Instrukcja obsługi KTM 350 EXC-F Six Days (2015)
Przeczytaj poniżej 📖 instrukcję obsługi w języku polskim dla KTM 350 EXC-F Six Days (2015) (131 stron) w kategorii Silnik. Ta instrukcja była pomocna dla 10 osób i została oceniona przez 2 użytkowników na średnio 4.5 gwiazdek
Strona 1/131

BEDIENINGSHANDLEIDING 2015
350 EXC F EU
‑
‑
‑
‑‑
350 EXC F Six Days EU
‑
‑
‑
‑‑
350 EXC F Factory Edition EU
‑
‑
‑
‑‑
350 EXC F AU
‑
‑
‑
‑‑
350 EXC F BR
‑
‑
‑
‑‑
350 XCF W US
‑
‑
‑
‑‑
350 XCF W Six Days US
‑
‑
‑
‑‑
Artikelnr. 3213235nl


BESTE KTM KLANT 1
BESTE
BESTE
BESTE
BESTEBESTE KTM
KTM
KTM
KTMKTM KLANT
KLANT
KLANT
KLANTKLANT
We feliciteren u met uw keuze voor een KTM motorfiets. U bent nu in het bezit van een moderne sportieve motorfiets en we zijn er
zeker van dat u er veel plezier mee zult beleven, mits u de motorfiets goed onderhoudt.
We wensen u veel rijplezier!
Vul hieronder de serienummers van uw voertuig in.
Framenummer ( pag. 12) Stempel dealer
Motornummer ( pag. 12)
Sleutelnummer (Alle EXC‑F modellen) ( pag. 12)
De bedieningshandleiding komt op het tijdstip dat deze ter perse gaat overeen met de nieuwste stand van het model. Kleine afwijkin-
gen die het resultaat zijn van een constructieve ontwikkeling van de motorfietsen kunnen echter niet worden uitgesloten.
Alle hier genoemde gegevens zijn vrijblijvend. KTM Motorrad AG houdt zich het recht voor technische gegevens, prijzen, kleuren, vor-
men, materialen, dienst- en serviceverlening, constructies, uitrustingen en dergelijke zonder voorafgaande aankondiging en zonder
opgave van redenen te wijzigen resp. zonder vergoeding te annuleren, deze aan te passen aan de plaatselijke situatie of de produc-
tie van een bepaald model zonder voorafgaande aankondiging te beëindigen. KTM is niet aansprakelijk voor leveringsmogelijkheden,
afwijkingen van afbeeldingen en beschrijvingen, drukfouten en vergissingen. De afgebeelde modellen zijn voor een deel voorzien van
speciale uitrustingen die niet standaard bij de leveringsomvang horen.
© 2014 KTM Motorrad AG, Mattighofen Oostenrijk
Alle rechten voorbehouden
Nadruk, ook gedeeltelijk, en vermenigvuldigingen van welke aard dan ook zijn uitsluitend toegestaan met toestemming van de auteur.
ISO 9001(12 100 6061)
KTM past processen voor kwaliteitsbewaking toe, zoals bedoeld in de internationale norm voor kwaliteitsmanagement
ISO 9001, die tot een zo hoog mogelijke productkwaliteit leiden.
Afgegeven door: TÜV Management Service
KTM Motorrad AG
5230 Mattighofen, Oostenrijk

