Instrukcja obsługi Miele KFN 9758 IDKFN 9758 iD

Miele lodówka KFN 9758 IDKFN 9758 iD

Przeczytaj poniżej 📖 instrukcję obsługi w języku polskim dla Miele KFN 9758 IDKFN 9758 iD (68 stron) w kategorii lodówka. Ta instrukcja była pomocna dla 3 osób i została oceniona przez 2 użytkowników na średnio 4.5 gwiazdek

Strona 1/68
Gebruiks- en montage-aanwijzing
voor de koel-vriescombinatie
met NoFrost,
PerfectFresh-zone
en DynaCool
KFN 9758 iD
Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw apparaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat. M.-Nr. 07 472 460
nl-NL
Beschrijving van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Het besparen van energie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Het in- en uitschakelen van de koel-vriescombinatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Het apart uitschakelen van de koelzone / PerfectFresh-zone .............15
Vergrendeling ....................................................15
Bij langere afwezigheid .............................................16
De juiste temperatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
...indekoelzone en de PerfectFresh-zone .............................17
Automatische temperatuurverdeling (DynaCool) .........................17
...indediepvrieszone .............................................17
Het instellen van de temperatuur in de koelzone en de diepvrieszone ........18
Mogelijke temperatuurinstellingen ..................................18
Het instellen van de temperatuur in de PerfectFresh-zone ..................19
Temperatuuraanduidingen ..........................................20
De lichtsterkte van de temperatuuraanduidingen ......................20
Waarschuwingssysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Temperatuuralarm .................................................22
Deuralarm .......................................................22
Hoe kunnen wij het waarschuwingssysteem inschakelen? ..................22
Het voortijdig uitschakelen van de zoemer ..............................22
De functie "Superkoeling" . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Het gebruik van de superkoeling .....................................23
De functie "Superfrost" . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Het gebruik van de superfrost ........................................24
Het opslaan in de koelzone. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Gedeelten met verschillende temperaturen .............................25
Minst koele gedeelte in de koelzone ................................25
Koelste gedeelte in de koelzone ...................................25
Voor het apparaat ongeschikte levensmiddelen ..........................26
Waar u bij het kopen van levensmiddelen al op moet letten.................26
Levensmiddelen afdekken of niet? ....................................26
Onverpakte dierlijke en plantaardige levensmiddelen ...................26
Inhoud
Het opslaan in de PerfectFresh-zone. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
PerfectFresh-zone .................................................27
Koeltemperatuur ................................................27
Luchtvochtigheid ...............................................27
Het opslaan in het droogte- en vochtvak................................27
Droogtevak ....................................................27
Vochtvak ......................................................28
Het indelen van de binnenruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Plateaus .........................................................30
Tweedelig plateau .................................................30
Deurvak, o.a. voor eieren / Deurvak voor flessen .........................31
Fleshouder .......................................................32
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Maximale vriescapaciteit ............................................33
Het bewaren van diepvriesproducten ..................................33
Wat gebeurt er bij het invriezen van verse levensmiddelen? ................33
Het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen ......................34
Waar u daarbij op moet letten .....................................34
Het verpakken..................................................34
Vóórdat u de verse levensmiddelen in het apparaat legt.................35
Het inruimen ...................................................35
Grote stukken vlees .............................................35
Diepvrieskalender .................................................36
Het ontdooien van ingevroren producten ...............................36
Het bereiden van ijsblokjes ..........................................37
Het snelkoelen van dranken .........................................37
Diepvriesplateau ..................................................37
Het gebruik van de koude-accu ......................................38
Het automatisch ontdooien van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Diepvrieszone ....................................................39
Het reinigen van de koel-vriescombinatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Het reinigen van de binnenruimte en de toebehoren ......................40
Het reinigen van de luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen ................41
Het reinigen van de deurdichting .....................................41
Nuttige tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Geluiden en de oorzaken ervan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Afdeling Klantcontacten / Garantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Inhoud
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
Montage-instructies. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Plaats van opstelling ...............................................49
Klimaatklasse ..................................................49
Luchttoevoer en luchtafvoer .........................................49
Voordat u het apparaat inbouwt ......................................50
Had uw oude apparaat een andere scharniertechniek? ....................50
Inbouwmaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Het instellen van de deurscharnieren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Het veranderen van de draairichting van de deuren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Het inbouwen van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
Gewicht van de meubeldeuren .......................................56
Inbouw in een scheidingswand .......................................56
Het monteren van de meubeldeuren...................................61
Inhoud
aAparte Aan/Uit - toets van de koel-
zone en de PerfectFresh-zone
bTemperatuuraanduiding van de
koelzone
cToetsen voor het instellen van de
temperatuur in de koelzone
(+ = warmer; - = kouder)
dSuperkoeling - toets met controle-
lampje
eControlelampje van de vergrendeling
fAan/Uit - toets van het hele apparaat
gTemperatuuraanduiding van de
diepvrieszone
hToetsen voor het instellen van de
temperatuur in de diepvrieszone
(+ = warmer; - = kouder)
iSuperFrost - toets en controlelampje
jToets voor het uitschakelen van de
zoemer
Beschrijving van het apparaat
5
aVentilator
bPlateaus
cDroogtevak PerfectFresh-zone
dRegelaar voor het instellen van de
luchtvochtigheid in het vochtvak
eVochtvak PerfectFresh-zone
fBoter- en kaasvak / Deurvak voor ei-
eren
gBinnenverlichting
hUniverseel deurvak
iFleshouder*
jDeurvak voor flessen
kGootje voor het dooiwater en
afvoeropening voor het dooiwater
lDiepvriesladen met
diepvrieskalender
* Modelafhankelijk
Beschrijving van het apparaat
6
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
omdat dit het milieu relatief weinig be-
last en kan worden hergebruikt.
Door hergebruik van verpakkingsmate-
riaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap-
paraten bevatten meestal nog waarde-
volle materialen.
Ze bevatten echter ook schadelijke
stoffen die nodig zijn geweest om de
apparaten goed en veilig te laten functi-
oneren.
Wanneer u uw oude apparaat bij het
gewone afval doet of er op een andere
manier niet goed mee omgaat, kunnen
deze stoffen schadelijk zijn voor de ge-
zondheid en het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook
nooit samen met het gewone afval,
maar lever het in bij een gemeentelijk
inzameldepot voor elektrische en elek-
tronische apparatuur.
Het afgedankte apparaat moet tot die
tijd buiten het bereik van kinderen wor-
den opgeslagen.
Let erop dat de buisleidingen van uw
apparaat niet worden beschadigd,
wanneer dit wordt weggebracht om op
vakkundige wijze en zonder het milieu
al te veel schade te berokkenen te wor-
den verschroot. Dan kan men er zeker
van zijn dat koelmiddelen die zich in
het koelsysteem bevinden en de olie
die zich in de compressor bevindt niet
in het milieu terechtkomen.
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
7
Deze koel-vriescombinatie voldoet
aan de voorgeschreven veiligheids-
maatregelen.
Door ondeskundig gebruik kunnen
personen echter letsel oplopen en
kan er materiële schade ontstaan.
Lees deze gebruiksaanwijzing daar-
om eerst aandachtig door voordat u
dit apparaat voor het eerst gebruikt.
Hierin vindt u belangrijke instructies
met betrekking tot de inbouw, de
veiligheid, het gebruik en het onder-
houd van het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en
geef deze door aan de eventuele
volgende eigenaar van de koel-
vriescombinatie.
Efficiënt gebruik
~Deze koel-vriescombinatie is uitslui-
tend bestemd voor huishoudelijk ge-
bruik.
~Gebruik deze koel-vriescombinatie
uitsluitend voor het koelen en bewaren
van levensmiddelen, voor het bewaren
van diepvriesproducten, voor het invrie-
zen en bewaren van verse levensmid-
delen en voor het bereiden van ijs.
Gebruik voor andere doeleinden is on-
toelaatbaar en kan gevaarlijk zijn.
De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor schade die is ontstaan door ge-
bruik voor andere doeleinden dan hier
aangegeven of door een foutieve be-
diening.
~Personen die op grond van hun
fysieke of psychische gesteldheid, hun
onervarenheid of gebrek aan kennis
van de koel-vriescombinatie niet in
staat zijn om het apparaat veilig te be-
dienen, mogen het alleen gebruiken als
ze onder toezicht staan van of worden
geïnstrueerd door een verantwoordelijk
persoon.
Wanneer er kinderen in huis
zijn
~Kinderen mogen het apparaat alleen
dan zonder toezicht gebruiken, wan-
neer ze weten hoe het werkt en wat
voor gevaar zij lopen wanneer ze het
apparaat fout bedienen.
~Wanneer er kinderen in de buurt van
het apparaat zijn, houd ze dan goed in
de gaten. Zorg ervoor dat ze er niet
mee gaan spelen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
8
Technische veiligheid
~Controleer vóórdat het apparaat
wordt geplaatst, of het zichtbaar be-
schadigd is.
Een beschadigde koel-vriescombinatie
mag niet worden geplaatst en niet in
gebruik genomen.
~Deze koel-vriescombinatie bevat het
koelmiddel isobutaan (R600a). Dit is
een natuurlijk gas dat het milieu weinig
belast, maar wel brandbaar is. Het gas
is niet schadelijk voor de ozonlaag en
versterkt het broeikaseffect niet, maar
het gebruik van dit koelmiddel heeft er
wel toe geleid dat het apparaat meer
lawaai maakt wanneer het aanstaat. Be-
halve de geluiden van de compressor
kunnen er dan in het hele koelsysteem
stromingsgeluiden optreden.
Deze effecten zijn helaas niet te ver-
mijden, maar hebben geen negatieve
invloed op de capaciteit van het appa-
raat.
Let er bij het transport en bij de plaat-
sing van de koel-vriescombinatie op
dat er geen onderdelen van het koel-
systeem worden beschadigd. Vrijko-
mend koelmiddel kan oogletsel veroor-
zaken.
Wordt het koelsysteem toch bescha-
digd:
vermijd dan open vuur of andere
brandhaarden,
trek de stekker uit het stopcontact,
lucht het vertrek waar het apparaat
staat enkele minutenlang door
en neem contact op met de afdeling
Klantcontacten.
~Hoe meer koelmiddel een koel-vries-
combinatie bevat, des te groter moet
het vertrek zijn waarin dit apparaat
wordt opgesteld.
Wanneer het vertrek te klein is kan zich
bij een eventuele lek een brandbaar
mengsel van gas en lucht vormen.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek
minstens 1 m3groot zijn.
De hoeveelheid koelmiddel die de koel-
vriescombinatie bevat staat op het ty-
peplaatje aan de binnenkant van het
apparaat.
~Vergelijk vóórdat u de koel-vries-
combinatie aansluit de aansluitgege-
vens (zekering, spanning en frequentie)
op het typeplaatje met die van het elek-
triciteitsnet. Deze moeten beslist over-
eenkomen.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
~De elektrische veiligheid van de
koel-vriescombinatie is uitsluitend ge-
garandeerd als deze wordt aangeslo-
ten op een aardingssysteem dat vol-
gens de geldende veiligheidsbepalin-
gen is geïnstalleerd.
Laat de huisinstallatie bij twijfel door
een vakman / vakvrouw inspecteren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor-
den gesteld voor schade die wordt ver-
oorzaakt door een ontbrekende of be-
schadigde aarddraad (bijv. een elektri-
sche schok).
~Wanneer de aansluitkabel is be-
schadigd, moet de kabel door erkende
vakmensen worden vervangen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
9
~Een veilig gebruik van de koel-vries-
combinatie is alleen dan gegaran-
deerd, wanneer het apparaat wordt ge-
monteerd en aangesloten volgens de
instructies die in de gebruiksaanwijzing
staan.
~Wanneer dit apparaat op een niet-
stationaire locatie (bijv. op een boot of
in een camper) moet worden geplaatst,
mag het uitsluitend door een vakman /
vakvrouw worden ingebouwd en aan-
gesloten.
Hierbij moet aan alle voorwaarden voor
een veilig gebruik worden voldaan.
~Installatie- en onderhoudswerk-
zaamheden als ook reparaties mogen
alleen door erkende vakmensen wor-
den uitgevoerd.
Gebeurt dat niet, dan kan de gebruiker
risico's lopen waarvoor de fabrikant niet
aansprakelijk is.
~Er staat alleen dan geen elektrische
spanning op de koel-vriescombinatie
als aan één van de volgende voorwaar-
den is voldaan:
als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld,
of als de stekker uit het stopcontact
is getrokken.
Trek daarbij aan de stekker en niet
aan de aansluitkabel.
~De koel-vriescombinatie mag niet
via een verlengsnoer op het elektrici-
teitsnet worden aangesloten.
Met verlengsnoeren kan een veilig ge-
bruik van het apparaat niet worden ge-
waarborgd in verband met het gevaar
voor oververhitting.
Gebruik
~Raak ingevroren levensmiddelen
niet met natte handen aan.
Doet u dat wel, dan zouden uw handen
vast kunnen vriezen en zou u zich kun-
nen verwonden.
~Nuttig ijsblokjes en ijslolly's, vooral
waterijsjes, nooit meteen nadat u ze uit
de diepvrieszone heeft gehaald.
Door de zeer lage temperatuur van
deze producten zouden uw lippen en
tong kunnen vastvriezen en zou u zich
kunnen verwonden.
~Vries geheel of gedeeltelijk ont-
dooide levensmiddelen niet opnieuw in.
Bereid deze levensmiddelen zo snel
mogelijk omdat ze anders aan voe-
dingswaarde verliezen en bederven.
Ontdooide levensmiddelen die al ge-
kookt en gebraden zijn kunnen wel op-
nieuw worden ingevroren.
~Bewaar geen stoffen in de koel-
vriescombinatie die drijfgassen of an-
dere verstuivingsmiddelen bevatten.
Wanneer de thermostaat wordt inge-
schakeld kunnen vonken ontstaan.
Deze kunnen licht ontvlambare produc-
ten tot explosie brengen.
~Gebruik geen elektrische apparaten
in deze koel-vriescombinatie, bijv. voor
het maken van ijs.
Doet u dat wel, kunnen er vonken ont-
staan en bestaat er gevaar voor een ex-
plosie.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
10
~De koel-vriescombinatie is gecon-
