Instrukcja obsługi Panasonic lumix dmc fs62eg s

Panasonic Aparat cyfrowy lumix dmc fs62eg s

Przeczytaj poniżej 📖 instrukcję obsługi w języku polskim dla Panasonic lumix dmc fs62eg s (148 stron) w kategorii Aparat cyfrowy. Ta instrukcja była pomocna dla 9 osób i została oceniona przez 2 użytkowników na średnio 4.5 gwiazdek

Strona 1/148
Gelieve deze gebruiksaanwijzing volledig door te lezen
alvorens dit apparaat in gebruik te nemen.
Gebruiksaanwijzing
voor geavanceerde kenmerken
Digitale Camera
Model Nr. DMC-FS12
DMC-FS62
VQT2D67
until
2009/4/30
- 2 -
Inhoud
Voor Gebruik
Beknopte gebruiksaanwijzingen................4
Standaard accessoires..............................6
Namen van de onderdelen........................7
Voorbereiding
De batterij opladen....................................9
• Over de batterij (Opladen/Aantal
opnamen)..........................................12
Een kaart of batterij in het
toestel doen ............................................14
Over het ingebouwde geheugen/
de kaart ...................................................16
De datum en de tijd instellen
(Klokinstelling).........................................18
• De klokinstelling veranderen .............19
Menu instellen.........................................20
• Menuonderdelen instellen.................21
• Gebruik van het snelle menu ............23
Over het set-up Menu .............................24
Het selecteren van de [OPNAME]
Functie ....................................................30
Basiskennis
Beelden maken m.b.v. de automatische
functie
(Intelligente Automatische Functie).........32
• Scènedetectie ...................................34
• Over de flits.......................................35
• Instellingen in intelligente
automatische functie.........................35
Beelden maken met uw favoriete
instellingen (Normale beeldfunctie).........36
• Het focussen .....................................37
• Wanneer er niet op het onderwerp
scherpgesteld is (zoals wanneer
deze zich niet in het midden van de
samenstelling van het beeld dat u
wilt makenbevindt) ............................37
• Golfstoring (camerabeweging)..........38
• Richtingfunctie ..................................38
Beelden maken met de zoom .................39
• Gebruik van de Optische Zoom/
Gebruik van de Extra Optische Zoom
(EZ)/Gebruik van de
Digitale Zoom....................................39
Beelden terugspelen
([NORMAAL AFSP.])...............................41
• Meervoudige schermen afbeelden
(Meervoudig terugspelen) .................42
• De terugspeelzoom gebruiken ..........42
• Schakelen van de [AFSPELEN]
functie ...............................................43
Beelden wissen .......................................44
• Om een enkele opname uit
te wissen...........................................44
• Om meerdere beelden (tot 50)
te wissen of alle beelden
te wissen...........................................45
Gevorderd (Opname van beelden)
Over de LCD-monitor ..............................46
Beelden maken met de ingebouwde
flits...........................................................48
• Naar de geschikte flitsinstelling
schakelen..........................................48
Close-up’s maken....................................53
Opnamen maken met de
zelfontspanner.........................................55
Belichtingscompensatie...........................56
Beelden maken met Auto Bracket...........57
Beelden maken die met de scène die
opgenomen wordt overeenkomen
(Scènefunctie) .........................................58
• Het registreren van scènes in
scènefunctie (Mijn scènefunctie).......58
• Het selecteren van de scènefunctie
voor elke opname (Scènefunctie) .....59
• [PORTRET] .......................................60
• [GAVE HUID] ....................................60
• [TRANSFORMEREN] .......................61
• [ZELFPORTRET] ..............................61
• [LANDSCHAP] ..................................62
• [SPORT]............................................62
• [NACHTPORTRET]...........................62
• [NACHTL. SCHAP] ...........................63
• [VOEDSEL] ......................................63
• [PARTY] ............................................64
• [KAARSLICHT]..................................64
• [BABY1]/[BABY2] ..............................65
• [HUISDIER] .......................................66
• [ZONSONDERG.] .............................66
• [H. GEVOELIGH.] .............................66
- 3 -
• [HI-SPEED BURST]..........................67
• [FLITS-BURST].................................68
• [STERRENHEMEL] ..........................69
• [VUURWERK]...................................70
• [STRAND] .........................................70
• [SNEEUW] ........................................70
• [LUCHTFOTO] ..................................71
• [ZANDSTRAAL] ................................72
• [FOTO FRAME] ................................72
Bewegende beelden ...............................73
Nuttige functies op reisbestemmingen ....76
• De dag van uw vakantie opslaan
waarop u de foto maakt ....................76
• Opnamedata/Tijden op Overzeese
Reisbestemmingen (Wereldtijd)........79
Het functiemenu [OPNAME] gebruiken...81
• [FOTO RES.].....................................81
• [KWALITEIT] .....................................82
• [ASPECTRATIO]...............................83
• [SLIMME ISO] ...................................84
• [GEVOELIGHEID].............................85
• [WITBALANS] ...................................86
• [AF MODE]........................................88
• [BURSTFUNCTIE] ............................90
• [DIG. ZOOM].....................................91
• [KLEURFUNCTIE] ............................91
• [STABILISATIE] ................................92
• [AF ASS. LAMP] ...............................93
• [KLOKINST.] .....................................93
Geavanceerd (Terugspelen)
Beelden terugspelen in Opeenvolging
(Diavoorstelling) ......................................94
Selecteren van Beelden en
deze Terugspelen ([CATEGOR. AFSP.]/
[FAVORIET AFSP.]) ................................97
• [CATEGOR. AFSP.]..........................97
• [FAVORIET AFSP.]...........................98
Bewegende beelden terugspelen............99
Het functiemenu [AFSPELEN]
gebruiken ..............................................100
• [KALENDER]...................................100
• [TITEL BEW.] ..................................101
• [TEKST AFDR.]...............................103
• [NW. RS.]
De beeldgrootte (aantal pixels)
reduceren........................................105
• [BIJSNIJD.] .....................................107
• [LCD ROTEREN] ............................108
• [FAVORIETEN] ...............................109
• [PRINT INST.] .................................110
• [BEVEILIGEN].................................112
• [KOPIE] ...........................................113
Aansluiten op andere apparatuur
Aansluiting op de PC.............................114
Beelden afdrukken ................................117
• Een beeld kiezen en uitprinten........118
• Meerdere beelden kiezen en
uitprinten .........................................119
• Printinstellingen...............................120
Beelden terugspelen op een
TV-scherm.............................................123
• Opnamen terugspelen met de
AV-kabel .........................................123
• Opnamen terugspelen op een
TV met een slot voor een
SD-geheugenkaart..........................124
Overige
Schermdisplay.......................................125
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik...128
Waarschuwingen op het scherm ...........132
Problemen oplossen..............................135
Aantal mogelijke beelden en
beschikbare opnametijd ........................144
- 5 -
Voor Gebruik
Speel de opnamen terug af.
1Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [(].
2Kies de opname die u wil bekijken.
(P41)
Voor Gebruik
- 6 -
Standaard accessoires
Controleer of alle accessoires aanwezig zijn voordat u het toestel gebruikt.
1 Batterijpakket
(In de tekst wordt deze aangeduid als batterij)
De batterij opladen voor gebruik.
2 Batterijoplader
(In de tekst wordt deze aangeduid als oplader)
3 AC-Kabel
4 USB-kabel
5 AV-Kabel
6 CD-ROM
• Software:
Gebruik om de software te installeren op uw PC.
• Gebruiksaanwijzing
7 Handriem
8 Batterijhouder
De accessoires en de vorm ervan kunnen verschillen, afhankelijk van het land of het gebied
waar u de camera hebt gekocht.
De SD-geheugenkaart en de SDHC-geheugenkaart worden aangeduid als kaart in de tekst.
De kaart is optioneel.
U kunt beelden maken of terugspelen met het ingebouwde geheugen als u geen kaart
gebruikt.
Raadpleeg uw dealer of het dichtstbijzijnde servicecentrum als u meegeleverde accessoires
verliest. (U kunt de accessoires apart aanschaffen.)
- 7 -
Voor Gebruik
Namen van de onderdelen
1 Flits (P48)
2 Lens (P129)
3 Zelfontspannerlampje (P55)
AF assistentielamp (P93)
4 LCD-monitor (P46, 125)
5 Statuslampje (P15, 26, 32)
6 [MENU/SET] knop (P18)
7 [DISPLAY] knop (P46)
8 [Q.MENU] (P23)/Wis (P44) knop
9 [MODE] knop (P30)
10 [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar (P20)
11 Cursorknoppen
A: 3/Belichtingscompensatie (P56)/
Auto bracket (P57)
B: 4/Macrofunctie (P53)
C: 2/Zelfontspannerknop (P55)
D: 1/Flitsinstelknop (P48)
In deze handleiding, worden de cursorknoppen beschreven als afgebeeld in de
figuur hieronder of beschreven met 3/4/2/1.
b.v.: Wanneer u op de 4 (beneden) knop drukt
of Druk op 4
123
114109
5786
Voor Gebruik
- 8 -
12 Toestel AAN/UIT (P18)
13 Zoomhendeltje (P39)
14 Speaker (P99)
15 Microfoon (P73)
16 Ontspanknop (P32, 73)
17 Intelligente automatische knop (P32)
18 Lusje voor handdraagriem
Zorg ervoor de handriem te bevestigen
wanneer u het toestel gebruikt om ervoor
te zorgen dat u deze niet zal laten vallen.
19 Objectiefcilinder
20 [AV OUT/DIGITAL] aansluiting (P114,
117, 123)
21 Statiefbevestiging
Zet het statief goed vast als u het toestel
erop bevestigt.
22 Kaart/Batterijklep (P14, 15)
23 Vrijgavehendeltje (P14)
24 DC-koppelaardeksel (P15)
Wanneer u een AC-adapter gebruikt, er
voor zorgen dat de DC-koppelaar van
Panasonic (optioneel) en de AC-adapter
(optioneel) gebruikt worden. Voor
verbindingsdetails, P15 raadplegen.
12 13
14 15 16 17
19
20
18
21 22
2324
- 9 -
Voorbereiding
Voorbereiding
De batterij opladen
Over batterijen die u kunt gebruiken met dit apparaat
Gebruik hiervoor de oplader.
Deze eenheid heeft een functie die bruikbare batterijen kan onderscheiden. Exclusieve
batterijen worden ondersteund door deze functie. (Conventionele batterijen die niet
ondersteund worden door deze functie kunnen niet gebruikt worden.)
De batterij wordt niet opgeladen voor de verzending. Laad dus de batterij eerst op.
Laad de batterij op met de oplader.
Laad de batterij op bij in een temperatuur tussen 10 oC en 35 oC. (Dit moet ook de temperatuur
van de batterij zelf zijn).
Het is opgemerkt dat er nep batterijpakketten die zeer op het echte product lijken
in omloop gebracht worden op bepaalde markten. Niet alle batterijpakketten van
dit soort zijn op gepaste wijze beschermd met interne bescherming om te
voldoen aan de eisen van geschikte veiligheidstandaards. Er is een mogelijkheid
dat deze batterijpakketten tot brand of explosie kunnen leiden. U dient te weten
dat wij niet verantwoordelijk zijn voor eventuele ongelukken of storingen die als
een gevolg van het gebruik van een nep batterijpak gebeuren. Om er voor te
zorgen dat er veilige producten gebruikt worden, raden we het gebruik aan van
originele batterijpakketten van Panasonic.
Steek de batterij in de goede
richting.
Voorbereiding
- 10 -
Steek de stekker van de oplader
in het stopcontact.
De AC-kabel gaat niet helemaal in de
AC-aansluiting. Er blijft een stukje over
zoals op de afbeelding.
Het laden start als het lampje
[CHARGE] A groen oplicht.
Het laden is gedaan als het lampje
[CHARGE] A uitgaat (na ongeveer
130 minuten).
plug-in-type
inlaattype
Maak de batterij los als deze
opgeladen is.
90
- 11 -
Voorbereiding
Als het [CHARGE] lampje knippert
De batterij is te heet of te koud. Het zal langer duren dan normaal om de batterij op te laden.
Het kan ook zijn dat de batterij niet helemaal opgeladen wordt.
De polen op de lader of op de batterij zijn vuil. Wrijf ze in dit geval schoon met een droge doek.
Aantekening
Als u hebt opgeladen, trekt u de stekker uit het stopcontact.
De batterij wordt warm na het gebruik/laden of tijdens het laden. Ook de fotocamera wordt
warm tijdens het gebruik. Dit is echter geen storing.
Een volle batterij raakt leeg als u deze lang niet gebruikt.
• De batterij kan weer opgalden worden ook wanneer deze nog niet helemaal leeg is, maar het is
niet aan te raden dat de batterij vaak even bijgeladen wordt terwijl de batterij vrijwel helemaal
opgeladen is. (De batterij heeft eigenschappen die zijn werkingsduur zullen reduceren en de
batterij zullen doen opzwellen.)
Wanneer de bedrijfstijd van de camera extreem kort wordt zelfs als de batterij goed opgeladen
is, zou de levensduur van de batterij aan zijn eind kunnen zijn. Koop een nieuwe batterij.
Laat geen metalen voorwerpen (zoals clips) in de buurt van de contactzones van de
stroomplug. Anders zou er een brand- en/of elektrische shock veroorzaakt kunnen
worden door kortsluiting of de eruit voortkomende hitte.
- 13 -
Voorbereiding
Het aantal opnamen en de terugspeeltijd zal variëren afhankelijk van de
werkingsomstandigheden en opslagcondities van de batterij.
Opladen
Oplaadtijd en aantal mogelijke beelden met het optionele batterijpakket zijn dezelfde als
hierboven.
De opnametijd zal enigszins variëren afhankelijk van de status van de batterij en de
omstandigheden in de oplaadomgeving.
Wanneer het opladen met succes voltooid is, gaat de [CHARGE] indicator uit.