INHOUDSOPGAVE 3
11.2 Ingaande demping schokdemper ...................... 41
11.3 Ingaande demping low speed voor
schokdemper instellen..................................... 41
11.4 Ingaande demping high speed voor
schokdemper instellen..................................... 42
11.5 Uitgaande demping schokdemper instellen........ 42
11.6 Maat achterwiel zonder belasting bepalen ......... 43
11.7 Statische veerweg schokdemper controleren ...... 43
11.8 Dynamische veerweg schokdemper
controleren..................................................... 43
11.9 Veervoorspanning schokdemper instellen ....... 44
11.10 Dynamische veerweg instellen ...................... 44
11.11 Basisinstelling voorvork controleren .................. 45
11.12 Ingaande demping voorvork instellen ................ 45
11.13 Uitgaande demping voorvork instellen ............... 46
11.14 Veervoorspanning voorvork instellen
(EXC F EU/AU/BR, EXC F Factory Edition,‑ ‑
XCF W) .......................................................... 47‑
11.15 Stuurpositie.................................................... 48
11.16 Stuurstand instellen .................................... 48
12 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS ........................ 49
12.1 Motorfiets met hefbok opkrikken ...................... 49
12.2 Motorfiets van hefbok nemen ........................... 49
12.3 Vorkpoten ontluchten ...................................... 49
12.4 Vuilschrapers vorkpoten reinigen ...................... 50
12.5 Voorvorkprotector losmaken.............................. 51
12.6 Voorvorkprotector positioneren.......................... 51
12.7 Vorkpoten demonteren ................................. 51
12.8 Vorkpoten monteren ..................................... 52
12.9 Voorvorkprotector demonteren ....................... 53
12.10 Voorvorkprotector monteren .......................... 53
12.11 Onderste kroonplaat demonteren
(EXC F EU/AU/BR, XCF W)............................... 53‑ ‑
12.12 Onderste kroonplaat demonteren
(EXC F Factory Edition, Alle‑
Six Days-modellen) ......................................... 54
12.13 Onderste kroonplaat monteren
(EXC F EU/AU/BR, XCF W)............................... 55‑ ‑
12.14 Onderste kroonplaat monteren
(EXC F Factory Edition, Alle‑
Six Days-modellen) ......................................... 57
12.15 Speling balhoofdlager controleren..................... 59
12.16 Speling balhoofdlager instellen
(EXC F EU/AU/BR, XCF W)............................... 60‑ ‑
12.17 Speling balhoofdlager instellen
(EXC F Factory Edition, Alle‑
Six Days-modellen) ......................................... 60
12.18 Balhoofdlager smeren .................................. 61
12.19 Spatbord voor demonteren ............................... 61
12.20 Spatbord voor monteren................................... 61
12.21 Schokdemper demonteren ............................ 62
12.22 Schokdemper monteren ............................... 62
12.23 Zadel verwijderen............................................ 62
12.24 Zadel monteren............................................... 62
12.25 Afdekking luchtfilterbak demonteren................. 63
12.26 Afdekking luchtfilterbak monteren .................... 63
12.27 Luchtfilter demonteren ................................ 63
12.28 Luchtfilter monteren .................................... 63
12.29 Luchtfilter en luchtfilterbak reinigen ............. 64
12.30 Luchtfilterbak afdichten ............................... 64
12.31 Einddemper demonteren.................................. 65
12.32 Einddemper monteren ..................................... 65
12.33 Glasvezelvulling einddemper vervangen ......... 65
12.34 Brandstoftank demonteren ........................... 67
12.35 Brandstoftank monteren ............................... 68
12.36 Kettingvervuiling controleren............................ 69
12.37 Ketting reinigen .............................................. 69
12.38 Kettingspanning controleren ............................ 70
12.39 Kettingspanning instellen ................................ 70
12.40 Ketting, kettingwiel, ketting-aandrijfwiel en
kettinggeleiding controleren ............................. 71
12.41 Frame controleren ....................................... 73
12.42 Achterbrug controleren ................................. 73
12.43 Gaskabellegging controleren............................. 73
12.44 Rubberen stuurcovers controleren..................... 74
12.45 Rubberen stuurcovers vastzetten ...................... 74
12.46 Uitgangspositie koppelingshendel instellen........ 74
12.47 Vloeistofpeil hydraulische koppeling
controleren/corrigeren...................................... 74
12.48 Vloeistof hydraulische koppeling verversen ..... 75
12.49 Motorbescherming demonteren
(EXC F Factory Edition, EXC F AU, Alle‑ ‑
Six Days-modellen) ......................................... 75
12.50 Motorbescherming monteren
(EXC F Factory Edition, EXC F AU, Alle‑ ‑
Six Days-modellen) ......................................... 75
13 REMSYSTEEM........................................................... 76
13.1 Vrije slag remhendel controleren....................... 76
13.2 Vrije slag remhendel instellen (Alle EXC‑F
modellen)....................................................... 76
13.3 Uitgangspositie remhendel instellen (Alle
XCF-W-modellen) ............................................ 76
13.4 Remschijven controleren.................................. 77
13.5 Remvloeistofpeil voorwielrem controleren .......... 77
13.6 Remvloeistof voorwielrem bijvullen ................ 77
13.7 Remplaketten voorwielrem controleren .............. 78
13.8 Remplaketten voorwielrem vervangen ............ 79
13.9 Vrije slag rempedaal controleren....................... 80
13.10 Uitgangspositie rempedaal instellen .............. 80
13.11 Remvloeistofpeil achterwielrem controleren ....... 81
13.12 Remvloeistof achterwielrem bijvullen ............. 81
13.13 Remplaketten achterwielrem controleren........... 82
13.14 Remplaketten achterwielrem vervangen ......... 83
14 WIELEN, BANDEN ..................................................... 85
14.1 Voorwiel demonteren ................................... 85
14.2 Voorwiel monteren ....................................... 85
14.3 Achterwiel demonteren ................................ 86
14.4 Achterwiel monteren .................................... 86
14.5 Bandentoestand controleren............................. 87
14.6 Bandenspanning controleren ............................ 88
14.7 Spaakspanning controleren .............................. 88
15 ELEKTRONICA........................................................... 90
15.1 Accu demonteren ........................................ 90
15.2 Accu monteren ............................................ 90
15.3 Accu laden ................................................. 91
15.4 Hoofdzekering vervangen ................................. 92
15.5 Zekeringen afzonderlijke stroomverbruikers
vervangen....................................................... 93
15.6 Koplampkap met koplamp demonteren ............. 93
15.7 Koplampkap met koplamp monteren................. 94
15.8 Lamp koplamp vervangen ................................ 95
15.9 Knipperlichtlamp vervangen (Alle EXC F‑
modellen)....................................................... 95
15.10 Koplampstand controleren ............................... 96
15.11 Lichtbundelbreedte koplamp instellen............... 96
15.12 Tachometerbatterij vervangen........................... 96

INHOUDSOPGAVE 4
16 KOELSYSTEEM.......................................................... 98
16.1 Koelsysteem ................................................... 98
16.2 Antivries en koelmiddelpeil controleren ............. 98
16.3 Koelmiddelpeil controleren .............................. 99
16.4 Koelmiddel aftappen ................................... 99
16.5 Koelmiddel vullen ..................................... 100
17 MOTOR AFSTELLEN ................................................ 101
17.1 Gaskabelspeling controleren........................... 101
17.2 Gaskabelspeling instellen ........................... 101
17.3 Stationair toerental instellen ....................... 102
17.4 Uitgangspositie versnellingshendel
controleren................................................... 102
17.5 Uitgangspositie versnellingshendel
instellen ................................................... 102
18 SERVICEWERKZAAMHEDEN MOTOR ........................ 103
18.1 Brandstofzeef vervangen ............................ 103
18.2 Motoroliepeil controleren ............................... 103
18.3 Motorolie verversen, oliefilter vervangen en
oliezeef reinigen ........................................ 104
18.4 Motorolie bijvullen ........................................ 106
19 REINIGING, ONDERHOUD........................................ 107
19.1 Motorfiets reinigen ........................................ 107
19.2 Controle en onderhoud voor rijden in winter ..... 108
20 STALLING ............................................................... 109
20.1 Stalling ........................................................ 109
20.2 Inbedrijfname na stalling ............................... 109
21 FOUTEN OPSPOREN................................................ 110
22 KNIPPERCODE ........................................................ 112
23 TECHNISCHE GEGEVENS......................................... 114
23.1 Motor........................................................... 114
23.2 Aanhaalmomenten motor ............................... 114
23.3 Vulhoeveelheden........................................... 116
23.3.1 Motorolie ................................................. 116
23.3.2 Koelmiddel .............................................. 116
23.3.3 Brandstof................................................. 116
23.4 Chassis ........................................................ 116
23.5 Elektronica................................................... 117
23.6 Banden........................................................ 117
23.7 Voorvork....................................................... 117
23.7.1 EXC F EU/AU/BR, EXC F Factory Edition,‑ ‑
XCF W ..................................................... 117‑
23.7.2 Alle Six Days-modellen.............................. 118
23.8 Schokdemper ............................................... 118
23.9 Aanhaalmomenten chassis............................. 119
24 GEBRUIKSSTOFFEN ................................................ 121
25 HULPSTOFFEN........................................................ 123
26 NORMEN ................................................................ 125
INDEX ............................................................................ 126

