Instrukcja obsługi Graupner MX-24s


Przeczytaj poniżej 📖 instrukcję obsługi w języku polskim dla Graupner MX-24s (211 stron) w kategorii Sterowanie radiowe. Ta instrukcja była pomocna dla 22 osób i została oceniona przez 2 użytkowników na średnio 4.5 gwiazdek

Strona 1/211
MX-24s
3D-Cylinder-Rotary
Programming
System
programmeer – handboek
Inhoudsopgave
algemene aanwijzingen
veiligheidsaanwijzingen
voorwoord
MX-24s Computersysteem
gebruiksaanwijzingen
DSC-bus
zenderbeschrijving
displaybeschrijving
eerste inbedrijfname
opmerkingen vooraf
taalkeuze
frequentiescanner
kanaalkeuze
ontvangstinstallatie
aanwijzingen bij de
installatie
begripsdefinities
schema signaalverloop
principes van de bediening
toetsenveld
draaielement
Hotkeys
menu-instellingen
toewijzing van stuurelement-,
schakelaar- en
stuurlementschakelaar
digitale trimming /
afschakeltrimming
vliegtuigmodellen
ontvangertoewijzing
helikoptermodellen
ontvangertoewijzing
korte programmeerhandleiding
korte programmeerhandleiding
beschrijving van de
programma’s
nieuw aanmaken van een
geheugenplaats
programmabeschrijvingen in detail
bladzijde bladzijde
geheugen
modelkeuze
kopiëren / wissen
verbergen codes
verbergen modelleen
basis-instellingen zender, model
en servo’s
basis-instellingen model
modeltype
helitype
servo-instelling
stuurelement
stuurelement-instellingen
stuurelement-instellingen
gaslimiet
Dual Rate/Exponential
kanaal-1-curve
schakelaars
schakelaar-aanduiding
stuurelement-schakelaars
logische schakelaars
vliegfasen
Hoe programmeer ik een
vliegfase?
fasen-instelling
fasen-toewijzing
fasentrimming F3B
onvertraagde kanalen
klokken
klokken (algemeen)
klokken in vliegfasen
mixers
wat is een mixer?
vleugelmixers
helimixers
afstemming gas- en
pitchcurve
autorotatie
algem. opmerkingen bij vrij progr.
mixers
vrije mixers
MIX actief / fase
alleen mix kanaal
kruismixers
TS-mixers
speciale functies
Fail-Safe-instelling PCM20
Fail-Safe-instelling SPCM20
Fail-Safe-instelling APCM24
leraar / leerling
ontvangeruitgang
globale functies
algemene instelling en
servo-aanduiding
servotest
invoerbeveiliging
programmeervoorbeelden
vliegtuigmodel (algemeen)
vliegtuigmodel zonder motor
invoegen van een E-aandrijving
K1-knuppel omschakelbaar tussen
E-motor en Butterfly
E-motor en stoorkleppen
stopwatchbediening door stuurelement of schakelaar
parallel lopende servo’s
2 remkleppen resp. 2 stoorkleppenservo’s
meermotorige vliegtuigmodellen
2 hoogteroerservo’s
2 richtingsroerservo’s
gebruik van vliegfasen
sturen van tijdsgestuurde bewegingen
8-kleppen-vleugels
delta- en staartloos model
F3A-model
helikoptermodel
aanhang
toebehoren voor leraar-leerling-systeem
toebehoren voor zender
toegelaten zendfrequenties
garantiecertificaat
conformiteitverklaring
garantiecertificaat
milieuaanwijzingen
Aanwijzingen m.b.t. het milieu
Het symbool op het product, de handleiding of de verpakking wijst er op, dat dit product aan het einde van zijn
levensduur niet via het normale huishoudelijke afval mag worden weggegooid. Het moet bij een verzamelpunt
voor de recycling van elektrische en elektronische apparaten worden afgegeven.
De grondstoffen zijn volgens hun kenmerken weer herbruikbaar. Met het hergebruik of de recycling van oude
apparaten wordt een grote bijdrage aan de bescherming van het milieu geleverd.
Batterijen en accu’s moeten uit het apparaat worden verwijderd en bij een daarvoor bestemde verzamelplaats
apart worden ingeleverd. Vraagt u a.u.b. bij uw gemeente naar het desbetreffende inzamelpunt.
Ontstoren van elektromotoren
Bij een technisch probleemloze installatie horen ontstoorde elektromotoren, omdat alle elektromotoren tussen collector en
borstels vonken veroorzaken die, afhankelijk van het soort motor, de radiobesturing kunnen storen.
In modellen met elektroaandrijving moet iedere motor daarom zorgvuldig ontstoord worden.
Ontstoorfilters onderdrukken zulke stoorimpulsen verregaand en moeten bij elektroaandrijving en gebruik van een
radiobesturinginstallatie altijd worden ingebouwd. Let u daarbij op de aanwijzingen in de bediening- en montagehandleiding
van het model.
Verdere details w.b. ontstoorfilters vindt u in de GRAUPNER-hoofdcatalogus FS.
servo-ontstoorfilter voor verlengkabel
Best.-nr. 1040
Het servo-ontstoorfilter is bij toepassing van kabels van meer dan gewone lengte noodzakelijk. Daardoor vervalt een verder
afstemmen van de ontvanger. Het filter wordt direct aan de ontvangeringang aangesloten. In kritische gevallen kan een
tweede filter worden toegepast.
Toepassing van elektronische vaartregelaars
De juiste keuze van een elektronische vaartregelaar hangt af van de soort en grootte van de gebruikte elektromotor en van het
model.
Om een overbelasten / beschadigen van de regelaar te voorkomen, moet de continue belastbaarheid van de regelaar minstens
de helft van de maximale motor-blokkeerstroom bedragen.
Bijzondere voorzichtigheid is er bij zogenaamde tuning-motoren geboden, die vanwege hun geringe aantal windingen bij het
blokkeren een veelvoud van hun nominale stroom opnemen en daardoor de regelaar kunnen verwoesten.
Elektronische ontstekingen
Ook ontstekingen van verbrandingsmotoren veroorzaken storingen, die de functie van de radiobesturing negatief kunnen
beïnvloeden. Elektrische ontstekingen moeten daarom altijd uit een aparte accu worden gevoed.
Gebruikt u alleen ontstoorde bougies, bougiedoppen en afgeschermde bougiekabels. Bouw alle onderdelen van de
ontstekingsinstallatie zo ver mogelijk verwijderd van de radiobesturing in.
