Instrukcja obsługi Yamaha YZF-R125 (2014)
Przeczytaj poniżej 📖 instrukcję obsługi w języku polskim dla Yamaha YZF-R125 (2014) (188 stron) w kategorii Silnik. Ta instrukcja była pomocna dla 8 osób i została oceniona przez 2 użytkowników na średnio 4.5 gwiazdek
Strona 1/188

YZF-R125
YZF-R125A
HANDLEIDING
5D7-F819D-D5
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u deze
machine gaat gebruiken.

U5D7D5D0.book Page 1 Wednesday, August 20, 2014 4:09 PM

DAU46091
Lees deze handleiding aandachtig d d d g g oor voor at u eze machine aat ebruiken. Deze hand dlei ing d ient bij de machine te
blijven als deze wordt verkocht.

U5D7D5D0.book Page 1 Wednesday, August 20, 2014 4:09 PM

BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING
DAU10134
Bijzonder belangrijke informatie is in deze handleiding gemarkeerd met de volgende aanduidingen:
*Product en specificaties kunnen zonder voorafgaande aankondiging worden gewijzigd.
Dit is het Safety Alert-symbool. Het word g bt e ruikt om u te waarschuwen voor risico’s op
persoonlijk letsel. Volg alle veili it symg d g b dhei saanwijzin en ij bool op om mogelijk letsel of
overlijden te voorkomen.
Een WAARSCHUWING d dui t een gevaarlijke situatie aan die, indien niet vermeden, kan re-
sulteren in ernstig letsel of overlijden.
De aand d gui in LET OP staat bij speciale voorzorg den ie moeten worden genomen om scha-
d d de aan e machine of an ere eigendommen te voorkomen.
De aanduiding OPMERKING staat bij belangrijke informatie die procedures kan vergemakkelijken
of verhelderen.
WAARSCHUWING
LET OP
OPMERKING

U5D7D5D0.book Page 2 Wednesday, August 20, 2014 4:09 PM

BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING
DAUM2152
YZF-R125/YZF-R125A
HANDLEIDING
©2014 door MBK INDUSTRIE
1e uitgave, juli 2014
Alle rechten voorb dehou en
Elke vorm van herdruk
of onb g bevoegd e ruik
zonder schriftelijke toestemming van
MBK INDUSTRIE
is uitdrukkelijk verb do en.
Gedrukt in Nederland.

U5D7D5D0.book Page 1 Wednesday, August 20, 2014 4:09 PM

INHOUDSOPGAVE
VEILIGHEIDSINFORMATIE.............. 1-1
BESCHRIJVING ................................ 2-1
Aanzicht linkerzijde......................... 2-1
Aanzicht rechterzijde...................... 2-2
Bedieningen en instrumenten......... 2-3
WERKING VAN DE
BEDIENINGSELEMENTEN EN
INSTRUMENTEN .............................. 3-1
Contactslot/stuurslot...................... 3-1
Controle- en
waarschuwingslampjes............... 3-2
Multifunctionele meter.................... 3-4
Stuurschakelaars.......................... 3-11
Koppelingshendel......................... 3-12
Schakelpedaal.............................. 3-12
Remhendel ................................... 3-13
Rempedaal ................................... 3-13
ABS (voor modellen met ABS)...... 3-13
Tankdop ....................................... 3-14
Brandstof...................................... 3-15
Uitlaatkatalysator.......................... 3-16
Bestuurderszadel.......................... 3-17
Zijstandaard.................................. 3-18
Startspersysteem ......................... 3-18
VOOR UW VEILIGHEID –
CONTROLES VOOR HET RIJDEN ...4-1
GEBRUIK EN BELANGRIJKE
RIJ-INFORMATIE..............................5-1
De motor starten ............................5-1
Schakelen .......................................5-2
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik ........................5-3
Inrijperiode ......................................5-3
Parkeren..........................................5-4
PERIODIEK ONDERHOUD EN
AFSTELLINGEN ................................6-1
Boordgereedschapsset...................6-2
Periodiek onderhoudsschema voor
het uitstootcontrolesysteem........6-3
Algemeen smeer- en
onderhoudsschema.....................6-4
De stroomlijn- en framepanelen
verwijderen en aanbrengen .........6-8
Bougie controleren........................6-10
Motorolie en oliefilterelement........6-11
Koelvloeistof..................................6-14
Vervangen van het
luchtfilterelement en reinigen
van de aftapslang ......................6-15
Stationair toerental controleren.....6-16
Vrije slag van de gasgreep
afstellen .....................................6-16
Klepspeling ...................................6-17
Banden ......................................... 6-17
Gietwielen..................................... 6-20
Vrije slag van koppelingshendel
afstellen..................................... 6-20
Vrije slag van voorremhendel
controleren ................................ 6-21
Vrije slag van rempedaal
afstellen..................................... 6-22
Remlichtschakelaars .................... 6-22
Controleren van voor- en
achterremblokken ..................... 6-23
Controleren van
remvloeistofniveau .................... 6-23
Remvloeistof verversen ................ 6-25
Spanning aandrijfketting............... 6-25
Aandrijfketting reinigen en
smeren ...................................... 6-26
Kabels controleren en smeren...... 6-27
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel............... 6-27
Rem- en koppelingshendels
controleren en smeren .............. 6-28
Rempedaal controleren en
smeren ...................................... 6-28
Zijstandaard controleren en
smeren ...................................... 6-29
Achterbrugscharnierpunten
smeren ...................................... 6-29
Voorvork controleren .................... 6-29
Stuursysteem controleren ............ 6-30
Controleren van wiellagers ........... 6-30

