Instrukcja obsługi HP Elitebook 1040 G4 i

HP laptop Elitebook 1040 G4 i

Przeczytaj poniżej 📖 instrukcję obsługi w języku polskim dla HP Elitebook 1040 G4 i (89 stron) w kategorii laptop. Ta instrukcja była pomocna dla 3 osób i została oceniona przez 2 użytkowników na średnio 4.5 gwiazdek

Strona 1/89
Gebruikershandleiding
© Copyright 2017 HP Development Company,
L.P.
Bluetooth is een handelsmerk van de
desbetreende houder en wordt door HP Inc.
onder licentie gebruikt. Intel, Celeron, Pentium
en Thunderbolt zijn handelsmerken van Intel
Corporation in de Verenigde Staten en andere
landen. Windows is een gedeponeerd
handelsmerk of een handelsmerk van
Microsoft Corporation in de Verenigde Staten
en/of andere landen.
De informatie in deze documentatie kan zonder
kennisgeving worden gewijzigd. De enige
garanties voor HP producten en diensten staan
vermeld in de expliciete garantievoorwaarden
bij de producten en diensten. Aan betreende
de informatie in deze handleiding kunnen geen
aanvullende rechten worden ontleend. HP
aanvaardt geen aansprakelijkheid voor
technische fouten, drukfouten of weglatingen
in deze publicatie.
Eerste editie: september 2017
Onderdeelnummer van document: L00438-331
Kennisgeving over het product
In deze gebruikershandleiding worden de
voorzieningen beschreven die op de meeste
modellen beschikbaar zijn. Mogelijk zijn niet
alle voorzieningen op uw computer
beschikbaar.
Niet alle functies zijn beschikbaar in alle edities
of versies van Windows. Voor systemen zijn
mogelijk bijgewerkte en/of afzonderlijk
aangeschafte hardware, stuurprogramma's,
software en/of een BIOS-update vereist om
volledig te kunnen van de proteren
functionaliteit van Windows. Windows 10
wordt automatisch bijgewerkt. Deze optie is
altijd ingeschakeld. Uw internetprovider kan
hiervoor kosten in rekening brengen. Voor
latere updates kunnen mogelijk aanvullende
vereisten gelden. Zie
http://www.microsoft.com.
Voor toegang tot de meest recente
gebruikershandleidingen gaat u naar
http://www.hp.com/support en volgt u de
instructies om uw product te zoeken. Selecteer
daarna Gebruikershandleidingen.
Softwarevoorwaarden
Door het installeren, kopiëren, downloaden of
anderszins gebruiken van een softwareproduct
dat vooraf op deze computer is geïnstalleerd,
bevestigt u dat u gehouden bent aan de
voorwaarden van de HP EULA (End User License
Agreement). Indien u niet akkoord gaat met
deze licentievoorwaarden, kunt u uitsluitend
aanspraak maken op de mogelijkheid het
gehele, ongebruikte product (hardware en
software) binnen 14 dagen te retourneren,
voor een volledige restitutie op basis van het
restitutiebeleid van de desbetreende
verkoper.
Neem contact op met de verkoper voor meer
informatie of om te vragen om een volledige
restitutie van de prijs van de computer.
Kennisgeving aangaande de veiligheid
WAARSCHUWING! U kunt het risico van letsel door verbranding of van oververhitting van de computer
beperken door de computer niet op schoot te nemen en de ventilatieopeningen van de computer niet te
blokkeren. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond. Zorg dat de luchtcirculatie niet
wordt geblokkeerd door een voorwerp van hard materiaal (zoals een optionele printer naast de computer) of
een voorwerp van zacht materiaal (zoals een kussen, een kleed of kleding). Zorg er ook voor dat de
netvoedingsadapter tijdens het gebruik niet in contact kan komen met de huid of een voorwerp van zacht
materiaal. De computer en de netvoedingsadapter voldoen aan de temperatuurlimieten voor oppervlakken
die voor de gebruiker toegankelijk zijn, zoals door de International Standard for Safety of gedenieerd
Information Technology Equipment (IEC 60950).
iii
Conguratie-instelling van de processor (alleen bepaalde producten)
BELANGRIJK: Bepaalde computerproducten zijn met een Intel® Pentium® N35xx/N37xx-gecongureerd
processor of een Celeron® N28xx/N29xx/N30xx/N31xx-processor en een Windows®-besturingssysteem.
