Instrukcja obsługi Gardena R40Li Robot

Gardena kosiarka R40Li Robot

Przeczytaj poniżej 📖 instrukcję obsługi w języku polskim dla Gardena R40Li Robot (72 stron) w kategorii kosiarka. Ta instrukcja była pomocna dla 12 osób i została oceniona przez 2 użytkowników na średnio 4.5 gwiazdek

Strona 1/72
Gebruiksaanwijzing
GARDENA Automatische gazonmaaier
R40Li
INHOUDSOPGAVE
Nederlands - 3
1. Introductie en veiligheid
......................................................
5
1.1 Inleiding
......................................................................................
5
1.2 Symbolen op R40Li
...............................................................
6
1.3 Symbolen in de gebruiksaanwijzing
..................................
7
1.4 Veiligheidsinstructies
.............................................................
8
2. Presentatie
...............................................................................
10
2.1 Onderdelen?
...........................................................................
11
2.2 Werking
....................................................................................
12
2.3 Zoekmethode
.........................................................................
14
3. Installatie
..................................................................................
15
3.1 Voorbereidingen
....................................................................
15
3.2 Installatie van laadstation
...................................................
16
3.3 Opladen van accu
.................................................................
20
3.4 Installatie van begrenzingskabel
.....................................
21
3.5 Aansluiten van begrenzingskabel
....................................
27
3.6 Installatie van begeleidingskabel
.....................................
28
3.7 De lus controleren
.................................................................
31
3.8 Ingebruikname en kalibratie
..............................................
32
3.9 Test het dokken in het laadstation
...................................
33
4. Gebruik
......................................................................................
34
4.1 Opladen van lege accu
.......................................................
34
4.2 Gebruik van de timer
............................................................
35
4.3 Starten
......................................................................................
36
4.4 Stoppen
....................................................................................
36
4.5 Uitschakelen
...........................................................................
36
4.6 Afstellen van maaihoogte
...................................................
37
5. Controlepaneel
.......................................................................
38
5.1 Selectie bedieningsmodus
.................................................
39
5.2 Meerkeuzeknoppen
..............................................................
40
5.3 Getallen
....................................................................................
40
5.4 Hoofdschakelaar
...................................................................
40
6. Menufuncties
..........................................................................
41
6.1 Hoofdmenu
..............................................................................
41
6.2 Menustruktuur
.......................................................................
42
6.3 Timer (1)
..................................................................................
43
6.4 Veiligheid (22)
........................................................................
44
6.5 Instellingen (3)
........................................................................
45
7. Tuinvoorbeelden
...................................................................
49
8. Onderhoud
...............................................................................
52
8.1 Winterstalling
..........................................................................
53
8.2 Na de winterstalling
..............................................................
53
8.3 Schoonmaken
........................................................................
53
8.4 Vervoer en verwijdering
......................................................
54
8.5 Bij onweer
................................................................................
55
8.6 Vervangen van messen
......................................................
55
8.7 De accu vervangen
...............................................................
56
9. Opsporen van storingen
....................................................
57
9.1 Meldingen
................................................................................
57
9.2 Indicatielampje in het laadstation
.....................................
60
9.3 Symptoom
...............................................................................
61
9.4 Opsporen van breuken in de lusdraad
...........................
63
10. Technische gegevens
.......................................................
67
11. Garantiebepalingen
...........................................................
68
12. Informatie met betrekking tot het milieu
..................
69
13. EU-verklaring
........................................................................
69
AANTEKENINGEN
4 - Nederlands
De productregistratiecode is een waardevol document en moet op een veilige plaats worden bewaard. Deze code hebt u
bijvoorbeeld nodig om het product te registreren op de website van GARDENA of om de maaier te ontgrendelen in het geval
u uw pincode niet meer weet.
Als de maaier wordt gestolen, is het belangrijk om GARDENA hiervan op de hoogte te stellen. Neem in dat geval contact op
met GARDENA Central Service en geef het serienummer en de productregistratiecode door, zodat het product als gestolen
kan worden geregistreerd in een internationale database. Dit vormt een belangrijke stap in de diefstalbeveiliging van de
maaier en maakt het kopen en verkopen van gestolen maaiers minder aantrekkelijk.
Zorg dat u het serienummer van de maaier altijd bij de hand hebt wanneer u contact opneemt met GARDENA Central
Service. Zo kunnen wij u sneller helpen.
GARDENA Central Service
Tel.: 036 5210040
www.gardena.nl
GARDENA Central Service
Tel.: 02 704 99 89
www.gardena.be/nl
Serienummer:
PIN-code:
Productregistratiecode:
Nederlands - 5
1. INTRODUCTIE EN VEILIGHEID
1. Introductie en veiligheid
1.1 Inleiding
Gefeliciteerd met uw keuze van een uitstekend
kwaliteitsproduct. Om uw GARDENA R40Li optimaal
te kunnen benutten is kennis nodig over de werking.
Deze bedieningshandleiding bevat belangrijke
informatie over de maaier, de installatie en het gebruik
ervan.
Naast deze gebruiksaanwijzing is er aanvullende
informatie te vinden op de website van GARDENA,
op www.gardena.nl, www.gardena.be/nl. Hier vindt u
meer hulp en adviezen over het gebruik van de
R40Li.