2 VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN 6
2.1 Gebruiksdefinitie - beoogd gebruik
(Alle EXC F modellen)
‑
‑
‑
‑‑
De sportmotorfietsen van KTM zijn zodanig ontworpen en geconstrueerd dat ze bestand zijn tegen de gangbare belastingen bij
normaal gebruik in wedstrijden. De motorfietsen voldoen aan het geldende reglement en de geldende categorieën van de hoogste
internationale motorsportbonden.
Info
Het voertuig mag uitsluitend door geïnstrueerde personen worden gebruikt. De motorfiets is alleen in de gehomologeerde
versie (beperkt vermogen) toegelaten voor het rijden op de openbare weg.
De niet gehomologeerde versie van de motorfiets mag uitsluitend worden gebruikt op afgesloten trajecten buiten het open-
bare wegennet.
De motorfiets is speciaal ontworpen voor de langeafstandsraces en niet in de eerste plaats gebouwd voor het overwegende
gebruik in motocross-races.
(Alle XCF-W-modellen)
De sportmotorfietsen van KTM zijn zodanig ontworpen en geconstrueerd dat ze bestand zijn tegen de gangbare belastingen bij
normaal gebruik in wedstrijden. De motorfietsen voldoen aan het geldende reglement en de geldende categorieën van de hoogste
internationale motorsportbonden.
Info
De motorfiets is speciaal ontworpen voor de langeafstandsraces en niet in de eerste plaats gebouwd voor het overwegende
gebruik in motocross-races.
2.2 Veiligheidsaanwijzingen
Voor een veilige omgang met het voertuig dient u zich te houden aan enkele veiligheidsaanwijzingen. Lees deze handleiding daarom
zorgvuldig door. De veiligheidsaanwijzingen zijn geaccentueerd en met links gekoppeld aan de relevante plaatsen in de tekst.
Info
Op het voertuig zijn op goed zichtbare plaatsen verschillende stickers met aanwijzingen en waarschuwingen aangebracht. Deze
stickers met aanwijzingen en waarschuwingen nooit verwijderen. Als deze ontbreken kunt u of andere personen de gevaren niet
herkennen en daardoor letsel oplopen.
2.3 Gevarenniveau en pictogrammen
Gevaar
Waarschuwing voor een gevaar dat direct en met zekerheid overlijden of zwaar blijvend letsel tot gevolg heeft als u niet de
juiste voorzorgsmaatregelen neemt.
Waarschuwing
Waarschuwing voor een gevaar dat waarschijnlijk overlijden of zwaar letsel tot gevolg heeft als u niet de juiste voorzorgsmaatre-
gelen neemt.
Voorzichtig
Waarschuwing voor een gevaar dat mogelijk licht letsel tot gevolg heeft als u niet de juiste voorzorgsmaatregelen neemt.
Aanwijzing
Waarschuwing voor een gevaar dat aanmerkelijke schade aan machine of materiaal tot gevolg heeft als u niet de juiste voorzorgsmaat-
regelen neemt.
Waarschuwing
Waarschuwing voor een gevaar dat schade aan het milieu tot gevolg heeft als u niet de juiste voorzorgsmaatregelen neemt.

4 AFBEELDING VOERTUIG 11
4.2 Afbeelding voertuig rechtsachter (symbolische weergave)
M00082-10
1 Stopknop ( pag. 15)
1 Claxonknop ( pag. 15)
1 Lichtschakelaar ( pag. 15)
1 Richtingaanwijzerschakelaar ( pag. 16)
2 Noodstopschakelaar ( pag. 16)
2 E-starterknop ( pag. 16)
3 Gashendel ( pag. 14)
4 Framenummer ( pag. 12)
4 Typeplaatje ( pag. 12)
5 Artikelnummer schokdemper ( pag. 13)
6 Rempedaal ( pag. 19)
7 Kickstarter ( pag. 19)
8 Artikelnummer voorvork ( pag. 12)

5 SERIENUMMERS 12
5.1 Framenummer
401945-10
Het framenummer is in de rechterzijde van het balhoofd gegraveerd.
5.2 Typeplaatje
401946-10
Het typeplaatje is vooraan op het balhoofd aangebracht.
5.3 Sleutelnummer (Alle EXC F modellen)
‑
‑
‑
‑‑
402247-10
Het sleutelnummer voor het stuurslot is ingefreesd in de sleutelhanger.
5.4 Motornummer
401949-10
Het motornummer is in de linkerzijde van de motor onder het ketting-aandrijfwiel
gegraveerd.
5.5 Artikelnummer voorvork
401947-10
Het artikelnummer van de voorvork is aan de binnenzijde van de asopname gegra-
veerd.