Wijzig op deze modellen de van de processor in niet van 4 of 2 conguratie-instelling mscong.exe
processors naar 1 processor. Als u dat wel doet, start uw computer niet opnieuw op. U moet de
fabrieksinstellingen herstellen om de oorspronkelijke instellingen te herstellen.
v
vi van de processor (alleen bepaalde producten)Conguratie-instelling
HP LAN-WLAN Protection gebruiken (alleen bepaalde producten) .................................................. 25
HP LAN-WLAN Protection inschakelen en aanpassen .................................................... 25
HP MAC Address Manager gebruiken om uw computer in een netwerk te (alleen bepaalde identiceren
producten) ........................................................................................................................................................... 25
Het MAC-systeemadres inschakelen en aanpassen ......................................................................... 25
4 Navigeren op het scherm .............................................................................................................................. 27
Bewegingen voor het touchpad en het aanraakscherm gebruiken .................................................................... 27
Tikken ................................................................................................................................................ 27
Zoomen door met twee vingers te knijpen ....................................................................................... 28
Schuiven met twee vingers (alleen touchpad) .................................................................................. 28
Tikken met twee vingers (alleen touchpad) ..................................................................................... 28
Tikken met vier vingers (alleen touchpad) ....................................................................................... 29
Vegen met drie vingers (alleen touchpad) ........................................................................................ 29
Schuiven met één vinger (alleen aanraakscherm) ........................................................................... 30
Een optioneel toetsenbord of een optionele muis gebruiken ............................................................................ 30
Een toetsenbord op het scherm gebruiken (alleen bepaalde producten) .......................................................... 30
5 Entertainmentvoorzieningen ....................................................................................................................... 31
Een camera gebruiken (alleen bepaalde producten) .......................................................................................... 31
Audio gebruiken ................................................................................................................................................... 31
Luidsprekers aansluiten .................................................................................................................... 31
Een hoofdtelefoon aansluiten ........................................................................................................... 31
Een headset aansluiten ..................................................................................................................... 32
Geluidsinstellingen gebruiken .......................................................................................................... 32
Video gebruiken ................................................................................................................................................... 32
Videoapparaten aansluiten met een USB Type-C-kabel (alleen bepaalde producten) .................... 33
Videoapparaten aansluiten met een HDMI-kabel (alleen bepaalde producten) .............................. 33
HDMI-audio ............................................................................................... 34congureren
Bekabelde beeldschermen zoeken en aansluiten met behulp van MultiStream Transport ............ 35
Beeldschermen aansluiten op computers met Intel graphics (met een
ingebouwde hub) ............................................................................................................ 35
Met Miracast compatibele draadloze beeldschermen zoeken en aansluiten (alleen bepaalde
producten) ......................................................................................................................................... 35
6 Energiebeheer ............................................................................................................................................. 37
Slaapstand en sluimerstand gebruiken .............................................................................................................. 37
Slaapstand activeren en beëindigen ................................................................................................. 37
Hibernationstand activeren en beëindigen (alleen bepaalde producten) ........................................ 38
Computer afsluiten (uitschakelen) ...................................................................................................................... 38
Het pictogram Energie en Energiebeheer gebruiken .......................................................................................... 39
viii
Werkt op accuvoeding ......................................................................................................................................... 39
HP Fast Charge gebruiken (alleen bepaalde producten) .................................................................. 39
Acculading weergeven ...................................................................................................................... 40
Informatie over de accu zoeken in HP Support Assistant (alleen bepaalde producten) .................. 40
Accuvoeding besparen ...................................................................................................................... 40
Lage acculading herkennen .............................................................................................................. 40
Problemen met een laag accuniveau verhelpen ............................................................................... 41
Lage acculading verhelpen wanneer er een externe voedingsbron beschikbaar is ...... 41
Een lage acculading verhelpen wanneer er geen voedingsbron beschikbaar is ........... 41
Lage acculading verhelpen wanneer de computer de sluimerstand niet kan
beëindigen ....................................................................................................................... 41
In de fabriek verzegelde accu ............................................................................................................ 41
Externe voeding gebruiken .................................................................................................................................. 41
7 Beveiliging .................................................................................................................................................. 43
De computer beveiligen ....................................................................................................................................... 43
Wachtwoorden gebruiken ................................................................................................................................... 44
Wachtwoorden instellen in Windows ................................................................................................ 44
Wachtwoorden instellen in Computer Setup .................................................................................... 45
BIOS-beheerderswachtwoord beheren ............................................................................................ 45
BIOS-beheerderswachtwoord opgeven ......................................................................... 47
DriveLock-beveiligingsopties gebruiken .......................................................................................... 47
Automatic DriveLock selecteren (alleen voor bepaalde producten) .............................. 47
Automatic DriveLock inschakelen ................................................................ 47
Automatic DriveLock uitschakelen ............................................................... 48
Wachtwoord voor Automatic DriveLock opgeven ........................................ 48
Handmatige DriveLock selecteren .................................................................................. 49
