Instrukcja obsługi Husqvarna TC 250 (2020)

Husqvarna Silnik TC 250 (2020)

Przeczytaj poniżej 📖 instrukcję obsługi w języku polskim dla Husqvarna TC 250 (2020) (135 stron) w kategorii Silnik. Ta instrukcja była pomocna dla 4 osób i została oceniona przez 2 użytkowników na średnio 4.5 gwiazdek

Strona 1/135
BEDIENINGSHANDLEIDING 2020
TC 250
Artikelnr. 3402333nl
BESTE HUSQVARNA MOTORCYCLES-KLANT,
*3402333nl*
3402333nl
05/2019
BESTE
BESTE
BESTE
BESTEBESTE HUSQVARNA MOTORCYCLES-KLANT,
HUSQVARNA MOTORCYCLES-KLANT,
HUSQVARNA MOTORCYCLES-KLANT,
HUSQVARNA MOTORCYCLES-KLANT,HUSQVARNA MOTORCYCLES-KLANT,
We wensen u veel geluk met uw keuze voor een Husqvarna-motorfiets. U bent nu in het bezit van een modern
en sportief voertuig dat, mits goed onderhouden, u lang plezier zal schenken.
We wensen u te allen tijde een goede en veilige reis toe!
Hieronder het serienummer van uw voertuig invullen.
Voertuigidentificatiennummer ( pag. 13) Dealerstempel
Motornummer ( pag. 13)
De bedieningshandleiding komt op het tijdstip dat deze ter perse gaat overeen met de nieuwste stand van het
model. Kleine afwijkingen die het resultaat zijn van een constructieve ontwikkeling kunnen echter niet worden
uitgesloten.
Alle hier genoemde gegevens zijn vrijblijvend. Husqvarna Motorcycles GmbH houdt zich het recht voor tech-
nische gegevens, prijzen, kleuren, vormen, materialen, dienst- en serviceverlening, constructies, uitrustingen
en dergelijke zonder voorafgaande aankondiging en zonder opgave van redenen te wijzigen resp. zonder ver-
goeding te annuleren, deze aan te passen aan de plaatselijke situatie of de productie van een bepaald model
zonder voorafgaande aankondiging te beëindigen. Husqvarna Motorcycles is niet aansprakelijk voor leverings-
mogelijkheden, afwijkingen van afbeeldingen en beschrijvingen, drukfouten en vergissingen. De afgebeelde
modellen zijn voor een deel voorzien van speciale uitrustingen die niet standaard bij de leveringsomvang horen.
© 2019 Husqvarna Motorcycles GmbH, Mattighofen Oostenrijk
Alle rechten voorbehouden
Nadruk, ook gedeeltelijk, en reproductie op welke wijze dan ook uitsluitend met schriftelijke toestemming van
de auteur.
ISO 9001(12 100 6061)
Husqvarna Motorcycles past kwaliteitsborgingsprocessen toe in de zin van de internationale kwa-
liteitsmanagementsnorm ISO 9001 om een zo hoog mogelijke productkwaliteit te bereiken.
Afgegeven door: TÜV-Management Service
Husqvarna Motorcycles GmbH
Stallhofnerstraße 3
5230 Mattighofen, Oostenrijk
Dit document is geldig voor de volgende modellen:
TC 250 (F2301T1)
INHOUDSOPGAVE
3
10.12 Basisinstelling voorvork
controleren.......................................... 40
10.13 Voorvorkluchtdruk instellen ................ 41
10.14 Ingaande demping voorvork
instellen............................................... 42
10.15 Uitgaande demping voorvork
instellen............................................... 42
10.16 Stuurstand .......................................... 43
10.17 Stuurstand instellen ........................ 43
11 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS......... 45
11.1 Motorfiets met hefbok opkrikken........ 45
11.2 Motorfiets van hefbok nemen ............. 45
11.3 Vorkpoten ontluchten ......................... 46
11.4 Vuilschrapers vorkpoten reinigen ....... 46
11.5 Voorvorkprotector demonteren .......... 47
11.6 Voorvorkprotector monteren .............. 47
11.7 Vorkpoten demonteren ................... 47
11.8 Vorkpoten monteren ....................... 48
11.9 Onderste kroonplaat
demonteren ..................................... 49
11.10 Onderste kroonplaat monteren ....... 49
11.11 Speling balhoofdlager controleren...... 51
11.12 Speling balhoofdlager instellen ....... 52
11.13 Balhoofdlager smeren ..................... 53
11.14 Startnummerbord demonteren ........... 53
11.15 Startnummerbord monteren ............... 53
11.16 Spatbord voor demonteren ................ 53
11.17 Spatbord voor monteren..................... 54
11.18 Schokdemper demonteren ............. 55
11.19 Schokdemper monteren ................. 56
11.20 Zadel verwijderen................................ 57
11.21 Zadel monteren................................... 58
11.22 Deksel luchtfilterbak demonteren ....... 59
11.23 Deksel luchtfilterbak monteren ........... 59
11.24 Luchtfilter demonteren .................... 59
11.25 Luchtfilter en luchtfilterbak
reinigen ........................................... 60
11.26 Luchtfilter monteren ........................ 61
11.27 Einddemper demonteren .................... 61
11.28 Einddemper monteren ........................ 62
11.29 Glasvezelvulling van einddemper
vervangen ........................................ 62
11.30 Zijbekleding rechts demonteren ......... 63
11.31 Zijbekleding rechts monteren ............. 63
11.32 Brandstoftank demonteren ............. 64
11.33 Brandstoftank monteren ................. 65
11.34 Vervuiling ketting controleren ............. 66
11.35 Ketting reinigen................................... 66
11.36 Kettingspanning controleren............... 67
11.37 Kettingspanning instellen.................... 68
11.38 Ketting, kettingwiel,
ketting-aandrijfwiel en
kettinggeleiding controleren ............... 69
11.39 Frame controleren ........................... 71
11.40 Achterbrug controleren ................... 71
11.41 Gaskabelplaatsing controleren ........... 71
11.42 Rubberen stuurcovers controleren ..... 72
11.43 Uitgangspositie koppelingshendel
instellen............................................... 73
11.44 Vloeistofpeil hydraulische koppeling
controleren/corrigeren ........................ 73
11.45 Vloeistof van de hydraulische
koppeling verversen ........................ 74
12 REMSYSTEEM ................................................ 76
12.1 Vrije slag remhendel controleren ........ 76
12.2 Uitgangspositie van de
handremhendel instellen..................... 76
12.3 Remschijven controleren .................... 76
12.4 Remvloeistofpeil voorwielrem
controleren.......................................... 77
12.5 Remvloeistof van de voorwielrem
bijvullen ........................................... 77
12.6 Remplaketten van de voorwielrem
controleren.......................................... 79
12.7 Remplaketten van de voorwielrem
vervangen ........................................ 79
12.8 Vrije slag rempedaal controleren ........ 81
12.9 Uitgangspositie van het rempedaal
instellen ........................................... 82
12.10 Remvloeistofpeil achterwielrem
controleren.......................................... 82
12.11 Remvloeistof achterwielrem
bijvullen ........................................... 83
12.12 Remplaketten van de achterwielrem
controleren.......................................... 84
12.13 Remplaketten van de achterwielrem
vervangen ........................................ 84
13 WIELEN, BANDEN........................................... 87
13.1 Voorwiel demonteren ...................... 87
13.2 Voorwiel monteren .......................... 88
13.3 Achterwiel demonteren ................... 88
13.4 Achterwiel monteren ....................... 90
13.5 Bandentoestand controleren .............. 91
13.6 Bandenspanning controleren.............. 91
13.7 Spaakspanning controleren................ 92
14 KOELSYSTEEM............................................... 93
14.1 Koelsysteem ....................................... 93
14.2 Antivries en koelmiddelpeil
controleren.......................................... 93
14.3 Koelmiddelpeil controleren ................. 94
INHOUDSOPGAVE
4
14.4 Koelmiddel aftappen ....................... 95
14.5 Koelmiddel vullen ............................ 95
15 MOTOR AFSTELLEN....................................... 97
15.1 Speling gaskabel controleren ............. 97
15.2 Speling gaskabel instellen .............. 97
15.3 Carburateur afstellen .......................... 98
15.4 Carburateur - stationaire afstelling ... 100
15.5 Carburateur - stationair toerental
instellen ......................................... 101
15.6 Vlotterkamer carburateur
aftappen ........................................ 102
15.7 Uitgangspositie versnellingshendel
controleren........................................ 103
15.8 Uitgangspositie van de
versnellingshendel instellen .......... 103
15.9 Motorkarakteristiek - hulpveer.......... 104
15.10 Motorkarakteristiek hulpveer
instellen ......................................... 104
16 SERVICEWERKZAAMHEDEN MOTOR ......... 106
16.1 Cardanoliepeil controleren................ 106
16.2 Cardanolie verversen .................... 106
16.3 Cardanolie bijvullen ....................... 107
17 REINIGING, ONDERHOUD ........................... 109
17.1 Motorfiets reinigen ............................ 109
18 STALLING...................................................... 111
18.1 Stalling .............................................. 111
18.2 Inbedrijfname na stalling................... 112
19 FOUTEN OPSPOREN.................................... 113
20 TECHNISCHE GEGEVENS............................ 115
20.1 Motor ................................................ 115
20.2 Aanhaalmomenten motor ................. 115
20.3 Carburateur....................................... 118
20.3.1 Carburateur afstellen .................... 118
20.3.2 Carburateur - basisinstelling
zandtrajecten................................ 119
20.4 Vulhoeveelheden............................... 119
20.4.1 Cardanolie.................................... 119
20.4.2 Koelmiddel ................................... 119
20.4.3 Brandstof...................................... 119
20.5 Chassis ............................................. 119
20.6 Banden.............................................. 120
20.7 Voorvork............................................ 120
20.8 Schokdemper ................................... 121
20.9 Aanhaalmomenten chassis ............... 121
21 GEBRUIKSSTOFFEN .................................... 124
22 HULPSTOFFEN............................................. 126
23 NORMEN....................................................... 128
24 LIJST MET AFKORTINGEN........................... 129
INDEX .................................................................... 130
SYMBOLEN EN FORMATERINGEN 1
5
1.1 Gebruikte pictogrammen
Hieronder wordt het gebruik van bepaalde pictogrammen toegelicht.
