingen
pakken. Spreek van tevoren een verzamelplek af voor al uw gezinsleden.
Controleer of iedereen aanwezig is. Keer terug in een brandend huis!NOOIT
• Zorg dat u een goed vluchtplan heeft bij eventuele calamiteiten en oefen dit
plan met de bewoners van het pand. In het belang van u allen en (eventuele)
hulpverleners. Veiligheid staat voorop! (zie www.brandwondenstichting.nl)
23


• Gebruik de test knop van de rookmelder om uw gezin bekend te maken met het
geluid van de rookmelder en oefen regelmatig met uw gezinsleden uw
vluchtplan. Teken een plattegrond waarop voor ieder gezinslid vanuit zijn of
haar kamer minstens 2 vluchtwegen staan.
• Kinderen hebben de neiging zich te verstoppen wanneer ze niet weten wat ze
moeten doen. Leer kinderen hoe ze kunnen vluchten (open ramen en gebruik
(oprolbare) brandladders en opstapjes indien noodzakelijk) zonder hulp van
volwassenen. Oefen regelmatig zodat uw kinderen weten wat ze moeten doen
als de rookmelder afgaat.
• Controleer kamerdeuren op hitte of rook. Open nooit een hete deur. Gebruik
een alternatieve vluchtroute. Sluit de ramen en deuren achter u wanneer u
vertrekt.
• In geval van veel rook: kruip naar buiten, blijf dicht bij de grond. Haal kort adem,
wanneer mogelijk door een natte doek, of houdt uw adem in. Er overlijden meer
mensen door rookinhalatie dan door vlammen.
• Houdt de vluchtroutes altijd vrij zodat u snel en veilig kunt vluchten.
Tip: voor duidelijke informatie en advies voor een vluchtplan, raadpleeg de website
van de Nederlandse Brandwondenstichting: www.brandwondenstichting.nl
24


7. Beperkingen van rookmelders
Rookmelders hebben aantoonbaar meegeholpen om het aantal ongevallen door
brand te verminderen. Let op: rookmelders voorkomen een brand niet maar kunnen
voor een tijdige alarmering van de bewoners zorgen zodat deze tijd winnen om te
kunnen ontsnappen.
Toch zijn rookmelders in sommige omstandigheden niet effectief. Hiervoor zijn een
aantal redenen:
• Rookmelders werken niet als de batterijen leeg zijn of niet goed aangesloten
zijn. Test de batterijen regelmatig en vervang de hele unit wanneer de batterijen
niet goed werken.
• Rookmelders detecteren geen brand wanneer onvoldoende rook de rookkamer
binnenkomt. Dit kan komen doordat de brand te ver weg is, op een andere
verdieping is, achter een gesloten deur, in een schoorsteen, in een holte in de
muur of als door tocht de rook weggewaaid wordt. Een (beginnende) brand in
een woning wordt sneller opgemerkt wanneer er meer melders worden
geplaatst. En wanneer deze melders met elkaar gekoppeld worden, dan is de
alarmering effektiever en heeft u meer tijd om te vluchten. Elke seconde telt!.
• De rookmelder wordt niet gehoord. Plaats meerdere rookmelders en/of koppel
de rookmelder zodat een eventueel alarm wel gehoord wordt.
• Het RF-signaal om melders draadloos te koppelen functioneert niet correct
door storing of het RF-signaal wordt geblokkeerd door bijv. metalen objecten.
Daarom adviseren wij om 1x per maand te testen; zie hoofdstuk 4.
• Iemand onder invloed van drugs of alcohol zal niet wakker worden van het
alarm van een rookmelder.
25
Specyfikacje produktu
Marka: | Ei Electronics |
Kategoria: | Detektor dymu |
Model: | Ei650iRF |
Potrzebujesz pomocy?
Jeśli potrzebujesz pomocy z Ei Electronics Ei650iRF, zadaj pytanie poniżej, a inni użytkownicy Ci odpowiedzą
Instrukcje Detektor dymu Ei Electronics