Ter vereenvoudiging gebruiken we het volgende
systeem in de gebruiksaanwijzing:
Tekst, die
cursief
is geschreven, is een tekst die
verschijnt in het display van de maaier of die
verwijst naar een ander deel van de
gebruiksaanwijzing.
Woorden, die
vet
zijn geschreven, zijn een van de
knoppen op het toetsenbord van de maaier.
Woorden, die
cursief
in
HOOFDLETTERS
zijn
geschreven, betreffen de positie van de
hoofdschakelaar en de verschillende
bedrijfsstanden die op de maaier zitten.
GARDENA werkt voortdurend aan het verder
ontwikkelen van zijn producten en behoudt zich
dan ook het recht voor om zonder aankondiging
vooraf wijzigingen in vorm, uiterlijk en werking
door te voeren.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en
gebruik uw R40Li niet voor u de inhoud
begrijpt.
WAARSCHUWING
R40Li kan bij verkeerd gebruik
gevaarlijk zijn.
www.gardena.nl
www.gardena.be/nl
6 - Nederlands
1. INTRODUCTIE EN VEILIGHEID
1.2 Symbolen op R40Li
Deze symbolen kunnen op de grasmaaier aanwezig
zijn. Bestudeer ze zorgvuldig.
Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en
gebruik uw R40Li niet voor u de inhoud begrijpt.
De waarschuwingen en veiligheidsinstructies in
deze gebruiksaanwijzing moeten zorgvuldig
worden opgevolgd om de maaier veilig en
efficiënt te kunnen gebruiken.
R40Li kan alleen starten als de hoofdschakelaar
in stand
1
staat en de juiste PIN-code is
aangegeven. Controle en/of onderhoud moet u
uitvoeren met de schakelaar in stand
0
.
Blijf op een veilige afstand van de R40Li
wanneer deze in bedrijf is. Hou handen en
voeten uit de buurt van de draaiende messen.
Plaats uw handen of voeten nooit vlakbij of onder
de carrosserie wanneer R40Li werkt.
Probeer nooit op R40Li mee te rijden.
Dit product voldoet aan de geldende
EU-richtlijnen.
Het is niet toegestaan om dit product aan het
einde van zijn nuttige levensduur af te voeren als
normaal huishoudelijk afval. Zorg dat het product
wordt gerecycled volgens de lokale wettelijke
voorschriften.
Gebruik nooit een hogedrukreiniger, en zelfs
geen stromend water, om R40Li schoon te
maken.
Nederlands - 7
1. INTRODUCTIE EN VEILIGHEID
1.3 Symbolen in de gebruiksaanwijzing
Deze symbolen staan in de gebruiksaanwijzing.
Bestudeer ze zorgvuldig.
Zet de hoofdschakelaar op
0
voordat u
inspecties en/of onderhoud uitvoert.
Gebruik altijd beschermende handschoenen bij
alle werkzaamheden aan de onderkant van de
maaier.
Gebruik nooit een hogedrukreiniger, en zelfs
geen stromend water, om R40Li schoon te
maken.
Het waarschuwingsveld geeft aan dat het risico
van persoonlijk letsel bestaat, vooral als men de
gegeven instructies niet opvolgt.
Het informatieveld geeft aan dat het risico van
materiaalschade bestaat, vooral als men de
gegeven instructies niet opvolgt. Dit veld wordt
ook gebruikt wanneer het risico van verkeerd
gebruik bestaat.
WAARSCHUWING
Xxxxxx xxxxx xxxx xxxx xxxxx xxx.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Xxxxxx xxxxx xxxx xxxx xxxxx xxx.
8 - Nederlands
1. INTRODUCTIE EN VEILIGHEID
1.4 Veiligheidsinstructies
Gebruik
De robotmaaier is bedoeld voor het maaien van
gras op open en vlakke grondoppervlakken. Hij
mag uitsluitend worden gebruikt in combinatie
met door de fabrikant aanbevolen apparatuur.
Elk ander gebruik is onjuist. De instructies van de
fabrikant over bediening, onderhoud en
reparaties moeten nauwkeurig worden gevolgd.
De robotmaaier mag uitsluitend worden bediend,
onderhouden en gerepareerd door personen die
volledig vertrouwd zijn met de speciale kenmerken
van en veiligheidsvoorschriften voor het product.
Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en
gebruik de robotmaaier niet voordat u de
instructies hebt begrepen.
Het is niet toegestaan de originele uitvoering van
R40Li te wijzigen. Alle wijzigingen vinden plaats op
eigen verantwoordelijkheid.
Controleer of op het gras dat moet worden gemaaid
geen stenen, takken, gereedschap, speelgoed en
andere voorwerpen liggen, die de messen kunnen
beschadigen en kunnen leiden tot vastlopen.
Start R40Li volgens de instructies. Als de
hoofdschakelaar in de stand
1
staat, moet u uw
handen en voeten uit de buurt van de draaiende
bladen houden.Steek uw handen of voeten nooit
onder de maaier.
De R40Li nooit optillen of dragen terwijl de
hoofdschakelaar in de stand
1
staat.
Sta niet toe dat iemand die de functie en het gedrag
van R40Li niet kent de maaier gebruikt.
Gebruik R40Li nooit wanneer personen, en dan
vooral kinderen, of huisdieren in de buurt zijn.
Plaats geen voorwerpen op R40Li of het
laadstation.
Laat R40Li niet werken met een kapotte maaischijf of
carrosserie. De machine mag ook niet werken met
kapotte messen, bouten, moeren of kabels.
