Instrukcja obsługi Yamaha RX-V765

Yamaha odbiornik RX-V765

Przeczytaj poniżej 📖 instrukcję obsługi w języku polskim dla Yamaha RX-V765 (88 stron) w kategorii odbiornik. Ta instrukcja była pomocna dla 2 osób i została oceniona przez 2 użytkowników na średnio 4.5 gwiazdek

Strona 1/88
RX-V765
AV Receiver
Ampli-tuner audio-vidéo
OWNER’S MANUAL
MODE D’EMPLOI
BEDIENUNGSANLEITUNG
BRUKSANVISNING
GEBRUIKSAANWIJZING
G
Let op-i Nl
1Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te
lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er
later nog eens iets in kunt opzoeken.
2Installeer deze geluidsinstallatie op een goed geventileerde,
koele, droge, schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van
warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor
een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de
bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan
de achterkant van dit toestel.
3Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te
voorkomen.
4Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het
toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad
(bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat
zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel blootstaat aan druppelende
of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet
bovenop dit toestel:
Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel
kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het
toestel terecht komt.
6Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot
schade.
9Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone,
droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is
gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of
persoonlijk letsel. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid
voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel
met een ander voltage dan aangegeven staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen, dient u de
stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend Yamaha
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie
behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een
plek waar u de stekker en het stopcontact gemakkelijk kunt
bereiken.
17 Lees het hoofdstuk “Oplossen van problemen” over veel
voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de
conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
18 Voordat u dit toestel verplaatst, dient u te drukken op
AMAIN ZONE ON/OFF om dit toestel in de stand-
bystand te zetten en dient u de stekker uit het stopcontact te
halen.
19 VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor Azië en
algemene modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte
netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt. De
voltages zijn:
.............110/120/220/230-240 V, 50/60 Hz wisselstroom (algemeen model)
............................220/230-240 V, 50/60 Hz wisselstroom (Aziatisch model)
20 De batterijen mogen niet worden blootgesteld aan hitte, zoals
door direct zonlicht, vuur of iets dergelijks.
21 Een te hoge geluidsdruk (volume) van een oortelefoon of
hoofdtelefoon kan leiden tot gehoorschade.
22 Vergewis u bij het vervangen van de batterijen ervan dat u
batterijen van hetzelfde type gebruikt. Er kan gevaar op
explosie bestaan als de batterijen onjuist vervangen worden.
Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt.
WAARSCHUWING
OM HET RISICO OP BRAND OF ELEKTRISCHE
SCHOKKEN TE VERMINDEREN, MAG U DIT
TOESTEL IN GEEN GEVAL BLOOTSTELLEN
AAN REGEN OF VOCHT.
Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is
de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer
u het toestel uitschakelt met AMAIN ZONE ON/
OFF. In deze staat is dit toestel ontworpen om slechts
een zeer kleine hoeveelheid stroom te gebruiken.
1 NI
Nederlands
INLEIDING AANHANGSEL
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Kenmerken ..............................................................2
Over deze handleiding............................................3
Meegeleverde accessoires .......................................3
Onderdeelnamen en functies..................................4
Voorpaneel................................................................. 4
Achterpaneel .............................................................. 5
Display voorpaneel .................................................... 6
Afstandsbediening ..................................................... 7
Snelstartgids ............................................................8
L
Afstandsbediening voorbereiden...........................9
Inzetten van batterijen in de afstandsbediening......... 9
Gebruiken van de afstandsbediening ......................... 9
Verbindingen.........................................................10
Luidsprekers opstellen ............................................. 10
Aansluiten van luidsprekers..................................... 11
Informatie over aansluitingen en stekkers ............... 14
Aansluiten van een videomonitor ............................ 15
Aansluiten van andere componenten ....................... 16
Aansluiten van een multiformaat-speler of externe
decoder................................................................. 18
Aansluiten van een externe versterker .....................18
Gebruiken van de REMOTE IN/OUT
aansluitingen........................................................ 19
Aansluiten van een Yamaha iPod universeel dock of
een Bluetooth™ draadloze audio-ontvanger........... 19
Een camcorder of draagbare audiospeler
aansluiten ............................................................. 19
Aansluiten van de FM en AM antennes................... 20
Aansluiten van het netsnoer..................................... 20
Aan en uit zetten van dit toestel............................... 20
Optimaliseren van de luidsprekerinstellingen
voor uw kamer (YPAO) ...................................21
Gebruikmaken van Auto Setup................................ 21
Wanneer een foutmelding wordt weergegeven
tijdens meting ...................................................... 23
Wanneer een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven na meting ....................................... 23
Weergave ...............................................................24
Basisprocedure......................................................... 24
Gebruikmaken van de SCENE functie .................... 24
Tijdelijk dempen van audioweergave (MUTE)....... 25
Het afstemmen van hoge lage tonenweergave
(toonregeling) ...................................................... 25
Genieten van puur hi-fi geluid
(Pure Direct-modus) ............................................ 25
Gebruiken van een hoofdtelefoon............................ 26
Weergeven van ingangsignaalinformatie ................26
Informatie wijzigen op de display van het
voorpaneel ........................................................... 26
Genieten van de geluidveldprogramma’s ...........27
Selecteren van geluidsveldprogramma’s ................. 27
Genieten van onverwerkte signaalbronnen
(rechtstreekse decodeer stand)............................. 30
Gebruik van geluidsveldprogramma’s zonder
surround-luidsprekers
(Virtual CINEMA DSP) ...................................... 30
Genieten van geluidsveldprogramma’s met
hoofdtelefoons (SILENT CINEMA™) ............... 30
Genieten van meer ruimtelijke geluidsvelden
(CINEMA DSP 3D-modus).................................30
FM/AM afstemmen .............................................. 31
Afstemmen op een gewenste FM/AM zender
(Frequentie afstemming modus) .......................... 31
Registreert FM/AM zenders en stemt af in
(Voorkeuze afstemmings modus)........................ 31
Radio Data Systeem afstembewerking ............... 33
Tonen van Radio Data Systeem informatie ............. 33
Selecteren van een Radio Data Systeem
programmatype (PTY Seek-modus).................... 33
Gebruiken van de dataservice voor verbetering van
het gebruik van andere netwerken (EON)........... 34
Gebruikmaken van iPod™ .................................. 35
Bedienen van iPod ............................................... 35
Gebruikmaken van Bluetooth™ componenten......37
Het paren van de Bluetooth™ draadloze audio-
ontvanger en uw Bluetooth™ component ........... 37
Weergave van de Bluetooth™ component .............. 37
Overige functies .................................................... 38
Gebruiken van de slaaptimer ................................... 38
Gebruikmaken van de HDMI™ regelfunctie ..........38
Het optionele menu instellen voor elke
signaalbron (OPTION menu).......................... 39
OPTION menu-items............................................... 39
Het weergeven van een videosignaal vanaf een andere
signaalbron tijdens het reproduceren van een multi-
kanaals audiosignaal ................................................. 41
Bewerken van surround decoders/
geluidsveldprogramma’s.................................. 42
Instellen van geluidsveldparameters........................ 42
Geluidsveldparameters............................................. 42
Het wijzigen van diverse instellingen voor dit
toestel (SETUP-menu)...................................... 46
Basisbediening van het SETUP menu ..................... 47
Speaker Setup .......................................................... 47
Sound Setup ............................................................. 49
Function Setup ......................................................... 50
DSP Parameter......................................................... 52
Memory Guard......................................................... 52