Een DriveLock-wachtwoord instellen ........................................................... 49
DriveLock inschakelen en een DriveLock-gebruikerswachtwoord instellen ................. 49
DriveLock uitschakelen ................................................................................................... 50
DriveLock-wachtwoord invoeren .................................................................................... 50
DriveLock-wachtwoord wijzigen ..................................................................................... 51
Windows Hello gebruiken (alleen bepaalde producten) ..................................................................................... 51
Antivirussoftware gebruiken ............................................................................................................................... 51
Firewallsoftware gebruiken ................................................................................................................................. 52
Software-updates installeren ............................................................................................................................. 52
HP Client Security gebruiken (alleen bepaalde producten) ................................................................................ 52
HP Touchpoint Manager gebruiken (alleen bepaalde producten) ...................................................................... 53
Een optionele beveiligingskabel gebruiken (alleen bepaalde producten) ......................................................... 53
Een vingerafdruklezer gebruiken (alleen bepaalde producten) ......................................................................... 53
Vingerafdruklezer zoeken ................................................................................................................. 53
ix
8 Onderhoud .................................................................................................................................................. 54
Prestaties verbeteren .......................................................................................................................................... 54
Schijfdefragmentatie gebruiken ....................................................................................................... 54
Schijfopruiming gebruiken ................................................................................................................ 54
HP 3D DriveGuard gebruiken (alleen bepaalde producten) .............................................................. 54
De status van HP 3D DriveGuard herkennen .................................................................. 55
Updates van programma's en stuurprogramma's uitvoeren .............................................................................. 55
Computer schoonmaken ...................................................................................................................................... 55
Reinigingsprocedures ........................................................................................................................ 56
Het beeldscherm reinigen ............................................................................................... 56
De zijkanten en het deksel reinigen ............................................................................... 56
Het touchpad, het toetsenbord of de muis reinigen (alleen bepaalde producten) ....... 56
Reizen met of verzenden van de computer ......................................................................................................... 56
9 Back-ups maken, herstellen en terugzetten ................................................................................................... 58
Herstelmedia en back-ups maken ....................................................................................................................... 58
HP Herstelmedia maken (alleen bepaalde producten) ..................................................................... 58
Hulpprogramma's van Windows gebruiken ........................................................................................................ 60
Herstellen ............................................................................................................................................................. 60
Herstellen met HP Recovery Manager .............................................................................................. 60
Wat u moet weten voordat u begint ............................................................................... 61
De HP Herstelpartitie gebruiken (alleen bepaalde producten) ...................................... 61
HP Herstelmedia gebruiken om te herstellen ................................................................ 62
De opstartvolgorde van de computer wijzigen .............................................................. 62
De HP Herstelpartitie verwijderen (alleen bepaalde producten) ................................... 63
10 Computer Setup (BIOS), TPM en HP Sure Start .............................................................................................. 64
Computer Setup gebruiken .................................................................................................................................. 64
Computer Setup starten .................................................................................................................... 64
Een USB-toetsenbord of -muis gebruiken om Computer Setup (BIOS) te starten ........ 64
Navigeren en selecteren in Computer Setup .................................................................................... 64
Fabrieksinstellingen herstellen in Computer Setup ......................................................................... 65
BIOS-update uitvoeren ...................................................................................................................... 65
BIOS-versie vaststellen ................................................................................................... 66
BIOS-update downloaden ............................................................................................... 66
De opstartvolgorde wijzigen met de F9-prompt .............................................................................. 67
TPM BIOS-instellingen (alleen bepaalde producten) .......................................................................................... 67
HP Sure Start gebruiken (alleen bepaalde producten) ........................................................................................ 67
x
11 Het gebruik van HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) ...................................................................................... 69
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-apparaat downloaden ......................................................... 70
12 .............................................................................................................................................. 71Specicaties
Ingangsvermogen ................................................................................................................................................ 71
Omgevingsvereisten ............................................................................................................................................ 71
13 Elektrostatische ontlading ......................................................................................................................... 72
14 Toegankelijkheid ....................................................................................................................................... 73
Ondersteunde assistieve technologieën (hulpmiddelen voor gehandicapten) .................................................. 73
Contact opnemen met ondersteuning ................................................................................................................ 73
Index ............................................................................................................................................................. 74
xi
1 Welkom
Nadat u de computer hebt en geregistreerd, wordt u aangeraden de volgende stappen uit te gecongureerd
voeren om optimaal te van uw slimme investering:proteren
TIP: Als u snel wilt terugkeren naar het startscherm van de computer vanuit een geopende app of het
bureaublad van Windows, drukt u op de Windows-toets op het toetsenbord. Als u nogmaals op de
Windows-toets drukt, keert u terug naar het vorige scherm.