6 BEDIENINGSELEMENTEN 17
6.16 E-starterknop (EXC F AU)
‑
‑
‑
‑‑
M00136-11
De e-starterknop is aan de rechterzijde van het stuur aangebracht.
Mogelijke toestanden
• E-starterknop in de uitgangspositie
• E-starterknop ingedrukt In deze stand wordt de e-starter bediend.–
6.17 Overzicht controlelampjes (Alle EXC F modellen)
‑
‑
‑
‑‑
M00088-01
Mogelijke toestanden
Controlelampje voor groot licht brandt blauw Groot licht is ingescha-–
keld.
EFI MILwaarschuwingslampje ( ) brandt/knippert oranje De OBD heeft–
een kritieke emissie- of veiligheidsfout herkend.
Waarschuwingslampje brandstofpeil brandt oranje Brandstofpeil heeft–
de reservemarkering bereikt.
Controlelampje richtingaanwijzer knippert groen Richtingaanwijzer is–
ingeschakeld.
6.18 Overzicht controlelampjes (Alle XCF-W-modellen)
102047-01
Mogelijke toestanden
EFI MILwaarschuwingslampje ( ) brandt/knippert oranje De OBD heeft–
een kritieke emissie- of veiligheidsfout herkend.
Waarschuwingslampje brandstofpeil brandt oranje Brandstofpeil heeft–
de reservemarkering bereikt.
6.19 Tankdop openen
Gevaar
Gevaar voor brand Brandstof is licht ontvlambaar.
– Tank het voertuig nooit in de buurt van open vuur of brandende sigaretten en schakel de motor bij het tanken altijd uit.
Let er vooral op dat er geen brandstof wordt gemorst op de hete onderdelen van het voertuig. Gemorste brandstof meteen
afvegen.
– Als de brandstof wordt verwarmd zet deze in de brandstoftank uit en kan uitstromen als de tank te vol zit. Aanwijzingen
voor het tanken van brandstof in acht nemen.
Waarschuwing
Gevaar voor vergiftiging Brandstof is giftig en schadelijk voor de gezondheid.
– Erop letten dat brandstof niet in aanraking komt met de huid, ogen en kleding. Adem brandstofdampen niet in. Bij contact
met de ogen meteen met water spoelen en een arts raadplegen. Verontreinigde huid meteen reinigen met water en zeep.
Als brandstof is ingeslikt meteen een arts raadplegen. Met brandstof verontreinigde kleding wisselen. Brandstof volgens de
voorschriften bewaren in een jerrycan en uit de buurt van kinderen houden.
Waarschuwing
Gevaar voor het milieu Ondeskundige omgang met brandstof is gevaarlijk voor het milieu.
– Er mag geen brandstof in het grondwater, de bodem of riolering terechtkomen.

6 BEDIENINGSELEMENTEN 19
401950-11
De positie van de versnellingen kunnen afgelezen worden op de afbeelding.
De neutrale of vrije stand bevindt zich tussen de 1e en 2e versnelling.
6.23 Kickstarter
0
0
0
0
0011
401954-10
De kickstarter is aan de rechterzijde van de motor aangebracht.
De motor kan naar keuze met de kickstarter of met de e-starter worden gestart.
Het bovenste deel van de kickstarter kan worden gezwenkt.
Info
Voordat u gaat rijden moet het bovenste deel van de kickstarter naar de motor
worden gezwenkt.
6.24 Rempedaal
401956-10
Het rempedaal bevindt zich voor de rechter voetsteun.
Met het rempedaal wordt de achterwielrem bediend.
6.25 Zijstandaard
401943-10
De zijstandaard bevindt zich aan de linker voertuigzijde.
401944-10
De zijstandaard wordt gebruikt voor het neerzetten van de motorfiets.
Info
Tijdens het rijden moet de zijstandaard worden opgeklapt en met de rubber-
band worden geborgd.

7 TACHOMETER 21
7.1 Overzicht tachometer
401761-01
–Met de toets worden verschillende functies aangestuurd.
–Met de toets worden verschillende functies aangestuurd.
Info
In de leveringstoestand is alleen de weergavemodus enSPEED/H SPEED/ODO
geactiveerd.
7.2 activering en test
400313-01
Tachometer activeren
De tachometer wordt geactiveerd als u op een van de toetsen drukt of als hij van de
wieltoerentalsensor een impuls ontvangt.
Displaytest
Voor de functiecontrole van het display lichten kort alle indicatiesegmenten op.
400314-01
WS (wheel size)
Na de functiecontrole van het display wordt kort de wielafmeting WS (wheel size) weer-
gegeven.
Info
Het cijfer 2205 komt overeen met de omtrek van een 21"-voorwiel met stan-
daardbanden.
Vervolgens gaat de weergave naar de laatste geselecteerde modus.
7.3 Kilometer of mijl instellen
Info
Als de eenheid wordt gewisseld, blijft de waarde bewaard en wordt omgerekend naar de geselecteerde eenheid.ODO
De waarden , , , en worden bij het omstellen gewist.TR1 TR2 A1 A2 S1
Voorwaarden
De motorfiets staat stil.
400329-01
–Toets zo vaak kort indrukken totdat de indicatie rechtsonder op het displayH
verschijnt.
–Toets 2 - 3 seconden indrukken.
Het setupmenu wordt met de geactiveerde functies worden weergegeven.
–Toets zo vaak kort indrukken totdat de indicatie / knippert.Km/h Mph
Km/h instellen
–Toets indrukken.
Mph instellen
–Toets indrukken.
–3 - 5 seconden wachten
De instellingen worden opgeslagen.
Info
Als er gedurende 10 -12 seconden geen toets wordt ingedrukt of geen
impuls wordt ontvangen van de wieltoerentalsensor, worden de instellingen
automatisch opgeslagen en het setupmenu wordt gesloten.