strueerd voor een bepaalde klimaat-
klasse. Een klimaatklasse is een kamer-
temperatuurbereik waarbinnen de tem-
peratuur zich moet bewegen en waar
deze niet boven of onder mag liggen.
De klimaatklasse van uw koel-vriescom-
binatie staat aangegeven op het type-
plaatje aan de binnenkant van uw ap-
paraat.
Een te lage temperatuur heeft tot ge-
volg dat de koel-vriescombinatie voor
langere tijd afslaat zodat het apparaat
de vereiste temperatuur niet kan aan-
houden.
~Gebruik voor het ontdooien en reini-
gen van de koel-vriescombinatie nooit
een stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met de-
len van het apparaat die onder span-
ning staan en zo kortsluiting veroorza-
ken.
Wat te doen wanneer u het ap-
paraat afdankt
~Maak het slot onbruikbaar, zodat
kinderen niet in het apparaat ingesloten
kunnen raken en in levensgevaar ko-
men.
~Beschadig geen delen van het koel-
systeem, bijv. door
koelmiddelkanalen van de verdam-
per open te prikken;
buisleidingen om te buigen;
beschermende lagen af te krabben.
Als er koelmiddel uit spuit kan dat oog-
letsel veroorzaken.
Wanneer de veiligheidsinstructies
niet worden opgevolgd kan de fabri-
kant niet verantwoordelijk worden
gesteld voor schade die daar even-
tueel het gevolg van is.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
12
Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik
Plaatsing van het apparaat In ruimten waar kan worden geventi-
leerd
In gesloten ruimten waar niet
kan worden geventileerd
Op een plaats waar de zon niet di-
rect op kan schijnen
Op een plaats waar de zon di-
rect op kan schijnen
Niet naast een warmtebron (verwar-
ming, fornuis)
Naast een warmtebron (verwar-
ming, fornuis)
Bij een kamertemperatuur van ca.
20 °C
Bij een hogere omgevingstem-
peratuur
Temperatuurinstelling
in standen
Instelling van één van de middelste
standen: 2 of 3.
Hoe hoger de stand, hoe lager
de temperatuur, des te hoger
het energieverbruik
Temperatuurinstelling
in graden
(Digitale weergave)
Vak voor wijnflessen: 8 tot 12 °C Bij apparaten met winterschake-
ling: schakel bij omgevingstem-
peraturen lager dan 16 °C de
winterschakeling uit.
Koelzone: 4 tot 5 °C
0° zone: ca. 0 °C
Diepvrieszone: -18 °C
Dagelijks gebruik Open de deur alleen wanneer dat
nodig is en dan nog zo kort moge-
lijk.
De temperatuur in het apparaat
wordt hoger naarmate de deur
vaker wordt geopend en de
deur langer geopend blijft.
Leg de levensmiddelen bij het inrui-
men meteen op de goede plek.
Moet u lang zoeken, dan stijgt
de temperatuur.
Laat warme levensmiddelen en
dranken eerst afkoelen.
Zijn de levensmiddelen nog
warm, moet de motor langer
werken om de vereiste tempera-
tuur te bereiken.
Leg de levensmiddelen alleen afge-
dekt of verpakt in het apparaat.
Wanneer vloeibare stoffen in de
koelzone condenseren neemt
de koelcapaciteit af.
Leg ingevroren producten in de
koelzone wanneer ze moeten ont-
dooien.
Plaats de levensmiddelen niet te
dicht op elkaar zodat de lucht tussen
de levensmiddelen kan circuleren.
Ontdooien Ontdooi het diepvriesgedeelte wan-
neer er een ijslaag van 1 cm in zit.
Een ijslaag in het diepvries-
gedeelte bemoeilijkt het invrie-
zen en bewaren van producten
in dit gedeelte. Daardoor stijgt
het stroomverbruik.
Het besparen van energie
13
Voor het eerste gebruik
De roestvrijstalen lijsten en frames zijn
voorzien van een folie die dient ter be-
scherming van het apparaat tijdens het
transport.
^Trek deze folie er pas af nadat de
koel-vriescombinatie is ingebouwd.
^Wrijf de roestvrijstalen gedeelten di-
rect daarna in met een middel dat
geschikt is voor het onderhoud van
roestvrij staal.
Dit middel brengt een film over het
roestvrij staal aan. Daarmee wordt
voorkomen dat het roestvrij staal
weer snel vuil wordt.
^Reinig de binnenkant van het appa-
raat en de toebehoren.
Gebruik daarvoor lauwwarm water
met een beetje reinigingsmiddel.
^Wrijf daarna alles met een doek
droog.
Laat het apparaat na transport een
half uur tot één uur staan voordat u
het aansluit.
Dat is zeer belangrijk voor een goe-
de werking van de koel-vriescombi-
natie.
Het inschakelen van het appa-
raat
Met de rechter Aan/Uit - toets kunt u de
koelzone / PerfectFresh-zone en de
diepvrieszone gelijktijdig inschakelen.
^Druk op de rechter Aan/Uit - toets.
De temperatuuraanduiding van de koel-
zone gaat branden.
Wanneer de deur van de koelzone
wordt geopend, gaat de binnenverlich-
ting aan.
In de temperatuuraanduiding van de
diepvrieszone gaan er streepjes
branden. Deze blijven branden totdat
de ingestelde temperatuur is bereikt.
Het apparaat begint te koelen.
Voordat u voor de eerste keer levens-
middelen in die koel-vriescombinatie
legt, kunt u het apparaat het beste een
paar uur laten voorkoelen.
Koude-accu
^Leg de koude-accu in de bovenste
diepvrieslade of op het diepvriespla-
teau.
Na ca. 24 uur bereikt de koude-accu
zijn maximale koelcapaciteit.
Het in- en uitschakelen van de koel-vriescombinatie
14
Het uitschakelen van het appa-
raat
^Druk op de rechter Aan/Uit - toets.
De temperatuuraanduidingen gaan uit.
Het apparaat houdt op met koelen.
Is dat niet het geval, dan is de vergren-
deling ingeschakeld.
Het apart uitschakelen van de
koelzone / PerfectFresh-zone
U kunt de koelzone / PerfectFresh-zone
uitschakelen, terwijl de diepvrieszone
ingeschakeld blijft.
Dit kan handig zijn, bij voorbeeld in de
vakantie.
^Druk op de linker Aan/Uit - toets van
de koelzone / PerfectFresh-zone.
De temperatuuraanduiding van de koel-
zone gaat uit.
De koelzone / PerfectFresh-zone is uit-
geschakeld, terwijl de diepvrieszone in-
geschakeld blijft.
Het opnieuw inschakelen van de
koelzone / PerfectFresh-zone
^Druk opnieuw op de linker Aan/Uit -
toets.
De temperatuuraanduiding van de koel-
zone gaat branden.
De koelzone / PerfectFresh-zone begint
te koelen.
Wanneer de deur van de koelzone
wordt geopend, gaat de binnenverlich-
ting aan.
Vergrendeling
Met de vergrendeling kunt u voorkomen
dat het apparaat per ongeluk wordt uit-
geschakeld.
Het in- en uitschakelen van de ver-
grendeling
^Druk op de Superfrost - toets en blijf
daar ca. 5 seconden op drukken.
Het controlelampje van de Superfrost -
toets knippert en in de temperatuuraan-
duiding knippert ;.
^Druk opnieuw op de Superfrost -
toets.
In de temperatuuraanduiding brandt ;.
^Druk op de temperatuurtoetsen.
Door daarop te drukken kunt u kiezen
tussen ;0en ;1.
0betekent: De vergrendeling is uitge-
schakeld.
1betekent: De vergrendeling is inge-
schakeld.
^Druk op de Superfrost - toets om de
instelling op te slaan.
Wanneer de vergrendeling is ingescha-
keld, brandt het controlelampje van de
vergrendeling X.
Het in- en uitschakelen van de koel-vriescombinatie
15
^Wanneer u klaar bent met het in- of
uitschakelen van de vergrendeling,
druk dan op de Aan/Uit - toets.
Na ca. 2 minuten functioneert het appa-
raat weer normaal.
Bij langere afwezigheid
Wanneer u de koel-vriescombinatie vrij
lange tijd niet gebruikt, doe dan het vol-
gende.
^Schakel het apparaat uit.
^Trek de stekker uit het stopcontact.
^Reinig het apparaat.
^Laat de deuren van het apparaat iets
openstaan om te voorkomen dat er
luchtjes ontstaan.
Wordt het apparaat in zulke gevallen
wel uitgeschakeld, maar niet gerei-
nigd en niet opengezet, bestaat het
gevaar dat zich schimmel vormt.
Het in- en uitschakelen van de koel-vriescombinatie
16
Het is voor de houdbaarheid van de le-
vensmiddelen zeer belangrijk dat de
juiste temperatuur wordt ingesteld.
Door micro-organismen bederven de
levensmiddelen erg snel. De tempera-
tuur beïnvloedt de snelheid waarmee
de micro-organismen groeien. Hoe la-
ger de temperatuur, des te langzamer
de micro-organismen groeien en des te
langer het duurt voordat de levensmid-
delen bederven.
Wanneer u voor het bewaren van le-
vensmiddelen de juiste temperatuur in-
stelt kunt u daarmee bederf voorkomen
of vertragen.
De temperatuur in de koel-vriescombi-
natie wordt hoger, naarmate