Statische ontlading
De functie van een zender wordt door de bij blikseminslag ontstane magnetische golven gestoord, ook wanneer het onweer
nog kilometers ver weg is. Daarom…
…bij naderend onweer direct stoppen met vliegen! Door statische lading via de antenne kan levensgevaar ontstaan!
Let op
Het gebruik van de radiobesturing is alleen toegestaan op de in het desbetreffende land toegelaten frequenties/kanalen. De
bijbehorende bepalingen vindt u in het onderdeel “toegestane frequenties” op bladzijde 206. Het gebruik van de
radiobesturing op daarvan afwijkende frequenties/kanalen is verboden en wordt door de autoriteiten bestraft.
Onderhoudsaanwijzingen
Reinig de behuizing, telescoopantenne etc. nooit met schoonmaakmiddelen, benzine, water e.d., maar uitsluitend met een
droge, zachte doek.
Componenten en toebehoren
De firma GRAUPNER GmbH. & Co. Als producent adviseert om alleen componenten en toebehoren te gebruiken, die door
de firma GRAUPNER op deugdelijkheid, functie en veiligheid zijn gecontroleerd. De firma GRAUPNER neemt in dit geval
de verantwoordelijkheid voor u over.
De Fa. GRAUPNER neemt geen aansprakelijkheid voor niet-vrijgegeven delen of toebehoren van andere producenten
en kan ook niet ieder onderdeel van een ander merk controleren, of het zonder veiligheidsrisico’s kan worden
toegepast.
Uitsluiting van aansprakelijkheid/schadevergoeding
Zowel de toepassing van de montage-instructies en handleiding , als ook de voorwaarden en methoden voor de installatie,
gebruik en onderhoud van de radiobesturingcomponenten kunnen door de Fa. GRAUPNER niet gecontroleerd worden.
Daarom neemt de Fa. GRAUPNER geen enkele aansprakelijkheid op zich voor verliezen, schades of kosten, die resulteren uit
foutief gebruik of op welke manier dan ook daarmee samenhangen. In zoverre dit wettelijk noodzakelijk is, is de verplichting
van de Fa. GRAUPNER tot schadevergoeding , uit welke rechtsgrond dan ook, beperkt tot de geldwaarde van de direct
schadeveroorzakende producten van de Fa. GRAUPNER. Dit geldt niet, indien de Fa. GRAUPNER volgens dwingende
wettelijke eisen wegens opzet of nalatigheid onbeperkt verantwoordelijk kan worden gesteld.
MX-24s: radiobesturingtechnologie van de nieuwste generatie
In een ergonomisch geoptimeerd handzender-design met een maximaal bedienings- en draagcomfort presenteren wij de
nieuwe MX-24s, die voortkomt uit het beproefde radiobesturings-computersysteem MC-24 PROFI. Het bedieningscomfort
werd verder verbeterd. Via slechts vier toetsen en een op twee niveaus bedienbaar digitaal 3D-ROTARY-draaielement wordt
de programmering, zoals bij de kleinere zuster, de MX-22, ook voor de ongeoefende een makkelijke opgave.
Uit de ervaringen en de feedback van veel piloten, die met de MC-24PROFI vlogen, zijn veel nieuwe ideeën in het software-
concept van de MX-24s verwerkt.
Het GRAUPNER-software-team, professionele- en wedstrijdpiloten van de verschillende modelvliegdisciplines en bekende
piloten van internationale betekenis maakten de ontwikkeling van deze High-End software mogelijk, door teamwerk en tests
bij internationale wedstrijden en manifestaties; dit alles in combinatie met het wereldwijd succesvolle radiobesturingssysteem
MC-24, en dit zonder daarbij de behoeften van de beginner over het hoofd te zien.
De MX-24s is voorzien van alle bedieningselementen en schakelaars voor het aansturen van maximaal 12 servo’s, zodat ook
vrienden van de schaal- of scheepsmodelbouw niet te kort zullen komen.
Tevens is een DSC-bus standaard geïntegreerd, om direct een ontvanger aan te kunnen sluiten en te kunnen testen, zonder dat
er HF-afstraling plaatsvindt. Deze bus kan echter ook worden gebruikt om een leraar- of leerlingsysteem of een
vliegsimulator aan te sluiten.
Naast de bekende modulatiesoorten PPM18, PPM24, PCM20 en SPCM20 zijn er twee nieuwe modulatiesoorten:
PPM10 voor Pico-ontvangers in indoor-modellen, Funflyers, kleine heli’s, RC-Cars ed., die via max. 5 servo’s worden
aangestuurd. Dankzij de verkorte cyclustijd wordt een extreem korte reactietijd bereikt.
APCM24 voor de veeleisende piloot, die zijn model van max. 12 servo’s wil voorzien en hoge eisen stelt aan de exact
gelijke loop van alle servo’s – b.v. bij heel snelle modellen.
Een nieuwe HF-SYNTHESIZER-module maakt een wisselen van kristallen in de 35-/35B-band resp. de 40-/41-band
overbodig. Via de software wordt het gewenste kanaal na een veiligheidsvraag ingesteld. Nieuw op het gebied van de
veiligheid is echter ook de geïntegreerde dubbel-SUPERHET-scanner, waarmee bij het inschakelen van de zender de
bezetting van de kanalen op het vliegterrein automatisch wordt gecheckt.
Aan de hardwarekant is het royale LCD-display van een achtergrondverlichting voorzien, die vooral bij een ongunstige
lichtinval de leesbaarheid flink verbetert. Een EEPROM (Electrically Erasable Programmable Read Only Memory) maakt de
gebruikelijke Lithium batterij voor het opslaan van de gegevens overbodig.
De softwarestructuur werd verder verbeterd. Alle belangrijke instelmogelijkheden van een menu worden in het grafische
display weergegeven, zonder dat een verdere uitleg nodig is. Stuit u echter op een probleem en heeft u toevallig niet het
handboek bij de hand, dan kan het geïntegreerde help-menu u met een druk op de knop verder helpen.
De MX-24s biedt 40 modelgeheugenplaatsen. In iedere modelgeheugenplaats kunnen ook nog max. 8 vliegfasen-
programma’s worden opgeslagen, die het u mogelijk maken om b.v. verschillende testinstellingen of vliegparameters voor de
diverse vliegtaken tijdens het vliegen via een druk op de knop op te roepen.
Bij de nieuwe onderdelen van de software horen o.a. de …
“Auto Trim”-functie: het model wordt via de beide kruisknuppels in de gewenste vliegpositie gebracht. Wanneer de
schakelaar wordt bediend worden de afwijkingen van de stuurknuppels vanuit de neutrale positie vastgesteld en als
trimwaarden overgenomen.
