Instrukcja obsługi KTM 350 XCF-W (2016)

KTM Silnik 350 XCF-W (2016)

Przeczytaj poniżej 📖 instrukcję obsługi w języku polskim dla KTM 350 XCF-W (2016) (138 stron) w kategorii Silnik. Ta instrukcja była pomocna dla 8 osób i została oceniona przez 2 użytkowników na średnio 4.5 gwiazdek

Strona 1/138
BEDIENINGSHANDLEIDING 2016
350 EXC F EU
350 EXC F Six Days EU
350 EXC F AU
350 EXC F BR
350 XCF W US
350 XCF W Six Days US
Artikelnr. 3213336nl
BESTE KTM KLANT, 1
BESTE
BESTE
BESTE
BESTEBESTE KTM
KTM
KTM
KTMKTM KLANT,
KLANT,
KLANT,
KLANT,KLANT,
We feliciteren u met uw keuze voor een KTM motorfiets. U bent nu in het bezit van een moderne sportieve motorfiets en we zijn er
zeker van dat u er veel plezier mee zult beleven, mits u de motorfiets goed onderhoudt.
We wensen u veel rijplezier!
Vul hieronder de serienummers van uw voertuig in.
Framenummer ( pag. 12) Stempel dealer
Motornummer ( pag. 12)
Sleutelnummer (Alle EXCF modellen) ( pag. 12)
De bedieningshandleiding komt op het tijdstip dat deze ter perse gaat overeen met de nieuwste stand van het model. Kleine afwijkin-
gen die het resultaat zijn van een constructieve ontwikkeling van de motorfietsen kunnen echter niet worden uitgesloten.
Alle hier genoemde gegevens zijn vrijblijvend. KTM Sportmotorcycle GmbH houdt zich het recht voor technische gegevens, prijzen,
kleuren, vormen, materialen, dienst- en serviceverlening, constructies, uitrustingen en dergelijke zonder voorafgaande aankondiging en
zonder opgave van redenen te wijzigen resp. zonder vergoeding te annuleren, deze aan te passen aan de plaatselijke situatie of de pro-
ductie van een bepaald model zonder voorafgaande aankondiging te beëindigen. KTM is niet aansprakelijk voor leveringsmogelijkhe-
den, afwijkingen van afbeeldingen en beschrijvingen, drukfouten en vergissingen. De afgebeelde modellen zijn voor een deel voorzien
van speciale uitrustingen die niet standaard bij de leveringsomvang horen.
© 2015 KTM Sportmotorcycle GmbH, Mattighofen Oostenrijk
Alle rechten voorbehouden
Nadruk, ook gedeeltelijk, en vermenigvuldigingen van welke aard dan ook zijn uitsluitend toegestaan met toestemming van de auteur.
ISO 9001(12 100 6061)
KTM past processen voor kwaliteitsbewaking toe, zoals bedoeld in de internationale norm voor kwaliteitsmanagement
ISO 9001, die tot een zo hoog mogelijke productkwaliteit leiden.
Afgegeven door: TÜV Management Service
KTM Sportmotorcycle GmbH
5230 Mattighofen, Oostenrijk
INHOUDSOPGAVE 2
INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVEINHOUDSOPGAVE
1 SYMBOLEN EN FORMATERINGEN................................ 5
1.1 Gebruikte pictogrammen.................................... 5
1.2 Gebruikte formatering........................................ 5
2 VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN ....................................... 6
2.1 Gebruiksdefinitie - beoogd gebruik...................... 6
2.2 Veiligheidsaanwijzingen ..................................... 6
2.3 Gevarenniveau en pictogrammen ........................ 6
2.4 Waarschuwing voor manipulaties ........................ 7
2.5 Veilig gebruik ................................................... 7
2.6 Beschermende kleding ...................................... 7
2.7 Werkinstructies................................................. 7
2.8 Milieu .............................................................. 8
2.9 Bedieningshandleiding ...................................... 8
3 BELANGRIJKE AANWIJZINGEN .................................... 9
3.1 Garantie........................................................... 9
3.2 Verbruiksstoffen, hulpstoffen ............................. 9
3.3 Reserveonderdelen, toebehoren .......................... 9
3.4 Service ............................................................ 9
3.5 Afbeeldingen .................................................... 9
3.6 Klantenservice.................................................. 9
4 AFBEELDING VOERTUIG ............................................ 10
4.1 Afbeelding voertuig linksvoor (symbolische
weergave)....................................................... 10
4.2 Afbeelding voertuig rechtsachter (symbolische
weergave)....................................................... 11
5 SERIENUMMERS....................................................... 12
5.1 Framenummer ................................................ 12
5.2 Typeplaatje .................................................... 12
5.3 Sleutelnummer (Alle EXC F modellen) .............. 12
5.4 Motornummer................................................. 12
5.5 Artikelnummer voorvork ................................... 12
5.6 Artikelnummer schokdemper............................ 13
6 BEDIENINGSELEMENTEN.......................................... 14
6.1 Koppelingshendel ........................................... 14
6.2 Remhendel..................................................... 14
6.3 Gashendel ...................................................... 14
6.4 Stopknop (Alle EXC F modellen)....................... 14
6.5 Stopknop (Alle XCF-W-modellen) ...................... 14
6.6 Claxonknop (Alle EXC F modellen) .................... 15
6.7 Lichtschakelaar (Alle EXC F modellen) .............. 15
6.8 Lichtschakelaar (Alle XCF-W-modellen) ............. 15
6.9 Richtingaanwijzerschakelaar (Alle EXC F
modellen)....................................................... 15