Maak verbinding met internet: een bekabeld of draadloos netwerk waarmee u verbinding congureer
kunt maken met internet. Zie Netwerkverbindingen op pagina 20 voor meer informatie.
Werk uw antivirussoftware bij: bescherm uw computer tegen schade door virussen. De software is
vooraf geïnstalleerd op de computer. Zie Antivirussoftware gebruiken op pagina 51 voor meer
informatie.
Raak vertrouwd met de computer: maak kennis met de voorzieningen van uw computer. Zie
Onderdelen op pagina 4 Navigeren op het scherm op pagina 27 en voor meer informatie.
Zoek geïnstalleerde software: toegang tot een overzicht van de vooraf op de computer geïnstalleerde
software.
Klik op de knop Start.
– of –
Klik met de rechtermuisknop op de knop Start en selecteer vervolgens .Apps en onderdelen
Maak een back-up van uw vaste schijf door herstelschijven of een te maken. Zie herstelashstation
Back-ups maken, herstellen en terugzetten op pagina 58.
1
Informatie zoeken
Gebruik de volgende tabel voor informatiebronnen met productinformatie, instructies en meer.
Bron Inhoud
Installatie-instructies Overzicht van computerinstallatie en -functies
HP ondersteuning
Voor HP ondersteuning gaat u naar http://www.hp.com/
support.
Online chatten met een technicus van HP
Telefoonnummers voor ondersteuning
Video van vervangende onderdelen (alleen voor bepaalde
producten)
Onderhouds- en servicehandleidingen
Locaties HP Servicecentrum
Handleiding voor veiligheid en comfort
U krijgt als volgt toegang tot deze handleiding:
Selecteer de knop , selecteer Start HP Help en
ondersteuning en vervolgens .HP documentatie
– of –
Selecteer de knop , selecteer en vervolgens Start HP
HP documentatie.
– of –
Ga naar http://www.hp.com/ergo.
BELANGRIJK: U moet voor toegang tot de nieuwste
versie van de gebruikershandleiding verbonden zijn
met internet.
Aanwijzingen voor een optimale werkplek
Richtlijnen voor houding en manier van werken voor meer comfort
en minder risico op lichamelijk letsel
Informatie over elektrische en mechanische veiligheid
Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu
U krijgt als volgt toegang tot dit document:
Selecteer de knop , selecteer Start HP Help en
ondersteuning en vervolgens .HP documentatie
– of –
Selecteer de knop , selecteer en vervolgens Start HP
HP documentatie.
Belangrijke kennisgevingen over voorschriften, waaronder
informatie over het correct afvoeren van accu's (indien nodig)
Garantie*
U krijgt als volgt toegang tot dit document:
Selecteer de knop , selecteer Start HP Help en
ondersteuning en vervolgens .HP documentatie
– of –
Selecteer de knop , selecteer en vervolgens Start HP
HP documentatie.
– of –
Ga naar http://www.hp.com/go/orderdocuments.
Specieke garantiegegevens voor deze computer
2 Hoofdstuk 1 Welkom
2 Onderdelen
Uw computer is voorzien van kwalitatief zeer hoogstaande onderdelen. Dit hoofdstuk biedt informatie over
de onderdelen, waar ze zich bevinden en hoe ze werken.
Hardware zoeken
Ga als volgt te werk om te zien welke hardware in uw computer is geïnstalleerd:
Typ in het zoekvak van de taakbalk en selecteer de app .apparaatbeheer Apparaatbeheer
U ziet een lijst met alle apparaten die in uw computer zijn geïnstalleerd.
Druk voor informatie over de hardwareonderdelen van het systeem en het versienummer van het systeem-
BIOS op + (alleen bepaalde producten).fn esc
Software zoeken
Ga als volgt te werk om te zien welke software op uw computer is geïnstalleerd:
Klik op de knop Start.
– of –
Klik met de rechtermuisknop op de knop en selecteer vervolgens .Start Apps en onderdelen
4 Hoofdstuk 2 Onderdelen
Rechterkant
Onderdeel Beschrijving
(1) Micro-SIM-kaartslot Ondersteunt een SIM-kaart (subscriber identity module) voor
draadloze communicatie.
Raadpleeg Een SIM-kaart plaatsen (alleen bepaalde producten)
op pagina 19 voor de installatiestappen van SIM-kaart.