Kenmerkt een verwachte reactie (bijv. van een werkstap handeling of functie).
Kenmerkt een onverwachte reactie (bijv. van een werkstap handeling of functie).
Alle werkzaamheden die met dit pictogram zijn gekenmerkt vereisen vakkennis en technisch
begrip. Laat de werkzaamheden voor uw eigen veiligheid uitvoeren in een geautoriseerde
Husqvarna Motorcycles-garage! Daar wordt uw motorfiets door speciaal geschoolde vakkun-
dige medewerkers met het benodigde hulpgereedschap optimaal onderhouden.
Kenmerkt de verwijzing naar een pagina (op de aangegeven pagina vindt u meer informatie).
Kenmerkt een aanwijzing met verdere informatie of tips.
Kenmerkt het resultaat uit een test-/controlestap.
Kenmerkt het einde van een werkzaamheid, inclusief eventuele nabewerkingen.
1.2 Gebruikte formatering
Hieronder worden de gebruikte letterformaten verklaard.
Eigennaam Kenmerkt een eigennaam.
Naam®Kenmerkt een beschermde naam.
Merk™ Kenmerkt een merk in het handelsverkeer.
Onderstreepte woorden Verwijzen naar technische details van het voertuig of kenmerken vakter-
men die in de begrippenlijst worden uitgelegd.
2 VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
6
2.1 Gebruiksdefinitie - beoogd gebruik
Dit voertuig is zodanig ontworpen en gebouwd dat het gangbare belastingen bij normale races kan weerstaan.
Dit voertuig voldoet aan het geldende reglement en de geldende categorieën van de hoogste internationale
motorsportbonden.
Info
Gebruik dit voertuig uitsluitend op afgesloten trajecten buiten het openbare wegennet.
2.2 Onjuist gebruik
Gebruik het voertuig uitsluitend op de beoogde wijze.
Het niet op de beoogde wijze gebruiken van het voertuig kan leiden tot gevaren voor personen, materiaal en
milieu.
Elk gebruik van het voertuig anders dan op de beoogde wijze geldt als onjuist gebruik.
Als onjuist gebruik geldt ook het gebruik van bedrijfs- en hulpmiddelen die niet voldoen aan de vereiste specifi-
caties.
2.3 Veiligheidsaanwijzingen
Voor een veilige omgang met het beschreven product dienen enkele veiligheidsaanwijzingen in acht te worden
genomen. Lees daarom deze handleiding en alle andere handleidingen in de omvang van de levering zorgvul-
dig door. De veiligheidsaanwijzingen zijn geaccentueerd en met links gekoppeld aan de relevante plaatsen in
de tekst.
Info
Op goed zichtbare plaatsen op het beschreven product zijn verschillende aanwijzings- en waarschu-
wingsstickers aangebracht. Geen stickers met aanwijzingen en waarschuwingen verwijderen. Als deze
ontbreken kunt u of andere personen de gevaren niet herkennen en daardoor letsel oplopen.
2.4 Gevarenniveau en pictogrammen
Gevaar
Waarschuwing voor een gevaar dat direct en met zekerheid overlijden of zwaar blijvend letsel tot gevolg
heeft als u niet de juiste voorzorgsmaatregelen neemt.
Waarschuwing
Waarschuwing voor een gevaar dat waarschijnlijk overlijden of zwaar letsel tot gevolg heeft als u niet de
juiste voorzorgsmaatregelen neemt.
Voorzichtig
Waarschuwing voor een gevaar dat mogelijk licht letsel tot gevolg heeft als u niet de juiste voorzorgs-
maatregelen neemt.
Aanwijzing
Waarschuwing voor een gevaar dat aanmerkelijke schade aan machine of materiaal tot gevolg heeft als u niet
de juiste voorzorgsmaatregelen neemt.
Aanwijzing
Waarschuwing voor een gevaar dat schade aan het milieu tot gevolg heeft als u niet de juiste voorzorgs-
maatregelen neemt.
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN 2
7
2.5 Waarschuwing voor manipulaties
Het is niet toegestaan wijzigingen aan te brengen aan de componenten van de geluidsdemping. De volgende
maatregelen of de realisatie van de betreffende toestanden zijn wettelijk verboden:
1 Verwijderen of buiten werking stellen van systemen of componenten van een nieuw voertuig die de geluids-
demping dienen voordat het wordt verkocht of geleverd aan de eindklant of tijdens de gebruiksduur van het
voertuig voor andere doeleinden dan voor service, reparatie of vervanging, evenals
2 Gebruik van het voertuig nadat een dergelijk systeem of een dergelijke component verwijderd of buiten
werking is gesteld.
Voorbeelden van wettelijk verboden manipulaties:
1 Verwijderen of doorboren van einddempers, geluidsdempers, bochtstukken of andere componenten die
uitlaatgassen geleiden.
2 Verwijderen of doorboren van delen van het inlaatsysteem.
3 Gebruik in niet-correcte onderhoudstoestand.
4 Vervangen van bewegende onderdelen van het voertuig, onderdelen van het uitlaatsysteem of onderdelen
van het inlaatsysteem door onderdelen die niet door de fabrikant zijn toegelaten.
2.6 Veilig gebruik
Gevaar
Gevaar voor ongevallenBestuurders die niet geschikt zijn voor het verkeer vormen een gevaar voor
zichzelf en voor anderen.
Rijd niet met het voertuig, als u door alcohol, drugs of medicijnen ongeschikt voor het verkeer bent.
Rijd niet met het voertuig, als u hiertoe fysiek of psychisch niet in staat bent.
Gevaar
Gevaar voor vergiftigingUitlaatgassen zijn giftig en kunnen bewusteloosheid en/of de dood tot
gevolg hebben.
Zorg bij gebruik van de motor steeds voor voldoende ventilatie.
Gebruik een geschikte uitlaatgasafzuiging als u de motor in een gesloten ruimte start of laat draaien.
Waarschuwing
Gevaar voor verbrandingSommige onderdelen van het voertuig worden bij gebruik van het voertuig
zeer heet.
Raak onderdelen zoals uitlaatsysteem, koeler, motor, stootdemper en remsysteem pas aan, als
deze voertuigcomponenten zijn afgekoeld.
Laat de voertuigcomponenten afkoelen voordat u werkzaamheden uitvoert.
Het voertuig uitsluitend in technisch goede staat, op de boogde wijze, en veiligheids- en milieubewust gebrui-
ken.
Het voertuig mag uitsluitend door geïnstrueerde personen worden gebruikt.
Storingen die de veiligheid beïnvloeden, moeten onmiddellijk door een geautoriseerde Husqvarna Motorcycles-
garage worden verholpen.
De op het voertuig aangebrachte stickers met aanwijzingen en waarschuwingen in acht nemen.
BELANGRIJKE AANWIJZINGEN 3
9
3.1 Garantie
De in het serviceschema voorgeschreven werkzaamheden mogen uitsluitend door een geautoriseerde Husq-
varna Motorcycles-garage worden uitgevoerd en moeten in het Husqvarna Motorcycles Dealer.net worden
bevestigd, omdat anders de garantie volledig vervalt. Bij schade of gevolgschade die door manipulaties en/of
wijzigingen aan het voertuig zijn veroorzaakt, bestaat er geen aanspraak op garantie.
3.2 Bedrijfsmiddelen, hulpstoffen
Aanwijzing
Gevaar voor het milieu Ondeskundige omgang met brandstof is gevaarlijk voor het milieu.
Er mag geen brandstof in het grondwater, de bodem of riolering terechtkomen.
Bedrijfsmiddelen en hulpstoffen volgens de bedieningshandleiding en specificaties gebruiken.
3.3 Reserveonderdelen, toebehoren
Gebruik voor uw eigen veiligheid alleen reserveonderdelen en toebehoren die door Husqvarna Motorcycles zijn
vrijgegeven en/of aanbevolen en laat deze alleen in een geautoriseerde Husqvarna Motorcycles-garage monte-
ren. Voor andere producten en daardoor veroorzaakte schade is Husqvarna Motorcycles niet aansprakelijk.
De artikelnummers van sommige reserveonderdelen en toebehoren zijn bij de desbetreffende beschrijvingen
tussen haakjes aangegeven. Uw geautoriseerde Husqvarna Motorcycles-dealer adviseert u graag.
Het nieuwste Husqvarna Motorcycles-toebehoren voor uw voertuig vindt u bij uw geautoriseerde
Husqvarna°Motorcycles-dealer en op de Husqvarna Motorcycles-website.
Internationale Husqvarna Motorcycles-website: www.husqvarna-motorcycles.com
3.4 Service
Voorwaarde voor een storingsvrij gebruik en het voorkomen van voortijdige slijtage is dat u zich houdt aan de
in de bedieningshandleiding genoemde service, onderhouds- en afstelwerkzaamheden aan de motor en het
chassis. Door een onjuist afgesteld chassis kunnen chassiscomponenten beschadigen of afbreken.
Wanneer het voertuig onder zwaardere omstandigheden wordt gebruikt zoals op zand of op een nat of modde-
rig traject/terrein, kunnen componenten zoals aandrijving, remsystemen of veringscomponenten duidelijk snel-
ler verslijten. Daarom kan het nodig zijn onderdelen reeds voor het bereiken van het volgende service-interval
te controleren of te vervangen.
Het is belangrijk dat u zich strikt houdt aan de voorgeschreven inrijtijden en service-intervallen. De inachtne-
ming daarvan draagt in belangrijke mate bij aan de verhoging van de levensduur van de motorfiets.
Bij de intervallen gebaseerd op tijd of kilometerstand is het interval dat als eerste komt doorslaggevend.
3.5 Afbeeldingen
De in de handleiding weergegeven afbeeldingen tonen deels speciale uitrustingen.
Voor een betere weergave en toelichting kunnen enkele onderdelen gedemonteerd of niet afgebeeld zijn. Voor
de betreffende beschrijving is het echter niet altijd noodzakelijk dat deze onderdelen worden gedemonteerd.
Houdt u zich aan de aanwijzingen in de tekst.
3 BELANGRIJKE AANWIJZINGEN
10
3.6 Klantenservice
De geautoriseerde Husqvarna Motorcycles-dealer beantwoordt graag uw vragen over uw voertuig of over
Husqvarna Motorcycles.
De lijst met geautoriseerde Husqvarna Motorcycles-dealers vindt u op de Husqvarna Motorcycles-website.