Aantekening
De batterij kan uitzetten en minder lang werken naarmate u deze vaker oplaadt. Voor een lang
meegaande batterij raden wij aan deze niet te vaak op te laden als de batterij nog niet helemaal
leeg is.
De prestatie van de batterij kan tijdelijk verminderen en de bedrijfstijd kan korter worden bij
lagere temperaturen (b.v. skiën/snowboarden).
Terugspeeltijd Ongeveer 360 min. (DMC-FS12)
Ongeveer 450 min. (DMC-FS62)
Oplaadtijd Ongeveer 130 min.
Voorbereiding
- 14 -
Een kaart of batterij in het toestel doen
Controleer of het toestel uit staat.
We raden een kaart van Panasonic aan.
Zet de vrijgavehendeltje in de richting
van de pijl en open de batterij/kaartklep.
Altijd echte Panasonic batterijen gebruiken.
Als u andere batterijen gebruikt, garanderen
wij de kwaliteit van dit product niet.
Batterij: Doe deze er in totdat deze
vergrendeld wordt door de hendel A
terwijl u op de richting let waarin u deze
zet. Zet het hendeltje A in de richting
van de pijl om de batterij te verwijderen.
Kaart: Druk deze helemaal door totdat
deze klikt en let op de richting waarin u
deze erin doet. Om de kaart te
verwijderen, de kaart helemaal
doorduwen totdat deze klikt, trek deze
er vervolgens rechtop uit.
B: De verbindingsuiteinden van de kaart niet aanraken.
De kaart kan beschadigd worden als deze niet goed in het toestel zit.
1: Sluit de kaart/batterijklep.
2: Zet de vrijgavehendeltje in de
richting van de pijl.
Als u de kaart/batterijklep niet helemaal kunt
sluiten, haalt u de kaart eruit en steekt u deze er
weer in.
- 15 -
Voorbereiding
Aantekening
Haal de batterij uit het toestel na gebruik. De batterij opslaan in de batterijhouder (bijgeleverd).
De batterij niet verwijderen totdat de LCD-monitor en het statuslampje (groen) uit zijn gegaan
omdat anders de instellingen verkeerd opgeslagen kunnen worden.
De geleverde batterij is alleen bedoeld voor dit toestel. Gebruik de batterij niet voor andere
apparatuur.
Voordat u de kaart of de batterij verwijdert, het toestel uitzetten en wachten totdat de
statusindicator helemaal uitgegaan is. (Anders zou dit apparaat niet meer normaal kunnen
werken en zou de kaart zelf beschadigd kunnen raken of zouden de opgenomen beelden
verloren kunnen gaan.)
M.b.v. een AC-adapter (optioneel) en een DC-koppelaar (optioneel) i.p.v. de
batterij
Zorg ervoor dat de AC-adapter (optioneel) en
DC-koppelaar (optioneel) aangeschaft worden in
een set. Niet gebruiken als deze apart verkocht
worden.
1Open de kaart/batterijklep.
2Doe de DC-koppelaar erin, lettend op de richting.
3Sluit de kaart/batterijklep.
Zorg ervoor dat de kaart-/batterijklep dicht is.
4Open de DC-koppelaardeksel A.
Als het moeilijk is te openen, de
koppelaarbescherming opendrukken van binnenuit
met de kaart-/batterijklep open.
5Doe de AC-adapter in een elektrische uitlaat.
6De AC-adapter B aan de [DC IN] aansluiting C
van de DC-koppelaar verbinden.
D De markeringen uitlijnen en erin zetten.
Zorg ervoor dat alleen de AC-adapter en de
DC-koppelaar voor dit toestel gebruikt worden. Het
gebruik van andere apparatuur zou schade kunnen
veroorzaken.
Aantekening
Gebruik altijd een originele Panasonic AC-adapter (optioneel).
Sommige statieven kunnen niet bevestigd worden wanneer de DC-koppelaar aangesloten is.
Dit apparaat kan niet recht gezet worden wanneer de AC-adapter aangesloten is. Wanneer u
deze neerzet en aan hanteert, raden we aan deze op een zachte doek te plaatsen.
Zorg ervoor de AC-adapter los te koppelen wanneer u de kaart-/batterijdeur opent.
Als de AC-adapter en de DC-koppelaar niet nodig zijn, verwijder deze dan van het digitale
toestel. Tevens gelieve de DC-koppelaardeksel dicht houden.
Lees ook de handleiding voor de AC-adapter en de DC-koppelaar.
We raden aan dat u een batterij die voldoende opgeladen is of de AC-adapter gebruikt
wanneer u bewegende beelden maakt.
Als terwijl u bewegende beelden maakt m.b.v. de AC-adapter, de stroom onderbroken wordt
wegens het uitvallen van de stroom of als de AC-adapter losgekoppeld wordt enz., zal het
bewegende beeld dat gemaakt worden, niet gemaakt worden.
- 17 -
Voorbereiding
De volgende soorten kaarten kunnen met dit apparaat gebruikt worden.
(Deze kaarten worden aangeduid als kaart in de tekst.)
¢De SDHC-geheugenkaart is een geheugenkaartstandaard die bepaald is door de
SD-associatie in 2006 voor hoog vermogen-geheugenkaarten die meer dan 2 GB kunnen
bevatten.
¢U kunt een SDHC-geheugenkaart gebruiken in toestellen die compatibel zijn met
SDHC-geheugenkaarten maar u kunt geen SDHC-geheugenkaart gebruiken in toestellen
die alleen compatibel zijn met SD-geheugenkaarten. (Lees altijd de gebruiksaanwijzing
voordat u het toestel gebruikt.)
U kunt alleen kaarten gebruiken met SDHC-logo (die op overeenstemming duidt met de
SD-standaard) indien u kaarten gebruikt met een vermogen van 4 GB of meer.
Gelieve deze informatie op de volgende website bevestigen.
http://panasonic.co.jp/pavc/global/cs
(Deze site is alleen in het Engels.)
Aantekening
Zet dit apparaat niet uit, verwijder de batterijen of de kaart niet en koppel de AC-adapter
(optioneel) niet los wanneer de toegangsindicatie brandt [waneer er beelden
geschreven, gelezen of gewist worden of het ingebouwde geheugen of de kaart
geformatteerd (P29)] worden. Verder het toestel niet blootstellen aan vibratie, stoten of
statische elektriciteit.
De kaart of de gegevens op de kaart zouden beschadigd kunnen worden en dit apparaat
zou niet langer normaal kunnen werken.
Als de operatie faalt wegens vibratie, stoten of statische elektriciteit, de operatie
opnieuw uitvoeren.
De gegevens op het ingebouwde geheugen of de kaart kunnen beschadigd raken of verloren
gaan door elektromagnetische golven of statische elektriciteit of omdat het toestel of de kaart
stuk is. We raden aan belangrijke gegevens op een PC enz. op te slaan.
Formatteer de kaart niet op de PC of andere apparatuur. Formatteer de kaart alleen op het
toestel zelf zodat er niets kan mislopen. (P29)
Houd de geheugenkaarten buiten het bereik van kinderen om te voorkomen dat ze de kaart
inslikken.
Kaart
Soort kaart Eigenschappen
SD-geheugenkaart (8 MB tot 2 GB)
(Geformatteerd m.b.v. het FAT12 of
FAT16 formaat in overeenstemming
met de SD-standaard)
Snelle opname en grote schrijfsnelheid
Schrijfbescherming-schakelaar A
voorzien (Wanneer deze schakelaar op
de [LOCK] positie staat, is er geen
verdere gegevens schrijven, wissen of
formattering mogelijk. Het vermogen
gegevens te schrijven, te wissen en te
formatteren wordt hersteld wanneer de schakelaar
teruggezet wordt naar zijn originele positie.)
SDHC-geheugenkaart (4 GB tot
32 GB)¢
(Geformatteerd m.b.v. het FAT32
formaat in overeenstemming met de
SD-standaard)
2
A
Voorbereiding
- 18 -
De datum en de tijd instellen (Klokinstelling)
De klok is niet ingesteld wanneer het toestel vervoerd wordt.
Zet het toestel aan.
A[MENU/SET] knop
BCursorknoppen
Op [MENU/SET] drukken.
Het [AUB KLOK INSTELLEN] bericht verschijnt. (Dit bericht verschijnt niet in
[AFSPELEN] functie.)
Op [MENU/SET] drukken.
Als het taalselectiescherm niet wordt afgebeeld,
overgaan op stap 4.
Druk op 3/4 om de taal te kiezen en dan op [MENU/SET].
ON
OFF
/SET
MENU
- 19 -
Voorbereiding
A: De tijd in uw woongebied
B: De tijd in uw reisbestemmingsgebied (P79)
: Annuleren zonder de klok in te stellen.
Selecteer ofwel [24UURS] of [AM/PM] voor het formaat van de tijddisplay.
AM/PM wordt afgebeeld wanneer [AM/PM] geselecteerd is.
Wanneer [AM/PM] geselecteerd is als het formaat van de tijddisplay, wordt middernacht
afgebeeld als AM 12:00 en wordt twaalf uur’s middags afgebeeld als PM 12:00. Dit
displayformaat wordt veel gebruikt in de VS en elders.
Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
Na het voltooien van de klokinstellingen, het toestel uitzetten. Zet het toestel vervolgens
weer aan, schakel naar opnamefunctie, en controleer dat de display de instellingen
weergeeft die uitgevoerd zijn.
Wanneer [MENU/SET] ingedrukt is om de instellingen te voltooien zonder dat de klok
ingesteld moet worden, de klok correct instellen door de “De klokinstelling veranderen
procedure hieronder te volgen.
Selecteer [KLOKINST.] in het [OPNAME] of [SET-UP] menu, en druk op 1. (P21)
Deze kan veranderd worden in stappen 5 en 6 om de klok in te stellen.
De klokinstelling wordt behouden gedurende 3 maanden m.b.v. de ingebouwde
klokbatterij zelfs zonder de batterij. (De opgeladen batterij in het apparaat laten
gedurende 24 uur om de ingebouwde batterij op te laden.)
Aantekening
De klok wordt afgebeeld wanneer [DISPLAY] verschillende keren ingedrukt wordt tijdens
opname.
U kunt het jaar instellen van 2000 tot 2099.
Als de klok niet is ingesteld, wordt niet de juiste datum afgedrukt als u de datumafdruk op de
beelden instelt met [TEKST AFDR.] (P103) of de beelden laat afdrukken door een fotograaf.
Als de klok wel is ingesteld, kan de juiste datum worden afgedrukt, zelfs als de datum niet op
het scherm van de camera wordt weergegeven.
Op 2/1 drukken om de items (jaar,
maand, dag, uur, minuut, displayvolgorde
afbeelden of formaat tijddisplay) te
selecteren en dan op 3/4 drukken om in
te stellen.
De klokinstelling veranderen
:
:
Voorbereiding
- 20 -
Menu instellen
Het toestel wordt geleverd met menu’s die u de mogelijkheid bieden instellingen te maken
voor het maken van beelden en deze terug te spelen precies zoals u wilt en menu’s die u
de mogelijkheid bieden meer plezier te hebben met het toestel en deze met groter gemak
te gebruiken.
In het bijzonder, bevat het [SET-UP] menu belangrijke instellingen met betrekking tot de
klok en de stroom van het toestel. Controleer de instellingen van dit menu voordat u
overgaat tot het gebruik van het toestel.
A[OPNAME]/[AFSPELEN] selectieschakelaar
Aantekening
Afhankelijk van de specificaties van het toestel, zou het niet mogelijk kunnen zijn bepaalde
functies in te stellen of zouden sommige functies niet kunnen werken onder bepaalde
omstandigheden waarin het toestel gebruikt wordt.
( [AFSPELEN] functiemenu (P100 tot 113) ! [OPNAME] functiemenu (P81 tot 93)
Dit menu laat u de
bescherming,
bewerking of
afdrukinstellingen
(DPOF), enz. van
gemaakte beelden
maken.
Dit menu lat u de
kleuring,
gevoeligheid,
aspectratio, aantal
pixels en andere
aspecten instellen van
de beelden die u aan
het opnemen bent.
[SET-UP] menu (P24 tot 29)
Dit menu laat u de klokinstellingen uitvoeren, de werkingspieptoon
selecteren en anderen instellingen instellen die het gemakkelijker voor
u maken om het toestel te hanteren.
Het [SET-UP] menu kan ingesteld worden vanaf de
[OPNAMEFUNCTIE] of [AFSPEELFUNCTIE] stand.
- 21 -
Voorbereiding
Deze sectie beschrijft hoe de instellingen van de normale beeldfunctie te selecteren en
dezelfde instelling vervolgens gebruikt kan worden voor het [AFSPELEN] menu en het
[SET-UP] menu.
Voorbeeld: Instelling [AF MODE] vanuit [Ø] naar [š] in de normale beeldfunctie
Menuonderdelen instellen
Zet het toestel aan.
A[MENU/SET] knop
B[OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar
C[MODE] knop
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [!] en druk
vervolgens op [MODE].
Wanneer u de [AFSPELEN] functiemenu-instellingen
selecteert, de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [(] zetten en verdergaan naar
stap 4.
Op 3/4 drukken om [NORMALE FOTO] te
kiezen en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
Druk op [MENU/SET] om het menu af te
beelden.
U kunt ook naar de menuschermen overschakelen in
een menu-onderdeel door het zoomhendeltje te
verplaatsen.
Schakel naar het [SET-UP] menu
Op 2 drukken.
Druk op 4 om het [SET-UP]
menupictogram te kiezen.
Op 1 drukken.
Kies een menuonderdeel en stel het in.
ON
OFF
/SET
MENU
Voorbereiding
- 22 -
Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten.
Op 3/4 drukken om [AF MODE] te kiezen.
Selecteer het item helemaal onderaan en druk op 4
om naar het tweede scherm te gaan.
Op 1 drukken.
Afhankelijk van het item, kan de instelling ervan niet
verschijnen of op een andere manier afgebeeld
worden.
Op 3/4 drukken om [š] te kiezen.
Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
/SET
MENU
- 23 -
Voorbereiding
M.b.v. het snelle menu, kunnen sommige van de menu-instellingen gemakkelijk
opgeroepen worden.
Sommige menu-items kunnen niet ingesteld worden door de functies.
Wanneer [DISPLAY] ingedrukt wordt terwijl [STABILISATIE] (P92) geselecteerd is, kan
[JITTER, DEMO BEW. ONDW.] afgebeeld worden.
Gebruik van het snelle menu
[Q.MENU] ingedrukt houden wanneer u
opneemt.
Op 3/4/2/1 drukken om het menu-item en
de instelling te selecteren en dan op
[MENU/SET] drukken om het menu te
sluiten.
ADe in te stellen items en de instellingen worden
afgebeeld.
Q.MENU
A
Voorbereiding
- 24 -
Over het set-up Menu
[KLOKINST.], [BESPARING] en [AUTO REVIEW] zijn belangrijke items. Controleer de
instellingen ervan voordat u ze gebruikt.
In de Intelligente automatische functie, kunnen alleen [KLOKINST.], [WERELDTIJD], [TOON]
en [TAAL] ingesteld worden.
Voor details over hoe de [SET-UP] menu-instellingen geselecteerd moeten worden,
P21 raadplegen.
Raadpleeg P18 voor details.
Raadpleeg P79 voor details.
Raadpleeg P76 voor details.
U [KLOKINST.] De datum en de tijd instellen.
[WERELDTIJD]
De tijd in uw woongebied en reisbestemming instellen.
[BESTEMMING]:
U reisbestemming
[HOME]:
Uw woongebied
[REISDATUM]
De vertrekdatum en terugkeerdatum van uw reis instellen.
[REIS-SETUP]:
[OFF]/[SET]
[LOCATIE]:
[OFF]/[SET]
r [TOON]
Hiermee stelt u de pieptoon en sluitertoon in.
r [TOONNIVEAU]:
[s] (Geluid uit)
[t] (Laag)
[u] (Hoge)
[SHUTTER VOL.]:
[ ] (Geluid uit)
[ ] (Laag)
[] (Hoge)
[PIEPTOON]:
[]/[]/[]
[SHUTTER TOON]:
[]/[]/[]
1
2 3 1 2
3
- 25 -
Voorbereiding
Als u de camera aansluit op een TV wijzigt dit het volume van de TV-speakers niet.
De Hoge-hoekfunctie wordt ook geannuleerd als u de camera uitzet of de [BATT. BESP.] hebt
ingeschakeld.
De helderheid van de beelden die afgebeeld worden op de LCD-monitor neemt toe zodat
sommige onderwerpen anders eruit zouden kunnen zien dan in werkelijkheid op de
LCD-monitor. Dit beïnvloedt echter niet de opgenomen beelden.
De LCD-monitor wordt weer normaal helder na 30 seconden als u opneemt met de
LCD-versterkingsfunctie. Druk op een willekeurige knop om de LCD-monitor weer helder te
maken.
• Als u niets op het scherm ziet door zonlicht of ander licht dat erop schijnt, raden wij aan het licht
af te schermen met uw hand of iets anders.
Het aantal beelden dat opgenomen kan worden neemt af in Automatische
LCD-versterkingsfunctie, LCD-versterkingsfunctie en Hoge hoekfunctie.
[AUTO POWER LCD] en [GR. KIJKHOEK] kunnen niet geselecteerd worden in de
terugspeelfunctie.
u [VOLUME] Stel het volume af van de luidspreker op één van de 7 niveaus.
[LCD SCHERM] De helderheid van de LCD-monitor in 7 stappen aanpassen.
[LCD MODE]
Deze menu-instellingen maken het gemakkelijker voor u om de
LCD-monitor te zien wanneer u op heldere plekken bent of
wanneer u het toestel hoog boven uw hoofd houdt.
[OFF]
[AUTO POWER LCD]:
De helderheid wordt automatisch aangepast afhankelijk van hoe
helder het om het toestel heen is.
[SPANNING LCD]:
De LCD-monitor wordt helderder en gemakkelijker zichtbaar
tijdens het opnemen ook buiten.
Å [GR. KIJKHOEK]:
De LCD-monitor is gemakkelijker zichtbar wanneer u beelden
maakt met het toestel hoog boven uw hoofd.
[BEELDGROOTTE]
Verander de displaygrootte van sommige iconen en
menuschermen.
[STANDARD]/[LARGE]
LCD
Voorbereiding
- 26 -
De ontspanknop tot de helft indrukken of het toestel uit- en aanzetten om de [BATT. BESP.] te
annuleren.
[BATT. BESP.] is ingesteld op [5MIN.] in de intelligente automatische functie.
[BATT. BESP.] is vastgesteld op [2MIN.] wanneer [AUTO LCD UIT] ingesteld is op [15SEC.] of
[30SEC.].
De statusindicator licht op als de LCD-monitor uit wordt gezet. Druk op een willekeurige knop
om de LCD-monitor weer aan te zetten.
[AUTO LCD UIT] werkt niet terwijl u het menu of de terugspeelzoom hanteert.
[BATT. BESP.] werkt niet in de volgende gevallen.
Wanneer u de AC-adapter gebruikt
Wanneer u verbindt aan een PC of een printer
Wanneer u bewegende beelden opneemt of terugspeelt
Tijdens een diavoorstelling
–[AUTO DEMO]
[AUTO LCD UIT] werkt niet in de volgende gevallen.
Wanneer u de AC-adapter gebruikt
Wanneer u verbindt aan een PC of een printer
Als de zelfontspanner ingesteld is
Terwijl u bewegende beelden opneemt
Terwijl het menuscherm afgebeeld is
–[AUTO DEMO]
[FOCUS ICON] Verander de focusicoon.
[ ]/[ ]/[ ]/[ ]/[ ]/[ ]
q [BESPARING]
U kunt de levensduur van de batterij conserveren door deze
menu’s in te stellen.
p [BATT. BESP.]:
Het toestel wordt automatisch uitgeschakeld als het toestel niet
gebruikt wordt gedurende een op de instelling geselecteerde
tijdsperiode.
[OFF]/[2MIN.]/[5MIN.]/[10MIN.]
[AUTO LCD UIT]:
De LCD-monitor wordt automatisch uitgeschakeld als het toestel
niet gebruikt wordt gedurende de op de instelling geselecteerd
tijd.
[OFF]/[15SEC.]/[30SEC.]
- 27 -
Voorbereiding
[AUTO REVIEW] is geactiveerd ongeacht de instelling ervan wanneer auto bracket (P57),
[HI-SPEED BURST] (P67), [FLITS-BURST] (P68) en [FOTO FRAME] (P72) in scènefunctie en
[BURSTFUNCTIE] (P90) gebruikt worden. (De beelden kunnen niet vergroot worden.)
In intelligente automatische functie, is de automatische overzichtsfunctie vastgesteld op
[2SEC.].
[AUTO REVIEW] werkt niet in bewegende beeldfunctie.
Het mapnummer wordt bijgewerkt en het bestandnummer vertrekt vanaf 0001. (P116)
U kunt een mapnummer tussen 100 en 999 toewijzen.
Wanneer u het mapnummer 999 bereikt, kunt u niet verder instellen. Wij raden aan de kaart
(P29) te formatteren nadat u de gegevens op een PC of ergens anders opgeslagen hebt.
Om het mapnummer opnieuw op 100 te zetten, het ingebouwde geheugen of de kaart eerst
formatteren en vervolgens deze functie gebruiken om het bestandsnummer opnieuw in te
stellen.
Er verschijnt een resetscherm voor het mapnummer. [JA] kiezen om het mapnummer opnieuw
in te stellen.
Wanneer de [RESETTEN] instelling geselecteerd is tijdens opname, wordt tegelijk ook de
operatie die de lens terugzet uitgevoerd. U zult het geluid hoeren van de lens die beweegt
maar dit is normaal en duidt niet op slechte werking.
Wanneer [SET-UP] menu-instellingen opnieuw ingesteld worden, worden de volgende
instellingen ook opnieuw ingesteld. Bovendien wordt [FAVORIETEN] (P109) in [AFSPELEN]
functiemenu ingesteld op [OFF], en wordt [LCD ROTEREN] (P108) ingesteld op [ON].
De instelling en registratie voor mijn scènefunctie (P58)
De verjaardag- en naam instellingen voor [BABY1]/[BABY2] (P65) en [HUISDIER] (P66) in
scènefunctie.
De instellingen van [REISDATUM] (P76) (vertrekdatum, terugkomstdatum, locatie)
De instelling voor [WERELDTIJD] (P79).
Het mapnummer en de klokinstelling worden niet gewijzigd.
o [AUTO REVIEW]
Stel in hoeveel tijd na de opname het beeld op het scherm
verschijnt.
[OFF]
[1SEC.]
[2SEC.]
[HOLD]: De beelden worden afgebeeld totdat erop een
willekeurige knop gedrukt wordt.
[ZOOM]: De opname verschijnt 1 seconde, wordt dan
uitvergroot tot 4k en verschijnt nogmaals 1 seconde.
v [NR. RESET] Reset het bestandnummer van de volgende opname op 0001.
w [RESETTEN] De [OPNAME] of [SET-UP] menu-instellingen worden weer
teruggezet naar de begininstellingen.
Voorbereiding
- 28 -
Wanneer u [PC] kiest, wordt het toestel aangesloten via het “USB Mass Storage”
communicatiesysteem.
• Wanneer u [PictBridge(PTP)] kiest, wordt het toestel aangesloten op het “PTP (Picture Transfer
Protocol)” communicatiesysteem.
Dit zal werken wanneer de AV-kabel (P123) verbonden is.
¢PAL-video out is niet beschikbaar op de versie DMC-FS12P die verkocht wordt in de V.S. en
de versie DMC-FS12PC die verkocht wordt in Canada.
Dit zal werken wanneer de AV-kabel (P123) aangesloten is.
x [USB MODE]
Het USB-communicatiesysteem kiezen voordat of nadat u het
toestel op uw PC of printer aansluit met de USB-kabel
(bijgeleverd).
y [SELECT. VERBINDING]:
[PC] of [PictBridge(PTP)] kiezen als u het toestel op een PC of
een printer hebt aangesloten die PictBridge verwerkt.
{ [PictBridge(PTP)]:
Instellen na of voor het aansluiten op een printer die PictBridge
verwerkt.
z [PC]:
Instellen na of voor het aansluiten op een PC.
| [VIDEO UIT]¢
De verschillende TV-typen instellen. (Alleen Terugspeelfunctie)
[NTSC]: Video-output wordt op NTSC systeem ingesteld.
[PAL]: Video-output wordt op PAL systeem ingesteld.
[TV-ASPECT]
Het kleurentelevisiesysteem instellen voor elk land.
(Alleen Terugspeelfunctie)
[W]: Aansluiten op een TV met een 16:9 scherm.
[X]: Aansluiten op een TV met een 4:3 scherm.
[VERSIE DISP.]
Het is mogelijk te controleren welke versie
van bedrijfswaren op het toestel zit.
- 29 -
Voorbereiding
Gebruik een batterij met voldoende batterijstroom of de AC-adapter (optioneel) en
DC-koppelaar (optioneel) wanneer u formatteert. Zet het toestel niet uit tijdens het formatteren.
Als er een kaar inzit, wordt alleen de kaart geformatteerd. Om het ingebouwde geheugen te
formatteren, de kaart verwijderen.
Als de kaart is geformatteerd op een PC of andere apparatuur, formatteert u dan de kaart
opnieuw op het toestel.
Het kan langer duren om het ingebouwde geheugen te formatteren dan de kaart.
Als u niet kunt formatteren, contact opnemen met de dealer of uw dichtstbijzijnde
Servicecentrum.
Als u per ongeluk een andere taal instelt, kiest u [~] in het pictogrammenmenu om de
gewenste taal in te stellen.
In terugspeelfunctie, [JITTER, DEMO BEW. ONDW.] kan niet afgebeeld worden.
Druk op [DISPLAY] om [JITTER, DEMO BEW. ONDW.] te sluiten.
[JITTER, DEMO BEW. ONDW.] is een benadering.
[AUTO DEMO] heeft geen mogelijkheid tot TV-output.
[FORMATEREN]
Het ingebouwde geheugen of de kaart wordt geformatteerd. Het
formatteren wist alle gegevens onherroepelijk, dus controleer de
gegevens zorgvuldig voordat u formatteert.
~ [TAAL] De taal op het scherm instellen.
[DEMOFUNCTIE]
Het toestel spoort automatisch beeldbibber en de beweging van
het onderwerp op en beeldt deze af op de indicator. ([JITTER,
DEMO BEW. ONDW.])
De kenmerken van het toestel worden afgebeeld als
diavoorstellingen. ([AUTO DEMO])
[JITTER, DEMO BEW. ONDW.]
ADemonstratie
camerabewegingsdetectie
BDemonstratie bewegingsdetectie
[AUTO DEMO]:
[OFF]
[ON]
DEMO
A
B
Voorbereiding
- 30 -
Het selecteren van de [OPNAME] Functie
Wanneer de [OPNAME] functie geselecteerd is, kan het toestel ingesteld worden op de
intelligente automatische functie waarin de optimale instellingen vastgesteld worden in
overeenkomst met het onderwerp dat opgenomen moet worden en met de
opnameomstandigheid, of op de scènefunctie die u in staat stelt beelden te maken die
overeenkomen met de scène die opgenomen wordt.
Zet het toestel aan.
A[MENU/SET] knop
B[OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar
C[MODE] knop
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [!].
Druk op [MODE].
Op 3/4 drukken om de functie te kiezen.
Op [MENU/SET] drukken.
ON
OFF
- 31 -
Voorbereiding
Lijst van [OPNAME] functies
Aantekening
Wanneer de functie geschakeld wordt van [AFSPELEN] functie naar [OPNAME] functie, zal de
eerder ingestelde [OPNAME] functie ingesteld worden.
Raadpleeg P32 voor details over het selecteren van Intelligente automatische functie.