Gebruik van de multi-zone configuratie............. 53
Aansluiten van Zone2 .............................................. 53
Zone2 regelen .......................................................... 54
Het besturen van andere componenten met de
afstandsbediening ............................................. 55
Instellen van afstandsbedieningscodes .................... 55
Programmeren vanaf andere afstandsbedieningen ......56
De afstandsbedieningscodes resetten....................... 57
Geavanceerde setup.............................................. 58
Oplossen van problemen...................................... 60
Algemeen ................................................................. 60
HDMI™................................................................... 63
Tuner (FM/AM)....................................................... 64
Afstandsbediening ................................................... 64
iPod™ ...................................................................... 65
Bluetooth™.............................................................. 66
Auto Setup (YPAO)................................................. 66
Woordenlijst.......................................................... 69
Geluidsveldprogramma informatie .................... 71
Informatie over HDMI..................................... 72
Technische gegevens............................................. 73
Index ...................................................................... 74
(aan het eind van deze handleiding)
Inhoud
INLEIDING
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENING
GEAVANCEERDE BEDIENING
AANHANGSEL
Lijst met afstandsbedieningscodes........................i
2 Nl
INLEIDING
Ingebouwde 7-kanaals eindversterker
Minimum RMS uitgangsvermogen (20 Hz tot 20 kHz,
0,08% THD, 8 Ω)
FRONT L/R: 95 W + 95 W
CENTER: 95 W
SURROUND L/R: 95 W + 95 W
SURROUND BACK L/R: 95 W + 95 W
Luidspreker/preout uitgangen
Luidsprekeraansluitingen (7-kanaal + aanwezigheid
2-kanaal), preout uitgangaansluitingen (7-kanaal, en
subwoofer preout-aansluiting x 2)
In-/Uitgangsaansluitingen
Ingangaansluitingen
HDMI ingang x 4
Audio/Video-ingang
[Audio] Digitale ingang (coaxiaal) x 2, digitale
ingang (optisch) x 2, analoge ingang x 2
[Video] Component video x 2, S video x 1,
composiet video x 4
Audio ingang (analoog) x 2
Phono ingang x 1
Multi-kanaal audioingang x 1
Dock ingang x 1
V-AUX ingang
[Audio] Analoog x 1, stereo mini-aansluiting x 1
[Video] Composiet video x 1
Uitgangaansluitingen
Beeldschermuitgang
[Audio/Video] HDMI x 1
[Video] Component video x 1, Composiet video x 1
Audio/Video-uitgang
[Audio] Analoog x 1
[Video] Composiet video x 1
Audio uitgang
Analoog x 1
Zone2 uitgang
Analoog x 1
Andere aansluitingen
Externe ingang x 1, Externe uitgang x 1
Trigger-uitgang x 1
Zelf ontwikkelde Yamaha technologie voor de
creatie van geluidsvelden
CINEMA DSP 3D
De Compressed Music Enhancer stand
Virtual CINEMA DSP
SILENT CINEMA™
Digitale audiodecoders
Dolby TrueHD, Dolby Digital Plus
DTS-HD Master Audio, DTS-HD High Resolution
Audio, DTS Express
Dolby Digital, Dolby Digital EX
DTS, DTS 96/24, DTS-ES Matrix 6.1,
DTS-ES Discrete 6.1
Dolby Pro Logic, Dolby Pro Logic II,
Dolby Pro Logic IIx
DTS NEO:6
DSD
Verfijnde FM/AM ontvanger
40 willekeurige en gemakkelijk toegankelijke
voorkeuzezenders
Automatisch voorprogrammeren
Radio Data Systeem afstembewerking
HDMI™
(High-Definition Multimedia Interface)
HDMI interface voor standaard, verbeterde of high-
definition video en multikanaals digitale audio
Automatische audio- en videosynchronisatie (lip
sync) informatiemogelijkheid
Overdrachtsvermogen van Deep Color videosignalen
(30/36 bits)
Overdrachtsvermogen van “x.v.Color” videosignalen
Hoge verversingsfrequentie en geschikt voor de
verwerking van videosignalen met hoge resolutie
Geschikt voor de verwerking van digitale
audiosignalen met een hoge definitie
Mogelijkheid tot opwaarderen van analoge video naar
HDMI digitale video (composiet video HDMI,
component video HDMI) voor de monitoruitgang
Analoge video opwaardering voor HDMI digitale
videosignalen 576i of 576p 720p, 1080i of 1080p
HDMI-regelmogelijkheid
DOCK-aansluiting
DOCK-aansluiting om een Yamaha iPod universeel
dock (zoals YDS-11, afzonderlijk verkocht) of een
Bluetooth draadloze audio-ontvanger (zoals YBA-10,
afzonderlijk verkocht) aan te sluiten
Automatische luidsprekerinstellingsfuncties
“YPAO” (Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer)
voor automatische optimalisatie van luidsprekersignalen
die geschikt zijn voor luisteromgevingen
Overige kenmerken
192-kHz/24-bits D/A converter
OSD (in-beeld display) menu’s waarmee u dit toestel
optimaal kunt aanpassen aan uw persoonlijk audio-/
videosysteem
Pure Direct voor onversneden hi-fi weergave van alle
bronnen
Adaptieve regeling van het dynamisch bereik
SCENE functie waarmee u de signaalbronnen en de
geluidsveldprogramma’s kan veranderen met één toets
Slaaptimer
Multi-zone functie
Kenmerken
3 Nl
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENIN
GGEAVANCEERD
E BEDIENING
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories.
Dolby, Pro Logic en het dubbele-D symbool zijn handelsmerken van
Dolby Laboratories.
Gefabriceerd onder licentie onder VS octrooinummers:
5,451,942;5,956,674;5,974,380;5,978,762;6,226,616;6,487,535 &
andere V.S. en wereldwijde octrooien, reeds uitgegeven & aangevraagd.
DTS is een geregistreerd handelsmerk en de DTS logo’s, Symbool,
DTS-HD en DTS-HD Master Audio zijn handelsmerken van DTS, Inc.
© 1996-2007 DTS, Inc. Alle rechten voorbehouden.
iPod™
“iPod” is een handelsmerk van Apple Inc., geregistreerd in de V.S. en
andere landen.
Bluetooth™
Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG en
wordt door Yamaha gebruikt volgens een licentieovereenkomst.
“HDMI”, het “HDMI”-logo en “High-Definition Multimedia
Interface” zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van
HDMI Licensing LLC.
x.v.Color™
“x.v.Color” is een handelsmerk van Sony Corporation.
“SILENT CINEMA” is een handelsmerk van Yamaha Corporation.
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.
Afstandsbediening (zie bladzijde 9)
Batterijen (AAA, R03, UM-4) x 2 (zie bladzijde 9)
Optimalisatie-microfoon (zie bladzijde 21)
AM ringantenne (zie bladzijde 20)
FM binnenantenne (zie bladzijde 20)
Regeldiagram
Over deze handleiding
Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het voorpaneel als met de afstandsbediening. Als de naam van een toets op
de afstandsbediening verschilt van die op het voorpaneel, zal de naam van de betreffende toets op de afstandsbediening tussen haakjes vermeld
worden.
Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als gevolg van verbeteringen,
enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit.
AMAIN ZONE ON/OFF” of “eHDMI 1” (voorbeeld) geeft de naam aan van een onderdeel op het voorpaneel of de afstandsbediening.
Raadpleeg het “Regeldiagram” of de “Onderdeelnamen en functies” op pagina 4 voor informatie over de locatie van de verschillende onderdelen.
y geeft een bedieningstip aan.
geeft de bladzijde aan waar de betreffende informatie staat beschreven.
Meegeleverde accessoires
5 Nl
Onderdeelnamen en functies
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENIN
GGEAVANCEERD
E BEDIENING
aDOCK-aansluiting
Voor het aansluiten van een Yamaha iPod universal dock (YDS-
11, apart verkocht) of Bluetooth draadloze audio-ontvanger
(YBA-10, apart verkocht) (zie bladzijde 19).
bPHONO-aansluitingen
Voor het aansluiten van een draaitafel (zie bladzijde 17).
cANTENNA-aansluitingen
Voor het aansluiten van meegeleverde FM/AM antennes
(zie bladzijde 20).
dHDMI OUT/HDMI 1-4-aansluitingen
Voor het aansluiten van een HDMI geschikte videomonitor of
externe componenten voor HDMI signalen 1-4 (zie bladzijde 16).
eREMOTE IN/OUT-aansluitingen
Voor het aansluiten van een externe component die de functie
van de afstandsbediening ondersteunt (zie bladzijde 19).
fTRIGGER OUT-aansluiting
Voor het aansluitingen van een externe aansluiting met een
triggeringangaansluiting om het te laten werken als het is
verbonden met de werking van dit toestel. Als bijvoorbeeld een
elektrisch scherm dat een triggeringang ondersteunt, is
aangesloten, dan opent en sluit het als het is verbonden met de
werking van een signaalbron die in dit toestel is geselecteerd.
gSPEAKERS-aansluitingen
Voor het aansluiten voor, rechts, links, midden, surround en
surround achter luidsprekers (zie bladzijde 11). Sluit de
aanwezigheidsluidsprekers (zie bladzijde 12) of de luidsprekers
voor Zone2 (zie bladzijde 53) aan op de EXTRA SP-aansluitingen.
hNetsnoer
Sluit deze kabel aan op een stopcontact (zie bladzijde 20).
iAV 1-6-aansluitingen
Voor het aansluiten van externe componenten voor audio/video-
signalen 1-6 (zie bladzijde 16).
jAV OUT-aansluitingen
Stuurt audio/video-signalen van een geselecteerde analoge
signaalbron naar een externe component (zie bladzijde 17).
kAUDIO 1/2-aansluitingen
Voor het aansluiten van externe componenten voor
audiosignalen 1-2 (zie bladzijde 17).
lMONITOR OUT-aansluitingen
Voor het sturen van video-signalen van dit apparaat naar een
videomonitor, zoals een TV (zie bladzijde 15).
mMULTI CH INPUT-aansluitingen
Voor het aansluiten van een speler die multikanaalsweergave
ondersteunt (zie bladzijde 18).
nAUDIO OUT-aansluitingen
Stuurt audiosignalen van een geselecteerde analoge signaalbron
naar een externe component (zie bladzijde 17).
oZONE2 OUT-aansluitingen
Stuurt geluid van dit toestel naar een externe versterker die in
een andere zone is ingesteld.
pPRE OUT-aansluitingen
Voor het aansluiten van een subwoofer met een ingebouwde
versterker (zie bladzijde 11) of een externe stroomversterker
(zie bladzijde 18).