Gebruik R40Li niet als de hoofdschakelaar niet
functioneert.
Schakel de R40Li altijd uit via de hoofdschakelaar
wanneer de maaier niet in gebruik is.De R40Li start
alleen als de hoofdschakelaar op
1
staat en als de
juiste PIN-code is ingevoerd.
R40Li mag niet werken wanneer een sprinkler wordt
gebruikt. Gebruik daarom de timerfunctie, zie
6.3
Timer (1)
op pagina 43, zodat maaier en sprinkler
niet tegelijkertijd actief zijn.
GARDENA kan niet garanderen dat de R40Li
volledig compatibel is met andere typen draadloze
systemen, zoals afstandsbedieningen, radiozenders,
ringleidingen, verzonken elektrische afrasteringen en
dergelijke.
Nederlands - 9
1. INTRODUCTIE EN VEILIGHEID
Verplaatsen
Bij transport over langere afstand moet u R40Li
verpakken in de emballage waarin hij is geleverd.
Voor veilig verplaatsen van of naar het werkgebied:
Druk op de
STOP
-knop om de maaier te stoppen. Als
de beveiliging is ingesteld op middelhoog of hoog
niveau (zie
6.4 Veiligheid (22)
) moet de PIN-code
worden ingevoerd. De pincode bestaat uit vier cijfers
en wordt gekozen wanneer u de maaier voor het
eerst start. Zie
3.8 Ingebruikname en kalibratie
.
1. Zet de hoofdschakelaar in stand
0
.
2. Draag de maaier aan de handgreep die
helemaal achteraan onder de maaier zit. Draag
de maaier met de maaischijf van uw lichaam
vandaan.
Onderhoud
Controleer R40Li iedere week en vervang
eventueel beschadigde of versleten onderdelen.
Controleer vooral of de messen en de maaischijf
niet zijn beschadigd. Vervang indien nodig alle
messen en bouten tegelijkertijd zodat de
draaiende delen in balans zijn, zie
8.6
Vervangen van messen
.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Til de maaier niet op als hij in het laadstation
is geparkeerd.
Hierdoor kan het laadstation
en/of de maaier worden beschadigd. Open de
klep en trek de maaier uit het laadstation
voordat u hem optilt. .
WAARSCHUWING
Wanneer de maaier op zijn kop wordt
gezet, moet de hoofdschakelaar in
stand
0
staan.
Bij alle werkzaamheden aan de
onderkant van de maaier, zoals
schoonmaken en vervangen van
messen, moet de hoofdschakelaar
altijd in stand
0
staan.
10 - Nederlands
2. PRESENTATIE
2. Presentatie
Dit hoofdstuk bevat informatie waarvan u zich bewust
moet zijn bij het plannen van de installatie.
Een installatie van GARDENA R40Li bestaat uit vier
hoofdcomponenten:
R40Li, een robotmaaier die het gazon maait door
in principe te bewegen in een willekeurig
patroon. De maaier wordt gevoed door een
onderhoudsvrije accu.
Laadstation, dat R40Li zelf opzoekt, wanneer het
laadniveau in de accu te laag wordt.
Het laadstation heeft drie functies:
Stuursignalen sturen naar de
begrenzingskabel.
Stuursignalen verzenden door de
geleidingsdraad zodat de R40Li het laadstation
kan vinden.
De accu van R40Li opladen.
Transformator, die wordt aangesloten tussen het
laadstation en een 230V stopcontact. De
transformator is aangesloten op het
wandstopcontact en op het laadstation met een
10 m lang laagspanningskabel. De
laagspanningskabel mag niet worden ingekort of
verlengd.
Kabel, die in een lus rond het werkgebied voor
R40Li wordt gelegd. De begrenzingskabel legt
u langs de randen van het gazon en rond
voorwerpen en planten waar de maaier niet
tegenaan mag stoten. De draad dient tevens als
geleidingsdraad.
De kabel die wordt meegeleverd voor de
installatie is 150 m lang. Als dat niet voldoende
is, kunt u meer kabel kopen en deze met een
verbindingsstuk op de bestaande kabel
aansluiten.
De maximaal toegestane lengte voor de lusdraad
is 250 m.
Nederlands - 11
2. PRESENTATIE
2.1 Onderdelen?
De getallen in de afbeelding komen overeen met:
1. Huis
2. Deksel van display, toetsenblok en
maaihoogteafstelling
3. Stopknop/vergrendelingsknop voor openen van
het deksel
4. Contactstrip
5. Lampje voor werkingscontrole van het laadstation,
de grensdraad en de geleidingsdraad
6. Laadstation
7. Handvat
8. Accudeksel
9. Maaischijf
10. Chassiskast met elektronica, accu en motoren
11. Hoofdschakelaar
12. Achterwiel
13. Laadstrip
14. Toetsenblok
15. Display
16. Lusdraad voor grensdraad en geleidingsdraad
17. Laagspanningskabel
18. Connector voor de lusdraad
19. Schroeven voor bevestiging van het laadstation
20. Transformator
21. Haakjes
22. Meetplaat ten behoeve van installatie grensdraad
(de meetplaat wordt van de doos afgebroken)
23. Aansluitingsstuk voor de lusdraad
24. Gebruikershandleiding
1
3
2
16 17
6
Start
1
12345
4
78
0
9
56
23
14 15
5
4
12 13
11
19 20 21 22 23 2418
8
9
10
7
12 - Nederlands
2. PRESENTATIE
2.2 Werking
Capaciteit
Gebruik van de R40Li wordt aanbevolen voor gazons
met een maximaal oppervlak van 400 m
2
.