U5D7D5D0.book Page 2 Wednesday, August 20, 2014 4:09 PM

U5D7D5D0.book Page 1 Wednesday, August 20, 2014 4:09 PM

1-1
1
VEILIGHEIDSINFORMATIE
DAU1028B
Wees een verantwoordelijke eigenaar
Als eigenaar van de machine bent u verant-
woordelijk voor de veilige en juiste bedie-
ning ervan.
Motorfietsen zijn tweewielige voertuigen.
Voor een veilig gebruik zijn de toepassing
van de juiste rijtechnieken en de ervaring
van de bestuurder van belang. Elke be-
stuurder moet bekend zijn met de volgende
vereisten alvorens met deze motorfiets te
gaan rijden.
Hij of zij moet:
Door een competente informatiebron
grondig zijn ingelicht over alle aspec-
ten van het motorrijden.
Zich houden aan de waarschuwingen
en onderhoudseisen zoals vermeld in
deze Gebruikershandleiding.
Grondig getraind zijn in veilige en cor-
recte rijtechnieken.
Gebruikmaken van professionele
technische service, zoals aangegeven
in deze Gebruikershandleiding en/of
wanneer de mechanische condities
dit vereisen.
Ga nooit rijden met een motorfiets
zonder passende rijopleiding of in-
structies. Neem rijlessen. Beginners
moeten les krijgen van een gediplo-
meerd instructeur. Neem contact op
met een bevoegde motorfietsdealer
voor informatie over rijlessen bij u in
de buurt.
Veilig rijden
Voer vóór elke rit de controles voor het rij-
den uit om u ervan te verzekeren dat de
machine in veilige staat verkeert. Onvol-
doende inspectie of onderhoud van de ma-
chine vergroot het risico op ongeval of
schade. Zie pagina 4-1 voor een lijst met
controles voor het rijden.
Deze motorfiets is gebouwd voor het
vervoer van de bestuurder plus een
passagier.
Het niet opmerken en herkennen van
motorfietsen door andere weggebrui-
kers vormt de belangrijkste oorzaak
van auto-/motorongevallen. Vaak
worden ongevallen veroorzaakt door-
dat een autobestuurder de motor niet
heeft gezien. Zorg dat u opvalt, dat
blijkt het meest effectief om het risico
op een dergelijk type ongeval te ver-
minderen.
Dus:
• Draag een jack in felle kleuren.
• Wees extra voorzichtig bij het nade-
ren en passeren van kruisingen,
daar doen ongelukken met motor-
fietsen zich namelijk het meest
voor.
• Ga daar rijden waar andere wegge-
bruikers u kunnen zien. Ga niet rij-
den in de dode zichthoek van een
andere weggebruiker.
• Pleeg nooit onderhoud aan een
motorfiets zonder voldoende ken-
nis. Neem contact op met een be-
voegde motorfietsdealer voor
informatie over het basisonderhoud
van een motorfiets. Bepaalde on-
derhoudswerkzaamheden kunnen
alleen worden uitgevoerd door ge-
diplomeerd personeel.
Bij veel ongevallen zijn onervaren be-
stuurders betrokken. Veelal zijn be-
stuurders die bij een ongeval
betrokken waren zelfs niet in het bezit
van een geldig motorrijbewijs.
• Zorg dat u bekwaam bent om te rij-
den en leen uw motorfiets alleen uit
aan ervaren motorrijders.
• Weet wat u wel en niet aankunt.
Door rekening te houden met uw
beperkingen helpt u ongelukken
voorkomen.

