Instrukcja obsługi Liebherr CBNd 5223

Liebherr lodówka CBNd 5223

Przeczytaj poniżej 📖 instrukcję obsługi w języku polskim dla Liebherr CBNd 5223 (26 stron) w kategorii lodówka. Ta instrukcja była pomocna dla 7 osób i została oceniona przez 2 użytkowników na średnio 4.5 gwiazdek

Strona 1/26
Gebruikshandleiding
Quality, Design and Innovation
home.liebherr.com/fridge-manuals
Inhoudsopgave
1 Het apparaat in vogelvlucht.................................. 3
1.1 Leveringsomvang......................................................... 3
1.2 Apparaten- en uitrustingsoverzicht.......................... 3
1.3 Toepassingsgebied van het apparaat....................... 3
1.4 Conformiteit.................................................................. 4
1.5 EPREL-database........................................................... 4
2 Algemene veiligheidsvoorschriften...................... 4
3 In gebruik nemen................................................... 5
3.1 Apparaat inschakelen.................................................. 5
3.2 Uitrusting aanbrengen................................................ 6
4 Levensmiddelenbeheer......................................... 6
4.1 Levensmiddelen opslaan............................................ 6
4.2 Opslagtijden.................................................................. 7
5 Energie sparen....................................................... 8
6 Bediening............................................................... 8
6.1 Bedienings- en weergave-elementen....................... 8
6.1.1 Status-weergave........................................................ 8
6.1.2 Navigatie...................................................................... 8
6.1.3 Bedieningsstructuur...................................................9
6.1.4 Symbolen......................................................................9
6.2 Bedieningslogica.......................................................... 9
6.2.1 Functie activeren / deactiveren...............................9
6.2.2 Functiewaarde selecteren.........................................9
6.2.3 Instelling activeren / deactiveren..........................10
6.2.4 Instellingswaarde selecteren................................. 10
6.2.5 Klantenmenu oproepen............................................10
6.3 Functies......................................................................... 10
Temperatuur...............................................................10
SuperCool................................................................... 11
SuperFrost................................................................. 11
PartyMode...................................................................11
HolidayMode...............................................................11
E-Saver........................................................................ 11
6.4 Instellingen................................................................... 12
WLAN-verbinding tot stand brengen*................... 12
Invoerblokkering........................................................12
Helderheid display.................................................... 12
Deuralarm...................................................................13
Temperatuureenheid.................................................13
Info...............................................................................13
SabbathMode.............................................................13
CleaningMode............................................................ 13
6.4.9 Instelling kiezen........................................................ 14
D-Value....................................................................... 14
herinnering................................................................. 14
Resetten..................................................................... 14
Apparaat uitschakelen............................................. 14
6.5 Foutmeldingen.............................................................. 14
6.5.1 Waarschuwingen...................................................... 14
6.5.2 DemoMode................................................................. 15
7 Uitrusting.............................................................. 15
7.1 Deurafsteller................................................................. 15
7.2 Draagplateaus.............................................................. 15
7.3 Deelbaar draagplateau............................................... 15
7.4 Variabele flessenplank................................................ 16
7.5 Schuifladen................................................................... 16
7.6 Deksel Fruit & Vegetable-Safe................................... 17
7.7 Vochtregeling................................................................ 17
7.9 VarioSpace.................................................................... 18
7.10 Accessoires................................................................... 19
8 Onderhoud............................................................. 19
8.1 FreshAir-actiefkoolfilter.............................................. 19
8.2 Apparaat ontdooien..................................................... 19
8.3 Apparaat reinigen......................................................... 19
9 Klantenhulp........................................................... 21
9.1 Technische gegevens.................................................. 21
9.2 Bedrijfsgeluiden........................................................... 22
9.3 Technische storing....................................................... 22
9.4 Klantenservice.............................................................. 23
9.5 Typeplaatje.................................................................... 23
10 Buiten bedrijf stellen............................................ 24
11 Afvalverwijdering.................................................. 24
11.1 Apparaat op afvoer voorbereiden.............................. 24
11.2 Apparaat volgens milieuvoorschriften afvoeren.... 24
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling
van alle typen en modellen. Daarom vragen wij uw begrip
dat wij ons het recht voorbehouden veranderingen in vorm,
inrichting en technologie aan te brengen.
Symbool Uitleg
Gebruiksaanwijzing lezen
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te
leren kennen, moet u de instructies in deze
gebruiksaanwijzing aandachtig doorlezen.
Volledige gebruiksaanwijzing op internet
U vindt de uitvoerige gebruiksaanwijzing op
internet via de QR-code aan de voorkant van
de gebruiksaanwijzing, op door het service‐
nummer in te voeren op home.liebherr.com/
fridge-manuals.
Het servicenummer vindt u op het typeplaatje:
Fig. Voorbeeld
Apparaat controleren
Controleer alle onderdelen op transportschade.