Hoe groot het oppervlak is dat de R40Li gemaaid kan
houden, hangt voornamelijk af van de toestand van de
bladen en de soort, groei en vochtigheid van het gras.
Ook de vorm van de tuin is van belang. Wanneer de
tuin voornamelijk uit open grasvelden bestaat, kan
R40Li meer per uur maaien dan wanneer de tuin uit
een aantal kleine grasvelden bestaat, van elkaar
gescheiden door veel bomen, borders en passages.
Een volledig geladen R40Li maait 30 tot 70 minuten
lang, afhankelijk van de leeftijd van de accu en de dikte
van het gras. Daarna zal de maaier ongeveer 80 tot
100 minuten laden. De laadtijd kan variëren; deze is
onder meer afhankelijk van de omgevingstemperatuur.
Maaitechniek
Het maaisysteem voor R40Li is gebaseerd op een
efficiënt en energiezuinig principe. In tegenstelling tot
normale grasmaaiers, snijdt R40Li het gras af in
plaats van het af te slaan.
Voor de allerbeste maairesultaten raden wij aan om
R40Li voornamelijk bij droog weer het gras te laten
maaien. R40Li kan ook maaien als het regent, maar
nat gras blijft makkelijker op de maaier vastzitten en
het risico dat de maaier op steile hellingen slipt, is
groter.
Als er kans op onweer is, moet de transformator
worden losgekoppeld van de voeding en van de
grensdraad en geleidingsdraad van het laadstation.
Voor het beste maairesultaat moeten de messen in
goede conditie zijn. Om de messen zo lang mogelijk
scherp te houden, is het belangrijk dat het gazon vrij
is van takken, kleine stenen en andere voorwerpen
die de messen kunnen beschadigen.
Vervang de bladen regelmatig voor de beste
maairesultaten. Het vervangen van de bladen is heel
eenvoudig. Zie
8.6 Vervangen van messen
op pagina
55.
Nederlands - 13
2. PRESENTATIE
Werkwijze
De R40Li maait het gazon automatisch. Hij wisselt het
maaien voortdurend af met opladen.
De maaier begint zelf naar het laadstation te zoeken
wanneer de lading van de accu te laag wordt. R40Li
maait niet wanneer hij het laadstation zoekt.
Als de R40Li op zoek gaat naar het laadstation, zoekt
hij eerst ongericht naar de geleidingsdraad.
Vervolgens volgt hij de geleidingsdraad naar het
laadstation, keert hij vlak voor het station en rijdt hij er
achteruit in.
Als de accu volledig geladen is, rijdt de maaier weg
bij het laadstation en begint hij te maaien in een
willekeurige richting van 90˚ tot 270˚ ten opzichte van
de uitrijhoek.
Om voor een gelijkmatig maairesultaat te zorgen,
zelfs in de ontoegankelijke delen van de tuin, kan de
gazonmaaier de geleidingsdraad vanaf het
laadstation volgen naar de locatie waar de
geleidingsdraad is aangesloten op de grensdraad,
om daar met maaien te beginnen.
Wanneer de carrosserie van R40Li op een obstakel
stoot, gaat de maaier achteruit om een nieuwe
rijrichting te kiezen.
Twee sensoren, één voor en één achter op R40Li,
registreren wanneer de maaier de begrenzingskabel
nadert. De R40Li rijdt maximaal 28 centimeter voorbij
de draad voordat hij terugkeert.
De
STOP
-knop op de bovenkant van R40Li wordt
voornamelijk gebruikt om de rijdende maaier te
stoppen. Wanneer u de
STOP
-knop indrukt, wordt
een klep geopend, waaronder een controlepaneel zit.
De
STOP
-knop blijft ingedrukt tot de klep weer wordt
dichtgedaan. Dit werkt als startvergrendeling.
14 - Nederlands
2. PRESENTATIE
Via het controlepaneel op de bovenkant van R40Li
kunt u alle instellingen van de maaier regelen. Open
de klep voor het controlepaneel door de
STOP
-knop
in te drukken.
Wanneer de hoofdschakelaar voor het eerst naar
stand
1
wordt gedraaid, wordt er een
opstartprocedure geactiveerd, waarbij de taal, de
datum- en tijdsindeling en de viercijferige pincode
kunnen worden geselecteerd en de datum en tijd
kunnen worden ingesteld. In
3.8 Ingebruikname en
kalibratie
leest u hoe u de hoofdschakelaar in stand
1
kunt zetten. Zie
6.4 Veiligheid (22)
op pagina 44 voor
meer informatie over diefstalbeveiliging.
Bewegingspatroon
Het bewegingspatroon van de maaier is onregelmatig
en wordt door R40Li zelf bepaald. Een
bewegingspatroon wordt ook nooit herhaald. Dit
maaisysteem zorgt ervoor dat het gazon gelijkmatig
wordt gemaaid, zonder randen van de maaier.
2.3 Zoekmethode
R40Li rijdt onregelmatig tot hij de begeleidingskabel
vindt. Vervolgens volgt de maaier de begeleidingslus
naar het laadstation.