de deuren van het apparaat vaker
worden geopend en de deuren
langer geopend blijven;
er meer levensmiddelen worden op-
geslagen;
de temperatuur van de net opgesla-
gen levensmiddelen hoger is;
de omgevingstemperatuur hoger is.
De koel-vriescombinatie is gecon-
strueerd voor een bepaalde klimaat-
klasse. Een klimaatklasse is een tem-
peratuurbereik, waarbinnen de ka-
mertemperatuur zich moet bewegen
en waar deze niet boven of onder
mag liggen.
...indekoelzone en de Per-
fectFresh-zone
Voor de koelzone adviseren wij een
koeltemperatuur van 4 °C.
In de PerfectFresh-zone wordt de tem-
peratuur automatisch geregeld en ligt
tussen de 0en3°C.
Automatische temperatuurver-
deling (DynaCool)
Altijd wanneer u de koelzone inscha-
kelt, schakelt het apparaat automatisch
de ventilator in.
Daarmee wordt de koude in de koelzo-
ne gelijkmatig verdeeld, zodat de le-
vensmiddelen die in de koelzone zijn
opgeslagen met ongeveer dezelfde
temperatuur worden gekoeld.
...indediepvrieszone
Stel, wanneer u verse levensmiddelen
wilt invriezen en ingevroren levensmid-
delen lange tijd wilt bewaren, een tem-
peratuur in van -18 °C. Bij deze tempe-
ratuur wordt de groei van micro-orga-
nismen grotendeels gestopt.
Zodra de temperatuur boven de
-10 °C stijgt begint het bederf door de
micro-organismen en zijn de levens-
middelen minder lang houdbaar. Daar-
om mogen geheel of gedeeltelijk ont-
dooide levensmiddelen pas weer wor-
den ingevroren wanneer ze eerst ver-
werkt zijn, d.w.z. eerst gekookt of
gebraden zijn. Door de hoge tempera-
turen worden de meeste micro-organis-
men gedood.
De juiste temperatuur
17
Het instellen van de tempera-
tuur in de koelzone en de diep-
vrieszone
De temperatuur in de koelzone en de
diepvrieszone kunt u instellen met de
beide temperatuurtoetsen onder de
desbetreffende temperatuuraandui-
ding.
Wanneer u op de linker toets drukt
gaat de temperatuur omhoog en
wordt het warmer.
Wanneer u op de rechter toets drukt
gaat de temperatuur omlaag en
wordt het kouder.
De temperatuur die u instelt knippert in
de temperatuuraanduiding.
Wanneer u op de temperatuurtoetsen
drukt dan ziet u in de temperatuuraan-
duiding het volgende veranderen:
Wanneer u voor het eerst drukt, dan
knippert de temperatuurwaarde die u
het laatst heeft ingesteld.
Vanaf de tweede keer dat u drukt
verandert de temperatuurwaarde in
stappen van 1 °C.
Wanneer u op de toets blijft drukken,
verandert de temperatuurwaarde
continu.
Ongeveer 5 seconden nadat u voor het
laatst op een temperatuurtoets heeft
gedrukt geeft de temperatuuraandui-
ding automatisch de temperatuurwaar-
de aan die op dat moment in de koel-
zone heerst.
Wanneer u een andere temperatuur
heeft ingesteld, controleer dan de tem-
peratuuraanduiding na ca. 6 uur wan-
neer het apparaat lang niet vol is en na
ca. 24 uur wanneer het apparaat wel
vol is.
Pas dan is de echte temperatuur be-
reikt.
Is de temperatuur na deze tijd te hoog
of te laag, stel dan opnieuw een andere
temperatuur in.
Mogelijke temperatuurinstellingen
De temperatuur is instelbaar
in de koelzone van 4 °C tot 9 °C;
in de diepvrieszone van -16 °C tot
-26 °C.
Of de laagste temperatuur wordt be-
reikt is afhankelijk van de plaats waar
de koel-vriescombinatie is opgesteld en
de omgevingstemperatuur.
Wanneer de omgevingstemperatuur
hoog is, dan is het mogelijk dat de
laagste temperatuur niet wordt bereikt.
De juiste temperatuur
18
Het instellen van de tempera-
tuur in de PerfectFresh-zone
In de PerfectFresh-zone wordt de tem-
peratuur automatisch bij 0 tot 3 °C ge-
houden.
Wanneer u het daar echter warmer of
kouder wilt hebben, bijv. omdat u vis
wilt opslaan, dan kunt u de temperatuur
wijzigen.
^Druk op de Superfrost - toets en blijf
daar ca. 5 seconden op drukken.
Het controlelampje van de Superfrost -
toets knippert en in de temperatuuraan-
duiding knippert ;.
^Druk zo vaak op de temperatuurtoet-
sen totdat in de temperatuuraandui-
ding =verschijnt.
^Druk opnieuw op de Superfrost -
toets.
In de temperatuuraanduiding brandt =.
^Druk op de temperatuurtoetsen.
Door daarop te drukken kunt u de tem-
peratuur in de PerfectFresh-zone wij-
zigen.
U kunt kiezen tussen de standen 1tot
en met 9.
Bij 1is de temperatuur het laagst en
bij 9is de temperatuur het hoogst.
De temperatuur in de PerfectFresh-
zone is vanuit de fabriek op =5in-
gesteld.
Stelt u een stand van =1tot en met
=4in, dan kan de temperatuur on-
der het vriespunt zakken en kunnen
levensmiddelen bevriezen.
^Druk op de Superfrost - toets om de
instelling op te slaan.
^Wanneer u klaar bent met het instel-
len van de temperatuur, druk dan op
de rechter Aan/Uit - toets.
Na ca. 2 minuten functioneert het appa-
raat weer normaal.
Het duurt enige tijd voordat de inge-
stelde temperatuur is bereikt.
De juiste temperatuur
19
Temperatuuraanduidingen
De temperatuuraanduidingen op het
bedieningspaneel geven bij normaal
gebruik de temperatuur in het midden
van de koelzone en die van de minst
koele plek in de diepvrieszone aan.
Liggen de temperaturen buiten het be-
reik dat in de temperatuuraanduidingen
mogelijk is, dan knipperen er streepjes
in de temperatuuraanduidingen.
De temperatuuraanduidingen gaan
knipperen, wanneer
er een andere temperatuur wordt in-
gesteld,
de temperatuur in het apparaat een
paar graden is gestegen, wat wijst
op een koudeverlies.
Dit koudeverlies is geen probleem wan-
neer dit is ontstaan doordat u:
een deur van het apparaat een keer
vrij lang geopend houdt, bijv. om een
grote hoeveelheid producten in het
apparaat te leggen of er uit te halen;
verse levensmiddelen invriest.
Is de temperatuur in de diepvrieszone
vrij lange tijd hoger dan -18°C, contro-
leer dan of de ingevroren levensmid-
delen geheel of gedeeltelijk zijn ont-
dooid.
Is dat het geval, verbruik deze levens-
middelen dan zo snel mogelijk.
De lichtsterkte van de temperatuur-
aanduidingen
De lichtsterkte van de temperatuuraan-
duidingen is zwak wanneer het appa-
raat wordt afgeleverd.
Zodra de deuren worden geopend, een
instelling wordt veranderd of er sprake
is van een alarmtoestand, dan branden
de temperatuuraanduidingen ca. 1 mi-
nuut met zeer grote lichtsterkte.
U kunt de lichtsterkte van de tempera-
tuuraanduidingen veranderen.
^Druk op de Superfrost - toets en blijf
daar ca. 5 seconden op drukken.
Het controlelampje van de Superfrost -
toets knippert en in de temperatuuraan-
duiding knippert ;.
^Druk zo vaak op de temperatuurtoet-
sen totdat in de temperatuuraandui-
ding ^verschijnt.
^Druk opnieuw op de Superfrost -
toets.
In de temperatuuraanduiding brandt ^.
^Druk op de temperatuurtoetsen.
Door daarop te drukken kunt u nu de
lichtsterkte van de temperatuuraandui-
dingen veranderen.
De juiste temperatuur
20
Dit apparaat is uitgerust met een waar-
schuwingssysteem.
Daarmee wordt voorkomen dat er te-
veel energie wordt gebruikt.
Er zijn twee soorten alarm.
Temperatuuralarm
Dit alarm geeft een akoestisch en op-
tisch signaal.
Wanneer de temperatuur in de diep-
vrieszone te veel stijgt, gaat er een zoe-
mer.
Gelijktijdig gaat de temperatuuraandui-
ding van de diepvrieszone knipperen.
Of het apparaat een temperatuur te
hoog vindt is afhankelijk van de inge-
stelde temperatuur.
De temperatuur stijgt teveel wanneer:
u producten in de diepvrieszone her-
sorteert of eruit haalt en er daarbij te
veel warme lucht in de ruimte
stroomt;
u een vrij grote hoeveelheid levens-
middelen invriest.
Deuralarm
De zoemer gaat ook wanneer één van
de deuren van het apparaat langer dan
ca. 60 seconden openstaat.
Hoe kunnen wij het waarschu-
wingssysteem inschakelen?
Het systeem is automatisch klaar voor
gebruik en hoeft niet te worden inge-
schakeld.
Het voortijdig uitschakelen van
de zoemer
Zodra de temperatuur die voor de diep-
vrieszone is ingesteld weer is bereikt,
houdt de zoemer op en brandt de tem-
peratuuraanduiding van de diepvries-
zone constant.
Wanneer de zoemtoon u hindert, dan
kunt u deze voortijdig uitschakelen.