¦Intelligente automatische functie (P32)
De onderwerpen worden opgenomen m.b.v. de instellingen die overgelaten worden
aan het toestel om deze automatisch te selecteren.
!Normale opnamefunctie (P36)
De onderwerpen worden opgenomen m.b.v. uw eigen instellingen.
Mijn scènefunctie (P58)
De beelden worden genomen m.b.v. eerder geregistreerde opnamescènes.
ÛScènefunctie (P58)
Hiermee maakt u beelden die passen bij de scène die u opneemt.
$Bewegende beeldfunctie (P73)
Deze functie biedt u de mogelijkheid bewegende beelden met geluid op te nemen.
Basiskennis
- 32 -
[OPNAME] functie: ñ
Basiskennis
Beelden maken m.b.v. de automatische functie
(Intelligente Automatische Functie)
Alle instellingen van de camera worden aangepast aan het onderwerp en de
opnamecondities. Wij raden deze manier van opnemen dus aan voor beginners of als u de
instellingen wenst over te laten aan de camera om gemakkelijker opnamen te maken.
De volgende functies worden automatisch geactiveerd.
Scènedetectie/[STABILISATIE]/[SLIMME ISO]/Gezichtsdetectie/Compensatie van de
achtergrondverlichting/Digitale Rode-ogencorrectie
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar naar [!] en druk
vervolgens op [MODE].
Op 3/4 drukken om [INTELLIGENT AUTO]te kiezen en vervolgens
op [MENU/SET] drukken.
U kunt snel naar Intelligente automatische functie schakelen door op [¦] A te drukken
wanneer de [OPNAME]/[AFSPELEN] selectorschakelaar ingesteld is om op te nemen.
Door [¦] opnieuw in te drukken gaat u terug naar de eerdere functie.
De statusindicator 3 brandt wanneer u
dit apparaat aan 2 zet. (Deze gaat uit na
ongeveer 1 seconde.)
(1: Ontspanknop)
- 33 -
Basiskennis
Wanneer u beelden maakt met de flits (P48)
Wanneer u beelden maakt m.b.v. de zoom (P39)
Aantekening
Houd de camera stil als u de ontspanknop indrukt.
De flits of de AF-lamp niet bedekken met uw vingers of andere voorwerpen.
De voorkant van de lens niet aanraken.
Het toestel voorzichtig vasthouden met
beide handen, armen stil houden en uw
benen een beetje spreiden.
BFlits
CAF assistentielamp
De ontspanknop tot de helft indrukken om
scherp te stellen.
De focusaanduiding 1 (groen) gaat branden wanneer
er op het onderwerp scherpgesteld is.
De AF-zone 2 wordt afgebeeld rond het gezicht van
het onderwerp door de gezichtsherkenningfunctie. In
andere gevallen wordt deze afgebeeld op het punt op
het onderwerp waarop scherp gesteld is.
Het focusbereik is 5 cm (Breed)/50 cm (Tele) tot .
De maximum close-upafstand (de kortste afstand die
mogelijk is voor het maken van een beeld van het
onderwerp) verschilt afhankelijk van de
zoomuitvergroting.
Druk de ontspanknop helemaal in (verder
indrukken), en maak het beeld.
De kaartaanduiding (P16) wordt rood als er beelden
met het ingebouwde geheugen (of de kaart) worden
gemaakt.
1
2
Basiskennis
- 34 -
Wanneer het toestel de optimale scène identificeert, wordt de icoon van de scène in
kwestie in het blauw gedurende 2 seconden afgebeeld, waarna die terugkeert naar zijn
gewoonlijke rode kleur.
•[¦] is ingesteld als geen van de scènes van toepassing zijn en de standaardinstellingen
ingesteld zijn.
Als er een statief gebruikt wordt, bijvoorbeeld, en het toestel merkt dat toestelschudding
minimaal is wanneer de scènefunctie geïdentificeerd is als [ ], zal de sluitertijd ingesteld
worden op een maximum van 8 seconden. Opletten het toestel niet te bewegen terwijl u
beelden maakt.
Gezichtherkenning
Wanneer [ ] of [ ] geselecteerd is, spoort het toestel automatisch het gezicht van een
persoon op en zullen de focus en de belichting erop aangepast worden (P89).
Aantekening
Wegens omstandigheden zoals de hieronder genoemde, kan er een
andere scène geïdentificeerd worden voor hetzelfde onderwerp.
– Onderwerpomstandigheden: Wanneer het gezicht helder of donker is,
De grootte van het onderwerp, De afstand naar het onderwerp, Het
contrast van het onderwerp, Wanneer het onderwerp beweegt,
Wanneer de zoom gebruikt wordt
Opnameomstandigheden: Zonsondergang, Zonsopgang, Onder omstandigheden van
geringe helderheid, Wanneer het toestel geschud (bewogen) wordt
• Om beelden te maken in een bedoelde scène, wordt het aangeraden dat u beelden maakt in de
juiste opnamefunctie.
Compensatie van de achtergrondverlichting
Achtergrondverlichting treedt op wanneer er licht achter het object is.
In dit geval, zal het onderwerp donker worden, zodat deze functie het achterlicht
compenseert door het geheel van het beeld automatisch helderder te maken.
Scènedetectie
¦>[i-PORTRET]
[i-LANDSCHAP]
[i-MACRO]
[i-NACHTPORTRET] Alleen wanneer [] geselecteerd is
[i-NACHTL SCHAP] Alleen wanneer [Œ] geselecteerd is
- 35 -
Basiskennis
Wanneer [] geselecteerd is, is [ ], [ ] of [ ] ingesteld afhankelijk van het type
onderwerp en helderheid.
Wanneer [ ] of [ ] ingesteld is, wordt de flits tweemaal geactiveerd.
Alleen de volgende functies kunnen ingesteld worden in deze functie.
[OPNAME] functiemenu
–[FOTO RES.]
¢ (P81)/[BURSTFUNCTIE] (P90)/[KLEURFUNCTIE]¢ (P91)
¢De instellingen die geselecteerd kunnen worden verschillen van wanneer andere [OPNAME]
functies gebruikt worden.
[SET-UP] menu
– [KLOKINST.]/[WERELDTIJD]/[TOON]/[TAAL]
De instellingen van de volgende items zijn vastgesteld.
De volgende functies kunt u niet gebruiken.
[AUTO LCD UIT]/[BELICHTING]/[AUTO BRACKET]/[DIG. ZOOM]
• De andere items op het [SET-UP] menu kunnen ingesteld worden in een functie als de normale
beeldfunctie. Wat ingesteld is zal weerkaatst worden in de intelligente automatische functie.
Over de flits
Instellingen in intelligente automatische functie
Onderdeel Instellingen
[BESPARING]
([BATT. BESP.]) (P26)
[5MIN.]
[AUTO REVIEW] (P27) [2SEC.]
Flits (P48) /Œ
Zelfontspanner (P55) 10 seconden/uit
[KWALITEIT] (P82) A
[SLIMME ISO] (P84)
[WITBALANS] (P86) [AWB]
[AF MODE] (P88) š (Instellen op [ ] wanneer een gezicht niet opgespoord
kan worden)
[STABILISATIE] (P92) [AUTO]
[AF ASS. LAMP] (P93) [ON]
ISOMAX
1600
Basiskennis
- 36 -
[OPNAME] functie: ·
Beelden maken met uw favoriete instellingen
(Normale beeldfunctie)
Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en de lensopening in volgens de helderheid van
het object.
U kunt beelden maken in grote vrijheid door verschillende instellingen in [OPNAME] menu
te veranderen.
Om de belichting af te stellen en beelden te maken op tijden waar het beeld te
donker eruit ziet (P56)
Om de kleuren af te stellen en beelden te maken op tijden waar het beeld te rood
eruit ziet (P86)
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar [!] en druk
vervolgens op [MODE].
A[MODE] knop
B[OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar
Op 3/4 drukken om [NORMALE
FOTO]te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
Om de instelling te veranderen wanneer u
beelden maakt, naar “Het functiemenu
[OPNAME] gebruiken” (P81) verwijzen.
C[MENU/SET] knop
Richt de AF-zone op het punt waar u op
wilt scherpstellen.
De ontspanknop tot de helft indrukken
om scherp te stellen.
De focusaanduiding (groen) gaat branden
wanneer er op het onderwerp scherpgesteld is.
Het focusbereik is 50 cm tot .
Als er beelden gemaakt moeten worden op een
nog dichter bereik, “Close-up’s maken” (P53)
raadplegen.
Druk de tot de helft ingedrukte
ontspanknop helemaal in om het beeld
te maken.
De kaartaanduiding wordt (P16) rood als er
opnamen met het ingebouwde geheugen (of de
kaart) worden gemaakt.
- 37 -
Basiskennis
Richt de AF-zone op het onderwerp en druk vervolgens de ontspanknop tot de helft in.
AAanduiding voor de scherpstelling
BAF-zone (normaal)
CAF zone (wanneer u de digitale zoom gebruikt of wanneer het donker is)
DFocusbereik
ELensopening¢
FSluitertijd¢
GISO-gevoeligheid
¢Als er geen correcte belichting verkregen kan worden, zal dit aangegeven worden in het
rood. (Dit zal echter niet aangegeven worden in het rood wanneer de flits gebruikt wordt.)
1De AF-zone op het onderwerp richten en vervolgens de ontspanknop tot de helft
indrukken om de focus em belichting vast te zetten.
2De ontspanknop half ingedrukt houden als u het toestel beweegt om het beeld
samen te stellen.
U kunt herhaaldelijk de acties in stap 1 opnieuw
proberen voordat u de ontspanknop volledig
indrukt.
Wij raden aan de gezichtsherkenningsfunctie
te gebruiken wanneer u opnamen van
mensen maakt. (P88)
Het focussen
Focus Wanneer er
scherpgesteld is op
het object
Wanneer er niet
scherpgesteld is
op het object
Aanduiding voor
de scherpstelling Aan Knippert
AF-zone Wit>Groen Wit>Rood
Geluid Biept 2 keer Biept 4 keer
Wanneer er niet op het onderwerp scherpgesteld is (zoals wanneer deze
zich niet in het midden van de samenstelling van het beeld dat u wilt
makenbevindt)
B
E
DFG
A
C
1/301/30F2.8F2.8
ISOISO
80 80
1/30F2.8
ISO
80
1/301/30F2.8F2.8
ISOISO
80 80
1/30F2.8
ISO
80
Basiskennis
- 38 -
Onderwerp en opnameomstandigheid waarop het moeilijk is scherp te stellen
Snelbewegende onderwerpen, extreem helderen onderwerpen of onderwerpen zonder
contrast
Wanneer de display van opneembaar bereik verschenen is in het rood
Wanneer u onderwerpen opneemt door ramen of in de buurt van glimmende voorwerpen
Wanneer het donker is of wanneer er zich beeldbibber voordoet
Wanneer het toestel zich te dicht bij het onderwerp bevindt of wanneer u een beeld maakt van
zowel onderwerpen ver weg als onderwerpen dichtbij
Wanneer de beeldbibber alert [ ] verschijnt, [STABILISATIE] (P92), een statief of de
zelfontspanner (P55) gebruiken.
De sluitertijd zal vooral in de volgende gevallen langzamer zijn. Houdt het toestel stil vanaf het
moment dat u de ontspanknop indrukt totdat het beeld op het scherm verschijnt. We raden in
dit geval het gebruik van een statief aan.
– In [NACHTPORTRET], [NACHTL. SCHAP], [PARTY], [KAARSLICHT], [STERRENHEMEL] of
[VUURWERK] in de scènefunctie (P58)
Beelden die opgenomen zijn met een verticaal gehouden toestel worden verticaal
(gedraaid) teruggespeeld. (Alleen wanneer [LCD ROTEREN] (P108) ingesteld is op [ON])
Het beeld wordt misschien niet verticaal afgebeeld als u het gemaakt hebt met een naar boven
of naar beneden gericht toestel.
• Bewegende beelden die met een verticaal gehouden toestel gemaakt zijn worden niet verticaal
afgebeeld.
Golfstoring (camerabeweging)
Richtingfunctie
Basiskennis
- 40 -
Het mechanisme van de extra optische zoom
Wanneer u de beeldresolutie instelt op [ ] (3 miljoen pixels), wordt de 12M
(12,1 miljoen pixels) (DMC-FS12)/10M (10,1 miljoen pixels) (DMC-FS62) CCD-zone
geconcentreerd in het midden van de 3M (3 miljoen pixels) –zone om een beeld te maken
met een hoger zoomeffect.
Aantekening
De digitale zoom kan niet ingesteld worden wanneer õ geselecteerd is.
De aangegeven zoomuitvergroting is correct bij benadering.
“EZ” is een afkorting van “Extra optical Zoom”.
De optische zoom is ingesteld op Breed (1k) wanneer het toestel aanstaat.
Als u de zoomfunctie gebruikt nadat u op het object scherpgesteld hebt, stelt u opnieuw
scherpobject.
De objectiefcilinder wordt automatisch uit- of ingetrokken afhankelijk van de zoomstand.
Onderbreek de beweging van de objectiefcilinder niet terwijl u het zoomhendeltje verplaatst.
Wanneer u de digitale zoom gebruikt, zou [STABILISATIE] niet effectief kunnen zijn.
Wanneer u de digitale zoom gebruikt, raden wij het gebruik van een statief en de
zelfontspanner (P55) aan om opnamen te maken.
De extra optische zoom kan niet gebruikt worden in de volgende gevallen.
In macrozoom-functie
In [TRANSFORMEREN], [H. GEVOELIGH.], [HI-SPEED BURST], [FLITS-BURST],
[ZANDSTRAAL] of [FOTO FRAME] in de scènefunctie
In de bewegende-beeldenfunctie
[DIG. ZOOM] kan niet gebruikt worden in de volgende gevallen.