14 Stycznia 2025

30 Grudnia 2025

24 Września 2024

17 Września 2024

6 Września 2024

3 Września 2024

3 Września 2024

1 Września 2024

31 Sierpnia 2024

31 Sierpnia 2024
Instrukcje Detektor dymu
- Detektor dymu Stabo
- Detektor dymu Bosch
- Detektor dymu Nedis
- Detektor dymu Nexa
- Detektor dymu Marquant
- Detektor dymu Grundig
- Detektor dymu Honeywell
- Detektor dymu Swann
- Detektor dymu Mercury
- Detektor dymu ORNO
- Detektor dymu TFA
- Detektor dymu DSC
- Detektor dymu Trust
- Detektor dymu LogiLink
- Detektor dymu GLORIA
- Detektor dymu Qolsys
- Detektor dymu Dahua Technology
- Detektor dymu Emos
- Detektor dymu Somfy
- Detektor dymu Homematic IP
- Detektor dymu Pyle
- Detektor dymu Bavaria
- Detektor dymu Kidde
- Detektor dymu First Alert
- Detektor dymu Abus
- Detektor dymu Elro
- Detektor dymu Olympia
- Detektor dymu Marmitek
- Detektor dymu Netatmo
- Detektor dymu Schwaiger
- Detektor dymu Hager
- Detektor dymu Denver
- Detektor dymu Yale
- Detektor dymu Busch-Jaeger
- Detektor dymu Fibaro
- Detektor dymu Vivanco
- Detektor dymu EQ-3
- Detektor dymu Alecto
- Detektor dymu JUNG
- Detektor dymu X-Sense
- Detektor dymu M-e
- Detektor dymu H-Tronic
- Detektor dymu EVE
- Detektor dymu Smartwares
- Detektor dymu Elgato
- Detektor dymu Sygonix
- Detektor dymu Ajax
- Detektor dymu AngelEye
- Detektor dymu Flamingo
- Detektor dymu Brennenstuhl
- Detektor dymu Eminent
- Detektor dymu KlikaanKlikuit
- Detektor dymu Steren
- Detektor dymu ESYLUX
- Detektor dymu Malmbergs
- Detektor dymu Nest
- Detektor dymu FireAngel
- Detektor dymu Chacon
- Detektor dymu Konig
- Detektor dymu BRK
- Detektor dymu Gira
- Detektor dymu FireX
- Detektor dymu Interlogix
- Detektor dymu Fito
- Detektor dymu HQ
- Detektor dymu FirstAlert
- Detektor dymu Popp
- Detektor dymu Satel
- Detektor dymu EQ3
- Detektor dymu Calex
- Detektor dymu REV
- Detektor dymu Lanberg
- Detektor dymu Mobeye
- Detektor dymu FireHawk
- Detektor dymu Chuango
- Detektor dymu ETiger
- Detektor dymu TEF
- Detektor dymu Heatit
- Detektor dymu Jalo Helsinki
- Detektor dymu Fito Profi-line
- Detektor dymu Kogan
- Detektor dymu System Sensor
- Detektor dymu Pyrexx
- Detektor dymu Pristine
- Detektor dymu Cavius
- Detektor dymu Jemay
- Detektor dymu Pentatech
- Detektor dymu Mircom
- Detektor dymu WisuAlarm
- Detektor dymu BRK DICON
- Detektor dymu Cordes
- Detektor dymu STI
- Detektor dymu Deltronic
- Detektor dymu Insafe
- Detektor dymu Gewiss
- Detektor dymu No-Flame
- Detektor dymu Egardia
- Detektor dymu GEV
- Detektor dymu Frient
- Detektor dymu SAVS
Najnowsze instrukcje dla Detektor dymu

29 Stycznia 2025

13 Stycznia 2025

13 Stycznia 2025

30 Grudnia 2025

30 Grudnia 2025

29 Grudnia 2024

29 Grudnia 2024

27 Grudnia 2024

27 Grudnia 2024

27 Grudnia 2024