^Druk op de toets voor het uitschake-
len van de zoemer.
De zoemer houdt op.
De temperatuuraanduiding van de
diepvrieszone blijft zolang knipperen,
totdat de temperatuur in de diepvries-
zone laag genoeg is.
Daarna brandt de aanduiding constant.
Vanaf dat moment is het waarschu-
wingssysteem weer klaar voor gebruik.
Waarschuwingssysteem
22
Het gebruik van de superfrost
Verse levensmiddelen moeten zo snel
mogelijk tot in de kern worden ingevro-
ren. Alleen zo blijven voedingswaarde,
vitaminen, vorm en smaak behouden.
Met behulp van de functie "Superfrost"
kunt u verse levensmiddelen optimaal
invriezen.
De superfrost moet u al vóór het invrie-
zen van verse levensmiddelen inscha-
kelen.
De superfrost schakelt u niet in:
wanneer u reeds ingevroren levens-
middelen in de diepvrieszone legt;
wanneer u dagelijks slechts max.
2 kg verse levensmiddelen in de
diepvrieszone legt.
Het inschakelen van de superfrost
De superfrost moet u inschakelen 6 uur
voordat u de in te vriezen levensmid-
delen in de diepvrieszone legt.
Wilt u gebruik maken van de maximale
vriescapaciteit, schakel de superfrost
dan 24 uur van te voren in.
^Druk op de Superfrost - toets.
Het controlelampje van deze toets gaat
branden.
De koelcapaciteit van de diepvrieszone
is maximaal. Daardoor daalt de tempe-
ratuur in de diepvrieszone.
Het uitschakelen van de superfrost
De superfrost wordt automatisch na ca.
30 tot 60 uur uitgeschakeld, afhankelijk
van de hoeveelheid levensmiddelen die
in de diepvrieszone zijn gelegd.
Het controlelampje van de Superfrost -
toets gaat uit.
De koelcapaciteit van de diepvrieszone
is weer normaal.
Om energie te besparen kunt u de su-
perfrost zelf uitschakelen, zodra in de
diepvrieszone een constante tempera-
tuur van minstens -18°C is bereikt.
Controleer de temperatuur in het appa-
raat.
^Druk op de Superfrost - toets.
Het controlelampje van deze toets gaat
uit.
De koelcapaciteit van de diepvrieszone
is weer normaal.
De functie "Superfrost"
24
Gedeelten met verschillende
temperaturen
Door de natuurlijke luchtcirculatie ont-
staan er in de koelzone gedeelten met
verschillende temperaturen.
Maak daar bij het inruimen van de le-
vensmiddelen gebruik van.
De koude, zware lucht zakt in het on-
derste gedeelte van het apparaat.
Dit is een apparaat met automa-
tische DynaCool.
Dat houdt in, dat altijd wanneer u de
koelzone inschakelt, het apparaat
automatisch de ventilator inschakelt.
De koude in de koelzone wordt ge-
lijkmatig verdeeld en de tempera-
tuurverschillen in de koelzone zijn
minder groot.
Minst koele gedeelte in de koelzone
Het minst koele gedeelte in de koelzo-
ne bevindt zich helemaal bovenin tegen
de deur.
Gebruik dit gedeelte voor het opslaan
van boter zodat deze smeerbaar blijft
en voor kaas zodat deze zijn aroma niet
verliest.
Koelste gedeelte in de koelzone
Het koelste gedeelte in de koelzone be-
vindt zich direct boven de Perfect-
Fresh-zone.
In het vak / de vakken van de Perfect-
Fresh-zone zijn de temperaturen even-
wel nog lager.
Gebruik deze gedeelten voor alle le-
vensmiddelen die niet lang houdbaar
zijn, zoals:
vis, vlees, gevogelte;
worst, kant-en-klaar-gerechten;
levensmiddelen waar eieren of room
in zijn verwerkt;
alle soorten deeg;
melkproducten;
in folie verpakte, voorgesneden
groente en in het algemeen alle ver-
se groenten waarvan de houdbaar-
heidsdatum alleen geldt bij een tem-
peratuur van minstens 4°C.
Bewaar geen stoffen in het apparaat
die drijfgassen of andere verstui-
vingsmiddelen bevatten.
Dit in verband met explosiegevaar.
Plaats dranken met een hoog alco-
holpercentage alleen rechtop en al-
tijd goed gesloten in het apparaat in
verband met explosiegevaar.
Wanneer er in de koelzone vet- of
oliehoudende levensmiddelen zijn
opgeslagen, zorg er dan voor dat
eventueel vrijkomend vet of olie niet
met de kunststof onderdelen van het
apparaat in aanraking komt.
Vet en olie kunnen scheuren in het
kunststof veroorzaken.
Zet de producten niet tegen de ach-
terwand om te voorkomen dat ze er-
aan vastvriezen.
Het opslaan in de koelzone
25
Leg de producten niet te dicht op el-
kaar, zodat de lucht goed kan circu-
leren.
Dek de ventilator aan de achterkant
niet af; deze is belangrijk voor de
koelcapaciteit.
Voor het apparaat ongeschikte
levensmiddelen
Niet alle levensmiddelen zijn geschikt
om in de koel-vriescombinatie te wor-
den bewaard.
Hiertoe behoren:
Koudegevoelig fruit en koudegevoe-
lige groenten zoals bananen, avoca-
do's, papaja's, passievruchten, au-
bergines, paprika, tomaten en
komkommers
Fruit dat nog niet rijp is
– Aardappels
Parmezaanse kaas
Waar u bij het kopen van le-
vensmiddelen al op moet
letten
Levensmiddelen blijven langer be-
waard naarmate ze verser zijn op het
moment dat ze in de koel-vriescombi-
natie worden gelegd. De versheid is
bepalend voor de bewaartijd.
Het is daarom belangrijk dat de tijd tus-
sen het kopen en het inruimen van le-
vensmiddelen zo kort mogelijk is. Laat
ze daarom niet te lang in een warme
auto liggen. Al na twee uur neemt de
versheid af en begint het bederf.
Levensmiddelen afdekken of
niet?
Bewaar levensmiddelen in de koelzone
alleen afgedekt of verpakt.
Zo voorkomt u dat er levensmiddelen-
luchtjes vrijkomen en op andere levens-
middelen worden overgedragen. Te-
vens voorkomt u dat de levensmiddelen
uitdrogen en dat mogelijk aanwezige
bacteriën zich verspreiden.
Wanneer u de juiste temperatuur instelt
en de koelzone regelmatig reinigt ver-
meerderen bacteriën zoals salmonella's
zich minder snel.
In de PerfectFresh-zone kunnen sommi-
ge levensmiddelen wel onafgedekt of
onverpakt worden bewaard.
Onverpakte dierlijke en plantaardige
levensmiddelen
Bewaar onverpakte dierlijke en plant-
aardige levensmiddelen apart van el-
kaar.
Moeten deze levensmiddelen bij elkaar
worden bewaard, verpak ze dan in
ieder geval. Daarmee voorkomt u dat er
microbiologische veranderingen optre-
den en er ziektekiemen ontstaan.
Het opslaan in de koelzone
26
PerfectFresh-zone
De koelcondities zijn voor levensmid-
delen optimaal, wanneer ze zo lang
mogelijk vers blijven en de smaak en
de vitaminen zo goed mogelijk behou-
den blijven.
Bepalend hiervoor zijn de koeltempera-
tuur en de luchtvochtigheid.
Bijzonder aan de PerfectFresh-zone is
de ideale combinatie van temperatuur
en luchtvochtigheid. Door deze combi-
natie zijn de levensmiddelen 1 tot 3x zo
lang houdbaar als in andere koelzones.
Koeltemperatuur
Voor verse, niet voor koude gevoelige
levensmiddelen ligt de optimale koel-
temperatuur bij0-3°C,zoals die in de
PerfectFresh-zone automatisch heerst.
De levensmiddelen zijn dan minder
snel aan bederf onderhevig en kunnen
zo veel langer worden bewaard dan in
een normale koelzone.
Luchtvochtigheid
De luchtvochtigheid in de koelzone is
optimaal wanneer deze gelijk is aan het
natuurlijke vochtgehalte van de levens-
middelen.
Het watergehalte van de levensmid-
delen blijft dan voor een groot deel be-
houden en de levensmiddelen blijven
dan langere tijd knapperig en vers.
Welke voordelen biedt de Per-
fectFresh-zone?
De levensmiddelen blijven maximaal 3x
zo lang vers en dat betekent:
meer eetgenot door de versheid van
de levensmiddelen,
meer opslagcomfort en
kostenbesparing door kwaliteitsbe-
houd.
Het opslaan in het droogte- en
vochtvak
De PerfectFresh-zone is in twee delen
onderverdeeld, te weten het droogte-
vak en het vochtvak.
Droogtevak
Het droogtevak heeft een relatief ge-
ringe luchtvochtigheid. Deze is onge-
veer gelijk aan de luchtvochtigheid die
in de koelzone heerst.
In het droogtevak gaat het dus voorna-
melijk om de lage temperatuur van 0 °C
en minder om de luchtvochtigheid.
Het droogtevak is geschikt voor de op-
slag van levensmiddelen die niet lang
houdbaar zijn, zoals
verse vis, schaaldieren, vlees, gevo-
gelte, worst, zuivelproducten en
delicatessen.
Het opslaan in de PerfectFresh-zone
27
Houd er rekening mee dat levensmid-
delen sneller bederven, naarmate ze