In [TRANSFORMEREN], [SPORT], [BABY1]/[BABY2], [HUISDIER], [H. GEVOELIGH.],
[HI-SPEED BURST], [FLITS-BURST], [ZANDSTRAAL] of [FOTO FRAME] in de scènefunctie
Wanneer [SLIMME ISO] ingesteld is
- 41 -
Basiskennis
[AFSPELEN] functie: ¸
Beelden terugspelen ([NORMAAL AFSP.])
Snel vooruit spoelen/Snel achteruit spoelen
Houd 2/1 ingedrukt tijdens het terugspelen.
Het bestandsnummer A en het beeldnummer B
wijzigen alleen elk afzonderlijk. 2/1 loslaten zodra het
nummer van het gewenste terug te spelen beeld
verschijnt om het beeld terug te spelen.
Als u op 2/1 blijft drukken, neemt het aantal verder gespoelde/teruggespoelde beelden toe.
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN]
keuzeschakelaar naar A [(].
Het Normaal afspelen is automatisch ingesteld in
de volgende gevallen.
Waneer de functie geschakeld werd van de
[OPNAME] naar [AFSPELEN]
Wanneer het toestel aangezet werd terwijl de
[OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar op
[(] stond
Op 2/1 drukken om het beeld te kiezen.
2: De vorige opname terugspelen
1: De volgende opname terugspelen
2: Snel achteruit
1: Snel vooruit
B
A
- 43 -
Basiskennis
Schakelen van de [AFSPELEN] functie
1Druk op [MODE] tijdens afspelen.
2Op 3/4 drukken om het onderdeel te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
[NORMAAL AFSP.] (P41)
Alle beelden worden teruggespeeld.
[DIASHOW] (P94)
De beelden worden teruggespeeld in opeenvolging.
[CATEGOR. AFSP.] (P97)
De in categorieën onderverdeelde gegroepeerde beelden worden teruggespeeld.
[FAVORIET AFSP.] (P98)¢
Uw favoriete beelden worden teruggespeeld.
¢ [FAVORIET AFSP.] wordt niet afgebeeld wanneer [FAVORIETEN] niet ingesteld is.
/SET
MENU
Basiskennis
- 44 -
[AFSPELEN] functie: ¸
Beelden wissen
Is het beeld eenmaal gewist dan kan hij niet meer teruggehaald worden.
Beelden op het ingebouwde geheugen of de kaart, die afgespeeld worden zullen gewist
worden.
Om een enkele opname uit te wissen
Selecteer het te wissen beeld en druk
vervolgens op [].
A[DISPLAY] knop
B[] knop
Op 2 drukken om [JA] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
/SET
MENU
- 45 -
Basiskennis
Wanneer [ALLES WISSEN] geselecteerd is met de [FAVORIETEN] (P109) instelling
Het selectiescherm wordt opnieuw afgebeeld. Selecteer [ALLES WISSEN] of [ALLES
WISSEN BEHALVEÜ], druk op 3 om [JA] te selecteren en de beelden te wissen.
([ALLES WISSEN BEHALVEÜ] kan niet geselecteerd worden als er geen beelden
ingesteld zijn als [FAVORIETEN]).
Aantekening
Het toestel niet uitzetten terwijl deze aan het wissen is (terwijl [] afgebeeld is). Gebruik een
batterij met een voldoende batterijstroom of de AC-adapter (optioneel) en DC-koppelaar
(optioneel).
Als u op [MENU/SET] drukt terwijl u opnamen wist met [MULTI WISSEN], [ALLES WISSEN] of
[ALLES WISSEN BEHALVE Ü] zal het wissen halverwege stoppen.
Afhankelijk van het aantal beelden dat gewist moet worden, kan het wissen even duren.
Als beelden niet conform de DCF-standaard zijn of beschermd (P112) zijn, zullen deze
niet gewist worden zelfs als [ALLES WISSEN] of [ALLES WISSEN BEHALVEÜ]
geselecteerd is.
Om meerdere beelden (tot 50) te wissen of alle beelden te wissen
Druk op [].
Op 3/4 drukken om [MULTI WISSEN] of [ALLES WISSEN] te kiezen
en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
[ALLES WISSEN] > stap 5.
Druk op 3/4/2/1 om het beeld te
selecteren en druk vervolgens op
[DISPLAY] om in te stellen. (Herhaal deze
stap.)
[ ] verschijnt op de gekozen opnamen. Als u opnieuw
op [DISPLAY] drukt, wordt de instelling gewist.
Op [MENU/SET] drukken.
Op 3 drukken om [JA] te kiezen en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
DISPLAY
Gevorderd (Opname van beelden)
- 46 -
Gevorderd (Opname van beelden)
Over de LCD-monitor
Druk op [DISPLAY] om te wijzigen.
ALCD-monitor
B[DISPLAY] knop
Wanneer het menuscherm verschijnt, wordt de [DISPLAY] knop niet
geactiveerd. Tijdens de terugspeelzoomfunctie (P42), als u
bewegende beelden terugspoelt (P99) en tijdens een diavoorstelling
(P94), kunt u alleen kiezen tussen Normale weergave F of Geen
weergave H.
In opnamefunctie
In terugspeelfunctie
Aantekening
In [NACHTPORTRET], [NACHTL. SCHAP], [STERRENHEMEL] en [VUURWERK] in
scènefunctie, is de richtlijn grijs. (P58)
In [FOTO FRAME] in scènefunctie, wordt de richtlijn niet afgebeeld. (P58)
CNormaal display
DNon-display
ENon-display
(Opnamerichtlijn)
FNormaal display
GDisplay met
opname-informatie
HNon-display
77

1/7
1/7
1/7
100_0001
100_0001
100_0001
ISO
ISO
100
100
AWB
AWB
ISO
100
AWB
1/7
1/7
1/7
100_0001
100_0001
100_0001

10:00 1.DEC.2009
10:00 1.DEC.2009
10:00 1.DEC.2009 10:00 1.DEC.2009
10:00 1.DEC.2009
10:00 1.DEC.2009
F3.3 1/30
F3.3 1/30
F3.3 1/30
- 47 -
Gevorderd (Opname van beelden)
Opnamerichtlijn
Wanneer u het object uitlijnt op de horizontale en verticale richtlijnen
of het kruispunt van deze lijnen, kunt u opnamen maken met goed
ontworpen compositie door de grootte, de helling en de balans van
het object te bekijken.
Dit wordt gebruikt wanneer het hele scherm verdeeld wordt in 3k3
voor het maken van beelden met een goed gebalanceerde
samenstelling.
Gevorderd (Opname van beelden)
- 48 -
[OPNAME] functie: ñ· ¿
Beelden maken met de ingebouwde flits
De flits instellen voor opnamen.
Druk op 1 [].
Op 3/4 drukken om de functie te kiezen.
U kunt ook op 1 [] drukken om te selecteren.
Voor informatie over flitsinstellingen die gekozen kunnen
worden, “Beschikbare flitsinstellingen voor de opnamefuncties
raadplegen. (P50)
Op [MENU/SET] drukken.
U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
Het menuscherm verschijnt na ongeveer 5 seconden. Nu wordt het geselecteerde item
automatisch ingesteld.
AFotoflits
Deze niet met uw vinger of andere voorwerpen bedekken.
Naar de geschikte flitsinstelling schakelen
- 49 -
Gevorderd (Opname van beelden)
¢De flits wordt twee maal geactiveerd. Het onderwerp dient niet te bewegen totdat de
tweede flits geactiveerd is. Interval tot de tweede flits is afhankelijk van de helderheid
van het onderwerp.
Over de digitale rode-ogencorrectie
Wanneer de flits gebruikt wordt met de Rode-ogenreductie ([ ], [ ], [ ])
geselecteerd, zal deze automatisch de rode ogen opsporen en corrigeren in de
beeldgegevens.
¢Het zou niet in staat kunnen zijn de rode ogen te corrigeren, afhankelijk van de
opnameomstandigheden. Het zou ook andere onderwerpen afgezien van rode ogen kunnen
corrigeren.
Onderdeel Beschrijving van instellingen
: AUTO De flits wordt automatisch geactiveerd wanneer dit nodig is voor de
opnamecondities.
:
AUTO/
Rode-ogenreductie
¢
De flits wordt automatisch geactiveerd wanneer dit nodig is voor de
opnamecondities.
De flits wordt een keer geactiveerd vóór de eigenlijke opname om het
rode-ogeneffect (ogen van het object die rood worden op het beeld) te
verminderen en vervolgens opnieuw geactiveerd voor de eigenlijke
opname.
Gebruik deze functie wanneer u beelden maakt van personen in slecht
belichte omstandigheden.
: Vast ingesteld
op AAN
:
Vast ingesteld op
AAN/
Rode-ogenreductie
¢
De flits wordt altijd geactiveerd ongeacht de opnamecondities.
Gebruik deze functie wanneer uw object achtergrondbelichting
heeft of onder fluorescent licht staat.
De flitsinstelling is alleen op [ ] ingesteld als u [PARTY] of
[KAARSLICHT] in scènefunctie instelt. (P58)
:
Langzame synchr./
Reductie
rode-ogeneffect¢
Als u beelden maakt met een donker landschap op de achtergrond,
maakt deze functie de sluitertijd langzamer zodra de flits geactiveerd
wordt, zodat het donkere landschap op de achtergrond helder zal
worden. Tegelijkertijd vermindert het rode-ogeneffect.
De flitsinstelling is alleen op [ ] ingesteld wanneer u
[NACHTPORTRET], [PARTY], [KAARSLICHT] in scènefunctie (P58)
instelt.
Œ: Vast ingesteld
op UIT
De flits wordt in geen enkele opnameconditie geactiveerd.
Gebruik deze functie om opnamen te maken op plekken waar het
gebruik van een flits niet toegestaan is.
Gevorderd (Opname van beelden)
- 50 -
Beschikbare flitsinstellingen voor de opnamefuncties
De beschikbare flitsinstellingen zijn afhankelijk van de opnamefuncties.
(±: Beschikbaar, —: Niet beschikbaar, ¥: Scènefunctie begininstelling)
¢Wanneer [] geselecteerd is, is [ ], [ ] of [ ] ingesteld afhankelijk van het type
onderwerp en helderheid.
De flitsinstellingen kunnen veranderen als de opnamefunctie verander wordt. Stel de
flitsinstelling opnieuw in indien nodig.
De flitsinstelling blijft opgeslagen memorised ook als u de camera uit zet. De flitsinstelling voor
de scènefunctie wordt weer op de oorspronkelijke instelling gezet als u de scènefunctie wijzigt.
‡ ‰ Œ ‡ ‰ Œ
ñ±¢————±;±¥±——±
·±±±——±í±±——¥
*±¥±——±ï—————¥
+±¥±——±9±±——¥
±¥±——±ô—————¥
0±¥±——±——¥———
,—————¥5—————¥
-¥±——±4—————¥
.———¥±6——¥——±
/—————¥8¥±——±
1±±——¥7—————¥
2———¥±± ¥±——±
3———±±¥ ¥±±——±
:±¥±——±n—————±
- 51 -
Gevorderd (Opname van beelden)
Het beschikbare flitsbereik om opnamen te maken
Het beschikbare flitsbereik is een benadering.
In [H. GEVOELIGH.] (P66) de scènefunctie schakelt de ISO-gevoeligheid automatisch naar
een waarde tussen [ISO1600] en [ISO6400] en verandert ook het beschikbare flitsbereik.
•In [FLITS-BURST] (P68) in scènefunctie, schakelt de ISO-gevoeligheid automatisch naar
tussen [ISO100] en [ISO3200] en verschilt het beschikbare flitsbereik ook.
ISO-gevoeligheid
Beschikbaar flitsbereik
Breed Tele
AUTO 30 cm tot 6,3 m 50 cm tot 3,0 m
ISO80 30 cm tot 1,7 m 50 cm tot 80 cm
ISO100 30 cm tot 2,0 m 50 cm tot 90 cm
ISO200 40 cm tot 2,8 m 50 cm tot 1,3 m
ISO400 60 cm tot 4,0 m 60 cm tot 1,8 m
ISO800 80 cm tot 5,6 m 60 cm tot 2,6 m
ISO1600 1,15 m tot 8,0 m 90 cm tot 3,7 m
Breed:
Ongeveer 1,15 m tot ongeveer 16,0 m
Tele :
Ongeveer 90 cm tot ongeveer 7,5 m
Breed:
Ongeveer 30 cm tot ongeveer 4,0 m
Tele :
Ongeveer 50 cm tot ongeveer 1,9 m
Gevorderd (Opname van beelden)
- 52 -
Sluitertijd voor elke flitsfunctie
¢1 De sluitertijd verandert afhankelijk van de [STABILISATIE] (P92) instelling.
¢2 Wanneer de Intelligente ISO ingesteld is (P84)
¢1, 2: De sluitertijd wordt een maximum van 1 seconde in de volgende gevallen.
Als de optische-beeldstabilisator vast is ingesteld op [OFF].
Wanneer het toestel heeft bepaald dat er weinig beeldbibber is wanneer de optische
beeldstabilisator ingesteld is op [MODE1], [MODE2] of [AUTO].
In intelligente automatische functie, verandert de sluitertijd afhankelijk van de geïdentificeerde
scène.
In Scènefunctie, zal de sluitertijd verschillen van de bovenstaande tabel.
Aantekening
Als u de flits te dicht bij een voorwerp brengt, kan dit worden vervormd of verkleurd door de
hitte of het licht van de flits.
Als u een opname maakt buiten het bereik van de flits, kan het object verkeerd belicht zijn en
de opname te donker of te licht zijn.
Wanneer de flits opgeladen wordt, knippert de flitsicoon in het rood en kunt u geen beeld
maken, zelfs niet wanneer u de ontspanknop helemaal indrukt. Wanneer [AUTO LCD UIT]
ingesteld is, schakelt de LCD-monitor uit en gaat de statusindicator branden.
De witbalans kan eventueel niet goed worden gecorrigeerd als de flits niet sterk genoeg is voor
het onderwerp.
Wanneer de sluitertijd snel is, zou het flitseffect niet voldoende kunnen zijn.