6.10 Noodstopschakelaar (EXC F AU) ....................... 15
6.11 E-starterknop (EXC F EU/BR, XCF W,‑ ‑
Six Days)........................................................ 16
6.12 E-starterknop (EXC F AU) ................................ 16
6.13 Overzicht controlelampjes (Alle EXC F
modellen)....................................................... 16
6.14 Overzicht controlelampjes (Alle
XCF-W-modellen) ............................................ 16
6.15 Tankdop openen ............................................. 16
6.16 Tankdop sluiten .............................................. 17
6.17 Regelschroef stationair toerental....................... 17
6.18 Versnellingshendel .......................................... 18
6.19 Kickstarter ..................................................... 18
6.20 Rempedaal..................................................... 18
6.21 Zijstandaard ................................................... 18
6.22 Stuurslot (Alle EXC F modellen) ....................... 19
6.23 Stuur vergrendelen (Alle EXC F modellen) ......... 19
6.24 Stuur ontgrendelen (Alle EXC F modellen) ......... 19
7 TACHOMETER ........................................................... 20
7.1 Overzicht tachometer....................................... 20
7.2 activering en test ............................................ 20
7.3 Kilometer of mijl instellen................................ 20
7.4 Tachometerfuncties instellen ........................... 21
7.5 Tijd instellen .................................................. 21
7.6 Rondetijd opvragen ......................................... 21
7.7 Weergavemodus SPEED (snelheid) ................... 22
7.8 Weergavemodus SPEED/H (rij-uren).................. 22
7.9 Setupmenu .................................................... 23
7.10 Meeteenheid instellen ..................................... 23
7.11 Weergavemodus SPEED/CLK (tijd).................... 24
7.12 Tijd instellen .................................................. 24
7.13 Weergavemodus SPEED/LAP (rondetijd) ............ 24
7.14 Rondetijd opvragen ......................................... 25
7.15 Weergavemodus SPEED/ODO (odometer)........... 25
7.16 Weergavemodus SPEED/TR1 (tripmaster 1) ....... 25
7.17 Weergavemodus SPEED/TR2 (tripmaster 2) ....... 26
7.18 TR2 (Tripmaster 2) instellen ............................ 26
7.19 Weergavemodus SPEED/A1 (gemiddelde
snelheid 1)..................................................... 26
7.20 Weergavemodus SPEED/A2 (gemiddelde
snelheid 2)..................................................... 27
7.21 Weergavemodus SPEED/S1 (chronometer 1)...... 27
7.22 Weergavemodus SPEED/S2 (chronometer 2)...... 27
7.23 Functieoverzicht ............................................. 28
7.24 Overzicht voorwaarden voor activeerbaarheid...... 29
8 INBEDRIJFNAME....................................................... 30
8.1 Aanwijzingen voor eerste inbedrijfname............. 30
8.2 Motor inrijden................................................. 31
8.3 Voertuig voorbereiden op zwaardere
gebruiksomstandigheden ................................. 31
8.4 Voorbereidingen voor rijden op droog zand ......... 32
8.5 Voorbereidingen voor rijden op nat zand ............ 32
8.6 Voorbereidingen voor rijden op nat en modderig
circuit............................................................ 33
8.7 Voorbereidingen voor rijden bij hoge
temperatuur en langzaam rijden ....................... 33
8.8 Voorbereiden op rijden bij lage temperatuur of
sneeuw .......................................................... 33
9 RIJ-INSTRUCTIES...................................................... 34
9.1 Controle en onderhoud voor iedere
inbedrijfname ................................................. 34
9.2 Starten .......................................................... 34
9.3 Beginnen met rijden........................................ 35
9.4 Schakelen, rijden ............................................ 35
9.5 Afremmen ...................................................... 35
9.6 Stoppen, parkeren........................................... 36
9.7 Transport ....................................................... 36
9.8 Brandstof tanken ............................................ 37
10 SERVICESCHEMA ...................................................... 38
10.1 Serviceschema................................................ 38
10.2 Servicewerkzaamheden (als aanvullende
opdracht) ....................................................... 39
11 CHASSIS AFSTELLEN ................................................ 40
11.1 Basisinstelling chassis voor bestuurdersgewicht
controleren..................................................... 40
11.2 Ingaande demping schokdemper ...................... 40
11.3 Ingaande demping low speed voor
schokdemper instellen..................................... 40
11.4 Ingaande demping high speed voor
schokdemper instellen..................................... 41
11.5 Uitgaande demping schokdemper instellen........ 41
INHOUDSOPGAVE 3
11.6 Maat achterwiel zonder belasting bepalen ......... 42
11.7 Statische veerweg schokdemper controleren ...... 42
11.8 Dynamische veerweg schokdemper
controleren..................................................... 42
11.9 Veervoorspanning schokdemper instellen ....... 43
11.10 Dynamische veerweg instellen ...................... 43