meer eiwit bevatten.
Dat betekent dat schaaldieren sneller
bederven dan vis en dat vis weer snel-
ler bederft dan vlees.
Bewaar schaaldieren en vis verpakt of
in een bakje.
Vlees kan beter onverpakt worden be-
waard.
Het oppervlak van het vlees wordt on-
verpakt sneller droog, de kans dat zich
ziektekiemen vormen wordt dan kleiner
en het vlees is dan langer houdbaar.
Er zijn echter bepaalde vleessoorten
die niet onverpakt bij elkaar kunnen
worden bewaard.
Gebeurt dat wel dan dragen de vlees-
soorten ziektekiemen over en bederft
het vlees eerder dan nodig is.
Vochtvak
Het vochtvak heeft een regelaar waar-
mee u de relatieve luchtvochtigheid
kunt instellen.
Schuif daartoe de regelaar op de ge-
wenste stand, waarbij
-staat voor een hoge luchtvochtig-
heid, ,staat voor een lage luchtvoch-
tigheid.
Is de regelaar op een hoge luchtvoch-
tigheid -ingesteld, kan bij een goed
gevuld vochtvak een luchtvochtigheid
van max. 90 % worden bereikt.
De luchtvochtigheid hangt daarbij sterk
af van het soort en de hoeveelheid van
de levensmiddelen, die in het vak zijn
opgeslagen.
Bedenk dat er alleen dan een hoge
luchtvochtigheid kan worden bereikt en
dat deze alleen dan een gunstige in-
vloed op de levensmiddelen heeft,
wanneer de levensmiddelen onverpakt
of luchtdoorlatend verpakt zijn.
Bij een hoge luchtvochtigheid -is
het vochtvak geschikt voor de opslag
van verse producten zoals groenten,
kropsla, kruiden, champignons, kool
en fruit.
Bij een lage luchtvochtigheid ,
heerst er hetzelfde klimaat als in het
droogtevak.
Haal de levensmiddelen ca. 30 - 60
minuten uit de PerfectFresh-zone
voordat u ze nuttigt.
Pas bij kamertemperatuur komen
aroma en smaak tot hun recht.
Voor de PerfectFresh-zone on-
geschikte levensmiddelen
Er zijn enkele groente- en fruitsoorten
die zo koudegevoelig zijn dat zij niet
geschikt zijn om bij een temperatuur
van ca. 0 °C te worden bewaard.
Dit zijn o.a. alle zuidvruchten.
Komkommers worden glazig, aubergi-
nes bitter en aardappels zoet. Tomaten
en sinaasappels verliezen hun aroma
en citrusvruchten krijgen een harde
schil.
Het opslaan in de PerfectFresh-zone
28
Mogen alle levensmiddelen bij
elkaar worden opgeslagen?
Niet alle levensmiddelen kunnen samen
in één vak worden bewaard.
In de eerste plaats kunnen smaak en
geur worden overgedragen (zo nemen
wortels snel de smaak en geur van uien
aan) en in de tweede plaats zijn er le-
vensmiddelen die een natuurlijk gas
(ethyleen) afscheiden, waar andere le-
vensmiddelen heel gevoelig op reage-
ren en daardoor veel sneller bederven.
Voorbeelden van groenten en fruit
die veel natuurlijke gassen af-
scheiden:
Bonen, appels, abrikozen, peren,
nectarines, perziken, pruimen,
avocado's, vijgen, bosbessen en
meloenen.
Voorbeelden van groenten en fruit
die erg gevoelig reageren op gas-
sen van andere groente- en fruit-
soorten:
Broccoli, bloemkool, spruitjes, kiwi's,
mango's, honingmeloen, appels,
abrikozen, komkommer, tomaten, pe-
ren, nectarines en perziken.
Voorbeeld: Appels en broccoli kun-
nen niet samen in één vak worden
opgeslagen, omdat appels veel na-
tuurlijk gas afscheiden en broccoli
op dit soort gas zeer gevoelig rea-
geert. Broccoli is daardoor veel min-
der lang houdbaar.
Het opslaan in de PerfectFresh-zone
29
Plateaus
De plateaus kunt u in hoogte verstellen
zodat er producten van verschillende
hoogte kunnen worden neergezet /
neergelegd.
^Til het plateau iets op.
^Trek het iets naar voren.
^Til het met de uitsparing over de
plateauribben heen.
^Verplaats het naar boven of naar be-
neden.
De opstaande rand die aan de achter-
kant zit moet naar boven wijzen, zodat
de levensmiddelen niet met de achter-
wand in aanraking kunnen komen en
eraan vastvriezen.
Met stopjes wordt voorkomen dat de
plateaus er per ongeluk uit worden ge-
trokken.
Tweedelig plateau
Wanneer u hoge producten in het ap-
paraat wilt plaatsen kunt u gebruik ma-
ken van een glasplateau dat uit twee
delen bestaat.
^Til het voorste gedeelte iets op en
schuif het onder het achterste ge-
deelte.
Op het plateau daaronder kunnen dan
hoge producten worden neergezet /
neergelegd.
Wanneer u de twee gedeelten wilt ver-
plaatsen, doe dan het volgende.
^Haal ze uit het apparaat.
^Plaats de beide plateauhouders aan
weerszijden op de gewenste hoogte
op de plateauribben.
^Schuif eerst het gedeelte met de op-
staande rand op de houders en de
ribben, daarna het andere gedeelte.
Het indelen van de binnenruimte
30
Vakken van de PerfectFresh-
zone
De vakken van de PerfectFresh-zone
zijn op telescopische rails inschuifbaar
en uittrekbaar.
Bovendien kunnen ze worden verwij-
derd om te worden gereinigd.
^Trek het vak naar buiten en til het van
de rails.
Schuif de rails daarna weer naar
binnen om beschadigingen te ver-
mijden.
^Trek de plaat tussen de vakken voor-
zichtig iets naar voren en haal hem
uit het apparaat.
Wilt u de plaat terugplaatsen,
^til hem van onder naar boven in de
houders en schuif hem naar achteren
totdat hij vastklikt.
Wilt u het vak weer terugzetten,
^trek de rails helemaal naar buiten a,
^leg het vak daarop.
De voorkanten van rails en vak moe-
ten evenwijdig lopen b.
^Schuif het vak naar binnen c.
Deurvak, o.a. voor eieren /
Deurvak voor flessen
Wilt u deze vakken verplaatsen, doe
dan het volgende.
^Til het vak uit het roestvrijstalen
frame.
^Schuif het frame naar boven.
^Plaats het frame op de gewenste
plaats.
Let erop dat het goed vast zit.
^Zet het vak weer in het frame.
U kunt deze vakken ook uit het frame
halen om er levensmiddelen in te leg-
gen of er uit te halen.
U kunt ze ook met de levensmiddelen
direct op tafel zetten.
Het indelen van de binnenruimte
31
Maximale vriescapaciteit
Levensmiddelen kunnen het best zo
snel mogelijk tot in de kern worden in-
gevroren. Daarvoor is het noodzakelijk
dat de maximale vriescapaciteit niet
wordt overschreden.
De maximale vriescapaciteit binnen 24
uur vindt u op het typeplaatje "Vriesca-
paciteit ..... kg/24 h".
Het bewaren van diepvriespro-
ducten
^Wilt u diepvriesproducten bewaren,
controleer dan al vóórdat u ze koopt:
de verpakking op eventuele bescha-
digingen;
de uiterste houdbaarheidsdatum van
de diepvriesproducten en
de temperatuur van de diepvrieskist
in de winkel.
Komt deze boven de -18 °C, dan zijn
de diepvriesproducten niet zo lang
houdbaar als wanneer de tempera-
tuur -18 °C is.
^Haal de diepvriesproducten uit de
diepvrieskist wanneer u alle andere
boodschappen al in uw wagentje
hebt liggen en vervoer ze in kranten-
papier of in een koeltas.
^Leg de diepvriesproducten thuis di-
rect in de koel-vriescombinatie.
Vries geheel of gedeeltelijk ontdooi-
de levensmiddelen niet opnieuw in.
Pas nadat u deze levensmiddelen
hebt gekookt of gebraden kunt u ze
opnieuw invriezen.
Wat gebeurt er bij het invriezen
van verse levensmiddelen?
Verse levensmiddelen moeten zo snel
mogelijk tot in de kern worden ingevro-
ren. Alleen zo blijven voedingswaarde,
vitaminen, vorm en smaak behouden.
Hoe langzamer de levensmiddelen in-
vriezen, des meer vocht komt er uit
iedere cel vrij. Dit vocht komt in de tus-
senruimten terecht.
De cellen gaan krimpen.
Wanneer de levensmiddelen ontdooien
komt slechts een deel van het vocht dat
eerder vrijkwam in de cellen terug.
Praktisch betekent dit dat de levens-
middelen veel vocht verliezen. Dat ziet
u aan de grote waterplas die zich om
de levensmiddelen vormt wanneer
deze ontdooien.
Wanneer de levensmiddelen snel hele-
maal invriezen, heeft het vocht minder
tijd om uit de cellen vrij te komen en in
de tussenruimten terecht te komen.
De cellen krimpen veel minder.
Wanneer de levensmiddelen ontdooien
kan de kleine hoeveelheid vocht die
vrijgekomen is naar de cellen terugke-
ren. Dat betekent dat de levensmid-
delen weinig vocht verliezen. Er vormt
zich slechts een kleine waterplas om de
levensmiddelen wanneer deze ontdooi-
en!
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen
33