Internationale Husqvarna Motorcycles-website: www.husqvarna-motorcycles.com
AFBEELDING VOERTUIG 4
11
4.1 Afbeelding voertuig linksvoor (symbolische weergave)
F02288-10
1Tankdop
2Deksel luchtfilterbak
3Plug-in-standaard ( pag. 19)
4Versnellingshendel ( pag. 18)
5Motornummer ( pag. 13)
6Choke ( pag. 17)
7Brandstofkraan
4 AFBEELDING VOERTUIG
12
4.2 Afbeelding voertuig rechtsachter (symbolische weergave)
F02289-10
1Koppelingshendel ( pag. 15)
2Stopknop ( pag. 15)
3Voorvork luchtdrukinstelling
4Voorvorkinstelling ingaande demping
5Gashendel ( pag. 15)
6Remhendel ( pag. 15)
7Kickstarterhendel ( pag. 18)
8Rempedaal ( pag. 18)
9Schokdemperinstelling ingaande demping
bk Schokdemperinstelling uitgaande demping
bl Kijkglas remvloeistof achter
SERIENUMMERS 5
13
5.1 Voertuigidentificatiennummer
401945-10
Het voertuigidentificatienummer 1is aan de rechterkant van het
balhoofd gegraveerd.
5.2 Typeplaatje
401946-10
Het typeplaatje 1is aan de voorzijde van het balhoofd aange-
bracht.
5.3 Motornummer
H01047-10
Het motornummer 1in de linkerkant van de motor boven het
ketting-aandrijfwiel gegraveerd.
5.4 Artikelnummer voorvork
401947-10
Het artikelnummer van de voorvork 1is aan de binnenzijde van
de asopname gegraveerd.
5 SERIENUMMERS
14
5.5 Artikelnummer schokdemper
401948-10
Het artikelnummer van de schokdemper 1is op het bovenste
deel van de schokdemper boven de stelring naar de motorzijde
toe gegraveerd.
BEDIENINGSELEMENTEN 6
15
6.1 Koppelingshendel
S03435-10
De koppelingshendel 1is aan de linkerkant van het stuur aan-
gebracht.
De koppeling wordt hydraulisch bediend en automatisch bijge-
steld.
6.2 Remhendel
S03436-10
De remhendel 1is rechts aan het stuur aangebracht.
De voorwielrem wordt bediend met de remhendel.
6.3 Gashendel
S03436-11
De gashendel 1is aan de rechterzijde van het stuur aange-
bracht.
6.4 Stopknop
S03437-10
De stopknop 1is aan de linkerzijde van het stuur aangebracht.
Mogelijke toestanden
Stopknop in uitgangspositie In deze stand is het ontste-
kingscircuit gesloten en kan de motor worden gestart.
Stopknop ingedrukt In deze stand is het ontstekingscir-
cuit onderbroken. Een draaiende motor schakelt uit en een
stilstaande motor schakelt niet in.
6 BEDIENINGSELEMENTEN
16
6.5 Ontstekingscurveschakelaar
F02276-10
De ontstekingscurveschakelaar 1is rechts op het stuur aange-
bracht.
Mogelijke toestanden
Ontstekingscurveschakelaar in stand In deze stand is deI –
ontstekingscurve Performance actief.
Ontstekingscurveschakelaar in stand In deze stand is deII –
ontstekingscurve Soft actief.
6.6 Tankdop openen
Gevaar
Gevaar voor brand Brandstof is licht ontvlambaar.
De brandstof in de tank wordt verwarmd zet deze in de brandstoftank uit en kan uit de tank stromen.
Tank het voertuig niet in de buurt van open vuur of brandende sigaretten.
Zet de motor uit, als u brandstof tankt.
Voorkom dat brandstof wordt gemorst, in het bijzonder op hete delen van het voertuig.
Wis eventueel gemorste brandstof onmiddellijk weg.
Neem de gegevens over het tanken van brandstof in acht.
Waarschuwing
Gevaar voor vergiftiging Brandstof is giftig en schadelijk voor de gezondheid.
Voorkom contact van brandstof met de huid, de ogen of kleding.
Raadpleeg onmiddellijk een arts, als brandstof werd ingeslikt.
Adem geen brandstofdampen in.
Bij contact met de huid desbetreffende plek onmiddellijk met veel water afspoelen.
Ogen minstens onmiddellijk grondig met water uitspoelen en onmiddellijk een arts opzoeken, als
brandstof in de ogen zijn gekomen.
Wissel uw kleding, als er brandstof op is gekomen.
Bewaar brandstof correct in een geschikt reservoir en buiten het bereik van kinderen.
Aanwijzing
Gevaar voor het milieu Ondeskundige omgang met brandstof is gevaarlijk voor het milieu.
Er mag geen brandstof in het grondwater, de bodem of riolering terechtkomen.
F02268-10
Tankdop 1tegen de klok in draaien en naar boven toe ver-
wijderen.
6 BEDIENINGSELEMENTEN
18
6.10 Versnellingshendel
401950-10
De versnellingshendel 1is aan de linkerkant van de motor
gemonteerd.
401950-13
De positie van de versnellingen kan afgelezen worden van de
afbeelding.
De neutrale of stationaire stand bevindt zich tussen de 1e en 2e
versnelling.
6.11 Kickstarterhendel
401954-10
De kickstarterhendel 1is rechts aan de motor aangebracht.
De kickstarterhendel kan worden gezwenkt.
Info
Voor het rijden eerst de kickstarterhendel naar de motor
zwenken.
6.12 Rempedaal
401956-10
Het rempedaal 1bevindt zich voor de rechter voetsteun.
Met het rempedaal wordt de achterwielrem bediend.
BEDIENINGSELEMENTEN 6
19
6.13 Plug-in-standaard
H02629-10
De opname voor de plug-in-standaard 1is de linkerzijde van
de steekas.
De plug-in-standaard wordt gebruikt voor het parkeren van de
motorfiets.
Bij het transporteren van de motorfiets wordt de
plug-in-standaard als vorkblokkering gebruikt.
Info
De plug-in-standaard verwijderen voordat u gaat rijden.
Aan de opnamen van de plug-in-standaard kan gereed-
schap worden bevestigd.
6.14 Bedrijfsurenteller
F02269-10
De bedrijfsurenteller 1is voor het stuur aangebracht.
Hij geeft het totale aantal bedrijfsuren van de motor aan.
De bedrijfsurenteller begint te tellen als de motor wordt gestart
en hij stopt als de motor wordt uitgeschakeld.
Info
Op de bedrijfsurenteller kan niets worden gewist of inge-
steld.
7 INBEDRIJFSTELLING
20
7.1 Aanwijzingen voor eerste inbedrijfstelling
Gevaar
Gevaar voor ongevallen Bestuurders die niet geschikt zijn voor het verkeer vormen een gevaar voor
zichzelf en voor anderen.
Rijd niet met het voertuig, als u door alcohol, drugs of medicijnen ongeschikt voor het verkeer bent.
Rijd niet met het voertuig, als u hiertoe fysiek of psychisch niet in staat bent.
Waarschuwing
Gevaar voor letsel Geen of slechte beschermende kleding vormt een verhoogd risico.
Draag bij alle ritten geschikte, beschermende bekleding zoals helm, laarzen, handschoenen als-
mede broek en jas met bescherming.
Draag altijd beschermende kleding die zich in een goede staat bevindt en voldoet aan de wettelijke
voorschriften.
Waarschuwing
Gevaar voor vallen Verschillende profielen van voor- en achterwiel beïnvloeden het rijgedrag.
Verschillende profielen kunnen de controle over het voertuig aanzienlijk moeilijker maken.
Zorg ervoor dat voor- en achterwiel steeds van banden met hetzelfde profiel zijn voorzien.
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallen Een niet-aangepaste rijwijze beïnvloedt het rijgedrag.
Pas de rijsnelheid aan de toestand van de rijweg en uw rijvaardigheden aan.
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallen Het voertuig is niet geschikt voor het meenemen van een bijrijder.
Neem geen bijrijder mee.
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallen Het remsysteem valt uit bij oververhitting.
Als het rempedaal niet wordt vrijgegeven slijten de remplaketten ononderbroken.
De voet van het rempedaal nemen, als u niet wilt remmen.
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallen Totaal gewicht en aslasten beïnvloeden het rijgedrag.
Overschrijd het hoogst toegestane totaalgewicht en de aslasten niet.
Waarschuwing
Gevaar voor diefstal Onbevoegd handelende personen vormen een gevaar voor zichzelf en voor
anderen.
Laat het voertuig nooit zonder opzicht achter, als de motor loopt.
Beveilig het voertuig tegen gebruik door onbevoegden.
Info
Denk er bij het gebruik van de motorfiets aan dat andere mensen last kunnen hebben van teveel lawaai.
Zorg ervoor dat de werkzaamheden van de controle voor de verkoop worden uitgevoerd door een geautori-
seerde Husqvarna Motorcycles-dealer.
U ontvangt het leveringsdocument bij de overdracht van het voertuig.
Voordat u voor het eerst gaat rijden, moet u de volledige bedieningshandleiding goed doorlezen.
INBEDRIJFSTELLING 7
21
Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de bedieningselementen.
Uitgangspositie van de koppelingshendel instellen. ( pag. 73)
Uitgangspositie van de handremhendel instellen. ( pag. 76)
Uitgangspositie van het rempedaal instellen. ( pag. 82)
Uitgangspositie van de versnellingshendel instellen. ( pag. 103)
Wen eerst op een hiervoor geschikt terrein aan het rijgedrag van de motorfiets voordat u een veeleisende
tocht onderneemt.
Info
Uw motorfiets is niet goedgekeurd voor het rijden op openbare wegen.
Bij het rijden op het terrein is het raadzaam iemand met een tweede voertuig mee te nemen om
elkaar te assisteren.
Probeer ook eens zo langzaam mogelijk te rijden en staand te rijden, zodat u meer gevoel voor de motor-
fiets krijgt.
Maak geen terreinritten die uw vaardigheden en ervaring te boven gaan.
Houd tijdens het rijden het stuur met beide handen vast en laat de voeten op de voetsteunen rusten.
Neem geen bagage mee.
Houdt u zich aan het maximaal toegestane totaalgewicht en de maximale asbelasting.
Voorgeschreven waarde
Maximaal toegestaan totaalgewicht 335 kg
Hoogst toegestane asbelasting voor 145 kg
Maximale asbelasting achter 190 kg
Spaakspanning controleren. ( pag. 92)
Info
De spaakspanning moet na een half uur rijden worden gecontroleerd.