“tuimelschijfbegrenzing”: deze optie maakt een begrenzing van de tuimelschijfuitslag mogelijk, wanneer de rol- en
nickstuurknuppel tegelijkertijd volledig worden uitgeslagen.
Een verdere serie handige nieuwtjes, zoals b.v. een toetsvergrendeling, een variabel in te stellen waarschuwingsdrempel voor
de zenderaccu of een vereenvoudigde omschakelmogelijkheid tussen E-motor en remkleppensturing optimaliseren het
softwarepakket.
In het voor u liggende handboek wordt ieder menu uitvoerig beschreven. Tips, veel aanwijzingen en
programmeervoorbeelden vullen de beschrijvingen aan. De verklaring van modelbouwspecifieke vaktermen zoals
stuurelement of Dual Rate, Butterfly en andere ontbreken net zo min als een uitvoerige woordenlijst aan het einde van het
handboek. Een tabel met een overzicht van de belangrijkste bedieningsstappen vindt u op de bladzijden 44 … 56.
Let u in ieder geval op de veiligheidsaanwijzingen en technische tips. Test eerst alle functies volgens de handleiding. Check
de programmering eerst “op de grond”, voordat u echt met het model gaat vliegen en ga op een verantwoordelijke manier met
uw radiobestuurde model om, zodat u anderen en zichzelf niet in gevaar brengt.
Het GRAUPNER-team wenst u veel plezier met het MX-24s radiobesturingssysteem van de topklasse.
Kirchheim-Teck, september 2007
Computersysteem MX-24s
Radiobesturingset met max. 5 resp. 9 stuurfuncties in de PPM10- resp. PPM18-modus en
max. 10 in de (S)PCM- en max. 12 stuurfuncties in de PPM24- en APCM24-modus
Techniek, waar je wat mee kunt
GRAUPNER verlegt met de MX-24s High-End-radiobesturingstechnologie opnieuw haar grenzen. De programma’s van het
PROFI-systeem van de MX-24s zijn een nieuwe mijlpaal in de radiobesturingtechniek voor de beginner en voor de
professionele piloot.
Een PLL-synthesizer-module met geïntegreerde frequentiescanner maakt een veilige en snelle kanaalwissel mogelijk. De in
de praktijk beproefde Dual-functie-Rotary-Encoder met 3D-Rotary-Select-programmmeertechniek zorgt in combinatie met
een helder gestructureerde, moderne software voor een eenvoudige bediening.
MX-24s: radiobesturingtechniek, waar je plezier aan hebt!
4-talig dialoog-menu ( Duits, Engels, Frans, Italiaans).
Modernste hardware en geïntegreerd synthesizer-systeem voor de kanaalwissel met veiligheidsmenu tegen onbedoeld
aanzetten van de zender.
Volledig nieuwe “auto-trim-functie”: een druk op de knop maakt van de actuele knuppelpositie de nieuwe neutrale
positie met langzame overgang.
Eenvoudige programmering van de omschakeling van motor en rem op de K1-knuppel voor electrozwevers.
Automatische toewijzing van de stuurelementen door bediening ervan.
40 modelgeheugens.
Toekomstgericht door een bedrijfssysteem, dat geupdated kan worden.
3D-Cylinder-Rotary-Encoder in combinatie met 4 programmeertoetsen maakt precieze instellingen en hoog
programmeercomfort mogelijk.
MULTI-DATA-GRAPHIC-LCD met hoge resolutie biedt een perfecte monitoring, exacte grafische weergave van
curven, lijnen enz. en frequentiekanaal.
Achtergrondverlichting van het display instelbaar in “algemene instellingen”.
Nieuwe schakelaar-monitor voor de controle van alle schakelaars en stuurelement-schakelaars.
COMFORT-MODE-SELECTOR voor het eenvoudig omschakelen van de gebruikers-modus 1-4, b.v. gas rechts/gas
links.
Real Time Processing (RCP). Alle ingevoerde instellingen en veranderingen hebben quasi op hetzelfde moment effect
op de ontvangeruitgang.
MX-24s-microcomputer radiobesturingsysteem
Losse zender met PLL-synthesizer-HF-module en ingebouwde zenderaccu in aluminium koffer:
Best.nr. 4730.77 voor de 35/35B-MHz-band
Best.nr. 4748.77 voor de 40/41*-MHz-band
41-MHz-band alleen in Frankrijk toegelaten
aanbevolen laadapparaten (toebehoren)
Best.-Nr. 6422 Minilader 2
Best.-Nr. 6427 Multilader 3
Best.-Nr. 6426 Multilader 6E*
Automatische laadapparaten met speciale NiMH-laadprogramma’s:
Best.-Nr. 6419 Ultramat 5*
,
**
Best.-Nr. 6409 Ultramat 6*
,
**
Best.-Nr. 6410 Ultramat 10*
,
Best.-Nr. 6412 Ultramat 12*
,
**
Best.-Nr. 6412.200 Ultramat 12*,
Best.-Nr. 6414 Ultramat 14*
,
Best.-Nr. 6417 Ultramat 25*
,
**
Best.-Nr. 6417.200 Ultramat 25*
,
Best.-Nr. 6416 Ultra Duo Plus 30*
,
**
Best.-Nr. 6425 Twin Charger
Meer laadapparaten vindt in de GRAUPNER hoofdcatalogus FS.
* Voor het opladen is extra voor de zender de laadkabel Best.-Nr. 3022, voor de ontvangeraccu Best.-Nr. 3021 nodig.
