Instrukcja obsługi Epson STYLUS PRO 9600 STANDARD

Epson drukarka STYLUS PRO 9600 STANDARD

Przeczytaj poniżej 📖 instrukcję obsługi w języku polskim dla Epson STYLUS PRO 9600 STANDARD (317 stron) w kategorii drukarka. Ta instrukcja była pomocna dla 13 osób i została oceniona przez 2 użytkowników na średnio 4.5 gwiazdek

Strona 1/317
Gebruikershandleiding
®
1
Inhoudsopgave
Verklarende woordenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Productinformatie
Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Printerspecificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Systeemvereisten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Interfacespecificaties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Opties en verbruiksmaterialen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Het bedieningspaneel
Knoppen, lampjes en berichten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
SelecType-instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Onderhoudsmodus. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83
Afdrukken onder Windows
De printersoftware openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88
Basisinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90
De printerdriver gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96
De printerhulpprogramma's gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . 113
Informatie krijgen via de online-Help . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119
De printerstatus controleren en afdruktaken beheren . . . . 120
De afdruksnelheid verhogen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126
De printer configureren in een netwerk . . . . . . . . . . . . . . . . 136
Updaten naar Windows Me . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 149
De driver updaten in Windows XP, Windows 2000 en Windows
NT 4.0 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 149
De printersoftware verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 150
2
De USB Host Device Driver verwijderen (alleen Windows Me en
98) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 151
Afdrukken met de Macintosh
De printersoftware openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 152
Basisinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 152
De printerdriver gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156
De printerhulpprogramma's gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . 173
Informatie krijgen via de online-Help . . . . . . . . . . . . . . . . . . 176
De printerstatus controleren en afdruktaken beheren . . . . 176
De printer configureren in een netwerk . . . . . . . . . . . . . . . . 184
Papierverwerking
Informatie over speciaal afdrukmateriaal en ander materiaal187
Papierrollen gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 188
Losse vellen papier gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 201
De papieropvang plaatsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 209
Onderhoud en transport
Cartridges vervangen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 215
Zwarte cartridges vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 219
Het mes van het snijmechanisme vervangen . . . . . . . . . . . . 228
De onderhoudscassette vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 232
De printer schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 233
De printer vervoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 235
Optionele producten gebruiken
De Auto Take-up Reel Unit gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . 240
3
Probleemoplossing
Printer stopt opeens met afdrukken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 253
De printer gaat niet aan of blijft niet aan. . . . . . . . . . . . . . . . 254
De printer drukt niets af . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 258
De afdrukken zien er anders uit dan verwacht . . . . . . . . . . 261
De afdrukkwaliteit is niet optimaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 265
Kleurendocumenten worden in zwart-wit afgedrukt. . . . . 270
Afdruksnelheid is niet optimaal. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 270
Papier kan niet van de rol worden gesneden . . . . . . . . . . . . 271
Papier loopt regelmatig vast of wordt niet goed ingevoerd 271
Papier van de rol wordt niet goed uitgevoerd . . . . . . . . . . . 273
Vastgelopen papier verwijderen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 275
Problemen met de optionele Auto Take-up Reel Unit oplossen
276
Hulp inroepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 278
Index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 311
4
Verklarende woordenlijst
De volgende definities zijn specifiek van toepassing op printers.
afdrukgebied
Het gebied van een pagina waarop door de printer kan worden afgedrukt. Door
de marges die worden gebruikt, is dit gebied kleiner dan het totale
paginaformaat.
afdrukmateriaal
Materialen waarop gegevens worden afgedrukt, zoals papierrollen en losse
vellen, gewoon papier en speciaal papier.
afdrukmodus
Het aantal dots (punten) per inch dat wordt gebruikt om een afbeelding weer te
geven. Uw printer heeft vijf instellingen voor de afdrukmodus: SuperPhoto (2880
dpi), SuperFine (1440 dpi), Fine (720 dpi), Normal (360 dpi) en Economy (een
spaarstand).
afdrukwachtrij
Als de printer is aangesloten op een netwerk, worden afdruktaken die naar de
printer worden gestuurd terwijl deze bezig is met afdrukken, in een wachtrij
opgeslagen totdat ze kunnen worden afgedrukt.
ASCII
American Standard Code for Information Interchange. Een gestandaardiseerd
coderingssysteem voor het toewijzen van numerieke codes aan letters en
symbolen.
bit
Een binair getal (0 of 1). De kleinste eenheid van informatie die door een printer
of computer wordt gebruikt.
buffer
Het gedeelte van het geheugen van de printer waarin gegevens worden
opgeslagen voordat deze worden afgedrukt.
byte
Een eenheid van informatie die uit acht bits bestaat.
cartridge
Een cassette met inkt.
5
characters per inch (cpi)
Tekens per inch. Een maateenheid voor de grootte van teksttekens. Hiervoor
wordt ook wel de term pitch gebruikt.
CMYK
Cyaan (blauwgroen), magenta, geel en zwart. De kleureninkt waarmee een heel
kleurengamma wordt afgedrukt volgens het subtractieve systeem.
ColorSync
Software voor gebruik op de Macintosh voor kleurafdrukken van
WYSIWYG-kwaliteit (What You See Is What You Get). Hierbij komt de
kleurkwaliteit van de afgedrukte afbeeldingen overeen met die op uw
beeldscherm.
cpi
Zie characters per inch.
DMA
Direct Memory Access of directe geheugentoegang. Een voorziening voor
gegevensoverdracht waarbij de CPU van een computer wordt omzeild, zodat er
een directe communicatie tot stand komt tussen het geheugen van de computer
en randapparatuur (zoals printers).
dot matrix
Een methode van afdrukken waarbij elke letter en elk symbool bestaat uit een
patroon (matrix) van afzonderlijke punten.
dpi
Dots per inch of punten per inch. Een maateenheid voor de resolutie. Zie ook
resolutie.
driver
Een softwareprogramma (ook wel stuurprogramma genoemd) dat instructies
naar een randapparaat van een computer stuurt. De printerdriver accepteert
bijvoorbeeld afdrukgegevens van uw tekstverwerkingsprogramma en stuurt
instructies naar de printer om aan te geven hoe die gegevens moeten worden
afgedrukt.
ESC/P
Afkorting van Epson Standard Code for Printers. Met behulp van dit
opdrachtensysteem kunt u vanaf uw computer de printer besturen. Dit is een
standaard voor alle EPSON-printers die wordt ondersteund door de meeste
toepassingssoftware voor pc's.
6
ESC/P Raster
Met behulp van deze opdrachttaal kunt u vanaf uw computer de printer besturen.
Dit systeem bevat opdrachten voor de besturing van laserfuncties zoals het
afdrukken van grafische beelden van hoge kwaliteit.
foutdiffusie
Een methode waarbij punten met afzonderlijke kleuren samenvloeien met de
kleuren van omringende punten, waardoor de kleuren natuurlijker lijken. Door
gekleurde punten samen te laten vloeien kan de printer uitstekende kleuren
produceren met een subtiele kleurgradatie. Deze methode is met name geschikt
voor het afdrukken van documenten met gedetailleerde afbeeldingen of foto's.
geheugen
Het gedeelte van het elektronische systeem van de printer waarin gegevens
worden opgeslagen. Bepaalde gegevens zijn vast en worden gebruikt om de
werking van de printer te bepalen. Gegevens die door de computer naar de
printer worden gestuurd, worden tijdelijk in het geheugen opgeslagen. Zie ook
RAM en ROM.
grijstinten
Gradaties van grijs met een verloop van zwart naar wit. Grijstinten worden
gebruikt om kleuren te vervangen als u alleen met zwarte inkt afdrukt.
halftonen
Patronen van zwarte of gekleurde punten die worden gebruikt om een afbeelding
te reproduceren.
halftoning
Een methode waarbij patronen van punten worden gebruikt om een afbeelding
te maken. Met deze methode kunnen verschillende grijstinten worden gemaakt
met uitsluitend zwarte punten en kan een bijna oneindig bereik van kleuren
worden gemaakt met slechts enkele kleurenpunten. Zie ook halftonen.
helderheid
Bepaalt hoe licht of donker een afbeelding is.
hoge snelheid
Een instelling waarmee afbeeldingen in beide richtingen worden afgedrukt.
Hierdoor wordt sneller afgedrukt.
hulpprogramma
Een programma speciaal voor het uitvoeren van een bepaalde functie die meestal
te maken heeft met onderhoud van het systeem.
7
initialisatie
De printer opnieuw instellen op de standaardwaarden (de vaste instellingen).
Dit gebeurt elke keer als u de printer inschakelt of een reset uitvoert.
inkjet
Een methode van afdrukken waarbij elke letter en elk symbool wordt gevormd
door inkt nauwkeurig op het papier te spuiten.
interface
De verbinding tussen de computer en de printer. Via een parallelle interface
worden gegevens met een teken of code tegelijk overgedragen. Via een seriële
interface worden gegevens bit voor bit overgedragen.
interfacekabel
De kabel waarmee de printer op de computer is aangesloten.
kleuraanpassing
Een verwerkingsmethode voor kleurengegevens die ervoor zorgt dat kleuren die
op een computerscherm worden weergegeven zo veel mogelijk overeenkomen
met de afgedrukte kleuren. Er is diverse software voor kleuraanpassing
beschikbaar. Zie ook ColorSync en sRGB.
LCD
Liquid Crystal Display (display met vloeibare kristallen). Hierop worden
verschillende berichten weergegeven al naar gelang de status van de printer.
lettertype
Een tekenstijl met een bepaalde naam.
lokale printer
De printer die rechtstreeks op de computerpoort is aangesloten via de
interfacekabel.
MicroWeave
Een manier van afdrukken waarbij afbeeldingen in fijnere segmenten worden
afgedrukt om de kans op horizontale strepen te verkleinen. De afbeeldingen
lijken hierdoor meer op afbeeldingen die met een laserprinter zijn afgedrukt. Zie
ook strepen.
monochroom
Hiermee wordt bedoeld dat bij het afdrukken slechts een kleur inkt, meestal
zwarte, wordt gebruikt.
online-Help
Teksten die behulpzaam zijn bij het venster of dialoogvenster dat op een bepaald
moment in gebruik is.
8
parallelle interface
Zie interface.
peer-to-peer-netwerken
Windows ondersteunt peer-to-peer-netwerken. In een dergelijk netwerk heeft
elke computer toegang tot de bronnen van de andere computers in het netwerk.
PhotoEnhance4
De EPSON-software waarmee u de diepte van een tint en de scherpte van
beeldgegevens kunt wijzigen en beeldgegevens kunt corrigeren.
poort
Een interfacekanaal waardoor gegevens worden overgedragen tussen apparaten.
printerdriver
Een softwareprogramma (ook wel stuurprogramma genoemd) dat opdrachten
verzendt voor het gebruik van de voorzieningen van een bepaalde printer. Wordt
vaak afgekort tot driver. Zie ook driver.
Printkop reinigen
De bewerking waarmee u eventueel verstopte spuitkanaaltjes schoonmaakt,
zodat er weer goede afdrukken worden gemaakt.
printkop uitlijnen
De bewerking waarmee u een onjuiste uitlijning van de printkoppen corrigeert.
Verticale streepvorming wordt gecorrigeerd.
RAM
Random Access Memory. Het gedeelte van het printergeheugen dat wordt
gebruikt als een buffer en voor de opslag van door de gebruiker gedefinieerde
tekens. Alle gegevens in het RAM gaan verloren als de printer wordt
uitgeschakeld.
reset
Een printer instellen op de standaardwaarden door deze uit te schakelen en
vervolgens weer aan te zetten.
resolutie
Het aantal dots (punten) per inch dat wordt gebruikt om een afbeelding weer te
geven.
RGB
Rood, groen en blauw. Met deze kleuren wordt een additief kleurengamma van
schermkleuren gecreëerd. Hierbij worden gekleurde fosfordeeltjes aan de
binnenkant van het display opgelicht met behulp van een elektronenstraal.
9
ROM
Read Only Memory. Een gedeelte van het geheugen dat alleen kan worden
gelezen en niet kan worden gebruikt voor de opslag van gegevens. De inhoud
van het ROM blijft behouden als u de printer uitschakelt.
SelecType-instellingen
Instellingen die zijn vastgelegd met behulp van het bedieningspaneel van de
printer. In de modus SelecType kunt u verschillende printerinstellingen
vastleggen die niet beschikbaar zijn in de printerdriver, zoals instellingen voor
testafdrukken.
Spool Manager
Het softwareprogramma waarmee afdrukgegevens worden geconverteerd naar
codes die door de printer kunnen worden verwerkt. Zie ook spoolen.
spoolen
De eerste stap tijdens het afdrukken, waarin de afdrukgegevens door de
printerdriver worden geconverteerd naar codes die door de printer kunnen
worden verwerkt. Deze gegevens worden vervolgens rechtstreeks naar de
printer of naar de afdrukserver gestuurd.
spuitkanaaltjes
Fijne kanaaltjes in de printkop waarmee de inkt op de pagina wordt gespoten.