U5D7D5D0.book Page 2 Wednesday, August 20, 2014 4:09 PM

VEILIGHEIDSINFORMATIE
1-2
1
• We raden aan om het motorrijden te
oefenen op plekken waar geen ver-
keer is, totdat u grondig bekend
bent met de motor en zijn bedie-
ning.
Ongelukken worden vaak veroorzaakt
door een fout van de motorbestuur-
der. Veel bestuurders houden bij het
ingaan van een bocht een te hoge rij-
snelheid aan of gaan onvoldoende
schuinliggen voor de rijsnelheid,
waardoor ze wijd uit de bocht komen.
• Neem altijd de maximumsnelheid in
acht en rijd nooit sneller dan de
wegcondities en het verkeer toe-
staan.
• Geef altijd richting aan voordat u af-
slaat of van rijstrook wisselt. Zorg
dat andere weggebruikers u kun-
nen zien.
De zithouding van de bestuurder en
de passagier is belangrijk voor een
goede besturing.
• De bestuurder moet tijdens het rij-
den beide handen aan het stuur
houden en beide voeten op de be-
stuurdersvoetsteunen, om zo de
macht over het stuur te behouden.
• De passagier hoort steeds de be-
stuurder, de zadelband of de hand-
greep, indien aanwezig, met beide
handen vast te houden en beide
voeten op de passagiersvoetsteu-
nen te houden. Neem nooit een
passagier mee die niet in staat is
om beide voeten stevig op de pas-
sagiersvoetsteunen te zetten.
Rijd nooit onder invloed van alcohol of
andere drugs.
Deze motorfiets is uitsluitend ontwor-
pen voor gebruik op verharde wegen.
De machine is niet bedoeld voor off-
roadgebruik.
Beschermende uitrusting
Motorongelukken met dodelijke afloop be-
treffen meestal hoofdletsel. Het dragen van
een helm is de belangrijkste factor bij het
voorkomen of reduceren van hoofdletsel.
Draag altijd een goedgekeurde helm.
Draag ook een vizier of een veilig-
heidsbril. Zonder oogbescherming
kan uw zicht door de rijwind verslech-
teren, waardoor u gevaren mogelijk te
laat opmerkt.
Door een jack, stevige schoenen, een
lange broek, handschoenen e.d. te
dragen verkleint u de kans op schaaf-
wonden of ontvellingen.
Draag nooit loszittende kleding, deze
kan blijven haken aan bedienings-
handgrepen of door de wielen worden
gegrepen en zo een ongeval of letsel
veroorzaken.
Draag altijd beschermende kleding
die uw benen, enkels en voeten be-
dekt. De motor en het uitlaatsysteem
kunnen tijdens en na het rijden zeer
heet zijn en brandwonden veroorza-
ken.
De hierboven vermelde voorzorgs-
maatregelen gelden ook voor passa-
giers.
Voorkom koolmonoxid g gever ifti ing
De uitlaatgassen van verbrandingsmotoren
bevatten koolmonoxide, een dodelijk gas.
Inademing van koolmonoxide kan hoofd-
pijn, duizeligheid, sufheid, misselijkheid,
verwarring en uiteindelijk de dood veroor-
zaken.
Koolmonoxide is een kleurloos, reukloos,
smaakloos gas dat ook aanwezig kan zijn
als u geen uitlaatgassen ziet of ruikt. Het
koolmonoxideniveau kan zeer snel oplo-
pen, waardoor u het bewustzijn kunt verlie-
zen en uzelf niet meer kunt redden. In
afgesloten of slecht geventileerde ruimtes
kunnen dodelijke hoeveelheden koolmo-
noxide dagenlang blijven hangen. Als u