** 12-V-stroombron nodig
Technische gegevens zender MX-24s
overdrachtssysteem SPCM 20, PCM 20, PPM10, PPM 18, PPM 24, APCM24 - omschakelbaar
hoogfrequentdeel Synthesizer (10-kHz-kanaalafstand op de 35-/35-B-, 40-/ 41-MHz-Band)
frequentiekanalen 35-MHz-band kanaal 61-80, 281*, 282*
35-MHz-B-band kanaal 181…191
40-MHz-band kanaal 50…59, 81…92
41-MHz-band kanaal 400…420
kanaalraster 10 KHz
stuurfuncties max. SPCM20 = 10, PCM20 = 10, APCM24 = 12, PPM 10 = 5, PPM18 = 9, PPM24 = 12
stuurfuncties 4 proportionele functies digitaal trimbaar, 2 proportionele functies, 2 schakelfuncties,
2 INC/DEC-toetsen
kanaalimpulstijd
1,5 ms ± 0,5 ms
nauwkeurigheid van de stuuruitslagen SPCM 20/APCM24: 10 Bit (1024 Steps),
PCM 20: 9 Bit (512 Steps)
antenne tiendelig, ca. 1150 mm lang
stroomvoorziening 9,6 ... 12 V
stroomverbruik 85 mA (zonder HF-module)
150 mA (HF-module uitgeschakeld)
230 mA (HF-module ingeschakeld)
250 mA (HF-module en achtergrondverlichting ingeschakeld)
afmetingen ca. 200 x 195 x 98 mm
gewicht 1100 g met zenderaccu
Aanbevolen accessoires
Best.-nr omschrijving
70.25 omhangriem (25mm)
4178.1 diagnosekabel
3290.22 leraar/PC-module
4182.9 PC-interface-kabel MC-22(s)/MX-22/MX-24s/PC
4185 USB-PC-interface MC-22(s)/MX-22/MX-24s/PC
reservedeel
Best.-nr. 3100.6 telescoopantenne voor zender
Een uitvoerige beschrijving van de toebehoren bij de radiobesturingset MX-24s zie aanhang en GRAUPNER hoofdcatalogus
FS.
DSC-bus
Direct Servo Control
Hoewel de afkorting “DSC” uit de beginletters van de oorspronkelijke functie “Direct Servo Control” bestaat, moet u onder
deze functie intussen meer verstaan dan de “directe servo controle” via een diagnosekabel. De DSC-bus in de zender MX-24s
kan alternatief als verbinding tussen een leerling- en een leraarzender in het kader van vliegtrainingen met het leraar-
/leerling-systeem gebruikt, zie bladzijde 150, en ook als poort voor vliegsimulatoren.
Voor een correcte DSC-verbinding moet u op deze punten letten:
1. Pas eventueel de volgende menu’s aan:
Bij het aansluiten van een vliegsimulator en bij gebruik van de zender MX-24s als leerlingzender moet in het menu
“basis-instellingen” in de regel “modulatie” de modulatiesoort “PPM18” worden ingevuld.
Bij het aansluiten van een diagnosekabel met het Best.-Nr.4178.1 wordt de modulatie” passend bij de ontvanger
gekozen, zie verder hieronder.
2. Laat de aan-/uit-schakelaar van de zender in de bovengenoemde gevallen altijd op “UIT”, want alleen in deze
positie vindt er na het bevestigen van de DSC-kabel geen HF-afstraling vanuit de zendmodule plaats. Let hier
vooral op bij diagnose- en leerling-gebruik, want alleen zo kunt u storing met andere piloten voorkomen. Aleen bij
het gebruik als leraarzender moet de zender MX-24s vóór het insteken van de kabel worden aangezet, zie bladzijde
150. Steek de passende verbindingskabel in de DSC-bus aan de achterkant van de zender. Daardoor is de zender
startklaar zonder van de kanaalkeuze gebruik te maken, en het LCD-display is aan. Tegelijkertijd verschijnt rechts
op het display in plaats van het normaal gekozen zendkanaal de afkorting “DSC”:
3. Verbind het andere uiteinde van de verbindingskabel met het gewenste apparaat , daarbij lettend op de bijbehorende
gebruiksaanwijzing.
4. In het geval van een diagnosekabel met het Best.-nr.4178.1 sluit u deze niet direct aan de ontvanger aan: via een
V-kabel ( Best.-Nr. 3936.11 of 3936.32) sluit u deze in plaats van de ontvangeraccu aan de accu-ingang van de
ontvanger aan. Het uiteinde met de stekker verbindt u dan met de bijbehorende DSC-bus aan de achterkant van de
zender.
Is de zender met de ontvanger op deze manier verbonden, dan kunt u de stuurfuncties uitproberen of instellingen
wijzigen, wanneer een andere piloot uw frequentie gebruikt. Omdat de zender in deze toestand (Power = “OFF”)
geen radiosignalen uitzendt, kunt u b.v. uw model startklaar maken, zonder andere piloten te storen. Bovendien
neemt het stroomgebruik van de zender af, omdat nu de HF-module van de zender niet actief is. De gebruikstijd van
de zenderaccu wordt daardoor langer.
Belangrijk:
Let er op, dat alle kabels stevig met elkaar verbonden zijn.
Aanwijzing bij vliegsimulatoren:
Omdat er zoveel verschillende vliegsimulatoren op de markt zijn is het goed mogelijk, dat de toewijzing van de contacten in
de stekker of in de DSC-module door de GRAUPNER-Servicedienst moeten worden aangepast.
Let op:
DSC is met ontvangers, waarbij – zoals b.v. bij de R16SCAN – aan de accu-aansluiting ook nog een extra servo
aangesloten kan worden, niet mogelijk.
inbedrijfname van de zender
frequentie-scanner en kanaalkeuze
frequentie-scanner
De synthesizer-HF-module is voorzien van een Dubbel-Superhet-frequentie-scanner. Deze module maakt het mogelijk, om
vóór de kanaalkeuze resp. vóór de activering van de HF-module de omgeving naar al bezette kanalen in de desbetreffende
frequentieband af te zoeken.
Let er vóór het inschakelen van de zender op, dat de SYNTHESIZER-module op de achterzijde van de zender goed vast zit,
anders wisselt de zender na het inschakelen direct naar de basis-aanduiding en op het display verschijnt in plaats van het
kanaalnummer de aanduiding “K- -“.
Uit veiligheidsoverwegingen moet bij ieder inschakelen van de zender als eerste het gewenste kanaal via een veiligheidsvraag
tegen onbedoeld gebruik van een (al bezette) frequentie worden bevestigd: “HF uit/aan”. Het als laatste ingestelde kanaal
knippert eerst “invers” afgebeeld:
De geïntegreerde scanner doorzoekt onafhankelijk daarvan direct alle kanalen van de actuele frequentieband af. Wanneer op
het geselecteerde kanaal – hier “61”- al een andere zender actief is, verschijnt er een waarschuwingssignaal en tegelijkertijd
klinkt de interne Piezo-luidspreker. Bovendien wordt de actuele signaalsterkte als een balkdiagram afgebeeld:
In het midden – boven het symbool “” – wordt de signaalsterkte van het actueel ingestelde kanaal afgebeeld, en rechts en
links daarvan de signaalsterkte van de beide naast gelegen kanalen.