(2) HDMI-poort Hiermee kunt u de computer aansluiten op een optioneel video-
of audioapparaat, zoals een televisie, andere high-denition
compatibele digitale apparatuur of audioapparatuur, of een snel
HDMI-apparaat Multimedia Interface).(High-Denition
(3) USB 3.x SuperSpeed-poort met HP Sleep and
Charge
Hiermee sluit u een USB-apparaat aan. Deze poort biedt ook
snelle gegevensoverdracht en zelfs wanneer de computer is
ingeschakeld, laadt deze poort de meeste apparaten, zoals een
mobiele telefoon, camera, activiteitentracker of smartwatch,
op.
(4) Acculampje Wanneer de netvoeding is aangesloten:
Wit: de acculading is groter dan 90 procent.
Oranje: de acculading ligt tussen 0 en 90 procent.
Uit: de accu wordt niet opgeladen.
Wanneer de netvoeding is losgekoppeld (accu laadt niet op):
Knipperend oranje: de accu is bijna leeg. Wanneer de accu
een kritiek laag ladingsniveau heeft bereikt, begint het
acculampje snel te knipperen.
Uit: de accu wordt niet opgeladen.
(5) USB Type-C-netvoedingsconnectorpoort en
Thunderbolt-poort met HP Sleep and Charge
(2)
Hierop kunt u een netvoedingsadapter met een USB-Type-C-
connector aansluiten om de computer van stroom te voorzien
en indien nodig de computeraccu op te laden.
– en –
Hiermee kunt u de meeste USB-apparaten die een Type-C-
connector hebben, zoals een mobiele telefoon, camera,
activiteitentracker of smartwatch, aansluiten en opladen. Ook
kunt u hiermee snel gegevens overzetten.
OPMERKING: Mogelijk zijn er adapters en/of kabels
(afzonderlijk aan te vereist.schaen)
– en –
Hiermee sluit u een weergaveapparaat met een USB Type-C-
connector aan, zodat u een DisplayPort-uitvoer krijgt.
Rechterkant 5
Onderdeel Beschrijving
OPMERKING: Uw computer ondersteunt mogelijk ook een
Thunderbolt-dockingstation.
Linkerkant
Onderdeel Beschrijving
(1) Bevestigingspunt voor de beveiligingskabel Hiermee sluit u een als optie verkrijgbare beveiligingskabel aan
op de computer.
OPMERKING: Van de beveiligingskabel moet in de eerste
plaats een uitgaan. Deze voorziening kan ontmoedigingseect
echter niet voorkomen dat de computer verkeerd wordt gebruikt
of wordt gestolen.
(2) Ventilatieopening Deze opening zorgt voor luchtkoeling van de interne
onderdelen.
OPMERKING: De ventilator van de computer start automatisch
om interne onderdelen te koelen en oververhitting te
voorkomen. Het is normaal dat de interne ventilator
automatisch aan- en uitgaat wanneer u de computer gebruikt.
(3) USB 3.x SuperSpeed-poort met HP Sleep and
Charge
Hiermee sluit u een USB-apparaat aan. Deze poort biedt ook
snelle gegevensoverdracht en zelfs wanneer de computer is
ingeschakeld, laadt deze poort de meeste apparaten, zoals een
mobiele telefoon, camera, activiteitentracker of smartwatch, op.
(4) Combostekker voor audio-uit (hoofdtelefoon)/
audio-in (microfoon)
Hierop kunt u optionele stereoluidsprekers met eigen voeding,
een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een kabel
van een televisietoestel aansluiten. Ook kunt u hierop de
microfoon van een optionele headset aansluiten. Deze ingang
ondersteunt geen optionele zelfstandige microfoons.
6 Hoofdstuk 2 Onderdelen
Onderdeel Beschrijving
WAARSCHUWING! Zet het geluidsvolume laag voordat u de
hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo beperkt u het
risico van gehoorbeschadiging. Zie Informatie over
voorschriften, veiligheid en milieu voor meer informatie over
veiligheid.
U krijgt als volgt toegang tot deze handleiding:
1. Typ in het zoekvak van de taakbalk en selecteer support
vervolgens de app .HP Support Assistant
– of –
Klik op het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.
2. Selecteer , selecteer het tabblad en Mijn pc Specicaties
selecteer vervolgens Gebruikershandleidingen.
OPMERKING: Wanneer u een apparaat aansluit op deze
connector, worden de computerluidsprekers uitgeschakeld.
Linkerkant 7
Beeldscherm
Onderdeel Beschrijving
(1) WWAN-antennes* Via deze antennes worden draadloze signalen verzonden en
ontvangen om te communiceren met draadloze WWAN's (Wireless
Wide Area Networks).
(2) Cameralampjes Aan: Een of meer camera's worden gebruikt.
(3) Interne microfoons Hiermee neemt u geluid op.