Het kan even duren om de flits op te laden als u opnieuw een opname wil maken. Maak de
opname nadat de toegangsaanduiding is verdwenen.
Het effect van de rode-ogenreductie verschilt van mens tot mens. Als de persoon bovendien
ver van de camera stond of niet naar de eerste flits keek, kan dit effect ook minder evident zijn.
Flitsinstelling Sluitertijd (Sec.) Flitsinstelling Sluitertijd (Sec.)
1/30 tot 1/2000 1 of 1/8 tot 1/2000¢1
1 of 1/4 tot 1/2000¢2
Œ
- 53 -
Gevorderd (Opname van beelden)
[OPNAME] functie: ·n
Close-up’s maken
Met deze functie kunt u close-up’s maken van een object, bijv. wanneer u opnamen van
bloemen maakt. U kunt opnamen maken van een object tot op een afstand van 5 cm van
de lens door het zoomhendeltje zo ver mogelijk naar Breed te zetten (1k).
(AF-macrofunctie)
U kunt een beeld maken met de digitale zoom tot 3k terwijl u de afstand tot het onderwerp
voor de extreme Breed-positie behoudt (5 cm). (Macro-zoomfunctie)
Druk op 4 [#].
Op 3/4 drukken om de functie te kiezen.
Op [MENU/SET] drukken.
U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om
het menu te sluiten.
Het menuscherm verschijnt na ongeveer 5 seconden.
Nu wordt het geselecteerde item automatisch ingesteld.
Druk de ontspanknop half in om scherp te
stellen en druk de knop helemaal in om de
opname te maken.
AFocusbereik
[ ] wordt afgebeeld tijdens AF-macrofunctie en
[ ] wordt afgebeeld tijdens macro-zoomfunctie.
Om te annuleren, [UIT] selecteren in stap 2.
Zoombereik, focusbereik en zoomuitvergroting
worden afgebeeld tijdens het zoomen. Zoombereik
zal afgebeeld worden in het blauw (digitaal
zoombereik) tijdens macro-zoomfunctie.
A
Gevorderd (Opname van beelden)
- 54 -
Scherpstellingbereik in AF-macrofunctie
¢Het focusbereik verandert in stappen.
Focusbereik zal 5 cm tot bedragen tijdens macrozoomfunctie ongeacht de zoompositie.
Aantekening
Wij raden u aan een statief en de zelfontspanner te gebruiken.
Wij raden aan de flits op [Œ] in te stellen wanneer u van heel dicht bij beelden maakt.
Als de afstand tussen het toestel en het object buiten het focusbereik van het toestel ligt, zou
het beeld niet op de juiste manier scherpgesteld kunnen worden zelfs als de focusaanduiding
brandt.
Wanneer een object dichtbij het toestel is, is het effectieve focusbereik aanzienlijk minder
breed. Daarom kan, als de afstand tussen het toestel en het object gewijzigd is na het
scherpstellen, het moeilijk worden om er opnieuw op scherp te stellen.
Macrofunctie geeft prioriteit aan een onderwerp dichtbij het toestel. Als de afstand tussen het
toestel en het onderwerp daarom meer dan 50 cm is, duurt het langer om erop scherp te
stellen.
Wanneer u opnamen maakt in een dicht bereik in macrofunctie, kan de resolutie van de
buitenkant van het beeld enigszins afnemen. Dit is geen storing.
De beeldkwaliteit wanneer u opneemt in [MACRO ZOOM] is slechter dan tijdens normale
opname.
De extra optische zoom zal niet werken wanneer [MACRO ZOOM] ingesteld is.
T
W
5 cm
50 cm
- 55 -
Gevorderd (Opname van beelden)
[OPNAME] functie: ñ· ¿
Opnamen maken met de zelfontspanner
Aantekening
Wanneer u een statief of dergelijke enz. gebruikt, is de instelling van de zelfontspanner op
2 seconden handig om de beweging die veroorzaakt wordt door het indrukken van de
ontspanknop te vermijden.
Wanneer u éénmaal de ontspanknop helemaal indrukt, wordt er automatisch op het object
scherpgesteld net voor de opname. Op donkere plekken zal het zelfontspannerlampje
knipperen en kan het helder gaan schijnen om als AF-lamp te werken (P93) zodat het toestel
beter op het object scherp kan stellen.
Wij raden u aan een statief te gebruiken als u opnamen maakt met de zelfontspanner.
Het aantal beelden dat gemaakt kan worden in [BURSTFUNCTIE] is vastgesteld op 3.
Het aantal beelden dat gemaakt wordt in [FLITS-BURST] in scènefunctie is vastgesteld op 5.
Zelfontspanner kan niet ingesteld worden op 2 seconden in Intelligente automatische functie.
Zelfontspanner kan niet ingesteld worden op 10 seconden in [ZELFPORTRET] in scènefunctie.
Zelfontspanner kan niet gebruikt worden tijdens het in [HI-SPEED BURST] scènefunctie staan.
Druk op 2 [ë].
Op 3/4 drukken om de functie te kiezen.
U kunt ook op 2 [ë] drukken om te selecteren.
Op [MENU/SET] drukken.
U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
Het menuscherm verschijnt na ongeveer 5 seconden. Nu wordt het geselecteerde item
automatisch ingesteld.
Druk de ontspanknop half in om scherp te
stellen en druk de knop helemaal in om de
opname te maken.
Het lampje van de zelfontspanner A knippert en de
sluiter wordt na 10 seconden geactiveerd (of na
2 seconden).
Als u tijdens het instellen van de zelfontspanner op
[MENU/SET] drukt, wordt de instelling van de
zelfontspanner geannuleerd.
Gevorderd (Opname van beelden)
- 56 -
[OPNAME] functie: ·¿n
Belichtingscompensatie
Gebruik deze functie wanneer u de geschikte belichting niet kunt verkrijgen wegens het
verschil in helderheid tussen het object en de achtergrond. Zie de volgende voorbeelden.
Aantekening
EV is een afkorting voor [Exposure Value] (Belichtingswaarde). Het is de hoeveelheid licht die
door de lensopening en de sluitertijd naar de CCD gestuurd wordt.
De belichtingscompensatiewaarde verschijnt links onderaan op het scherm.
De ingestelde belichtingswaarde wordt opgeslagen zelfs als het toestel uit wordt gezet.
Het compensatiebereik van de belichting wordt beperkt door de helderheid van het object.
Belichtingcompensatie kan niet gebruikt worden in [STERRENHEMEL] in de scènefunctie.
Onderbelichting
Juiste
belichting Overbelichting
De belichting positief
compenseren.
De belichting negatief
compenseren.
Druk op 3 [È] totdat [BELICHTING] verschijnt en
corrigeer de belichting met 2/1.
Kies [0 EV] om terug te keren naar de originele belichting.
Op [MENU/SET] drukken om te eindigen.
U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te
sluiten.
- 57 -
Gevorderd (Opname van beelden)
[OPNAME] functie: ·¿
Beelden maken met Auto Bracket
In deze functie, worden 3 opnamen automatisch gemaakt in het gekozen bereik van de
belichtingscompensatie telkens als de ontspanknop ingedrukt wordt. U kunt het beeld met
de beste belichting kiezen uit de 3 opnamen met verschillende belichtingen.
Met auto bracket d1 EV
Aantekening
Wanneer u auto bracket instelt, verschijnt [ ] op het scherm.
Wanneer u opnamen maakt met auto bracket nadat u het bereik van de
belichtingscompensatie hebt ingesteld, wordt voor de opnamen de gekozen
belichtingscompensatie gebruikt.
Wanneer de belichting gecompenseerd is, verschijnt de waarde van de belichtingscompensatie
links onderaan op het scherm.
De auto bracketinstelling wordt geannuleerd als u het toestel uitzet of [BATT. BESP.]
geactiveerd is.
Wanneer de auto bracket ingesteld is, wordt de automatische overzichtsfunctie geactiveerd,
ongeacht de instelling van deze functie. (Het beeld wordt niet vergroot.) U kunt de
automatische overzichtsfunctie niet instellen in het [SET-UP] menu.
De belichting zou niet gecompenseerd kunnen worden met auto bracket afhankelijk van de
helderheid van het object.
•[Œ] is ingesteld voor de flits wanneer auto bracket ingesteld is.
Burst wordt geannuleerd wanneer auto bracket ingesteld is.
Auto Bracket kan niet gebruikt worden in [TRANSFORMEREN], [HI-SPEED BURST],
[FLITS-BURST], [STERRENHEMEL], [ZANDSTRAAL] en [FOTO FRAME] in scènefunctie.
1ste beeld 2de beeld 3de beeld
d0EV j1 EV i1 EV
Druk verschillende keren op 3 [È] totdat [AUTO
BRACKET] verschijnt en stel het
compensatiebereik van de belichting in met 2/1.
Wanneer u de auto bracket niet gebruikt, kiest u [OFF] (0).
Op [MENU/SET] drukken om te eindigen.
U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te
sluiten.
Gevorderd (Opname van beelden)
- 60 -
Wanneer u overdag beelden maakt van personen buiten, biedt deze functie de
mogelijkheid deze personen er beter uit te laten zien en hun huid een gezonder uiterlijk te
geven.
Technieken voor portretten
Deze functie doeltreffender maken:
1Het zoomhendeltje zo ver mogelijk op Tele zetten.
2Ga dicht bij het object staan om deze functie beter te laten werken.
Aantekening
De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op [ISO80].
De startinstelling voor [AF MODE] is [š].
Wanneer u overdag beelden maakt van personen buiten, selt deze functie u in staat de
huidtextuur van hun huid er nog mooier uit te laten zien dan met [PORTRET]. (Dit werkt
goed wanneer u beelden maakt van personen vanaf hun borst, niet wanneer u beelden
maakt van personen die er met hun hele lichaam opstaan.)
Technieken voor de zachte-huidfunctie
Deze functie doeltreffender maken:
1Het zoomhendeltje zo ver mogelijk op Tele zetten.
2Ga dicht bij het object staan om deze functie beter te laten werken.
Aantekening
Als er een gedeelte van de achtergrond e.d.enz. erg lijkt op de huidskleur, wordt dit gedeelte
ook verzacht.
Deze functie kan minder doeltreffend werken als het beeld onvoldoende helder is.
De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op [ISO80].
De startinstelling voor [AF MODE] is [š].
[PORTRET]
[GAVE HUID]
- 61 -
Gevorderd (Opname van beelden)
Onderwerp kan ofwel dun of uitgerekt opgenomen worden en de huis kan tegelijkertijd
glad opgenomen worden.
1Op 3/4 drukken om de instelling te selecteren en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
Deze kan ingesteld worden vanaf het snelle menu (P23).
2Beelden maken.
Aantekening
[FOTO RES.] en [ASPECTRATIO] worden vastgesteld zoals hieronder
aangegeven wordt.
[ ] voor [X], [ ] voor [Y] en [ ] voor [W]
[KWALITEIT] is automatisch vastgesteld op [].
U kunt opnamen maken voor 4qk6q/10k15 cm prints.
De startinstelling voor [AF MODE] is [š].
Het kan niet gebruikt worden zonder de copyright-eigenaar in te lichten, behalve voor
privégerbuik.
Gebruik het materiaal niet tegen de openbare orde en moraal of om iemand te beledigen.
Gebruik het materiaal niet tegen de interesse van het onderwerp.
Kies dit om een opname van uzelf te maken.
Zelfportrettechnieken
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen. De
zelfontspanneraanduiding begint te branden als u scherp in beeld
staat. Houd de camera stil en druk de ontspanknop helemaal in
om de foto te maken.
Het object is niet scherpgesteld als de zelfontspanneraanduiding
knippert. Druk de ontspanknop opnieuw half in om scherp te
stellen.
Het gemaakte beeld verschijnt automatisch op de LCD-monitor
om deze te bekijken.
Als het beeld wazig is door de langzame sluitertijd raden wij het gebruik
aan van de 2 seconden zelfontspanner.
Aantekening
Het beschikbare focusbereik is ongeveer 30 cm tot 1,2 m (Breed).
D zoomuitvergroting wordt automatisch verplaatst naar Breed (1k).
De zelfontspanner kan alleen worden ingesteld op uit of op 2 seconden. Als deze ingesteld
wordt op 2 seconden, zal deze instelling gelden totdat het toestel uitgeschakeld wordt, de
scènefunctie veranderd wordt of [OPNAME] functie of [AFSPELEN] functie geselecteerd wordt.
De stabilisatorfunctie is vast ingesteld op [MODE2]. (P92)
De startinstelling voor [AF MODE] is [š].
[TRANSFORMEREN]
[ZELFPORTRET]
Gevorderd (Opname van beelden)
- 62 -
Hiermee kunt u opnamen maken van een volledig landschap.
Aantekening
De flitsinstelling wordt vastgesteld op [Œ].
Het focusbereik is 5 m tot .
Daar instellen wanneer u beelden wilt maken van sportscènes of andere snelbewegende
evenementen.
Aantekening
• Deze functie is geschikt voor het maken van beelden van onderwerpen op een afstand van 5 m
of meer.
[SLIMME ISO] is geactiveerd en de led van het maximum ISO-gevoeligheidniveau wordt
[ISO1600].
Hiermee kunt u opnamen maken van een persoon met een achtergrond die even helder is
als in het echt.
Technieken voor nachtportretten
De flits gebruiken. (U kunt instellen op [ ]).
Omdat de sluitertijd langzamer wordt, raden we het gebruik van een statief en de
zelfontspanner aan voor deze opnamen.
Vraag het onderwerp niet te bewegen terwijl u een beeld maakt.
We raden aan het zoomhendeltje op Breed (1k) te zetten en ongeveer 1,5 m van het object af
te staan wanneer u een opname maakt.
Aantekening
De ontspanner kan gesloten blijven (max. ongeveer 8 sec.) nadat u de opname hebt gemaakt
voor de signaalverwerking. Dit is geen storing.
Er kan ruis zichtbaar worden wanneer u opnamen maakt op donkere plekken.
De startinstelling voor [AF MODE] is [š].