7 TACHOMETER 22
7.4 Tachometerfuncties instellen
Info
In de leveringstoestand is alleen de weergavemodus en geactiveerd.SPEED/H SPEED/ODO
Voorwaarden
De motorfiets staat stil.
400318-01
–Toets zo vaak kort indrukken totdat de indicatie rechtsonder op het displayH
verschijnt.
–Toets 2 - 3 seconden indrukken.
Het setupmenu wordt met de geactiveerde functies worden weergegeven.
Info
Als er 10 -12 seconden geen toets is ingedrukt, worden de instellingen
automatisch opgeslagen.
Als er gedurende 20 seconden geen toets wordt ingedrukt of geen impuls
wordt ontvangen van de wieltoerentalsensor, worden de instellingen automa-
tisch opgeslagen en het setupmenu wordt gesloten.
–Toets zo vaak kort indrukken totdat de gewenste functie knippert.
De geselecteerde functie knippert.
Functie activeren
–Toets indrukken.
Pictogram blijft op het display staan en de weergave wisselt naar de vol-
gende functie.
Functie deactiveren
–Toets indrukken.
Pictogram op het display verdwijnt en de weergave wisselt naar de volgende
functie.
7.5 Tijd instellen
Voorwaarden
De motorfiets staat stil.
400330-01
–Toets zo vaak kort indrukken totdat de indicatie rechtsonder op het displayCLK
verschijnt.
–Toets 2 - 3 seconden indrukken.
Uurweergave knippert.
–Uurweergave met de toets resp. toets instellen.
–3 - 5 seconden wachten
Het volgende segment van de weergave knippert en kan worden ingesteld.
–Door de toets en toets in te drukken kunnen de volgende segmenten op
dezelfde wijze als de uurweergave worden ingesteld.
Info
De seconden kunnen alleen op nul worden gezet.
Als er gedurende 15 -20 seconden geen toets wordt ingedrukt of geen
impuls wordt ontvangen van de wieltoerentalsensor, worden de instellingen
automatisch opgeslagen en het setupmenu wordt gesloten.
7.6 Rondetijd opvragen
Info
Deze functie kan alleen worden opgeroepen, als de rondetijden zijn gemeten.
Voorwaarden
De motorfiets staat stil.

7 TACHOMETER 28
7.20 Weergavemodus SPEED/A2 (gemiddelde snelheid 2)
400326-01
–Toets zo vaak kort indrukken totdat de indicatie rechtsboven op het displayA2
verschijnt.
A2 (gemiddelde snelheid 2) geeft de gemiddelde snelheid aan op basis van de actuele
snelheid als de chronometer (chronometer 2) loopt.S2
Info
De weergegeven waarde kan afwijken van de daadwerkelijke gemiddelde snel-
heid als na het rijden niet is gestopt.S2
Toets kort
indrukken.
Volgende weergavemodus
Toets 2 -
3 seconden
indrukken.
Geen functie
Toets 2 -
3 seconden
indrukken.
Geen functie
Toets kort
indrukken.
Geen functie
7.21 Weergavemodus SPEED/S1 (chronometer 1)
400327-01
–Toets zo vaak kort indrukken totdat de indicatie rechtsboven op het displayS1
verschijnt.
S1 (chronometer 1) geeft de rijtijd weer op basis van en loopt door als een impulsTR1
wordt ontvangen van de wieltoerentalsensor.
De berekening van deze waarde start met de eerste impuls van de wieltoerentalsensor
en eindigt 3 seconden na de laatste impuls.
Toets 2 -
3 seconden
indrukken.
Indicaties , en worden op 0,0 gezet.TR1 A1 S1
Toets kort
indrukken.
Volgende weergavemodus
Toets 2 -
3 seconden
indrukken.
Geen functie
Toets kort
indrukken.
Geen functie
7.22 Weergavemodus SPEED/S2 (chronometer 2)
400328-01
–Toets zo vaak kort indrukken totdat de indicatie rechtsboven op het displayS2
verschijnt.
S2 (chronometer 2) is een met de hand te bedienen chronometer.
Als op de achtergrond loopt, knippert de indicatie op het display van de tacho-S2 S2
meter.
Toets 2 -
3 seconden
indrukken.
Indicaties en worden op 0,0 gezet.S2 A2
Toets kort
indrukken.
Volgende weergavemodus
Toets 2 -
3 seconden
indrukken.
Geen functie
Toets kort
indrukken.
Start of stopt .S2

8 INBEDRIJFNAME 33
8.4 Voorbereidingen voor rijden op droog zand
600869-01
–Stofbescherming voor luchtfilter monteren.
Stofbescherming voor luchtfilter (77206920000)
Info
KTM PowerParts montagehandleiding in acht nemen.
600871-01
–Zandbescherming voor luchtfilter monteren.
Zandbescherming voor luchtfilter (59006022000)
Info
KTM PowerParts montagehandleiding in acht nemen.
600868-01
–Ketting reinigen.
Kettingreinigingsmiddel ( pag. 123)
–Staalkettingwiel monteren.
Tip
Ketting niet smeren.
–Radiateurlamellen reinigen.
–Verbogen radiateurlamellen voorzichtig uitlijnen.
8.5 Voorbereidingen voor rijden op nat zand
600870-01
–Waterbescherming voor luchtfilter monteren.
Waterbescherming voor luchtfilter (77206921000)
Info
KTM PowerParts montagehandleiding in acht nemen.
600868-01
–Ketting reinigen.
Kettingreinigingsmiddel ( pag. 123)
–Staalkettingwiel monteren.
Tip
Ketting niet smeren.
–Radiateurlamellen reinigen.
–Verbogen radiateurlamellen voorzichtig uitlijnen.

9 RIJ-INSTRUCTIES 38
9.8 Brandstof tanken
Gevaar
Gevaar voor brand Brandstof is licht ontvlambaar.
–Tank het voertuig nooit in de buurt van open vuur of brandende sigaretten en schakel de motor bij het tanken altijd uit.
Let er vooral op dat er geen brandstof wordt gemorst op de hete onderdelen van het voertuig. Gemorste brandstof meteen
afvegen.
–Als de brandstof wordt verwarmd zet deze in de brandstoftank uit en kan uitstromen als de tank te vol zit. Aanwijzingen
voor het tanken van brandstof in acht nemen.
Waarschuwing
Gevaar voor vergiftiging Brandstof is giftig en schadelijk voor de gezondheid.
–Erop letten dat brandstof niet in aanraking komt met de huid, ogen en kleding. Adem brandstofdampen niet in. Bij contact
met de ogen meteen met water spoelen en een arts raadplegen. Verontreinigde huid meteen reinigen met water en zeep.
Als brandstof is ingeslikt meteen een arts raadplegen. Met brandstof verontreinigde kleding wisselen.
Aanwijzing
Schade aan materiaal Voortijdige slijtage van het brandstoffilter.
–In enkele landen en regio's kan het voorkomen, dat de beschikbare brandstof niet voldoende kwaliteit of zuiverheid heeft. Dit leidt
tot problemen in het brandstofsysteem. (De geautoriseerde KTM-garage is u graag van dienst.)
–Alleen zuivere brandstof tanken, die voldoet aan de aangegeven norm.
Waarschuwing
Gevaar voor het milieu Ondeskundige omgang met brandstof is gevaarlijk voor het milieu.
–Er mag geen brandstof in het grondwater, de bodem of riolering terechtkomen.
–Motor parkeren.
–Tankdop openen. ( pag. 17)
401226-10
–Brandstoftank met brandstof vullen tot maximaal maat .
Voorgeschreven waarde
Maat 35 mm
Brandstoftank-
inhoud totaal
ca. (Alle EXC F‑
modellen)
9 l Brandstof super loodvrij (ROZ 95)
( pag. 121)
Brandstoftank-
inhoud totaal
ca. (Alle XCF-W-
modellen)
8,5 l Brandstof super loodvrij (ROZ 95)
( pag. 121)
–Tankdop sluiten. ( pag. 18)