11.11 Basisinstelling voorvork controleren .................. 44
11.12 Ingaande demping voorvork instellen ................ 44
11.13 Uitgaande demping voorvork instellen ............... 45
11.14 Veervoorspanning voorvork instellen
(EXC F EU/AU/BR, XCF W)............................... 46‑ ‑
11.15 Stuurpositie.................................................... 47
11.16 Stuurstand instellen .................................... 48
12 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS ........................ 50
12.1 Motorfiets met hefbok opkrikken ...................... 50
12.2 Motorfiets van hefbok nemen ........................... 50
12.3 Vorkpoten ontluchten ...................................... 50
12.4 Vuilschrapers vorkpoten reinigen ...................... 51
12.5 Voorvorkprotector demonteren .......................... 51
12.6 Voorvorkprotector monteren.............................. 52
12.7 Vorkpoten demonteren ................................. 52
12.8 Vorkpoten monteren ..................................... 53
12.9 Onderste kroonplaat demonteren
(EXC F EU/AU, Alle Six Days-modellen) ............ 54
12.10 Onderste kroonplaat demonteren (EXC F BR,
XCF W) .......................................................... 55
12.11 Onderste kroonplaat monteren
(EXC F EU/AU, Alle Six Days-modellen) ............ 56
12.12 Onderste kroonplaat monteren (EXC F BR,
XCF W) .......................................................... 59
12.13 Speling balhoofdlager controleren..................... 60
12.14 Speling balhoofdlager instellen
(EXC F EU/AU, Alle Six Days-modellen) ............ 61
12.15 Speling balhoofdlager instellen (EXC F BR,
XCF W) .......................................................... 62
12.16 Balhoofdlager smeren .................................. 62
12.17 Spatbord voor demonteren ............................... 62
12.18 Spatbord voor monteren................................... 63
12.19 Schokdemper demonteren ............................ 63
12.20 Schokdemper monteren ............................... 63
12.21 Zadel verwijderen............................................ 64
12.22 Zadel monteren............................................... 64
12.23 Deksel luchtfilterbak demonteren ..................... 64
12.24 Deksel luchtfilterbak monteren......................... 64
12.25 Luchtfilter demonteren ................................ 64
12.26 Luchtfilter monteren .................................... 65
12.27 Luchtfilter en luchtfilterbak reinigen ............. 65
12.28 Luchtfilterbak afdichten ............................... 66
12.29 Einddemper demonteren.................................. 66
12.30 Einddemper monteren ..................................... 66
12.31 Spark-arrestor reinigen (Alle
XCF-W-modellen) ............................................ 67
12.32 Glasvezelvulling van einddemper vervangen ... 68
12.33 Brandstoftank demonteren ........................... 69
12.34 Brandstoftank monteren ............................... 71
12.35 Kettingvervuiling controleren............................ 72
12.36 Ketting reinigen .............................................. 72
12.37 Kettingspanning controleren ............................ 73
12.38 Kettingspanning instellen ................................ 74
12.39 Ketting, kettingwiel, ketting-aandrijfwiel en
kettinggeleiding controleren ............................. 74
12.40 Frame controleren ....................................... 76
12.41 Achterbrug controleren ................................. 76
12.42 Gaskabelplaatsing controleren .......................... 76
12.43 Rubberen stuurcovers controleren..................... 77
12.44 Rubberen stuurcovers vastzetten ...................... 77
12.45 Uitgangspositie koppelingshendel instellen........ 77
12.46 Vloeistofpeil hydraulische koppeling
controleren/corrigeren...................................... 78
12.47 Vloeistof hydraulische koppeling verversen ..... 78
12.48 Motorbescherming demonteren (EXC F EU/AU,
XCF W, Six Days) ............................................ 79
12.49 Motorbescherming monteren (EXC F EU/AU,
XCF W, Six Days) ............................................ 79
13 REMSYSTEEM........................................................... 80
13.1 Vrije slag remhendel controleren....................... 80
13.2 Vrije slag remhendel instellen (Alle EXC F
modellen)....................................................... 80
13.3 Uitgangspositie remhendel instellen (Alle
XCF-W-modellen) ............................................ 80
13.4 Remschijven controleren.................................. 81
13.5 Remvloeistofpeil voorwielrem controleren .......... 81
13.6 Remvloeistof voorwielrem bijvullen ................ 81
13.7 Remplaketten voorwielrem controleren .............. 82
13.8 Remplaketten voorwielrem vervangen ............ 83
13.9 Vrije slag rempedaal controleren....................... 84
13.10 Uitgangspositie rempedaal instellen .............. 84
13.11 Remvloeistofpeil achterwielrem controleren ....... 85
13.12 Remvloeistof achterwielrem bijvullen ............. 85
13.13 Remplaketten achterwielrem controleren ........... 86
13.14 Remplaketten achterwielrem vervangen ......... 87
14 WIELEN, BANDEN ..................................................... 89
14.1 Voorwiel demonteren ................................... 89
14.2 Voorwiel monteren ....................................... 89