[LANDSCHAP]
[SPORT]
[NACHTPORTRET]
Het focusbereik is 1,2 m tot 5 m.
- 63 -
Gevorderd (Opname van beelden)
Hiermee kunt u levendige opnamen maken van een nachtelijk landschap.
Technieken voor nachtlandschappen
Wanneer het toestel ingesteld is op [STABILISATIE] en er is zeer weinig beeldbibber of als
[STABILISATIE] ingesteld is op [OFF], zou de sluitertijd tot 8 seconden langzamer kunnen
worden. We raden aan een statief en de zelfontspanner te gebruiken voor het maken van een
beeld.
Aantekening
De flitsinstelling wordt vastgesteld op [Œ].
Het focusbereik is 5 m tot .
De ontspanner kan gesloten blijven (max. ongeveer 8 sec.) nadat u de opname hebt gemaakt
voor de signaalverwerking. Dit is geen storing.
Er kan ruis zichtbaar worden wanneer u opnamen maakt op donkere plekken.
Met deze functie kunt u opnamen maken van bijvoorbeeld voedsel dat er natuurlijk uitziet
zonder de hinderlijke invloed van omgevingslicht in restaurants enz.
Aantekening
[NACHTL. SCHAP]
[VOEDSEL]
Het focusbereik is 5 cm (Breed)/50 cm (Tele) tot .
Gevorderd (Opname van beelden)
- 64 -
Kies deze functie als u opnamen wilt maken op een huwelijksreceptie, een feestje
binnenshuis enz. U kunt er opnamen mee maken van mensen met een heldere
achtergrond.
Technieken voor opnamen van feesten
De flits gebruiken. (U kunt instellen op [ ] of [ ]).
We raden het gebruik van een statief en de zelfontspanner aan voor deze opnamen.
We raden aan het zoomhendeltje op Breed (1k) te zetten en ongeveer 1,5 m van het object af
te staan wanneer u opnamen maakt.
Aantekening
De startinstelling voor [AF MODE] is [š].
Met deze functie kunt u opnamen maken bij kaarslicht.
Technieken voor de opnamen bij kaarslicht
Dit werkt beter dan wanneer u beelden maakt zonder de flits te gebruiken.
We raden het gebruik van een statief en de zelfontspanner aan voor deze opnamen.
Aantekening
De ontspanner kan gesloten blijven (max. ongeveer 1 sec.) nadat u de opname hebt gemaakt
voor de signaalverwerking. Dit is geen storing.
De startinstelling voor [AF MODE] is [š].
[PARTY]
[KAARSLICHT]
Het focusbereik is 5 cm (Breed)/50 cm (Tele) tot .
- 65 -
Gevorderd (Opname van beelden)
Met deze functie kunt u opnamen maken van een baby met een mooi huidkleurtje. Als u
de flits gebruikt, is het licht van de flits zwakker dan anders.
Voor [BABY1] en [BABY2] kunnen verschillende geboortedata en namen worden
ingesteld. U kunt kiezen of u deze tijdens het terugspelen wilt laten afbeelden of op de
gemaakte opname wilt laten afdrukken met [TEKST AFDR.] (P103).
Verjaardag/Naaminstelling
1Op 3/4 drukken om [LEEFTIJD] of [NAAM] te kiezen en
vervolgens op 1 drukken.
2Op 3/4 drukken om [SET] te kiezen en vervolgens op
[MENU/SET] drukken.
3Voer de verjaardag of naam in.
Verjaardag:
2/1: Selecteer de items (jaar/maand/dag).
3/4: Instelling.
[MENU/SET]: Verlaten.
Naam: Voor gedetailleerde informatie over hoe er tekens ingevoerd moeten worden,
de [TITEL BEW.] sectie lezen over P101.
Wanneer de verjaardag of naam ingesteld is, wordt [LEEFTIJD] of [NAAM] automatisch
ingesteld op [ON].
Als [ON] geselecteerd is wanneer de verjaardag of naam niet geregistreerd is, verschijnt
het instellingscherm automatisch.
4Op [MENU/SET] drukken om te eindigen.
Om [LEEFTIJD] en [NAAM] te annuleren
Selecteer de [OFF] instelling in stap 2 van de “Verjaardag-/Naaminstelling”-procedure.
Aantekening
De leeftijd en naam kunnen afgedrukt worden m.b.v. de “PHOTOfunSTUDIO” bijbehorende
software op de CD-ROM (meegeleverd).
Als [LEEFTIJD] of [NAAM] ingesteld is op [OFF] zal, zelfs wanneer de verjaardag of naam
ingesteld is, de leeftijd of naam niet afgebeeld worden. Voordat u beelden maakt, [LEEFTIJD]
of [NAAM] instellen op [ON].
[SLIMME ISO] is geactiveerd en de led van het maximum ISO-gevoeligheidniveau wordt
[ISO1600].
Als het toestel aangeschakeld wordt met [BABY1]/[BABY2] ingesteld, worden de leeftijd en
naam afgebeeld links onderaan op het scherm gedurende ongeveer 5 seconden, samen met
de huidige datum en tijd.
Als de leeftijd niet juist afgebeeld wordt, controleert u de klok en de geboortedatuminstellingen.
De instelling van de geboortedatum en de naam kan worden teruggezet met [RESETTEN].
De startinstelling voor [AF MODE] is [š].
[BABY1]/[BABY2]
Het focusbereik is 5 cm (Breed)/50 cm (Tele) tot .
Gevorderd (Opname van beelden)
- 66 -
Kies dit als u opnamen wil maken van een huisdier zoals een hond of een kat.
U kunt de geboortedatum en naam van uw huisdier instellen. U kunt kiezen of u deze
tijdens het terugspelen wilt laten afbeelden of op de gemaakte opname wilt laten
afdrukken met [TEKST AFDR.] (P103).
Voor informatie over [LEEFTIJD] of [NAAM], [BABY1]/[BABY2] op P65 raadplegen.
Aantekening
De begininstelling voor de AF-lamp is [OFF].
De begininstelling voor [AF MODE] is [Ø].
Lees [BABY1]/[BABY2] voor meer informatie over deze functie.
Kies dit als u opnamen wil maken van een zonsondergang. U kunt op deze manier de
mooie rode kleur van de zon opnemen.
Aantekening
De flitsinstelling wordt vastgesteld op [Œ].
De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op [ISO80].
Deze functie minimaliseert de golfstoring (cameraschudding) van de onderwerpen, en
stelt u in staat beelden te maken van deze onderwerpen in kamers die niet fel verlicht zijn.
(Selecteer dit voor hoge-gevoeligheid processering. De gevoeligheid schakelt automatisch
naar tussen [ISO1600] en [ISO6400].)
Beeldresolutie en aspectratio
1Op 3/4 drukken om de beeldresolutie en aspectratio te kiezen en vervolgens
op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
3M (4:3), 2,5M (3:2) of 2M (16:9) is geselecteerd als de beeldgrootte.
2Beelden maken.
Aantekening
[KWALITEIT] is automatisch vastgesteld op [].
U kunt opnamen maken voor 4qk6q/10k15 cm prints.
[HUISDIER]
[ZONSONDERG.]
[H. GEVOELIGH.]
Het focusbereik is 5 cm (Breed)/50 cm (Tele) tot .
- 67 -
Gevorderd (Opname van beelden)
Dit is een handige manier om snelle bewegingen of een beslissend ogenblik vast te
leggen.
Beeldresolutie en aspectratio
1Op 3/4 drukken om de beeldresolutie en aspectratio te kiezen en vervolgens
op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
3M (4:3), 2,5M (3:2) of 2M (16:9) is geselecteerd als de beeldgrootte.
2Beelden maken.
Stilstaande beelden worden continu gemaakt terwijl de ontspanknop helemaal ingedrukt
is.
De burstsnelheid varieert afhankelijk van de opnameomstandigheden.
Het aantal opnamen dat met de burstfunctie kan worden gemaakt wordt bepaald door de
omstandigheden waarin de opname wordt gemaakt en het type en/of de staat van de kaart die
wordt gebruikt.
Het aantal opnamen dat met de burstfunctie kan worden gemaakt neemt direct na het
formatteren toe.
Aantekening
De flitsinstelling wordt vastgesteld op [Œ].
[KWALITEIT] is automatisch vastgesteld op [].
U kunt opnamen maken voor 4qk6q/10k15 cm prints.
De focus, zoom, belichting, witbalans, sluitertijd en ISO-gevoeligheid worden vast ingesteld op
de waarden voor de eerste opname.
De ISO-gevoeligheid schakelt automatisch over naar een waarde tussen [ISO500] en
[ISO800]. De ISO-gevoeligheid wordt echter verhoogd om een high-speed sluitertijd te krijgen.
Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden, zou het even kunnen duren om het volgende
beeld te maken als u het maken van een beeld herhaalt.
[HI-SPEED BURST]
Maximum Bursttijd DMC-FS12: ongeveer 5 opnamen/seconde
DMC-FS62: ongeveer 6 opnamen/seconde
Aantal opnamen ongeveer 10 (ingebouwd geheugen)/ongeveer 10 tot 100¢ (kaart)
¢het maximum is 100.
Het focusbereik is 5 cm (Breed)/50 cm (Tele) tot .
Gevorderd (Opname van beelden)
- 68 -
Stilstaande beelden worden continu gemaakt met flits. Dit is handig om continue
stilstaande beelden te maken op donkere plekken.
Beeldresolutie en aspectratio
1Op 3/4 drukken om de beeldresolutie en aspectratio te kiezen en vervolgens
op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
3M (4:3), 2,5M (3:2) of 2M (16:9) is geselecteerd als de beeldgrootte.
2Beelden maken.
Stilstaande beelden worden continu gemaakt terwijl de ontspanknop helemaal ingedrukt
is.
Aantekening
[KWALITEIT] is automatisch vastgesteld op [].
U kunt opnamen maken voor 4qk6q/10k15 cm prints.
De focus, zoom, belichting, sluitertijd, ISO-gevoeligheid, en flitsniveau zijn vastgesteld op de
instellingen voor het eerste beeld.
De sluitertijd wordt 1/30ste van een seconde tot 1/2000ste van een seconde.
[SLIMME ISO] is geactiveerd, en het maximale ISO-gevoeligheidsniveau wordt [ISO3200].
Zie de Aantekening op P52 wanneer u de flits gebruikt.
[FLITS-BURST]
Aantal opnamen max. 5 beelden
Het focusbereik is 5 cm (Breed)/50 cm (Tele) tot .
- 69 -
Gevorderd (Opname van beelden)
Met deze functie kunt u levendige opnamen maken van een sterrenhemel of een donker
voorwerp.
De sluitertijd instellen
Kies een sluitertijd van [15 SEC.], [30 SEC.] of [60 SEC.].
1Op 3/4 drukken om het menuonderdeel te kiezen en vervolgens op [MENU/
SET] drukken.
Het is ook mogelijk om het aantal seconden te veranderen m.b.v. het snelle menu. (P23)
2Beelden maken.
Druk de ontspanknop helemaal in om het aftelscherm af te
beelden. Beweeg het toestel niet als dit scherm afgebeeld wordt.
Als het aftellen eindigt, verschijnt [AUB WACHTEN ...] net zolang
als de ingestelde sluitertijd duurt om de signalen te verwerken.
Druk op [MENU/SET] om te stoppen met de opname terwijl de
aftelling op het scherm staat.
Technieken voor opnamen van sterrenhemels
De ontspanner opent zich gedurende 15, 30 of 60 seconden. Gebruik een statief. Wij raden
verder aan de opnamen te maken met de zelfontspanner.
Aantekening
De flitsinstelling wordt vastgesteld op [Œ].
De optische beeldstabilisator is vast ingesteld op [OFF].
De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op [ISO80].
[STERRENHEMEL]
Gevorderd (Opname van beelden)
- 70 -
Met deze functie kunt u mooie opnamen maken van vuurwerk tegen een nachthemel.
Technieken voor opnamen van vuurwerk
Omdat de sluitertijd langzamer wordt, raden we het gebruik van een statief aan.
Aantekening
De flitsinstelling wordt vastgesteld op [Œ].
Deze functie werkt het beste wanneer het object 10 m of meer van het toestel verwijderd is.
De sluitersnelheden worden als volgt ingesteld.
Als u [OFF] instelt in de stabilisatorfunctie voor optische beelden: Vast op 2 seconden
Als u [AUTO], [MODE1] of [MODE2] instelt in de stabilisatorfunctie voor optische beelden:
1/4t of 2 seconden (De sluitertijd wordt 2 seconden, alleen als de camera bepaalt dat er een
beetje golfbeweging is zoals waneer u een statief gebruikt enz.)
U kunt de sluitertijd wijzigen door de belichting aan te passen.
De AF-zone verschijnt niet.
De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op [ISO80].
Hiermee kunt u levendige opnamen maken van de blauwe kleur van de zee of de hemel
enz. Het voorkomt ook onderbelichting van mensen in te sterk zonlicht.
Aantekening
De startinstelling voor [AF MODE] is [š].
Raak de camera niet aan met natte handen.
• Zand of zeewater kunnen de camera beschadigen. Laat geen zand of zeewater in de lens of op
de aansluitingen komen.
Hiermee kunt u opnamen maken met een zo wit mogelijke sneeuw op een skiveld of een
besneeuwde bergtop.
[VUURWERK]
[STRAND]
[SNEEUW]
- 71 -
Gevorderd (Opname van beelden)
Met deze functie maakt u foto’s terwijl u in het vliegtuig zit.
Techniek voor Luchtfoto’s
Wij raden aan deze techniek te gebruiken als u moeilijk kunt scherpstellen en u opnamen
wenst te maken van wolken en dergelijke. Richt de camera op iets met een hoog contrast, druk
de ontspanknop half in om de scherpstelling vast te zetten, richt dan de camera op het object
en druk de ontspanknop helemaal in om de opname te maken.
Aantekening
De flitsinstelling wordt vastgesteld op [Œ].
Het focusbereik is 5 m tot .
Zet de camera uit terwijl het vliegtuig opstijgt of landt.