Neem bij op- of aanmerkingen contact op met
de distributeur of de klantenservice.
2 * afhankelijk van model en uitvoering
Symbool Uitleg
Afwijkingen
De gebruiksaanwijzing geldt voor verschillende
modellen, afwijkingen zijn mogelijk. Secties die
alleen van toepassing zijn op bepaalde appa‐
raten worden met een sterretje (*) aangeduid.
Instructies voor actie en resultaten van de
actie
Instructies voor actie worden aangeduid met
een .
De resultaten van de actie worden aangeduid
met een .
Video s
Videos over de apparaten vindt u op het
YouTube-kanaal van Liebherr-Hausgeräte.
Deze gebruiksaanwijzing geldt voor:
CBN (sf)(pc)(bb) (e)(d)(c) 52..57..(i)
CBNdmy 5723 II3
Aanwijzing
Als uw apparaat een N in de apparaataanduiding bevat, is
het een NoFrost-apparaat.
1 Het apparaat in vogelvlucht
1.1 Leveringsomvang
Controleer alle onderdelen op transportschade. Neem bij op-
of aanmerkingen contact op met de handelaar of de klan‐
tenservice (zie 9.4 Klantenservice) .
De levering bestaat uit de volgende onderdelen:
-Rechtopstaand apparaat
-Uitrusting (afhankelijk van het model)
-Montagemateriaal (afhankelijk van het model)
-„Quick Start Guide”
-„Installation Guide”
-Servicebrochure
1.2 Apparaten- en uitrustingsoverzicht
Fig. 1 Voorbeeldweergave
Temperatuurbereik
(A) Koelgedeelte Vriesgedeelte(C)
(B) BioFresh Koudste zone(D)
Uitrusting
(1) Transportdraaggreep Meat & Dairy-Safe*(10)
(2) (11)Bedieningselementen Afvoeropening
(3) Ventilator met Fres‐
hAir-actievekoolfilters
(12) Vrieslade
(4) (13)Droge achterwand Typeplaatje
(5) (14)Deelbaar draagplateau EasyTwist-Ice*
(6) (15)Draagplateaus Conservenrek
(7) Variabele flessenplank Flessenrek(16)
(8) Deksel Fruit & Vege‐
table-Safe
(17) Flessenhouder
(9) Fruit & Vegetable-Safe Stelvoeten voorzijde(18)
Aanwijzing
uDraagplateaus, laden of manden zijn in de leveringstoe‐
stand geplaatst voor een optimale energie-effici ntie.ë
Veranderingen in de opstelling binnen de gegeven
inschuifmogelijkheden van bijv. draagplateaus in het
koelgedeelte, hebben echter geen effect op het energie‐
verbruik.
1.3 Toepassingsgebied van het apparaat
Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het
koelen van levensmiddelen voor huishoude‐
lijke of soortgelijke doeleinden. Hieronder valt
bijv. het gebruik
-in priv keukens, ontbijtgelegenheden,é
-door gasten in landhuizen, hotels, motels
en andere accommodaties,
-bij catering en vergelijkbare service in de
groothandel.
Het apparaat in vogelvlucht
* afhankelijk van model en uitvoering 3
Het apparaat is niet bestemd voor gebruik als
inbouwapparaat.
Alle andere toepassingen zijn niet toege‐
staan.
Voorzienbaar verkeerd gebruik
De volgende toepassingen zijn uitdrukkelijk
verboden:
-Opslag en koeling van medicijnen, bloed‐
plasma, laboratoriumpreparaten of verge‐
lijkbare, overeenkomstig de Europese
richtlijn 2007/47/EG medische hulpmid‐
delen, ten grondslag liggende stoffen en
producten
-Gebruik in explosiegevaarlijke gebieden
Verkeerd gebruik van het apparaat kan tot
beschadigingen van de opgeslagen goederen
of het bederf hiervan leiden.
Klimaatklassen
Het apparaat kan afhankelijk van de klimaat‐
klasse, bij begrensde omgevingstempera‐
turen, worden gebruikt. De voor uw apparaat
betreffende klimaatklasse staat op het type‐
plaatje vermeld.
Aanwijzing
uOm een probleemloze werking te waar
borgen, moet de aangegeven omgevings‐
temperatuur worden aangehouden.
Klimaatklasse voor omgevingstemperaturen van
SN 10 °C t/m 32 °C
N 16 °C t/m 32 °C
ST 16 °C t/m 38 °C
T 16 °C t/m 43 °C
1.4 Conformiteit
De koudemiddelkringloop is op dichtheid gecontroleerd. Het
apparaat voldoet aan de toepasbare veiligheidsbepalingen
en de richtlijnen 2014/35/EU, 2014/30/EU, 2009/125/EG,
2011/65/EU, 2010/30/EU en 2014/53/EU.