De geleidingsdraad is een kabel die vanaf het
laadstation bijvoorbeeld richting een ver af gelegen
deel van het werkgebied of door een nauwe
doorgang wordt gelegd, om vervolgens te worden
aangesloten op de grensdraad. Nadere inlichtingen
vindt u in
3.6 Installatie van begeleidingskabel
.
Start
1
12345
4
78
0
9
56
23
Nederlands - 15
3. INSTALLATIE
3. Installatie
Dit hoofdstuk beschrijft de installatie van de
GARDENA R40Li. Lees voordat u met de installatie
begint eerst het vorige hoofdstuk,
2. Presentatie.
Lees ook dit hoofdstuk volledig door voordat u met de
installatie begint. Hoe de installatie is uitgevoerd,
beïnvloedt hoed goed R40Li functioneert. Daarom is
het belangrijk de installatie zorgvuldig te plannen.
De planning is gemakkelijker als u een schets maakt
van het werkgebied, met inbegrip van alle obstakels.
Zo vindt u eenvoudiger de beste positie voor het
laadstation, de grensdraad en de geleidingsdraad.
Teken de route van de grens- en geleidingsdraad af in
de schets.
In hoofdstuk
7. Tuinvoorbeelden
, vindt u voorbeelden
van installaties.
Kijk ook op www.gardena.nl, www.gardena.be/nl voor
meer beschrijvingen en tips over het installeren.
Voer de installatie uit volgens de volgende
stappen:
3.1 Voorbereidingen.
3.2 Installatie van laadstation.
3.3 Opladen van accu.
3.4 Installatie van begrenzingskabel.
3.5 Aansluiten van begrenzingskabel.
3.6 Installatie van begeleidingskabel.
3.7 De lus controleren.
3.8 Ingebruikname en kalibratie
3.9 Test het dokken in het laadstation
Het laadstation, de grensdraad en de geleidingsdraad
moeten zijn aangesloten om een volledige
startprocedure voor de R40Li te kunnen uitvoeren.
3.1 Voorbereidingen
1. Als het gras binnen het geplande werkgebied
langer is dan 10 cm; moet u het met een normale
grasmaaier maaien. Verzamel vervolgens het
gras.
2. Lees alle stappen voor de installatie zorgvuldig
door.
3. Controleer of alle onderdelen voor de installatie
aanwezig zijn:
De getallen tussen haakjes verwijzen naar de
gedetailleerde afbeeldingen
2.1 Onderdelen?
.
Gebruiksaanwijzing (24)
• R40Li
Laadstation (6)
16 - Nederlands
3. INSTALLATIE
Luskabel voor begrenzingslus en
begeleidingskabel (16)
Transformator (20)
Laagspanningskabel (17)
Krammen (21)
Contacten voor luskabel (18)
Schroeven voor het laadstation (19)
Maatstok (22)
Verbindingen voor luskabel (23)
Voor de installatie heeft u ook nodig:
Hamer/kunststof moker om de haken
gemakkelijker in de grond te krijgen.
Combinatietang voor het knippen van de
grensdraad en het samenknijpen van de
contacteenheden.
Kantensteker/rechte spade als de grensdraad
moet worden ingegraven.
3.2 Installatie van laadstation
Beste locatie voor het laadstation
Houd rekening met de volgende aspecten bij het
kiezen van de beste locatie voor het laadstation:
Zorg voor 3 meter vrije ruimte vóór het
laadstation.
Het moet mogelijk zijn om vanaf het laadstation
een grensdraad van minimaal 1,5 meter in een
rechte lijn naar rechts en links te leggen.
Dicht bij een wandstopcontact. De bijgeleverde
laagspanningskabel is 10 meter lang.
Een vlakke ondergrond om het laadstation op
te plaatsen.
Bescherming tegen waternevel van
bijvoorbeeld een besproeiingsinstallatie
Bescherming tegen direct zonlicht
Locatie in het lagere deel van een werkgebied
met een aanzienlijke helling
Eventuele noodzaak om het laadstation uit het
zicht van buitenstaanders te houden
Eventuele esthetische voorkeuren
Voorbeelden van de beste installatielocatie voor het
laadstation vindt u in
7. Tuinvoorbeelden
op pagina 49.
Nederlands - 17
3. INSTALLATIE
Het laadstation moet worden geplaatst met veel vrije
ruimte aan de voorzijde (ten minste 3 meter). Het kan
ook het best centraal in het werkgebied worden
geplaatst, zodat de R40Li gemakkelijker alle hoeken
van het werkgebied kan bereiken.
Plaats het laadstation niet in krappe ruimtes in het
werkgebied. Rechts en links van het laadstation moet
een recht stuk grensdraad van minimaal 1,5 meter
lang liggen. De draad moet in een rechte lijn worden
gelegd vanaf de achterzijde van het laadstation. Elke
andere locatie kan betekenen dat de gazonmaaier
het laadstation zijdelings moet binnengaan, waardoor
het dokken problemen kan geven.
Plaats het laadstation niet in een hoek in het
werkgebied. Rechts en links van het laadstation moet
een recht stuk grensdraad van minimaal 1,5 meter
lang liggen.
Het laadstation moet op relatief horizontale grond
worden geplaatst. De voorkant van het laadstation
mag maximaal 3 cm hoger liggen dan de achterkant.
De voorkant van het laadstation mag nooit lager
liggen dan de achterkant.