11 CHASSIS AFSTELLEN 47
B01207-10
(Alle Six Days-modellen)
–Rode stelschroef tot de aanslag met de klok mee draaien.
Info
De stelschroef bevindt zich aan het bovenste uiteinde van de rechter
voorpoot.
De uitgaande demping bevindt zich aan rechter vorkpoot (rodeREB
stelschroef). De ingaande demping bevindt zich aan de linker
vorkpoot (witte stelschroef).COMP
–Afhankelijk van het voorvorktype een aantal klikken tegen de klok in draaien.
Voorgeschreven waarde
Uitgaande demping
Comfort 15 klikken
Standaard 13 klikken
Sport 11 klikken
Info
Draaien met de klok mee verhoogt de demping, draaien tegen de klok in
verlaagt de demping bij het uitveren.
11.14 Veervoorspanning voorvork instellen (EXC F EU/AU/BR, EXC F Factory Edition, XCF W)
‑
‑
‑
‑‑ ‑
‑
‑
‑‑ ‑
‑
‑
‑‑
M00092-01
(EXC F EU/AU/BR, XCF W)
‑
‑
‑
‑‑ ‑
‑
‑
‑‑
–Stelschroeven tot de aanslag tegen de klok in draaien.
Info
De instelling van beide vorkpoten moet gelijk zijn.
–Afhankelijk van het voorvorktype een aantal slagen met de klok mee draaien.
Voorgeschreven waarde
Veervoorspanning - Preload Adjuster
Comfort 1 omw
Standaard 2 omw
Sport 2 omw
Info
Draaien met de klok mee verhoogt de veervoorspanning, draaien tegen
de klok in verlaagt de veervoorspanning.
Het instellen van de veervoorspanning heeft geen invloed op de instel-
ling van de uitgaande demping.
Toch moet bij een verhoging van de veervoorspanning altijd ook de uit-
gaande demping worden verhoogd.
S00645-10
(EXC F Factory Edition)
‑
‑
‑
‑‑
–Stelschroeven tot de aanslag tegen de klok in draaien.
Info
De instelling van beide vorkpoten moet gelijk zijn.
–Afhankelijk van het voorvorktype een aantal slagen met de klok mee draaien.
Voorgeschreven waarde
Veervoorspanning - Preload Adjuster
Comfort 1 omw
Standaard 2 omw
Sport 2 omw

12 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 52
12.8 Vorkpoten monteren
M00095-10
Hoofdwerk
(EXC F EU/AU/BR, XCF W)
‑
‑
‑
‑‑ ‑
‑
‑
‑‑
–Vorkpoten positioneren.
De ontluchtingsschroeven zijn naar voren gepositioneerd.
Info
Aan het bovenste einde van de vorkpoten zijn aan de zijkant groeven
ingefreesd. De tweede ingefreesde groef (van boven) moet door de
bovenkant van de bovenste kroonplaat worden afgesloten.
M00145-11
–Schroeven vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef bovenste kroonplaat M8 20 Nm
–Schroeven vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef bovenste kroonplaat M8 15 Nm
S00640-10
(EXC F Factory Edition)
‑
‑
‑
‑‑
–Vorkpoten positioneren.
De ontluchtingsschroeven zijn naar voren gepositioneerd.
Info
Aan het bovenste einde van de vorkpoten zijn aan de zijkant groeven
ingefreesd. De tweede ingefreesde groef (van boven) moet door de
bovenkant van de bovenste kroonplaat worden afgesloten.
M00138-11
–Schroeven vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef bovenste kroonplaat M8 17 Nm
–Schroeven vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef onderste kroonplaat M8 15 Nm
M00137-10
(Alle Six Days-modellen)
–Vorkpoten positioneren.
De ontluchtingsschroeven zijn naar voren gepositioneerd.
Info
De uitgaande demping bevindt zich aan rechter vorkpoot (rodeREB
stelschroef). De ingaande demping bevindt zich aan de linker
vorkpoot (witte stelschroef).COMP
Aan het bovenste einde van de vorkpoten zijn aan de zijkant groeven
ingefreesd. De tweede ingefreesde groef (van boven) moet door de
bovenkant van de bovenste kroonplaat worden afgesloten.
M00138-11
–Schroeven vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef bovenste kroonplaat M8 17 Nm
–Schroeven vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef onderste kroonplaat M8 15 Nm

12 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 57
12.14 Onderste kroonplaat monteren (EXC F Factory Edition, Alle Six Days-modellen)
‑
‑
‑
‑‑
B01604-10
Hoofdwerk
–Lagers en afdichtelementen reinigen, op beschadiging controleren en invetten.
Smeervet met hoge viscositeit ( pag. 123)
–Onderste kroonplaat met vorkbuis plaatsen. Bovenste balhoofdlager monteren.
–Controleren of de balhoofdafdichting boven correct is gepositioneerd.
–Beschermring en keerring erop schuiven.
B01230-10
–Bovenste kroonplaat met stuur positioneren.
–Schroef monteren, maar nog niet vastdraaien.
–Koppelingskabel, kabelboom en spanningsregelaar positioneren. Schroeven
monteren en vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Overige schroeven chassis M6 10 Nm
S00627-10
(EXC F Factory Edition)
‑
‑
‑
‑‑
–Vorkpoten positioneren.
De ontluchtingsschroeven naar voren positioneren.
Info
Aan het bovenste einde van de vorkpoten zijn aan de zijkant groeven
ingefreesd. De tweede ingefreesde groef (van boven) moet door de
bovenkant van de bovenste kroonplaat worden afgesloten.
M00139-10
–Schroeven vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef onderste kroonplaat M8 15 Nm
S00637-10
–Schroef vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef balhoofd boven M20x1,5 12 Nm