(4) Camera's Hiermee kunt u videochatten, video opnemen en stilstaande foto's
nemen. Zie Een camera gebruiken (alleen bepaalde producten)
op pagina 31 voor het gebruik van de camera. Met sommige
camera's kunt u zich op bepaalde producten bij Windows ook
aanmelden met gezichtsherkenning in plaats van een wachtwoord.
Zie Windows Hello gebruiken (alleen bepaalde producten)
op pagina 51 voor meer informatie.
OPMERKING: De functies van de camera zijn afhankelijk van de
hardware van de camera en de software die op uw product is
geïnstalleerd.
(5) WLAN-antennes* Via deze antennes worden draadloze signalen verzonden en
ontvangen om te communiceren met draadloze WLAN's (Wireless
Local Area Networks).
*De antennes zijn niet zichtbaar aan de buitenkant van de computer. Voor een optimale signaaloverdracht houdt u de directe omgeving
van de antennes vrij.
Voor informatie over de voorschriften voor draadloze communicatie raadpleegt u het gedeelte over uw land of regio in Informatie over
voorschriften, veiligheid en milieu.
U krijgt als volgt toegang tot deze handleiding:
1. Typ in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app .support HP Support Assistant
8 Hoofdstuk 2 Onderdelen
Onderdeel Beschrijving
Als de computer in de sluimerstand staat, drukt u kort op de
aan/uit-knop om de sluimerstand te beëindigen.
VOORZICHTIG: De aan-uitknop ingedrukt houden, resulteert in
het verlies van niet-opgeslagen gegevens.
Als de computer niet meer reageert en de afsluitprocedures geen
eect hebben, houdt u de aan-uitknop minstens vijf seconden
ingedrukt om de computer uit te schakelen.
Raadpleeg uw energieopties voor meer informatie over uw
energie-instellingen.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram
Energiemeter en selecteer vervolgens Energie-
opties.
(2) Luidsprekers Hier wordt het geluid van de computer geproduceerd.
(3) Vingerafdruklezer (alleen bepaalde producten) Hiermee kunt u zich met een vingerafdruk bij Windows
aanmelden, in plaats van met een wachtwoord.
12 Hoofdstuk 2 Onderdelen
Speciale toetsen
Onderdeel Beschrijving
(1) -toets Druk op deze toets in combinatie met de -toets om Esc fn
systeeminformatie weer te geven.
(2) -toets Druk op deze toets in combinatie met een andere toets om fn
veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren. Dergelijke
toetscombinaties worden sneltoetsen genoemd.
Zie Hotkeys (alleen bepaalde producten) op pagina 15.
(3) Windows-toets Opent het .Startmenu
OPMERKING: Als u nogmaals op de Windows-toets drukt,
wordt het Startmenu afgesloten.
(4) Actietoetsen Hiermee voert u veelgebruikte systeemfuncties uit.
Zie .Actietoetsen op pagina 14
(5) Geïntegreerd numeriek toetsenblok Een numeriek toetsenblok dat over de alfabettoetsen van het
toetsenbord is geplaatst. Wanneer + worden ingedrukt, fn num lk
kan het toetsenblok worden gebruikt als een extern numeriek
toetsenblok. Met elke toets van dit toetsenblok wordt de functie
uitgevoerd die wordt aangegeven door het pictogram in de
rechterbovenhoek van de toets.
OPMERKING: Als de toetsenblokfunctie actief is op het
moment dat de computer wordt uitgeschakeld, wordt die functie
opnieuw actief wanneer de computer weer wordt ingeschakeld.
(6) Windows-toepassingstoets Hiermee geeft u opties voor een geselecteerd object weer.
(7) -toets Als u op deze toets drukt in combinatie met de -toets, wordt Num Lock fn
het geïntegreerde numerieke toetsenblok in- of uitgeschakeld.
Toetsenbordzone 13
Actietoetsen
Een actietoets voert de functie uit die wordt aangegeven door het pictogram op de toets. Om te bepalen
welke toetsen uw product heeft, raadpleegt u Speciale toetsen op pagina 13.
Om een actietoets te gebruiken, houdt u de toets ingedrukt.
Symbool Beschrijving
Hiermee schakelt u tussen de weergaveapparaten die op het systeem zijn aangesloten. Als bijvoorbeeld een
monitor op de computer is aangesloten, wordt de weergave iedere keer dat u op deze toets drukt, geschakeld
tussen de weergave op het scherm van de computer, weergave op de monitor en gelijktijdige weergave op
het computerscherm en de monitor.
Hiermee kunt u voorkomen dat er van opzij wordt meegekeken. Indien nodig verlaagt of verhoogt u de
helderheid bij goed verlichte of donkere omgevingen. Druk opnieuw op de toets om het privacyscherm uit te
schakelen.