14.3 Achterwiel demonteren ................................ 90
14.4 Achterwiel monteren .................................... 91
14.5 Bandentoestand controleren............................. 91
14.6 Bandenspanning controleren............................ 92
14.7 Spaakspanning controleren .............................. 92
15 ELEKTRONICA........................................................... 94
15.1 Accu demonteren ........................................ 94
15.2 Accu monteren ............................................ 94
15.3 Accu laden ................................................. 95
15.4 Hoofdzekering vervangen ................................. 96
15.5 Zekeringen afzonderlijke stroomverbruikers
vervangen....................................................... 97
15.6 Koplampkap met koplamp demonteren ............. 97
15.7 Koplampkap met koplamp monteren................. 98
15.8 Lamp koplamp vervangen ................................ 99
15.9 Knipperlichtlamp vervangen (Alle EXC F
modellen)....................................................... 99
15.10 Koplampstand controleren ............................. 100
15.11 Lichtbundelbreedte koplamp instellen............. 100
15.12 Tachometerbatterij vervangen......................... 101
16 KOELSYSTEEM........................................................ 102
16.1 Koelsysteem................................................. 102
16.2 Antivries en koelmiddelpeil controleren ........... 102
16.3 Koelmiddelpeil controleren ............................ 103
16.4 Koelmiddel aftappen ................................. 103
16.5 Koelmiddel vullen ..................................... 104
17 MOTOR AFSTELLEN ................................................ 105
17.1 Gaskabelspeling controleren........................... 105
17.2 Gaskabelspeling instellen ........................... 105
17.3 Stationair toerental instellen ....................... 106
INHOUDSOPGAVE 4
17.4 Uitgangspositie versnellingshendel
controleren................................................... 106
17.5 Uitgangspositie versnellingshendel
instellen ................................................... 106
18 SERVICEWERKZAAMHEDEN MOTOR ........................ 108
18.1 Brandstofzeef vervangen ............................ 108
18.2 Motoroliepeil controleren ............................... 108
18.3 Motorolie verversen, oliefilter vervangen en
oliezeef reinigen ........................................ 109
18.4 Motorolie bijvullen ........................................ 111
19 REINIGING, ONDERHOUD........................................ 112
19.1 Motorfiets reinigen ........................................ 112
19.2 Controle en onderhoud voor rijden in winter ..... 113
20 STALLING ............................................................... 114
20.1 Stalling........................................................ 114
20.2 Inbedrijfname na stalling ............................... 114
21 FOUTEN OPSPOREN................................................ 115
22 KNIPPERCODE........................................................ 117
23 TECHNISCHE GEGEVENS......................................... 119
23.1 Motor........................................................... 119
23.2 Aanhaalmomenten motor ............................... 119
23.3 Vulhoeveelheden........................................... 121
23.3.1 Motorolie ................................................. 121
23.3.2 Koelmiddel .............................................. 121
23.3.3 Brandstof................................................. 121
23.4 Chassis ........................................................ 121
23.5 Elektronica................................................... 122
23.6 Banden........................................................ 122
23.7 Voorvork....................................................... 122
23.7.1 EXC F EU/AU/BR, XCF W........................... 122‑ ‑
23.7.2 Alle Six Days-modellen.............................. 123
23.8 Schokdemper ............................................... 123
23.9 Aanhaalmomenten chassis............................. 124
24 GEBRUIKSSTOFFEN ................................................ 126
25 HULPSTOFFEN........................................................ 128
26 NORMEN ................................................................ 130
27 LIJST MET AFKORTINGEN ....................................... 131
28 LIJST MET SYMBOLEN ............................................ 132
28.1 Gele of oranje pictogrammen.......................... 132
28.2 Groene en blauwe pictogrammen.................... 132
INDEX ............................................................................ 133
1 SYMBOLEN EN FORMATERINGEN 5
1.1 Gebruikte pictogrammen
Hieronder wordt het gebruik van bepaalde pictogrammen verklaard.
Kenmerkt een verwachte reactie (bijv. van een bepaalde handeling of functie).
Kenmerkt een onverwachte reactie (bijv. van een bepaalde handeling of functie).
Alle werkzaamheden die met dit pictogram zijn gekenmerkt vereisen vakkennis en technisch begrip. Laat de
werkzaamheden voor uw eigen veiligheid uitvoeren in een geautoriseerde KTM-garage! Daar wordt uw motorfiets
door speciaal geschoolde vakkundige medewerkers met het benodigde hulpgereedschap optimaal onderhouden.
Kenmerkt de verwijzing naar een pagina (op de aangegeven pagina vindt u meer informatie).