De volledige tekst van de EU-conformiteitsverkla‐
ring is beschikbaar op het volgende internetadres:
www.Liebherr.com
De BioFresh-lade voldoet aan de eisen van een koelvak
conform DIN EN 62552:2020.
1.5 EPREL-database
Vanaf 1 maart 2021 zijn informatie over etikettering inzake
energieverbruik en vereisten inzake ecologisch ontwerp
te vinden in de Europese productdatabase (EPREL). U
krijgt toegang tot de productdatabase via de link https://
eprel.ec.europa.eu/. Hier wordt u gevraagd de modelidenti
ficatie in te voeren. De modelidentificatie vindt u op het
typeplaatje.
2 Algemene veiligheidsvoor
schriften
Bewaar deze handleiding zorgvuldig, zodat u
hem te allen tijde kunt raadplegen.
Als u het apparaat doorgeeft, geef dan ook de
handleiding door aan de volgende eigenaar.
Om het apparaat goed en veilig te kunnen
gebruiken, moet u deze handleiding v róó
gebruik aandachtig doorlezen. Volg altijd
de instructies, veiligheidsvoorschriften en
waarschuwingen die hierin zijn opgenomen.
Deze zijn belangrijk om het apparaat veilig
en probleemloos te kunnen installeren en
gebruiken.
Gevaren voor de gebruiker:
-Dit apparaat kan door kinderen alsmede
door personen met verminderde psychi‐
sche, sensorische of mentale bekwaam‐
heden of een gebrek aan ervaring en
kennis worden gebruikt onder toezicht
van een derde of met betrekking tot het
veilige gebruik van het apparaat zijn onder
wezen en de gevaren kennen en begrijpen.
Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. De reiniging en het onderhoud mag
niet door kinderen zonder toezicht worden
uitgevoerd. Kinderen van 3-8 jaar mogen
het apparaat inladen en uitladen. Kinderen
jonger dan 3 jaar dienen uit de buurt van
het apparaat te worden gehouden, als het
apparaat niet continu onder toezicht staat.
-De contactdoos moet eenvoudig toeganke‐
lijk zijn, zodat het apparaat in noodgevallen
snel van de stroomvoorziening kan worden
losgekoppeld. Deze moet zich buiten de
achterkant van het apparaat bevinden.
-Als u het stroomsnoer van het apparaat uit
het stopcontact trekt, altijd bij de stekker
nemen. Niet aan het snoer trekken.
-Trek, in geval van een storing, de stekker uit
het stopcontact of schakel de beveiliging
uit.
-Beschadig het netsnoer niet. Gebruik het
apparaat niet wanneer het netsnoer defect
is.
-Reparaties en ingrepen aan het apparaat
alleen door de klantenservice of ander hier
voor opgeleid vakpersoneel laten uitvoeren.
-Het apparaat alleen conform de beschrij‐
ving in de handleiding monteren, aansluiten
en afvoeren.
Brandgevaar:
-Het gebruikte koelmiddel (gegevens op
het typeplaatje) is milieuvriendelijk maar
Algemene veiligheidsvoorschriften
4 * afhankelijk van model en uitvoering
brandbaar. Koelmiddel dat ontsnapt kan
ontbranden.
Pijpleidingen van het koelcircuit niet
beschadigen.
Vermijd het hanteren van ontstekings‐
bronnen in de binnenkant van het appa‐
raat.
Binnen het apparaat geen elektrische
toestellen gebruiken (bijv. stoomreini
gers, verwarmingen, ijsmakers, enz.).
Als koudemiddel weglekt: Open vuur
of ontstekingsbronnen vlakbij het lek
verwijderen. Vertrek goed ventileren.
Informeer de klantendienst.
-Geen explosieve stoffen of spuitbussen
met brandbare drijfgassen, zoals b.v.
butaan, propaan, pentaan enz. in het
apparaat bewaren. Zulke spuitbussen zijn
herkenbaar aan de op de verpakking
vermelde inhoudsstoffen of een vlammen‐
symbool. Eventueel ontsnappende gassen
kunnen door elektrische componenten vlam
vatten.
-Brandende kaarsen, lampen en andere
voorwerpen met open vuur uit de buurt van
het apparaat houden, zodat ze het apparaat
niet in brand kunnen steken.
-Alkoholische dranken of andere verpak
kingen die alcohol bevatten, mogen uitslui‐
tend goed afgesloten worden bewaard.
Eventueel uittredende alcohol kan door
elektrische componenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
-Plint, laden, deuren enz. niet als voeten‐
steun of om te leunen misbruiken. Dit geldt
in het bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
-Te lang opgeslagen levensmiddelen niet
meer nuttigen.
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid en
pijn:
-Vermijd permanent contact van de huid met
koude oppervlakken of gekoelde/bevroren
producten of tref beschermende maatre‐
gelen, gebruik bijvoorbeeld handschoenen.