Achterpaneel
ZONE2
OUT
TRIGGER OUT
12V
0.1A MAX.
ANTENNAPHONO
UNBAL.
FM
GND
GND
AM
COMPONENT
VIDEO
PR
PB
Y
IN
OUT
REMOTE
EXTRA SP
ZONE2
/
PRESENCE
MONITOR OUT
SPEAKERS
ZONE2
PR
PB
Y
OPTICAL
( TV )
AV 1
AV 2
COAXIAL
AV 3
(CD)
COAXIAL OPTICAL
AV 4 AV 5
AV 6
AV
OUT
AUDIO1
S.VIDEO
AUDIO2
FRONT
SURROUND
SUR.BACK
SUBWOOFER
MULTI CH INPUT
AUDIO
OUT
FRONT
SURROUND
SUR. BACK SUBWOOFER
PRE OUT
CENTER
VIDEO
HDMI HDMI 1 HDMI 2 HDMI 3 HDMI 4
(BD/DVD)
VIDEO
COMPORNENT
VIDEO
FRONT
CENTER
SURROUND
SURROUND BACK/
BI-AMP
SINGLE
12
CENTER
OUT
DOCK
SINGLE
ah
ij mknop
d
bcg
e f
l
6 Nl
Onderdeelnamen en functies
aHDMI-indicator
Licht op tijdens normale communicatie als HDMI is
geselecteerd als een signaalbron.
bCINEMA DSP-indicator
Licht op als een geluidsveldprogramma dat CINEMA DSP
gebruikt, is geselecteerd.
cCINEMA DSP 3D-indicator
Licht op wanneer CINEMA DSP 3D in werking is.
dTuner-indicator
Licht op tijdens het ontvangen van uitgezonden radiosignalen
van een FM/AM zender (zie bladzijde 31).
eZONE2-indicator
Licht op als Zone2 aan staat (zie bladzijde 53).
fSLEEP-indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld
(zie bladzijde 38).
gMUTE-indicator
Knippert als de audio is gedempt.
hVOLUME-indicator
Geeft volumeniveaus weer.
iCursor-indicators
Licht op als de bijbehorende cursors op de afstandsbediening
beschikbaar zijn voor handelingen.
jMulti-informatie display
Geeft menu-items en instellingen weer voor de huidige operatie.
kLuidsprekerindicators
Geeft luidsprekersaansluitingen weer van waar de signalen
momenteel worden uitgezonden.
Display voorpaneel
STEREO
SLEEP
VOL.
TUNED
PL PR
SW
C
LR
SL SR
SBL SB SBR
MUTE
3
ZONE
2
abcdfehg
ij ki
SW
C
LR
SL SR
SBL SB SBR
PL PR
Subwoofer
Voorluidspreker L
Surround L
Surround achter L
Midden
Voorluidspreker R
Surround R
Surround achter R
Surround achter
Presence-luidspreker L
Presence-luidspreker R
7 Nl
Onderdeelnamen en functies
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDIN
GEN
BASISBEDIENIN
GGEAVANCEERD
E BEDIENING
aAfstandsbediening signaalzender
Zendt infraroodsignalen.
bMAIN/ZONE2
Schakelt de zone die wordt bestuurd door de afstandsbediening
tussen de hoofdzone en Zone2 (zie bladzijde 54).
cTRANSMIT
Licht op als een signaal wordt verzonden vanaf de
afstandsbediening.
dSOURCE POWER
Schakelt een externe component aan en uit.
eIngang keuzetoetsen
fTunertoetsen
gINFO
Wijzigt de informatie op de display van het voorpaneel, zoals de
signaalbron en de naam van het geluidsveldprogramma (zie bladzijde 26).
hGeluidkeuzetoetsen
Selecteren van geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 27).
iSCENE
Schakelt tussen aangesloten sets signaalbronnen en
geluidveldprogramma’s (zie bladzijde 24).
jSETUP
Geeft het SETUP menu weer (zie bladzijde 47).
kCursors k/n/l/h/ENTER/RETURN
lExterne component bedieningstoetsen
Bedient het opnemen, weergeven, etc, van externe componenten
(zie bladzijde 55).
mNumerieke toetsen
Voer nummers in.
nTV-bedieningstoetsen
Zorgt voor de bediening van een monitor zoals een TV en een
projector.
oCODE SET
Stelt de afstandsbedieningscodes in voor externe
componenthandelingen (zie bladzijde 55).
pPOWER
Zet dit toestel aan en in stand-by.
qSLEEP
Schakelt de slaaptimerhandelingen (zie bladzijde 38).
rOPTION
Geeft het OPTION menu weer (zie bladzijde 39).
sVOLUME +/
Past het volume aan van dit toestel (zie bladzijde 24).
tDISPLAY
Wijzigt de bedieningstand van de iPod die is aangesloten op de
Yamaha iPod dock (zie bladzijde 35).
uMUTE
Zet de dempingsfunctie van het geluidssignaal aan en uit
(zie bladzijde 25).
Afstandsbediening
HDMI 1-4 Selecteert HDMI signalen 1 tot 4.
AV 1-6 Selecteert AV-signalen 1 tot 6.
AUDIO 1/2 Selecteert AUDIO signalen 1 en 2.
V-AUX Selecteert de V-AUX-aansluiting op het
voorpaneel van dit toestel.
MAIN
POWER
1234
1256
1234
7856
90
10
1234
POWER
SOURCE
V-AUX PHONO
[ A ] DOCK
MULTI
TUNER
FM
MOVIE
BD
DVD
TOP
MENU
MUSIC
SCENE
TV
CD
OPTIONSETUP
RETURN
REC
ENT
POWER
TV
TV VOL
INPUT
MUTE
TV CH
ENTER
VOLUME
DISPLAY
MUTE
MENU
RADIO
STEREO
ENHANCER SUR. DECODE
PURE DIRECT
STRAIGHT
INFO
MEMORY
AM
PRESET
TUNING
SLEEP
HDMI
AV
AUDIO
ZONE2
TRANSMIT
CODE SET
a
b
c
dqp
e
h
i
jr
s
t
m
n
o
f
g
u
l
k
PHONO Selecteert een component zoals een draaitafel die
is aangesloten op de PHONO-aansluiting op het
achterpaneel als een signaalbron.
[A] Voor de besturing van externe componenten met
gebruik van de lExterne component
bedieningstoetsen gescheiden van
handelingen van dit toestel (zie bladzijde 55).
DOCK Selecteert een Yamaha iPod universele dock/
Bluetooth draadloze audio-ontvanger
aangesloten op de DOCK-aansluiting.
TUNER Selecteert de FM/AM tuner.
MULTI Selecteert een signaal dat afkomstig is van de
MULTI CH INPUT-aansluiting op het
achterpaneel als een signaalbron.
FM Selecteer de FM-band of AM-band.
AM
MEMORY Stelt radiozenders vooraf in.
PRESET k/nSelecteer een voorkeuzezender.
TUNING k/nWijzig afstemfrequenties.
Cursors k/n/l/h
Selecteer menu-items die op het
voorpaneel van de display zijn
weergegeven of op een videomonitor,
of wijzig de instellingen.
ENTER Bevestigt een geselecteerd item.
RETURN Keert terug naar het vorige scherm
of eindigt de menuweergave.
8 Nl
Als u dit product voor de eerste keer gebruikt, voert u onderstaande stappen uit. Zie de betreffende bladzijde’s voor
details over de bediening en instellingen.
Bereid luidsprekers, DVD-speler, kabels en andere items
voor die nodig zijn voor de setup.
Bereid de volgende items bijvoorbeeld voor, voor de
instellingvan een 7.1-kanaals geluidssysteem.
y
Bereid twee luidsprekers voor (voorkant). Er kunnen andere dan
voorluidsprekers worden gebruikt in de volgende voorkeursvolgorde:
1 Twee surround-luidsprekers
2 Eén midden-luidspreker
3 Eén of twee surround achter-luidsprekers
Indien uw videomonitor een CRT is, raden wij u aan om magnetisch
afgeschermde luidsprekers te gebruiken.
Er is geen audiokabel nodig als u een HDMI-kabel gebruikt.