Als de spuitkanaaltjes verstopt zijn, kan de afdrukkwaliteit afnemen.
spuitkanaaltjes controleren
Een methode om de werking van de printer te controleren. Er wordt een
controlepagina afgedrukt met de firmware-(ROM-)versie en een testpatroon
voor de spuitkanaaltjes.
sRGB
Software voor Windows voor kleurafdrukken van WYSIWYG-kwaliteit (What
You See Is What You Get). Hierbij komt de kleurkwaliteit van de afgedrukte
afbeeldingen overeen met die op uw beeldscherm.
standaardinstelling
Een waarde of instelling die automatisch wordt gebruikt als de apparatuur wordt
ingeschakeld, gereset of geïnitialiseerd.
station
Een apparaat voor informatiedragers, zoals een cd-rom-lezer, een diskettestation
of een vaste-schijfstation. In Windows wordt aan elk station een letter
toegewezen zodat de verschillende stations eenvoudiger kunnen worden
beheerd.
10
Status Monitor
Het programma waarmee u de status van de printer kunt controleren.
strepen
De horizontale strepen die soms verschijnen bij het afdrukken van grafische
voorstellingen. Dit treedt op als de printkoppen niet goed zijn uitgelijnd. Zie ook
MicroWeave.
subtractieve kleuren
Kleuren die worden gemaakt door pigmenten die sommige lichtkleuren
absorberen en andere weerkaatsen. Zie ook CMYK.
toepassing
Een softwareprogramma waarmee u een bepaalde taak kunt uitvoeren, zoals
tekstverwerking of financiële planning.
Voortgangsbalk
Een balk die aangeeft hoe ver de huidige afdruktaak voor Windows is gevorderd.
WYSIWYG
Acroniem van What You See Is What You Get. Met deze term wordt een afdruk
aangeduid die er precies zo uitziet als op het scherm.
zuinig afdrukken
Een manier van afdrukken waarbij afbeeldingen met minder punten worden
afgedrukt om inkt te besparen.
11
Productinformatie
Veiligheidsvoorschriften
Belangrijke veiligheidsvoorschriften
Lees de volgende instructies goed door voordat u de printer in
gebruik neemt. Neem ook alle waarschuwingen en voorschriften
die op de printer zelf staan in acht.
De openingen in de printerbehuizing mogen niet worden
geblokkeerd of afgedekt.
Steek geen voorwerpen in de sleuven. Zorg ervoor dat u geen
vloeistoffen op de printer morst.
Gebruik alleen de netspanning die staat vermeld op het etiket
op de printer.
Sluit alle apparatuur aan op goed geaarde stopcontacten.
Gebruik geen stopcontacten in hetzelfde circuit als
fotokopieerapparaten, airconditioners of andere apparaten
die regelmatig worden in- en uitgeschakeld.
Gebruik geen stopcontacten die met een wandschakelaar of
een automatische timer kunnen worden in- en uitgeschakeld.
Plaats het hele computersysteem uit de buurt van apparaten
die elektromagnetische storingen kunnen veroorzaken, zoals
luidsprekers of basisstations van draagbare telefoons.
Gebruik geen beschadigd of gerafeld netsnoer.
12
Als u een stekkerdoos gebruikt voor de printer, mag de totale
stroombelasting in ampère van alle aangesloten apparaten
niet hoger zijn dan de maximale belasting voor de
stekkerdoos. Zorg er bovendien voor dat de totale
stroombelasting in ampère van alle apparaten die zijn
aangesloten op het wandstopcontact niet hoger is dan de
maximumwaarde die is toegestaan voor het stopcontact.
Probeer de printer niet zelf te repareren.
Haal in de volgende gevallen de stekker uit het stopcontact
en doe een beroep op een onderhoudstechnicus:
Als het netsnoer of de stekker beschadigd is, als er vloeistof
in de printer is gekomen, als de printer is gevallen of als de
behuizing beschadigd is, als de printer niet normaal werkt of
als er een duidelijke wijziging in de prestaties optreedt.
De interfaceconnectors (inclusief de Type-B-interfacekaart)
en de connector voor de optionele Auto Take-up Reel Unit
zijn onbeperkte stroombronnen (Non-LPS).
Als u de printer in Duitsland gaat gebruiken, moet u letten op
het volgende:
De installatie van het gebouw moet beschikken over een
stroomonderbreker van 10/16 A om de printer te beschermen
tegen kortsluiting en stroompieken.
Enkele voorzorgsmaatregelen
Een plaats kiezen voor de printer
Plaats de printer op een vlakke en stabiele ondergrond die
groter is dan de printer. De printer werkt niet goed als hij
scheef staat.
14
Zet de printer altijd uit met de knop Power op het
bedieningspaneel. Wanneer u op deze knop drukt, knippert
het lampje Operate even en gaat dan uit. Verwijder de
stekker niet uit het stopcontact en sluit de stroom naar het
stopcontact niet af voordat het lampje Operate is
opgehouden met knipperen.
Zorg ervoor dat de printkoppen in de uitgangspositie staan
(uiterst rechts) voordat u de printer verplaatst.
De cartridges vervangen
Houd cartridges buiten het bereik van kinderen en let erop
dat ze niet uit de cartridges drinken.
Als u inkt op uw huid krijgt, moet u deze grondig wassen met
water en zeep. Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u deze
onmiddellijk spoelen met water.
Als u EPSON UltraChrome-cartridges gebruikt, krijgt u het
beste resultaat wanneer u de cartridges voor het installeren
voorzichtig schudt.
cLet op:
Schud nooit cartridges die al geïnstalleerd zijn geweest.
Gebruik geen cartridge waarvan de uiterste
houdbaarheidsdatum op de verpakking is verstreken.
15
Als u EPSON Ultra Chrome-cartridges gebruikt, krijgt u de
beste resultaten wanneer u de cartridge verbruikt binnen zes
maanden na installatie.
Haal cartridges niet uit elkaar en probeer ze niet opnieuw te
vullen. Hierdoor kunnen de printkoppen beschadigd raken.
Bewaar cartridges op een koele, donkere plaats.
Laat cartridges voor gebruik ten minste drie uur op
kamertemperatuur komen.
Raak de groene IC-chip aan de zijkant van de cartridges niet
aan. Anders drukt de printer mogelijk niet meer naar behoren
af.
De IC-chip in deze cartridges bevat gedetailleerde informatie
over de cartridges, zoals de hoeveelheid resterende inkt,
zodat u ze kunt verwijderen en terugplaatsen wanneer u wilt.
Als u een cartridge verwijdert voor later gebruik, dient u de
inkttoevoer te beschermen tegen vuil en stof. Bewaar de
cartridge in dezelfde omgeving als de printer. De inkttoevoer
wordt automatisch met een ingebouwd ventieltje afgesloten
zodat geen deksel of stop nodig is. Let echter wel op dat u met
de cartridge geen andere voorwerpen besmeurt. Raak de
inkttoevoer of het gebied eromheen niet aan.
16
Printerspecificaties
Afdrukken
Tekstmodus:
* characters per inch (tekens per inch)
Afdrukmethode On-demand inkjet
Configuratie van
spuitkanaaltjes
Zwart: 96 spuitkanaaltjes × 2
(zwart 1 en zwart 2)
Kleur: 96 spuitkanaaltjes × 5
(cyaan, magenta, geel, lichtcyaan,
lichtmagenta)
Tekenbreedte Afdrukkolom
10 cpi* 237 voor Stylus Pro 7600
437 voor Stylus Pro 9600
17
Rastermodus:
Stylus Pro 7600
Stylus Pro 9600
* dots per inch (punten per inch)
Horizontale
resolutie
Afdrukbreedte Beschikbare
punten
360 dpi* 604 mm
(24,16 inches)
8698
720 dpi 604 mm
(24,16 inches)
17395
1440 dpi 604 mm
(24,16 inches)
34790
2880 dpi 604 mm
(24,16 inches)
69581
Horizontale
resolutie
Afdrukbreedte Beschikbare
punten
360 dpi* 1.112 mm
(43,78 inch)
15762
720 dpi 1.112 mm
(43,78 inch)
31524
1440 dpi 1.112 mm
(43,78 inch)
63048
2880 dpi 1.112 mm
(43,78 inch)
126087
Resolutie Maximaal 2880 dpi × 1440 dpi
Afdrukrichting Tweezijdig
Besturingscode ESC/P Raster
Regelafstand 1/6 inch of programmeerbaar in
stappen van 1/1.440 inch
19
*Voor papierrollen kunt u op het bedieningspaneel de volgende marges
selecteren. Zie PAPER MARGIN voor meer informatie.
Opmerking:
De printer detecteert automatisch de afmetingen van het papier dat
is geladen. Als een afdruktaak niet in het afdrukgebied past, worden
de gegevens niet afgedrukt.
A Voor rolpapier geldt een bovenmarge van minimaal 3,0 mm
(0,12")*.
Voor losse vellen geldt een bovenmarge van minimaal 3,0 mm
(0,12").
B-L Voor rolpapier geldt een linkermarge van minimaal 0 mm (0")*.
Voor losse vellen geldt een linkermarge van minimaal 0 mm (0").
B-R Voor rolpapier geldt een rechtermarge van minimaal 0 mm (0")*.
Voor losse vellen geldt een rechtermarge van minimaal 0 mm (0").
C Voor rolpapier geldt een ondermarge van minimaal 3,0 mm
(0,12")*.
Voor losse vellen geldt een ondermarge van minimaal 14,0 mm
(0,55").
Parameter A B-L B-R C
3 mm 3 mm 3 mm 3 mm 3 mm
15 mm 15 mm 15 mm 15 mm 15 mm
T/B 15 mm
(standaard)
15 mm 3 mm 3 mm 15 mm
20
Mechanische specificaties
Elektrische specificaties
Methode van
papierinvoer Frictie
Papierpad Papierrollen of losse vellen met
handmatige invoer
Afmetingen (in gebruik) Stylus Pro 7600:
Breedte: 1.100 mm (43,3 inches)
Diepte: 572 mm (22,5 inches)
Hoogte: 560 mm (22,0 inches)
Stylus Pro 9600:
Breedte: 1.624 mm (63,9 inches)
Diepte: 717 mm (28,2 inches)
Hoogte: 1.181 mm (46,5 inch)
Gewicht Stylus Pro 7600:
ca. 43,5 kg (95,7 lb)
Stylus Pro 9600:
ca. 63,5 kg (139,7 lb)
Standaard:
ca. 20,5 kg (45,1 lb)
Stroomsterkte 100 V tot 240 V
Invoervoltage 90 tot 264 V
Frequentiebereik 50 tot 60 Hz
Invoerfrequentie 49 tot 61 Hz
Stroomsterkte 1,0 -0,5 A
Stroomverbruik ca. 130,5 W (ISO 10561 Letter-formaat)
29 W of minder in slaapstand
21
Opmerking:
Raadpleeg het etiket op de achterkant van de printer voor informatie over
het voltage.
Omgevingsspecificaties
* Bij opslag in transportcontainer
** Zonder condensatie
Gebruiksomgeving (temperatuur en luchtvochtigheid):
Temperatuur Gebruik:
Opslag:
Transport:
10 tot 35°C (50 tot 95°F)
-20 tot 40°C (-4 tot 104°F)
-20 tot 60°C (-4 tot 140°F)*
1 maand bij 40°C (104°F)
120 uur bij 60°C (140°F)
Luchtvochtigheid Gebruik:
Opslag:
Transport:
20 tot 80% RV**
20 tot 85% RV**
5 tot 85% RV*,**
22
Initialisatie
Normen en goedkeuringen
Hardware-initialisatie bij aanzetten van de printer:
Het printermechanisme wordt teruggezet naar de
beginstatus.
De invoerbuffer en de afdrukbuffer worden
leeggemaakt.
De printer wordt ingesteld op de laatst ingestelde
standaardwaarden.
Software-initialisatie wanneer de opdracht ESC@ (initialiseer de
printer) wordt ontvangen:
De afdrukbuffer wordt leeggemaakt.
De printer wordt ingesteld op de laatst ingestelde
standaardwaarden.
Initialisatie van de knoppen op het bedieningspaneel door drie
seconden op de knop Pause te drukken of wanneer de het signaal
*INIT wordt verzonden:
Printkoppen worden afgedekt.
Eventueel aanwezig papier wordt uitgevoerd.
De invoerbuffer en de afdrukbuffer worden
leeggemaakt.
De printer wordt ingesteld op de laatst ingestelde
standaardwaarden.
Veiligheid UL 1950
CSA 22.2 Nr. 950
Laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG
EN 60950
23
wWaarschuwing:
Dit is een klasse A product. In een huishoudelijke omgeving kan
dit product radiostoringen veroorzaken. Neem in dat geval de
vereiste maatregelen.
Papier
Opmerking:
Aangezien de kwaliteit van een bepaald merk of type papier op elk
moment kan worden gewijzigd door de fabrikant, kan EPSON niet
instaan voor de kwaliteit van papier dat niet door EPSON zelf wordt
geleverd. Probeer papier altijd eerst uit voordat u er grote hoeveelheden
van aanschaft of hierop grote taken afdrukt.
EMC FCC lid 15 sublid B klasse B
CSA C108.8 klasse B
AS/NZS 3548 klasse B
EMC-richtlijn 89/336/EEG
EN 55022 klasse B
EN 55024
EN 61000-2-3
EN 61000-3-3
24
Papierrol:
Formaat
Binnenste diameter:
2 inch Stylus Pro 7600:
210 tot 610 mm (B) × 45.000 mm (L)
(8,26 tot 24,02 inches × 1.771,65 inches)
Stylus Pro 9600:
210 tot 1.118 mm (B) × 45.000 mm (L)
(8,26 tot 44,02 inch × 1.771,65 inches)
Binnenste diameter:
3 inch
Stylus Pro 7600:
210 tot 610 mm (B) × 202.000 mm (L)
(8,26 tot 24,02 inches × 7.952,76 inch)
Stylus Pro 9600:
210 tot 1.118 mm (B) × 202.000 mm (L)
(8,26 tot 44,02 inch × 7.952,76 inch)
Buitenste diameter maximaal 103 mm (4,05 inch) voor
standaard/optionele papierrolhouder van
2 inch
maximaal 150 mm (5,90 inch) voor
optionele papierrolhouder van 3-inch
Papiersoorten Gewoon papier, speciaal afdrukmateriaal
van EPSON
Dikte
(voor gewoon
papier)
0,08 tot 0,50 mm (0,003 tot 0,019 inch)
Gewicht
(voor gewoon
papier)
64 gf/m² (17 lb) tot 90 gf/m² (24 lb)
25
Losse vellen:
* alleen voor de Stylus Pro 9600.