Gevaar voor verwonding en beschadiging:
-Hete stoom kan letsel tot gevolg hebben.
Voor het ontdooien geen elektrische
kacheltjes of stoomreinigers, open vuur of
ontdooispray gebruiken.
-IJs niet met scherpe voorwerpen verwij‐
deren.
Knelgevaar:
-Bij het openen en sluiten van de deur niet
in het scharnier grijpen. De vingers kunnen
ingeklemd raken.
Symbolen op het apparaat:
Het symbool kan zich op de compressor
bevinden. Het heeft betrekking op de olie
in de compressor en wijst op het volgende
gevaar: Kan bij het inslikken en indringen
in de luchtwegen dodelijk zijn. Deze aanwij
zing is alleen voor het recyclingproces van
belang. In de normale modus bestaat er
geen gevaar.
Het symbool bevindt zich op de compressor
en wijst op het gevaar van ontvlambare
stoffen. De sticker niet verwijderen.
Deze of een vergelijkbare sticker kan
op de achterkant van het apparaat zijn
aangebracht. Deze heeft betrekking op de
schuimpanelen in de deur en/of de behui‐
zing. Deze aanwijzing is alleen voor het
recyclingproces van belang. De sticker niet
verwijderen.
Neem de specifieke waarschuwingen en de
andere specifieke instructies in de andere
hoofdstukken in acht:
GEVAAR duidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel
tot gevolg kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
WAAR‐
SCHUWING
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die de dood of ernstig lichame‐
lijk letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
VOORZICHTI
G
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die licht of middelzwaar lichame‐
lijk letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
LET OP duidt een gevaarlijke situatie aan,
die materi le schade tot gevolgë
kan hebben wanneer dit gevaar
niet vermeden wordt.
Aanwijzing duidt op nuttige informatie en tips.
3 In gebruik nemen
3.1 Apparaat inschakelen
Zorg ervoor dat aan de volgende eisen zijn voldaan:
qHet apparaat is overeenkomstig de montagehandleiding
geplaatst en aangesloten.
qAlle bevestigingsstrips, plak- en beschermfolie en de
transportbeveiligingen in en op het apparaat zijn verwij
derd.
qAlle reclame-inserts zijn uit de laden verwijderd.
In gebruik nemen
* afhankelijk van model en uitvoering 5
Fig. 2
uApparaat via de gebruikersinterface naast het display
inschakelen.
wStatusweergave verschijnt.
Apparaat start in DemoMode:
Als het apparaat in DemoMode start, kunt u de DemoMode
binnen de volgende 5 minuten deactiveren.
Fig. 3
uBevestiging naast het display 3 seconden lang indrukken.
wDemoMode is gedeactiveerd.
Aanwijzing
De fabrikant adviseert:
uLevensmiddelen plaatsen: ca. 6 uur wachten tot de inge
stelde temperatuur is bereikt.
uDiepvriesproducten bij -18 °C of kouder in de diepvriezer
leggen.
3.2 Uitrusting aanbrengen
uBijgevoegde uitrusting aanbrengen om het apparaat opti
maal te gebruiken.
uSmartDevice-box verkrijgen en gebruiken (zie smartde‐
vice.liebherr.com).*
uSmartDevice-app installeren (zie
apps.home.liebherr.com).
Aanwijzing
Accessoires zijn verkrijgbaar in de winkel voor huishoude‐
lijke apparaten van Liebherr (home.liebherr.com).
4 Levensmiddelenbeheer
4.1 Levensmiddelen opslaan
WAARSCHUWING
Brandgevaar
uGeen elektrische apparaten in het levensmiddelenge‐
deelte van het apparaat gebruiken, wanneer deze daar
voor niet door de fabrikant zijn aanbevolen.
Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en het koelvermogen neemt af als
de ontluchting niet toereikende is.
uHoud de luchtopening altijd vrij.
Bij de opslag van levensmiddelen ervoor zorgen dat:
qVentilatieopeningen aan de achterkant vrij zijn.
qLevensmiddelen goed zijn verpakt.
qLevensmiddelen, die gemakkelijk een geur of smaak
aannemen of afgeven, zitten in gesloten reservoirs of zijn
afgedekt.
qRauw vlees of vis bevindt zich in schonen, afgesloten
bakjes, zodat deze geen contact met andere levensmid
delen kunnen maken of op ander voedsel kunnen druipen.
qVloeistoffen bevinden zich in gesloten bakjes.
qLevensmiddelen zijn op afstand opgeslagen, zodat de
lucht goed kan circuleren.
Aanwijzing
Het niet opvolgen van deze gegevens kan tot bederf van
levensmiddelen leiden.
4.1.1 Koelgedeelte
Door de natuurlijke luchtcirculatie zijn er verschillende
temperatuurzones.