Stel uw luidsprekers op in uw kamer en sluit ze aan op dit
toestel.
y
Dit toestel heeft een YPAO (Yamaha Parametric Room Acoustic
Optimizer) die automatisch dit toestel optimaliseert op basis van de
akoestische kenmerken van de kamer (geluidskenmerken van de
luidsprekers, luidsprekerposities, kamerakoestiek, etc.).
U kunt genieten van goed gebalanceerd geluid zonder speciale kennis
door gebruik te maken van de YPAO technologie (zie bladzijde 21).
Sluit uw TV, DVD-speler of andere componenten aan.
Sluit de stroomkabel aan en zet het toestel aan.
Selecteer het component dat is aangesloten in stap 3 als
een signaalbron en start de weergave.
y
Dit toestel ondersteunt de SCENE functie die de signaalbron en het
geluidsveldprogramma op een bepaald moment wijzigt. Er zijn vier
SCENE vooraf ingesteld voor verschillende doeleinden voor Blu-ray
disc, DVD en CD. U kunt hieruit een SCENE selecteren door te drukken
op een toets van de afstandsbediening. Zie bladzijde 24 voor meer
informatie.
Snelstartgids
Stap 1: Bereid items voor op setup
Vereisten hoevee
lheid
Luidsprekers Voor-luidspreker 2
Midden-luidspreker 1
Surround-luidspreker 2
Surround achter-
luidspreker
2
Actieve subwoofer 1
Luidsprekerkabel 5
Subwooferkabel 1
Reproductiecomponent zoals een DVD-speler 1
Videomonitor zoals een TV 1
Videokabel of HDMI kabel 2
Audiokabel 2
Componenten
(zoals een DVD-speler)
Midden-luidspreker
Linker voor-luidspreker
Rechter voor-luidspreker
Subwoofer
Beeldscherm
Rechter surround-luidspreker
Linker surround-luidspreker
Rechter surround
achter-luidspreker
Linker surround achter-
luidspreker
Stap 2: Instellen van uw luidsprekers
Luidsprekers opstellen b. 10
Aansluiten van luidsprekers b. 11
Stap 3: Sluit uw componenten aan
Aansluiten van een videomonitor b. 15
Aansluiten van andere componenten b. 16
Aansluiten van een multiformaat-speler
of externe decoder b. 18
Aansluiten van een externe versterker b. 18
Aansluiten van een Yamaha iPod
universeel dock of een Bluetooth
draadloze audio-ontvanger b. 19
Aansluiten van de FM en AM antennes b. 20
Stap 4: Het toestel inschakelen
Aansluiten van het netsnoer b. 20
Aan en uit zetten van dit toestel b. 20
Stap 5: Selecteer de signaalbron en start
de weergave
Basisprocedure b. 24
Selecteren van geluidsveldprogramma’s b. 27
9 Nl
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENIN
GGEAVANCEERD
E BEDIENING
VOORBEREIDINGEN
1Verwijder de klep van het batterijvak.
2Doe de twee meegeleverde batterijen (AAA,
R03, UM-4) in het vak met de polen de goede
kant op (+ en –), zoals aangegeven in het
batterijvak.
3Klik de klep van het batterijvak weer terug op
zijn plaats.
Opmerkingen
Verwissel alle batterijen wanneer u het volgende merkt:
het bereik van de afstandsbediening wordt minder.
de zendindicator knippert niet of wordt zwakker.
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
Dit kan de levensduur van de nieuwe batterijen verkorten of ervoor
zorgen dat oude batterijen lekken.
Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali
en gewone batterijen bijvoorbeeld). De specificaties van batterijen
kunnen anders zijn, ook al lijken ze hetzelfde.
Indien u lekkende batterijen aantreft dient u deze direct weg te
gooien zonder het lekkende materiaal aan te raken. Als uw huid,
ogen of mond in contact komen met het lekkende materiaal, dient u
het onmiddellijk te spoelen en een dokter te consulteren. Reinig het
batterijvak grondig voordat u nieuwe batterijen plaatst.
Gooi oude batterijen op de juiste wijze weg volgens de lokale
regelgeving.
Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder batterijen
zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen gewist
worden. In zo’n geval plaatst u de nieuwe batterijen stelt u de code
van de afstandsbediening in.
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal
uit. U moet de afstandsbediening goed op de
afstandsbedieningssensor op dit toestel richten.
Opmerkingen
Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbediening.
Laat de afstandsbediening niet vallen.
Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de volgende
plekken:
zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de
verwarming of kachel
zeer koude plekken
stoffige plekken
y
U kunt externe componenten bedienen met deze afstandsbediening door
de code van de afstandsbediening in te stellen. Zie bladzijde 55 voor
meer informatie.
Afstandsbediening voorbereiden
Inzetten van batterijen in de
afstandsbediening
13
2
Gebruiken van de afstandsbediening
30 30
Sensorvenster voor de afstandsbediening
binnen 6 m
10 Nl
Dit toestel ondersteunt tot 7.1-kanaals surroundweergave. We raden de volgende luidsprekeropstelling aan om het beste
te halen uit het surroundeffect.
7.1-kanaals luidsprekeropstelling
6.1-kanaals luidsprekeropstelling
5.1-kanaals luidsprekeropstelling
Linker en rechter voor-luidsprekers (FL en FR)
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van
het voorkanaalgeluiden (stereogeluid) plus effectgeluiden.
Plaats deze luidsprekers op gelijke afstand van de ideale
luisterplek. Bij het gebruik van een scherm zijn de juiste
bovenposities van de luidsprekers ongeveer 1/4 vanaf de
onderkant van het scherm.
Midden-luidspreker (C)
De midden-luidspreker is voor weergave van de
middenkanaalgeluiden (dialoog, vocalen enz.). Plaats deze
halverwege de linker en rechterluidsprekers. Bij gebruik
van een TV, plaatst u de luidspreker juist boven of onder
het midden van de TV met de voorkant van de TV en de
luidspreker op één lijn. Bij gebruik van een scherm plaatst
het onder het midden van het scherm.
Linker en rechter surround-luidsprekers (SL en SR)
De surroundluidsprekers geven de geluidseffecten en de
surroundgeluiden weer. Plaats deze links en rechts achter
in de richting van de luisterpositie.
Voor een natuurlijke geluidsstroom in de 5.1-kanaals
luidsprekeropstelling, plaatst u ze iets meer naar achteren
dan in de 7.1-kanaals luidsprekeropstelling.
Linker en rechter surround achter-
luidsprekers (SBL en SBR) / Surround achter-
luidspreker (SB)
De linker en rechter achter surround-luidsprekers worden
gebruikt voor achtergeluideffecten. Plaats ze aan de
achterkant van de kamer in de richting van de
luisterpositie en ten minste 30 cm uit elkaar, idealiter op
dezelfde afstand als de afstand tussen de linker en rechter
voor-luidsprekers.
Voor 6.1-kanaals luidsprekeropstelling worden de linker
en rechter surround achterkanalen gemengd en
weergegeven via de enkele surround achter-luidspreker.
Voor 5.1-kanaals luidsprekeropstelling worden de linker
en rechter surround achterkanalen weergegeven via de
linker en rechter surround-luidspreker.
Subwoofer (SW)
De subwoofer luidspreker geeft lage tonen en lage
frequentie effect (LFE) geluid weer opgenomen in Dolby
Digital en DTS signalen. Gebruik een subwoofer met een
ingebouwde versterker, zoals de Yamaha Active Servo
Processing Subwoofer System. Plaats het aan de
buitenkant van de linker en rechter voor-luidsprekers iets
naar binnen gericht om reflecties tegen een wand te
verminderen.
Verbindingen
Luidsprekers opstellen
60˚
30˚
SBR
SBL
FL
FR
C
SL
SR
SR
80˚
SL
SW
SW
30 cm of meer
60˚
30˚
SB
FL
FR
C
SL
SR
SR
80˚
SL
SW
SW
60˚
30˚
FL
FR
C
SL
SR
SR
80˚
SL
SW
SW
Luidsprekerkanalen
11 Nl
Verbindingen
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENIN
GGEAVANCEERD
E BEDIENING
Wanneer u luidsprekers aansluit, verbind de luidsprekers dan als volgt met de betreffende aansluitingen volgen de
opstelling van uw luidspreker.
y
U kunt maximaal twee subwoofers aansluiten. Als twee subwoofers zijn aangesloten, wordt hetzelfde geluid weergegeven.
7.1-kanaals
6.1-kanaals
5.1-kanaals
Aansluiten van luidsprekers
Luidsprekers
Aansluitingen op dit toestel
aVoor-luidspreker L FRONT (L)
bVoor-luidspreker R FRONT (R)
cMidden-luidspreker CENTER
dSurround-luidspreker L SURROUND (L)
eSurround-luidspreker R SURROUND (R)
f
Surround achter-luidspreker L
SURROUND
BACK/BI-AMP (L)
g
Surround achter-luidspreker R
SURROUND
BACK/BI-AMP (R)
hSubwoofer 1 SUBWOOFER 1
iSubwoofer 2 (optioneel) SUBWOOFER 2
EXTRA
SP
ZONE2
/
PRESENCE
SPEAKERS
SUBWOOFER
FRONT
CENTER
SURROUND
SURROUND BACK/
BI-AMP
SINGLE
12
O
UT
.