Kenmerkt een taak met verdere informatie of tips.
Kenmerkt het resultaat uit een test-/controlestap.
1.2 Gebruikte formatering
Hieronder worden de gebruikte letterformaten verklaard.
Eigennaam Kenmerkt een eigennaam.
Naam®Kenmerkt een beschermde naam.
Merk™ Kenmerkt een merk in het handelsverkeer.
Onderstreepte woorden Verwijzen naar technische details van het voertuig of kenmerken vaktermen die in de
begrippenlijst worden uitgelegd.
2 VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN 6
2.1 Gebruiksdefinitie - beoogd gebruik
(Alle EXC F modellen)
De sportmotorfietsen van KTM zijn zodanig ontworpen en geconstrueerd dat ze bestand zijn tegen de gangbare belastingen bij
normaal gebruik in wedstrijden. De motorfietsen voldoen aan het geldende reglement en de geldende categorieën van de hoogste
internationale motorsportbonden.
Info
Alleen geïnstrueerde personen mogen het voertuig gebruiken. Het voertuig is alleen in de gehomologeerde uitvoering
(beperkt vermogen) toegelaten voor het rijden op de openbare weg.
De niet gehomologeerde uitvoering mag het voertuig uitsluitend worden gebruikt op afgesloten trajecten buiten het open-
bare wegennet.
Het voertuig is speciaal ontworpen voor langeafstandsraces en niet in de eerste plaats gebouwd voor het overwegende
gebruik in motocross-races.
(Alle XCF-W-modellen)
De sportmotorfietsen van KTM zijn zodanig ontworpen en geconstrueerd dat ze bestand zijn tegen de gangbare belastingen bij
normaal gebruik in wedstrijden. De motorfietsen voldoen aan het geldende reglement en de geldende categorieën van de hoogste
internationale motorsportbonden.
Info
Het voertuig is speciaal ontworpen voor langeafstandsraces en niet in de eerste plaats gebouwd voor het overwegende
gebruik in motocross-races.
2.2 Veiligheidsaanwijzingen
Voor een veilige omgang met het voertuig dient u zich te houden aan enkele veiligheidsaanwijzingen. Lees deze handleiding daarom
zorgvuldig door. De veiligheidsaanwijzingen zijn geaccentueerd en met links gekoppeld aan de relevante plaatsen in de tekst.
Info
Op het voertuig zijn op goed zichtbare plaatsen verschillende stickers met aanwijzingen en waarschuwingen aangebracht. Deze
stickers met aanwijzingen en waarschuwingen nooit verwijderen. Als deze ontbreken kunt u of andere personen de gevaren niet
herkennen en daardoor letsel oplopen.
2.3 Gevarenniveau en pictogrammen
Gevaar
Waarschuwing voor een gevaar dat direct en met zekerheid overlijden of zwaar blijvend letsel tot gevolg heeft als u niet de
juiste voorzorgsmaatregelen neemt.
Waarschuwing
Waarschuwing voor een gevaar dat waarschijnlijk overlijden of zwaar letsel tot gevolg heeft als u niet de juiste voorzorgsmaatre-
gelen neemt.
Voorzichtig
Waarschuwing voor een gevaar dat mogelijk licht letsel tot gevolg heeft als u niet de juiste voorzorgsmaatregelen neemt.
Aanwijzing
Waarschuwing voor een gevaar dat aanmerkelijke schade aan machine of materiaal tot gevolg heeft als u niet de juiste voorzorgsmaat-
regelen neemt.
Waarschuwing
Waarschuwing voor een gevaar dat schade aan het milieu tot gevolg heeft als u niet de juiste voorzorgsmaatregelen neemt.
2 VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN 7
2.4 Waarschuwing voor manipulaties
Het is niet toegestaan wijzigingen aan te brengen aan de componenten van de geluidsdemping. De volgende maatregelen of de realisa-
tie van de betreffende toestanden zijn wettelijk verboden:
1 Verwijderen of buiten werking zetten van systemen of componenten die de geluidsdemping dienen bij een nieuw voertuig, voor-
dat het wordt verkocht of geleverd aan de eindklant of tijdens de gebruikdsduur van het voertuig voor andere doeleinden dan voor
onderhoud, reparatie of vervanging, evenals
2 het gebruik van het voertuig nadat een dergelijk systeem of een dergelijke component verwijderd of buiten werking is gezet.
Voorbeelden van wettelijk verboden manipulaties:
1 Verwijderen of doorboren van einddempers, geluidsdempers, bochtstukken of andere componenten, die uitlaatgassen geleiden.
2 Verwijderen of doorboren van onderdelen van het inlaatluchtsysteem.
3 Gebruik in niet correcte onderhoudstoestand.
4 Vervangen van bewegende onderdelen van het voertuig, onderdelen van het uitlaatsysteem of onderdelen van het inlaatluchtsys-
teem door onderdelen die niet door de fabrikant zijn toegelaten.
2.5 Veilig gebruik
Gevaar
Gevaar voor ongevallenGevaar door onvoldoende rijvaardigheid.
Het voertuig niet gebruiken, wanneer u door consumptie van alcohol, medicijnen of drugs of door lichamelijke of psychi-
sche beperkingen niet in staat bent veilig aan het verkeer deel te nemen.
Gevaar
Gevaar voor vergiftigingUitlaatgassen zijn giftig en kunnen bewusteloosheid en/of de dood tot gevolg hebben.
Als u de motor laat draaien moet u altijd voor voldoende ventilatie zorgen, de motor niet in een gesloten ruimte starten of
laten draaien zonder een geschikte afzuiginstallatie.
Waarschuwing
Gevaar voor verbrandingSommige onderdelen van het voertuig worden tijdens het rijden zeer heet.
Hete onderdelen zoals uitlaatsysteem, radiateur, motor, schokdempers en remsysteem niet aanraken. De onderdelen eerst
laten afkoelen voordat u met werkzaamheden aan deze onderdelen begint.
Het voertuig uitsluitend in technisch goede staat, op de boogde wijze, en veiligheids- en milieubewust gebruiken.
Voor het wegverkeer is het juiste rijbewijs vereist.