Formaat Super B0 (1.118 × 1.580 mm)*
B0 (1.030 × 1.456 mm)*
B1 (728 × 1.030 mm)*
B2 (515 × 728 mm)
B3 (364 × 515 mm)
B4 (257 × 364 mm)
B5 (182 × 257 mm)
Super A0 (914 × 1.292 mm)*
A0 (841 × 1.189 mm)*
Super A1 (24 × 36 inch)
A1 (594 × 841 mm)
A2 (420 × 594 mm)
A3 (297 × 420 mm)
A4 (210 × 297 mm)
Super A3/B (329 × 483 mm)
US E (34 × 44 inch)
US D (22 × 34 inch)
US C (17 × 22 inch)
US B (11 × 17 inch)
Letter (8,5 × 11 inch)
Papiersoorten Gewoon papier, speciaal afdrukmateriaal
van EPSON
Dikte
(voor gewoon
papier)
0,08 tot maximaal 0,11 mm
(0,003 tot maximaal 0,004 inch)
Gewicht
(voor gewoon
papier)
64 gf/m² (17 lb) tot 90 gf/m² (24 lb)
26
Opmerking:
Papier van slechte kwaliteit kan leiden tot een minder goede
afdrukkwaliteit, vastlopen van papier of andere problemen. Gebruik
papier van een betere kwaliteit als u problemen ondervindt.
Laad geen omgekruld of gevouwen papier in de printer.
Cartridges
Opmerking:
Een cartridge van 110 ml is standaard. Voor de Stylus Pro 9600 is als
optie een cartridge van 220 ml verkrijgbaar.
EPSON UltraChrome-inkt
Gebruik papier onder de volgende condities:
Temperatuur 15 tot 25°C (59 tot 77°F)
Luchtvochtigheid 40 tot 60% RV
EPSON Photo Quality Glossy Film dient te worden
bewaard onder de volgende condities:
Temperatuur 15 tot 30 °C (59 tot 86 °F)
Luchtvochtigheid 20 tot 60% RV
Standaard Optie
Photo Black
Matzwart
Lichtzwart
Geel
Magenta
Cyaan
Lichtmagenta
Lichtcyaan
T543100
T543800
T543700
T543400
T543300
T543200
T543600
T543500
T544100
T544800
T544700
T544400
T544300
T544200
T544600
T544500
27
Dye-inkt
Standaard
Zwart
Geel
Magenta
Cyaan
Lichtmagenta
Lichtcyaan
T545100
T545400
T545300
T545200
T545600
T545500
Levensduur EPSON
UltraChrome
ongeopend 2 jaar vanaf de
productiedatum;
6 maanden na openen van
de verpakking
Dye-inkt ongeopend 2 jaar vanaf de
productiedatum;
binnen 2 jaar na openen van
de verpakking
Temperatuur Opslag (niet
geïnstalleerd):
-30 tot 40°C (-22 tot 104°F)
1 maand bij 40°C (104°F)
Opslag
(geïnstalleerd): -20 tot 40°C (-4 tot 104°F)
Tijdens transport: 120 uur bij 60°C (140°F)
Afmetingen Standaardcartridge: 25,1 (B) × 165,8 (D) × 106,6
(H)
(0,99 (B) × 6.53 (D) × 4,20 (H)
inch)
Optionele cartridge: 25,1 (B) × 280,8 (D) × 106,6
(H)
(0,99 (B) × 11,06 (D) × 4,20
(H) inch)
Gewicht Standaardcartridge: circa 200 g (0,44 lb.)
Optionele cartridge: circa 385 g (0,85 lb)
Capaciteit Standaard: 110 ml
Optioneel: 220 ml
28
cLet op:
Als u EPSON UltraChrome-cartridges gebruikt, krijgt u het
beste resultaat wanneer u de cartridge voor het installeren
voorzichtig schudt.
EPSON raadt u aan uitsluitend originele EPSON-cartridges
te gebruiken. Andere producten die niet door EPSON zijn
vervaardigd kunnen leiden tot beschadiging van de printer
die niet onder de garantie van EPSON valt.
Gebruik geen cartridge waarvan de uiterste
houdbaarheidsdatum op de verpakking is verstreken.
Systeemvereisten
De printer gebruiken met een pc
Voor het gebruik van deze printer moet u beschikken over
Microsoft® Windows ® Millennium Edition, 98, 95, XP, 2000 of
NT 4.0 en een afgeschermde parallelle kabel (twisted pair). Als u
de printer wilt aansluiten op een USB-poort moet u beschikken
over een computer die is voorzien van Windows Me, 98, XP of
Windows 2000 (originele versie), een USB-poort en een
afgeschermde USB-kabel.
Bovendien moet uw computer aan de volgende systeemvereisten
voldoen:
29
De leverancier van uw computer kan u helpen uw systeem uit te
breiden als dit niet aan deze vereisten voldoet.
Opmerking:
De bovengenoemde geheugenvereisten gelden voor afdrukken op papier
van het formaat B0 (1.030
×
1.456 mm). Deze vereisten wisselen al
naargelang het gebruikte papierformaat, het soort toepassing en de
complexiteit van het afgedrukte document.
De printer gebruiken met een Macintosh
Voor het gebruik van deze printer dient uw Apple® Macintosh®
aan de volgende systeemvereisten te voldoen. U hebt tevens een
USB-kabel nodig om de printer aan te sluiten op de Macintosh.
Minimale systeemvereisten Aanbevolen systeem
Pentium voor Windows 98, 95 en NT 4.0
Pentium 133 MHz voor Windows 2000
Pentium 150 MHz voor Windows Me
Pentium 300 MHz voor Windows XP
Pentium III 1 GHz of
snellere processor
32 MB RAM voor Windows Me, 98, 95 en NT 4.0
64 MB RAM voor Windows 2000
128 MB RAM voor Windows XP
128 MB RAM of meer
100 MB vrije ruimte op de vaste schijf voor
Windows Me, 98, 95, XP, 2000 en NT 4.0
8 GB of meer vrije
schijfruimte
VGA-monitor VGA-monitor of beter
Minimale systeemvereisten Aanbevolen systeem
PowerPC PowerPC G4 733 MHz/PowerPC G3
733 MHz of snellere processor
Mac OS 8.5.1 Mac OS 9.1 of hoger
48 MB beschikbaar geheugen
51 MB beschikbaar geheugen
wanneer afdrukken op de
achtergrond is ingeschakeld.
80 MB of meer beschikbaar
geheugen
130 MB beschikbaar geheugen
wanneer afdrukken op de
achtergrond is ingeschakeld.
- 8 GB of meer vrije schijfruimte
30
Opmerking:
De hoeveelheid beschikbaar geheugen is afhankelijk van het aantal
en het soort geopende toepassingen. Als u wilt weten hoeveel
geheugen er beschikbaar is, kiest u Over deze Macintosh in het
Apple-menu. U vindt vervolgens de geheugengrootte (in kilobytes)
onder Grootste ongebruikte blok (1.024 kB = 1 MB).
De bovengenoemde geheugenvereisten gelden voor afdrukken op
papier van het formaat B0 (1.030 × 1.456 mm). Deze vereisten
wisselen al naargelang het gebruikte papierformaat, het soort
toepassing en de complexiteit van het afgedrukte document.
Welke interface u kunt gebruiken hangt af van de versie van het
Macintosh-systeem:
Netwerkinterface: 8.5.1 tot 9.x
USB-interface: 8.5.1 tot 9.x
Type-B-interface: 8.6.x tot 9.x
Naast deze systeem- en geheugenvereisten hebt u 29 MB vrije
ruimte op de harde schijf nodig om de printersoftware te kunnen
installeren.
Interfacespecificaties
Deze printer is voorzien van een 8-bits parallelle interface en een
USB-interface.
Parallelle interface
Voor de ingebouwde parallelle interface gelden de volgende
kenmerken.
31
Compatibiliteitsmodus
Nibble-modus
ECP-modus
Gegevensindeling 8-bits parallel
Synchronisatie STROBE-pulsen
Handshaking BUSY- en ACKNLG-signalen
Signaalniveau TTL-niveau (IEEE-1284 niveau 1 apparaat)
Verstelbare
connector
57-30360 Amphenol-connector of vergelijkbaar
Transmissiemethode 8-bits parallel
Synchronisatie STROBE-pulsen
Handshaking BUSY- en ACKNLG-signalen
Signaalniveau TTL-niveau (IEEE-1284 niveau 1 apparaat)
Gegevensoverdrac
ht-timing
Raadpleeg de IEEE-1284-specificatie
Transmissiemethode IEEE-1284 ECP-modus
Synchronisatie Raadpleeg de IEEE-1284-specificatie
Handshaking Raadpleeg de IEEE-1284-specificatie
Signaalniveau TTL-niveau (IEEE-1284 niveau 1 apparaat)
Gegevensoverdrac
ht-timing
Raadpleeg de IEEE-1284-specificatie
32
USB-interface
De in deze printer ingebouwde USB-interface is gebaseerd op de
standaarden volgens de Universal Serial Bus Specifications
Revision 1.1 en de Universal Serial Bus Device Class Definition
for Printing Devices Version 1.1. De kenmerken van deze interface
zijn als volgt.
Standaard Universal Serial Bus Specifications Revision 1.1,
Universal Serial Bus Device Class Definition for
Printing Devices Version 1.1
Overdrachtssnelheid 12 Mbps (apparaat op maximale snelheid)
Gegevenscodering NRZI
Verstelbare connector USB Serie B
Aanbevolen
kabellengte
2 meter
33
Opties en verbruiksmaterialen
Opties
Voor uw printer zijn de volgende opties verkrijgbaar.
Opmerking:
De asterisk (*) staat voor het laatste cijfer van het productnummer, dat
van land tot land verschilt.
Papierrolhouders
Er zijn extra papierrolhouders beschikbaar waardoor u de
papierrol sneller en eenvoudiger kunt vervangen. Als u een aantal
houders met verschillende soorten papier op voorraad houdt,
kunt u op elk moment de gewenste rol meteen in de printer
plaatsen. Zie Papierrollen gebruiken voor informatie over het
gebruik van extra houders.
Dubbele papierrolhouder 2/3 inch
(voor de Stylus Pro 9600) C12C811151
Dubbele papierrolhouder 2/3 inch
(hoge spanning/voor de Stylus Pro 9600)
C12C811152
Dubbele papierrolhouder 2/3 inch
(voor de Stylus Pro 7600)
C12C811161
Papierrolhouder 5,08 cm
(hoge spanning/voor de Stylus Pro 7600)
C12C811093
Papierrolhouder 3 inch
(hoge spanning/voor de Stylus Pro 7600)
C12C811103
35
Interfacekaarten
Er is een aantal extra interfacekaarten verkrijgbaar als aanvulling
op de ingebouwde interfaces van de printer. Raadpleeg voor
informatie over de installatie van optionele interfacekaarten de
handleiding Uitpakken en installeren van de printer.
Neem contact op met uw leverancier als u niet zeker weet of u een
optionele interfacekaart nodig hebt, of als u meer wilt weten over
interfaces.
Opmerking:
Door het gebruik van sommige optionele interfacekaarten kan het
afdrukken van grafische voorstellingen en afbeeldingen meer tijd in
beslag nemen.
Het productnummer verschilt per land.
Verbruiksmaterialen
Voor uw printer zijn de volgende verbruiksmaterialen
verkrijgbaar.
Snijmechanisme
Als het papier niet meer scherp wordt afgesneden, kunt u het mes
van het snijmechanisme vervangen. Zie Het mes van het
snijmechanisme vervangen.
EPSONNet 10/100 BASE TX Int. Printer Server C12C82391
IEEE 1394-interfacekaart C823722
C12C823723
Mes voor het snijmechanisme C12C815131
36
Reservemes voor het automatische snijmechanisme (voor
afdrukken zonder marge)
Dit mes is geschikt voor afdrukken zonder marge.
Cartridges
Zie Cartridges vervangen voor informatie over het vervangen
van een cartridge.
<EPSON UltraChrome>
Reservemes voor het automatische snijmechanisme
(voor afdrukken zonder marge) C12C815241
Standaard
(110 ml)
Optie
(220 ml)
Cartridge (Photo Black) T534100 T544100
Cartridge (Matte Black) T543800 T544800
Cartridge (Light Black) T543700 T544700
Cartridge (Yellow) T543400 T544400
Cartridge (Magenta) T543300 T544300
Cartridge (Cyan) T543200 T544200
Cartridge (Light Magenta) T543600 T544600
Cartridge (Light Cyan) T543500 T544500
37
<Dye-inkt>
Opmerking:
Het productnummer verschilt per land.
De optionele cartridge (220 ml) is alleen verkrijgbaar voor de Stylus
Pro 9600.