Het invriezen en bewaren van
verse levensmiddelen
Gebruik voor het invriezen alleen verse
levensmiddelen waar geen rotte plek-
ken in zitten!
Waar u daarbij op moet letten
Geschikt om in te vriezen zijn:
vers vlees, gevogelte, wildbraad, vis,
groenten, kruiden, vers fruit, zuivel-
producten, brood en banket, kliekjes,
eigeel, eiwit en vele kant-en-klaar-
producten.
Niet geschikt om in te vriezen zijn:
druiven, kropsla, radijs, rammenas,
zure room, mayonaise, hele eieren in
de schaal, uien, hele appels en pe-
ren.
Om kleur, smaak, aroma en vitamine
C te behouden kunt u groenten en
fruit het beste voor het invriezen
blancheren.
Breng daartoe een pan water aan de
kook, voeg het voedsel daar portie-
gewijs aan toe, laat het daar 2-3 mi-
nuten in liggen, haal het eruit, laat
het snel in koud water afkoelen en
laat het uitlekken.
Mager vlees is beter geschikt om te
worden ingevroren dan vet vlees en
kan aanmerkelijk langer worden be-
waard.
Leg tussen koteletten, biefstukjes,
schnitzels enz. telkens een stukje
huishoudfolie.
Zo voorkomt u dat stukken vlees aan
elkaar vastvriezen.
Kruid en zout verse levensmiddelen
en geblancheerde groente vóór het
invriezen niet.
Kruid en zout reeds bereide ge-
rechten voor het invriezen slechts
licht. Sommige kruiden veranderen
de smaakintensiteit van de ge-
rechten.
Laat warme gerechten en dranken
eerst buiten de koel-vriescombinatie
afkoelen. Doet u dat niet dan begin-
nen reeds ingevroren levensmid-
delen te ontdooien en wordt er meer
stroom verbruikt dan nodig is.
Het verpakken
^Vries de levensmiddelen per portie
in.
Geschikte verpakking
- kunststof folie
- diepvrieszakken van polyethyleen
- aluminiumfolie
- diepvriesbakje
Ongeschikte verpakking
- pakpapier
- braadpapier
- cellofaan
- afvalzakken
- gebruikte plastic zakken
^Druk de lucht uit de verpakking.
^Sluit de verpakking goed af met:
- elastiekjes
- kunststof klipjes
- touwtjes of
- koudebestendig plakband.
Zakken en diepvrieszakken van poly-
ethyleen kunt u ook met een sealap-
paraat afsluiten.
^Doe een sticker op de verpakking
met inhoud en invriesdatum.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen
34
Diepvrieskalender
De diepvrieskalender op de diepvries-
laden geeft de gebruikelijke bewaartijd
aan van verschillende soorten levens-
middelen, wanneer ze vers worden op-
geslagen.
Bij de in de handel verkrijgbare diep-
vriesproducten is de op de verpakking
aangegeven uiterste houdbaarheidsda-
tum beslissend.
2 - 3 maanden:
Taart, ijs, éénpansgerechten
3 - 5 maanden:
Vis, champignons, brood
6 - 8 maanden:
Varkensvlees, kalfsvlees, gevogelte
10 - 12 maanden:
Rundvlees, fruit, groenten
Het ontdooien van ingevroren
producten
Dat kunt u doen
in de magnetron;
in de oven bij het verwarmingssys-
teem "Hetelucht" of "Ontdooien";
bij kamertemperatuur;
in de koelkast (de koude die daarbij
vrijkomt kan voor het koelen van de
andere levensmiddelen worden ge-
bruikt);
in de stoomoven.
Platte stukken vlees en vis kunnen
gedeeltelijk ontdooid in een hete braad-
pan worden gelegd.
Fruit kan bij kamertemperatuur zowel in
de verpakking als ook in een afgedekte
schaal ontdooien.
Groente kan in het algemeen in bevro-
ren toestand aan kokend water worden
toegevoegd of in heet vet worden ge-
stoofd. De kooktijd is iets korter dan bij
verse groente.
Vries geheel of gedeeltelijk ontdooi-
de levensmiddelen niet opnieuw in.
Pas nadat u deze levensmiddelen
hebt gekookt of gebraden kunt u ze
opnieuw invriezen.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen
36
Het bereiden van ijsblokjes
^Vul het bakje voor ijsblokjes voor
driekwart met water.
^Zet het bakje op de bodem van een
diepvrieslade.
^Wanneer het bakje is vastgevroren,
gebruik dan een stomp voorwerp,
bijv. een lepelsteel om het los te ma-
ken.
^Wanneer het bakje even onder stro-
mend water wordt gehouden laten de
ijsblokjes gemakkelijk los.
Het snelkoelen van dranken
Wanneer u flessen drank in de koelzo-
ne hebt gelegd om snel te koelen,
schakel dan de superkoeling in.
Wilt u ze toch in de diepvrieszone leg-
gen, haal ze er dan na maximaal één
uur weer uit.
Doet u dat niet dan springen ze uit el-
kaar.
Diepvriesplateau
Op het diepvriesplateau kunt u kleinere
producten invriezen, niet alleen fruit en
groenten maar ook kruiden, zonder dat
dat ten koste gaat van de kwaliteit.
^Leg de in te vriezen producten op het
diepvriesplateau.
^Hang het diepvriesplateau in één van
de bovenste diepvriesladen.
^Laat de producten 10 tot 12 uur ste-
vig invriezen.
^Hevel ze over in een diepvrieszak of
diepvriesbakje en leg ze in de diep-
vriesladen.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen
37
Het gebruik van de koude-accu
De koude-accu voorkomt dat de tem-
peratuur in de diepvrieszone snel stijgt
wanneer de stroom is uitgevallen.
Leg de koude-accu in de bovenste
diepvrieslade direct op de levensmid-
delen of op het diepvriesplateau.
Na ca. 24 uur bereikt de koude-accu
zijn maximale koelcapaciteit.
Leg de koude-accu wanneer de stroom
uitvalt direct op de levensmiddelen in
de bovenste lade om de levensmid-
delen in ieder geval nog zo lang moge-
lijk te kunnen bewaren.
Wanneer u verse levensmiddelen in het
apparaat wilt leggen, gebruik de
koude-accu dan om een scheiding aan
te brengen tussen reeds ingevroren en
verse levensmiddelen, zodat de eerste
groep niet gaat ontdooien.
De koude-accu kan ook korte tijd wor-
den gebruikt voor het koelen van le-
vensmiddelen en dranken in een
koeltas.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen
38
Gebruik nooit zand-, soda- , zuur- of
schuurmiddelhoudende reinigings-
middelen of chemische oplosmid-
delen.
Ongeschikt zijn ook zogenaamde
"schuurmiddelvrije" schuurmiddelen,
daar deze doffe plekken veroorza-
ken.
Gebruik voor het onderhoud van de
roestvrijstalen gedeelten een middel
dat daar geschikt voor is.
Dit is verkrijgbaar bij de afdeling On-
derdelen van Miele Nederland B.V.
Let erop dat er geen water in de
elektronica en in de verlichting te-
rechtkomt.
Zorg ervoor dat er geen reinigings-
water door de afvoeropening voor
het dooiwater loopt.
Gebruik geen stoomreiniger.
Stoom kan in aanraking komen met
delen van het apparaat die onder
spanning staan en zo kortsluiting
veroorzaken.
Het typeplaatje in de binnenruimte
van het apparaat mag niet worden
verwijderd.
De gegevens zijn nodig in het geval
er een storing optreedt.
Vòòr het reinigen
^Schakel het apparaat uit door op de
rechter Aan/Uit - toets te drukken.
^Haal de stekker uit het stopcontact.
^Haal alle levensmiddelen uit het ap-
paraat en leg ze op een koele plaats.
^Haal alle toebehoren uit de koel-
vriescombinatie die kunnen worden
verwijderd.
^Haal de deurvakken uit het roestvrij-
stalen frame.
Het reinigen van de binnen-
ruimte en de toebehoren
^Reinig het apparaat minstens één
keer in de maand.
^Reinig de toebehoren met de hand
en niet in de afwasautomaat.
^Gebruik lauwwarm water met wat rei-
nigingsmiddel.
^Reinig het gootje en de afvoerope-
ning voor het dooiwater in de koelzo-
ne regelmatig met een wattenstaafje
of iets dergelijks, zodat het dooiwater
altijd ongehinderd weg kan lopen.
^Neem de binnenruimte en de toebe-
horen na het reinigen met helder wa-
ter af en droog alles met een doek.
^Laat de deuren van het apparaat kor-
te tijd openstaan.
Het reinigen van de koel-vriescombinatie
40
^Reinig de roestvrijstalen gedeelten
met een middel dat daar geschikt
voor is.
^Wrijf de roestvrijstalen gedeelten
daarna in met een middel dat ge-
schikt is voor het onderhoud van
roestvrij staal.
Het is belangrijk dat dit iedere keer
na de reiniging gebeurt.
Dit middel brengt een film over het
roestvrij staal aan, waarmee wordt
voorkomen dat het weer snel vuil
wordt.
Het reinigen van de luchttoe-
voer- en luchtafvoeropeningen
^Reinig de luchttoevoer- en luchtaf-
voeropeningen regelmatig met een
kwast of een stofzuiger.
Wanneer er zich stof ophoopt, wordt er
onnodig veel energie verbruikt.