Storingen, die de veiligheid beperken, onmiddellijk in een geautoriseerde KTM-garage laten verhelpen.
De op het voertuig aangebrachte stickers met aanwijzingen en waarschuwingen in acht nemen.
2.6 Beschermende kleding
Waarschuwing
Gevaar voor letselGeen of slechte beschermende kleding vormt een verhoogd risico.
Tijdens het rijden altijd beschermende kleding (helm, laarzen, handschoenen, broek en jack met bescherming) dragen.
Draag altijd beschermende kleding die zich in een goede staat bevindt en voldoet aan de wettelijke voorschriften.
Voor uw eigen veiligheid adviseert KTM om het voertuig uitsluitend te gebruiken met geschikte, beschermende kleding.
2.7 Werkinstructies
Voor enkele werkzaamheden zijn hulpgereedschappen vereist. Deze maken geen deel uit van het voertuig, maar kunnen worden
besteld onder vermelding van de aangegeven nummers tussen haakjes. Voorbeeld: lagertrekker (15112017000)
Bij de montage moeten onderdelen die niet meer kunnen worden gebruikt (bijvoorbeeld zelfborgende schroeven en moeren, afdichtin-
gen, pakkingen, keerringen, splitpennen of borgplaten) door nieuwe onderdelen worden vervangen.
Voor enkele schroefverbindingen is een schroevenlijm (bijvoorbeeld Loctite®) vereist. Bij het gebruik moeten de specifieke aanwijzin-
gen van de fabrikant worden gevolgd.
Onderdelen die na de demontage weer worden gebruikt, moeten worden gereinigd en gecontroleerd op beschadiging en slijtage.
Beschadigde of versleten onderdelen vervangen.
Na een reparatie of servicebeurt moet worden gecontroleerd of er veilig kan worden gereden met het voertuig.
2 VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN 8
2.8 Milieu
Door op een verantwoorde manier met uw motorfiets om te gaan kunt u ervoor zorgen dat er geen problemen en conflicten ontstaan.
Om de toekomst van de motorsport veilig te stellen mag u de motorfiets alleen legaal gebruiken, dient u milieubewust te handelen en
de rechten van anderen te respecteren.
Houdt u zich bij het afvoeren van oude olie, andere verbruiks- en hulpstoffen en oude onderdelen aan de geldende wet- en regelgeving
in het betreffende land.
Omdat motorfietsen niet onder de EU-richtlijn voor de afdanking van oude voertuigen vallen bestaat er geen wettelijke regeling voor
het afdanken van een oude motorfiets. Uw geautoriseerde KTM-dealer is u graag van dienst.
2.9 Bedieningshandleiding
Lees de bedieningshandleiding beslist goed en volledig door voordat u voor het eerst gaat rijden. In de bedieningshandleiding vindt
u veel informatie en tips die bediening, gebruik en onderhoud eenvoudiger maken. Alleen zo komt u te weten hoe u het voertuig het
beste afstemt op uw situatie en hoe u zich tegen letsel kunt beschermen.
Bewaar de bedieningshandleiding op een eenvoudig toegankelijke plaats, zodat u deze op ieder moment kunt raadplegen wanneer dat
nodig is.
Neem contact op met een geautoriseerde KTM-dealer wanneer u meer over het voertuig wilt weten of wanneer tijdens het lezen iets
niet duidelijk is.
De bedieningshandleiding is een belangrijk onderdeel van het voertuig en moet bij verkoop aan de nieuwe eigenaar worden gegeven.
3 BELANGRIJKE AANWIJZINGEN 9
3.1 Garantie
De in het serviceschema voorgeschreven werkzaamheden mogen uitsluitend in een geautoriseerde KTM-garage worden uitgevoerd en
moeten in het service- en garantieboekje en op worden bevestigd, aangezien anders de aanspraak op garantie vervalt.KTM Dealer.net
Bij schade of gevolgschade, die door manipulaties en/of wijzigingen aan het voertuig zijn veroorzaakt bestaat er geen aanspraak op
garantie.
Meer informatie over de garantie en de afwikkeling ervan vindt u in het service- en garantieboekje.
3.2 Verbruiksstoffen, hulpstoffen
Waarschuwing
Gevaar voor het milieuOndeskundige omgang met brandstof is gevaarlijk voor het milieu.
Er mag geen brandstof in het grondwater, de bodem of riolering terechtkomen.
U moet de in de bedieningshandleiding gespecificeerde verbruiks- en hulpstoffen (bijvoorbeeld brand- en smeerstoffen) gebruiken.
3.3 Reserveonderdelen, toebehoren
Gebruik voor uw eigen veiligheid alleen reserveonderdelen en toebehoren die door KTM zijn vrijgegeven en/of aanbevolen en laat deze
alleen in een geautoriseerde KTM-garage monteren. Voor andere producten en daardoor veroorzaakte schade is KTM niet aansprake-
lijk.
Enkele reserveonderdelen en toebehoren zijn bij de betreffende beschrijvingen tussen haakjes aangegeven. Uw geautoriseerde KTM-
dealer adviseert u graag.
De actuele voor uw voertuig vindt u op de KTM website.KTM PowerParts
Internationale KTM website: http://www.ktm.com
3.4 Service
Voorwaarde voor storingsvrij gebruik en het voorkomen van voortijdige slijtage is dat u zich houdt aan de in de bedieningshandleiding
genoemde service, onderhouds- en afstelwerkzaamheden aan de motor en het chassis. Door een onjuist afgesteld chassis kunnen
chassiscomponenten beschadigen of afbreken.
Wanneer het voertuig onder zwaardere omstandigheden wordt gebruikt zoals op zand of op een nat of modderig traject/terrein, kunnen
componenten zoals aandrijving, remsystemen of veringscomponenten duidelijk sneller verslijten. Daarom kan het nodig zijn onderde-
len reeds voor het bereiken van de volgende service-interval te controleren of te vervangen.
Het is belangrijk dat u zich strikt houdt aan de voorgeschreven inrijtijden en service-intervallen. De inachtneming daarvan draagt in
belangrijke mate bij aan de verhoging van de levensduur van de motorfiets.