(Omdat in dit voorbeeld kanaal 61 het laagste kanaal in de 35-MHz-band is, worden natuurlijk links geen signaalbalken
getoond).
In dit voorbeeld is kanaal 61 dus bezet. Daarom moet u een ander, nog vrij kanaal uitzoeken, voordat de HF-module wordt
geactiveerd. Wissel daarvoor met het draaielement naar de SCAN-pagina:
Alle met de desbetreffende HF-module mogelijke kanalen zijn opgesomd. De scanner zoekt automatisch en telkens opnieuw
de frequentieband naar verdere signalen af.
In dit voorbeeld is naast het kanaal “61” nog het kanaal “190” bezet. De duidelijk zwakkere signalen - hier bij kanaal 62, 65,
189 en 191 – kunnen verschillende oorzaken hebben, zoals b.v. zwakke signalen van ver verwijderde of overspreekeffecten
van dichtbij zijnde radiobesturingen. Vergroot in zo’n geval de afstand tot de dichtstbijzijnde radiobesturingen met enkele
meters en kijk, of de signaalsterkte met toenemende afstand snel afneemt. Wanneer u de afstand juist kleiner maakt, kunnen
er soms “schijnbare vreemde signalen” op andere kanalen worden aangegeven.
Belangrijke aanwijzingen:
Ook wanneer de aanduiding : “bezet!” verschijnt, kan toch de HF-module ingeschakeld worden. Wanneer u de
module toch aanzet, brengt u vanwege de dubbele bezetting van het kanaal niet alleen het model van een andere
piloot, maar ook misschien uw eigen model in gevaar.
De reikwijdte van de MX-24s-scanneris begrensd, zodat de signalen van ver afgelegen radiobesturingen eventueel
niet opgepikt worden. Vertrouw er daarom, zeker in een onoverzichtelijk terrein, niet op dat de signalen van piloten,
die ver uit elkaar staan, altijd herkend worden.
De aangeduide signaalsterkten van andere radiobesturingen hangen niet alleen af van de omgeving van het
vliegterrein, maar o.a. ook van het zendvermogen, de lengte van de antenne, van de afstand van de MX-24s tot andere
zenders en van de richting van de MX-24s-zenderantenne ten opzichte van andere zenderantennes. De gevoeligheid
van de geïntegreerde scanner hangt er ook van af, hoe ver de MX/24s/zenderantenne is uitgetrokken
Na het kanaal 80 volgen de voorlopig in Duitsland niet toegelaten kanalen 281 en 282, zie lijst met kanalen op de
volgende bladzijde.
ontvangstinstallatie
(niet in de set inbegrepen)
Let u op de aanwijzingen bij de inbouw van de ontvanger en de ontvangerantenne op de volgende bladzijde.
Het kanaalnummer van de eventueel nog van wisselbare kristallen voorzien ontvanger moet overeenkomen met het in de
zender ingestelde kanaalnummer. In dit geval mogen alleen kristallen met de kenletter “R” (Receiver) toegepast worden uit
de tabel op bladzijde 206. Bij de GRAUPNER-PLL-synthesizer-ontvangers zijn er geen kristallen nodig. Het gewenste
kanaalnummer wordt, afhankelijk van het type ontvanger, of direct aan de ontvanger via de kanaalselector of per frequentie-
scan ingesteld, zie de bijbehorende handleiding.
GRAUPNER-ontvangers zijn voorzien van onverwisselbare stekkeraansluitingen, zodat de servo’s en de stroomvoorziening
alleen op de juiste manier aangesloten kunnen worden. Daarvoor zijn de stekkers in overeenstemming met de stekkerbussen
aan een kant licht afgerond. Het beste verbindt u de accu via een AAN-/UIT-schakelaar (zie GRAUPNER hoofdcatalogus
FS) met de “Batt”-aansluiting van de ontvanger.
Met de ontvanger DS 24 FM S en amc24DSCAN kunnen tot 12 servo’s, regelaars etc. worden aangestuurd. De servo’s 1 tot
12 kunnen via de beide kruisknuppels en na de bijbehorende programmering door andere, aan de zender MX-24s aanwezige
(proportionele) bedieningelementen of schakelaars worden bediend. De beide laatste soorten bedieningselementen kunt u
softwarematig naar vrije keuze aan de ingangen 5 … 12 toewijzen, zie menu “instelling stuurelement”, bladzijde 78/80.
Alle servo’s kunnen echter ook via mixerfuncties, zie menu “vrije mixers” (bladzijde 135) worden bereikt.
Aanwijzing:
Indien u parallel met de ontvangeraccu een regelaar met geïntegreerd BEC*-systeem toepast, moet afhankelijk van het type
regelaar eventueel de pluspool (rode kabel) uit de 3-polige stekker worden losgemaakt. Let u in ieder geval op de
handleiding van de regelaar.
Met een kleine schroevendraaier of een naald voorzichtig het middellste lipje van de stekker iets omhooghalen (1), rode
kabel lostrekken (2) en met isolatieband tegen mogelijke kortsluiting beveiligen (3). rood
* Battery Elimination Circuit
schakelaarkabel
antenne
ontvangeraccu
aanwijzingen bij de installatie
aanwijzingen bij de installatie
Uw radiobesturingssysteem moet in ieder geval op de juiste manier in het model worden ingebouwd. Hier volgen een aantal
tips om uw GRAUPNER-uitrusting in te bouwen:
1. Wikkel de ontvanger in schuimrubber van minimaal 6 mm dikte; maak het schuimrubber vast met een elastiekje, om de
ontvanger te beschermen tegen trillingen, een crash of een harde landing.
2. De ontvangerantenne moet vast in het model zijn ingebouwd, zodat deze zich niet om de propeller of een
roer kan wikkelen. Strek de ontvangstantenne echter nooit in een exact rechte lijn uit, maar leg deze bij een
vliegtuigmodel, b.v. boven het hoogteroer, op het uiteinde ca. 10 … 15 cm om in een L-vorm voor een
optimale ontvangst. Wanneer dit niet mogelijk is, moet u al in de romp de antennekabel een kort stuk, b.v. in
de buurt van de ontvanger, in een S-vorm neerleggen.
3. Alle schakelaars moeten zo zijn ingebouwd, dat ze niet in de straal van de uitlaat liggen en niet beïnvloed worden door
trillingen. Het knopje van de schakelaar moet vrij toegankelijk zijn.