U5D7D5D0.book Page 3 Wednesday, August 20, 2014 4:09 PM

VEILIGHEIDSINFORMATIE
1-3
1symptomen van koolmonoxidevergiftiging
ervaart, verlaat de ruimte dan onmiddellijk,
ga naar de open lucht en ROEP MEDISCHE
HULP IN.
Laat de motor niet binnen draaien.
Zelfs als u ventileert met ventilatoren
of open ramen en deuren kan de hoe-
veelheid koolmonoxide snel oplopen
tot gevaarlijke niveaus.
Laat de motor niet draaien in slecht
geventileerde of deels afgesloten
ruimtes zoals schuren of garages.
Laat de motor niet buiten draaien op
plaatsen waar de uitlaatgassen in een
gebouw kunnen worden getrokken via
openingen zoals ramen en deuren.
Beladen
Het monteren van accessoires of het ver-
voer van bagage kan een negatief effect
hebben op de rijstabiliteit en het wegge-
drag als hierdoor de gewichtsverdeling van
de motor verandert. Wees uiterst voorzich-
tig bij het monteren van accessoires of het
beladen van uw motor, om zo mogelijke
ongevallen te vermijden. Pas extra op wan-
neer u op een motor rijdt die beladen is of
waaraan accessoires zijn gemonteerd.
Hieronder volgen naast de informatie over
accessoires enkele richtlijnen voor het be-
laden van uw motorfiets:
Het totale gewicht van de bestuurder, pas-
sagier, accessoires en bagage mag de
maximale gewichtslimiet niet overschrij-
den. Rijden met een te zwaar belaste
machine kan leiden tot een ongeval.
Let op het volgende wanneer u tot deze ge-
wichtslimiet belaadt:
Het zwaartepunt van bagage en ac-
cessoires moet zo laag mogelijk lig-
gen en zo dicht mogelijk bij de motor.
Bevestig zware goederen zo dicht
mogelijk bij het midden van de machi-
ne en verdeel het gewicht zo gelijkma-
tig mogelijk over beide zijden om
onbalans of instabiliteit te minimalise-
ren.
Als gewicht gaat schuiven kan zich
een plotselinge onbalans voordoen.
Controleer voordat u gaat rijden of ac-
cessoires en bagage stevig aan de
motor zijn bevestigd. Controleer de
bevestigingspunten voor accessoires
en bagage regelmatig.
• Pas de vering aan de te vervoeren
bagage aan (alleen voor modellen
met instelbare vering) en controleer
de toestand en spanning van uw
banden.
• Bevestig nooit omvangrijke of zwa-
re goederen aan het stuur, de voor-
vork of het voorwielspatbord.
Dergelijke voorwerpen, inclusief
bagage als slaapzakken, plunjezak-
ken of tenten, kunnen een instabiel
weggedrag of een te trage reactie
op het stuur veroorzaken.
Deze machine is niet ontworpen
voor het trekken van een aanhanger
of bevestiging van een zijspan.
Originele Yamaha accessoires
De keuze van accessoires voor uw machi-
ne vormt een belangrijke beslissing. Origi-
nele Yamaha accessoires, die alleen
verkrijgbaar zijn bij de Yamaha dealer, zijn
door Yamaha ontwikkeld, getest en goed-
gekeurd voor gebruik op uw machine.
Veel bedrijven die niet zijn gelieerd aan
Yamaha produceren onderdelen en acces-
soires of bieden aanpassingssets voor
Yamaha voertuigen. Yamaha kan niet alle
producten testen die deze bedrijven produ-
ceren. Om die reden kan Yamaha acces-
soires die niet door Yamaha zijn verkocht of
wijzigingen die niet door zijn Yamaha zijn
aangeraden niet goedkeuren of aanbeve-
len, zelfs niet als deze zijn verkocht en
geenstalleerd door een Yamaha dealer.
Maximale belasting:
180 kg (397 lb)

U5D7D5D0.book Page 4 Wednesday, August 20, 2014 4:09 PM

U5D7D5D0.book Page 5 Wednesday, August 20, 2014 4:09 PM

VEILIGHEIDSINFORMATIE
1-5
1Zorg dat het voorwiel recht naar voren
wijst op de aanhanger of de laadvloer
en zet het wiel vast in een goot om be-
weging te voorkomen.
Schakel een versnelling in (bij model-
len met een handgeschakelde ver-
snellingsbak).
Zet de motorfiets vast met spanban-
den of andere geschikte banden aan
stevige delen van de motorfiets, zoals
het frame of de bovenste voorvork-
klem (en niet aan, bijvoorbeeld, het
stuur, de richtingaanwijzers of onder-
delen die kunnen afbreken). Kies de
plaats voor de spanbanden zorgvuldig
om te voorkomen dat deze tijdens het
transport schuurplekken op de lak
veroorzaken.
Zorg indien mogelijk dat de vering iets
door de spanbanden wordt ingedrukt,
zodat de motorfiets tijdens het trans-
port niet overmatig kan stuiteren.

U5D7D5D0.book Page 1 Wednesday, August 20, 2014 4:09 PM

BESCHRIJVING
2-1
2
DAU10411
Aanzicht linkerzijde
234
57 6
1
1. Accu (pagina 6-31)
2. Boordgereedschapsset (voor ABS-modellen) (pagina 6-2)
3. Boordgereedschapsset (pagina 6-2)
4. Zekeringenkastje (pagina 6-32)
5. Schakelpedaal (pagina 3-12)
6. Olieaftapplug (pagina 6-11)
7. Koelvloeistofreservoir (pagina 6-14)