3.5 Afbeeldingen
De in de handleiding weergegeven afbeeldingen tonen deels speciale uitrustingen.
Voor een betere weergave en toelichting kunnen enkele onderdelen gedemonteerd of niet afgebeeld zijn. Voor de betreffende beschrij-
ving is het echter niet altijd noodzakelijk dat deze onderdelen worden gedemonteerd. Houdt u zich aan de aanwijzingen in de tekst.
3.6 Klantenservice
De geautoriseerde KTM-dealer beantwoordt graag uw vragen over uw voertuig of over KTM.
De lijst met geautoriseerde KTM-dealers vindt u op de KTM-website.
Internationale KTM website: http://www.ktm.com
4 AFBEELDING VOERTUIG 10
4.1 Afbeelding voertuig linksvoor (symbolische weergave)
M00985-10
1 Remhendel ( pag. 14)
2 Koppelingshendel ( pag. 14)
3 Tankdop
4 Zijstandaard ( pag. 18)
5 Versnellingshendel ( pag. 18)
6 Motornummer ( pag. 12)
5 SERIENUMMERS 12
5.1 Framenummer
401945-10
Het framenummer is in de rechterzijde van het balhoofd gegraveerd.
5.2 Typeplaatje
401946-10
Het typeplaatje is vooraan op het balhoofd aangebracht.
5.3 Sleutelnummer (Alle EXC F modellen)
402247-10
Het sleutelnummer voor het stuurslot is ingefreesd in de sleutelhanger.
5.4 Motornummer
401949-10
Het motornummer is in de linkerzijde van de motor onder het ketting-aandrijfwiel
gegraveerd.
5.5 Artikelnummer voorvork
401947-10
Het artikelnummer van de voorvork is aan de binnenzijde van de asopname gegra-
veerd.
5 SERIENUMMERS 13
5.6 Artikelnummer schokdemper
0
0
0
0
0011
401948-10
Het artikelnummer van de schokdemper is in het bovenste gedeelte van de schok-
demper aan motorzijde boven de stelring gegraveerd.
6 BEDIENINGSELEMENTEN 15
6.6 Claxonknop (Alle EXC F modellen)
102044-11
De claxonknop is links aan het stuur aangebracht.
Mogelijke toestanden
Claxonknop in de uitgangspositie
Claxonknop ingedrukt In deze stand wordt de claxon bediend.
6.7 Lichtschakelaar (Alle EXC F modellen)
102045-10
De lichtschakelaar is links aan het stuur aangebracht.
Mogelijke toestanden
Dimlicht aan Lichtschakelaar in de middelste stand. In deze stand
zijn het dimlicht en het achterlicht ingeschakeld.
Groot licht aan Lichtschakelaar is tegen de klok in gedraaid. In deze
stand zijn het groot licht en het achterlicht ingeschakeld.
6.8 Lichtschakelaar (Alle XCF-W-modellen)
M00988-10
De lichtschakelaar bevindt zich links naast de tachometer.
Mogelijke toestanden
Licht uit Lichtschakelaar is tot de aanslag ingedrukt. In deze stand is het licht
uitgeschakeld.
Licht aan Lichtschakelaar tot de aanslag uitgetrokken. In deze stand zijn het
dimlicht en het achterlicht ingeschakeld.
6.9 Richtingaanwijzerschakelaar (Alle EXC F modellen)
102044-12
De richtingaanwijzerschakelaar is links aan het stuur aangebracht.
Mogelijke toestanden
Richtingaanwijzer uit Richtingaanwijzerschakelaar bevindt zich in de
middelste stand.
Richtingaanwijzer links aan Richtingaanwijzerschakelaar is naar links
geschakeld.
Richtingaanwijzer rechts aan Richtingaanwijzerschakelaar is naar
rechts geschakeld.
6.10 Noodstopschakelaar (EXC F AU)
M00136-10
De noodstopschakelaar is aan de rechterzijde van het stuur aangebracht.
Mogelijke toestanden
Ontsteking uit In deze stand is het ontstekingscircuit onderbroken,
een draaiende motor gaat uit, een stilstaande motor springt niet aan.
Ontsteking aan In deze stand is het ontstekingscircuit gesloten, de
motor kan worden gestart.
6 BEDIENINGSELEMENTEN 16
6.11 E-starterknop (EXC F EU/BR, XCF W, Six Days)
M00087-10
De e-starterknop is aan de rechterzijde van het stuur aangebracht.
Mogelijke toestanden
E-starterknop in de basisstand
E-starterknop ingedrukt In deze stand wordt de e-starter bediend.
6.12 E-starterknop (EXC F AU)
M00136-11
De e-starterknop is aan de rechterzijde van het stuur aangebracht.
Mogelijke toestanden
E-starterknop in de uitgangspositie
E-starterknop ingedrukt In deze stand wordt de e-starter bediend.
6.13 Overzicht controlelampjes (Alle EXC F modellen)
K00063-01
Mogelijke toestanden
Controlelampje voor groot licht brandt blauw Groot licht is ingescha-
keld.
EFI MILwaarschuwingslampje ( ) brandt/knippert oranje De OBD heeft
een kritieke emissie- of veiligheidsfout herkend.
Waarschuwingslampje brandstofpeil brandt oranje Brandstofpeil heeft
de reservemarkering bereikt.
Controlelampje richtingaanwijzer knippert groen Richtingaanwijzer is
ingeschakeld.
6.14 Overzicht controlelampjes (Alle XCF-W-modellen)
M00988-01
Mogelijke toestanden
EFI MILwaarschuwingslampje ( ) brandt/knippert oranje De OBD heeft
een kritieke emissie- of veiligheidsfout herkend.
Waarschuwingslampje brandstofpeil brandt oranje Brandstofpeil heeft
de reservemarkering bereikt.
6.15 Tankdop openen
Gevaar
Gevaar voor brandBrandstof is licht ontvlambaar.
Tank het voertuig nooit in de buurt van open vuur of brandende sigaretten en schakel de motor bij het tanken altijd uit.
Let er vooral op dat er geen brandstof wordt gemorst op de hete onderdelen van het voertuig. Gemorste brandstof meteen
afvegen.
Als de brandstof wordt verwarmd zet deze in de brandstoftank uit en kan uitstromen als de tank te vol zit. Aanwijzingen
voor het tanken van brandstof in acht nemen.
7 TACHOMETER 20
7.1 Overzicht tachometer
401761-01
Met de toets worden verschillende functies aangestuurd.
Met de toets worden verschillende functies aangestuurd.
Info
In de leveringstoestand is alleen de weergavemodus enSPEED/H SPEED/ODO
geactiveerd.
7.2 activering en test
400313-01
Tachometer activeren