Het laadstation mag niet zo worden geplaatst dat de
plaat doorbuigt.
3020-043
3
18 - Nederlands
3. INSTALLATIE
Wanneer de installatie wordt uitgevoerd in een
werkgebied met een steile helling (zoals rond een
huis op een heuvel) moet het laadstation onder aan
de helling in het werkgebied worden geplaatst. Dit
maakt het eenvoudiger voor de gazonmaaier om de
geleidingsdraad naar het laadstation te volgen.
Plaats het laadstation niet op een eiland omdat het
hierdoor lastiger is om de geleidingsdraad optimaal te
leggen. Als het laadstation op een eiland moet
worden geïnstalleerd, moet de geleidingsdraad ook
op het eiland worden aangesloten. Zie de afbeelding
hiernaast. Meer informatie over eilanden is te vinden
in hoofdstuk
3.4 Installatie van begrenzingskabel
.
Aansluiten van transformator
Houd bij het bepalen van de locatie voor de
transformator rekening met de volgende punten:
Dicht bij het laadstation
Bescherming tegen regen
Bescherming tegen direct zonlicht
Wanneer de transformator op een stopcontact buiten
wordt aangesloten, moet dit stopcontact zijn
goedgekeurd voor gebruik buitenshuis. De
laagspanningskabel naar de transformator is 10 meter
lang en mag niet worden ingekort of verlengd.
Het is mogelijk dat u de laagspanningskabel het
werkgebied laat kruisen. De laagspanningskabel
moet met haken in de grond worden gezet of worden
ingegraven en de maaihoogte moet zodanig worden
ingesteld dat de bladen op de bladschijf nooit in
contact kunnen komen met de laagspanningskabel.
De transformator moet zo worden geplaatst dat er
voldoende luchtverversing is en geen direct zonlicht.
De transformator moet onder een afdak worden
geplaatst.
Wij raden aan een aardlekschakelaar te gebruiken
wanneer u de transformator op het stopcontact
aansluit.
Voor de beste prestaties mag de transformator niet
worden blootgesteld aan direct zonlicht.
Nederlands - 19
3. INSTALLATIE
Installatie en aansluiten van laadstation
1. Plaats het laadstation op een geschikte plaats.
2. Sluit de laagspanningskabel aan op het
laadstation.
3. Sluit de voedingskabel van de transformator aan
op een wandstopcontact van 230 V. Wanneer de
transformator wordt aangesloten buiten op een
stopcontact, moet dit stopcontact zijn
goedgekeurd voor gebruik buitenshuis.
4. Bevestig het laadstation aan de grond met
behulp van de bijgeleverde schroeven. Draai de
schroeven zodanig aan dat ze helemaal
verzonken zijn.
BELANGRIJKE INFORMATIE
De laagspanningskabel mag niet worden
ingekort of verlengd.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Plaats de laagspanningskabel zodanig dat de
bladen op de bladschijf hiermee nooit in
contact kunnen komen.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Het is niet toegestaan nieuwe gaten in de
plaat te maken. Alleen de bestaande gaten
mogen worden gebruikt om de plaat op de
grond te bevestigen.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Trap of loop nooit op de plaat van het
laadstation.
20 - Nederlands
3. INSTALLATIE
3.3 Opladen van accu
De maaier kan worden geladen zodra het laadstation
wordt aangesloten. Zet de hoofdschakelaar in de
stand
1
.
Plaats de R40Li in het laadstation zodat de accu wordt
geladen terwijl u de grens- en
geleidingsdraad legt.
Als de accu leeg is, duurt het ongeveer 80 tot 100
minuten om hem volledig te laden.
BELANGRIJKE INFORMATIE
U kunt R40Li niet gebruiken voordat de
installatie helemaal gereed is.
Nederlands - 21
3. INSTALLATIE
3.4 Installatie van begrenzingskabel
De begrenzingskabel kan op een van de volgende manieren worden geïnstalleerd:
1. De kabel met krammen op de grond te bevestigen.
U kunt de grensdraad het best met de haakjes vastzetten als u tijdens de eerste paar weken van het
gebruik de ligging wilt kunnen bijstellen. Na enkele weken zal het gras over de draad heen zijn
gegroeid, waardoor deze niet langer zichtbaar is. Gebruik een hamer/kunststof moker en de
bijgeleverde haken om de installatie uit te voeren.
2. De kabel ingraven.
Als u het gazon wilt verticuteren of beluchten kunt u de grensdraad het best ingraven. Indien nodig
kunt u beide manieren combineren, zodat een deel van de begrenzingslus wordt vastgekramd en de
rest wordt ingegraven. De kabel kan worden ingegraven met behulp van bijvoorbeeld een
kantensteker of een rechte spade. Zorg dat u de grensdraad minimaal 1 cm en maximaal 20 cm
onder de grond legt.
Beste plaats voor de begrenzingskabel
De grensdraad moet zodanig worden gelegd dat:
deze een lus rond het werkgebied voor de R40Li vormt. Gebruik hiervoor uitsluitend grensdraad van
Husqvarna. Dit is bestand tegen het vocht in de grond dat de draden anders makkelijk zou kunnen
beschadigen.
de maaier op geen enkel punt binnen het volledige werkgebied meer dan 15 meter verwijderd is van
de draad.
de kabel maximaal 250 meter lang is.
er 20 cm extra draad beschikbaar is om de geleidingsdraad later aan te bevestigen. Zie
3.6
Installatie van begeleidingskabel
op pagina 28.