4. Monteer de servo’s op rubber tulen met de messing holnieten, om ze tegen trillingen te beschermen. Trek de
bevestigingsschroeven niet te hard aan, anders verliezen de tulen hun effect. Op de afbeelding rechts ziet u, hoe een servo
gemonteerd dient te worden. de messing holniet wordt vanaf de onderkant in de rubbertule geschoven. Wanneer de
schroeven op de juiste manier zijn aangetrokken, biedt deze bevestiging veiligheid en bescherming tegen trillingen.
5. De servohevels moeten over hun totale uitslag vrij kunnen bewegen. Let erop, dat stuurstangen e.d. de uitslag van de
servo niet kunnen hinderen. Let er ook op, dat de uitslag van de servo in geen geval mechanisch wordt begrensd.
Verander de mechanische aansturing in dit geval door de aansluitingen van de stuurstangen te veranderen of verklein als
alternatief de servo-uitslag resp. pas in het menu “servo-instelling” de optie “uitslagbegrenzing” toe.
De volgorde, waarin de servo’s moeten worden aangesloten, hangt van het modeltype af. Let op de aansluitschema’s op de
bladzijden 37 en 43.
Let ook op de veiligheidsaanwijzingen op de bladzijden 4 … 6.
servobevestiging
bevestigingsflens
schroef
rubber tule
messing holniet
Om ongecontroleerde bewegingen van de aan de ontvanger aangesloten servo’s te vermijden,
bij het inschakelen
eerst de zender,
dan de ontvanger aanzetten
en bij het stoppen
eerst de ontvanger,
dan de zender uitzetten.
Let er bij het programmeren van de zender in ieder geval op, dat elektromotoren niet onbedoeld kunnen gaan draaien of een
met een automatische starter uitgeruste verbrandingsmotor niet per ongeluk start. Maak voor de veiligheid de vliegaccu los
resp. onderbreek de brandstoftoevoer.
reikwijdte-test:
Vóór ieder gebruik moet de correcte functie van alle stuurfuncties worden getest en een reikwijdtetest op de grond met
ingeschroefde en uitgetrokken zenderantenne worden uitgevoerd. Een eventueel aanwezige motor aanzetten, om de
storingsgevoeligheid te testen.
stuurelement-schakelaar
Bij sommige functies is het heel handig, om bij een bepaalde positie van een stuurelement, b.v. bij een gedefinieerde positie
van de kruisknuppel, een functie aan- of uit te schakelen (aan-/uitschakelen van een stopwatch voor de motorlooptijd,
automatisch uitdraaien van de landingskleppen en andere mogelijkheden).
In het programma van de MX-24s zijn er in totaal 8 van dit soort “schakelaars”aanwezig. Bij deze met “G1 … G8”
aangeduide software-schakelaars hoeft u alleen het schakelpunt langs de uitslag van het stuurelement via een druk op de knop
vast te leggen. De schakelrichting kan softwarematig via de bedieningsrichting tijdens het toewijzen worden vastgelegd.
In het menu “stuurelement-schakelaars”, bladzijde 78/80 zijn al twee veel voorkomende stuurelement-schakelaars
voorgeprogrammeerd, en wel op de gasstuurknuppel (“Elem.1”) met een schakelpunt bij –75% (G1) en bij +75% stuuruitslag
(G2).
De stuurelement-schakelaars kunnen natuurlijk voor complexere problemen ook gecombineerd worden met de eerder
beschreven schakelaars.
Een serie van instructieve voorbeelden maakt de programmering tot een kinderspel. Let u op de programmeervoorbeelden op
bladzijde 94, 170 ….
vaste schakelaars FX1 en FX\
Dit type schakelaar schakelt een functie voortdurend in – b.v. klokken (gesloten schakelaar) of uit (open schakelaar).
Deze beide vaste schakelaars horen naast de logische schakelaars tot de “uitgebreide schakelaars”. Ze kunnen in de die
menu’s worden geprogrammeerd, waarin u bij een toewijzingskeuze het volgende venster te zien krijgt (meer hierover zie
bladzijde 32):
principes van de bediening
toetsenveld, Hotkeys voor snelle toegang en functie van draaielement
ENTER, ESC, CLEAR, HELP, instelling contrast en toetsenslot
bedieningstoetsen
De programmering vindt plaats via slechts vier toetsen aan de linker kant van het display, maar met name via het cilindrische
draaielement ( “3D-Rotary”) aan de rechterkant, waarvan de functie op de volgende bladzijde wordt beschreven.
bedieningstoetsen:
ENTER
Door indrukken van de toets ENTER komt u vanuit de basis-aanduiding van het display als eerste in de multifunctie-
menu’s. Op dezelfde manier kan het oproepen van een uitgekozen menu via ENTER plaatsvinden.
ESC = ESCAPE
Indrukken van de ESC-toets heeft een stapsgewijs terugkeren naar de functiekeuze als effect, resp. ook terug tot aan de
basis-aanduiding.
CLR = CLEAR
zet tijdens de programmering een veranderde parameter terug naar de standaardwaarde. Met CLEAR wordt
ook in de helpfunctie teruggebladerd.
HLP = HELP
op iedere plaats bieden duidelijke teksten tijdens de programmering na een druk op de knop hulp bij de diverse menu’s
en hun bediening. Binnen een hulptekst kunt u met de HELP-toets verder- en met de CLEAR-toets een
beeldschermpagina terugbladeren.
Hotkeys en functies van het draaielement
De functie van het draaielement werd al kort beschreven op bladzijde 20. De volgende voorbeelden moeten u nu de functies
van dit draaielement verduidelijken.
Schakel eerst de zender in. (De kanaalkeuze resp. het gebruik van de scanner werd al op bladzijde 24 beschreven.) Druk nu
alleen op de ENTER-toets, zodat de HF-module uit blijft. U bevindt zich nu in de basis-aanduiding van het display.
Aanwijzing:
Wanneer de beide digitale toetsen CONTROL 5 en 6 niet anders zijn bezet, zoals b.v. bij een nieuwe zender of bij een nieuw
geinitialiseerd modelgeheugen, hebben deze dezelfde functie als het draaien van het draaielement.
contrastinstelling van het display
indrukken en draaien
Het contrast van het display kunt u door indrukken en draaien van het draaielement aanpassen aan de lichtintensiteit.
Toetsenslot aan-/uitschakelen
Een sleutelsymbool links van het GRAUPNER/JR-logo geeft aan, of het toetsenbord op slot is. U ont- of vergrendelt de
toetsen bij ingedrukt gehouden draaielement via de CLEAR-toets.
… de met “SW” aangegeven schakelaars kunnen worden toegewezen, kunnen ook de zogenaamde “uitgebreide schakelaars”
worden toegepast.