12 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 66
101955-10
Hoofdwerk
(Alle EXC F modellen)
‑
‑
‑
‑‑
–Schroeven verwijderen.
–Eindkap met keerring verwijderen.
–Oude glasvezelvulling verwijderen.
–Onderdelen die weer worden gemonteerd reinigen en controleren of deze
beschadigd zijn.
–Nieuwe glasvezelvulling in de einddemper monteren.
–Keerring op de eindkap monteren.
–Eindkap positioneren.
–Alle schroeven monteren en vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroeven aan einddemper M5 7 Nm
101426-10
(Alle XCF-W-modellen)
–Schroeven van aansluitkap verwijderen.
–Aansluitkap met geperforeerde buis, keerring en glasvezelvulling
verwijderen.
–Schroeven verwijderen en eindkap met keerring verwijderen.
–Schroeven verwijderen en inzetstuk met dempstofmat verwijderen.
–Onderdelen die weer worden gemonteerd reinigen en controleren of deze
beschadigd zijn.
–Nieuwe dempstofmat op het inzetstuk monteren en met plakband vastzetten.
–Inzetstuk met dempstofmat in buitenbuis positioneren.
–Schroeven monteren en vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroeven aan einddemper M5 7 Nm
–Keerring op de aansluitkap monteren.
–Nieuwe glasvezelvulling op de geperforeerde buis monteren.
–Aansluitkap met glasvezelvulling in buitenpoot monteren.
Info
Glasvezelvulling met een stomp gereedschap in de buitenpoot duwen.
–Schroeven monteren en vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroeven aan einddemper M5 7 Nm
–Keerring op de eindkap monteren.
–Eindkap met keerring in buitenpoot positioneren.
–Schroeven monteren en vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroeven aan einddemper M5 7 Nm
Nawerk
–Einddemper monteren. ( pag. 65)

12 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 70
400725-01
Hoofdwerk
–Ketting regelmatig reinigen en vervolgens met kettingspray behandelen.
Kettingreinigingsmiddel ( pag. 123)
Kettingspray offroad ( pag. 123)
Nawerk
–Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 49)
12.38 Kettingspanning controleren
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallen Gevaar door verkeerde kettingspanning.
–Als de ketting te strak is gespannen worden de componenten van de secundaire krachtoverbrenging (ketting,
ketting-aandrijfwiel, kettingwiel en lager in de versnellingsbak en het achterwiel) extra belast. Dit kan leiden tot vroegtijdige
slijtage en in het uiterste geval kunnen ook de ketting of de uitgaande as van de versnelling breken. Als de ketting echter
te los zit kan deze van het ketting-aandrijfwiel resp. het kettingwiel vallen en het achterwiel blokkeren of de motor
beschadigen. Op een correcte kettingspanning letten en indien nodig instellen.
Voorwerk
–Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 49)
M00102-10
Hoofdwerk
–Ketting aan het einde van het onderste glijblok omhoog trekken en de kettingspan-
ning bepalen.
Info
Het onderste deel van de ketting moet daarbij gespannen zijn.
Bij gemonteerde kettingbescherming moet de ketting minimaal tot de aan-
slag van de kettingbescherming omhoog kunnen worden getrokken.
Kettingen verslijten niet altijd gelijkmatig, daarom de meting op verschil-
lende plekken van de ketting herhalen.
Kettingspanning 55… 58 mm
» Als de kettingspanning niet overeenkomt met de voorgeschreven waarde:
–Kettingspanning instellen. ( pag. 70)
Nawerk
–Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 49)
12.39 Kettingspanning instellen
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallen Gevaar door verkeerde kettingspanning.
–Als de ketting te strak is gespannen worden de componenten van de secundaire krachtoverbrenging (ketting,
ketting-aandrijfwiel, kettingwiel en lager in de versnellingsbak en het achterwiel) extra belast. Dit kan leiden tot vroegtijdige
slijtage en in het uiterste geval kunnen ook de ketting of de uitgaande as van de versnelling breken. Als de ketting echter
te los zit kan deze van het ketting-aandrijfwiel resp. het kettingwiel vallen en het achterwiel blokkeren of de motor
beschadigen. Op een correcte kettingspanning letten en indien nodig instellen.
Voorwerk
–Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 49)
–Kettingspanning controleren. ( pag. 70)

14 WIELEN, BANDEN 85
14.1 Voorwiel demonteren
Voorwerk
–Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 49)
M00116-10
Hoofdwerk
–Remklauw met de hand naar de remschijf duwen om de remzuigers terug te duwen.
Info
Erop letten dat bij het terugduwen van de remzuigers de remklauw niet
tegen de spaken worden geduwd.
M00117-10
–Schroef enkele slagen losdraaien.
–Schroeven losdraaien.
–Op de schroef drukken om de steekas uit de asopname te schuiven.
–Schroef verwijderen.
M00118-10
–Voorwiel vasthouden en steekas eruit trekken. Voorwiel uit de voorvork nemen.
Info
Remhendel niet gebruiken als het voorwiel is gedemonteerd.
Het wiel altijd zo neerleggen, dat de remschijf niet wordt beschadigd.
M00119-10
–Afstandsbussen verwijderen.
14.2 Voorwiel monteren
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallen Verminderde remwerking door olie of vet op de remschijven.
–Remschijven beslist olie- en vetvrij houden en indien nodig reinigen met een remmenreiniger.
M00119-11
–Wiellager controleren op beschadiging en slijtage.
» Wanneer de wiellager beschadigd of versleten is:
–Wiellager vervangen.
–Keerringen en loopvlak van de afstandsbussen reinigen en invetten.
Duurzaam vet ( pag. 123)
–Afstandsbussen erin zetten.