Het reinigen van de deurdich-
ting
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet.
Doet u dat wel, dan wordt de deur-
dichting in de loop van de tijd po-
reus.
Reinig de deurdichting regelmatig al-
leen met helder water en wrijf deze
daarna met een doek grondig droog.
Na het reinigen
^Plaats alle toebehoren weer terug in
de koelzone.
^Leg de levensmiddelen weer terug in
de koelzone.
^Sluit de deuren van koel-vriescombi-
natie.
^Steek de stekker in het stopcontact.
^Schakel het apparaat in.
^Schakel de superfrost in, zodat het in
de diepvrieszone weer snel koud
wordt.
Het controlelampje gaat aan.
^Leg de ingevroren levensmiddelen
weer terug in de diepvriesladen en
schuif deze weer in de diepvrieszo-
ne, zodra de temperatuur in deze
zone laag genoeg is.
^Schakel de superfrost weer uit, zodra
er in de diepvrieszone een constante
temperatuur van minstens -18°C is
bereikt.
Het controlelampje gaat uit.
Het reinigen van de koel-vriescombinatie
41
Reparaties aan elektrische appara-
ten mogen alleen door vakmensen
worden uitgevoerd.
Wanneer dit niet gebeurt dan kan de
gebruiker grote risico's lopen.
Wat moet u doen, wanneer...
...dekoelzone of de diepvrieszone
niet koelt?
^Controleer of:
de desbetreffende zone is ingescha-
keld;
Is dat het geval, dan brandt de daarbij-
behorende temperatuuraanduiding.
de stekker stevig in het stopcontact
zit;
de hoofdschakelaar van de elek-
trische huisinstallatie is ingescha-
keld.
Is dit laatste het geval,
^neem dan contact op met afdeling
Klantcontacten van Miele Nederland
B.V.
...dedeur van de diepvrieszone niet
verschillende keren achter elkaar kan
worden geopend?
Dat is geen storing. Door de zuigende
werking kunt u de deur pas na enige
tijd zonder moeite openen.
...detemperatuur in de koel- of
diepvrieszone te laag is?
^Stel een hogere temperatuur in.
^Controleer of:
de superfrost nog aan is;
Is dat het geval, dan brandt het contro-
lelampje van de superfrost.
De superfrost gaat na ca. 30 - 60 uur
automatisch uit.
de superkoeling nog aan is;
Is dat het geval, dan brandt het contro-
lelampje van de superfrost.
De superkoeling gaat na ca. 6 uur auto-
matisch uit.
de deuren goed dicht zijn;
er ineens een vrij grote hoeveelheid
verse levensmiddelen is ingevroren.
Is dat het geval, dan staat het apparaat
heel lang te ronken en daalt de tempe-
ratuur in de koelzone automatisch.
...dekoel-vriescombinatie voortdu-
rend in werking is?
Wanneer het apparaat minder vriesca-
paciteit nodig heeft schakelt het over
op een lager toerental om energie te
besparen. Daardoor is het apparaat
ook langere tijd in werking.
Nuttige tips
42
...dekoel-vriescombinatie vaker en
voor langere tijd aanslaat?
^Controleer of:
de luchttoevoeropening beneden in
de sokkel of de luchtafvoeropening
boven in de kastombouw geblok-
keerd of stoffig is;
u de deuren van het apparaat vaak
open en dicht heeft gedaan;
er ineens grote hoeveelheden verse
levensmiddelen in de koelzone zijn
gelegd;
er ineens grote hoeveelheden verse
levensmiddelen zijn ingevroren;
de deuren van het apparaat goed
dicht zitten.
...deingevroren producten begin-
nen te ontdooien, doordat het in de
diepvrieszone te warm is?
^Controleer of de kamertemperatuur
onder de klimaatklasse van het appa-
raat ligt.
Zie ook hoofdstuk: "Montage-instruc-
ties".
Is dat het geval,
^verhoog dan de kamertemperatuur.
Wanneer de kamertemperatuur te laag
is, slaat de koel-vriescombinatie minder
vaak aan. Dat kan tot gevolg hebben
dat het in de diepvrieszone te warm
wordt en dat de ingevroren producten
beginnen te ontdooien.
...deingevroren producten vastge-
vroren zijn?
^Maak de ingevroren producten met
een stomp voorwerp, bijv. met een le-
pelsteel los.
. . . een zoemer klinkt?
Eèn van de deuren van het apparaat
staat langer dan 60 seconden open.
^Sluit deze deur.
. . . een zoemer klinkt en de tempera-
tuuraanduiding van de diepvrieszone
knippert?
De temperatuur in de diepvrieszone is
veel hoger dan de ingestelde tempera-
tuur, doordat
de deur van de diepvrieszone vaak
open en dicht is gedaan;
er ineens grote hoeveelheden verse
levensmiddelen zijn ingevroren.
Wanneer het euvel verholpen is, dan
houdt de zoemer op en brandt de tem-
peratuuraanduiding constant.
...erindetemperatuuraanduidingen
streepjes branden of knipperen?
^Controleer de temperatuuraanduidin-
gen ca. 6 uur nadat u het apparaat
hebt ingeschakeld.
De temperatuuraanduidingen kunnen
alleen binnen een bepaald bereik de
temperatuur aangeven.
Nuttige tips
43
...iènvandetemperatuuraandui-
dingen "F0" tot en met "F5" ver-
schijnt?
Er is sprake van een storing.
^Neem contact op met de afdeling
Klantcontacten van Miele Nederland
B.V.
. . . het controlelampje van de Super-
frost - toets en één van de tempera-
tuuraanduidingen tegelijk knipperen?
Er is sprake van een technische sto-
ring.
^Neem contact op met de afdeling
Klantcontacten.
. . . het controlelampje van de super-
frost niet brandt, terwijl het apparaat
wel werkt?
Het controlelampje is defect.
^Neem contact op met de afdeling
Klantcontacten.
. . . het apparaat niet kan worden uit-
geschakeld?
De vergrendeling is ingeschakeld.
...indetemperatuuraanduiding van
de diepvrieszone "nA" verschijnt?
De stroom is de afgelopen dagen of
uren uitgevallen geweest, waardoor de
temperatuur in de diepvrieszone te
sterk is gestegen.
^Druk op de toets voor het uitschake-
len van de zoemer, zolang "nA"
brandt.
De zoemer houdt op.
In de temperatuuraanduiding verschijnt
de hoogste temperatuur die tijdens de
stroomuitval in de diepvrieszone is ge-
meten.
De hoogste temperatuur wordt ca. 1 mi-
nuut aangegeven.
Daarna verschijnt in de temperatuur-
aanduiding weer de temperatuur die op
dat moment in de diepvrieszone heerst.
Nadat het probleem verholpen is, werkt
het apparaat verder met die tempera-
tuur die eerder is ingesteld.
^Controleer of de levensmiddelen ge-
heel of gedeeltelijk zijn ontdooid.
Is dat het geval, verwerk de levens-
middelen dan door ze te koken of te
braden, voordat u ze weer invriest.
Nuttige tips
44
...debinnenverlichting in de koelzo-
ne het niet meer doet?
^Controleer of de deur van de koelzo-
ne ca. 15 minuten heeft openge-
staan.
De verlichting wordt in zo'n geval auto-
matisch uitgeschakeld.
Heeft de deur niet zo lang opengestaan
en doet de temperatuuraanduiding het
wel, dan is de verlichting kapot.
^Neem contact op met de afdeling
Klantcontacten van Miele Nederland
B.V.
De LED-verlichting mag alleen door
onze technici worden gerepareerd en
vervangen.
Doet u het zelf, dan loopt u het risico
zich te verwonden of het apparaat te
beschadigen.
Mocht de afdekking zijn beschadigd
of verwijderd, let dan op!
U mag niet met optische instrumen-
ten zoals een loep in de verlichting
kijken.
...debodem van de koelzone nat
is?
De afvoeropening voor het dooiwater is
verstopt.
^Reinig het gootje en de afvoerope-
ning voor het dooiwater.
Kunt u een storing ook met boven-
genoemde tips niet verhelpen, neem
dan contact op met de afdeling
Klantcontacten van Miele Nederland
B.V.
Open als het mogelijk is de deuren
niet vóórdat de storing is verholpen.
Op deze manier houdt u het koude-
verlies zo gering mogelijk.
Nuttige tips
45


Specyfikacje produktu

Marka: Miele
Kategoria: lodówka
Model: KFN 9758 IDKFN 9758 iD

Potrzebujesz pomocy?

Jeśli potrzebujesz pomocy z Miele KFN 9758 IDKFN 9758 iD, zadaj pytanie poniżej, a inni użytkownicy Ci odpowiedzą




Instrukcje lodówka Miele

Miele

Miele KFN 4777 CD Instrukcja

13 Stycznia 2025
Miele

Miele K 7126 E Instrukcja

23 Grudnia 2024
Miele

Miele K 7327 D Instrukcja

23 Grudnia 2024
Miele

Miele K 7315 E Instrukcja

23 Grudnia 2024
Miele

Miele K 7116 E Instrukcja

23 Grudnia 2024
Miele

Miele KFN 4395 CD Instrukcja

10 Października 2024
Miele

Miele K 128 I Instrukcja

8 Października 2024
Miele

Miele KFN 29132 edt/cs Instrukcja

8 Października 2024

Instrukcje lodówka

Najnowsze instrukcje dla lodówka