Bedien daarvoor, volgens de aanwijzingen in het venster, de ENTER-toets: in het nieuwe venster verschijnt een lijst met de
twee zogenaamde vaste schakelaars “FX” en de logische schakelaars “L1 … L8” en “L1i … L8i”:
Door draaien van het draaielement kiest u de gewenste schakelaar uit, waarbij aan het einde van de tweede regel de
schakelaars L3i tot L81 getoond worden:
vaste schakelaars
De beide FX-schakelaars schakelen een functie voortdurend in “FXI” of uit “FX\”.
logische schakelaars
Met behulp van de logische schakelaars, zie menu “logische schakelaars” (bladzijde 97), kunnen twee schakelaars en/of
stuurelement-schakelaars in een “EN”- of “OF”-schakeling logisch met elkaar verbonden worden. In totaal 8 logische
schakelaars “L1 … L8” (en nog 8 logische schakelaars met omgedraaide schakelrichting) staan ter beschikking.
Het resultaat van één van deze logische schakelfuncties kan net zo goed als schakelfunctie in één van de andere logische
schakelaars worden gebruikt. Nadere details zie in het bijbehorende menu.
gebruiksdoel van de stuurelement-schakelaars “G1 … G8”
Voor bepaalde speciale functies kan het ook wenselijk zijn, om de omschakeling daarvan niet met een normale schakelaar
(SW) te bedienen, maar bij een bepaalde, maar vrij programmeerbare positie van het stuurelement.
Voor dit doel kunt u beschikken over in totaal 8 zogenaamde stuurelement-schakelaars G1 ... G8, waarvan de schakelrichting
in het menu “stuurelement-schakelaar”, bladzijde 94 ook omgedraaid kan worden.
Zo wijst u een stuurelement-schakelaar toe:
Uitgaand van het al geselecteerde en daarom inverse schakelaarsymbool in het desbetreffende menu wordt alleen na het tonen
van het venster …
…de in het menu “stuurelement-schakelaars”, bladzijde 94 betreffende schakelaar bediend.
De bewegingsrichting bij de toewijzing legt tegelijkertijd de schakelrichting “schakelaar open/gesloten” vast. Een
schakelaarsymbool na de toewijzing laat de schakelaarpositie zien: “ “ of “ “.
Mocht de schakelrichting toch niet kloppen, dan wist u de stuurelement-schakelaar na het tonen van bovengenoemd venster
via de CLEAR-toets en wijst u de stuurelement-schakelaar met de nieuwe schakelrichting zoals beschreven opnieuw toe.
Aanwijzing:
Alle schakelaars kunnen ook meerdere keren worden toegepast! Let u er echter op, dat u niet PER ONGELUK een
schakelaar toewijst aan functies, die elkaar juist tegenwerken! Noteer eventueel de desbetreffende schakelaarfuncties.
functievelden
SEL, STO, CLR, SYM, ASY, , E/A,
, ENT
Afhankelijk van het desbetreffende menu verschijnen er in de display-regel functievelden, die via het draaielement kunnen
worden opgeroepen:
E/A: menu’s tonen/verbergen
SEL (select): uitkiezen
: schakelaarsymbool-veld (toewijzing van schakelaars, stuurelement-schakelaars en logische
schakelaars)
STO (store): opslaan (b.v. positie stuurelement)
CLR (clear): wissen (b.v. steunpunt)
SYM: instelling van symmetrische waarden
ASY(enter): instelling van asymmetrische waarden
: wissel naar de tweede pagina binnen een menu (vervolgmenu)
helikoptermodellen
De voortschrijdende ontwikkeling van de modelhelikopter en de bijbehorende componenten zoals autopiloot (gyro),
toerentalregelaar, rotorbladen enz. maakt het tegenwoordig mogelijk, een helikopter in 3D-kunstvlucht te beheersen. Voor de
beginner daarentegen zijn een klein aantal instellingen voldoende om met de hovertraining te kunnen beginnen, om zo
langzamerhand steeds meer opties van de MX-24s te kunnen toepassen.
Met het programma van de MX-24s kunnen alle gangbare helicopters met 1...4 servo’s voor de pitchsturing worden
gevlogen.
U kunt beschikken over 7 vliegfasen en autorotatie binnen een modelgeheugen (zie menu’s “instelling stuurelement”,
“fasen-instelling” en “fasen-toewijzing”).
Net als bij de vliegtuigmodellen kunt u hier naast de standaardklokken in de basis-aanduiding beschikken over nog meer
vliegfasen-afhankelijke klokken en een rondenteller met stopwatchfunctie (menu “klokken alg.” en “vliegfasenklokken”).
De digitale trimming wordt, behalve de K1-trimming, “vliegfasenspecifiek” of “globaal” voor alle vliegfasen overgenomen
in het geheugen. Met een druk op de knop kan de stationairpositie van de K1-trimming teruggevonden worden.
Ook de toewijzing van de stuurelementen kan voor de ingangen 5...8 voor iedere vliegfase apart ingesteld worden (menu
“instelling stuurelement”).
Bij het invliegen is een kopieerfunctie van de vliegfasen makkelijk (menu “kopiëren / wissen”).
“Dual Rate”en “Exponential” voor rol, nick en hekrotor zijn koppelbaar en kunnen in iedere vliegfase in twee varianten
geprogrammeerd worden.
8 vrij toe te wijzen lineaire- en 4 curvenmixers kunnen geprogrammeerd worden en ook vliegfasenafhankelijk in het menu
“mix akt / fase” aan- of uitgeschakeld worden. Verder kunt u nog over 4 kruismixers beschikken.
Voor pitch, gas en hekrotormixer zijn er in het menu “helimixers” afhankelijk van de vliegfase 8-punts-curven voor niet-
lineair verloop, evenals voor roll en nick telkens twee aparte tuimelschijfmixers. Onafhankelijk hiervan kan in iedere
vliegfase de stuurcurve van de kanaal-1-stuurknuppel met 8 punten gefixeerd worden. De beginner zal eerst slechts het
hoverpunt bij middenstelling van de stuurknuppel willen aanpassen.