Motor inrijden. ( pag. 21)
7.2 Motor inrijden
Tijdens de inrijperiode het aangegeven motorvermogen niet overschrijden.
Voorgeschreven waarde
Maximaal motorvermogen
tijdens de eerste 3 rij-uren < 70 %
tijdens de eerste 5 rij-uren < 100 %
Vol gas geven vermijden!
7.3 Voertuig voorbereiden op zwaardere gebruiksomstandigheden
Info
Wanneer het voertuig onder zwaardere omstandigheden wordt gebruikt, zoals op zand of op een nat of
modderig traject/terrein, kunnen componenten zoals aandrijving, remsystemen of veringscomponenten
duidelijk sneller verslijten. Daarom kan het nodig zijn onderdelen reeds voor het bereiken van het vol-
gende service-interval te controleren of te vervangen.
Luchtfilter en luchtfilterbak reinigen. ( pag. 60)
7 INBEDRIJFSTELLING
22
Info
Luchtfilter om de ca. 30 minuten controleren.
Elektrische stekkers controleren op vocht en roest. Controleren of ze goed vastzitten.
» Als ze vochtig, verroest of beschadigd zijn:
Stekker reinigen en drogen, indien nodig vervangen.
Zwaardere gebruiksomstandigheden zijn:
Rijden op droog zand. ( pag. 22)
Rijden op nat zand. ( pag. 23)
Rijden op nat en modderig circuit. ( pag. 25)
Rijden bij hoge temperaturen of langzaam rijden. ( pag. 25)
Rijden bij lage temperaturen of sneeuw. ( pag. 26)
7.4 Voertuig voor rijden op droog zand voorbereiden
M01129-01
Radiateurdop controleren.
Waarde op radiateurdop 1,8 bar
» Als de weergegeven waarde niet overeenkomt met de
vereiste waarde:
Waarschuwing
Gevaar voor brandwondenKoelmiddel
wordt bij gebruik van de motorfiets zeer heet
en staat onder druk.
Open noch de koeler, de koelerslangen
noch andere componenten van het koel-
systeem, als de motor of het koelsysteem
bedrijfswarm zijn.
Laat het koelsysteem en de motor afkoe-
len, alvorens de koeler, de koelerslangen
of andere componenten van het koelsys-
teem te openen.
Houd bij verbranding het desbetreffende
deel onmiddellijk onder lauwwarm water.
Radiateurdop vervangen.
M01272-01
Luchtfilter-stofbescherming monteren.
Luchtfilter-stofbescherming (79006920000)
Info
Montagehandleiding voor Husqvarna Motorcycles-
toebehoren in acht nemen.
INBEDRIJFSTELLING 7
23
M01273-01
Luchtfilter-zandbescherming monteren.
Luchtfilter-zandbescherming (79006922000)
Info
Montagehandleiding voor Husqvarna Motorcycles-
toebehoren in acht nemen.
M01107-01
Carburateur en sproeiers afstellen.
Info
De geautoriseerde Husqvarna Motorcycles-garage
kan u adviseren over de juiste afstelling van de carbu-
rateur.
600868-01
Ketting reinigen.
Kettingreinigingsmiddel ( pag. 126)
Staalkettingwiel monteren.
Ketting smeren.
Universele oliespray ( pag. 127)
Radiateurlamellen reinigen.
Verbogen radiateurlamellen voorzichtig uitlijnen.
Voorwaarde
Regelmatig gebruik in zand
Zuigers om de 10 bedrijfsuren vervangen.
7.5 Voertuig voor rijden op nat zand voorbereiden
M01129-01
Radiateurdop controleren.
Waarde op radiateurdop 1,8 bar
» Als de weergegeven waarde niet overeenkomt met de
vereiste waarde:
7 INBEDRIJFSTELLING
24
Waarschuwing
Gevaar voor brandwondenKoelmiddel
wordt bij gebruik van de motorfiets zeer heet
en staat onder druk.
Open noch de koeler, de koelerslangen
noch andere componenten van het koel-
systeem, als de motor of het koelsysteem
bedrijfswarm zijn.
Laat het koelsysteem en de motor afkoe-
len, alvorens de koeler, de koelerslangen
of andere componenten van het koelsys-
teem te openen.
Houd bij verbranding het desbetreffende
deel onmiddellijk onder lauwwarm water.
Radiateurdop vervangen.
M01274-01
Luchtfilter-waterbescherming monteren.
Luchtfilter-waterbescherming (79006921000)
Info
Montagehandleiding voor Husqvarna Motorcycles-
toebehoren in acht nemen.
M01107-01
Carburateur en sproeiers afstellen.
Info
De geautoriseerde Husqvarna Motorcycles-garage
kan u adviseren over de juiste afstelling van de carbu-
rateur.
600868-01
Ketting reinigen.
Kettingreinigingsmiddel ( pag. 126)
Staalkettingwiel monteren.
Ketting smeren.
Universele oliespray ( pag. 127)
Radiateurlamellen reinigen.
Verbogen radiateurlamellen voorzichtig uitlijnen.
Voorwaarde
Regelmatig gebruik in zand
Zuigers om de 10 bedrijfsuren vervangen.
INBEDRIJFSTELLING 7
25
7.6 Voertuig voor rijden op nat en modderig circuit voorbereiden
M01274-01
Luchtfilter-waterbescherming monteren.
Luchtfilter-waterbescherming (79006921000)
Info
Montagehandleiding voor Husqvarna Motorcycles-
toebehoren in acht nemen.
M01107-01
Carburateur en sproeiers afstellen.
Info
De geautoriseerde Husqvarna Motorcycles-garage
kan u adviseren over de juiste afstelling van de carbu-
rateur.
600868-01
Staalkettingwiel monteren.
Motorfiets reinigen. ( pag. 109)
Verbogen radiateurlamellen voorzichtig uitlijnen.
7.7 Voertuig voor hoge temperaturen of langzaam rijden voorbereiden
M01129-01
Radiateurdop controleren.
Waarde op radiateurdop 1,8 bar
» Als de weergegeven waarde niet overeenkomt met de
vereiste waarde:
RIJ-INSTRUCTIES 8
27
8.1 Controle en onderhoud voor iedere inbedrijfstelling
Info
Telkens voordat u gaat rijden controleren of het voertuig in een goede staat is en of er veilig mee kan
worden gereden.
Bij het rijden moet het voertuig technisch in een onberispelijke staat zijn.
H02217-01
Cardanoliepeil controleren. ( pag. 106)
Remvloeistofpeil van de voorwielrem controleren. ( pag. 77)
Remvloeistofpeil van de achterwielrem controleren.
( pag. 82)
Remplaketten van de voorwielrem controleren. ( pag. 79)
Remplaketten van de achterwielrem controleren. ( pag. 84)
Controleren of het remsysteem goed werkt.
Koelmiddelpeil controleren. ( pag. 94)
Vervuiling van de ketting controleren. ( pag. 66)
Ketting, kettingwiel, ketting-aandrijfwiel en kettinggeleiding
controleren. ( pag. 69)
Kettingspanning controleren. ( pag. 67)
Bandentoestand controleren. ( pag. 91)
Bandenspanning controleren. ( pag. 91)
Spaakspanning controleren. ( pag. 92)
Info
De spaakspanning moet regelmatig worden gecontro-
leerd, omdat bij verkeerde spaakspanning de rijveilig-
heid ernstig nadelig wordt beïnvloed.
Vuilschrapers van de vorkpoten reinigen. ( pag. 46)
Vorkpoten ontluchten. ( pag. 46)
Luchtfilter controleren.
Controleren of alle bedieningselementen goed zijn ingesteld
en soepel bewegen.
Alle schroeven, moeren en slangklemmen regelmatig op goed
vastzitten controleren.
Brandstofvoorraad controleren.
8.2 Voertuig starten
Gevaar
Gevaar voor vergiftigingUitlaatgassen zijn giftig en kunnen bewusteloosheid en/of de dood tot
gevolg hebben.
Zorg bij gebruik van de motor steeds voor voldoende ventilatie.
Gebruik een geschikte uitlaatgasafzuiging als u de motor in een gesloten ruimte start of laat draaien.
Aanwijzing
MotorschadeHoge toerentallen bij koude motor hebben een negatief effect op de levensduur van de motor.
Rij de motor altijd met een laag toerental warm.
RIJ-INSTRUCTIES 8
29
Aan de koppelingshendel trekken en naar een lagere versnelling schakelen, koppelingshendel langzaam
vrijgeven en gas geven resp. nog een keer schakelen.
Zet de motor uit als het voertuig langere tijd met stationair toerental draait of stilstaat.
Voorgeschreven waarde
2 min
Regelmatig of langdurig slepen van de koppeling vermijden. Daardoor verhitten de cardanolie, de motor en
het koelsysteem.
Rijd met een lager toerental in plaats van met een hoger toerental en een slepende koppeling.
8.5 Afremmen
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenDoor te sterk afremmen blokkeren de wielen.
Pas de remwijze aan de rijsituatie en rijwegsituatie aan.
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenEen poreus drukpunt van voor- en/of achterwielrem vermindert de remwer-
king.
Controleer het remsysteem en rij pas verder, als het probleem is opgelost. (De geautoriseerde
Husqvarna Motorcycles-garage is u graag van dienst.)
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenVocht en vuil beïnvloeden het remsysteem nadelig.
Rem meerdere keren voorzichtig om de remplaketten en remschijven te drogen en vuil te verwijde-
ren.
Gebruik op een zandige, regennatte of gladde ondergrond zoveel mogelijk de achterwielrem.
Het remmen moet altijd voor het begin van de bocht zijn afgerond. Schakel daarbij afhankelijk van de snel-
heid naar een lagere versnelling.
Gebruik bij langdurig bergaf rijden de remwerking van de motor. Schakel daarvoor een of twee versnellin-
gen terug en hierbij de motor niet op een te hoog toerental laten draaien. Zo hoeft u veel minder te remmen
en raakt het remsysteem niet oververhit.
8.6 Stoppen, parkeren
Waarschuwing
Gevaar voor diefstalOnbevoegd handelende personen vormen een gevaar voor zichzelf en voor
anderen.
Laat het voertuig nooit zonder opzicht achter, als de motor loopt.