OPMERKING: Om snel de hoogste privacyinstelling in te schakelen, drukt u op + .fn p
Zolang u deze toets ingedrukt houdt, wordt de helderheid van het scherm steeds verder verlaagd.
Zolang u deze toets ingedrukt houdt, wordt de helderheid van het scherm steeds verder verhoogd.
Hiermee schakelt u de geluidsweergave uit (en weer in).
Als u deze toets ingedrukt houdt, wordt het geluidsvolume steeds verder verlaagd.
Als u deze toets ingedrukt houdt, wordt het geluidsvolume steeds verder verhoogd.
Hiermee dempt u het geluid van de microfoon.
Hiermee wordt de achtergrondverlichting van het toetsenbord in- of uitgeschakeld.
OPMERKING: Als u accustroom wilt besparen, schakelt u deze voorziening uit.
Num Lock-toets Geïntegreerd numeriek toetsenblok in- en uitschakelen.
Hiermee schakelt u de voorziening voor draadloze communicatie in of uit.
OPMERKING: Er moet een draadloos netwerk zijn ingesteld voordat er een draadloze verbinding kan
worden gemaakt.
Biedt snelle toegang tot de agenda van uw Skype voor Bedrijven.
OPMERKING: Deze functie vereist Skype® voor Bedrijven of Lync® 2013 actief op Microsoft Exchange of
Oice 365® servers.
14 Hoofdstuk 2 Onderdelen
Symbool Beschrijving
Hiermee schakelt u de functie voor het delen van het scherm in of uit.
OPMERKING: Deze functie vereist Skype voor Bedrijven of Lync 2013 actief op Microsoft Exchange of Oice
365 servers.
Een gesprek beantwoorden.
Hiermee start u een gesprek met een enkele persoon.
Zet een oproep in de wacht.
OPMERKING: Deze functie vereist Skype voor Bedrijven of Lync 2013 actief op Microsoft Exchange of Oice
365 servers.
Beëindigt een gesprek.
Weigert binnenkomende oproepen
Beëindigt het delen van een scherm.
OPMERKING: Deze functie vereist Skype voor Bedrijven of Lync 2013 actief op Microsoft Exchange of Oice
365 servers.
OPMERKING: De actietoetsvoorziening is standaard ingeschakeld. U kunt deze voorziening uitschakelen
door -toets en de linker -toets ingedrukt te houden. Het fn-Lock-lampje gaat branden. Nadat u de fn shift
actietoetsfunctie hebt uitgeschakeld, kunt u de functies nog wel uitvoeren door op de -toets te drukken in fn
combinatie met de bijbehorende actietoets.
Hotkeys (alleen bepaalde producten)
Een sneltoets is een combinatie van de -toets en een andere toets.fn
U gebruikt een sneltoets als volgt:
Druk op de -toets en druk vervolgens op een van de toetsen die in de volgende tabel worden vermeld.fn
Toets Beschrijving
C Hiermee schakelt u Scroll-lock in.
E Hiermee schakelt u de functie Insert in.
R Hiermee onderbreekt u de bewerking.
S Hiermee verzendt u een programmeringsquery.
W Hiermee onderbreekt u de bewerking.
Toetsenbordzone 15
Achterkant
Onderdeel Beschrijving
Ventilatieopeningen Deze openingen zorgen voor luchtkoeling van de interne
onderdelen.
OPMERKING: De ventilator van de computer start
automatisch om interne onderdelen te koelen en
oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de interne
ventilator automatisch aan- en uitgaat wanneer u de
computer gebruikt.
Achterkant 17
Verbinding maken met een WLAN
OPMERKING: Als u bij u thuis een internetverbinding wilt instellen, moet u een account bij een
internetprovider hebben. Neem contact op met een lokale internetprovider voor het van een aanschaen
internetservice en een modem. De internetprovider helpt u bij het instellen van het modem, het installeren
van een netwerkkabel waarmee u de draadloze router aansluit op het modem, en het testen van de
internetservice.
Zo maakt u een verbinding met een draadloos netwerk:
1. Controleer of het WLAN-apparaat is ingeschakeld.
2. Selecteer het pictogram voor de netwerkstatus op de taakbalk en maak verbinding met een van de
beschikbare netwerken.
Als het draadloze netwerk een beveiligd WLAN is, wordt u gevraagd een netwerkbeveiligingscode in te
voeren. Voer de code in en selecteer Volgende om de verbinding tot stand te brengen.
OPMERKING: Als er geen WLAN's worden weergegeven, betekent dit mogelijk dat u zich buiten het
bereik van een draadloze router of toegangspunt bevindt.