Onderhoudscassette
In deze cassette worden overtollige vloeistoffen opgevangen.
Standaard (110 ml)
Cartridge (Black) T545100
Cartridge (Yellow) T545400
Cartridge (Magenta) T545300
Cartridge (Cyan) T545200
Cartridge (Light Magenta) T545600
Cartridge (Light Cyan) T545500
Onderhoudscassette C12C890071
38
Speciaal afdrukmateriaal van EPSON
U kunt voor deze printer vrijwel alle typen gewoon papier
gebruiken. EPSON levert daarnaast speciaal afdrukmateriaal
voor inkjetprinters dat voldoet aan de hoogste eisen met
betrekking tot de afdrukkwaliteit.
Opmerking:
De beschikbaarheid van speciaal afdrukmateriaal kan van land tot
land verschillen.
De namen van bepaalde materialen kunnen van land tot land
verschillen. Controleer aan de hand van het productnummer welk
type van het speciale afdrukmateriaal u nodig hebt of al in uw bezit
hebt.
39
Papierrol (voor EPSON UltraChrome-inkt)
Media name Size Product
Code
EPSON Doubleweight Matte
Paper 610mm (24")
x 25m (82') S041385
EPSON Doubleweight Matte
Paper 914mm (36")
x 25m (82') S041386
EPSON Doubleweight Matte
Paper
1.118mm
(44") x 25m
(82')
S041387
EPSON Glossy Paper-Photo
Weight 559mm (22")
x 20m (65') S041388
EPSON Glossy Paper-Photo
Weight 1.118mm
(44") x 20m
(65')
S041389
EPSON Premium Glossy Photo
Paper
610mm (24")
x 30,5m (100')
S041390
EPSON Premium Glossy Photo
Paper
914mm (36")
x 30,5m (100')
S041391
EPSON Premium Glossy Photo
Paper
1.118mm
(44") x 30,5m
(100')
S041392
EPSON Premium Semigloss
Photo Paper
610mm (24")
x 30,5m (100')
S041393
EPSON Premium Semigloss
Photo Paper
914mm (36")
x 30,5m (100')
S041394
EPSON Premium Semigloss
Photo Paper
1.118mm
(44") x 30,5m
(100')
S041395
40
EPSON Watercolor
Paper-Radiant White
610mm (24")
x 18m
S041396
EPSON Watercolor
Paper-Radiant White
914mm (36")
x 18m
S041397
EPSON Watercolor
Paper-Radiant White
1.118mm
(44") x 18m
S041398
EPSON Glossy Film 610mm (24")
x 20m
S041314
EPSON Glossy Film 914mm (36")
x 20m S041313
EPSON Glossy Film 1.118mm
(44") x 20m S041312
EPSON Photo Glossy Paper
EPSON Photo Grade Glossy
Paper
610mm (24")
x 30,5m (100') S041575
S041475
EPSON Photo Glossy Paper
EPSON Photo Grade Glossy
Paper
914mm (36")
x 30,5m (100')
S051571
S041476
EPSON Photo Glossy Paper
EPSON Photo Grade Glossy
Paper
1.118mm
(44") x 30,5m
(100')
S041572
S041477
EPSON Photo Semigloss Paper
EPSON Photo Grade Semigloss
Paper
610mm (24")
x 30,5m (100')
S041576
S041478
EPSON Photo Semigloss Paper
EPSON Photo Grade Semigloss
Paper
914mm (36")
x 30,5m (100') S041573
S041479
EPSON Photo Semigloss Paper
EPSON Photo Grade Semigloss
Paper
1.118mm
(44") x 30,5m
(100')
S041574
S041480
41
EPSON Premium Glossy Photo
Paper (250)
610mm (24")
x 30,5m (100')
S041638
EPSON Premium Glossy Photo
Paper (250)
914mm (36")
x 30,5m (100')
S041639
EPSON Premium Glossy Photo
Paper (250)
1.118mm
(44") x 30,5m
(100')
S041640
EPSON Premium Semigloss
Photo Paper (250)
610mm (24")
x 30,5m (100')
S041641
EPSON Premium Semigloss
Photo Paper (250)
914mm (36")
x 30,5m (100')
S041642
EPSON Premium Semigloss
Photo Paper (250)
1.118mm
(44") x 30,5m
(100')
S041643
EPSON Premium Semimatte
Photo Paper (250)
610mm (24")
x 30,5m (100')
S041655
EPSON Premium Semimatte
Photo Paper (250)
914mm (36")
x 30,5m (100')
S041656
EPSON Premium Semimatte
Photo Paper (250)
1.118mm
(44") x 30,5m
(100')
S041657
EPSON Premium Luster Photo
Paper
610mm (24")
x 30,5m (100')
S041461
EPSON Premium Luster Photo
Paper
914mm (36")
x 30,5m (100')
S041462
EPSON Premium Luster Photo
Paper
1.118mm
(44") x 30,5m
(100')
S041463
EPSON Premium Luster Photo
Paper 254mm (10")
x 30,5m (100') S041644
42
EPSON Premium Luster Photo
Paper
508mm (20")
x 30,5m (100')
S041645
EPSON Premium Luster Photo
Paper
30cm x 30,5m S041646
EPSON Premium Luster Photo
Paper
60cm x 30,5m S041647
EPSON Smooth Fine Art Paper 610mm (24")
x 15,2m (50')
S041431
EPSON Smooth Fine Art Paper 914mm (36")
x 15,2m (50') S041432
EPSON Smooth Fine Art Paper 1.118mm
(44") x 15,2m
(50')
S041433
EPSON Textured Fine Art Paper 610mm (24")
x 15,2m (50')
S041447
EPSON Textured Fine Art Paper 914mm (36")
x 15,2m (50')
S041448
EPSON Textured Fine Art Paper 1.118mm
(44") x 15,2m
(50')
S041449
EPSON Canvas 610mm (24")
x 12,2m (40')
S041531
EPSON Canvas 914mm (36")
x 12,2m (40')
S041532
EPSON Canvas 1.118mm
(44") x 12,2m
(40')
S041533
EPSON Backlight Film 610mm (24")
x 30,5m (100')
S041482
43
EPSON Backlight Film 914mm (36")
x 30,5m (100')
S041483
EPSON Backlight Film 1118mm (44")
x 30,5m (100')
S041484
EPSON Adhesive Vinyl 610mm (24")
x 12,2m (40')
S041436
EPSON Adhesive Vinyl 914mm (36")
x 12,2m (40')
S041437
EPSON Adhesive Vinyl 1.118mm
(44") x 12,2m
(40')
S041438
EPSON Heavyweight Polyester
Banner
610mm (24")
x 20m (65')
S041485
EPSON Heavyweight Polyester
Banner
914mm (36")
x 20m (65')
S041486
EPSON Heavyweight Polyester
Banner
1.118mm
(44") x 20m
(65')
S041487
EPSON Enhanced Synthetic
Paper
610mm (24")
x 40m (131')
S041614
EPSON Enhanced Synthetic
Paper
914mm (36")
x 40m (131')
S041615
EPSON Enhanced Synthetic
Paper
1.118mm
(44") x 40m
(131')
S041616
EPSON Enhanced Adhesive
Synthetic Paper
610mm (24")
x 30,5m (100')
S041617
EPSON Enhanced Adhesive
Synthetic Paper
914mm (36")
x 30,5m (100')
S041618
44
EPSON Enhanced Adhesive
Synthetic Paper
1.118mm
(44") x 30,5m
(100')
S041619
EPSON Tyvek® Brillion610mm (24")
x 18,3m (60')
S041494
EPSON Tyvek® Brillion914mm (36")
x 18,3m (60')
S041495
EPSON Tyvek® Brillion1.118mm
(44") x 18,3m
(60')
S041496
EPSON Enhanced Matte Paper 610mm (24")
x 30,5m (100')
S041595
EPSON Enhanced Matte Paper 914mm (36")
x 30,5m (100')
S041596
EPSON Enhanced Matte Paper 1.118mm
(44") x 30,5m
(100')
S041597
45
Losse vellen (voor EPSON UltraChrome-inkt)
Papierrollen (voor dye-inkt)
Media name Size ProductC
ode
EPSON Glossy Paper-Photo
Weight A4 S041349
EPSON Glossy Paper-Photo
Weight A3 S041350
EPSON Glossy Paper-Photo
Weight
Super A3 S041347
EPSON Watercolor
Paper-Radiant White
Super A3
Super B
S041352
S041387
EPSON Smooth Fine Art Paper 24" x 30" S041434
EPSON Smooth Fine Art Paper 36" x 44" S041435
EPSON Textured Fine Art Paper 24" x 30" S041450
EPSON Textured Fine Art Paper 36" x 44" S041451
EPSON Enhanced Matte Poster
Board
24" x 30" S041598
EPSON Enhanced Matte Poster
Board
30" x 40" S041599
Media name Size Product
Code
EPSON Presentation Matte Paper 610mm (24")
x 25m (82')
S041295
EPSON Presentation Matte Paper 914mm (36")
x 25m (82')
S041221
46
EPSON Presentation Matte Paper 1.118mm
(44") x 25m
(82')
S041220
EPSON Semigloss Photo Paper
EPSON Semi Gloss Paper-Heavy
Weight
610mm (24")
x 25m (82')
S041294
S041292
EPSON Semigloss Photo Paper
EPSON Semi Gloss Paper-Heavy
Weight
914mm (36")
x 25m (82')
S041223
S041229
EPSON Semigloss Photo Paper
EPSON Semi Gloss Paper-Heavy
Weight
1.118mm
(44") x 25m
(82')
S041222
S041228
EPSON Glossy Photo Paper
EPSON Glossy Paper-Heavy
Weight
610mm (24")
x 20m (65')
S041293
S041291
EPSON Glossy Photo Paper
EPSON Glossy Paper-Heavy
Weight
914mm (36")
x 20m (65')
S041225
S041227
EPSON Glossy Photo Paper
EPSON Glossy Paper-Heavy
Weight
1.118mm
(44") x 20m
(65')
S041224
S041226
EPSON Doubleweight Matte
Paper
610mm (24")
x 25m (82')
S041385
EPSON Doubleweight Matte
Paper 914mm (36")
x 25m (82') S041386
EPSON Doubleweight Matte
Paper 1.118mm
(44") x 25m
(82')
S041387
EPSON Photo Glossy Paper
EPSON Photo Grade Glossy
Paper
610mm (24")
x 30,5m (100')
S041575
S041475
47
EPSON Photo Glossy Paper
EPSON Photo Grade Glossy
Paper
914mm (36")
x 30,5m (100')
S051571
S041476
EPSON Photo Glossy Paper
EPSON Photo Grade Glossy
Paper
1.118mm
(44") x 30,5m
(100')
S041572
S041477
EPSON Photo Semigloss Paper
EPSON Photo Grade Semigloss
Paper
610mm (24")
x 30,5m (100')
S041576
S041478
EPSON Photo Semigloss Paper
EPSON Photo Grade Semigloss
Paper
914mm (36")
x 30,5m (100') S041573
S041479
EPSON Photo Semigloss Paper
EPSON Photo Grade Semigloss
Paper
1.118mm
(44") x 30,5m
(100')
S041574
S041480
EPSON Premium Glossy Photo
Paper (250)
914mm (36")
x 30,5m (100')
S041639
EPSON Premium Glossy Photo
Paper (250)
1.118mm
(44") x 30,5m
(100')
S041640
EPSON Premium Semigloss
Photo Paper (250) 610mm (24")
x 30,5m (100') S041641
EPSON Premium Semigloss
Photo Paper (250)
914mm (36")
x 30,5m (100')
S041642
EPSON Premium Semigloss
Photo Paper (250)
1.118mm
(44") x 30,5m
(100')
S041643
EPSON Premium Semimatte
Photo Paper (250) 610mm (24")
x 30,5m (100') S041655
EPSON Premium Semimatte
Photo Paper (250) 914mm (36")
x 30,5m (100') S041656
48
Losse vellen (voor dye-inkt)
EPSON Premium Semimatte
Photo Paper (250)
1.118mm
(44") x 30,5m
(100')
S041657
EPSON Premium Luster Photo
Paper
610mm (24")
x 30,5m (100')
S041461
EPSON Premium Luster Photo
Paper
914mm(36") x
30,5m(100')
S041462
EPSON Premium Luster Photo
Paper 1.118mm
(44") x 30,5m
(100')
S041463
EPSON Premium Luster Photo
Paper
254mm (10")
x 30,5m (100')
S041644
EPSON Premium Luster Photo
Paper
508mm (20")
x 30,5m (100')
S041645
EPSON Premium Luster Photo
Paper
30cm x 30,5m S041646
EPSON Premium Luster Photo
Paper
60cm x 30,5m S041647
EPSON Backlight Film 610mm (24")
x 30,5m (100')
S041482
EPSON Backlight Film 914mm (36")
x 30,5m (100')
S041483
EPSON Backlight Film 1.118mm
(44") x
30,5m(100')
S041484
Media name Size Product
Code
49
EPSON Photo Paper (Glossy
Photo Paper)
A4 S041140
S041622
EPSON Photo Paper (Glossy
Photo Paper)
LTR S041141
EPSON Photo Paper (Glossy
Photo Paper)
A3 S041142
EPSON Photo Paper (Glossy
Photo Paper)
B S041156
EPSON Photo Paper (Glossy
Photo Paper) Super A3/B S041143
EPSON Photo Quality Ink Jet
Paper A4 S041026
S041061
EPSON Photo Quality Ink Jet
Paper LTR S041062
EPSON Photo Quality Ink Jet
Paper A3 S041068
EPSON Photo Quality Ink Jet
Paper B S041070
EPSON Photo Quality Ink Jet
Paper Super A3/B S041069
EPSON Photo Quality Ink Jet
Paper A2 S041079
EPSON Photo Quality Ink Jet
Paper
C S041171
EPSON Poster Board -Semigloss B2 S041237
EPSON Poster Board -Semigloss B1 S041236
50
Het bedieningspaneel
Knoppen, lampjes en berichten
Op het bedieningspaneel van de printer bevinden zich 8 knoppen,
14 lampjes en een LCD-display voor 20 tekens. Hieronder ziet u
hoe het bedieningspaneel is ingedeeld.