U5D7D5D0.book Page 2 Wednesday, August 20, 2014 4:09 PM

BESCHRIJVING
2-2
2
DAU10421
Aanzicht rechterzijde
1
23456
1. Vloeistofreservoir voorrem (pagina 6-23)
2. Bougie (pagina 6-10)
3. Oliefilterelement (pagina 6-11)
4. Peilstok (pagina 6-11)
5. Vloeistofreservoir achterrem (pagina 6-23)
6. Rempedaal (pagina 3-13)

U5D7D5D0.book Page 3 Wednesday, August 20, 2014 4:09 PM

U5D7D5D0.book Page 1 Wednesday, August 20, 2014 4:09 PM

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-1
3
DAU10462
Contactslot/stuurslot
Via het contactslot/stuurslot worden het
ontstekingssysteem en de verlichtingssy-
stemen bediend en wordt het stuur ver-
grendeld. De diverse standen worden
hierna beschreven.
DAU36871
ON
Alle elektrische circuits worden voorzien
van stroom; de instrumentenverlichting, het
achterlicht, de kentekenverlichting en het
parkeerlicht gaan branden en de motor kan
worden gestart. De sleutel kan niet worden
uitgenomen.
OPMERKING
De koplamp gaat automatisch branden als
de motor wordt gestart en blijft aan totdat
de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid, zelfs
als de motor afslaat.
DAU10662
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
WAARSCHUWING
DWA10062
Draai nooit de sleutel naar “OFF” of
“LOCK” terwijl de machine rijdt. Hier-
d d door wor en e elektrische systemen
uitgeschakeld, wat mogelijk kan leiden
tot verlies van de controle of een onge-
val.
DAU10693
LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektrische
systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel kan
worden uitgenomen.
Om het stuur te vergrendelen
1. Draai het stuur helemaal naar links of
rechts.
2. Druk de sleutel in de “OFF”-stand in
en draai deze dan naar “LOCK”. Houd
de sleutel hierbij ingedrukt.
3. Neem de sleutel uit.
1. Drukken.
2. Draaien.
1 2

U5D7D5D0.book Page 2 Wednesday, August 20, 2014 4:09 PM

U5D7D5D0.book Page 3 Wednesday, August 20, 2014 4:09 PM

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-3
3
defect is. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het zelfdiagnosesysteem te contro-
leren.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet met-
een op wanneer u de sleutel naar “ON”
draait of blijft het lampje branden, laat het
elektrisch circuit dan door een Yamaha
dealer controleren.
DAU58530
ABS-waarschuwingslampje “ ” (voor
modellen met ABS)
Onder normale omstandigheden gaat het
ABS-waarschuwingslampje branden als de
sleutel naar “ON” wordt gedraaid en uit als
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h) of
hoger wordt gereden.
Als het ABS-waarschuwingslampje:
niet gaat branden wanneer de sleutel
naar “ON” wordt gedraaid
gaat branden of knipperen tijdens het
rijden
niet uitgaat wanneer met een snelheid
van 10 km/h (6 mi/h) of hoger wordt
gereden
Werkt het ABS-systeem mogelijk niet goed.
Vraag als een van de bovenstaande geval-
len zich voordoet zo snel mogelijk een
Yamaha dealer het systeem te controleren.
(Zie pagina 3-13 voor uitleg over de wer-
king van het ABS-systeem.)
WAARSCHUWING
DWA16041
Als het ABS-waarschuwingslampje niet
uitgaat zodra met een snelheid van 10
km/h (6 mi/h) of hoger word gt ereden, of
als het waarschuwingslampje tijdens
het rijd g ben aat randen of knipperen,
keert het remsysteem terug naar con-
ventioneel remmen. Als een van d be o-
venstaande gevallen zich voordoet, of
als het waarschuwingslampje helemaal
niet gaat b d dran en, rij an extra voorzich-
tig om te voorkomen dat de remmen in
noodsituaties blokkeren. Laat het rem-
systeem en de elektrische circuits zo
snel mog delijk oor een Yamaha dealer
controleren.
DAUM3440
Waarschuwingslampje hoge toeren
Dit waarschuwingslampje gaat bij 9500
tpm knipperen om u te waarschuwen dat
het motortoerental de hogetoerenzone
heeft bereikt. Zodra het motortoerental
10000 tpm bereikt, gaat dit lampje branden
om u te waarschuwen dat u moet opscha-
kelen om motorschade te voorkomen.
Om het waarschuwingslampje hoge toeren
te activeren of deactiveren houdt u de “IN-
FO”-toets ingedrukt, draait u de sleutel
naar “ON” en drukt u op de “SELECT”-
toets wanneer het waarschuwingslampje
hoge toeren begint te knipperen.
OPMERKING
Bij het activeren of deactiveren van het
waarschuwingslampje zal het lampje na het
indrukken van de “SELECT”-toets gaan
branden om aan te geven dat de functie is
geactiveerd of uitgaan om aan te geven dat
de functie is gedeactiveerd.
ABS