Levensmiddelen ordenen:
uIn het bovenste bereik en in de deur: Boter en kas,
conserven en tubes.
uIn de koudste zone : Licht bederfelijke levensmid‐ Fig. 1 (D)
delen zoals klaargemaakte maaltijden.
4.1.2 BioFresh
De BioFresh zorgt ervoor dat sommige verse levensmiddelen
langer bewaard kunnen worden dan bij traditioneel koelen.
Bij levensmiddelen met gegevens over de minimale houd‐
baarheid geldt altijd de op de verpakking aangegeven
datum.
Zakken de temperaturen onder de 0 °C, kunnen levensmid‐
delen vastvriezen.
Aanwijzing
Groente zoals augurken, aubergines, courgettes en zuid
vruchten die gevoelig zijn voor kou, moeten in het koelge‐
deelte worden bewaard.
Fruit & Vegetable-Safe
Hier kunt u een heerlijk vers klimaat instellen, wanneer de
deksel dicht is. Een vochtig klimaat is geschikt voor de
opslag van niet-ingepakte levensmiddelen met een hoog
eigen vochtgehalte (bijv. salade, groente en fruit).
De luchtvochtigheid in de lade is afhankelijk van het in de
lade geplaatste koelgoed alsmede van de frequentie van het
openen en sluiten van de lade. U kunt de luchtvochtigheid
regelen.
Levensmiddelen ordenen:
uNiet-ingepakt fruit en groente plaatsen.
uTe hoge vochtigheid: Luchtvochtigheid regelen
(zie 7.7 Vochtregeling) .
Meat & Dairy-Safe
Hier wordt een relatief droog klimaat ingesteld. Een droog
klimaat is geschikt voor droge of ingepakte levensmiddelen
(bijv. zuivelproducten, vlees, vis, worst).
Levensmiddelen ordenen:
uDroge of ingepakte levensmiddelen plaatsen.
Levensmiddelenbeheer
6 * afhankelijk van model en uitvoering
4.1.3 Vriesgedeelte
Hier kan bij -18 °C een droog, koud opslagklimaat worden
ingesteld. Een koud klimaat is geschikt voor de opslag van
diepvriesproducten voor meerdere maanden, voor de berei‐
ding van ijsblokjes of voor het invriezen van verse levens‐
middelen.
Levensmiddelen invriezen
U kunt maximaal zoveel kilogram aan verse levensmiddelen
invriezen binnen 24 uur, zoals aangegeven op het type‐
plaatje (zie 9.5 Typeplaatje) onder "vriescapaciteit ... kg/
24u".
Om ervoor te zorgen dat de levensmiddelen door en door
ingevroren worden, dient u de volgende hoeveelheden per
verpakking in acht te nemen:
-Groente, fruit tot 1 kg
-Vlees tot 2,5 kg
Vóór het invriezen ervoor zorgen dat:
qSuperFrost is geactiveerd (zie 6.3 Functies) als de invries‐
hoeveelheid groter is dan ca. 2 kg.
qBij kleine invrieshoeveelheid: moet SuperFrost ca. 6 uur
vooraf worden geactiveerd.
qBij maximale invrieshoeveelheid: moet SuperFrost ca. 24
uur vooraf worden geactiveerd.
Levensmiddelen ordenen:
VOORZICHTIG
Verwondingsgevaar door glasscherven!
Flessen en blikken met drank kunnen bij bevriezen openbar‐
sten. Dit geldt met name voor koolzuurhoudende dranken.
uFlessen en blikken met drank alleen invriezen met de
BottleTimer-functie.
Bij kleine invrieshoeveelheid:
uVerpakte levensmiddelen in de bovenste lade leggen.
uIndien mogelijk, levensmiddelen achter in de lade tegen
de achterzijde leggen.
Bij maximale invrieshoeveelheid:
uVerpakte levensmiddelen over alle lades verdelen, maar
geen levensmiddelen in de onderste lade leggen.
uIndien mogelijk, levensmiddelen achter in de lade tegen
de achterzijde leggen.
Bij maximale invrieshoeveelheid:
uNadat SuperFrost automatisch is gedeactiveerd, levens‐
middelen in de lade leggen.
Levensmiddelen ontdooien
- in de koelruimte
- in de magnetron
- In de oven/heteluchtoven
- Bij kamertemperatuur
WAARSCHUWING
Gevaar voor voedselvergiftiging!
uOntdooide levensmiddelen nooit weer terug invriezen.
uSlechts zoveel levensmiddelen eruit halen als nodig is.
uOntdooide levensmiddelen zo snel mogelijk verwerken.
4.2 Opslagtijden
De aangegeven opslagtijden zijn richtwaarden.
Bij levensmiddelen met gegevens over de minimale houd‐
baarheid geldt altijd de op de verpakking aangegeven
datum.