EXTRA SP
ZONE2
/
PRESENCE
Z
O
NE2
ZONE2
R.BA
C
K
SU
BW
OO
FE
R
N
PUT
A
U
DI
O
OU
T
FR
O
N
T
S
URROUND
SUR. BAC
K
P
RE
O
UT
CENTER
C
ENTER
S
IN
G
LE
e d
bagf
c
hi
Luidsprekers
Aansluitingen op dit toestel
aVoor-luidspreker L FRONT (L)
bVoor-luidspreker R FRONT (R)
cMidden-luidspreker CENTER
dSurround-luidspreker L SURROUND (L)
eSurround-luidspreker R SURROUND (R)
fSurround achter-luidspreker SURROUND
BACK/BI-AMP (SINGLE)
hSubwoofer 1 SUBWOOFER 1
iSubwoofer 2 (optioneel) SUBWOOFER 2
Luidsprekers
Aansluitingen op dit toestel
aVoor-luidspreker L FRONT (L)
bVoor-luidspreker R FRONT (R)
cMidden-luidspreker CENTER
dSurround-luidspreker L SURROUND (L)
eSurround-luidspreker R SURROUND (R)
hSubwoofer 1 SUBWOOFER 1
iSubwoofer 2 (optioneel) SUBWOOFER 2
12 Nl
Verbindingen
U kunt aanwezigheidsluidsprekers (PL/PR) aansluiten die
vooreffectgeluiden weergeven naar dit toestel. Met
CINEMA DSP geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 27)
en hun CINEMA DSP 3D-functies, kan een geluid met
een rijkere en ruimtelijkere aanwezigheid worden
gecreëerd. U kunt de verticale positie van middengeluid
aanpassen zoals een dialoog (zie bladzijde 47).
Om aanwezigheidsluidsprekers te gebruiken, dient u de
luidsprekers te verbinden met de EXTRA SP-
aansluitingen en “Extra SP Assign” instellen in “Speaker
Setup” in het SETUP menu op “Presence”
(zie bladzijde 47).
y
Hoewel u beide surround achterluidsprekers en aanwezigheidsluidsprekers
kunt aansluiten op dit toestel, kunt u geluiden van beide luidsprekers niet
tegelijkertijd weergeven. Dit toestel selecteert automatisch luidsprekers om
geluiden weer te geven volgens de geselecteerde signaalbron en het
geluidsveldprogramma.
U kunt Zone2-luidsprekers aansluiten met een multizonefunctie op de
EXTRA SP-aansluitingen. Voor informatie, zie bladzijde 53.
Aanwezigheidsluidsprekers
FR
PRPL
C
FL
0,5 tot 1 m0,5 tot 1 m
1,8 m 1,8 m
EXTRA SP
ZONE2
/
PRESENCE
X
.
D
MI 3
HDMI 4
FR
O
N
T
C
ENTE
R
SU
RR
OU
N
D
SU
RR
OU
ND BA
C
K
/
B
I-AM
P
PR PL
Aanwezigheid
sluidspreker L
Aanwezigheid
sluidspreker R
13 Nl
Verbindingen
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENIN
GGEAVANCEERD
E BEDIENING
1Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie
van het uiteinde van elk van de
luidsprekerdraden en draai vervolgens de
blootliggende draadjes netjes in elkaar zodat
deze geen kortsluiting veroorzaken.
2Open het knopje, voer de ontblote draden in
en doe het knopje vervolgens weer dicht.
y
U kunt de aanwezigheidsluidsprekers (zie bladzijde 12) of de
luidsprekers in de tweede zone (Zone2) (zie bladzijde 53) aansluiten op
de EXTRA SP-aansluitingen.
U kunt luidsprekers aansluiten die dubbele
versterkeraansluitingen op dit toestel ondersteunen. Om
de luidsprekers via een dubbele versterkerverbinding aan
te sluiten, sluit u ze aan op de FRONT-aansluitingen en
SURROUND BACK/BI-AMP-aansluitingen zoals
weergegeven.
Om de dubbele versterkerverbinding in te schakelen,
steekt u de stroomkabel in het stopcontact, geeft u het
ADVANCED SETUP menu weer en stelt u “BI AMP” in
op “ON” (zie bladzijde 58).
Opmerking
U kunt geen surroundachterluidsprekers of extra luidsprekers
(aanwezigheid en Zone2 luidsprekers) gebruiken als een dubbele
versterkerverbinding is gemaakt.
Aansluiten van de luidsprekerkabel
Let op
Een luidsprekersnoer bestaat over het algemeen uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. Een van de snoeren heeft
een andere kleur of streep om de polariteit aan te geven. Sluit het ene uiteinde van de gekleurde/gestreepte kabel aan
op de “+” (rode) aansluiting van dit toestel en het andere einde aan dat van de luidspreker, en sluit het ene eind van
de andere kabel aan op de “–” (zwarte) aansluiting van dit toestel en het andere einde aan dat van uw luidspreker.
Voordat u de luidsprekers aansluit, moet u het stroomsnoer afkoppelen.
Zorg ervoor dat de blootliggende luidsprekerdraden nergens contact kunnen maken met elkaar of metalen
onderdelen van dit toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken. Als er kortsluiting
optreedt, verschijnt “CHECK SP WIRES!” op het voorpaneel van de display als dit toestel wordt aangezet.
Indien uw videomonitor een CRT is, dient u magnetisch afgeschermde luidsprekers te gebruiken. Als beelden op de
monitor nog steeds vervormd zijn zelfs als u gebruikmaakt van magnetisch afgeschermde luidsprekers, plaats de
luidsprekers dan weg van de monitor.
Gebruik luidsprekers met een impedantie van 6-ohm of meer. Stel de luidsprekerimpedantie in “ADVANCED
SETUP” voordat u de luidsprekers aansluit. U kunt ook 4-ohm luidsprekers gebruiken als voorluidsprekers als u
“SP IMP.” instelt op “6ΩMIN” (zie bladzijde 58).
Aansluiten met bananenstekker (Uitgezonderd
modellen voor het V.K., Europa, Rusland, Azië
en Korea)
Draai het knopje aan en voer vervolgens de
bananenstekker in in het uiteinde van de klem.
10 mm
1
2
3
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
Bananenstekker
Gebruiken van bi-amp aansluitingen
Let op
Voordat u dubbele versterkeraansluitingen maakt, dient
u alle haken of kabels die een woofer met een
combinatiedeel verbinden, te verwijderen. Raadpleeg
de handleiding van de luidsprekers in kwestie voor
details.
Als u dubbele versterkeraansluitingen maakt, dient u
ervoor te zorgen dat de beugels of kabels zijn
aangesloten voordat u de luidsprekerkabels aansluit.
FRONT
SURROUND BACK/
BI-AMP
SINGLE
Voor-luidsprekers
Rechts Links
Dit toestel
14 Nl
Verbindingen
Dit toestel heeft de volgende ingang en uitgangaansluitingen. Gebruik aansluitingen en kabels die geschikt zijn voor de
componenten die u aansluit.
Audio-aansluitingen
Video-aansluitingen
Video/audio-aansluitingen
y
We raden u aan een in de handel verkrijgbare 19-pens HDMI kabel te
gebruiken die korter is dan 5 meter en die duidelijk voorzien is van het
HDMI logo.
Indien u dit toestel aansluit op een component met een DVI-aansluiting,
dan is een HDMI/DVI-D-kabel vereist.
U kunt foutinformatie met de HDMI aansluiting controleren
(zie bladzijde 72).
Informatie over aansluitingen en stekkers
Aansluiting en kabels Beschrijving
AUDIO-aansluitingen Voor het doorzenden van
conventionele analoge (stereo)
signalen. Gebruik stereopenkabels.
Verbind de rode stekkers met de
rode (R) en de witte stekkers met
de witte (L) aansluitingen.
COAXIAL-aansluitingen Voor het doorzenden van coaxiale
digitale audiosignalen. Gebruik
penkabels voor digitale
audiosignalen.
OPTICAL-aansluitingen Voor het doorzenden van optische
digitale audiosignalen. Gebruik
optische vezelkabels voor optische
digitale audiosignalen.
Aansluiting en kabels Beschrijving
VIDEO-aansluitingen Voor het doorzenden van
conventionele composiet
videosignalen. Gebruik video-
penkabels.
S VIDEO-aansluiting Voor het doorzenden van S-
videosignalen die luminantie (Y)
en chrominantie (C) componenten
bevatten. Gebruik S-videokabels.