De tachometer wordt geactiveerd als u op een van de toetsen drukt of als hij van de
wieltoerentalsensor een impuls ontvangt.
Displaytest
Voor de functiecontrole van het display lichten kort alle indicatiesegmenten op.
400314-01
WS (wheel size)
Na de functiecontrole van het display wordt kort de wielafmeting WS (wheel size) weer-
gegeven.
Info
Het cijfer 2205 komt overeen met de omtrek van een 21"-voorwiel met stan-
daardbanden.
Vervolgens gaat de weergave naar de laatste geselecteerde modus.
7.3 Kilometer of mijl instellen
Info
Als de eenheid wordt gewisseld, blijft de waarde bewaard en wordt omgerekend naar de geselecteerde eenheid.ODO
De waarden , , , en worden bij het omstellen gewist.TR1 TR2 A1 A2 S1
Voorwaarden
De motorfiets staat stil.
400329-01
Toets zo vaak kort indrukken totdat de indicatie rechtsonder op het displayH
verschijnt.
Toets 2 - 3 seconden indrukken.
Het setupmenu wordt met de geactiveerde functies worden weergegeven.
Toets zo vaak kort indrukken totdat de indicatie / knippert.Km/h Mph
Km/h instellen
Toets indrukken.
Mph instellen
Toets indrukken.
3 - 5 seconden wachten
De instellingen worden opgeslagen.
Info
Als gedurende 10-12 seconden geen toets wordt ingedrukt of geen impuls
wordt ontvangen van de wieltoerentalsensor, worden de instellingen automa-
tisch opgeslagen en het setupmenu wordt gesloten.
7 TACHOMETER 23
7.9 Setupmenu
400344-01
Voorwaarden
De motorfiets staat stil.
Toets zo vaak kort indrukken totdat de indicatie rechtsonder op het displayH
verschijnt.
Toets 2 - 3 seconden indrukken.
Het setupmenu geeft de geactiveerde functies weer.
Info
De toets zo vaak kort indrukken totdat de gewenste functie bereikt is.
Als er 20 seconden geen toets is ingedrukt, worden de instellingen automatisch
opgeslagen.
Toets kort
indrukken.
Activeert de knipperende indicatie en gaat naar de volgende
indicatie
Toets 2 -
3 seconden
indrukken.
Geen functie
Toets kort
indrukken.
Deactiveert de knipperende indicatie en gaat naar de volgende
indicatie
Toets 2 -
3 seconden
indrukken.
Geen functie
3 - 5 seconden
wachten
Wisselt naar de volgende weergave zonder wijzigingen
10 - 12 seconden
wachten
Setupmenu start, slaat de instellingen op en wisselt naar ofH
ODO.
7.10 Meeteenheid instellen
400329-01
Voorwaarden
De motorfiets staat stil.
Toets zo vaak kort indrukken totdat de indicatie rechtsonder op het displayH
verschijnt.
Toets 2 - 3 seconden indrukken.
Toets zo vaak kort indrukken totdat de indicatie / knippert.Km/h Mph
In de meeteenheden-modus kan de meeteenheid worden gewijzigd.
Info
Als er 5 seconden geen toets is ingedrukt, worden de instellingen automatisch
opgeslagen.
Toets kort
indrukken.
Start van de selectie, activeert de -indicatieKm/h
Toets 2 -
3 seconden
indrukken.
Geen functie
Toets kort
indrukken.
Activeert weergaveMph
Toets 2 -
3 seconden
indrukken.
Geen functie
3 - 5 seconden
wachten
Wisselt naar de volgende weergave, wisselt van de selectie naar
het setupmenu
10 - 12 seconden
wachten
Slaat het setupmenu op en sluit dit menu
7 TACHOMETER 24
7.11 Weergavemodus SPEED/CLK (tijd)
400319-01
Toets zo vaak kort indrukken totdat de indicatie rechtsonder op het displayCLK
verschijnt.
In de weergavemodus wordt de tijd weergegeven.CLK
Toets 2 -
3 seconden
indrukken.
Weergave wisselt naar het setupmenu voor de klok.
Toets kort
indrukken.
Volgende weergavemodus
Toets 2 -
3 seconden
indrukken.
Geen functie
Toets kort
indrukken.
Geen functie
7.12 Tijd instellen
400319-01
Voorwaarden
De motorfiets staat stil.
Toets zo vaak kort indrukken totdat de indicatie rechtsonder op het displayCLK
verschijnt.
Toets 2 - 3 seconden indrukken.
Toets 2 -
3 seconden
indrukken.
Verhoogt de waarde
Toets kort
indrukken.
Verhoogt de waarde
Toets 2 -
3 seconden
indrukken.
Verlaagt de waarde
Toets kort
indrukken.
Verlaagt de waarde
3 - 5 seconden
wachten
Wisselt naar de volgende waarde
10 - 12 seconden
wachten
SETUP-menu verlaten
7.13 Weergavemodus SPEED/LAP (rondetijd)
400320-01
Toets zo vaak kort indrukken totdat de indicatie rechtsonder op het displayLAP
verschijnt.
In de weergavemodus kan met de chronometer maximaal 10 rondetijden wordenLAP
gemeten.
Info
Als de rondetijd na het indrukken van de toets doorloopt, zijn 9 geheugen-
plaatsen gebruikt.
De ronde 10 moet met de toets worden gestopt.
Toets 2 -
3 seconden
indrukken.
De chronometer en rondetijd worden teruggezet.
Toets kort
indrukken.
Volgende weergavemodus
Toets 2 -
3 seconden
indrukken.
Stopt de klok.
Toets kort
indrukken.
Start de klok of stopt de lopende rondetijd, slaat deze op en de
chronometer start de volgende ronde.


Specyfikacje produktu

Marka: KTM
Kategoria: Silnik
Model: 350 XCF-W (2016)

Potrzebujesz pomocy?

Jeśli potrzebujesz pomocy z KTM 350 XCF-W (2016), zadaj pytanie poniżej, a inni użytkownicy Ci odpowiedzą




Instrukcje Silnik KTM

KTM

KTM 200 XC (2008) Instrukcja

15 Października 2024
KTM

KTM 505 SX-F (2008) Instrukcja

14 Października 2024
KTM

KTM 250 XC (2018) Instrukcja

13 Października 2024
KTM

KTM 690 Duke R (2011) Instrukcja

13 Października 2024
KTM

KTM 450 EXC-F (2019) Instrukcja

12 Października 2024
KTM

KTM 350 XC-F (2017) Instrukcja

11 Października 2024
KTM

KTM 85 SX 17/14 (2019) Instrukcja

11 Października 2024
KTM

KTM Freeride E-XC (2020) Instrukcja

11 Października 2024
KTM

KTM 690 Duke (2009) Instrukcja

4 Października 2024

Instrukcje Silnik

Najnowsze instrukcje dla Silnik