Knoppen
Power Hiermee zet u de printer aan en uit. Als u naar de
onderhoudsmodus wilt gaan zet u de printer uit,
houdt u de knop Pause ingedrukt en drukt u
vervolgens op deze knop. Zie Onderhoudsmodus.
Cleaning
3 Sec.
Als u deze knop drie seconden ingedrukt houdt
worden de printkoppen gereinigd. Haal voor het
reinigen dik papier dat eventueel is geladen uit de
printer.
51
Pause
(Reset 3 sec.)
Onderbreekt het afdrukken. Druk nogmaals op deze
knop als u het afdrukken wilt hervatten.
Als u deze knop drie seconden ingedrukt houdt
worden alle afdrukgegevens uit het geheugen van
de printer verwijderd.
Als u in de modus SelecType op deze knop drukt,
keert de printer terug naar de status READY.
SelecType Als u deze knop indrukt in de status READY gaat u
naar de modus SelecType. Als u deze knop indrukt in
de modus SelecType kunt u een gewenst menu
selecteren.
Paper Source Selecteert de papierbron: Roll Auto Cut, Roll Cutter
Off of Sheet.
Als u hierop drukt in de modus SelecType kunt u in het
menu een gewenst onderdeel selecteren.
Paper Feed
uLaadt het papier in omgekeerde volgorde. Als u in
de modus SelecType op deze knop drukt, kunt u een
gewenste parameter in het geselecteerde
onderdeel selecteren. Parameters worden gewijzigd
in voorwaartse volgorde.
Paper Feed
dLaadt het papier in voorwaartse richting. Als u in de
modus SelecType op deze knop drukt, kunt u een
gewenste parameter in het geselecteerde
onderdeel selecteren. De parameters worden
gewijzigd in achterwaartse volgorde.
52
Lampjes
Cut/Eject
(Enter)
Wanneer het lampje Sheet brandt:
Voert het vel papier uit.
Wanneer het lampje Roll Auto Cut brandt:
Voert het papier van de rol door en snijdt het af.
Wanneer het lampje Roll Cutter Off brandt:
Laadt het papier tot aan de geleider op de degel.
Wanneer het lampje Roll Cutter Off brandt en Print
Page Line is ingeschakeld:
Voert de rol papier door en drukt vervolgens een
paginascheiding af onderaan het document. Zie
PAGE LINE.
Opmerking:
Deze knop kan worden gebruikt tijdens het drogen
van de inkt.
Wanneer u op deze knop drukt in de modus
SelecType, wordt de geselecteerde parameter van
het geselecteerde item ingesteld als
standaardwaarde. Als het geselecteerde item
alleen kan worden uitgevoerd, wordt het uitgevoerd.
= Aan = Knipperend = Uit
Operate
De printer staat aan.
Operate
De printer ontvangt gegevens of is bezig met
uitschakelen.
53
Operate
De printer staat uit.
Paper Out
Het papier is op, de papierhendel is ontgrendeld of het
geladen papier is te dik om de printkoppen te kunnen
reinigen.
Paper Out
Het papier zit vast of er is een andere fout opgetreden
in de papieruitvoer. Zie Printer stopt opeens met
afdrukken.
Maintenance
Tank
Onderhoudscassette is bijna vol.
Maintenance
Tank
Onderhoudscassette is niet geïnstalleerd.
Pause
De printer is klaar om gegevens af te drukken.
Pause
Het printermechanisme beweegt ter voorbereiding op
het afdrukken, de afdruk wordt gedurende een
geprogrammeerde tijd gedroogd of de printkop wordt
schoongemaakt.
Pause
De printer staat in de pauzemodus of de modus
SelecType, of er is een fout opgetreden. Zie Printer stopt
opeens met afdrukken.
Ink Out K/LK
De zwarte inkt (1 of 2) is op of de zwarte cartridge is niet
op de juiste manier geïnstalleerd.
54
Ink Out K/LK
De zwarte inkt (1 of 2) is bijna op. De zwarte cartridge is
bijna leeg. Koop een nieuwe cartridge.
Ink Out C
De inkt in de kleur cyaan is op of de cyaancartridge is
niet op de juiste manier geïnstalleerd.
Ink Out C
De inkt in de kleur cyaan is bijna op. De cyaancartridge
is bijna leeg. Koop een nieuwe cartridge.
Ink Out M
De inkt in de kleur magenta is op of de
magentacartridge is niet op de juiste manier
geïnstalleerd.
Ink Out M
De inkt in de kleur magenta is bijna op. De cartridge met
magenta is bijna leeg. Koop een nieuwe cartridge.
Ink Out LC
De inkt in de kleur lichtcyaan is op of de cartridge met
lichtcyaan is niet op de juiste manier geïnstalleerd.
Ink Out LC
De inkt in de kleur lichtcyaan is bijna op. De cartridge
met lichtcyaan is bijna leeg. Koop een nieuwe cartridge.
Ink Out LM
De inkt in de kleur lichtmagenta is op of de cartridge met
lichtmagenta is niet op de juiste manier geïnstalleerd.
Ink Out LM
De inkt in de kleur lichtmagenta is bijna op. De cartridge
met lichtmagenta is bijna leeg. Koop een nieuwe
cartridge.
Ink Out Y
De gele inkt is op of de cartridge met gele inkt is niet op
de juiste manier geïnstalleerd.
55
Statusberichten
De volgende berichten geven de status van de printer weer. Zie
voor foutberichten Printer stopt opeens met afdrukken.
Ink Out Y
De gele inkt is bijna op. De gele cartridge is bijna leeg.
Koop een nieuwe cartridge.
Roll
Auto Cut
Auto Cut is geselecteerd. Het papier van de rol wordt
na het afdrukken automatisch afgesneden.
Roll
Auto Cut
In de printerdriver is Roll Paper geselecteerd, maar op
het bedieningspaneel is gekozen voor Sheet.
Roll
Cutter Off
Er wordt onafgebroken afgedrukt zonder dat het papier
wordt afgesneden.
Roll
Cutter Off
In de printerdriver is Roll Paper geselecteerd, maar op
het bedieningspaneel is gekozen voor Sheet.
Sheet
Sheet is geselecteerd. Er wordt afgedrukt op losse vellen
papier. De printer voert het papier uit.
Sheet
In de printerdriver is Sheet geselecteerd, maar op het
bedieningspaneel is gekozen voor Roll Auto Cut of Roll
Cutter Off.
Alle lampjes
zijn aan
U hebt een reset uitgevoerd door drie seconden of
langer op de knop Pause te drukken.
56
READY Gereed om gegevens af te drukken
PRINTING De printer is bezig met het verwerken
van gegevens.
POWER OFF De printer wordt uitgeschakeld.
WAIT De printer is bezig met opwarmen, inkt
laden of initialiseren.
INK CHARGING De printer is het inkttoevoersysteem aan
het laden. Dit bericht geeft de
voortgang weer van het laden van de
inkt.
PAUSE De printer is tijdelijk stopgezet. Druk op
de knop PAUSE als u het afdrukken wilt
hervatten.
RESET De oorspronkelijke instellingen van de
printer worden hersteld.
PRESS PAUSE BUTTON De printer wacht op een signaal om het
initialiseren van het afdrukmateriaal te
starten.
PAPER OUT Er is geen afdrukmateriaal aanwezig in
de printer.
LOAD XXXXX PAPER Het in de printer geladen
afdrukmateriaal wijkt af van de
instellingen voor Roll/Sheet in de driver.
LOAD PAPER SUCTION De papierhendel staat in de positie om
het afdrukmateriaal los te laten of er is
een papierrol gedetecteerd in de
papierinvoersleuf. De zuigdruk kan
eenvoudig door de gebruiker worden
ingesteld.
PAPER JAM Het papier is vastgelopen in de printer.
FRONT COVER OPEN De voorkap is open.
SET PAPER LEVER De papierhendel staat in de positie om
het afdrukmateriaal los te laten.
57
PAPER NOT STRAIGHT Het papier is niet recht in de printer
geladen. (Wanneer PPR ALIGN CHK
(papieruitlijning controleren) op ON
staat.)
RELOAD PAPER De printer kan geen papier detecteren.
SET INK CARTRIDGE Cartridge(s) defect of er heeft zich een
CSIC-fout voorgedaan.
INK OUT CONTINUE? INK OUT MSG staat op ON.
NO INK CARTRIDGE U bent de cartridge(s) aan het
vervangen.
INK LOW Cartridge(s) is/zijn bijna leeg. De
afdrukkwaliteit kan afnemen wanneer
dit bericht wordt weergegeven.
Opmerking:
Als u in deze status doorgaat met
afdrukken, kan de afdrukkwaliteit
teruglopen.
COMMAND ERROR Dit bericht verschijnt wanneer de
geïnstalleerde printersoftware niet
geschikt is voor uw printer.
OPTION I/F ERROR Er heeft zich een interfacefout type B
voorgedaan.
SERVICE REQ XXXXXXXX Er heeft zich een onherstelbare fout
voorgedaan.
MAINTENANCE
REQ
XXXX Een van de printeronderdelen heeft
bijna het einde van de levensduur
bereikt. Noteer de foutcode XXXX en
neem contact op met uw leverancier.
Zie Hulp inroepen.
TURN PRINTER PWR OFF AND
THEN ON
Dit bericht verschijnt nadat u
vastgelopen papier hebt verwijderd. Zet
de printer uit en weer aan.
SET INK LEVER De inktvergrendeling staat omhoog.
WRONG INK CARTRIDGE Dit bericht wordt weergegeven
wanneer er een onjuiste cartridge is
geïnstalleerd.
59
Druk een statusweergave af om de huidige
SelecType-instellingen te bekijken.
Keuzelijst SelecType
Menu Item
PRINTER SETUP PLATEN GAP
PAGE LINE
INTERFACE
CODE PAGE
PAPER MARGIN
PPR SIZE CHK
PPR ALIGN CHK
TIME OUT
INIT SETTINGS
NO MARGIN
CUTTER ADJ
REFRESH MRGN
TEST PRINT NOZZLE CHECK
STATUS CHECK
JOB INFO
60
PRINTER STATUS VERSION
PRINTABLE PG
INK LEFT
MAINT TANK
USAGE COUNT
USAGE CT CLR
JOB HISTORY
JOB HSTRY CLR
TOTAL PRINTS
SERVICE LIFE
PAPER CONFIG PAPER NUMBER
THICKNESS PAT
THICKNESS NUM
CUT PRESSURE
CUT METHOD
PPR FEED ADJ
DRYING TIME
SUCTION
PRINT ADJ
MAINTENANCE PWR CLEANING
BK INK CHANGE
CUTTER REPL
HEAD ALIGNMENT PAPER THKNS
61
De modus SelecType openen
Hieronder ziet u de basisprocedure voor SelecType-instellingen.
62
1. Open de modus SelecType
Wacht totdat READY op het LCD-display wordt weergegeven
en druk vervolgens op de knop SelecType (
r).
2. Selecteer een menu
Druk op de knop Paper Feed (
u) of Paper Feed (
d) om het
gewenste menu te selecteren.
3. Selecteer een item
Druk op de knop SelecType (
r). Het eerste item van het
geselecteerde menu wordt weergegeven. Druk op de knop
Paper Feed (
u) of Paper Feed (
d) om het gewenste item
te selecteren.
4. Selecteer een parameter
Druk op de knop SelecType (
r). Het eerste item van het
geselecteerde menu wordt weergegeven. Druk op de knop
Paper Feed (
u) of Paper Feed (
d) om het gewenste item
te selecteren.
5. Leg de instelling voor de parameter vast
Druk op de knop Enter om de geselecteerde parameter op te
slaan.
Als de parameter alleen moet worden uitgevoerd, drukt u op
de knop Enter om de functie van het item uit te voeren. Nadat
de functie is uitgevoerd verlaat de printer de modus
SelecType en keert hij terug naar de status READY.
Druk op de knop Paper Source (
l) om terug te keren naar
stap 3 en nog een item te selecteren.
6. Verlaat de modus SelecType
Druk op de knop Pause.
Opmerking:
Als u op enig moment de modus SelecType wilt verlaten drukt u op
de knop Pause.
64
Opmerking:
Als het Sheet-lampje brandt, is de instelling Print Page Line niet
beschikbaar.
INTERFACE
Als AUTO is geselecteerd, schakelt de printer automatisch over
van de ene naar de andere interface, afhankelijk van welke
interface als eerste gegevens ontvangt. Als de printer tien
seconden of langer geen afdruktaken meer heeft ontvangen, keert
hij terug naar de standby-status. U kunt ook zelf een interface
kiezen uit de mogelijkheden parallel, USB, of optie.
CODE PAGE
Selecteer de codetabel PC437 of PC850.