4.2.1 Koelgedeelte
De minimale houdbaarheidsdatum op de verpakking is van
toepassing.
4.2.2 BioFresh
Aanwijzing
De richtwaarden kunt u ook via de BioFresh-
app oproepen https://home.liebherr.com/de/deu/service/
apps/landingpage-apps-emea.html .
Richtwaarden voor de opslagduur in Meat & Dairy-Safe
boter bij 1 °C tot 90 dagen
harde kaas bij 1 °C tot 110 dagen
melk bij 1 °C tot 12 dagen
worst, beleg bij 1 °C tot 8 dagen
gevogelte bij 1 °C tot 6 dagen
varkensvlees bij 1 °C tot 6 dagen
rundvlees bij 1 °C tot 6 dagen
wild bij 1 °C tot 6 dagen
Aanwijzing
uLet op: eiwitrijkere levensmiddelen bederven sneller.
d.w.z. schaaldieren bederven sneller dan vis en vis sneller
dan vlees.
Richtwaarden voor de opslagduur in Fruit & Vegetable-
Safe
groenten, salade
artisjokken bij 1 °C tot 14 dagen
selderij bij 1 °C tot 28 dagen
bloemkool bij 1 °C tot 21 dagen
Broccoli bij 1 °C tot 13 dagen
chicor e bij 1 °C tot 27 dagené
veldsla bij 1 °C tot 19 dagen
erwten bij 1 °C tot 14 dagen
boerenkool bij 1 °C tot 14 dagen
wortels bij 1 °C tot 80 dagen
knoflook bij 1 °C tot 160 dagen
koolrabi bij 1 °C tot 14 dagen
kropsla bij 1 °C tot 13 dagen
kruiden bij 1 °C tot 13 dagen
prei bij 1 °C tot 29 dagen
champignons bij 1 °C tot 7 dagen
radijsjes bij 1 °C tot 10 dagen
spruitjes bij 1 °C tot 20 dagen
asperge bij 1 °C tot 18 dagen
spinazie bij 1 °C tot 13 dagen
savooiekool bij 1 °C tot 20 dagen
Fruit
abrikozen bij 1 °C tot 13 dagen
appels bij 1 °C tot 80 dagen
Levensmiddelenbeheer
* afhankelijk van model en uitvoering 7
Richtwaarden voor de opslagduur in Fruit & Vegetable-
Safe
peren bij 1 °C tot 55 dagen
braambessen bij 1 °C tot 3 dagen
dadels bij 1 °C tot 180 dagen
aardbeien bij 1 °C tot 7 dagen
vijgen bij 1 °C tot 7 dagen
blauwe bosbessen bij 1 °C tot 9 dagen
frambozen bij 1 °C tot 3 dagen
rode bessen bij 1 °C tot 7 dagen
kersen, zoet bij 1 °C tot 14 dagen
kiwi bij 1 °C tot 80 dagen
perziken bij 1 °C tot 13 dagen
pruimen bij 1 °C tot 20 dagen
vossenbessen bij 1 °C tot 60 dagen
rabarber bij 1 °C tot 13 dagen
kruisbessen bij 1 °C tot 13 dagen
druiven bij 1 °C tot 29 dagen
4.2.3 Vriesgedeelte
Richtwaarden voor de opslagduur van verschillende
levensmiddelen
IJs bij -18 °C 2 tot 6 maanden
Worst, ham bij -18 °C 2 tot 3 maanden
Brood, bakkerijpro‐
ducten
bij -18 °C 2 tot 6 maanden
Wild, varken bij -18 °C 6 tot 9 maanden
Vis, vet bij -18 °C 2 tot 6 maanden
Vis, mager bij -18 °C 6 tot 8 maanden
Kaas bij -18 °C 2 tot 6 maanden
Gevogelte, rundvlees bij -18 °C 6 tot 12 maanden
Groente, fruit bij -18 °C 6 tot 12 maanden
5 Energie sparen
-Let altijd op de be- en ontluchting. Dek de ventilatieope‐
ningen resp. -roosters niet af.
-Houd de ventilatieluchtopeningen altijd vrij.
-Plaats het apparaat niet naast een fornuis, verwarming
of dergelijke en stel het apparaat niet bloot aan direct
zonlicht.
-Het energieverbruik is afhankelijk van de plaatsings‐
omstandigheden zoals bijv. de omgevingstemperatuur
(zie 1.3 Toepassingsgebied van het apparaat) . Bij een
warmere omgevingstemperatuur kan het energieverbruik
toenemen.
-Open het apparaat, indien mogelijk zo kort mogelijk.
-Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, hoe hoger het
energieverbruik.
-Levensmiddelen gesorteerd rangschikken:
home.liebherr.com/food.
-Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt bewaren.
Condensvorming wordt voorkomen.
-Levensmiddelen zolang als nodig eruit halen, zodat ze
niet te warm worden.