Beveilig het voertuig tegen gebruik door onbevoegden.
Waarschuwing
Gevaar voor verbrandingSommige onderdelen van het voertuig worden bij gebruik van het voertuig
zeer heet.
Raak onderdelen zoals uitlaatsysteem, koeler, motor, stootdemper en remsysteem pas aan, als
deze voertuigcomponenten zijn afgekoeld.
Laat de voertuigcomponenten afkoelen voordat u werkzaamheden uitvoert.
8 RIJ-INSTRUCTIES
30
Aanwijzing
MateriaalschadeEen onjuiste handelwijze bij parkeren beschadigt het voertuig.
Als het voertuig wegrolt of omvalt, kan aanzienlijke schade ontstaan.
De onderdelen voor parkeren van het voertuig zijn alleen berekend op het voertuiggewicht.
Zet het voertuig op een stevige en vlakke ondergrond.
Zorg ervoor dat niemand op het voertuig gaat zitten wanneer het voertuig op de standaard staat.
Aanwijzing
Gevaar voor brandHete voertuigdelen vormen een brand- en explosiegevaar.
Plaats het voertuig niet in de buurt van licht ontvlambare of explosiegevaarlijke materialen.
Laat het voertuig afkoelen alvorens het te bedekken.
Motorfiets afremmen.
Versnelling in stationair schakelen.
Stopknop bij stationair toerental van de motor indrukken, totdat de motor stilstaat.
Draaihendel op de brandstofkraan in stand draaien.OFF
Voertuig op plug-in standaard zetten.
8.7 Transporteren
Aanwijzing
Gevaar voor beschadigingHet geparkeerde voertuig kan wegrollen of omvallen.
Zet het voertuig op een stevige en vlakke ondergrond.
Aanwijzing
Gevaar voor brandHete voertuigdelen vormen een brand- en explosiegevaar.
Plaats het voertuig niet in de buurt van licht ontvlambare of explosiegevaarlijke materialen.
Laat het voertuig afkoelen alvorens het te bedekken.
H02628-01
Motor uitzetten.
‑ ‑Plug in standaard aan de vorkpoten monteren.
Plug-in standaard (79029094000)
Info
De plug in standaard maakt deel uit van de levering.‑ ‑
Zorg ervoor dat de remkabel voor de
plug-in-standaard verloopt en niet klemt.
401475-01
Motorfiets met spanriemen of andere geschikte bevestigings-
middelen borgen tegen omvallen en wegrollen.
Info
Spanriemen samentrekken tot plug-in-standaard ste-
vig tegen het spatbord en de banden ligt.
Op uitlijning van de plug-in-standaard ten opzichte
van de spatbordonderzijde letten.
RIJ-INSTRUCTIES 8
31
8.8 Brandstof tanken
Gevaar
Gevaar voor brandBrandstof is licht ontvlambaar.
De brandstof in de tank wordt verwarmd zet deze in de brandstoftank uit en kan uit de tank stromen.
Tank het voertuig niet in de buurt van open vuur of brandende sigaretten.
Zet de motor uit, als u brandstof tankt.
Voorkom dat brandstof wordt gemorst, in het bijzonder op hete delen van het voertuig.
Wis eventueel gemorste brandstof onmiddellijk weg.
Neem de gegevens over het tanken van brandstof in acht.
Waarschuwing
Gevaar voor vergiftigingBrandstof is giftig en schadelijk voor de gezondheid.
Voorkom contact van brandstof met de huid, de ogen of kleding.
Raadpleeg onmiddellijk een arts, als brandstof werd ingeslikt.
Adem geen brandstofdampen in.
Bij contact met de huid desbetreffende plek onmiddellijk met veel water afspoelen.
Ogen minstens onmiddellijk grondig met water uitspoelen en onmiddellijk een arts opzoeken, als
brandstof in de ogen zijn gekomen.
Wissel uw kleding, als er brandstof op is gekomen.
Aanwijzing
Gevaar voor het milieuOndeskundige omgang met brandstof is gevaarlijk voor het milieu.
Er mag geen brandstof in het grondwater, de bodem of riolering terechtkomen.
Motor uitzetten.
Tankdop openen. ( pag. 16)
401522-10
Brandstoftank maximaal tot maat met brandstof vullen.
Voorgeschreven waarde
Maat 35 mm
Brandstoftankinhoud
totaal ca.
8 l Superbrandstof
loodvrij (95 octaan)
gemengd met
2-takt motorolie
(1:60) ( pag. 125)
Motorolie 2-takt ( pag. 124)
Tankdop sluiten. ( pag. 17)
9 SERVICESCHEMA
32
9.1 Extra informatie
Voor alle verdergaande werkzaamheden, die resulteren uit de verplichte werkzaamheden resp. de aanbevolen
werkzaamheden, moet een extra opdracht worden verstrekt, die ook apart in rekening wordt gebracht.
Afhankelijk van de lokale gebruiksomstandigheden kunnen in uw land afwijkende service-intervallen gelden.
In het kader van technische ontwikkelingen kunnen intervallen en omvang van afzonderlijke servicebeurten ver-
anderen. Het meest recente serviceschema is altijd te vinden op Husqvarna Motorcycles Dealer.net. Uw geau-
toriseerde Husqvarna Motorcycles-dealer adviseert u graag.
9.2 Verplichte werkzaamheden
na iedere race
om de 40 bedrijfsuren
om de 20 bedrijfsuren
om de 10 bedrijfsuren
na 5 bedrijfsuren
na 1 bedrijfsuur
Cardanolie verversen. ( pag. 106) ● ●
Remplaketten van de voorwielrem controleren. ( pag. 79) ●●●●
Remplaketten van de achterwielrem controleren. ( pag. 84) ●●●●
Remschijven controleren. ( pag. 76) ●●●●
Remkabels controleren op beschadiging en dichtheid. ●●●●
Remvloeistofpeil van de achterwielrem controleren. ( pag. 82) ●●●●
Vrije slag van het rempedaal controleren. ( pag. 81) ●●●●
Frame controleren. ( pag. 71) ●●●●
Achterbrug controleren. ( pag. 71) ●●●●
Achterbruglager op speling controleren. ● ●
Zwenklager op speling controleren. ●●●●
Schokdemperbevestiging controleren. ●●●●
Bandentoestand controleren. ( pag. 91) ○ ●●●●
Bandenspanning controleren. ( pag. 91) ○ ●●●●
Wiellager op speling controleren. ●●●●
Wielnaven controleren. ●●●●
Velgslag controleren. ○ ●●●●
Spaakspanning controleren. ( pag. 92) ○ ●●●●
Ketting, kettingwiel, ketting-aandrijfwiel en kettinggeleiding controleren.
( pag. 69)
●●●●
Kettingspanning controleren. ( pag. 67) ○ ●●●●
Alle bewegende onderdelen (bijv. hendels, ketting enz.) smeren en controleren of
ze soepel bewegen.
●●●●
Vloeistofpeil van de hydraulische koppeling controleren/corrigeren. ( pag. 73) ●●●●
Remvloeistofpeil van de voorwielrem controleren. ( pag. 77) ●●●●
Vrije slag van de remhendel controleren. ( pag. 76) ●●●●
Speling balhoofdlager controleren. ( pag. 51) ○ ●●●●
Bougie en bougiedop vervangen. ● ●
Alle slangen (bijv. brandstof, radiateur, ontluchting, aftapslangen, ...) en man-
chetten controleren op scheuren, dichtheid en correcte legging.
○ ●●●●
Antivries en koelmiddelpeil controleren. ( pag. 93) ○ ●●●●
SERVICESCHEMA 9
33
na iedere race
om de 40 bedrijfsuren
om de 20 bedrijfsuren
om de 10 bedrijfsuren
na 5 bedrijfsuren
na 1 bedrijfsuur
Kabels controleren op beschadiging en legging zonder knikken. ●●●●
Bowdenkabels controleren op beschadiging, knikken en instelling. ○ ●●●●
Luchtfilter en luchtfilterbak reinigen. ( pag. 60) ●●●●
Glasvezelvulling van einddemper vervangen. ( pag. 62) ● ●
Voorvorkservice uitvoeren.
Schokdemperservice uitvoeren.
Controleren of makkelijk toegankelijke, veiligheidsrelevante schroeven en moeren
goed vastzitten.
○ ●●●●
Stationair toerental controleren. ○ ●●●●
Eindcontrole: controleren of het voertuig verkeersveilig is en een proefrit maken. ○○●●●●
Service in het Husqvarna Motorcycles Dealer.net noteren. ○○●●●●
Eenmalig interval
Periodiek interval
9.3 Aanbevolen werkzaamheden
om de 40 bedrijfsuren
na 20 bedrijfsuren / om de 20 bedrijfsuren
na 10 bedrijfsuren / om de 10 bedrijfsuren
om de 12 maanden
Remvloeistof van de voorwielrem verversen.
Remvloeistof van de achterwielrem verversen.
Vloeistof van de hydraulische koppeling verversen. ( pag. 74)
Balhoofdlager smeren. ( pag. 53)
Voorvorkservice uitvoeren.
Schokdemperservice uitvoeren.
Carburateurcomponenten controleren/instellen. ● ●
Naaldsproeier vervangen. ● ●
Klein motoronderhoud uitvoeren. (membraanhuis, membraan en aanzuigflens controleren.
Koppeling controleren. Bij zwaardere gebruiksomstandigheden: zuigers vervangen, cilin-
ders en Z-maat controleren.)
●●●
Gemiddelde motorservice uitvoeren. (Zuigers vervangen, cilinders en Z-maat controleren.
Uitlaatregeling op goede werking en soepelheid controleren.)
● ●
Groot motoronderhoud uitvoeren, inclusief demontage en montage van de motor. (Drijf-
stang, drijfstanglager en kruktap vervangen. Transmissie en versnelling controleren. Alle
motorlagers vervangen.)
Eenmalig interval
Periodiek interval
10 CHASSIS AFSTELLEN
34
10.1 Basisinstelling chassis voor bestuurdersgewicht controleren
Info
Voor de basisinstelling van het chassis eerst de schokdemper en daarna de voorvork instellen.
401030-01
Om optimale rijeigenschappen van de motorfiets te bereiken
en om beschadiging aan voorvork, schokdemper, achterbrug
en frame te voorkomen moeten de basisinstelling en verings-
componenten bij het gewicht van de bestuurder passen.