U5D7D5D0.book Page 4 Wednesday, August 20, 2014 4:09 PM

U5D7D5D0.book Page 5 Wednesday, August 20, 2014 4:09 PM

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-5
3
ters en mijlen en houd vervolgens de
“SELECT”-toets twee seconden inge-
drukt om de instelling te bevestigen.
Toerenteller
Met de toerenteller kan de bestuurder het
motortoerental controleren en dit binnen
het ideale bereik houden.
Als de sleutel naar “ON” wordt gedraaid,
slaat de toerenteller uit tot het hoogste toe-
rental en keert daarna weer terug naar nul
tpm om het elektrische circuit te testen.
LET OP
DCAM1150
Laat de motor niet draaien in de hoge-
toerenzone van de toerenteller.
Hogetoerenzone: 10000 tpm en hoger
Klok
De klok wordt weergegeven als de sleutel
naar “ON” wordt gedraaid.
Om de klok op tijd te zetten
1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Houd de “SELECT”-toets minstens
twee seconden ingedrukt.
3. Als de urenaanduiding begint te knip-
peren, drukt u op de “RESET”-toets
om de uren in te stellen.
4. Druk op de “SELECT”-toets en de mi-
nutenaanduiding zal gaan knipperen.
5. Gebruik de “RESET”-toets om de mi-
nuten in te stellen.
6. Druk op de “SELECT”-toets en laat
deze dan los om de klok te starten.
OPMERKING
Druk bij het instellen van de uren en minu-
ten kort op de “RESET”-toets om de waar-
de in stappen van één te verhogen, of houd
de toets ingedrukt om de waarde doorlo-
pend te verhogen.
Brandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofniveau-
meter verdwijnen richting “E” (leeg) naar-
mate het brandstofniveau verder daalt. Als
het brandstofniveau laag wordt, gaat het
1. Toerenteller
2. Hogetoerenzone
ZAUM 1147
km/h
x1000r/min
1
2
1. Klok
ZAUM 1148
1/2
ODO
TRIP1
1
1. Brandstofniveaumeter
2. Waarschuwingslampje brandstofniveau
“ ”
3. Ritteller brandstofreserve
4. Informatieweergave
ZAUM 1149
km/h
Lo
Hi
1/2
FTRIP
x1000r/min
21
34

U5D7D5D0.book Page 6 Wednesday, August 20, 2014 4:09 PM

U5D7D5D0.book Page 7 Wednesday, August 20, 2014 4:09 PM

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-7
3
Als nog ca. 3.0 L (0.79 US gal, 0.66 Imp.gal)
brandstof in de brandstoftank aanwezig is,
wisselt het display automatisch naar de
brandstofreserve-ritteller “F TRIP” en wordt
de afgelegde afstand vanaf dat punt aan-
gegeven. In dat geval wordt door het in-
drukken van de “SELECT”-toets in de
onderstaande volgorde gewisseld tussen
de diverse weergaven van rittellers en kilo-
meterteller:
ODO → TRIP 1 → TRIP 2 → F TRIP (brand-
stofreserve-ritteller) → ODO
Om een ritteller terug te stellen, selecteert u
deze door de “SELECT”-toets ingedrukt te
houden totdat “TRIP 1, TRIP 2, F TRIP”
wordt weergegeven. Houd terwijl “TRIP 1,
TRIP 2, F TRIP” wordt weergegeven de
“RESET”-toets twee seconden ingedrukt.
De brandstofreserve-ritteller wordt auto-
matisch teruggesteld en verdwijnt nadat u
hebt bijgetankt en de sleutel naar “OFF”
hebt gedraaid.
Multifunctioneel display
Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen:
een weergave voor het brandstofver-
bruik (functies voor gemiddeld en hui-
dig verbruik)
een weergave voor de gemiddelde
snelheid (die de gemiddelde snelheid
toont sinds de weergave voor het
laatst werd teruggesteld op nul)
een tijd-ritteller (die de gereden tijd
aangeeft sinds de teller voor het laatst
werd teruggesteld op nul)
een indicator olieverversing met een
herinnering voor olieverversing (die de
afgelegde afstand toont sinds de teller
voor het laatst werd teruggesteld op
nul)
een indicator lage accuspanning
een waarschuwingsberichtenfunctie
een voorziening voor zelfdiagnose
Druk op de “INFO”-toets om te wisselen
tussen de weergaven voor gemiddeld
brandstofverbruik “C Ave__._km/L” of “C
Ave __._ L/100 km”, huidig brandstofver-
bruik “C INS__._km/L” of “C INS__._L/100
km”, ritteller “TRIP TIME _h __min”, gemid-
delde snelheid “AVE SPEED/__km/h” en
herinnering voor olieverversing “DIST
SERV/__km” in de onderstaande volgorde:
C Ave__._km/L → C Ave __._ L/100 km →
C INS__._km/L → C INS__._L/100 km →
TRIP TIME _h __min → AVE
SPEED/__km/h → DIST SERV/__km
Alleen Verenigd Koninkrijk:
Druk op de “INFO”-toets om te wisselen
tussen de weergaven voor gemiddeld
brandstofverbruik “C Ave__._mpg”, huidig
brandstofverbruik “C INS__._mpg”, ritteller
“TRIP TIME _h __min”, gemiddelde snel-
1. Kilometerteller/ritteller/ritteller brandstofre-
serve
ZAUM 1152
1/2
F TRIP
1
1. Multifunctioneel display
ZAUM 1153
km/L
Lo
Hi
OIL
1