De afstand van de grensdraad tot obstakels varieert; deze is afhankelijk van wat er pal naast het
werkgebied ligt. Onderstaande afbeelding laat zien hoe de grensdraad rond het werkgebied en rond
obstakels moet worden gelegd. Gebruik de bijgeleverde meetlat om de juiste afstand te bepalen (zie
2.1
Onderdelen?
op pagina 11).
22 - Nederlands
3. INSTALLATIE
Afbakeningen van het werkgebied
Als een hoog obstakel, bijv. een wand of een muur,
aan het werkgebied grenst, moet u de
begrenzingskabel 30 cm van het obstakel leggen.
Dan zal R40Li niet op het obstakel botsen en zal de
slijtage aan de carrosserie afnemen.
Ongeveer 20 cm rond het vaste obstakel zal niet
worden gemaaid.
Als het werkgebied aan een kleine greppel grenst,
bijv. een border, of aan een kleine verhoging zoals
bijv. een lage steen (3 tot 5 cm), moet u de
begrenzingskabel 20 cm binnen in het werkgebied
leggen. Dit voorkomt dat de wielen in de greppel of op
de stenen rijden.
Ongeveer 12 cm gras langs de greppel/stenen
afbakening zal niet worden gemaaid.
Indien het werkgebied aan een pad of iets dergelijks
grenst dat op hetzelfde niveau ligt als het gazon, is
het mogelijk om R40Li een stukje op het pad te laten
rijden. U moet de begrenzingskabel dan 5 cm van de
rand van het pad leggen.
Al het gras langs het tegelpad zal worden gemaaid.
Als het werkgebied in tweeën wordt gedeeld door een
vlak tegelpad, dat gelijk met het gazon ligt, is het
mogelijk om R40Li over het pad te laten rijden. De
begrenzingskabel kan prima onder de tegels worden
gelegd. Het is ook mogelijk de begrenzingskabel in
de voegen tussen de tegels te leggen.
N.B.! De R40Li mag nooit over gravel, mulch of
soortgelijk materiaal rijden, omdat de bladen hierdoor
kunnen worden beschadigd.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Als het werkgebied aan een waterpartij,
helling, afgrond of openbare weg grenst,
moet behalve de grensdraad ook een hek of
iets dergelijks worden geplaatst. De hoogte
moet in dat geval minimaal 15 cm zijn. Dit
zorgt ervoor dat de R40Li nooit buiten het
werkgebied terecht kan komen.
Min.
15cm
Nederlands - 23
3. INSTALLATIE
Afbakeningen in het werkgebied
Gebruik de begrenzingskabel om de gebieden in het
werkgebied af te bakenen door eilanden te creëren
rond niet stootvaste hindernissen, bijvoorbeeld
borders, struiken en fonteinen.
Obstakels die tegen een stootje kunnen, bijv. bomen
en struiken hoger dan 15 cm, hoeven niet afgegrensd
te worden met de begrenzingskabel. R40Li draait
wanneer hij tegen een dergelijk obstakel stoot.
Om te zorgen voor een veilige en stille werking is het
raadzaam om alle vaste objecten in en rond het
werkgebied to isoleren.
Leg de kabel naar het gebied, trek hem rond het
gebied dat moet worden afgebakend en vervolgens
weer terug in het zelfde spoor. Indien u krammen
gebruikt, moet u de kabel op de terugweg onder
dezelfde kram leggen. Wanneer de begrenzingskabel
naar en van het eiland dicht bij elkaar ligt, kan de
maaier over de kabel rijden.
De grensdraad mag niet worden gekruist op het
traject van en naar een eiland.
Obstakels die een lichte helling vertonen,
bijvoorbeeld stenen of grote bomen met
bovengrondse wortels, moeten worden geïsoleerd
met een eiland of worden verwijderd. R40Li kan
anders op zulke obstakels glijden, met als gevolg dat
de messen beschadigd raken.
Bijgebieden
Als het werkgebied uit twee zones bestaat, waarbij
het voor de maaier lastig is om van de ene naar de
andere zone te gaan, kunt u beter een tweede
werkgebied creëren. Voorbeelden hiervan zijn
hellingen van 25% of een doorgang die smaller is dan
150 cm. Leg de begrenzingskabel dan rond het
bijgebied zodat dit een eiland vormt buiten het
hoofdgebied.
De R40Li moet handmatig van het eerste werkgebied
naar het tweede werkgebied worden verplaatst
wanneer het tweede werkgebied moet worden
gemaaid. Hiervoor moet de MAN-bedieningsmodus
worden gebruikt, omdat de gazonmaaier het traject
tussen het tweede gebied en het laadstation niet
zelfstandig kan afleggen. Zie 5.1 Selectie
bedieningsmodus op pagina 39. In deze modus zal
R40Li nooit op zoek gaan naar het laadstation maar
doorgaan met maaien totdat de accu leeg is.
Wanneer de accu leeg is, stopt de maaier en
verschijnt de melding “Moet handmatig laden” op het
display. Plaats de maaier in het laadstation om de
accu te laden. Als het eerste werkgebied na het laden
moet worden gemaaid, kunt u de bedieningsmodus
op Auto zetten voordat u de maaier in het laadstation
plaatst.