Husqvarna-motorfietsen zijn in de leveringstoestand ingesteld
op het standaardgewicht van een bestuurder (met complete
beschermende kleding).
Voorgeschreven waarde
Standaard rijgewicht 75 … 85 kg
Als het gewicht van de bestuurder buiten dit bereik ligt moet
de basisinstelling van de veringscomponenten worden aan-
gepast.
Kleinere afwijkingen van het gewicht kunnen door het wijzi-
gen van de veervoorspanning van de schokdemper worden
gecompenseerd, bij grotere afwijkingen moeten aangepaste
veren worden gemonteerd.
10.2 Luchtvering XACT 5548
M01110-01
In de voorvork wordt een luchtvering gebruikt.WP XACT 5548
Bij dit systeem bevindt de vering zich in de linker voorvorkpoot
en de demping in de rechter voorvorkpoot.
Aangezien de voorvorkveren niet nodig zijn, wordt een aanzienlijk
gewichtsvoordeel bereikt ten opzichte van conventionele voor-
vorken. Ook het reageren op kleine oneffenheden wordt aanzien-
lijk verbeterd.
Onder normale rij-omstandigheden zorgt alleen een luchtkussen
voor de vering. Als eindslag bevindt zich een stalen veer in de
linkervorkpoot.
Info
Als de voorvork regelmatig doorslaat, moet de luchtdruk
in de voorvork worden verhoogd om beschadiging van de
voorvork en het frame te voorkomen.
De luchtdruk in de voorvork kan met een voorvorkpomp snel
worden aangepast aan het bestuurdersgewicht, de omstandighe-
den van het terrein en de wens van de bestuurder. De voorvork
hoeft niet te worden gedemonteerd. De ingewikkelde montage
van hardere of zachtere vorkveren kan achterwege blijven.
Als de luchtkamer als gevolg van een beschadigde pakking lucht
zou verliezen, zakt de voorvork desondanks toch niet door. De
lucht wordt in dit geval in de vork tegengehouden. De veerweg
blijft grotendeels behouden. De demping wordt harder en het
rijcomfort neemt af.
CHASSIS AFSTELLEN 10
35
De demping kan net als bij een conventionele vork qua ingaand
en uitgaand niveau worden ingesteld.
De instelling van de uitgaande demping bevindt zich aan de
onderzijde van de rechter vorkpoot.
De instelling van de ingaande demping bevindt zich aan de
onderzijde van de rechter vorkpoot.
10.3 Ingaande demping schokdemper
De ingaande demping van de schokdemper is verdeeld in twee bereiken: highspeed en lowspeed.
High- en lowspeed hebben betrekking op de snelheid waarmee het achterwiel inveert en niet op de rijsnelheid.
De highspeed instelling voor ingaande demping is bijvoorbeeld van invloed op de landing na een sprong. Het
achterwiel veert daarbij snel in.
De lowspeed instelling voor ingaande demping is bijvoorbeeld van invloed bij het rijden over lange hobbels op
de ondergrond. Het achterwiel veert daarbij langzaam in.
Beide bereiken kunnen apart worden ingesteld, de overgang tussen high- en lowspeed is echter vloeiend.
Daarom zijn wijzigingen in het highspeedbereik van de ingaande demping ook van invloed op het
lowspeedbereik en omgekeerd.
10.4 Ingaande demping lowspeed van de schokdemper instellen
Voorzichtig
Gevaar voor letselDelen van de schokdemper worden rondgeslingerd, als de schokdemper onvak-
kundig uit elkaar wordt genomen.
De schokdemper is gevuld met zeer sterk gecomprimeerd stikstof.
Let op de aangegeven beschrijving. (De geautoriseerde Husqvarna Motorcycles-garage is u graag
van dienst.)
Info
De lowspeed instelling voor ingaande demping toont zijn effect wanneer de schokdemper langzaam tot
normaal inveert.
K01242-10
Stelschroef met een schroevendraaier met de klok mee
draaien tot de laatste voelbare klik.
Info
Schroef niet losdraaien!
Afhankelijk van het schokdempertype een aantal klikken
tegen de klok in draaien.
Voorgeschreven waarde
Ingaande demping lowspeed
Comfort 17 klikken
Standaard 15 klikken
Sport 13 klikken
Info
Draaien met de klok mee verhoogt de demping,
draaien tegen de klok in verlaagt de demping.
10 CHASSIS AFSTELLEN
36
10.5 Ingaande demping highspeed van de schokdemper instellen
Voorzichtig
Gevaar voor letselDelen van de schokdemper worden rondgeslingerd, als de schokdemper onvak-
kundig uit elkaar wordt genomen.
De schokdemper is gevuld met zeer sterk gecomprimeerd stikstof.
Let op de aangegeven beschrijving. (De geautoriseerde Husqvarna Motorcycles-garage is u graag
van dienst.)
Info
De highspeed instelling voor ingaande demping toont zijn effect wanneer de schokdemper snel inveert.
K01243-10
Stelschroef met een dopsleutel tot de aanslag met de
klok mee draaien.
Info
Schroef niet losdraaien!
Afhankelijk van het schokdempertype een aantal slagen
tegen de klok in draaien.
Voorgeschreven waarde
Ingaande demping highspeed
Comfort 2 omw
Standaard 1,5 omw
Sport 1 omw
Info
Draaien met de klok mee verhoogt de demping,
draaien tegen de klok in verlaagt de demping.
10.6 Uitgaande demping van de schokdemper instellen
Voorzichtig
Gevaar voor letselDelen van de schokdemper worden rondgeslingerd, als de schokdemper onvak-
kundig uit elkaar wordt genomen.
De schokdemper is gevuld met zeer sterk gecomprimeerd stikstof.
Let op de aangegeven beschrijving. (De geautoriseerde Husqvarna Motorcycles-garage is u graag
van dienst.)
CHASSIS AFSTELLEN 10
37
H01522-10
Stelschroef met de klok mee draaien tot de laatste voel-
bare klik.
Afhankelijk van het schokdempertype een aantal klikken
tegen de klok in draaien.
Voorgeschreven waarde
Uitgaande demping
Comfort 22 klikken
Standaard 20 klikken
Sport 18 klikken
Info
Draaien met de klok mee verhoogt de demping,
draaien tegen de klok in verlaagt de demping bij het
uitveren.
10.7 Maat achterwiel zonder belasting bepalen
Voorwerk
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 45)
402415-10
Hoofdwerk
Veerwegmal in de achterwielas positioneren en de afstand tot
de markering op het achterspatbord meten.SAG
Veerwegmal (00029090500)
Veerwegmal-pen (00029990010)
Waarde als maat noteren.
Nawerk
Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 45)
10 CHASSIS AFSTELLEN
38
10.8 Statische veerweg schokdemper controleren
402416-10
Maat achterwiel zonder belasting bepalen. ( pag. 37)
De motorfiets met behulp van iemand die assisteert rechtop
houden.
Opnieuw met de veerwegmal de afstand tussen de achter-
wielas en de markering op het achterspatbord meten.SAG
Waarde als maat noteren.
Info
De statische veerweg is het verschil tussen maat
en .
Statische veerweg controleren.
Statische veerweg 35 mm
» Als de statische veerweg kleiner of groter is dan de aan-
gegeven maat:
Veervoorspanning van de schokdemper instellen.
( pag. 39)
10.9 Dynamische veerweg schokdemper controleren
402417-10
Maat achterwiel zonder belasting bepalen. ( pag. 37)
Met behulp van een persoon, die de motorfiets vasthoudt,
gaat de bestuurder met volledige beschermende kleding in
een normale zitpositie (voeten op de voetsteunen) op de
motorfiets zitten en beweegt enkele keren op en neer.
De achterwielophanging slingert zo in de juiste positie.
Een tweede persoon meet nu opnieuw met de veerwegmal
de afstand tussen de achterwielas en de markering opSAG
het achterspatbord.
Waarde als maat noteren.
Info
De dynamische veerweg is het verschil tussen
maat en .
Dynamische veerweg controleren.
Voorgeschreven waarde
Dynamische veerweg 105 mm
» Als de dynamische veerweg afwijkt van de aangegeven
maat:
Dynamische veerweg instellen. ( pag. 40)
CHASSIS AFSTELLEN 10
39
10.10 Veervoorspanning schokdemper instellen
Voorzichtig
Gevaar voor letselDelen van de schokdemper worden rondgeslingerd, als de schokdemper onvak-
kundig uit elkaar wordt genomen.
De schokdemper is gevuld met zeer sterk gecomprimeerd stikstof.
Let op de aangegeven beschrijving. (De geautoriseerde Husqvarna Motorcycles-garage is u graag
van dienst.)
Info
Voordat u de veervoorspanning verandert, moet u de huidige instelling noteren - bijv. de veerlengte
opmeten.
Voorwerk
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 45)
Schokdemper demonteren. ( pag. 55)
Schokdemper in gedemonteerde toestand grondig reinigen.
402659-10
Hoofdwerk
Schroef losdraaien.
Stelring draaien tot de veer volledig ontspannen is.
Haaksleutel (90129051000)
Totale veerlengte in ontspannen toestand meten.
Veer door het draaien van de stelring op de aangegeven
maat spannen.
Voorgeschreven waarde
Veervoorspanning 7 mm
Info
Afhankelijk van de statische of dynamische veerweg
kan een hogere of lagere veervoorspanning nodig zijn.
Schroef vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef stelring
schokdemper
M5 5 Nm
Nawerk
Schokdemper monteren. ( pag. 56)
Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 45)
10 CHASSIS AFSTELLEN
40
10.11 Dynamische veerweg instellen
Voorwerk
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 45)
Schokdemper demonteren. ( pag. 55)
Schokdemper in gedemonteerde toestand grondig reinigen.
B00292-10
Hoofdwerk
Een passende veer kiezen en monteren.
Voorgeschreven waarde
Veerconstante
Gewicht bestuurder: 65
… 75 kg
39 N/mm
Gewicht bestuurder: 75
… 85 kg
42 N/mm
Gewicht bestuurder: 85
… 95 kg
45 N/mm
Info
De veerconstante staat vermeld op de buitenkant van
de veer.
Nawerk
Schokdemper monteren. ( pag. 56)
Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 45)
Statische veerweg van de schokdemper controleren.
( pag. 38)
Dynamische veerweg van de schokdemper controleren.
( pag. 38)
Uitgaande demping van de schokdemper instellen.