COMPONENT VIDEO-
aansluitingen
Voor het doorzenden van
component videosignalen die
luminantie (Y) en chrominantie
blauw (PB) en chrominantie rood
(PR) componenten bevatten.
Gebruik component-videokabels.
AUDIO
L
R
(wit)
(rood)
COAXIAL
C
(oranje)
OPTICAL
O
VIDEO
V
(geel)
S VIDEO
S
PR
PB
Y
COMPONENT
VIDEO
P
B
Y
P
R
(rood)
(blauw)
(groen)
Aansluiting en kabels Beschrijving
HDMI-aansluitingen Voor het doorzenden van digitale
video en digitale audiosignalen.
Gebruik HDMI kabels.
Een videosignaal dat binnenkomt op dit toestel wordt
uitgezonden via de aansluitingen in MONITOR OUT
voor het zelfde soort signaal als het ingangsignaal.
Als bijvoorbeeld een videopspeler met een composiet
uitgangsignaal en een DVD-speler met een component
videouitgangsignaal zijn aangesloten, dan dient u zowel
de VIDEO-aansluiting als de COMPONENT VIDEO-
aansluiting in MONITOR OUT aan te sluiten op de
videomonitor.
Als een HDMI-ingang geschikte monitor is
aangesloten, dan converteert dit toestel automatisch een
analoog signaal dat wordt geproduceerd door een
videoingangaansluiting naar een digitaal videosignaal
en dan weergegeven via de HDMI OUT-aansluiting.
HDMI
HDMI
HDMI
VIDEO
COMPONENT
VIDEO
Y
PB
PR
HDMI
VIDEO
COMPONENT
VIDEO
Y
PB
PR
S VIDEO
Ingang Uitgang
Niet geconverteerd Geconverteerd
15 Nl
Verbindingen
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENIN
GGEAVANCEERD
E BEDIENING
Sluit een videomonitor zoals een TV of projector aan op een uitgangaansluiting van dit toestel. U kunt een van de
volgende drie typen selecteren volgens het ingangsignaalformaat dat wordt ondersteund door de videomonitor: HDMI
OUT, COMPONENT VIDEO en VIDEO (composietvideo).
Opmerking
Zorg ervoor dat de stekker van zowel dit toestel als die van een videomonitor allebei uit het stopcontact gehaald zijn.
Het aansluiten van een HDMI videomonitor
y
Dit toestel ondersteunt de HDMI besturingsfunctie. Door het aansluiten
van een TV die HDMI-besturing ondersteunt, kan de bediening van dit
toestel worden geregeld via de afstandsbediening van de TV. Voor
informatie, zie bladzijde 38.
Het aansluiten van een component videomonitor
Opmerking
Alleen videosignalen die binnenkomen op dit toestel via de
COMPONENT VIDEO-aansluiting worden weergegeven via de
COMPONENT VIDEO-aansluiting.
Het aansluiten van een composiet videomonitor
Opmerking
Alleen videosignalen die binnenkomen op dit toestel via de VIDEO
aansluitingen worden weergegeven via de VIDEO aansluitingen.
Om het geluid van een TV via dit toestel weer te geven,
sluit u een audiouitgangaansluiting van de TV aan op een
van de AV 1-6-aansluitingen.
Indien de TV een optische digitale uitgang ondersteunt,
raden we aan om de AV 1 te gebruiken. Met een
aansluiting op de AV 1 kunt u schakelen tussen een
ingangbron naar de AV ingang 1 met een enkele
toetsbediening met gebruik van de SCENE functie
(zie bladzijde 24).
Opmerking
Als de videomonitor die is aangesloten op dit toestel de HDMI-
regelfunctie ondersteunt, raden wij u aan om de audiouitgangaansluiting
ervan aan te sluiten op de OPTICAL-aansluiting van de AV1-
aanslutingen van dit toestel. Door dit te doen gaat dit toestel automatisch
aan en wordt “TV” van SCENE automatisch geselecteerd als u de
videomonitor aanzet. U kunt zelfs hetzelfde resultaat verkrijgen als u de
audiouitgangaansluitingen aansluit op de AV2-6, AUDIO1-2 of V-AUX-
aansluitingen door die aansluitingen van te voren toe te wijzen aan TV
(zie bladzijde 24).
Aansluiten van een videomonitor
Aansluitingen op componenten
Aansluitingen op dit toestel
aHDMI ingang HDMI OUT
Aansluitingen op componenten
Aansluitingen op dit toestel
bComponent video uitgang MONITOR OUT
(COMPONENT VIDEO)
Aansluitingen op componenten
Aansluitingen op dit toestel
cVideo ingang (tulpstekker) MONITOR OUT (VIDEO)
P
R
P
B
Y
MONITOR OUT
HDMI
VIDEO
COMPORNENT
VIDEO
OUT
T
RIGGER OU
T
12
V
0
.1
A
MAX.
ANTENNA
P
H
O
N
O
UNBAL.
FM
G
ND
G
N
D
A
M
I
N
OUT
REM
O
TE
S
.VIDE
O
D
E
O
HDMI
1
HDMI
2
HDMI
3
(
B
D
/
DVD
)
V
c
b
PB
YP
R
HDMI
a
TV of projector Het geluid van een TV weergegeven via dit
toestel
OPTICAL
( TV )
AV 1
ANTENN
A
P
H
O
N
O
U
NBAL.
F
M
G
ND
G
ND
A
M
CO
MP
O
NEN
T
VIDE
O
P
R
P
B
Y
M
O
NIT
O
R
OUT
P
R
P
B
Y
AV 2
CO
AXIAL
AV
3
(
CD
)
CO
AXIAL
O
PTI
C
AL
AV
4
A
V
5
AV
6
AV
O
U
T
A
U
DI
O1
S
.VIDE
O
A
UDI
O2
FRO
N
VIDE
O
V
IDE
CO
MP
O
RNENT
V
IDE
O
O
Digitale uitgang
(optisch)
TV of projector
16 Nl
Verbindingen
Dit toestel heeft ingang- en uitgangaansluitingen voor betreffende ingang- en uitgangbronnen. U kunt geluiden en films
produceren van de signaalbronnen die zijn geselecteerd met gebruik van de display van het voorpaneel of de afstandsbediening.
Opmerking
Zorg ervoor dat de stekkers van zowel dit toestel als die van de andere apparatuur uit het stopcontact gehaald zijn.
Audio en videospeler / Kastje met convertor en en decoder
Aansluiten van andere componenten
Uitgangaansluitingen op de aangesloten externe component
Signaalbronnen/aansluitingen van dit toestel
Externe
componenten Signalen Uitgangaansluitingen
Externe component
met HDMI uitgang
Audio/video HDMI uitgang HDMI1 (BD/DVD) HDMI 1
HDMI2 HDMI 2
HDMI3 HDMI 3
HDMI4 HDMI 4
Externe component
met component
videouitgang
Audio Optische digitale uitgang AV1 (TV) OPTICAL
Video Component video uitgang COMPONENT VIDEO
Audio Coaxiale digitale uitgang AV2 COAXIAL
Video Component video uitgang COMPONENT VIDEO
Externe component
met S-video-uitgang
Audio Analoog audiosignaal AV5 AUDIO
Video S-video-uitgang S VIDEO
Externe component
met composiet
videouitgang
Audio Coaxiale digitale uitgang AV3 (CD) COAXIAL
Video Composiet video-uitgang VIDEO
Audio Optische digitale uitgang AV4 OPTICAL
Video Composiet video-uitgang VIDEO
Audio Analoog audiosignaal AV5 AUDIO
Video Composiet video-uitgang VIDEO
Audio Analoog audiosignaal AV6 AUDIO
Video Composiet video-uitgang VIDEO
TRIGGER
OUT
PHONO
GND
COMPONENT
VIDEO
P
R
P
B
Y
OPTICAL
( TV )
AV 1
AV 2
COAXIAL
AV 3
(CD)
COAXIAL OPTICAL
AV 4 AV 5
AV 6
AV
OUT
AUDIO1
S.VIDEO
AUDIO2
FRONT
SURROUND
SUR.BACK
SUBWOOFER
MULTI CH INPUT
AUDIO
OUT
VIDEO
HDMI 1 HDMI 2 HDMI 3 HDMI 4
(BD/DVD)
CENTER
O
UT
TRIGGER OUT
12
V
0.1
A
MAX.
A
NTENNA
UNBAL
.