U5D7D5D0.book Page 8 Wednesday, August 20, 2014 4:09 PM

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-8
3
heid “AVE SPEED/__mph” en herinnering
voor olieverversing “DIST SERV/__miles” in
de onderstaande volgorde:
C Ave__._mpg → → C INS__._mpg TRIP
TIME _h __min → AVE SPEED/__mph →
DIST SERV/__miles
Weergave huid gi b dran stofverbruik
De weergave van het huidige brandstofver-
bruik kan worden ingesteld op “km/L”,
“L/100 km” of “MPG” (alleen Verenigd Ko-
ninkrijk). Druk op de “INFO”-toets om te
wisselen tussen de volgende display-in-
stellingen.
“km/L”: De afstand die onder de huidi-
ge rijomstandigheden kan worden af-
gelegd met 1.0 L brandstof wordt
weergegeven.
“L/100 km”: De hoeveelheid brandstof
die nodig is om onder de huidige rij-
omstandigheden 100 km af te leggen
wordt weergegeven.
“MPG” (alleen Verenigd Koninkrijk):
De afstand die onder de huidige rijom-
standigheden kan worden afgelegd
met 1.0 Imp.gal brandstof wordt
weergegeven.
OPMERKING
Bij snelheden onder 10 km/h (6 mi/h) wordt
“_ _._” weergegeven.
Weergave gemiddeld b randstofverbruik
De weergave voor gemiddeld brandstof-
verbruik toont het gemiddelde brandstof-
verbruik sinds de teller voor het laatst werd
teruggesteld. De weergave kan worden in-
gesteld op “AVE_ _._ km/L”, “AVE_ _._
L/100 km” of “AVE_ _._ MPG” (alleen Ver-
enigd Koninkrijk). Druk op de “INFO”-toets
om te wisselen tussen de volgende display-
instellingen.
“AVE_ _._ km/L”: De gemiddelde af-
stand die kan worden afgelegd op
1.0 L brandstof wordt weergegeven.
“AVE_ _._ L/100 km”: De gemiddelde
hoeveelheid brandstof die nodig is om
100 km af te leggen wordt weergege-
ven.
“AVE_ _._ MPG” (alleen Verenigd Ko-
ninkrijk): De gemiddelde afstand die
kan worden afgelegd op 1.0 Imp.gal
brandstof wordt weergegeven.
Om de weergave voor gemiddeld brand-
stofverbruik terug te stellen (hiervoor moet
de modus “ODO” zijn geselecteerd), selec-
teert u deze door op de “INFO”-toets te
drukken en houdt u vervolgens de “RE-
SET”-toets twee seconden ingedrukt.
OPMERKING
Nadat u de weergave voor gemiddeld
brandstofverbruik hebt teruggesteld, wordt
“_ _._” weergegeven totdat 1 km (0.6 mi)
met de machine is gereden.
ZAUM1154
km/L L/100km
Lo
Hi
ZAUM1155
km/L
Lo
Hi
L/100km