OPMERKING: Als u het draadloze netwerk waarmee u verbinding wilt maken niet ziet, klikt u met de
rechtermuisknop op het pictogram voor de netwerkstatus en selecteert u Netwerkcentrum openen.
Selecteer Een nieuwe verbinding of een nieuw netwerk instellen. Er verschijnt een lijst met opties om
handmatig te zoeken naar een netwerk en hier verbinding mee te maken, of om een nieuwe
netwerkverbinding te maken.
3. Volg de instructies op het scherm om de verbinding te voltooien.
Nadat u verbinding hebt gemaakt, selecteert u het pictogram voor de netwerkstatus helemaal rechts op de
taakbalk om de naam en status van de verbinding te controleren.
OPMERKING: Het bereik (de reikwijdte van de draadloze signalen) varieert al naargelang de eectieve
WLAN-implementatie, het merk router en interferentie van andere elektronische apparatuur of vaste
obstakels zoals wanden en vloeren.
HP Mobiele breedband gebruiken (alleen bepaalde producten)
Uw computer met HP Mobiele breedband heeft ingebouwde ondersteuning voor diensten voor mobiel
breedband. In combinatie met een mobiel netwerk biedt uw nieuwe computer u volledige vrijheid: u kunt
verbinding maken met internet, e-mailen en uw bedrijfsnetwerk bereiken zonder dat u daarvoor een Wi-Fi-
hotspot nodig hebt.
OPMERKING: Als uw computer HP Mobile Connect bevat, zijn de instructies in dit gedeelte niet van
toepassing. Zie HP Mobile Connect Pro gebruiken (alleen bepaalde producten) op pagina 22.
Mogelijk hebt u het IMEI- en/of MEID-nummer van de HP module voor mobiel breedband nodig om de dienst
voor mobiel breedband te activeren. U kunt dit nummer vinden op een label aan de onderkant van de
computer, in de accuruimte, onder de onderhoudsklep of op de achterkant van het beeldscherm.
– of –
U kunt het nummer ook als volgt vinden:
1. Selecteer het pictogram voor de netwerkstatus op de taakbalk.
2. Selecteer Verbindingsinstellingen weergeven.
3. Selecteer het pictogram voor de netwerkstatus in het gedeelte .Mobiele breedband
Verbinding maken met een draadloos netwerk 21
OPMERKING: Als het apparaat vereist, wordt er een koppelingscode weergegeven. Volg bij het vericatie
apparaat dat u toevoegt de instructies op het scherm om te controleren of de code op uw apparaat
overeenkomt met de koppelingscode. Raadpleeg de met het apparaat meegeleverde documentatie voor meer
informatie.
OPMERKING: Zorg dat Bluetooth op het apparaat is ingeschakeld als uw apparaat niet wordt weergegeven
in de lijst. Sommige apparaten hebben mogelijk aanvullende vereisten. Raadpleeg de met het apparaat
meegeleverde documentatie.
NFC gebruiken om informatie te delen (alleen bepaalde producten)
Uw computer ondersteunt NFC (Near Field Communication) waarmee u draadloos informatie tussen twee
apparaten met ingeschakelde NFC-functie kunt delen. Informatie wordt overgedragen door met uw telefoon
of ander apparaat op het tikgebied (antenne) van de computer te tikken. Met NFC-technologie en NFC-
ondersteunde apps kunt u websites delen, contactgegevens overzetten, betalingen overboeken en afdrukken
op NFC-ondersteunde printers.
OPMERKING: Raadpleeg Onderdelen op pagina 4 om te zien waar het tikgebied zich op uw computer
bevindt.
Delen
1. Controleer of de NFC-functie is ingeschakeld.
a. Typ in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens draadloos Draadloze apparaten in-
of uitschakelen.
b. Controleer of de selectie voor NFC ingeschakeld is.
2. Tik op het NFC-tikgebied met een NFC-ondersteund apparaat. U hoort mogelijk een geluidssignaal
wanneer er verbinding is gemaakt met het apparaat.
OPMERKING: Om de locatie van de antenne op het andere NFC-apparaat te vinden, raadpleegt u de
instructies van het apparaat.
3. Volg de instructies op het scherm om door te gaan.
Verbinding maken met een draadloos netwerk 23


Specyfikacje produktu

Marka: HP
Kategoria: laptop
Model: Elitebook 1040 G4 i

Potrzebujesz pomocy?

Jeśli potrzebujesz pomocy z HP Elitebook 1040 G4 i, zadaj pytanie poniżej, a inni użytkownicy Ci odpowiedzą




Instrukcje laptop HP

Instrukcje laptop

Najnowsze instrukcje dla laptop