Voorgeprogrammeerde mixers in het menu “helimixers”:
1. pitchcurve (met 8-punts-curve)
2. kanaal 1 gas (met 8-punts-curve)
3. kanaal 1 hekrotor (met 8-punts-curve)
4. hekrotor gas (met 8-punts-curve)
5. rol gas
6. rol hekrotor
7. nick gas
8. nick hekrotor
9. verkleining autopiloot (gyro)-effect
10. tuimelschijf-verdraaiing
11. tuimelschijf-begrenzing
De functie gaslimiet (ingang 12 in het menu “instelling stuurelement”) maakt het mogelijk om de motor in iedere vliegfase
te starten. Standaard is het rechter zijdelings aangebrachte proportionele stuurelement (stuurelement 9) toegewezen aan
ingang 12. Deze “gaslimiter” legt – afhankelijk van de desbetreffende positie - de maximale positie van de gasservo vast.
Daardoor kan de motor in het stationaire bereik eventueel aangestuurd worden door het proportionele stuurelement.
Pas wanneer dit proportionele stuurelement richting volgas verschoven wordt, worden de gascurven effectief.
pitch-curve kanaal 1-hekrotor
tuimelschijf-verdraaiing
rol-gas
nick-gas
kanaal 1-gas hekrotor –gas rol-hekrotor
nick-hekrotor
kanaal 1-hekrotor
kolom “alarm” : Tijdspunt en volgorde van de serie tonen tot aan de nul van de alarmtimer (max. 90 s).
rondenteller/tijdtabel: U hoeft alleen één van de AAN-/UIT-schakelaars SW 1 … 7 of alternatief de momentschakelaar SW
8 toe te wijzen. In de basis-aanduiding verschijnt naast de “teller” tegelijkertijd een “klok”. De keuze en vliegfasenspecifieke
toewijzing vindt plaats in het menu fasen-instelling”. Daar vind u ook de beschrijving van de verschillende klokken.
mixers
vleugelmixers
Het nieuw gestructureerde vleugelmixer-menu maakt nu ook de sturing van 6-kleppen-modellen mogelijk. Welke
kleppenfuncties toegankelijk zijn, hangt af van het gekozen modeltype in het menu modeltype”.
multi-kleppen-menu: Vliegfasenafhankelijke instelling van mixfuncties van de rolroeren (RR) en de beide welfkleppenparen
(WK = middelste welfkleppenpaar en WK2 = binnenste welfkleppenpaar).
RR: In deze regel wordt het effect van de rolroer-stuurknuppel op rolroeren (RR) en welfkleppenparen (WK, WK2)
ingesteld.
RR-tr.: Hier wordt het effect van de rolroertrimming op het desbetreffende kleppenpaar ingesteld. Deze wordt ook beïnvloed
door uw instellingen in het menu “knuppel-instelling”.
Diff.: Instelling van de rolroer-differentiatie voor alle drie kleppenparen.
WK-pos.: Instelling van de vliegfasenafhankelijke welfkleppemposities van alle drie kleppenparen.
WK: In deze regel wordt het effect van het eventueel in het menu “knuppel-instelling” gekozen welfkleppen-
stuurelement op de kleppen RR, WK en WK2 ingesteld.
HR WK: Met deze lineaire mixer wordt de beïnvloeding van de welfkleppen bij bediening van het hoogteroer – meestal –
asymmetrisch – ingesteld.
rem-instellingen: De rem-instellingen kunnen per modelgeheugen maar één keer ingesteld worden en ook alleen dan,
wanneer u óf in de regel “motor aan K1” van het menu modeltype” “geen” hebt gekozen óf wanneer u bij de keuze van
“gas min naar voren/achteren” in de kolom “motor” van het menu ‘fasen-instelling” voor de desbetreffende vliegfase “nee”
werd gekozen. In het menu “modeltype” kunt u bovendien voor het bedienen van de remkleppenfunctie één van de ingangen
1, 7, 8 of 9 uitkiezen. Aan de ingangen 7 en 8 kan bovendien in het menu “instelling stuurelement” vliegfasenafhankelijk
een bedieningselement worden toegewezen. Via het teken vóór de uitslag-instelling (+ of -) of alternatief via de Offset-
waarde in de regel “rem” van het menu modeltype” legt u de bedieningsrichting naar voren/achteren vast.
Aanwijzing /aanbeveling:
Wanneer u de Offset-waarde in “modeltype” op ca. 90% programmeert, dan is de rest van de stuuruitslag tussen de
ingestelde Offset en de volledige uitslag ‘loos’.
Butterfly: Bepaalt de positie van de aanwezige kleppenparen RR, WK en WK2 voor het remmen.
eigen fasennamen: Tot max. 10 extra fasennamen met elk 7 tekens volgens eigen inzicht in te stellen, die alternatief
bij de voorgeprogrammeerde fasennamen in het menu fasen-instelling” kunnen worden
geselecteerd.
Aanwijzing:
De standaard instellingen voor “stuurtoewijzing”, “modulatie”en “pitch min” worden tijdens de activering van een vrije
modelgeheugenplaats automatisch overgenomen, ze kunnen echter per geheugenplaats in het menu “basisinst. model”
individueel aangepast worden.
servo-aanduiding
De servo-uitgangen kunnen, rekening houdend met alle koppel- en mixerfuncties etc., door het bedienen van het
desbetreffende stuurelement gecontroleerd worden (erg makkelijk bij de programmering). Directe toegang (“Hotkey”) vanuit
de basis-aanduiding en bijna alle menu’s door bedienen van de HELP-toets bij tegelijkertijd ingedrukt gehouden
draaielement.
servotest
Voor een automatische servotest kunnen de gewenste uitgangen 1 … 8 met het draaielement individueel uitgekozen en door
middel van een kort indrukken van het draaielement geactiveerd resp. gedeactiveerd worden. Alle mixerfuncties, servo-
instellingen etc. zijn dus effectief.
De snelheid van de servo wordt na selectie van het pijlsymbool rechts onder op het display door een (herhaald) kort
indrukken van het draaielement vastgelegd (6 stappen tussen 0,5 en 3,0 s).
Een druk op de ENTER-toets schakelt de test aan of uit.
invoer-beveiliging
Voer een geheime code van vier cijfers tussen 0000 en 4444 via de 4 toetsen naast het display in, evt. door kort indrukken
van het draaielement wissen (CLR) en corrigeren. Daarna via ENTER-toets bevestigen. Bij het hernieuwd inschakelen
van de MX-24s blijft de toegang tot de multifunctie-lijst afgesloten, totdat de juiste code is ingetoetst.


Specyfikacje produktu

Marka: Graupner
Kategoria: Sterowanie radiowe
Model: MX-24s

Potrzebujesz pomocy?

Jeśli potrzebujesz pomocy z Graupner MX-24s, zadaj pytanie poniżej, a inni użytkownicy Ci odpowiedzą