FM
G
N
D
AM
P
R
P
B
Y
IN
O
U
T
REM
O
T
E
M
ONITOR OU
T
Z
O
NE2
ZONE2
HDMI
HDMI
V
IDE
O
CO
MP
O
RNENT
V
IDE
O
F
R
O
N
T
CE
OUT
OUT
DOCK
Audio/videoingang
(AV 1-6) Audio/videouitgang (AV OUT)
Audio-ingang (AUDIO 1-2)
HDMI-ingang
(HDMI 1-4)
Audio-uitgang
(AUDIO OUT)
Multikanaals audio-ingang (MULTI CH)
Phono-ingang
(PHONO)
17 Nl
Verbindingen
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENIN
GGEAVANCEERD
E BEDIENING
y
Signaalbronnen tussen haakjes worden aanbevolen om te worden aangesloten op de betreffende aansluitingen. Als een component geschikt is voor
SCENE functie, dan kunt u de signaalbron zo wisselen dat de component met een enkele toetsbediening gebruikmaakt van de SCENE functie
(zie bladzijde 24).
U kunt de naam van de signaalbron die wordt weergegeven op de display van het voorpaneel of de videomonitor zo nodig veranderen (zie bladzijde 52).
Zie bladzijde 53 over het gebruik van ZONE2 OUT-aansluiting.
Audiospeler
y
Als u een draaitafel met een laag-vermogen MC cartridge heeft verbonden met de PHONO-aansluiting, gebruik dan een in-line boost transformator of een
MC-kopversterker.
Verbind uw draaitafel met de GND-aansluiting van dit toestel om ruis in het signaal te verminderen.
We raden aan om de coaxiale digitale uitgangsaansluitng van een CD-speler aan te sluiten op de AV3-aansluiting.
Uitgangaansluitingen op de aangesloten externe component Signaalbronnen/aansluitingen van dit toestel
Externe componenten Uitgangaansluitingen
Externe component met optische digitale
uitgang
Optische digitale uitgang AV 1 (TV) OPTICAL
AV 4 OPTICAL
Externe component met coaxiale digitale
uitgang
Coaxiale digitale uitgang AV 2 COAXIAL
AV 3 (CD) COAXIAL
Externe component met analoge audio
uitgang
Analoog audiosignaal AV 5 AUDIO
AV 6 AUDIO
AUDIO 1 AUDIO
AUDIO 2 AUDIO
Draaitafel Analoog audiosignaal PHONO PHONO
Over audio/video uitgangaansluitingen
Tussen de analoge audiosignalen en analoge videosignalen die worden geproduceerd door dit toestel via
ingangaansluitingen, worden de audio/videosignalen van de geselecteerde signaalbronnen weergegeven vanaf de AV
OUT-aansluiting en de AUDIO OUT-aansluiting. Een HDMI ingangsignaal, COMPONENT VIDEO ingangsignaal of
digitale audioingangsignaal kunnen niet worden weergegeven. Bij gebruik van de AV OUT-aansluitingen of AUDIO
OUT-aansluitingen, sluit u ze als volgt aan:
Bij gebruik van de AV OUT-aansluiting: sluit u ze aan op de composietvideo en analoge
audioingangaansluiting van een externe component.
Bij gebruik van de AUDIO OUT-aansluiting: sluit u ze aan op de analoge audioingangaansluiting van een externe
component.
18 Nl
Verbindingen
Dit toestel heeft 8 sets ingangaansluitingen (FRONT L/R,
CENTER, SURROUND L/R, SUR. BACK en
SUBWOOFER) voor het invoeren van multikanaals
analoge geluidsignalen. Als uw afspeelcomponent zoals
een DVD-speler of SACD-speler de mogelijkheid heeft
van multikanaals analoge uitgang, dan kunt u genieten tot
maximaal 7.1-kanaals multikanaalgeluid. Voor de
weergave van multikanaalsgeluid, sluit u de
audiouitgangaansluitingen van uw afspeelcomponent aan
op de MULTI CH INPUT-aansluitingen van dit toestel en
zet u de signaalbron van dit toestel op “MULTI CH”. Voor
details over hoe de signaalbronnen te wijzigen,
zie bladzijde 24.
Opmerkingen
Als u “MULTI CH” selecteert als de ingangsbron, wordt de digitale
geluidsveldverwerker automatisch uitgeschakeld.
Daar dit toestel geen signaalinvoer doorzendt naar de MULTI CH INPUT-
aansluitingen om ontbrekende luidsprekers te compenseren, sluit
tenminste een 5.1-kanaals luidsprekersysteem aan bij gebruik van deze
functie.
Als de signaalbron is geschakeld naar “MULTI CH”, kunnen
afbeeldingen die afkomstig zijn van een component die is aangesloten op
AV1-6” of “V-AUX” worden weergegeven op een videomonitor
(zie bladzijde 41). Als uw DVD-speler geen multikanaals digitale
uitgang ondersteunt, sluit u deze aan op deze ingangaansluitingen.
Dezelfde kanaalsignalen worden weergegeven vanaf de
aansluitingen van de PRE OUT-aansluitingenen van hun
bijbehorende SPEAKERS-aansluitingen. Bij het
aansluiten van een externe stroomversterker (pre-hoofd
versterker) om de weergave van de luidspreker te
vebeteren, sluit u de invoeraansluitingen van de
stroomversterker aan op de PRE OUT-aansluitingen van
dit toestel.
Opmerking
Als een component is aangesloten op de PRE OUT-aansluitingen, dient u
de luidsprekers niet aan te sluiten op de SPEAKERS-aansluitingen die
horen bij die PRE OUT-aansluitingen.
aFRONT (PRE OUT)-aansluitingen
Voorkanaal uitgangsaansluitingen.
bSURROUND (PRE OUT)-aansluitingen
Surroundkanaal uitgangsaansluitingen.
cSUR. BACK (PRE OUT)-aansluitingen
Surroundachter uitgangsaansluitingen. Als u slechts één externe
versterker aansluit voor het surround-achterkanaal, dient u deze
te verbinden met de SUR. BACK (SINGLE)-aansluiting.
y
Om surroundachter kanaalsignalen weer te geven via deze
aansluitingen, dient u “Sur.B L/R SP” in te stellen op elke
parameter behalve “None” in “Speaker Setup” (zie bladzijde 48).
dCENTER (PRE OUT)-aansluiting
Middenkanaal uitgangsaansluiting.
eSUBWOOFER (PRE OUT) 1/2-aansluiting
Sluit een subwoofer met een ingebouwde versterker aan. Als
twee subwoofers zijn aangesloten, wordt hetzelfde geluid
weergegeven.
Aansluiten van een multiformaat-
speler of externe decoder
FRONT
SURROUND
SUR.BACK
SUBWOOFER
MULTI CH INPUT
CENTER
LRLR LR
Surround
-achter
uitgang
Surround
uitgang
Voorkanaal uitgang
Subwoofer uitgang
Middenkanaal uitgang
Multiformaat-speler/Externe decoder
(7.1-kanaalsuitgang)
Aansluiten van een externe versterker
FRONT
SURROUND
SUR. BACK SUBWOOFER
PRE OUT
CENTERSINGLE
12
abc d
e
19 Nl
Verbindingen
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENIN
GGEAVANCEERD
E BEDIENING
Wanneer de componenten van Yamaha zelf zijn en deze de
mogelijkheid bieden om afstandsbedieningssignalen door te sturen,
sluit de REMOTE IN en REMOTE OUT aansluitingen als volgt aan
op de in- en uitgangsaansluitingen voor de afstandsbediening met
behulp van het monaurale analoge minikabeltje.
y
Indien uw Yamaha-componenten de SCENE linkweergavefunctie
ondersteunen, start de afstandsverbinding automatisch de weergave als u
drukt op MSCENE (of iSCENE) om een SCENE te selecteren.
Als de component aangesloten op de REMOTE OUT-aansluiting geen
Yamaha-product is, dient u “SCENE IR” in te stellen in het ADVANCED
SETUP menu op “OFF” (zie bladzijde 58).
Dit toestel heeft een DOCK-aansluiting om een Yamaha iPod universeel
dock (zoals YDS-11, afzonderlijk verkocht) of een Bluetooth draadloze
audio-ontvanger (zoals YBA-10, afzonderlijk verkocht) aan te sluiten. U
kunt een iPod of een Bluetooth component afspelen met dit toestel door
het aan te sluiten op de DOCK-aansluiting.
Gebruik een vaste kabel voor de verbinding tussen de
dock/ontvanger van dit toestel.
De V-AUX-aansluitingen op het voorpaneel zijn handig
voor het aansluiten van een camcorder, en gameconsole of
een draagbare muziekspeler op dit toestel. U moet het
volume van dit toestel en de andere componenten laag
zetten voor u de aansluitingen gaat maken.
y
Om een component aan te sluiten op de PORTABLE-aansluiting,
gebruikt u een 3,5 mm ministekkerkabel.
Als externe componenten zijn aangesloten op zowel de PORTABLE-
aansluiting als de AUDIO-aansluiting, wordt het geluid dat wordt
ontvangen van de PORTABLE-aansluiting weergegeven.