16 KOELSYSTEEM 99
16.3 Koelmiddelpeil controleren
Waarschuwing
Gevaar voor brandwonden Koelmiddel wordt bij gebruik van de motorfiets zeer heet en staat onder druk.
–Radiateur, radiateurslangen en de overige componenten van het koelsysteem niet openen bij een warme motor. Motor en
koelsysteem laten afkoelen. Verbrande huid meteen onder lauw water houden.
Waarschuwing
Gevaar voor vergiftiging Koelmiddel is giftig en schadelijk voor de gezondheid.
–Erop letten dat koelmiddel niet in aanraking komt met huid, ogen of kleding. Bij contact met de ogen meteen met water
spoelen en een arts raadplegen. Verontreinigde huid meteen reinigen met water en zeep. Als koelmiddel is ingeslikt meteen
een arts raadplegen. Met koelmiddel verontreinigde kleding wisselen. Koelmiddel buiten bereik van kinderen houden.
Voorwaarden
Motor is koud.
400243-10
–Motorfiets rechtop zetten op een vlakke ondergrond.
–Radiateurdop verwijderen.
–Koelmiddelpeil in de radiateur controleren.
Koelmiddelpeil boven de radiateur-
lamellen.
10 mm
» Als het koelmiddelpeil niet overeenkomt met de voorgeschreven waarde:
–Koelmiddelpeil corrigeren.
Koelmiddel ( pag. 121)
–Radiateurdop monteren.
16.4 Koelmiddel aftappen
Waarschuwing
Gevaar voor brandwonden Koelmiddel wordt bij gebruik van de motorfiets zeer heet en staat onder druk.
–Radiateur, radiateurslangen en de overige componenten van het koelsysteem niet openen bij een warme motor. Motor en
koelsysteem laten afkoelen. Verbrande huid meteen onder lauw water houden.
Waarschuwing
Gevaar voor vergiftiging Koelmiddel is giftig en schadelijk voor de gezondheid.
–Erop letten dat koelmiddel niet in aanraking komt met huid, ogen of kleding. Bij contact met de ogen meteen met water
spoelen en een arts raadplegen. Verontreinigde huid meteen reinigen met water en zeep. Als koelmiddel is ingeslikt meteen
een arts raadplegen. Met koelmiddel verontreinigde kleding wisselen. Koelmiddel buiten bereik van kinderen houden.
Voorwaarden
Motor is koud.
B01567-10
–Motorfiets rechtop zetten.
–Geschikte bak onder het waterpompdeksel klaarzetten.
–Schroef verwijderen. Radiateurdop verwijderen.
–Koelmiddel volledig laten uitlopen.
–Schroef met nieuwe pakking monteren en vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef waterpompdeksel M6 10 Nm

16 KOELSYSTEEM 100
16.5 Koelmiddel vullen
Waarschuwing
Gevaar voor vergiftiging Koelmiddel is giftig en schadelijk voor de gezondheid.
–Erop letten dat koelmiddel niet in aanraking komt met huid, ogen of kleding. Bij contact met de ogen meteen met water
spoelen en een arts raadplegen. Verontreinigde huid meteen reinigen met water en zeep. Als koelmiddel is ingeslikt meteen
een arts raadplegen. Met koelmiddel verontreinigde kleding wisselen. Koelmiddel buiten bereik van kinderen houden.
M00196-10
Hoofdwerk
–Controleren of schroef met het juiste moment is vastgedraaid.
–Motorfiets rechtop zetten.
–Koelmiddel tot maat via de radiateurlamellen vullen.
Voorgeschreven waarde
10 mm
Koelmiddel 1,2 l Koelmiddel ( pag. 121)
–Radiateurdop monteren.
Nawerk
–Korte proefrit maken.
–Koelmiddelpeil controleren. ( pag. 99)
Specyfikacje produktu
Marka: | KTM |
Kategoria: | Silnik |
Model: | 350 EXC-F Six Days (2015) |
Potrzebujesz pomocy?
Jeśli potrzebujesz pomocy z KTM 350 EXC-F Six Days (2015), zadaj pytanie poniżej, a inni użytkownicy Ci odpowiedzą
Instrukcje Silnik KTM

15 Października 2024

14 Października 2024

13 Października 2024

13 Października 2024

12 Października 2024

11 Października 2024

11 Października 2024

11 Października 2024

10 Października 2024

4 Października 2024
Instrukcje Silnik
- Silnik Yamaha
- Silnik Triumph
- Silnik Kawasaki
- Silnik Honda
- Silnik Milwaukee
- Silnik Ducati
- Silnik BMW
- Silnik GasGas
- Silnik Suzuki
- Silnik Husqvarna
- Silnik Aprilia
- Silnik Mercedes-Benz
- Silnik Danfoss
- Silnik Texas
- Silnik ELAC
- Silnik Kettler
- Silnik Mitsubishi
- Silnik Indian
- Silnik Piaggio
- Silnik Reebok
- Silnik Juki
- Silnik Beta
- Silnik Bajaj
- Silnik Royal Enfield
- Silnik Sherco
- Silnik Hyosung
- Silnik Benelli
- Silnik Cagiva
- Silnik Metabo
- Silnik Nautilus
- Silnik Mash
- Silnik Hero
- Silnik Victory
- Silnik Emco
- Silnik Chang Jiang
- Silnik Harley Davidson
- Silnik Moto Guzzi
- Silnik Derbi
- Silnik SMC
- Silnik Ridley
- Silnik Anova
- Silnik Zero
- Silnik MV Agusta
- Silnik BodyCraft
- Silnik Mahindra
- Silnik CRRCpro
Najnowsze instrukcje dla Silnik

1 Marca 2025

21 Lutego 2025

17 Lutego 2025

16 Lutego 2025

14 Lutego 2025

8 Lutego 2025

8 Lutego 2025

2 Lutego 2025

2 Lutego 2025

15 Stycznia 2025