• Als u de camera wenst te gebruiken, dient u alle instructies van het vliegtuigpersoneel te
volgen.
Wees voorzichtig met weerkaatsing op het raampje.
[LUCHTFOTO]
Gevorderd (Opname van beelden)
- 72 -
Beeld is gemaakt met een korrelige, gezandstraalde structuur.
Beeldresolutie en aspectratio
1Op 3/4 drukken om de beeldresolutie en aspectratio te kiezen en vervolgens
op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
3M (4:3), 2,5M (3:2) of 2M (16:9) is geselecteerd als de beeldgrootte.
2Beelden maken.
Aantekening
[KWALITEIT] is automatisch vastgesteld op [].
U kunt opnamen maken voor 4qk6q/10k15 cm prints.
De ISO-gevoeligheid is vast ingesteld op [ISO1600].
Het beeld opnemen met een frame eromheen.
Instelling van de frame
1Druk op 2/1 om het te gebruiken frame te kiezen en dan op [MENU/SET].
Het aantal pixels is vastgesteld op 2M (4:3).
2Beelden maken.
Aantekening
[AUTO REVIEW] is vastgesteld op [2SEC.].
De kleur van het frame dat afgebeeld wordt op het scherm en de kleur van de frame rond het
eigenlijke beeld zou kunnen verschillen, maar dit is geen storing.
[ZANDSTRAAL]
Het focusbereik is 5 cm (Breed)/50 cm (Tele) tot .
[FOTO FRAME]
- 73 -
Gevorderd (Opname van beelden)
[OPNAME] functie: n
Gevorderd (Opname van beelden)
Bewegende beelden
Schuif de [OPNAME]/[AFSPELEN] keuzeschakelaar naar [!] en druk
vervolgens op [MODE].
Op 3/4 drukken om [BEWEGEND BEELD] te kiezen en vervolgens
op [MENU/SET] drukken.
Druk de opspanknop half in om scherp te
stellen en druk hem dan helemaal in om
opnamen te maken.
AGeluidsopname
De beschikbare opnametijd B verschijnt op het display
rechts boven en de voorbije opnametijd C staat
onderaan rechts.
Nadat u de ontspanknop helemaal ingedrukt heeft,
deze onmiddellijk loslaten. Als de knop ingedrukt
gehouden wordt, zal het geluid gedurende een paar
seconden niet opgenomen worden wanneer opnemen
start.
Is de scherpte ingesteld dan gaat de betreffende
aanduiding branden.
De scherpstelling en zoom zijn vastgesteld op de
instelling wanneer opnemen start (het eerste frame).
Dit toestel neemt tegelijkertijd het geluid op met de
ingebouwde microfoon. (Bewegende beelden kunnen
niet worden opgenomen zonder geluid.)
De ontspanknop helemaal indrukken om de opname te stoppen.
Als het ingebouwde geheugen of de kaart vol raakt tijdens het opnemen, stopt het
toestel automatisch met opnemen.
C
A B
Gevorderd (Opname van beelden)
- 74 -
Wanneer u de opnamekwaliteit instelt op [ ] of [ ], raden we het gebruik aan van een
hoge-snelheidskaart met “10MB/s” of groter aangegeven op de verpakking.
Op [MENU/SET] drukken.
Op 3/4 drukken om [OPN. KWALITEIT] te kiezen
en vervolgens op 1 drukken.
Op 3/4 drukken om het onderdeel te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
¢Kan niet opgenomen worden in het ingebouwde geheugen.
Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten.
U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het menu te sluiten.
Het veranderen van de instellingen voor de opnamekwaliteit
Onderdeel Beeldgrootte fps Aspectratio
¢848k480 pixels 30 16:9
¢640k480 pixels 30 4:3
320k240 pixels 30
- 75 -
Gevorderd (Opname van beelden)
Aantekening
De flitsinstelling wordt vastgesteld op [Œ].
P147 raadplegen voor informatie over de beschikbare opnametijd.
• De beschikbare opnametijd die afgebeeld wordt op het scherm zou niet op regelmatige wijze af
kunnen lopen.
Afhankelijk van het type kaart, kan de kaartaanduiding even verschijnen na het maken van
bewegende beelden. Dit is geen storing.
Als bewegende beelden die met dit toestel opgenomen zijn, teruggespeeld worden op andere
apparatuur, kan het zijn dat de kwaliteit van beelden en geluiden achteruit gaat of dat beelden
niet teruggespeeld kunnen worden. Het kan ook gebeuren dat bepaalde opslaginformatie niet
correct op het scherm wordt weergegeven.
Geluid van bewegende beelden dat door dit toestel opgenomen is kan niet teruggespeeld
worden door oudere modellen van digitale toestellen van Panasonic (LUMIX) die voor juli 2008
uitgegeven zijn.
In bewegende beeldfunctie, kunnen de volgende functies niet gebruikt worden.
–[š] en [Ø] in [AF MODE]
– Richtingdetectiefunctie
[OFF], [AUTO] en [MODE2] op de functie van de optische beeldstabilisator
We raden aan dat u een batterij die voldoende opgeladen is of de AC-adapter gebruikt
wanneer u bewegende beelden maakt.
Als terwijl u bewegende beelden maakt m.b.v. de AC-adapter, de stroom onderbroken wordt
wegens het uitvallen van de stroom of als de AC-adapter losgekoppeld wordt enz., zal het
bewegende beeld dat gemaakt worden, niet gemaakt worden.
U kunt continu bewegende opnamen opmaken tot 2 GB. Alleen de maximum beschikbare
opnametijd voor 2 GB verschijnt op het scherm.
(DMC-FS12P/DMC-FS12PC/DMC-FS12PU/DMC-FS12EE/DMC-FS12GC/DMC-FS12GN/
DMC-FS62EE/DMC-FS62GC/DMC-FS62GN)
Bewegende beelden kunnen continu opgenomen worden gedurende een maximum tijd van
15 minuten. Verder is continue opname groter dan 2 GB niet mogelijk.
Resterende tijd voor continue opname wordt afgebeeld op het scherm.
(DMC-FS12EG/DMC-FS12EP/DMC-FS12PR/DMC-FS12EB/DMC-FS62EG/DMC-FS62EP/
DMC-FS62EF/DMC-FS62EB)
Gevorderd (Opname van beelden)
- 76 -
[OPNAME] functie: ñ· ¿n
Nuttige functies op reisbestemmingen
Voor details over de [SET-UP] menu-instellingen, P21 raadplegen.
Als u de vertrekdatum of de reisbestemming van de vakantie vooraf instelt, wordt het
aantal dagen dat voorbij is sinds de vertrekdatum (welke dag van de vakantie het is)
opgenomen wanneer u het beeld maakt. U kunt het aantal dagen dat voorbij is afbeelden
wanneer u de beelden terugspeelt en deze afdrukken op de gemaakte beelden met
[TEKST AFDR.] (P103).
Het aantal dagen dat verlopen is sinds de vertrekdatum kan afgedrukt worden m.b.v. de
“PHOTOfunSTUDIO” bijbehorende software op de CD-ROM (meegeleverd).
Kies [KLOKINST.] om de huidige datum en tijd op voorhand in te stellen. (P18)
De dag van uw vakantie opslaan waarop u de foto maakt
Selecteer [REISDATUM] van het [SET-UP] menu en
druk vervolgens op 1.
Op 3 drukken om [REIS-SETUP] te kiezen en
vervolgens op 1 drukken.
Druk op 4 om [SET] te kiezen en dan op [MENU/
SET].
Op 3/4/2/1 drukken om de vertrekdatum (jaar/
maand/dag) in te stellen, en druk dan op [MENU/
SET].
Op 3/4/2/1 drukken om de aankomstdatum (jaar/
maand/dag) in te stellen, en druk dan op [MENU/
SET].
Als u de einddatum niet wil instellen, drukt u op [MENU/SET]
terwijl de datumbalk op het scherm staat.
- 77 -
Gevorderd (Opname van beelden)
Op 4 drukken om [LOCATIE] te kiezen en
vervolgens op 1 drukken.
Druk op 4 om [SET] te kiezen en dan op [MENU/
SET].
De locatie invoeren.
Voor details over hoe karakters in te voeren, de [TITEL BEW.] sectie lezen op P101.
Twee keer op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten.
Een opname maken.
Het aantal dagen dat is verstreken sinds de vertrekdatum verschijnt ongeveer
5 seconden als u het toestel aan zet enz. vlak nadat u een reisdatum hebt ingesteld of
als er een reisdatum is ingesteld.
Wanneer de reisdatum ingesteld is, verschijnt [] rechts onderaan op het scherm.
Gevorderd (Opname van beelden)
- 78 -
De vertrekdatum wissen
De reisdatum wordt automatisch geannuleerd als de huidige datum na de
terugkomstdatum is. Als u de reisdatum wilt annuleren vóór het einde van de vakantie,
[OFF] selecteren op het scherm dat getoond wordt in stap 3 of 7 en vervolgens twee maal
op [MENU/SET] drukken. Als de [REIS-SETUP] ingesteld is op [OFF] in stap 3, zal
[LOCATIE] ook ingesteld worden op [OFF].
Aantekening
De reisdatum wordt berekend aan de hand van de manier waarop de klok is ingesteld en de
vertrekdatum die u hebt ingevoerd. Als u [WERELDTIJD] (P79) instelt op de reisbestemming,
wordt de reisdatum berekend aan de hand van de datum in de klokinstelling en de
reisbestemminginstelling.
De ingestelde vertrekdatum wordt opgeslagen zelfs als het toestel uit wordt gezet.
Als u [REISDATUM] instelt op [OFF] zal het aantal dagen dat verstrijkt sinds de vertrekdatum
niet opgeslagen worden, ook niet als u de reisdatum of de einddatum hebt ingesteld. Ook als u
[REISDATUM] instelt op [SET] nadat u opnamen hebt gemaakt, zal op het scherm niet vermeld
worden op welke dag van de vakantie u deze opnamen hebt gemaakt.
Als u een vertrekdatum hebt ingevoerd en u maakt een opname op een datum voor deze
vertrekdatum, verschijnt een oranje [-] (minteken) en wordt de dag van de vakantie waarop u
deze opname hebt gemaakt, niet opgeslagen.
Als de reisdatum afgebeeld wordt als [-] (min) in het wit, bestaat er een tijdsverschil, dat
datumverandering tot gevolg heeft tussen de [HOME] en [BESTEMMING]. (Dit zal opgenomen
worden)
De tekst ingesteld als [LOCATIE] kan later bewerkt worden met [TITEL BEW.].
De namen voor [BABY1]/[BABY2] en [HUISDIER] zullen niet opgenomen worden wanneer
[LOCATIE] ingesteld is.
[LOCATIE] kan niet opgenomen worden wanneer u bewegende beelden maakt.
Intelligente automatische functie kan niet ingesteld worden. Instelling van andere
opnamefunctie zal beïnvloed worden.
- 79 -
Gevorderd (Opname van beelden)
Voor details over de [SET-UP] menu-instellingen, P21 raadplegen.
U kunt de plaatselijke tijden op de reisbestemmingen afbeelden en deze opnemen op de
beelden die u maakt.
Kies [KLOKINST.] om de huidige datum en tijd op voorhand in te stellen. (P18)
Opnamedata/Tijden op Overzeese Reisbestemmingen (Wereldtijd)
Selecteer [WERELDTIJD] van het [SET-UP]
menu en druk vervolgens op 1.
Wanneer u het toestel voor het eerst gebruikt na de aanschaf
ervan, verschijnt het [GELIEVE DE THUISZONE
INSTELLEN] bericht. Druk op [MENU/SET] en stel de
thuiszone in op het scherm in stap 3.
Op 4 drukken om [HOME] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
Druk op 2/1 om de thuiszone te selecteren en
druk vervolgens op [MENU/SET].
AHuidige tijd
BTijdsverschil met GMT (Greenwich Mean Time)
Als in uw eigen gebied het zomeruur wordt gebruikt [ ],
drukt u op 3. Druk opnieuw op 3 om terug te keren naar de
originele tijd.
Als u het zomeruur instelt voor uw woongebied, betekent dit
niet dat de huidige tijd een uur vooruit wordt gezet. Zet zelf
de klok één uur vooruit.
Op 3 drukken om [BESTEMMING] te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
CAfhankelijk van de instelling verschijnt de tijd in uw
vakantiebestemmingsgebied of uw eigen woongebied op
het scherm.
Druk op 2/1 om de zone van uw
reisbestemming te kiezen en dan op [MENU/
SET].
DHuidige tijd van het bestemmingsgebied
ETijdsverschil
Als de daglichtbesparingstijd [ ] gebruikt wordt op de
reisbestemming, op 3drukken. (De tijd wordt één uur vooruit
gezet.) Opnieuw op 3 drukken om de originele tijd terug te
zetten.
Op [MENU/SET] drukken om het menu te sluiten.
A
B
C
E
D
Gevorderd (Opname van beelden)
- 80 -
Aantekening
Zet de instelling terug naar [HOME] wanneer de vakantie beëindigd is d.m.v. stappen
1
,
2
en
3
.
Als [HOME] al ingesteld is, alleen de reisbestemming veranderen en gebruiken.
Als uw reisbestemming niet in de lijst van gebieden op het scherm staat, stelt u het tijdverschil
tussen uw eigen zone en uw reisbestemming in.
Het pictogram van de reisbestemming [
] verschijnt als u beelden afspeelt die u tijdens uw reis
hebt gemaakt.


Specyfikacje produktu

Marka: Panasonic
Kategoria: Aparat cyfrowy
Model: lumix dmc fs62eg s

Potrzebujesz pomocy?

Jeśli potrzebujesz pomocy z Panasonic lumix dmc fs62eg s, zadaj pytanie poniżej, a inni użytkownicy Ci odpowiedzą




Instrukcje Aparat cyfrowy Panasonic

Instrukcje Aparat cyfrowy

Najnowsze instrukcje dla Aparat cyfrowy