PAPER MARGIN
Selecteer de marges voor papierrollen. Kies uit 3 mm, 15 mm en
T/B 15 mm.
Roll Cutter
Off-lampje
Print Page Line Werking van de printer
Aan Aan Er wordt aan de rechterkant
en onderkant van het
document een
paginascheiding afgedrukt.
Aan Uit Er worden geen
paginascheidingen
afgedrukt en paginas
worden niet afgesneden.
Marge-instellingen Boven- en
onderkant
Links en rechts
3 mm 3 mm 3 mm
15 mm 15 mm 15 mm
T/B 15 mm 15 mm 3 mm
66
PPR ALIGN CHK
Als OFF is geselecteerd, worden fouten in de uitlijning van het
papier niet gemeld, ook niet als de afdruk niet op het papier past.
De printer kan zo doorgaan met de afdruktaak.
Als ON is geselecteerd, wordt op het LCD-display PAPER NOT
STRAIGHT weergegeven en stopt de printer met afdrukken.
TIME OUT
U kunt een tijd instellen tussen 30 en 180 seconden. Als er een
printerkabel niet goed is aangesloten of als uw printer langer dan
de ingestelde tijd is gestopt als gevolg van een fout, wordt de
afdruktaak geannuleerd en begint de printer opnieuw papier in
te voeren.
NO MARGIN
De volgende instellingen zijn mogelijk.
Instelling Marge Snijmethode
1 CUT De marge van de
vier zijden is nul.
Voor het afdrukken voert de printer een
vooraf ingesteld deel van het papier in.
Tijdens het afdrukken wordt het papier
vervolgens afgesneden.
Als met afdrukken is begonnen, past de
printer geen marge toe. De afdruktaken
volgen elkaar op zonder onderbreking en
het papier wordt aan de rand afgesneden.
2 CUTS De marge van de
vier zijden is nul.
De printer voert een vooraf ingesteld stuk
papier in en snijdt dit af tijdens het afdrukken.
Nadat de taak is voltooid snijdt de printer het
papier af aan de onderzijde van de afdruk.
Vervolgens voert de printer het papier een
vooraf ingesteld stuk verder in en snijdt het
extra afgedrukte gebied af.
Dit betekent dat de afgedrukte afbeelding
2 mm korter is dan de oorspronkelijke
gegevens.
67
CUTTER ADJ
Hier past u de plaats aan waar het papier wordt afgesneden
wanneer u afdrukken maakt met een boven- en ondermarge van
nul. Er worden afdrukken gemaakt met patronen voor het
aanpassen van het snijmechanisme, waaruit u vervolgens de
plaats kunt kiezen waar u het papier wilt laten afsnijden.
REFRESH MRGN
Als ON is geselecteerd, wordt eerst automatisch de
afdrukinstelling NO MARGIN toegepast en snijdt de printer
vervolgens nog een extra afdrukgebied af. Hoeveel papier er
wordt afgesneden hangt af van de waarde die is ingesteld in de
modus CUT PIECE ADJ.
INIT SETTINGS
Herstelt van alle door u ingestelde waarden de fabrieksinstelling.
TEST PRINT
Dit menu bevat de volgende items.
NOZZLE CHECK
Er wordt een patroon met zes kleuren afgedrukt als test voor de
spuitkanaaltjes. Aan de hand van het afdrukresultaat kunt u
controleren of er puntjes ontbreken. Tevens worden het
versienummer van de firmware, de resterende levensduur van
papier en inkt, en de teller van de onderhoudscassette afgedrukt.
Zie Een spuitkanaaltjespatroon afdrukken voor meer
informatie.
Voor het afdrukken van een spuitkanaaltjespatroon gebruikt u
het speciale hulpprogramma.
L/R ONLY De linker- en
rechtermarge
worden ingesteld
op nul.
-
68
STATUS CHECK
Hiermee drukt u de huidige SelecType-status af. Zie Een
statusblad afdrukken voor meer informatie.
JOB INFO
Hiermee drukt u de taakinformatie af die in de printer is
opgeslagen (maximaal 10 taken).
Printer Status
Dit menu bevat de volgende instellingen.
VERSION
Hier wordt het versienummer van de firmware weergegeven.
PRINTABLE PG
Hier wordt het aantal nog af te drukken paginas per cartridge
weergegeven.
INK LEFT
Hier wordt de resterende hoeveelheid inkt weergegeven in de
cartridges
cyaan/magenta/lichtcyaan/lichtmagenta/geel/zwart (K1 en
K2).
E✽✽✽✽✽ F (100-81%)
E✽✽✽✽ F (80-61%)
E✽✽✽ F (60-41%)
E✽✽ F (40-21%)
EF (20-11%)
70
JOB HSTRY CLR
Hiermee wist u de taakgeschiedenis van de printer.
TOTAL PRINTS
Hier wordt het totaal aantal afgedrukte paginas weergegeven.
CR MOTOR/PF MOTOR
Alleen voor onderhoudspersoneel.
SERVICE LIFE
CUTTER geeft de levensduur van het snijmechanisme weer.
HEAD UNIT geeft de levensduur van de printkopeenheid weer.
CLEANING UNIT geeft de levensduur van de reinigingseenheid
weer.
Opmerking:
De bovenstaande waarden zijn slechts bij benadering.
PAPER CONFIG
Dit menu bevat de volgende items.
E✽✽✽✽✽ F (100-81%)
E✽✽✽✽ F (80-61%)
E✽✽✽ F (60-41%)
E✽✽ F (40-21%)
EF (20-11%)
nn% (minder dan 10%)
71
PAPER NUMBER
Als STANDARD is geselecteerd, bepaalt de printer automatisch de
dikte van het papier. Selecteer nr. X (X kan ieder getal zijn van 1
tot 10) en stel de volgende items in.
THICKNESS NUMBER
CUT PRESSURE
CUT METHOD
PPR FEED ADJ
DRYING TIME
SUCTION
PRINT ADJ
THICKNESS PAT
Hiermee wordt het patroon afgedrukt voor de detectie van de
papierdikte. Dit patroon wordt niet afgedrukt als STANDARD is
geselecteerd bij PAPER NUMBER.
THICKNESS NUM
Nadat u het patroon voor de detectie van de papierdikte hebt
bevestigd, wordt het nummer van het afdrukpatroon met de
kleinste afwijking ingevoerd.
CUT PRESSURE
Hier stelt u de druk in van het snijmechanisme (0 tot 100%) voor
het snijden van het papier. Verlaag de druk als u slapper papier
wilt snijden.
72
CUT METHOD
Hier stelt u de snijmethode in. Er zijn twee manieren om het
papier te snijden (3 STEP en 4 STEP). Selecteer 4 STEP voor slapper
of dikker papier.
PPR FEED ADJ
Hier stelt u de hoeveelheid papier in die moet worden ingevoerd.
U kunt een hoeveelheid instellen van -1,00 tot 1,00%.
DRYING TIME
Hier stelt u in hoelang de inkt gedroogd moet worden voordat de
printkop opnieuw voorbijkomt. U kunt een tijd instellen tussen 0
en 5 seconden.
SUCTION
Hier stelt u de zuigdruk in waarmee het bedrukte papier wordt
doorgevoerd. Bij gebruik van dun papier, zoals filmpapier,
selecteert u LOW.
PRINT ADJ
Hier stelt u de MicroWeave-modus in. U kunt een instelling
kiezen van 1 tot 5. Selecteer een hogere waarde als u prioriteit wilt
geven aan de afdruksnelheid. Selecteer een lagere waarde als u
prioriteit wilt geven aan de kwaliteit van de afdrukken.
MAINTENANCE
Dit menu bevat de volgende items.
PWR CLEANING
Hiermee kunt u de printkop op een effectievere manier
schoonmaken dan bij de normale reinigingsprocedure.
73
BK INK CHANGE
Hiermee kunt u de cartridge vervangen voor het beste resultaat.
Raadpleeg Zwarte cartridges vervangen voor meer informatie.
CUTTER REPL
Hier wordt de procedure weergegeven voor het vervangen van
het snijmechanisme. Volg de instructies op het LCD-display.
HEAD ALIGNMENT
Dit menu bevat de volgende items
PAPER THKNS
Hiermee kunt u de uitlijning van de printkop corrigeren als deze
niet goed is ingesteld. Zie De uitlijning van de printkop
uitvoeren voor meer informatie.
Een spuitkanaaltjespatroon afdrukken
U kunt met zeven kleuren een spuitkanaaltjespatroon afdrukken
om te controleren of er puntjes ontbreken.
1. Laad papier in de printer volgens de instructies in
Papierrollen gebruiken of Losse vellen papier gebruiken.
2. Druk in de modus SelecType op de knop Paper Feed (
u) of
Paper Feed (
d) totdat TEST PRINT op het LCD-display
verschijnt. Druk vervolgens op de knop SelecType.
3. Druk op de knop Paper Feed (
u) of Paper Feed (
d) totdat
NOZZLE CHECK wordt weergegeven.
4. Druk op de knop SelecType totdat PRINT wordt
weergegeven.
74
5. Druk op de knop Enter. Het spuitkanaaltjespatroon wordt
afgedrukt zoals getoond in de onderstaande illustratie. Na het
afdrukken verlaat de printer de modus SelecType en keert hij
terug naar de status READY.
Voorbeelden van spuitkanaaltjespatronen:
Als in het patroon segmenten in de testlijnen ontbreken, dient u
de printkoppen te reinigen. Houd de knop Cleaning op het
bedieningspaneel langer dan drie seconden ingedrukt of open het
hulpprogramma Head Cleaning vanuit de
EPSON-printerhulpprogrammas in uw software. Zie De
printerhulpprogramma's gebruiken.
cLet op:
Controleer voordat u afbeeldingen afdrukt eerst of het
spuitkanaaltjespatroon goed wordt afgedrukt. Anders kan de
afdrukkwaliteit minder zijn.
goed
printkop moet worden gereinigd
76
5. Druk op de knop Paper Feed (
u) of Paper Feed (
d) om
BI-D ALL te selecteren.
Opmerking:
Selecteer BI-D BLACK wanneer u alleen de zwarte inkt wilt
aanpassen, of UNI-D ALL wanneer u alle soorten inkt wilt aanpassen
met Hoge snelheid (dialoogvenster Advanced) uitgeschakeld.
6. Druk op de knop Enter. Het geselecteerde patroon wordt
afgedrukt.
STD Voor speciaal afdrukmateriaal van EPSON, anders
dan de volgende materialen
3N Voor Premium Glossy Photo Paper (250), Premium
Semiglossy Photo Paper (250), Premium Luster
Photo Paper, Premium Semimatte Photo Paper
(250)
0N Voor film
Papierdikte (0,0
tot 1,6 mm)
Voor speciaal afdrukmateriaal niet van EPSON
77
Voorbeelden van uitlijnpatronen voor printkoppen:
* kleinste tussenruimte
kleinste
tussenruimte
80
8. Bekijk het afgedrukte patroon goed en bepaal bij welk
nummer de twee lijnen uitgelijnd zijn (de kleinste
tussenruimte hebben).
9. Na het afdrukken wordt THICKNESS NUM afgedrukt aan de
bovenzijde en de numerieke gegevens aan de onderzijde.
Selecteer het bij stap 8 bepaalde nummer met behulp van de
knop Paper Feed (
u) of Paper Feed (
d).
Opmerking:
De standaardwaarde op het display is afhankelijk van de waarde die
in het menu HEAD ALIGNMENT is ingesteld bij PAPER
THKNS. In het menu PAPER CONFIGURATION wordt de
standaardwaarde weergegeven als THICKNESS NUM (zie
onderstaande tabel).
10. Druk op de knop Enter om de geselecteerde waarde op te
slaan.
11. Druk op de knop Paper Source (
l) en vervolgens op de knop
Paper Feed (
d) totdat CUT PRESSURE op het LCD-display
verschijnt. Druk op de knop SelecType (
r) en Paper Feed
(
u) of Paper Feed (
d) om de druk van het snijmechanisme
voor het afsnijden van het papier in te stellen. Druk
vervolgens op de knop Enter.
12. Druk op de knop Paper Source (
l) en vervolgens op de knop
Paper Feed (
d) totdat CUT METHOD op het LCD-display
verschijnt. Druk op de knop SelecType (
r) en Paper Feed
(
u) of Paper Feed (
d) om 3STEP of 4STEP te selecteren en
druk vervolgens op de knop Enter. Voor het snijden van
afdrukmateriaal niet van EPSON en voor slapper of dikker
papier wordt 4STEP aanbevolen.
PAPER THKNS.-waarde THICKNESS NUM
0,0 mm
tot
1,6 mm
1
tot
17
81
13. Druk op de knop Paper Source (
l) en vervolgens op de knop
Paper Feed (
d) totdat PPR FEED ADJ op het LCD-display
verschijnt. Druk op de knop SelecType (
r) en Paper Feed
(
u) of Paper Feed (
d) om de hoeveelheid papier in te stellen
die moet worden ingevoerd. Druk vervolgens op de knop
Enter.
14. Druk op de knop Paper Source (
l) en vervolgens op de knop
Paper Feed (
d) totdat DRYING TIME op het LCD-display
verschijnt. Druk op de knop SelecType (
r) en Paper Feed
(
u) of Paper Feed (
d) om de droogtijd (in seconden) in te
stellen. Druk vervolgens op de knop Enter.