U5D7D5D0.book Page 9 Wednesday, August 20, 2014 4:09 PM

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-9
3
Weergave voor gemiddelde snelheid
De weergave voor gemiddelde snelheid
toont uw gemiddelde snelheid sinds de tel-
ler voor het laatst werd teruggesteld. De
weergave kan worden ingesteld op “AVE
SPEED_ _._ km/h”, AVE SPEED __._ mph”
(alleen voor het Verenigd Koninkrijk: druk
op de “INFO”-toets om te wisselen tussen
deze display-instellingen).
“AVE SPEED_ _._ km/h”: Uw gemid-
delde rijsnelheid in kilometers per uur.
“AVE SPEED_ _._ mph” (alleen voor
het Verenigd Koninkrijk): Uw gemid-
delde rijsnelheid in mijlen per uur.
Om de weergave voor gemiddelde snelheid
terug te stellen (hiervoor moet de modus
“ODO” zijn geselecteerd), selecteert u deze
door op de “INFO”-toets te drukken en
houdt u vervolgens de “RESET”-toets twee
seconden ingedrukt. De weergave voor ge-
middelde snelheid wordt automatisch te-
ruggesteld 4 uur nadat de sleutel voor het
laatst naar “OFF” is gedraaid.
Tijd-ritteller
De tijd-ritteller geeft in “_h _min” (uren en
minuten) de verstreken tijd weer sinds de
sleutel naar “ON” werd gedraaid sinds de
tijd-ritteller voor het laatst werd terugge-
steld.
Om de tijd-ritteller terug te stellen (hiervoor
moet de modus “ODO” zijn geselecteerd),
selecteert u deze door op de “INFO”-toets
te drukken en houdt u vervolgens de “RE-
SET”-toets twee seconden ingedrukt. De
tijd-ritteller wordt automatisch teruggesteld
4 uur nadat de sleutel voor het laatst naar
“OFF” werd gedraaid.
Indicator olieverversing “OIL”
Deze indicator gaat knipperen (het bericht
“OIL SERV” wordt ook weergegeven) om
aan te geven dat de motorolie moet worden
ververst. De indicator gaat knipperen bij het
eerste onderhoudsinterval na 1000 km (600
mi), na de volgende 2000 km (1200 mi) en
vervolgens bij elke 3000 km daarna. Nadat
de motorolie is ververst moet de indicator
olieverversing worden teruggesteld.
Om de indicator olieverversing terug te
stellen (hiervoor moet de modus “ODO” zijn
geselecteerd), houdt u de “RESET”-toets
twee seconden ingedrukt totdat het bericht
“OIL SERV” gaat knipperen en houdt u ver-
volgens de “RESET”-toets minstens 15 se-
conden ingedrukt. De weergave “DIST
SERV” (herinnering voor olieverversing die
de afgelegde afstand toond sinds de teller
voor het laatst werd teruggesteld) wordt
ook teruggesteld.
ZAUM1156
Lo
Hi
ZAUM1157
Lo
Hi
ZAUM1158
Lo
Hi
OIL
Lo
Hi
Specyfikacje produktu
Marka: | Yamaha |
Kategoria: | Silnik |
Model: | YZF-R125 (2014) |
Potrzebujesz pomocy?
Jeśli potrzebujesz pomocy z Yamaha YZF-R125 (2014), zadaj pytanie poniżej, a inni użytkownicy Ci odpowiedzą
Instrukcje Silnik Yamaha

2 Lutego 2025

3 Stycznia 2025

3 Stycznia 2025

29 Grudnia 2024

5 Października 2024

3 Października 2024

1 Października 2024

27 Września 2024

16 Września 2024

15 Września 2024
Instrukcje Silnik
- Silnik Triumph
- Silnik Kawasaki
- Silnik Honda
- Silnik Milwaukee
- Silnik KTM
- Silnik Ducati
- Silnik BMW
- Silnik GasGas
- Silnik Suzuki
- Silnik Husqvarna
- Silnik Aprilia
- Silnik Mercedes-Benz
- Silnik Danfoss
- Silnik Texas
- Silnik ELAC
- Silnik Kettler
- Silnik Mitsubishi
- Silnik Indian
- Silnik Piaggio
- Silnik Reebok
- Silnik Juki
- Silnik Beta
- Silnik Bajaj
- Silnik Royal Enfield
- Silnik Sherco
- Silnik Hyosung
- Silnik Benelli
- Silnik Cagiva
- Silnik Metabo
- Silnik Nautilus
- Silnik Mash
- Silnik Hero
- Silnik Victory
- Silnik Emco
- Silnik Chang Jiang
- Silnik Harley Davidson
- Silnik Moto Guzzi
- Silnik Derbi
- Silnik SMC
- Silnik Ridley
- Silnik Anova
- Silnik Zero
- Silnik MV Agusta
- Silnik BodyCraft
- Silnik Mahindra
- Silnik CRRCpro
Najnowsze instrukcje dla Silnik

1 Marca 2025

21 Lutego 2025

17 Lutego 2025

16 Lutego 2025

14 Lutego 2025

8 Lutego 2025

8 Lutego 2025

2 Lutego 2025

15 Stycznia 2025

12 Stycznia 2025