-Warme gerechten plaatsen: eerst tot op kamertempera
tuur laten afkoelen.
-Diepvriesproducten in de koelruimte ontdooien.
-Bij langere vakantieperioden de HolidayMode gebruiken
(zie HolidayMode) gebruiken.
6 Bediening
6.1 Bedienings- en weergave-elementen
Het display maakt via de temperatuurinstelling en de
toestand van functies en instellingen een snel overzicht
mogelijk. De bediening van de functies en instellingen vindt
plaats door activering / deactivering of door het kiezen van
een waarde.
6.1.1 Status-weergave
Fig. 4
(1) Temperatuurweergave
van het koelgedeelte
(2) Temperatuurweergave
van het vriesgedeelte
De Status-weergave toont de ingestelde temperatuur en
staat in de beginweergave. Van hieruit vindt de navigatie
naar de functies en instellingen plaats.
6.1.2 Navigatie
Toegang tot de afzonderlijke functies heeft u door de
navigatie in het menu. Na bevestiging van een functie of
instelling klinkt een signaaltoon. Als na 10 seconden geen
selectie wordt uitgevoerd, wisselt de weergave naar de
Status-weergave.
De bediening van het apparaat wordt uitgevoerd via de
toetsen naast de weergave:
Fig. 5
(1) Navigatiepijl links /
rechts
(2) Bevestigen
Navigatiepijl links / rechts : Fig. 5 (1)
-In het menu navigeren. Na de laatste menupagina wordt
weer de eerste weergegeven.
Bevestigen : Fig. 5 (2)
-Een functie activeren / deactiveren.
-Een submenu openen.
-Een selectie bevestigen. Na de bevestiging wisselt de
weergave terug naar het menu.
Terug naar de Status-weergave: op de snelste manier:
-Deur sluiten en openen.
-of 10 seconden wachten. De weergave wisselt naar de
Status-weergave.
Energie sparen
8 * afhankelijk van model en uitvoering
6.1.3 Bedieningsstructuur
De bedieningsstructuur wordt aan de hand van een patroon
uitgelegd. Afhankelijk van de functie of instelling wijzigt de
weergave.
Menu zonder submenu
Fig. 6
(1) Status gedeactiveerd /
Status geactiveerd
witte balk in het
bovenste bereik
(3) Menu: Functienaam of
menu: Instelnaam
(2) Symbool of geacti‐
veerde waarde
Menu met submenu
Fig. 7
(1) Menu: Functienaam of
menu: Instelnaam
(3) Symbool of geactiveerde
waarde
(2) (4)Status Submenu: Functienaam
of Submenu: Instelnaam
(2) gedeactiveerd / geac‐
tiveerd
De volgende navigatie is mogelijk:
-Met de navigatiepijl links / rechts navigeren. Fig. 5 (1)
-Met bevestigen Fig. 5 (2) Fig. 7 (4) het submenu oproepen.
Met de navigatiepijl links / rechts navigeren. Fig. 5 (1)
Nieuwe waarde instellen: Met bevestigen een Fig. 5 (2)
gedeactiveerde waarde selecteren. Fig. 6 (1)
Terug naar het menu: Met bevestigen Fig. 5 (2) de al
geactiveerde waarde selecteren. Fig. 6 (2)
6.1.4 Symbolen
De symbolen geven informatie over de actuele staat van het
apparaat.
Symbool Toestand van het apparaat
Stand-by
Apparaat of temperatuurzone is
uitgeschakeld.
Symbool Toestand van het apparaat
Knipperend cijfer
Apparaat werkt. Temperatuur
pulseert tot de ingestelde waarde
is bereikt.
Knipperend symbool
Apparaat werkt. Instelling wordt
uitgevoerd.
Balk wordt opgebouwd
Functie wordt geactiveerd.
6.2 Bedieningslogica
6.2.1 Functie activeren / deactiveren
De volgende functies kunnen geactiveerd / gedeactiveerd
worden:
Symbool Functie
SuperCoolx
SuperFrostx
PartyModex
HolidayMode
E-Saver
x Wanneer functie actief is, werkt het apparaat met een
hogere capaciteit. Daardoor kunnen werkingsgeluiden van
het apparaat tijdelijk luider klinken en het energieverbruik
toenemen.
uDruk zo vaak op de tot de wordtnavigatiepijlen Fig. 5 (1)
weergegeven.
uBevestigen indrukken. Fig. 5 (2)
wEr klinkt een bevestigingstoon.
wStatus wordt in het menu weergegeven.
wFunctie is geactiveerd / gedeactiveerd.