15. Druk op de knop Paper Source (
l) en vervolgens op de knop
Paper Feed (
d) totdat SUCTION op het LCD-display
verschijnt. Druk op de knop SelecType (
r) en Paper Feed
(
u) of Paper Feed (
d) om NORMAL of LOW te selecteren en druk
vervolgens op de knop Enter.
Bij gebruik van dun papier selecteert u LOW.
16. Druk op de knop Paper Source (
l) en vervolgens op de knop
Paper Feed (
d) totdat PRINT ADJ op het LCD-display
verschijnt. Druk op de knop SelecType (
r) en Paper Feed
(
u) of Paper Feed (
d) om MicroWeave aan te passen. Druk
vervolgens op de knop Enter. U kunt een instelling kiezen van
1 tot 5. Selecteer een hogere waarde als u prioriteit wilt geven
aan de afdruksnelheid. Selecteer een lagere waarde als u
prioriteit wilt geven aan de kwaliteit van de afdrukken.
17. Druk op de knop Pause om de modus SelecType te verlaten.
De vastgelegde instellingen selecteren
Voer de onderstaande stappen uit om een vastgelegde instelling
te selecteren.
83
Onderhoudsmodus
In de onderhoudsmodus kunt u een hex dump uitvoeren en de
taal selecteren voor het LCD-display.
De onderhoudsmodus openen
Controleer eerst of de printer uitstaat. Zet de printer aan door de
knop Pause ingedrukt te houden en tegelijkertijd op de knop
Power te drukken.
Wanneer de printer de onderhoudsmodus opent, verschijnt op
het LCD-display MAINTENANCE MODE.
84
Lijst met onderhoudsmodi
Menu 1e parameters 2e parameters
HEX DUMPPRINT EXEC
LANGUAGEENGLISH
FRENCH
ITALIAN
GERMAN
SPANISH
PORTUGUE
UNITMETER
FEET/INCH
PARALLEL I/F ECP
COMPAT
IEEE1284.4 ON
UIT
DEFAULT
PANEL
EXEC
CRTG INFO
MENU
CARTRIDGE MANUFACT EPSON
CARTRIDGE BLACK
INK TYPE PIGMENT of DYE
INK CAP 110 ml of 220 ml
INK LEFT E✽✽✽✽✽F of XX%
PROD DATE YY/MM
EXPIR DATE YY/MM
INK LIFE MM MONTH
AGE MM MONTH
SSCI EXEC
85
Opmerking:
is de fabrieksinstelling.
PARALLEL I/F, IEEE 1284.4, DEFAULT PANEL,
CRTG INFO MENU en SSCL zijn uitsluitend bedoeld voor
onderhoudspersoneel.
HEX DUMP
U kunt de gegevens die de printer van de server ontvangt
afdrukken in hexadecimale getallen.
1. Plaats papier in de printer.
2. In de onderhoudsmodus wordt HEX DUMP weergegeven als
eerste item. Druk op de knop SelecType (
r) om PRINT weer
te geven.
3. Druk op de knop Enter.
In de linkerkolom worden de afdrukgegevens uit de
printerbuffer afgedrukt in 16-byte hexadecimale tekens. In de
rechterkolom worden de overeenkomstige ASCII-tekens
afgedrukt.
Opmerking:
Als de laatste groep gegevens kleiner is dan 16 bytes worden
deze gegevens pas afgedrukt wanneer u op de knop Pause
drukt.
U kunt terugkeren naar de onderhoudsmodus terwijl een item
wordt weergegeven. Druk hiervoor op de knop Paper Source
(
l).
86
LANGUAGE
U kunt selecteren welke taal u wilt gebruiken op het LCD-display.
1. Druk in de onderhoudsmodus op de knop Paper Feed (
u)
of Paper Feed (
d) om LANGUAGE te selecteren.
2. Druk op de knop SelecType (
r) gevolgd door Paper Feed
(
u) of Paper Feed (
d) om de gewenste taal te selecteren.
3. Druk op de knop Enter om de taal vast te leggen. READY (of
een woord met dezelfde betekenis in de gekozen taal) wordt
weergegeven op het LCD-scherm.
Opmerking:
Het kan even duren voordat READY op het LCD-display verschijnt.
4. U verlaat de onderhoudsmodus door de printer uit te zetten
met de knop Power.
Opmerking:
U kunt terugkeren naar de onderhoudsmodus terwijl een item wordt
weergegeven. Druk hiervoor op de knop Paper Source (
l).
UNIT
U kunt zelf bepalen in welke eenheid de lengte wordt
aangegeven.
1. Druk op de knop Paper Feed (
u) of Paper Feed (
d) om
UNIT te selecteren
2. Druk op de knop SelecType (
r) gevolgd door Paper Feed
(
u) of Paper Feed (
d) om de gewenste eenheid te selecteren.
3. Druk op de knop Enter om de eenheid vast te leggen.
87
4. U verlaat de onderhoudsmodus door de printer uit te zetten
met de knop Power.
Opmerking:
U kunt terugkeren naar de onderhoudsmodus terwijl een item wordt
weergegeven. Druk hiervoor op de knop Paper Source (
l).
89
Voor Windows 2000
1. Dubbelklik op het pictogram Deze computer (My
Computer), het pictogram Configuratiescherm (Control
Panel) en vervolgens op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw
printer en klik vervolgens op Voorkeursinstellingen voor
afdrukken (Printing Preferences). Het venster van de
printersoftware verschijnt.
Voor Windows NT4.0
1. Dubbelklik op het pictogram Deze computer (My
Computer) en dubbelklik vervolgens op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw
printer en klik vervolgens op Standaardwaarden
document (Document Defaults). Het venster van de
printersoftware verschijnt.
In Printers en faxapparaten (Printers and Faxes)
(alleen voor Windows XP)
1. Klik op de knop Start, vervolgens op Printers en faxen
(Printers and Faxes).
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw
printer en klik vervolgens op Voorkeursinstellingen voor
afdrukken (Printing Preferences). Het venster van de
printersoftware verschijnt.
Opmerking:
De door u gebruikte Windows-versie bepaalt welke functies in de
printersoftware beschikbaar zijn.
90
Basisinstellingen
De instellingen voor de printerdriver vastleggen
Ga naar het tabblad Main en het tabblad Paper van de
printerdriver om de basisinstellingen voor het afdrukken van
documenten vast te leggen. Op het tabblad Paper kunt u
instellingen vastleggen voor afdrukken op rolpapier, automatisch
draaien, automatisch afsnijden en afdrukken van
paginascheidingen.
Meer informatie over de printersoftware vindt u in de
online-Help. Druk hiervoor op de knop Help in het venster met
driverinstellingen.
1. Klik in het menu Bestand op Afdrukken. Het dialoogvenster
Afdrukken wordt geopend.
2. Controleer of de juiste printer is geselecteerd en klik op
Eigenschappen of Opties. Het kan zijn dat u op een aantal
van deze knoppen moet klikken. Het venster voor de
driverinstellingen verschijnt.
3. Klik op het tabblad Main om dat tabblad weer te geven.
91
Tabblad Main
4. Selecteer in de lijst Media Type het materiaal dat u in de
printer hebt geladen.
Opmerking:
De instelling van Media Type bepaalt welke andere opties
beschikbaar zijn. Daarom moet u deze optie altijd eerst instellen.
5. Selecteer in het vak Ink Color/B&W Photo om fotos in kleur
of in zwart-wit af te drukken of Black om alleen een concept
of zwarte tekst af te drukken.
6. Zorg ervoor dat in het vak Mode het keuzerondje Automatic
is ingeschakeld.
Opmerking:
In de modus Automatic zorgt de printerdriver op basis van de
huidige instellingen bij Media Type en Ink voor alle gedetailleerde
instellingen.
92
7. Stel in het vak Mode de Speed en Quality in als hiervoor een
schuifbalk wordt weergegeven. Verschuif de balk naar links
of naar rechts, al naar gelang u de snelheid of de kwaliteit
belangrijker vindt. Deze instelling wordt normaal gesproken
automatisch aangepast aan de instellingen die u hebt
vastgelegd bij Media Type.
Opmerking:
Afhankelijk van het door u gekozen afdrukmateriaal wordt in het
vak Mode een schuifbalk weergegeven.
8. Klik op het tabblad Paper om dat tabblad weer te geven.
Tabblad Paper
9. Selecteer in de lijst Paper Source het type papier dat in de
printer is geladen.
93
10. Schakel het selectievakje No Margins in om beelden af te
drukken zonder marge. Raadpleeg No Margins voor meer
informatie.
11. Selecteer in de lijst Paper Size het papierformaat dat in de
printer is geladen.
Opmerking:
De meeste Windows-toepassingen beschikken over eigen opties voor
het papierformaat en de pagina-instelling. De instellingen van deze
opties hebben voorrang op vergelijkbare instellingen van de
printerdriver.
12. Stel de Roll Paper Option in als u een papierrol gebruikt. Zie
Roll Paper Option.
13. Leg de gewenste instellingen vast bij Orientation, Copies en
Printable Area.
14. Klik op het tabblad Layout om dat tabblad weer te geven.
95
Voortgangsbalk
Het afdrukken annuleren
Als u het afdrukken wilt annuleren, drukt u op de knop Stop op
de EPSON-voortgangsbalk.
U kunt het afdrukken ook tijdelijk onderbreken of opnieuw
beginnen met afdrukken. Als u het afdrukken tijdelijk wilt
onderbreken, drukt u op de knop Pause. Als u het afdrukken wilt
hervatten, drukt u nogmaals op deze knop.
cLet op:
Als u een afdruktaak onderbreekt kan het nodig zijn opnieuw te
beginnen voor het beste resultaat. Anders kan de afdruk slecht
aansluiten of kunnen er strepen op de afdruk ontstaan.
96
De printerdriver gebruiken
De printerdriversoftware zorgt ervoor dat de computer de printer
kan besturen aan de hand van de instellingen die u voor uw
afdrukken vastlegt.
Afdrukmateriaal instellen
De instelling van Media Type bepaalt welke andere opties
beschikbaar zijn. Daarom moet u deze optie altijd eerst instellen.
Selecteer in de Tabblad Main bij Media Type het type
afdrukmateriaal dat in de printer is geladen. Zoek het papier op
in de volgende lijst en selecteer de juiste instelling bij Media Type.
Voor een aantal soorten papier kunt u kiezen uit meerdere
instellingen.
Voor EPSON UltraChrome-inkt:
Media Type setting EPSON special media name
DoubleWeight Matte Paper EPSON Doubleweight Matte Paper
Enhanced Matte Paper EPSON Enhanced Matte Paper
Glossy Paper - Photo Weight EPSON Glossy Paper - Photo Weight
Premium Glossy Photo Paper EPSON Premium Glossy Photo Paper
Premium Semigloss Photo Paper EPSON Premium Semigloss Photo
Paper
Premium Luster Photo Paper EPSON Premium Luster Photo Paper
Photo Glossy Paper EPSON Photo Glossy Paper
EPSON Photo Grade Glossy Paper
Photo Semigloss paper EPSON Photo Semigloss Paper
EPSON Photo Grade Semigloss
Paper
97
Voor dye-inkt:
Premium Glossy Photo Paper (250) EPSON Premium Glossy Photo Paper
(250)
EPSON Premium Semigloss Photo
Paper (250)
Premium Semimatte Photo Paper
(250)
EPSON Premium Semimatte Photo
Paper (250)
Watercolor Paper - Radiant White EPSON Watercolor Paper - Radiant
White
Smooth Fine Art Paper ESPON Smooth Fine Art Paper
Textured Fine Art Paper EPSON Textured Fine Art Paper
Canvas EPSON Canvas
Glossy Film EPSON Glossy Film
Backlight Film EPSON Backlight Film
Enhanced Synthetic Paper EPSON Enhanced Synthetic Paper
Enhanced Adhesive Synthetic
Paper
EPSON Enhanced Adhesive
Synthetic Paper
Heavyweight Polyester Banner EPSON Heavyweight Polyester
Banner
Adhesive Vinyl EPSON Adhesive Vinyl
Tyvek Brillion EPSON Tyvek® Brillion
Plain Paper -
Enhanced Matte Board EPSON Enhanced Matte Board
Media Type setting EPSON special media name
Photo Glossy Paper EPSON Photo Glossy Paper
EPSON Photo Grade Glossy Paper
Photo Semigloss Paper EPSON Photo Semigloss Paper
EPSON Photo Grade Semigloss
Paper
Premium Luster Photo Paper EPSON Premium Luster Photo Paper
98
Opmerking:
De beschikbaarheid van speciaal afdrukmateriaal kan van land tot
land verschillen.
Zie Informatie over speciaal afdrukmateriaal en ander materiaal
wanneer u ander papier gebruikt dan speciaal afdrukmateriaal van
Epson.
De modi Automatic en Custom gebruiken
Met deze modi hebt u de beschikking over twee
besturingsniveaus voor de printerdriver die hierna verder
worden uitgelegd.
Premium Glossy Photo Paper (250) EPSON Premium Glossy Photo Paper
(250)
Premium Semigloss Photo Paper
(250)
EPSON Premium Semigloss Photo
Paper (250)
Premium Semimatte Photo Paper
(250)
EPSON Premium Semimatte Photo
Paper (250)
Glossy Photo Paper EPSON Glossy Photo Paper
EPSON Glossy Paper-Heavy Weight
Semigloss Photo Paper EPSON Semigloss Photo Paper
EPSON Semi Gloss Paper-Heavy
Weight
Plain Paper -
Presentation Matte Paper EPSON Presentation Matte Paper
Doubleweight Matte Paper EPSON Doubleweight Matte Paper
Photo Quality Ink Jet Paper EPSON Photo Quality Ink Jet Paper
Backlight Film EPSON Backlight Film
Posterboard-Semi Gloss EPSON Poster Board-Semigloss
99
Naast het vastleggen van combinaties van instellingen die de
algemene afdrukkwaliteit beïnvloeden, kunt u ook afzonderlijke
aspecten van de stijl en lay-out van de afdruk wijzigen met behulp
van het tabblad Paper. Zie Pagina-instellingen aanpassen.