Gebruiken van de REMOTE IN/OUT
aansluitingen
Aansluiten van een Yamaha iPod
universeel dock of een Bluetooth™
draadloze audio-ontvanger
IN
OUT
REMOTE
P
R
P
B
Y
MO
NIT
O
R
OUT
H
DMI
1
HDMI
2
H
DMI
3
H
DMI 4
B
D
/
DVD
)
V
IDE
O
CO
MP
O
RNENT
V
IDE
O
Afstandsbediening
suitgang Afstandsbediening
singang
Infraroodontvanger of
Yamaha component Yamaha component
(CD- of DVD-speler, etc.)
D
OC
K
ANTENNA
PH
O
N
O
UNBAL.
FM
G
N
D
G
N
D
AM
CO
MP
O
NENT
V
IDE
O
P
R
S
.VIDE
O
HDMI
HDMI
OUT
OUT
Yamaha iPod universeel
dock/Bluetooth draadloze
audio-ontvanger
Een camcorder of draagbare
audiospeler aansluiten
VIDEO
AUDIO
PORTABLE
VIDEO
AUX
TU
NIN
G
S
TRAI
G
H
T
M
I
NP
UT
P
URE DIRE
C
T
O
PTIMIZER
MI
C
M
EM
O
R
Y
V
O
L
U
M
E
EFFECT
PRESET
l
h
l
h
B
D
/
DV
D
TV
CD
R
ADI
O
SC
ENE
FM
AM
VIDEO
AUDI O
PORTABLE
VIDEO
AUX
V
L
R
Game console/Camcorder Muziekspeler
Analoog
audiosignaal
Analoog
audiosignaal
Video uitgang
20 Nl
Verbindingen
Een binnen FM antenne en een AM ringantenne worden
bij dit toestel geleverd. Sluit deze antennes op de juiste
wijze aan op de betreffende aansluitingen.
y
De meegeleverde antennes zijn normaal gevoelig genoeg om een goede
ontvangst te krijgen.
Plaats de AM ringantenne weg van dit toestel.
Als u geen goede ontvangst kunt krijgen, raden we het gebruik van een
buitenantenne aan. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Yamaha
dealer of het servicecentrum voor meer informatie.
Gebruik altijd de AM ringantenne zelfs als de buitenantenne is
aangesloten.
In elkaar zetten van de meegeleverde AM
ringantenne
Aansluiten van de meegeleverde AM ringantenne
De draden van de AM ringantenne hebben geen polariteit.
U kunt beide draden aanraken van de AM-aansluiting en
de andere naar de GND-aansluiting.
Als alle verbindingen zijn gemaakt, steekt u het netsnoer
van dit toestel in een stopcontact.
1Druk op AMAIN ZONE ON/OFF (of
pPOWER) om dit toestel aan te zetten.
2Druk opnieuw op AMAIN ZONE ON/OFF
(of pPOWER) om dit toestel uit te zetten
(stand-by).
y
Dit toestel heeft een paar seconden nodig voordat hij klaar is voor
weergave.
U kunt dit toestel ook aanzetten door te drukken op MSCENE (of
iSCENE).
Dit toestel gebruikt een klein beetje elektriciteit, zelfs tijdens stand-by.
We raden u aan om het stroomsnoer uit het stopcontact te halen.
Aansluiten van de FM en AM antennes
ANTENNA
UNBAL.
FM
GND
AM
TRI
GG
ER
OU
T
12V
0.1A MAX.
PH
O
N
O
G
N
D
CO
MP
O
NENT
V
IDEO
P
R
P
B
Y
IN
O
U
T
R
EM
O
T
E
M
O
NIT
O
R
O
UT
P
R
P
B
Y
S
.VIDE
O
VIDE
O
VIDE
O
CO
MP
O
RNEN
T
VIDE
O
F
R
O
AM-buitenantenne
Sluit een 5 tot 10 meter
lange vinylbedekt snoer
aan en verleng het
buitenshuis (gebruik de
AM ringantenne samen
met deze antenne).
Aarde (GND-aansluiting)
De GND-aansluiting is niet voor aarding.
Om lawaai te verminderen, verbindt u een
aardstaaf of een vinylbedekt snoer met een
koperen plaat als punt en plaatst u deze in
vochtige grond.
FM binnenantenne AM
ringantenne
Drukken en
vasthouden LoslatenInbrengen
Aansluiten van het netsnoer
Aan en uit zetten van dit toestel
Let op
Haal de stekker niet uit het stopcontact als het aan is.
Als u dit doet kan het toestel beschadigen of kunnen de
isntellingen van het toestel onjuist worden opgeslagen.
/
P
RE
S
EN
C
E
Naar het stopcontact
Netsnoer
21 Nl
Nederlands
INLEIDING
AANVULLENDE
INFORMATIE AANHANGSEL
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENIN
GGEAVANCEERD
E BEDIENING
Dit toestel heeft een Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer (YPAO). Met de YPAO, past dit toestel automatisch de
uitgangkenmerken van uw luidsprekers aan op basis van de luidsprekerpositie, de prestatie van de luidspreker en de akoestische
kenmerken van de kamer. We raden u aan dat u eerst de uitgangkenmerken met de YPAO afstelt als u dit toestel gebruikt.
1Controleer de volgende punten.
Voordat de automatische instellingen gestart worden,
controleert u het volgende.
Alle luidsprekers en de subwoofer zijn op de juiste
wijze aangesloten.
Er mag geen hoofdtelefoon zijn aangesloten op dit toestel.
De videomonitor is op de juiste wijze aangesloten.
Dit toestel en het beeldscherm moeten worden ingeschakeld.
Dit toestel is geselecteerd als de videosignaalbron
van de videomonitor.
Een eventueel aangesloten subwoofer moet worden
ingeschakeld en het volume moet ongeveer
halverwege (of iets lager) worden ingesteld.
De crossoverfrequentiebediening voor de aangesloten
subwoofer zijn op de maximum stand ingesteld.
2Verbind de meegeleverde optimalisatie-
microfoon met de OPTIMIZER MIC-
aansluiting op het voorpaneel.
“MIC ON. View OSD MENU” verschijnt op de display
van het voorpaneel. Het volgende menuscherm zal nu
verschijnen op het beeldscherm.
y
U kunt het bovenstaande menuscherm van het SETUP menu weergeven
(zie bladzijde 47).
3Plaats de optimalisatie-microfoon op uw
normale luisterplek op een vlak en
horizontaal oppervlak met de omni-
directionele microfoonkop naar boven.
y
Het verdient aanbeveling een statief of iets vergelijkbaars te gebruiken
om de optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde hoogte als waar
uw oren zich zouden bevinden wanneer u op uw luisterplek zit. U kunt de
optimalisatiemicrofoon vastmaken aan het statief met de
bevestigingsschroef van het statief.
4Als de luidsprekers zijn aangesloten op
EXTRA SP-aansluitingen, drukt u
herhaaldelijk op kCursor k om “Extra SP
Assign” te selecteren, daarna drukt u op
kCursor l/h om te selecteren hoe u
EXTRA SP-aansluitingen gebruikt van
“Zone2”, “Presence” of “None”.
Als dit toestel niet werkt als u drukt op kCursor,
druk dan eenmaal op jSETUP en bedien dit
toestel.
Optimaliseren van de luidsprekerinstellingen voor uw kamer (YPAO)
Opmerkingen
Er kunnen luide testtonen geproduceerd worden tijdens
de automatische setupprocedure. Laat kleine kinderen
niet de kamer binnengaan tijdens de procedure.
Om de beste resultaten te bereiken moet u ervoor zorgen
dat de ruimte zo stil mogelijk is tijdens de automatische
setup procedure. Als er teveel andere geluiden zijn, is
het mogelijk dat de resultaten tegenvallen.
y
U kunt handmatig de uitgangkenmerken van uw luidsprekers
aanpassen met “2 Manual Setup” in het SETUP menu. Voor
informatie, zie bladzijde 47.
Gebruikmaken van Auto Setup
VOLUME
MIN MAX
CROSSOVER/
HIGH CUT
MIN MAX
Subwoofer
VIDEO
AUDI
O
PO
RTABL
E
VIDE
O
A
UX
OPTIMIZER
MIC
Optimalisatie-microfoon
1 AutoSetup
>Zone2Presence
ExtraSPAssign
[ENTER]:Start
None
EQ Type;;;;Natural
.Start
[]/[]:Up/Down
[
[
Optimalisatie-microfoon


Specyfikacje produktu

Marka: Yamaha
Kategoria: odbiornik
Model: RX-V765

Potrzebujesz pomocy?

Jeśli potrzebujesz pomocy z Yamaha RX-V765, zadaj pytanie poniżej, a inni użytkownicy Ci odpowiedzą




Instrukcje odbiornik Yamaha

Instrukcje odbiornik

Najnowsze instrukcje dla odbiornik