( pag. 36)
10.12 Basisinstelling voorvork controleren
Info
Bij de voorvork kan om verschillende redenen geen exacte dynamische veerweg worden vastgelegd.
401000-01
Kleinere afwijkingen van het bestuurdersgewicht kunnen wor-
den gecompenseerd door de vorkluchtdruk.
Als de voorvork echter vaker doorslaat (harde eindaanslag bij
het inveren) moet de vorkluchtdruk volgens de voorschriften
worden verhoogd om beschadiging aan voorvork en frame te
voorkomen.
Als de voorvork na langdurig gebruik hard aanvoelt, moeten
de vorkpoten worden ontlucht.
CHASSIS AFSTELLEN 10
41
10.13 Voorvorkluchtdruk instellen
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenWijzigingen aan de instelling van het chassis kunnen het rijgedag sterk beïn-
vloeden.
Extreme wijzigingen in de basisinstelling van het chassis kunnen het rijgedrag aanzienlijk verslechteren
en componenten overbelasten.
Voer instellingen alleen binnen het aanbevolen bereik uit.
Rij na wijzigingen eerst langzaam, om het rijgedrag te kunnen inschatten.
Info
De luchtdruk op zijn vroegst 5 minuten na het uitzetten van de motor onder dezelfde omstandigheden
controleren of instellen.
De luchtvering bevindt zich in de linker vorkpoot. De in- en uitgaande demping bevinden in de rechter
vorkpoot.
Voorwerk
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 45)
F02270-10
Hoofdwerk
Beschermkap verwijderen.
Vorkpomp helemaal in elkaar schuiven.
Vorkpomp (79412966100)
Info
De vorkpomp wordt bij de motor geleverd.
Vorkpomp op de linker vorkpoot aansluiten.
Het display van de vorkpomp wordt automatisch inge-
schakeld.
Bij het aansluiten ontsnapt wat lucht uit de vorkpoot.
Info
Dit komt door het volume van de slang en is geen
defect van de vorkpomp of voorvork.
Meegeleverde handleiding voor
Husqvarna Motorcycles-toebehoren in acht nemen.
Luchtdruk volgens de richtlijn instellen.
Voorgeschreven waarde
Luchtdruk 10,1 bar
Verandering in de luchtdruk
stapsgewijs met
0,2 bar
Minimale luchtdruk 7 bar
Maximale luchtdruk 12 bar
Info
Luchtdruk nooit buiten de aangegeven grenswaarden
instellen.
Vorkpomp van de linker vorkpoot loskoppelen.
10 CHASSIS AFSTELLEN
42
Bij het loskoppelen ontsnapt overdruk uit de slang, niet
uit de vorkpoot.
Het display van de vorkpomp schakelt na 80 seconden
automatisch uit.
Beschermkap monteren.
Info
Beschermkap alleen met de hand monteren.
Nawerk
Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 45)
10.14 Ingaande demping voorvork instellen
Info
De hydraulische ingaande demping bepaalt het gedrag bij het inveren van de voorvork.
F02271-10
Stelelement tot de aanslag met de klok mee draaien.
Info
Het stelelement bevindt zich aan het bovenste uit-
einde van de rechter vorkpoot.
Afhankelijk van het voorvorktype een aantal klikken tegen de
klok in draaien.
Voorgeschreven waarde
Ingaande demping
Comfort 17 klikken
Standaard 12 klikken
Sport 7 klikken
Info
Draaien met de klok mee verhoogt de demping,
draaien tegen de klok in verlaagt de demping bij het
inveren.
10.15 Uitgaande demping voorvork instellen
Info
De hydraulische uitgaande demping bepaalt het gedrag bij het uitveren van de voorvork.
CHASSIS AFSTELLEN 10
43
M01100-10
Beschermkap verwijderen.
Stelschroef tot de aanslag met de klok mee draaien.
Info
De stelschroef bevindt zich aan de onderzijde van
de rechter vorkpoot.
Afhankelijk van het voorvorktype een aantal klikken tegen de
klok in draaien.
Voorgeschreven waarde
Uitgaande demping
Comfort 17 klikken
Standaard 12 klikken
Sport 7 klikken
Info
Draaien met de klok mee verhoogt de demping,
draaien tegen de klok in verlaagt de demping bij het
uitveren.
Beschermkap monteren.
10.16 Stuurstand
H01188-10
De boringen op de stuuradapters zijn op een afstand van het
midden geplaatst.
Afstand boorgaten
A
3,5 mm
Het stuur kan in 2 verschillende posities worden gemonteerd.
Daardoor is het mogelijk, het stuur in de aangenaamste positie
voor de bestuurder te zetten.
10.17 Stuurstand instellen
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenEen gerepareerd stuur vormt een veiligheidsrisico.
Als het stuur werd verbogen of uitgelijnd, treedt materiaalmoeheid op. Hierdoor kan het stuur breken.
Vervang het stuur, als het stuur is verbogen of beschadigd.
Voorwerk
Stuurbescherming verwijderen.
10 CHASSIS AFSTELLEN
44
H01189-10
Hoofdwerk
Schroeven verwijderen. Stuurklem demonteren. Stuur
verwijderen en opzij leggen.
Info
Componenten door afdekken tegen beschadiging
beschermen.
Kabels en leidingen niet knikken.
Schroeven verwijderen. Stuuradapters verwijderen.
Rubberen bussen positioneren en moeren van
onderaf erdoor steken.
Stuuradapters in de gewenste positie zetten.
Info
De stuuradapters zijn aan één zijde langer en hoger.
Stuuradapters links en rechts gelijkmatig positioneren.
Schroeven monteren en vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef stuur-
adapter
M10 40 Nm
Loctite®243™
Stuur positioneren.
Info
Erop letten dat de kabels en leidingen correct worden
gelegd.
Stuurklem positioneren.
Schroeven monteren, maar nog niet vastdraaien.
Stuurklem met schroeven eerst aan de langere, hogere
zijde van de stuuradapters tegen elkaar schroeven.
Schroeven gelijkmatig vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef stuurplaat M8 20 Nm
Nawerk
Stuurbescherming monteren.
11 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS
46
11.3 Vorkpoten ontluchten
Voorwerk
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 45)
H01182-12
Hoofdwerk
Ontluchtingsschroeven losdraaien.
Als de druk te hoog is, dan verdwijnt de overtollige druk
uit de binnenruimte van de voorvork.
Ontluchtingsschroeven vastdraaien.
Nawerk
Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 45)
11.4 Vuilschrapers vorkpoten reinigen
Voorwerk
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 45)
Voorvorkprotector demonteren. ( pag. 47)
E00260-10
Hoofdwerk
Vuilschrapers van beide vorkpoten naar beneden schui-
ven.
Info
De vuilschrapers schrapen stof en grof vuil van de bin-
nenpoot af. In de loop van de tijd kan er vuil achter te
vuilschrapers terechtkomen. Als dit vuil niet wordt ver-
wijderd, kunnen de daarachter liggende afdichtringen
gaan lekken.
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallenOlie of vet op de remschij-
ven vermindert de remwerking.
Houd de remschijven steeds olie- en vetvrij.
Reinig de remschijven indien nodig met remreini-
gingsmiddel.
Vuilschrapers en binnenpoten van beide vorkpoten reinigen
en smeren met olie.
Universele oliespray ( pag. 127)
Vuilschrapers terugduwen in de inbouwpositie.
Overtollige olie verwijderen.
Nawerk
Voorvorkprotector monteren. ( pag. 47)
Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 45)
SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 11
47
11.5 Voorvorkprotector demonteren
F00047-10
Schroeven aan linker vorkpoot verwijderen. Klem verwij-
deren.
Schroeven aan linker vorkpoot verwijderen. Linker voor-
vorkprotector verwijderen.
Schroeven aan rechter vorkpoot verwijderen. Rechter
voorvorkprotector verwijderen.
11.6 Voorvorkprotector monteren
F00047-11
Voorvorkprotector op linker vorkpoot positioneren. Schroe-
ven monteren en vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Resterende schroe-
ven chassis
M6 10 Nm
Remkabel en klem positioneren. Schroeven monteren en
vastdraaien.
Voorvorkprotector op rechter vorkpoot positioneren. Schroe-
ven monteren en vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Resterende schroe-
ven chassis
M6 10 Nm
11.7 Vorkpoten demonteren
Voorwerk
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 45)
Voorwiel demonteren. ( pag. 87)
S02315-10
Hoofdwerk
Schroeven verwijderen en klem verwijderen.
Schroeven verwijderen en remzadels verwijderen.
Remzadel met remkabel spanningsvrij opzij hangen.
Info
Remhendel niet bedienen als het voorwiel is gede-
monteerd.
11 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS
48
F02272-10
Schroeven losdraaien. Vorkpoot links verwijderen.
Schroeven losdraaien. Vorkpoot rechts verwijderen.
11.8 Vorkpoten monteren
H01182-10
Hoofdwerk
Vorkpoten positioneren.
De ontluchtingsschroef van de rechter vorkpoot is
naar voren geplaatst.
De klep van de linker vorkpoot wijst naar voren.
Info
Aan het bovenste einde van de vorkpoten zijn aan de
zijkant groeven ingefreesd. De tweede ingefreesde
groef (van boven) moet door de bovenkant van de
bovenste kroonplaat worden afgesloten.
De luchtvering bevindt zich in de linker vorkpoot. De
in- en uitgaande demping bevinden in de rechter vork-
poot.
F02272-11
Schroeven vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef bovenste
kroonplaat
M8 17 Nm
Schroeven vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef kroonplaat
onder
M8 12 Nm
S02315-11
Remzadel positioneren. Schroeven monteren en vast-
draaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef remza-
del voor
M8 25 Nm
Loctite®243™
Remkabel en klem positioneren. Schroeven monteren en
vastdraaien.
Nawerk
Voorwiel monteren. ( pag. 88)
SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 11
49
11.9 Onderste kroonplaat demonteren
Voorwerk
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 45)
Voorwiel demonteren. ( pag. 87)
Vorkpoten demonteren. ( pag. 47)
Startnummerbord demonteren. ( pag. 53)
Spatbord voor demonteren. ( pag. 53)
Stuurbescherming verwijderen.
K01249-10
Hoofdwerk
Kabelhouder voor de linker radiateur verwijderen.
Schroef verwijderen.
Schroef verwijderen.
Bovenste kroonplaat met stuur verwijderen en opzij hangen.