De modus Automatic
Als in het Tabblad Main de modus Automatic is geselecteerd,
zorgt de printerdriver op basis van de huidige instellingen bij
Media Type en Ink voor alle gedetailleerde instellingen. Klik
onder Ink op Color/B&W Photo om fotos in kleur of in zwart-wit
af te drukken of Black om alleen een concept of zwarte tekst af te
drukken. Zie Afdrukmateriaal instellen voor informatie over
het instellen van Media Type.
Opmerking:
Selecteer voor betere resultaten Photo-realistic of Vivid uit de
keuzelijst in het vak Mode, afhankelijk van uw afdrukgegevens.
Afhankelijk van de optie die is geselecteerd in de lijst Media Type
terwijl Automatic is ingeschakeld, wordt rechts van de
Mode-opties een schuifbalk weergegeven die u kunt verplaatsen
tussen Quality en Speed. Verschuif de balk naar Quality als de
afdrukkwaliteit belangrijker is dan de afdruksnelheid.
De modus AutomaticDe snelste en eenvoudigste manier om te
beginnen met afdrukken.
De Modus CustomCorrigeert kleuren en verhoogt de kwaliteit
van fotos. Handig voor afbeeldingen met
een lage resolutie. Kies uit een lijst vooraf
gedefinieerde instellingen de optie die het
meest geschikt is voor het type document
dat u wilt afdrukken. U kunt ook uw eigen
instellingen aan deze lijst toevoegen.
101
1. Klik op de knop Custom op het Tabblad Main.
2. Kies uit de lijst Custom Settings de meest geschikte instelling
voor het type document of beeld dat u wilt afdrukken.
3. Als u een instelling selecteert voor Custom, worden andere
opties, zoals Print Quality en Color Adjustment, automatisch
ingesteld. Wijzigingen worden weergegeven in het scherm
Current Settings linksonder in het tabblad Main.
4. Controleer voordat u gaat afdrukken de instellingen van
Media Type en Ink, want deze kunnen worden beïnvloed
door de instelling die u kiest voor Custom. Zie
Afdrukmateriaal instellen.
Modus Advanced
Met de instellingen onder Advanced kunt u uw afdrukomgeving
volledig besturen. Gebruik deze instellingen om te
experimenteren met nieuwe ideeën voor het afdrukken van uw
afbeeldingen of om bepaalde afdrukinstellingen zodanig te
verfijnen dat deze aan uw individuele behoeften voldoen. Als u
tevreden bent met uw nieuwe instellingen, kunt u deze een naam
geven en ze toevoegen aan de lijst Custom Settings.
Volg de onderstaande instructies om instellingen in Advanced te
maken en op te slaan.
Opmerking:
De schermen van de printerdriver die u in deze procedure ziet zijn voor
Windows Me, 98 en 95. De schermen voor Windows XP, 2000 en
NT 4.0 wijken daar enigszins vanaf.
1. Klik op de knop Custom op het Tabblad Main en klik
vervolgens op Advanced. Het volgende dialoogvenster
verschijnt.
102
Dialoogvenster Advanced
2. Selecteer bij Media Type het type afdrukmateriaal dat in uw
printer is geladen. Zie Afdrukmateriaal instellen voor meer
informatie.
3. Kies bij deopties voor Ink Color/B&W of Black.
4. Stel de Print Quality in.
5. Leg de gewenste instellingen voor de papierconfiguratie vast.
Zie Papierconfiguratie-instellingen voor meer informatie
over elke afzonderlijke instelling.
6. Stel desgewenst nog meer opties in. Zie de online-Help voor
meer informatie.
Opmerking:
Welke opties beschikbaar zijn, hangt af van de instellingen die u hebt
gekozen voor Media Type, Ink en Print Quality.
103
7. Klik op OK om uw instellingen toe te passen en terug te keren
naar het tabblad Main. Als u naar het vorige scherm wilt
terugkeren zonder uw instellingen toe te passen, klikt u op
Cancel.
Als u de gemaakte instellingen wilt opslaan, klikt u op Save
Settings in het dialoogvenster Advanced Settings. Het
dialoogvenster Custom Settings verschijnt.
Typ een unieke naam (van maximaal 16 tekens) voor uw
instellingen in het vak Naam en klik vervolgens op de knop
Opslaan. Uw instellingen worden toegevoegd aan de lijst
Custom Settings.
U kunt maximaal 100 combinaties van instellingen opslaan. U
kunt de opgeslagen instellingen selecteren uit de lijst met
instellingen op het Tabblad Main.
Opmerking:
De namen die EPSON heeft gegeven aan de vooraf gedefinieerde
instellingen, kunt u niet voor uw eigen instellingen gebruiken.
Als u een instelling wilt verwijderen, selecteert u deze in het
dialoogvenster Custom Settings en klikt u op Delete.
104
De vooraf gedefinieerde instellingen van EPSON kunt u niet
verwijderen uit de lijst Custom Settings.
Denk eraan dat wanneer u de opgeslagen instellingen in de lijst
Custom Settings selecteert, de aangepaste instellingen
veranderen als u andere instellingen wijzigt, bijvoorbeeld voor
Media Type of Ink. Dit kan een onverwacht effect hebben op uw
afdrukken. Selecteer als dit gebeurt de opgeslagen instellingen
opnieuw en probeer nogmaals af te drukken.
Modus PhotoEnhance
Met de instellingen onder PhotoEnhance kunt u, voordat u uw
fotos gaat afdrukken, kiezen uit diverse instellingen voor
beeldcorrectie. PhotoEnhance is niet van invloed op de
oorspronkelijke gegevens. Klik op het keuzerondje
PhotoEnhance4 in het Dialoogvenster Advanced.
Als u PhotoEnhance4 selecteert, kunt u ook het selectievakje
Digital Camera Correction gebruiken. Schakel dit selectievakje
in als u foto's afdrukt die met een digitale camera zijn genomen
en u wilt dat de afgedrukte afbeeldingen er net zo natuurlijk
uitzien als foto's die met een filmcamera zijn genomen.
Opmerking:
Deze modus is alleen beschikbaar als u 16-, 24- of 32-bits
kleurengegevens afdrukt.
Als u afdrukt terwijl PhotoEnhance4 is geselecteerd, kan het
afdrukken langer duren, afhankelijk van uw computersysteem en de
hoeveelheid gegevens in uw afbeelding.
U kunt kiezen uit de volgende instellingen. Klik op het pijltje aan
de rechterkant van het keuzemenu.
106
Modus Omschrijving
Color Density Hiermee past u de dichtheid van de kleur aan. Gebruik
een waarde van -50% tot +50%. Verschuif de balk met
de muis naar rechts of links om de instelling aan te
passen. In het vak naast de schuifbalk kunt u ook
rechtsreeks een getal typen (van -50 tot +50).
Drying Time
per Print
Head Pass
Hier stelt u in hoelang de inkt gedroogd moet worden
voordat de printkop opnieuw voorbijkomt. Gebruik een
waarde van 0 tot +50 (5,0 seconden), in stappen van 0,1
seconde. Verschuif de balk met de muis naar rechts of
links om de instelling aan te passen. In het vak naast de
schuifbalk kunt u ook rechtsreeks een getal typen (van 0
tot +50).
Paper Feed
Adjustment
Hiermee bepaalt u in welke mate de papiertoevoer
wordt aangepast. Gebruik een waarde van -70 tot +70.
De eenheid is mm. Verschuif de balk met de muis naar
rechts of links om de instelling aan te passen. In het vak
naast de schuifbalk kunt u ook rechtsreeks een getal
typen (van -70 tot +70).
Paper
Thickness
Voer voor de papierdikte een waarde in van 0 tot +15. U
kunt een waarde opgeven van 0 tot 1,5 mm in stappen
van 0,1 mm.
Paper Suction Hiermee past u de waarde van de zuigdruk aan. U kunt
kiezen uit Standard (100%), -1(50%), -2(30%), -3(10%) en
-4(6%).
Cut Method Selecteer de gewenste snijmethode voor dun papier in
het menu dat op het scherm verschijnt. U kunt kiezen uit
Standard, Thin Paper en Very Thin Paper.
108
350 mm tot 14 in (355,6 mm)
400 mm tot 16 in (406,4 mm)
500 mm tot 20 in (508 mm)
600 mm tot 24 inch (609,6 mm)
910 mm tot 36 inch (914,4 mm) (alleen voor de Stylus Pro 9600)
1110 mm tot 1118 mm (alleen voor de Stylus Pro 9600)
Opmerking:
Als u in uw toepassing marges kunt instellen, zet die dan op nul
voordat u gaat afdrukken.
Bij het afdrukken op losse vellen papier worden alleen de linker- en
rechtermarges op nul ingesteld.
Door de inkt kan de degel van de printer vuil worden. Veeg in dat
geval de inkt weg met een doek.
Afdrukken met deze optie ingeschakeld duurt langer dan normaal.
Om afname van de afdrukkwaliteit of vegen op het bovenste gedeelte
van de afdruk te voorkomen raadt EPSON de hierboven genoemde
afdrukmaterialen aan of afdrukmateriaal dat volgens de
documentatie bij het materiaal speciaal is bedoeld om zonder marges
te worden bedrukt.
Voor printers met een dye-inktsysteem:
Deze afdrukmodus kan niet worden ingesteld voor afdrukken in een
resolutie van 2880dpi.
Afdrukken in de modus No Margins
Volg de onderstaande stappen om af te drukken in de modus No
Margins.
109
1. Maak uw afbeelding aan de linker- en rechterkant 3 mm
groter met behulp van de toepassing waarmee u de gegevens
hebt gemaakt.
2. Klik op het selectievakje No Margins op het tabblad Paper.
3. In het menu SelecType kunt u de volgende instellingen
vastleggen. Raadpleeg De modus SelecType openen voor
meer informatie.
Wanneer u wilt afdrukken zonder linker- en
rechtermarge:
PRINTER SETUP -> NO MARGIN -> L/R ONLY
Wanneer u wilt afdrukken zonder linker-, rechter-,
boven- en ondermarge:
PRINTER SETUP -> NO MARGIN -> 1CUT of 2CUTS
111
Selecteer Auto Rotate door het vakje Auto Rotate in het vak Roll
Paper Option op het Tabblad Paper in te schakelen.
Selecteer Roll Width door het vakje Auto Rotate in te schakelen.
Klik vervolgens op de knop Roll Width en selecteer het formaat
van de geplaatste papierrol.
Auto Cut
Wanneer Auto Cut is geselecteerd, wordt de papierrol na elke
afdruktaak automatisch afgesneden.
Selecteer Auto Cut door het vakje Auto Cut in te schakelen in het
vak Roll Paper Option op het Tabblad Paper.
Selecteer Roll Width door het vakje Auto Rotate in te schakelen.
Klik vervolgens op de knop Roll Width en selecteer het formaat
van de geplaatste papierrol.
Print Page Line
U kunt voor het handmatig afsnijden een paginascheiding laten
afdrukken aan de rechterkant of de onderkant van het document.
Selecteer het vakje Print Page Line in het vak Roll Paper Option
op het Tabblad Paper om Print Page Line in te schakelen.
De werking van de functie Print Page Line hangt mede af van de
instelling voor Auto Cut (zie de tabel).
112
Save Roll Paper
Schakel dit vakje in als u papier wilt besparen. Wanneer dit vakje
is geselecteerd, wordt het onderste, lege gedeelte van de laatste
pagina van een document niet doorgevoerd. Deze functie is alleen
beschikbaar wanneer Roll Paper (Banner) is geselecteerd in de lijst
Paper Source.
Documenten aanpassen aan het papierformaat
U kunt het formaat van een document aanpassen aan het formaat
van het papier waarop u wilt afdrukken. Open het Tabblad
Layout en schakel het vakje Reduce/Enlarge in om het
afdrukformaat aan te passen.
Gebruik de opties voor Reduce/Enlarge op het Tabblad
Layout.
Auto Cut Print Page Line Werking van de printer
Geselecteerd Geselecteerd Alleen aan de rechterkant
wordt een paginascheiding
afgedrukt. Het papier wordt
automatisch afgesneden als de
afdruktaak is voltooid.
Geselecteerd Niet
geselecteerd
Het papier wordt automatisch
afgesneden als de afdruktaak is
voltooid.
Niet
geselecteerd
Geselecteerd Er wordt aan de rechterkant en
onderkant van het document
een paginascheiding
afgedrukt.
Niet
geselecteerd
Niet
geselecteerd
Er worden geen
paginascheidingen afgedrukt
en paginas worden niet
afgesneden.


Specyfikacje produktu

Marka: Epson
Kategoria: drukarka
Model: STYLUS PRO 9600 STANDARD

Potrzebujesz pomocy?

Jeśli potrzebujesz pomocy z Epson STYLUS PRO 9600 STANDARD, zadaj pytanie poniżej, a inni użytkownicy Ci odpowiedzą




Instrukcje drukarka Epson

Instrukcje drukarka

Najnowsze instrukcje dla drukarka