6.2.2 Functiewaarde selecteren
Bij de volgende functies kan een waarde in het submenu
worden ingesteld:
Symbool Functie
Koelen:
De temperatuur instellen
Temperatuurzone uit- / inschakelen
Invriezen:
De temperatuur instellen
Apparaat in-/uitschakelen
uNavigatiepijl Fig. 5 (1) indrukken tot de gewenste functie
wordt weergegeven.
uBevestigen indrukken. Fig. 5 (2)
uMet navigatiepijlen instellingswaarde selecteren. Fig. 5 (1)
De temperatuur instellen
uBevestigen indrukken. Fig. 5 (2)
wEr klinkt een bevestigingstoon.
Bediening
* afhankelijk van model en uitvoering 9
wStatus: geactiveerd wordt kort op het Fig. 6 (1) submenu
Fig. 7 (4) weergegeven.
wDisplay keert terug naar het menu.
Temperatuurzone in-/uitschakelen
uBevestigen 3 seconden lang indrukken.
wEr klinkt een bevestigingstoon.
wHet display keert terug naar de statusweergave.
6.2.3 Instelling activeren / deactiveren
De volgende instellingen kunnen geactiveerd / gedeacti‐
veerd worden:
Symbool Instelling
WiFi1
Invoerblokkering2
SabbathMode2
Cleaning Mode2
Herinneringen1
Terugzetten2
Uitschakelen 2
uNavigatiepijl Fig. 5 (1) indrukken tot Instellingen wordt
weergegeven.
uBevestigen indrukken. Fig. 5 (2)
uNavigatiepijl Fig. 5 (1) indrukken tot de gewenste instel
ling wordt weergegeven.
1 Instelling activeren (shortpress)
uBevestigen indrukken. Fig. 5 (2)
wEr klinkt een bevestigingstoon.
wStatus wordt in het menu weergegeven.
wInstelling is geactiveerd/gedeactiveerd.
2 Instelling activeren (longpress)
uBevestigen 3 seconden lang indrukken. Fig. 5 (2)
wEr klinkt een bevestigingstoon.
wStatus wordt in het menu weergegeven.
wDisplay wordt gewijzigd.
6.2.4 Instellingswaarde selecteren
Bij de volgende instellingen kan een waarde in het submenu
worden ingesteld:
Symbool Instellingen
Helderheid
Deuralarm
Temp.eenheid
uNavigatiepijl Fig. 5 (1) indrukken tot Instellingen wordt
weergegeven.
uBevestigen indrukken. Fig. 5 (2)
uNavigatiepijl Fig. 5 (1) indrukken tot de gewenste instel
ling wordt weergegeven.
uBevestigen indrukken. Fig. 5 (2)
uMet navigatiepijlen instellingswaarde selecteren. Fig. 5 (1)
uBevestigen indrukken. Fig. 5 (2)
wEr klinkt een bevestigingstoon.
wStatus wordt kort op het submenu weergegeven.
wDisplay keert terug naar het menu.
6.2.5 Klantenmenu oproepen
De volgende instellingen kunnen in het klantenmenu worden
opgeroepen:
Symbool Functie
D-Value 1
Software
uNavigatiepijlen Fig. 5 (1) indrukken tot Instellingen
verschijnt.
uBevestigen indrukken. Fig. 5 (2)
uHerhaaldelijk op de navigatiepijlen Fig. 5 (1) drukken
tot de informatie over het apparaat op het display
verschijnt.
uBevestigen indrukken. Fig. 5 (2)
uCijfercode 151 invoeren.
wHet klantmenu verschijnt.
uIn het klantenmenu drukt u herhaaldelijk op de navigatie‐
pijlen totdat de gewenste instelling verschijnt. Fig. 5 (1)
1 waarde kiezen
uBevestigen indrukken. Fig. 5 (2)
wEr klinkt een bevestigingstoon.
wStatus wordt kort op het display weergegeven.
wDisplay keert terug naar het menu.
2 Instelling activeren
uBevestigen 3 seconden lang indrukken. Fig. 5 (2)
wEr klinkt een bevestigingstoon.
wStatus wordt op het display weergegeven.
wSymbool knippert zolang het apparaat werkt.
6.3 Functies
Temperatuur
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
-de frequentie van het openen van de deur
-de duur van het openen van de deur
-de kamertemperatuur van de plaats van opstelling
-het type, temperatuur en hoeveelheid van het levens‐
middel
Temperatuurzone Aanbevolen instelling
Koelgedeelte 5 °C
Vriesgedeelte -18 °C
BioFresh
Bediening
10 * afhankelijk van model en uitvoering


Specyfikacje produktu

Marka: Liebherr
Kategoria: lodówka
Model: CBNd 5223

Potrzebujesz pomocy?

Jeśli potrzebujesz pomocy z Liebherr CBNd 5223, zadaj pytanie poniżej, a inni użytkownicy Ci odpowiedzą




Instrukcje lodówka Liebherr

Instrukcje lodówka

Najnowsze instrukcje dla lodówka