Bijgebied
Hoofbijgebied
24 - Nederlands
3. INSTALLATIE
Doorgangen tijdens het maaien
Vermijd lang en smalle doorgangen en zones smaller
dan 1,5-2 meter. Er bestaat een kans dan de R40Li
tijdens het maaien langere tijd blijft hangen in een
dergelijke doorgang of zone. Het gazon zal er dan
geplet uitzien.
Hellingen
De begrenzingskabel kan dwars over een helling
worden gelegd die minder dan 10 % helt.
De begrenzingskabel moet niet dwars over een
helling worden gelegd die steiler is dan 10 %. Het
risico bestaat dat R40Li daar problemen krijgt met
omdraaien. Dan stopt de maaier en geeft de
foutmelding Buiten het werkgebied. Het risico is het
grootst bij vochtig weer omdat de wielen dan in het
natte gras kunnen slippen.
Als er daarentegen een hindernis is, waar R40Li
tegenaan mag botsen, bijvoorbeeld een hek of een
dichte haag, kan de begrenzingskabel dwars over
een helling worden gelegd die steiler is dan 10 %.
In het werkgebied kan R40Li
velden maaien met een
hellingsgraad tot 25 cm per
strekkende meter (25 %).
Velden die meer hellen,
moeten worden afgebakend
met de begrenzingskabel.
Indien een deel van het
werkgebied meer dan 10 cm
per strekkende meter (10 %)
neigt, moet de
begrenzingskabel circa 20 cm
voor de grond begint te hellen
op de vlakke grond worden
gelegd.
2
26 - Nederlands
3. INSTALLATIE
Uitleggen van begrenzingskabel naar het
laadstation
IDe grensdraad moet evenwijdig lopen met de
achterzijde van het laadstation. Als de grensdraad
anders wordt gelegd, kan het voor de R40Li lastig zijn
om het laadstation te vinden.
In veel gevallen kan het rechte stuk draad links van
het laadstation worden beperkt tot 1 meter.
Het kan nodig zijn om het rechte stuk draad rechts
van het laadstation langer te maken. Dit hangt af van
de wijze waarop de grensdraad in de rest van de
installatie wordt gelegd.
Begrenzingskabel verlengen
Gebruik een originele koppeling wanneer de
grensdraad niet lang genoeg is en moet worden
gelast.Dat is waterdicht en zorgt voor
een betrouwbare elektrische verbinding.
Steek beide uiteinden in de koppeling. Verzeker u
ervan dat de draden volledig in de koppeling zijn
gestoken door te controleren of de draaduiteinden
zichtbaar zijn door het transparante deel aan de
andere zijde van de koppeling. Duw de knop boven
op de koppeling vervolgens helemaal in. Gebruik een
tang als u de knop op de koppeling niet goed met de
hand kunt indrukken.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Een tweeaderige kabel of een
schroefklemmenblok geïsoleerd met
isolatietape levert geen adequate aansluiting
op. De vochtigheid van de aarde maakt dat de
geleiders oxideren en na een tijd veroorzaakt
dat een onderbreking van het circuit
Nederlands - 33
3. INSTALLATIE
3.9 Test het dokken in het laadstation
Controleer voor u de maaier gebruikt of deze de
geleidingsdraad helemaal kan volgen tot aan het
laadstation en zonder problemen in het laadstation kan
dokken. Voer de onderstaande test uit.
1. Open de klep van het bedieningspaneel door op
de STOP-knop te drukken.
2. Plaats de maaier dicht bij het punt waar de
geleidingsdraad is aangesloten op de grensdraad.
Plaats de maaier op ongeveer 2 meter van de
geleidingsdraad, met de voorzijde naar de
geleidingsdraad gericht.
3. Selecteer de modus Home door op de toets met
het huissymbool te drukken, en druk op OK
wanneer de cursor op Home staat. Druk op Start
en sluit de klep.
4. Controleer of de maaier de geleidingsdraad
helemaal volgt tot aan het laadstation en in het
laadstation dokt De test is enkel gelukt als de
maaier de geleidingsdraad over het gehele traject
naar het laadstation kan volgen en meteen bij de
eerste poging dokt. Als het de maaier niet lukt om
bij de eerste poging te dokken, zal hij het
automatisch opnieuw proberen. De installatie is
niet goedgekeurd als de maaier twee of meer
pogingen nodig heeft om in het laadstation te
dokken. Controleer in dat geval of het laadstation,
de grensdraad en de geleidingsdraad zijn
geïnstalleerd volgens de instructies in hoofdstuk
3.2, 3.4 en 3.6.
5. De maaier zal in het laadstation blijven totdat de
modus Auto of Man wordt geselecteerd. Zie 5.1
Selectie bedieningsmodus op pagina 39.
Het geleidingssysteem moet eerst zijn gekalibreerd om
bovenstaande test met succes te kunnen uitvoeren.
Zie 3.8 Ingebruikname en kalibratie op pagina 32.


Specyfikacje produktu

Marka: Gardena
Kategoria: kosiarka
Model: R40Li Robot

Potrzebujesz pomocy?

Jeśli potrzebujesz pomocy z Gardena R40Li Robot, zadaj pytanie poniżej, a inni użytkownicy Ci odpowiedzą




Instrukcje kosiarka Gardena

Instrukcje kosiarka

Najnowsze instrukcje dla kosiarka