Info
Componenten door afdekken tegen beschadiging
beschermen.
Kabels en leidingen niet knikken.
K01250-10
O-ring verwijderen. Beschermring verwijderen.
Onderste kroonplaat met vorkbuis verwijderen.
Bovenste balhoofdlager verwijderen.
11.10 Onderste kroonplaat monteren
102146-10
Hoofdwerk
Lagers en afdichtelementen reinigen, op beschadiging con-
troleren en invetten.
Smeervet met hoge viscositeit ( pag. 126)
Onderste kroonplaat met vorkbuis plaatsen. Bovenste bal-
hoofdlager monteren.
Controleren of de balhoofdafdichting boven correct is
gepositioneerd.
Beschermingsring en O-ring erop schuiven.
11 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS
50
K01251-10
Bovenste kroonplaat met stuur positioneren.
Schroef monteren, maar nog niet vastdraaien.
H01182-11
Vorkpoten positioneren.
De ontluchtingsschroef van de rechter vorkpoot is
naar voren geplaatst.
De klep van de linker vorkpoot wijst naar voren.
Info
Aan het bovenste einde van de vorkpoten zijn aan de
zijkant groeven ingefreesd. De tweede ingefreesde
groef (van boven) moet door de bovenkant van de
bovenste kroonplaat worden afgesloten.
De luchtvering bevindt zich in de linker vorkpoot. De
in- en uitgaande demping bevinden in de rechter vork-
poot.
F02277-10
Schroeven vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef kroonplaat
onder
M8 12 Nm
F02278-10
Schroef vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef balhoofd
boven
M20x1,5 12 Nm
F02278-11
Schroef monteren en vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef vork-
buis boven
M8 20 Nm
Loctite®243™
11 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS
52
H01167-01
Hoofdwerk
Stuur in de rechtuitstand zetten. Vorkpoten in rijrichting voor-
en achteruit bewegen.
Er mag geen speling in de balhoofdlager te voelen zijn.
» Als er speling voelbaar is:
Speling balhoofdlager instellen. ( pag. 52)
Stuur over het gehele stuurbereik heen en weer bewegen.
Het stuur moet eenvoudig kunnen worden bewogen over
het gehele stuurbereik. Er mogen geen blokkeringen te
voelen zijn.
» Als er blokkeringen voelbaar zijn:
Speling balhoofdlager instellen. ( pag. 52)
Balhoofdlager controleren, eventueel vervangen.
Nawerk
Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 45)
11.12 Speling balhoofdlager instellen
Voorwerk
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 45)
Stuurbescherming verwijderen.
F02280-10
Hoofdwerk
Schroeven losdraaien.
Schroef verwijderen.
Schroef losdraaien en weer vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef balhoofd
boven
M20x1,5 12 Nm
Met een kunststofhamer zacht op de bovenste kroonplaat
kloppen om spanning te voorkomen.
Schroeven vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef bovenste
kroonplaat
M8 17 Nm
Schroef monteren en vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef vork-
buis boven
M8 20 Nm
Loctite®243™
Nawerk
Speling balhoofdlager controleren. ( pag. 51)
Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 45)
Stuurbescherming monteren.
SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 11
53
11.13 Balhoofdlager smeren
H02387-01
Onderste kroonplaat demonteren. ( pag. 49)
Onderste kroonplaat monteren. ( pag. 49)
Info
Het balhoofdlager wordt bij montage en demontage
van de onderste kroonplaat gereinigd en gesmeerd.
11.14 Startnummerbord demonteren
F02273-10
Schroef verwijderen.
Schroef verwijderen, remkabelgeleiding en startnummer-
bord verwijderen.
11.15 Startnummerbord monteren
F02274-10
Remkabel en remkabelgeleiding aan het startnummerbord
positioneren.
Schroef monteren en vastdraaien.
Startnummerbord positioneren.
De uitsteeksels grijpen in het spatbord.
Schroef monteren en vastdraaien.
11.16 Spatbord voor demonteren
Voorwerk
Startnummerbord demonteren. ( pag. 53)
11 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS
54
K01078-10
Hoofdwerk
Schroeven en verwijderen. Spatbord voor verwijde-
ren.
11.17 Spatbord voor monteren
K01078-10
Hoofdwerk
Spatbord voor positioneren. Schroeven en monteren
en vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Resterende schroe-
ven chassis
M6 10 Nm
Nawerk
Startnummerbord monteren. ( pag. 53)
SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 11
55
11.18 Schokdemper demonteren
Voorwerk
Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 45)
F02275-10
Hoofdwerk
Kabelbinders verwijderen.
Schroeven met ringen verwijderen.
Framebescherming in het bereik losmaken en verwijde-
ren.
K01091-10
Schroef verwijderen.
Schroefverbinding verwijderen.
Info
Achterbrug iets optillen zodat de schroeven gemakke-
lijker kunnen worden verwijderd.
K01092-10
Haakse hendel naar achteren duwen.
Verbindingshendel omlaag duwen.
F01642-10
Schroeven verwijderen.
Voetremcilinder van de drukstang trekken.
H01540-01
Verbindingsschakel van de ketting verwijderen.
Info
Componenten door afdekken tegen beschadiging
beschermen.
Ketting verwijderen.
11 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS
56
F02281-10
Moer verwijderen en achterbrugbout eruit trekken.
Achterbrug naar achteren schuiven en tegen omvallen bevei-
ligen.
K01279-10
Schokdemper vasthouden en schroef verwijderen.
Schokdemper voorzichtig naar onder toe verwijderen.
11.19 Schokdemper monteren
K01280-10
Hoofdwerk
Schokdemper voorzichtig van beneden af in het voertuig
positioneren.
Schroef monteren en vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef schok-
demper boven
M10 60 Nm
Loctite®2701™
F02282-10
Achterbrug positioneren en achterbrugbout monteren.
Info
Op het vlakke punt letten.
Moer monteren en vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Moer achterbrug-
bout
M16x1,5 100 Nm
K00949-10
Ketting monteren.
Ketting met schakel verbinden.
Voorgeschreven waarde
De gesloten zijde van de kettingslotborging moet in de
looprichting wijzen.
SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 11
57
K01098-11
Voetremcilinder positioneren.
De drukstang grijpt in de voetremcilinder.
De vuilschraper is correct gepositioneerd.
Schroeven monteren en vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Resterende schroe-
ven chassis
M6 10 Nm
H01546-10
Haakse hendel en verbindingshendel positioneren.
Schroefverbinding monteren en vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Moer verbindings-
hendel aan haakse
hendel
M14x1,5 60 Nm
Info
Op het vlakke punt letten.
Schroef monteren en vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef schok-
demper onder
M10 60 Nm
Loctite®2701™
Info
Achterbrug iets optillen zodat de schroef gemakkelij-
ker kan worden gemonteerd.
F02275-11
Framebescherming in het bereik vasthaken en positione-
ren.
Schroeven met ringen monteren en vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Schroef framebe-
scherming
M5 3 Nm
Nieuwe kabelbinders monteren.
Vrije slag van het rempedaal controleren. ( pag. 81)
Nawerk
Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 45)
11.20 Zadel verwijderen
Voorwerk
Deksel luchtfilterbak demonteren. ( pag. 59)
11 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS
58
V01319-10
Hoofdwerk
Schroef verwijderen.
H02218-10
Zadel achteraan optillen, naar achteren trekken en naar
boven toe verwijderen.
11.21 Zadel monteren
H02218-11
Hoofdwerk
Zadel vooraan aan de flensbus van de brandstoftank en ach-
teraan in de houder haken.
Zadel naar voren schuiven.
Ervoor zorgen dat het zadel goed vergrendeld is.
V01319-10
Schroef monteren en vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Resterende schroe-
ven chassis
M6 10 Nm
Nawerk
Deksel luchtfilterbak monteren. ( pag. 59)
SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 11
59
11.22 Deksel luchtfilterbak demonteren
F01647-10
Deksels van luchtfilterbak in de bereiken , en naar
de zijkant toe eraf trekken en naar achteren toe verwijderen.
11.23 Deksel luchtfilterbak monteren
K01262-10
Klembeugel van deksel van luchtfilterbak in het bereik
vasthaken en naar voren schuiven.
F01647-11
Deksels van luchtfilterbak in de bereiken , en vast-
klikken.
11.24 Luchtfilter demonteren
Aanwijzing
MotorschadeOngefilterde aanzuiglucht heeft een negatief effect op de levensduur van de motor.
Zonder luchtfilter dringen stof en vuil in de motor.
Gebruik het voertuig nooit zonder luchtfilter.
Aanwijzing
Gevaar voor het milieuProbleemstoffen veroorzaken schade aan het milieu.
Voer olie, vet, filters, brandstof, reinigingsmiddel, remvloeistof e.d. op de correcte en voorgeschre-
ven wijze af.
Voorwerk
Deksel luchtfilterbak demonteren. ( pag. 59)
SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 11
61
11.26 Luchtfilter monteren
102178-10
Hoofdwerk
Schoon luchtfilter op de luchtfilterhouder monteren.
Luchtfilter in het bereik invetten.
Duurzaam vet ( pag. 126)
K01267-10
Luchtfilter plaatsen en bovenste borgpen in de bus
positioneren.
Het luchtfilter is correct gepositioneerd.
Onderste borgpen met bevestigingsklem vastzetten.
Info
Wanneer het luchtfilter niet correct gemonteerd is,
kunnen stof en vuil in de motor dringen en schade ver-
oorzaken.
Nawerk
Deksel luchtfilterbak monteren. ( pag. 59)
11.27 Einddemper demonteren
Waarschuwing
Gevaar voor verbrandingHet uitlaatsysteem wordt bij gebruik van het voertuig zeer heet.
Laat het uitlaatsysteem afkoelen voordat u werkzaamheden uitvoert.
K01257-10
Schroeven met ringen verwijderen.
Einddemper aan de mof van bochtstuk af trekken.


Specyfikacje produktu

Marka: Husqvarna
Kategoria: Silnik
Model: TC 250 (2020)

Potrzebujesz pomocy?

Jeśli potrzebujesz pomocy z Husqvarna TC 250 (2020), zadaj pytanie poniżej, a inni użytkownicy Ci odpowiedzą




Instrukcje Silnik Husqvarna

Instrukcje Silnik

Najnowsze instrukcje dla Silnik